4
INLEIDING PROCESFOLIO
Een procesfolio. In deze publicatie vertalen we deze omschrijving heel letterlijk. In dit boek vinden we verschillende stappen die ik dit jaar voor mijn masterproef heb ondernomen. Ik, Nele Dessoy, ben een masterstudente aan de Karel de Grote Hogeschool, Antwerpen, campus Sint-Lucas. De afgelopen drie jaar heb ik daar ook mijn bachelor opleiding genoten, een mooie opbouw naar mijn masterjaar. Al kan ik dit jaar met niets anders vergelijken. Het was een helse rit, maar ook een ongelofelijke ervaring. Voor mijn masterproef koos ik voor een grote uitdaging. Ik heb een tentoonstelling
vormgegeven, die iedereen de komende vier jaar kan bezoeken in het groentemuseum ’t Grom. ’t Grom werd hierbij dus mijn opdrachtgever. Het museum wilde de vaste collectie met een tijdelijke tentoonstelling aanvullen, een tentoonstelling over tuinieren tijdens de eerste wereldoorlog. Door te tonen hoe de mensen toen overleefden en wat ze aten. Hiervoor hadden ze een ontwerper nodig. Deze zou ik worden. Over dit alles kunt u meer lezen in mijn procesfolio. Daarin leg ik dit proces haarfijn aan u voor door middel van vele beelden en korte tekstjes met mijn verschillende stappen. Hiernaast vindt u ook mijn belangrijkste informatiebronnen terug, deze staan steeds op het einde van een hoofdstuk aangekondigd in een pagina met al de verwijzingen. Als u echter meer hiervan wil zien, kunt u terecht op mijn blog neledessoy.wordpress.be . Als u na het lezen van dit boek geïnteresseerd bent om deze tentoonstelling te bezoeken, nodig ik u uit dit zeker te doen. Het is een interessante en leerrijke trip. Het museum ligt in Sint-Katelijne-Waver, voor meer informatie kunt u ook hun site bezoeken, www.tgrom.be. Ook wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om een hele reeks mensen te bedanken. Mijn school, Sint-Lucas, en mijn verschillende leerkrachten om mij deze vier jaar te onderwijzen en zoveel bij te brengen. Voor dit jaar dank ik bijzonder mijn vaste coach Werner Van dermeersch en natuurlijk mijn vrij coachen Reg Herygers, Hugo Puttaert, Hilde Van Pelt & Geert Vervaeke en Michel Van Beirendonck.
Maar dit alles had niet mogelijk geweest zonder de kans die ‘t Grom mij gegeven heeft, een grote buitenkans. Daarom dank ik ook in het bijzonder: de voorzitter Leopold Maes en conservator Erika ‘t Jaeckx. Voor de hulp bij het opbouwen van de tentoonstelling dank ik Hugo Schollen, Leopold Maes, Erika ‘t Jaeckx, Francis Maes en de andere medewerkers van ‘t Grom.
Mijn grootste dank gaat naar de vele mensen in mijn rechtstreeks omgeving, die ik het niet altijd even gemakkelijk heb gemaakt als het allemaal weer even te veel werd. Ik wens ik jullie heel veel lees- en kijkplezier in mijn procesfolio over mijn master “Oorlogstuin”. Nele Dessoy, Juni 2014
5
8
5
INLEIDING PROCESFOLIO
9
INhoudstafel
13
MASTERPROEF GRAFISCH ONTWERP
21
MASTERPROEF “OORLOGSTUIN”
39
ONDERZOEKSVRAAG MASTERPROEF
43
CAMPAGNEBEELD TENTOONSTELLING
81
inspiratie
135
SCHETSEN TENTOONSTELLING
199
inspiratie
217
tentoonstellingsborden proces
283
inspiratie
321
eindresultaat tentoonstelling
401
MASTERCLASS A GUIDE TO OYSTERS
411
MASTERCLASS PATTERNS OF ALTERATION
423
COLOFON
9
MASTERPROEF GRAFISCH ONTWERP
12
MASTERPROEF GRAFISCH ONTWERP
DOCENTEN : Reg Herygers, Hugo Puttaert, Werner Van dermeersch, Hilde Van Pelt & Geert Vervaeke MASTER COÖRDINATOR : Paul Lettany
CURATOREN MASTERTENTOONSTELLING : Michel Van Beirendonck & Koen Theys OMSCHRIJVING_ De masterproef is het platform bij uitstek waarbij de masterstudent, als sluitstuk van zijn/haar opleiding, de ruimte krijgt om een project –artistiek en ontwerpmatig– te realiseren waarin zijn/haar competenties, designskills, authenticiteit, persoonlijke visie en technische vaardigheden in worden aangetoond. De masterproef start met de formulering van een gerichte onderzoeksvraag of probleemstelling dat handelt over een interessant én relevant onderwerp. Dit wordt via inhoudelijk, documentair en ontwerponderzoek vertaald naar een eigen interpretatie. Te lezen als: een oplossing/ product/medium/systeem/publicatie/installatie/campagne etc. De gekozen discipline en de gebruikte technieken en materialen zijn vrij. Elke student werkt aan een –door docenten– goedgekeurde onderzoeksvraag die deel uitmaakt van het onderzoeksdomein ‘grafisch ontwerp’ en/of ‘beeldende kunst’ in een ruimer kader.De coaching gebeurt door vijf docenten uit de verschillende instroomateliers. (...) In dit geval worden de studenten ook mee door deze onderzoekers begeleid. De masterproef kan zowel individueel als in teamverband worden uitgevoerd. Steeds dient het om een bewuste keuze te gaan waarvan alle consequenties correct worden ingeschat. AANDACHTSPUNTEN_ - Stel je onderzoeksvraag helder en concreet. - Je onderzoeksvraag kan een domein of een thema waarbinnen je gaat werken, afbakenen maar het kan ook handelen over een probleemstelling rond een concreet ontwerpvraagstuk. - Wollige of te abstracte onderzoeksvragen leiden meestal tot verwarring en conceptuele onduidelijkheid. - Kies een onderzoeksvraag/thema dat je boeit en fascineert, kies geen onderzoeksvraag/ thema om indruk te maken. - In principe is het thema niet het belangrijkste, het (ontwerp)onderzoek en de vertaling ervan naar een relevant resultaat zijn dat wel. - De masterproef kan richting geven aan je verdere loopbaan, wat niet betekent dat je i.f.v. een job moet werken. Het gaat hier over je persoonlijke positionering in het brede werkveld van grafisch ontwerp/ illustratie/nieuwe media/reclame/ typografie/autonome kunst etc. - Speel je sterke eigenschappen uit maar aarzel niet om ook pistes te verkennen waarin je nog niet thuis bent. 13
- Onderzoek betekent in onze academische opleiding: onderzoek in de discipline, ontwerponderzoek dus (in al zijn facetten en met alle middelen die hiervoor nodig zijn). - Wanneer je beslist om af te studeren met uitsluitend onderzoek, dan dient als dusdanig duidelijk te worden gesteld. - Denk niet dat omdat de Master over de ateliers heen wordt georganiseerd dat je niet meer binnen je eigen discipline kan werken. Wel wordt je intens geconfronteerd met diverse visies en werkvormen van collegastudenten en docenten. Deze werkwijze doet je verder nadenken en reflecteren over je eigen werk en de discipline waarin je actief bent. - Je hebt de kans om een project te realiseren waar je later wellicht amper nog te tijd voor zal hebben. Stel daarom je grenzen niet aan je eigen individuele beperkingen. Je mag ook complementair en disciplineoverschrijdend in groep een masterproject uitvoeren. Maar wees hierin ook realistisch. - Je kan en mag kennis ook van elders (in het werkveld) halen waar nodig. WERKVORMEN Individuele coaching_ Door het docententeam en (desgewenst) ook de onderzoekers. Wekelijkse besprekingen volgens de chronologie van de opdracht (zie jaarkalender). Na de verkenningsronde worden 5 teams samengesteld (één docent en ong. 10 studenten), waarbij deze docent dit team tweewekelijks begeleidt. Dit d.m.v. individuele en groepsgesprekken/consultaties. Om de andere week kunnen de studenten ook terecht bij de andere docenten uit het coachend team. Groepsbesprekingen_ gebeuren op regelmatige tijdstippen waarbij de interactie in de groep wordt gestimuleerd en waarbij onderlinge constructieve kritiek/commentaar wordt geuit. (...) Blog_ Van de studenten wordt verwacht dat zij de evolutie van hun onderzoek en werkproces posten op een publieke webblog (via WordPress. org). Een gezamelijke landingspagina wordt aangemaakt. Via deze webblog kunnen internationale contacten, referenties en meningen worden uitgewisseld. Ook het werkveld kan op deze wijze het proces volgen. Het staat de student vrij om niet alles publiek te posten. Uitgebreide briefing zie pagina 3 (extra onderdelen). Procesfolio_ Naast deze blog dienen de masterstudenten ook een procesfolio aan te leggen waarin zij de chronologie van hun werk- en onderzoeks- proces kunnen aantonen. Deze procesfolio bewijst tevens dat de studenten hun werkproces visueel kunnen communiceren en/of becom- mentariëren aan het geinteresseerde publiek. De student kan hierbij –indien hij/zij dat wenst– samenwerken met een externe redacteur. Vanzelfsprekend telkens met correcte bronvermelding en de juiste credits. Deze processfolio kan een geprinte of gedrukte vorm aan nemen, maar kan ook aan de hand van andere niet-geprinte media worden uitgevoerd. 14
EVALUATIE_ De plenums zijn momentopnames waarbij de student een stand van zaken voorstelt van zijn onderzoeksproces en de resultaten ervan. Aanwezigheid tijdens deze plenums en alle consult- en groepsbesprekingen is dus absoluut noodzakelijk. Bij twijfel worden de studenten na elk plenum persoonlijk uitgenodigd uitgenodigd voor een gesprek met het coachend docententeam. De finale beoordeling van de masterproef en het onderliggende onderzoeksproces gebeurt door een jury samengesteld uit de begelei- dende docenten (interne juryleden) aangevuld met eenzelfde aantal externe deskundigen (externe juryleden). CRITERIAS_ - de kwaliteit van de presentatie - inhoudelijke beschouwing en reflectie - relevantie van de onderzoeksvraag - relevantie van het antwoord/resultaat op deze onderzoelsvraag - oplossingsgerichtheid van het resultaat - vormelijke authenticiteit van het resultaat - toepasbaarheid en relevante keuze van het discipline/medium/techniek - integratie en hoge professionele kwaliteit van de discipline/medium/techniek Leerdoelen (te verwerven competenties) De student kan de aan zichzelf gestelde opdracht analyseren en ordenen tot een chronologisch werkproces. De student kan eigen, authentiek beeldend werk creĂŤren dat getuigt van hedendaags artistiek inzicht en dat grenzen verkent. De student kan de gemaakte keuzes verantwoorden. De student kan kritisch reflecteren over zijn grafisch/beeldend werk en dit plaatsen binnen de actuele context. De student kan binnen deze context positie innemen en deze verantwoorden. De student kan zich organiseren en omgaan met onzekerheid. De student kan zijn concept plastisch verbeelden. De student heeft een kritische houding t.o.v. het eigen vakdomein in een algemeen maatschappelijke context, en kan deze duiden. De student kan de eigen authenticiteit (persoonlijkheid) bewust uitspelen. De student kan het werk presenteren.
15
16
17
MASTERPROEF “OORLOGSTUIN”
20
MASTERPROEF “OORLOGSTUIN”
Na onderzoek en afgaande op mijn interesses waren er verschillende ideeën die mij
aanspraken om er een masterproef rond te beginnen. Een hiervan was een voorstel
dat ik had gekregen van het groentemuseum ‘t Grom. Deze hadden mij benaderd en gevraagd of ik het zag zitten om de vormgeving te doen voor hun nieuwe tijdelijke
tentoonstelling. Dit was een ongewone kans die me gegeven werd en een uitdaging die ik graag aannam.
Masterproef kreeg de naam “Oorlogstuin” naar het onderwerp van hun tentoonstelling. Maar eerste een korte situering. Wie of wat is ‘t Grom en wat is het idee van de oorlogstuin? WAT IS HET ‘T GROM?_ Het ‘t Grom is het allereerste doe museum rond groenten en tuinbouwerfgoed in Vlaanderen. Gelegen op de prachtige 18de-eeuwse Midzeelhoevesite is het de perfecte plaats om op onderzoek te gaan in een wondere groentewereld. Trek je stoutste schoenen aan en ga op ontdekking onder de grond. Hoe groeien groenten en waar komen ze vandaan? Hoeveel groenten moet je elke dag eten? Luister naar groente sprookjes en ontdek het geheim van het eeuwige leven. Je kan ook terecht in onze prachtige tuinen, waar je je pas echt op ‘groentedomein’ bevindt. Wandel tussen groentebedden en bekijk serres, het insectenhotel, de bijen hal en het meteostation. Het is gelegen in Sint-Katelijne-Waver, Midzelen 25A, een dorpje tussen Mechelen en Lier waar de landbouw volop leeft. 21
22
WAT IS DE OORLOGSTUIN?_ Het Groentemuseum in Sint-Katelijne-Waver brengt de geschiedenis van de eerste wereldoorlog tot leven in een oorlogstuin : de verhalen van gewone mensen en hun dagelijkse strijd om te overleven staan er centraal. Deze eenvoudige moestuin getuigt over de honger en schaarste die er heersten tijdens de oorlog, maar ook over de veerkracht en de creativiteit van de mensen in deze regio. Veel groenten die toen werden gekweekt en gegeten, zijn niet meer gekend en worden nu “vergeten groenten” genoemd. Wat verwachten ze van mij?_ eerste brainstorm - Een sterk campagnebeeld, mogelijk met uitbreiding en/of toepassingen voor info bord, folder, affiches, digitale banner, parcoursmarkering, e.a. - Kleurenpalet, sober, herhaald gebruik voor herkenbaarheid - Focus op beeld uit het “hofje der planters”, sterke verwijzing naar tuinieren van toen. Deze verwerken als deze mogelijkheid er is in de hedendaagse situatie? STREEFDOEL : eenvoudig, sober, toch charmant en aantrekkelijk. Duidelijke vormgeving die aangeeft dat het gaat om tuinieren, oude groenten en technieken van tijdens de “groote oorlog”. Heel het idee van de oorlogstuin kunnen we plaatsen in een groot geheel, namelijk “100 JAAR GROOTE OORLOG IN VLAANDEREN”.
WAT HOUDT DIT JUIST IN?_ Met het project 100 jaar Groote Oorlog (2014-18) wil Vlaanderen de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog op passende en serene wijze herdenken. De concrete programmering van de activiteiten die naar aanleiding van de herdenking van honderd jaar Wereldoorlog I worden georganiseerd, moet ertoe leiden dat de naam Vlaanderen internationale zichtbaarheid krijgt en duurzaam verbonden wordt met het vredesthema. Een andere doelstelling bestaat erin dat de huidige en toekomstige generaties in Vlaanderen gevoelig gemaakt worden voor thema’s als verdraagzaamheid, interculturele dialoog en internationale verstandhouding, met het oog op een open en tolerante samenleving en een actieve internationale oriëntatie. Ten slotte wordt ook gestreefd naar een aanzienlijke toename van het vredestoerisme in (West-)Vlaanderen. In het volgende hoofdstukken kunnen jullie zien hoe deze tentoonstelling tot stand komt. In een uitgebreid verslag en met zoveel mogelijk tussenstappen toon ik jullie al mijn beslissingen over de borden, vormgeving en zoveel meer.
23
24
25
26
27
28
KAART MET FORTENGORDEL ROND ANTWERPEN 29
30
SAMENGESTELD GRONDPLAN VAN DE SITE_ BUITEN 31
GRONDPLAN VAN het museum_ BINNEN
34
35
ONDERZOEKSVRAAG MASTERPROEF
38
ONDERZOEKSVRAAG MASTERPROEF “OORLOGSTUIN�
Vanuit mijn rol als grafische ontwerper een tentoonstelling mee vormgeven. Hoe ver gaat mijn rol in dit proces? Hoe kan ik de sfeer van WOI oproepen? Hoe kan ik deze tijdsgeest in een geheel hedendaags presenteren? Hoe kan ik mijn eigen creativiteit kwijt in dit verhaal? Hoe kan ik iets meer toevoegen dan de opdrachtgever me vraagt? Hoe zorg ik er voor dat de bezoeker heel het verhaal meekrijgt, op de site buiten en binnen? Hoe wordt het voor hem/haar een totaalervaring, zodat hij/zij er meer uithaalt dan enkel de date, gegevens en feiten? Hoe leer ik samenwerken met een organisatie als opdrachtgever? Waarin steekt het verschil tussen de uitgevoerde situatie en de gewenste situatie?
39
CAMPAGNEBEELD TENTOONSTELLING
42
CAMPAGNEBEELD voor de TENTOONSTELLING
In het volgende hoofdstuk kunt u de weg volgen die ik heb genomen voor het maken van het campagnebeeld. Het idee was om hieruit dan verder te gaan voor de vormgeving van de tentoonstellingsborden. Voor het campagnebeeld wou men gaan voor iets dat HERKENBAAR was, iets dat in
het oog sprong. Iets wat ook NIET DIRECHT DUIDELIJK MAAKTE DAT HET OVER DE OORLOG GING. Daarnaast moest het een zekere link hebben met de tijd van toen, maar met een hedendaagse draai.
In het begin heb ik veel gekeken naar vormgeving van de tijd van toen. Oude magazines, reclame maar ook boeken uit de tijd van WOI. Het belangrijkste boekje was ongetwijfeld het “HET HOFJE DER PLANTERS” een klein boekje dat een handleiding was voor iedereen om een goede moestuin te kunnen onderhouden. Dit boekje ging jaren mee. In de vormgeving viel me op dat het combineren van lettertypes zorgde voor de hiërarchie in de tekst. Hiernaast werd alles in een kader gestopt, de titel, het tekstblok en deze twee nog is samen. Het kleurgebruik was beperkt, enkel zwart-wit. Daarnaast was het gebruik van foto’s minimaal, tekeningen waren de bron van illustraties. Door me te verdiepen in deze documenten en de verhalen van de tentoonstelling, kwam ik vele boeiende weetjes op het spoor uit die tijd. Ook het feit die de overlevingsstrijd dat deze mensen streden voornamelijk gesitueerd lag rond DE AARDAPPEL. De “patat” wastelkens het onderwerp. Reden waarom ik hem dan ook selecteerde als het onderwerp van het campagnebeeld. Hierdoor konden we de prachtige tekeningen uit het “het Hofje der planters” gebruiken. Uiteraard gebeurde dit allemaal in een proces van proberen en uittesten om het beste te vinden. Hieruit vloeide ook dat het gebruik van een patroon als een soort BEHANGPAPIER, een mooie link legde met de huiselijk sfeer van toen. Het doelde op de huiselijke sfeer waar de mensen in zaten ook al raasde er een oorlog voorbij die vele gevolgen had. Net als de tekstkaders van toen kwamen de titels, ondertitels en andere belangrijke informatie terecht in een gevuld kader. Hierdoor werden ook de kleuren vastgelegd. We zouden enkel met ZWART-WIT beelden werken, met toevoeging van het ROOD als accent. De rode kleur zou verwijzen naar de klaproosbloem, het teken van de eerste wereldoorlog. OP DE VOLGENDE PAGINA’S ZIET U DE OPBOUW NAAR HET EINDRESULTAAT. HET ONTSTAAN VAN DE FLYER, POSTERS, SITE EN UITNODIGING, MET ACHTERAAN EEN PAAR VAN DE BELANGRIJKSTE INSPIRATIEBRONNEN.
43
44
45
46
Formaat voor de flyer is een buitenformaat 127 mm op 218 mm. Het standaard formaat is normaal 210 mm op 105 mm. Dit buitenformaat heeft de grote van het “Hofje der Planters�. Een bewust gekozen link naar dat zo belangrijk boekje uit die tijd, voor de zeer oplettende bezoeker. 47
48
49
50
zoeken naar lettertype vergelijkbaar met die uit 1914. Spread uit mijn onderzoeksboek over de verschillende lettertypes. Met de vergelijking van recentere lettertypes. 51
52
ontwerpen voor verschillende soorten “behangpapier” met de illustraties uit het “Hofje der Planters”. Met het “behangpapier” als het
campagnebeeld van de tentoonstelling willen we laten zien dat het echt gaat over de gewone mens. We keren terug naar de huiskamer. De tentoonstelling gaat niet over de mensen die gesneuveld zijn door het oorlogsgeweld, maar over zij die een overlevingsstrijd hebben gevoerd om iets te eten te krijgen op hun bord. 53
54
55
56
Belangrijkste richtlijnen voor flyer en andere zaken voor het campagnebeeld. Voor de typografie is het FHA nicholson en Avenir. De combinatie van een “oud� lettertype en een recenter. Voor het kleurgebruik koos ik voor zwart, wit en rood (c15m110y100k0) als accent. 57
58
6 verschillende voorkanten voor de flyer. Als je deze samenvoegd sluiten ze aan tot één patroon. Hierin vinden we weer het idee van het “behangpapier” terug. Daarom is de voorkant ook geheel vrij van tekst. Zodat je deze als een postkaart op je schouw kunt zetten. Hierdoor is het voor de lezer van de flyer op het eerste zicht een misterie waarover het gaat. 59
60
61
62
onderzoek naar vorm poster (foto is detail). Hierin hebben we het ontwerp van de flyer gevolgd. Terug de benadrukking van de aardappel en het “behangpapier�, we streven naar een grote herkenbaarheid om de mensen te prikkelen. 63
64
Vergadering op ‘t grom om de flyer en poster op punt stellen. 65
66
DE Flyer en poster gaan naar drukkerij gazelle en worden offset
geprint. Het oorspronkelijke plan was om de flyer/poster op offset papier te printen, dit heeft een gelige schijn, wat een zachter beeld veroorzaakte. Dit was ook een mooie verwijzing naar de druk van vroeger, dat door de tijd ook vergeelde. Wegens besparing hierop zijn deze gedrukt op wit papier. 67
68
het eindresultaat 69
70
71
72
73
74
Onderzoek naar de vorm van de website. Voor de website had ik een voorstel gedaan om op hun site een link te plaatsen naar een aparte webpagina waar al de informatie van de oorlogstuin te vinden was. Deze zou oneindig doorscrollen met het aardappelpatroon, weer om het “behangpapier� te simuleren. Wegens besparing hierop is het een enkele tab geworden op hun oorspronkelijke website met uitleg in het vaste stramien van de site. 75
76
77
78
De uitnodiging voor de tentoonstelling. 79
80
Op de volgende pagina’s ziet u het resultaat van mijn webonderzoek en historische bronnen die me geinspireerd hebben voor het
campagnebeeld. MEER ZIEN? kijk OP MIJN BLOG NELEDESSOY.WORDPRESS.BE afb. p. 83-88 boekje over tuinieren, “het hofje der planters” van P. De Backer (tuinbouwkundige leraar)
Document uit de WOI
afb. p. 89-94 boekje over de teelt van tabak, “de teelt van tabak” van P. De Backer
Document uit de WOI
afb. p. 95-105 tijdschrift “de tuinbode” (n.13, 1 Juli 1914, 13 jaargang) afb. p. 107-113 catalogus “maison Delecoeuillerie Blandain” over serres
Document uit de WOI
afb. p. 115-123 tijdschrift “la Vie Militaire” (n.1, 5 april 1913) afb. p. 125 illustratie “Antique chromolithograph of machines,
utensils, tools and vehecles”
afb. p. 126
Design festival, 2007 in Singapore, “NULL”
afb. p. 127 onbekend afb. p. 128 huisstijl “The Living co.” afb. p. 129 onbekend AFB. P. 130-131 FOTO’S VAN MEZELF VAN VROEGER, OPGEGROEID MET DE NATUUR,
MIJN VADER EN MOEDER ZIJN BEIDE TUINARCHITECT
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
SCHETSEN ROND DE TENTOONSTELLING
134
SCHETSEN ROND DE TENTOONSTELLING
Omdat de informatie voor de tentoonstellingsborden wat op zich liet wachten. Begon ik verder te denken. Wat kan ik als ontwerper nog meer doen? Wat zijn mogelijkheden om deze tijdelijke tentoonstelling te doen opvallen in een vaste tentoonstelling? Uiteraard is het allemaal heel mooi als ik dit vertel of opschrijf, maar werkt het in de praktijk? Daarom ben ik schetsen beginnen te maken voor mijn ideeën rond de tentoonstelling. In dit onderdeel zal ik deze ideeën uitleggen en voorstellen aan de hand van schetsen. Sommige van deze situaties zijn ook uiteindelijk werkelijk te bewonderen op de
tentoonstelling. Voor deze eindresultaten kijk u in het hoofdstuk ‘eindresultaten tentoonstelling’ op pagina 321.
Vele van mijn ideeën die verder gingen dan puur de tentoonstellingsborden hadden te maken met het concept dat ik het “witte landschap” heb genoemd. Ik wou de hele tentoonstelling een soort leidraad geven, omdat je met een uitgebreide site zit. Daarom wou ik een kleur op een bepaalde manier in het landschap brengen. Rood zou de meest evidente keuze geweest zijn, deze is de rechtstreekse verwijzing naar WOI met de klaproos. Maar deze kleur is zeer dominant in grote hoeveelheden in de natuur. Daarom ging in voor wit. Wit als vredeskleur. Dit gaf rust in het groene landschap. In dit “witte landschap” had ik ideeën als gevels kaleien, bomen witten, serres kalken, linten, een wensboom enz. Uiteraard hadden deze ideeën niet enkel een visueel effect, elk had een verdere betekenis. Naast een soort leidraad op het parcours wou ik de mensen in de buurt betrekken. Om deze bewust te maken van de verandering in het museum, dat er een nieuwe tentoonstelling kwam. Daarom bedacht ik “poppieroad”. Elke bezoeker kreeg een zakje poppiezaad samen met een uitnodiging, om deze in hun berm te zaaien. Zodat de bewoners en bezoekers één maal per jaar konden genieten van deze uitzonderlijke bloem die alles weet te doorstaan. Achteraan in dit hoofdstuk vind u al de eerste schetsen over hoe ik mijn tentoonstellingsborden wou plaatsen. In het volgende hoofdstuk ‘tentoonstellingsborden proces’ vind u hiervoor de verschillende stappen die ik hierin gemaakt heb. Daar wordt in de inleiding ook uitgelegd dat het idee van deze borden afkomstig is uit het gebruik van de propagandaborden tijdens de oorlog om te communiceren. Deze ideeën en nog meer kunt u lezen in het volgende onderdeel. Met achteraan een lijst van inspirerende werken die me mee op gang geholpen hebben.
135
136
137
138
Bomen wit te kalken als gids door het parcour. Het witten van fruitboomstammen is een oude traditie die wat in onbruik is geraakt. Toch heeft het tal van voordelen, en is het zinvol om deze techniek terug in ere te herstellen. Witkalk voorkomt namelijk vorstschade op stammen, voedt jonge bomen, schakelt ongewenste organismen uit en oogt bovendien mooi. Dit is uitgevoerd voor de tentoonstelling, zie pagina 328-329 voor het resultaat. 139
140
141
142
143
144
Gevels kalken als gids door het parcour. Het is in en mooi en makkelijk zelf uit te voeren: een laagje kalei kan een oude tuinmuur of verweerde gevelsteen helemaal terug opfleuren. Kaleien bestaat al honderden jaren en werd vroeger gebruikt voor diverse technische doeleinden: ontsmetten van stallingen, inkalken van fruitbomen tegen vorstschade, beschermen van muren tegen vocht,‌ De samenstelling was toen sterk afhankelijk van het uiteindelijke doel van de kaleilaag. Tegenwoordig gebruiken we kaleien voornamelijk om twee redenen. 1: Esthetisch en 2: Technisch. Dit plan kon niet worden uitgevoerd omdat we met beschermde gebouwen zitten, deze mogen niet zomaar van uiterlijk veranderd worden. 145
146
147
148
149
150
Linten in de bomen bij de opening. Een boom vol met lange witte linten was het idee om te doen bij de opening, liefst zelfs meer dan 1 boom. Op de volgende pagina’s ziet u naast een schets ook een test, het oogt zeer mooi. Maar raakt te snel verward waardoor het zijn waarde verliest. Het idee was een vervolg op het benadrukken van de witte kleur in het landschap, maar tevens ook gewoon een feestelijk effect. 151
152
153
154
155
156
157
158
De “wens”bomen om de mensen te laten reflecteren. Om de mensen zelf te kunnen laten reflecteren wilden we een “wens”boom plaatsten. Als is het woord wens niet helemaal op zijn plaats. Ze kunnen reflecteren over deze tentoonstelling, maar ook over hun herinneringen aan de oorlog. Het idee was dat er al een hoeveelheid in de boom zou hangen met de opening, dit zouden kaartjes zijn met rode lintjes (in plaats van witte, deze zijn voor de bezoekers hun reflectie). Daarop zouden al de mensen gestorven in de oorlog die afkomstig zijn uit de buurt opstaan. Dit idee ging uitgevoerd worden tot een week voor de tentoonstelling, waar er bezwaar werd gemaakt op het feit dat dit niet genoeg controleerbaar was was. Dit idee is naar binnen verplaatst aan een muur bekleed met jutte. (Gastenmuurboek) 159
160
161
162
BEHANGROL in de inkom. Een inspelen op het campagnebeeld. In de inkom heb ik een grote rol “behangpapier” laten hangen. Zodat mensen na het zien van het kaartje, de link kunnen leggen. Dit is uitgevoerd in het museum zie hoofdstuk ‘eindresultaten tentoonstelling’ pagina358-359 voor het resultaat. 163
164
POPPieroad, betrekken van heel de omgeving. Het idee van poppies te planten bij een tentoonstelling over de oorlog is niets nieuw. Maar met deze schetsen wil ik tonen dat ik verder wilde gaan dan de site van ‘t Grom zelf. Heel de straat en omgeving zou een maand moeten baden in het rood. Eerst wou ik zelf bij iedereen in de tuin poppiezaad gaan zaaien, een soort guerrilla actie. Maar poppiezaad kan enkel gezaaid worden in omgewoelde aarde, daarom heb ik de bewoners een zakje zaad gestuurd, samen met een uitnodiging om de tentoonstelling een keer te komen bezoeken. Dit is een uitgevoerd idee, zie hoofdstuk ‘eindresultaten tentoonstelling’ pagina 390-397 voor het resultaat. 165
166
167
168
169
170
EEn aardappel laten schieten voor 3 maand. Opzoek naar inspiratie kwam ik foto’s tegen van een aardappel met gigantische scheuten. Dit bracht me op een idee. Wat als ik nu eens een aardappel voor verschillende maanden onder een fototoestel leg en hiervan elke dag een foto van trek? Zo gezegd zo gedaan. Hiermee maakte ik een filmpje van. 171
172
173
174
DE OMGEVING IN SKETCHUP STEKEN. Om het voor de mensen ginder duidelijk te maken over welke plek ik het had. Maar ook voor mezelf, stak ik heel de omgeving in SketchUp. Of dit probeerde ik toch. Dit is enkel niet zo goed gelukt . Op de deze pagina’s ziet u hiervan een probeersel. Op de pagina die volgt ziet u een SketchUp file gemaakt door Werner, mijn coache, waarvoor dank. Uiteindelijk heb ik toch besloten om alles met foto duidelijk te maken. Dit was voor mij een makelijke tool om dit te duiden. 175
176
177
178
borden en muren volledig bekleding voor de informatiE. Op de volgende pagina’s ziet u schetsen van borden buiten en binnen. Het is een selectie van beelden uit de zoektocht naar de meest geschikte plaatsen. Maar ook naar de beste manier, u ziet houten borden maar ook wanden/muren volledig bedekt met posters (als een aanplakbord). De borden zijn steeds groot, vanaf het begin heb ik gekozen om de informatie te verzamelen, zodat we niet overal een klein bord met enkele informatie zouden krijgen. Deze grote oppervlaktes vallen op in de omgeving. Van deze schetsen is er een afgeleide vorm te zien op de tentoonstelling, zie het hoofdstuk ‘tentoonstellingsborden proces” voor de verdere ontwikkeling. In het hoofdstuk ‘eindresultaten tentoonstelling’ kunt u het uiteindelijke resultaat bezien. 179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
Op de volgende pagina’s ziet u het resultaat van mijn onderzoek dat me geinspireerd hebben voor het maken van de schetsen. MEER ZIEN? kijk OP MIJN BLOG NELEDESSOY.WORDPRESS.BE
afb. p. 200 schets Christo “over the river” afb. p. 201-203 schets Yves Brunier afb. p. 205 Zander Olsen afb. p. 206
Ingo Maurer “Golden Ribbon”
afb. p. 207
Jesus Soto “Penetrable”
afb. p. 210-213 foto’s en illustratie over rclame/propaganda in het straatbeeld tijdens WOI
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
TENTOONSTELLINGSBORDEN PROCES
216
HET ONTSTAAN VAN DE TENTOONSTELLINGSBORDEN
Hoe gaan we deze informatie over tuinieren tijdens WOI nu aanbrengen in een vaste collectie die al zo uitgebreid is? De oorlogstuin zelf ligt buiten maar ook binnen zijn er zaken te bekijken? Hoe geven we dit een eenheid? Zien we dat het gaat over een tijdelijke tentoonstelling? Er was al snel beslist dat er buiten veel informatie zou komen, maar daar zit je met het element van het weer. Hoe zorg je er voor dat het 4 jaar blijft? Ik ben onderzoek gaan doen, naar : hoe stel je tentoon (methode, manieren, vormen, …). Er zijn hiervoor natuurlijk oneindige voorbeelden. Achteraan in dit onderdeel vindt u een selectie van inspirerende tentoonstellingen. Snel kreeg ik het idee om hout te gebruiken, hout in een natuurlijke omgeving is een mooi gegeven. Daarbij deed dit me denken aan de PROPAGANDABORDEN
die gebruikt werden tijdens de oorlog om affiches aan op te hangen. In het vorige hoofdstuk “schetsen tentoonstelling” kon u al een paar schetsen hiervan zien. Maar affiches op een houten bord zou ook zorgen voor extra druk om ze steeds om de zoveel maanden te vervangen. Was men bereid dit te doen? Want het oogde zeer mooi op de schetsen en op de testen. Hierover is er een lange discussie gevoerd waar we het plan met de houten borden hebben afgewogen tegen drukken op Bidond of forex. Maar uiteindelijk is er gekozen voor drukken van posters op blue back papier en deze op te pappen tegen de houten borden. De affiches zouden bedrukt worden met de gewenste informatie. Deze zou vormgegeven worden in stijl van de flyer/poster. Als beeldmateriaal zaten we met illustraties maar ook foto’s. Omdat deze vaak, zo niet altijd, van slechte kwaliteit waren hebben we er voor gekozen om deze te doen rasteren met bitmap in photoshop. IN HET dit HOOFDSTUK ZIE JE MIJN VERHAAL VOOR HET CREEËREN VAN DE TENTOONSTELLINGSBORDEN. IN HET VORIGE HOOFDSTUK KON U AL ENKELE SCHETSEN ZIEN VOOR BUITEN EN BINNEN. NU komt HET VERVOLG. MET ONDERMEER HET ONDERZOEK NAAR GROotTE, NAAR DE MOGELIJKE EN EFFECTIEVE PLAATSEN. OOK DE KEUZE VAN MATERIAAL EN HET ONTWERPPROCES VAN DE AFFICHES KOMEN AAN BOD. ALS LAATSTE ZIEN JULLIE NOG BEELDEN VAN DE AFFIChES DIE WORDEN GEHANGEN OP DE PLEK WAAR ZE HOREN. DE LAATSTE AFWERKINGEN VOOR DE OPENING. IN HET HOOfDSTUK HIERna volgen de EINDRESULTATIE.
217
218
219
220
Eerste schetsen waar de borden allemaal konden geplaatst worden. Hiermee een duidelijk beeld verwerven van de exacte plaatsing en duiding. 221
222
Zoeken naar de geschikte afmetingen voor de borden. Afmetingen vergelijken op correcte schaal. Op de schetsen waren borden te zien met een stevig kader, waar de platen op een speelse manier tegen stonden. Om de borden op deze manier uit te voeren zou ongelofelijk complex worden. Met deze eerste schetsen in gedachten, ben ik soort gelijke borden gaan ontwerpen, rekening houdend met de grootte van een standaard multiplex plaat (2,44m op 1,22m). 223
224
225
226
Zoeken naar de geschikte lettergrote voor de borden. Het moment dat het bord er ophing in replica in papier was het geschikste moment om te bekijken wat het leesbaarste was voor de toeschouwer. Hierbij rekeninghoudend met het feit dat de bezoeker niet te ver naar achter kan stappen zonder het pad te verlaten. Voor de titel ben ik gegaan voor een 147pt, de ondertitels 61pt, 40pt voor de tekst blokken met een grote interlinie en 30pt voor de onderschriften. 227
228
Zoeken naar de geschikte methode om de borden te kunnen
produceren. Mijn idee van houten bordenwerd aangenomen maar een gekleefde affiche blijft niet voor 4 jaar. We hebben even overleg even overwogen om voor een alternatief te gaan. We wilden ook kunnen gaan voor FOREX : Dit is een schuimplaat van 10 mm, maar ook dit is niet bestand tegen extreme temperaturen. Daarbij is het een materie die uitzet. Daarnaast hadden we ook DIBOND kunnen gebruiken : dit is een aluminium sandwichplaat. Duurder dan forex maar niet onderhevig aan het weer. Maar het grootste nadeel is waarschijnlijk dat ze beide wit zijn. Hierdoor zouden ze heel het idee om terug te grijpen naar de propagandaborden te niet doen. Na een lange discussie en uitrekenen van de verschillende prijskaartjes, werden het toch de houten platen. 229
230
teruggrijpen naar de oude propagandaborden. Op de foto een kleine test met verschillende papiersoorten en -diktes. We waren overeen gekomen dat we de houten platen gingen gebruiken. Dit verplicht het museum wel om in de toekomst de borden goed te onderhouden. Wat inhoud dat ze verschillende keren op een jaar nieuwe affiches horen te plakken over de oude. Zodat deze er fris uit blijven uitzien. Wat leuk is dat ze op termijn heel erg als echte propagandaborden gaan uitzien door de verschillende lagen over elkaar. 231
232
houtsoort ellioty pine, multiplex van 15mm, STANDAARD FORMAAT
2440mm op 1220mm. De grootte van mijn oorspronkelijke borden was niet mogelijk, dus moest ik hier aanpassingen aan brengen. De borden kregen allemaal dezelfde vorm. Enkel de lengte kon verschillen. Op de volgende pagina’s ziet u 2 uitgetekende plannen voor de tuinman om de borden exact te kunnen plaatsen. In totaal zijn er 9 houten borden geplaatst. Een deel van de informatie is ook rechtstreeks op muren geplaats, of beter gezegd geplakt. 233
uisserre
arreh w
in tu
oorlogs
broeiserre
hek
rking pa
234
isserre
in vel
ge rre wa
ba
kh u
is
broeiserre
m
se
u
m
m
u
binnen
inko
De positie van de tentoonstellingsborden buiten. Nu de vorm van de borden vast stond, ben ik gaan bekijken waar deze het beste te plaatsen. Zowel binnen al buiten. Op de kaart kunt u de verschillende plekken buiten bekijken. 235
inkom museum binnen aardkluit paal
236
vitrine
aardkluit links
afscheiding ken
keu
keuken deel1 en 2
De positie van de tentoonstellingsborden binnen 237
238
informatie verdelen over de verschillende borden. Nu alle borden hun plaats hadden en hun correcte grootte kon de hoeveelheid aan informatie verspreid worden over de verschillende borden. 239
3,44 M
240
0,53 M
1,75 M
1,22 M
1M
2,44 M
A2
afmetingen bord aan serre, nummer 5 241
242
0,53 M
1,75 M
1,22 M 2,44 M
A1
afmetingen bord aan hek, nummer 4 243
244
De eerste ontwerpen en opmerkingen aan mezelf. Van elk gemaakt bord heb ik verschillende schetsen met aanpassingen en extra opmerking voor het in druk ging. Op deze zijn mijn ondertitels en onderschriften nog beiden rood. Dit zou snel veranderen om een duidelijker verschil te tonen. 245
246
Proefdrukken van details en een gehele poster. Na de eerste ontwerpen zijn we ook proefdrukken gaan maken van de ontwerpen. Details van foto’s en tekeningen om te kijken hoe leesbaar de foto’s waren. Al de foto’s zijn bewerkt met een zware rastering, om ze te kunnen vergroten. Zo konden we de verschillende proporties tegen elkaar afwegen. 247
248
249
250
Ontwerpen plaatsen in simulaties van hun bedoelde situatie 251
252
253
254
255
256
Vergaderen om al de borden te overlopen en Vastleggen van de laatste aanpassingen. De borden waren zo goed als klaar, dus tijd voor een laatste
vergadering om ze te perfectioneren. Na kleine aanpassingen en laatste check up en konden naar de drukker. 257
258
259
260
Affiches printen op blueback paper bij TRIAKOn in edegem. Tijdens het ontwerpen heb ik gezocht naar de meest geschikte manier om de affiches te printen. Omdat deze buiten hangen moeten ze gedrukt worden met UV inkt maar daarnaast was er nog iets anders. Niet elke inkt en papier is bedoeld voor buiten en om te plakken. Daarom hebben we gekozen voor blue back paper, dit wordt veel gebruikt voor billboards. Het is ook bestand tegen plakken en buitentemperaturen. Hiervoor gingen we naar Triakon. 261
262
Het opstellen van de tentoonstelling. De dagen voor de tentonstelling is er hard gewerkt om alles op te hangen en op te plakken van de tentoonstelling. Ondanks enkele ongevallen en slechte weersomstandigheden, was alles toch nog mooi op tijd klaar voor de opening. 263
264
265
266
267
268
269
270
271
272
273
274
275
276
277
278
279
280
281
282
Op de volgende pagina’s ziet u de resultaten van mijn onderzoek dat
me geinspireerd hebben voor de tentoonstellingsborden. MEER ZIEN? kijk OP MIJN BLOG NELEDESSOY.WORDPRESS.BE
afb. p. 284-295 tentoonstelling “Fondation Abbé Pierre” afb. p. 286 tentoonstelling “OBRA” afb. p. 288-289 tentoonstelling “OMA/PROGRESS”
Dit was een grote tentoonstelling over het werk van
OMA’s in Londen. De tentoonstelling was niet
vormgegeven bij OMA zelf maar door een Belgische
collectief, namelijk ROTOR.
Een uniek samengestelde en verrassende tentoonstelling,
met en sublieme vormgeving. afb. p. 291-293 tentoonstelling “Provinciale prijs West-Vleenderen”, 2008 afb. p. 294-295 workshop OTIS afb. p. 296-299 tentoonstelling “work in progress”, 2013
MA communication Design course at Saint Martins
afb. p. 300 beurs “Ariostea surface container”, 2013 in Cursaie afb. p. 301 beurs “Q-project, the blooming house”, 2013 in Avisama afb. p. 302 tentoonstellling “Call For Typo”, 2013 in Gutenberg
Museum, Mainz, Duitsland
afb. p. 303-305 tentoonstelling “Shenkar college of enineering and Design” afb. p. 306 tentoonstelling “Shenkar college of enineering and Design” afb. p. 307 tentoonstelling “Yad Vashem” in Holocaust Museum afb. p. 308-309 tentoonstelling “100 books, 200 covers” in de Design Terminal afb. p. 310-311 tentoonstelling “Eduardo Soute de Moura Concurs os
1979-2010”, gemaakt door André Campos and
Pedro Guedes Oliveira
afb. p. 312-317 tentoonstelling in Frac Nord, Pas De Calais
283
284
285
286
287
288
289
290
291
292
293
294
295
296
297
298
299
300
301
302
303
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
EINDRESULTAAT tentoonstelling
320
eindresultaat van de tentoonstelling “oorlogstuin”
In het volgende hoofdstuk zien jullie al de einderesultaten. Zowel de borden in hun
omgeving als het ontwerp apart. Dit om duidelijk te zien wat er opstaat. Hiernaast een paar foto’s van de opening. Als jullie echt heel benieuwd zijn naar de borden in hun echte omgeving, kan je altijd een bezoekje brengen aan het ‘t Grom, in Sint-Katelijne-Waver. Deze tentoonstelling loopt nog 4 jaren. Daarnaast toon ik nog de andere eindresultaten, zoals de eerder vermelde ideeën bij het hoofdstuk schetsen. Dan heb ik het over poppieroad de uitvoering, de gewitte bomen, het “behang” in de inkom en andere.
Hopelijk zijn jullie net zo enthousiast als ik over de eindresultaten. Veel kijkpklezier.
321
322
323
324
325
326
327
328
329
330
331
332
333
334
335
336
337
338
339
340
341
342
343
344
345
346
347
348
349
350
351
352
353
354
355
356
357
358
359
360
361
362
363
364
365
366
367
368
369
370
371
372
373
374
375
376
377
378
379
380
381
382
383
384
385
386
387
388
389
390
391
392
393
394
395
396
397
MASTERCLASS A GUIDE TO OYSTERS
400
MASTERCLASS A GUIDE TO OYSTERS
DOCENT : Boy Vereecken (SLA) INHOUD_ A design brief is a written explanation – given to a designer – outlining the aims, objectives and milestones of a design project. A thorough and ar- ticulate design brief is a critical part of the design process. It helps develop trust and understanding between the client and designer and serves as an essential point of reference for both parties. Above all, the design brief ensures that important design issues are consid- ered and questioned before the designer starts his/her work. Exactly this ‘before’ is where the interest and angle of research lies in the master class ‘A Guiness Guide to Oysters’. The aim is to explore a ‘thing’; an object, product or any other format that has had a previous life existing in a brief, and to try and fantasize, write, recreate the moment of the brief in itself. The fictional element is essential in this exercise and makes the par- ticipants aware of the unconventional birth of things. The course consists of a talk, group discussions and individual working spaces. The result can vary between a text, a video, fictional dialogues, a new object/product, model or inquiry. This master class welcomes students from all fields and backgrounds, who have a great interest in how things become. Students are encouraged to chose topics close to their own work, master project or field of interest. Timing : Week van 9 december 2013 Studiemateriaal : 3 texts to be read, provided in advance by email Studiekosten : Travel Antwerp-Brussels Onderwijstalen : Dutch and/or English Evaluatiemethode : Permanent evaluation Evaluatiemoment : Permanent evaluation Max. aantal studenten : 15 Locatie : Studio Boy Vereecken, Brussels, near South Station Contact : mail@boyvereecken.info
401
402
In samenwerking met Anna (modeontwerp) en Lori (grafisch ontwerp) maakten we een poster voor een cd-release. Hierbij zorgden we ervoor dat alles met elkaar verbonden was (poster, personen, locatie, enz. het geheel moest kloppen) Het uiteindelijk eindresultaat was minder belangrijk dan het enthousiasme van ons en de correctheid van de poster Het was een poster voor een kerstcd-release, het perfecte moment voor de consumptiemaatschappij om er geld uit te slaan. Het was een cd met kerstliedjes gezongen door de nieuw gevormde band BOYS. Deze artiesten hadden allemaal ooit een hoogtepunt gekend, maar door hun levenswijze zijn ze “gevallen� artiesten geworden. 403
404
405
406
Georgy
R.Kelly
Freddy
Macaulay
Ricky
BOYS
SPeCIal CHrISTmaS Cd-releaSe Barra en el Borde del mundo
25.12.2015 Famous Christmas Songs: Ricky Martin “JingleBalls”, Macaulay Culkin “Let it Snow” Bonus Track: George W. Bush “Merry Chrismas (war is over)” Boys.indd 1
12/12/13 18:41
407
MASTERCLASS PATTERNS OF ALTERNATION
MASTERCLASS PATTERNS OF ALTERATION
DOCENT : Lionel Devlieger (Rotor) INHOUD_ ‘...it is characteristic of matter to suffer action, i.e. to be moved; but to move, i.e. to act, belongs to a different power.’ (Aristotle, On Generation and Cor- ruption, 335a30-33) According to ancient philosophy, the sublunar material world is by defini- tion transient: it is subjected to an everlasting cycle of generation and corruption. Bricks become brittle after a while, wood rots away, metals cor- rode, carpet wear out, fur coats loose their hair, enamels get cracked, etc. Bodies are made out of dust and ‘to dust they shall return’. At the opposite of organic processes of growth that tend to assemble things and generate order stand processes of physical decay that bring about disorder. This masterclass is an enquiry into time-based processes of material altera- tion. We will explore the limits one can push visual media to represent processes of material change. The focus does not so much go to the ‘passing away’ of physical objects, their falling into disrepair or ruin, but to the very first signs and traces of alteration and what they tell us about the nature of the material that is acted upon, the different agents that act upon it (chemi- cals in the athmophere, micro-organisms, people, animals, the climate, ...) and what the traces or indexes tell about that interaction. The exercise has a triple goal: 1. to familiarize students with materials and with general purpose literature on materials technology and on specific alteration processes (i.e. tribology – the science of machine part vibrations –, corrosion of metals, the alteration processes in reinforced concrete, alteration of pigments, geological processes, etc.); 2. to familiarize students with a specific kind of field work akin to archeo- logical / anthropological observation, and thus to sharpen their observa- tional skills; 3. to familiarize students with the representational tools commonly used in these disciplines. Students will choose their own field of inquiry and the corresponding loca- tions to work on (ex. roads, domestic interiors, natural landscapes). They will do observational fieldwork through the use of photography, sketching... to identify interesting cases of material alteration and will identify common patterns among these cases. Next they will study some of the available literature (books on materials technology, on wear, weathering, corrosion...) to identify processes at work and their causes. Finally, the participants to the class will be asked to produce a presentation proposal that summarizes the collected evidence and intelligence about the observed phenomenon. This will be a combination of an image (produced though photography, manipulated photography, painting, sketching, collage...) and a text. 410
About Rotor_ Founded in 2005, Rotor is a collective of people with a common interest in the material flows in industry and construction. On a practical level, Rotor handles the conception and realization of design and architectural projects. On a theoretical level, Rotor develops critical positions on design, material resources, and waste through research, exhibi- tions, writings and conferences. At the moment we’re expanding Opalis, an online inventory of the profes- sional practices in salvaged building materials; we are making preparations for the next Oslo Architecture Triennale that we will be curating, and we are designing the new headquarters of the MAD in Brussels. Timing : Week van 17 maart 2014 Studiemateriaal :Camera, sketchbooks, books, computer, etc. Studiekosten : Between 40 and 120 ₏, depending on the choices you make Onderwijstalen : Dutch and/or English Evaluatiemethode : The students will be evaluated on their continuous contributions to the seminar-sessions and on their final presentation at the end of the masterclass Evaluatiemoment : Permanent evaluation + at the end of the masterclass Max. aantal studenten : 15 Locatie : Students are invited to select a location themselves for their fieldwork. But they will regularly report at Sint Lucas Antwerpen (campus Congres) during the course of the masterclass. Contact : lionel.devlieger@rotordb.org of wouter.davidts@kdg.be
411
412
zoeken naar de schoonheid van het verval en dit zo exact mogelijk vastleggen, maar niet door fotografie. De opdracht was simpel, maar het uitvoeren was moeilijker. Hiervoor koos ik voor onze bank en tafel, hierin zitten barsten, dit legde ik vast door een wrijf techniek met houtskool. 413
414
415
416
417
418
419
colofon procesfolio masterproef “oorlogstuin” jaar van uitgave juni 2014 redactie en grafisch ontwerp nele dessoy lettertype avenir book/black mede mogelijk gemaakt door sint-lucas antwerpen
‘t grom, het groentemuseum
onderzoeksblog neledessoy.wordpress.com