ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H1
Interieurvormgever associate degree Interieurarchitectuur bachelor
Kritische Reflectie 1
2
Kritische Reflectie 2014 Interieurvormgever associate degree Interieurarchitectuur bachelor
4
Kritische Inlei Reflectie ding
H1
H2
Beoogde eindkwalificaties Inleiding 1. Visie
8 9
17 18
4. Doelstellingen
10 10
11
16
4. Didactisch concept
27 28 30
2. Kwalificatie personeel
onderwijsprogramma 19 3. Actualiteit van het programma
26
1. Personeelsbeleid
2. Samenhang en beschrijving
3. Domeinspecifieke eisen
Personeel Inleiding
1. Overzicht programma
2. Drie opleidingsniveaus
5. Reflectie
H3
Onderwijsleeromgeving Inleiding
4
3. Omvang personeel
21
4. Reflectie
30
22
5. Omvang en duur van het programma/Studeerbaarheid 23 6. Instroom 7. Reflectie
H4 Voorzieningen Inleiding
32
23 24
H5
H6 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Kwaliteitszorg Inleiding
37 38 38
1. Evaluaties ArtEZ/IA
voorzieningen 33
2. Verbetermaatregelen
1. Toelatingsexamen
2. Studiebegeleiding en
3. Betrokkenen bij interne
2. Toetsing Integrale Ontwerpleerlijn
informatievoorziening 34
kwaliteitszorg 38
3. Propedeuse
3. Reflectie
36
4. Reflectie
39
Inleiding
40
1. Huisvesting en materiële
41 42
44
4. Toetsing specifieke onderdelen
zoals bijvoorbeeld de buiten-
schoolse stage
44
5. Toetsing eindkwalificaties 6. Alumni 7. Reflectie
45
45 47
5
Kritische Reflectie
ArTEZ | Kritische reflecties 2014 | Architectuur & Interieur | inleiding
Inleiding Administratieve gegevens van de opleidingen Naam Interieurarchitectuur Instelling ArtEZ hogeschool voor de kunsten Niveau bachelor OriĂŤntatie hbo Aantal studiepunten 240 Afstudeerrichtingen interieurarchitectuur Graad bachelor of design Locatie Zwolle Variant geen Startdatum 1 september Registratienummer 39111 Naam Interieurvormgever Instelling ArtEZ hogeschool voor de kunsten Niveau associate degree OriĂŤntatie hbo Aantal studiepunten 120 Afstudeerrichtingen interieurarchitectuur Graad associate degree Locatie Zwolle Variant geen Startdatum 1 september Registratienummer 80021
Kwalitatieve gegevens over de opleiding Het gemiddelde aantal contacturen is 20 uur. De student-docent ratio van de opleidingen is 1 op 25. Voor de gegevens van instroom en doorstroom wordt verwezen naar de bijlage.
6
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | Inleiding
Leeswijzer ArtEZ/IA is een afkorting van ArtEZ Interieurarchitectuur. Daarmee wordt verwezen naar de drie opleidingsniveau’s Ad, Ba en Ma. In de tekst wordt gesproken over de opleidingen interieurarchitectuur Ba en Ad. Daarmee worden bedoeld de opleidingen Interieurarchitectuur bachelor en de Interieurvormgever Associate degree. Wanneer wordt gesproken over Interieurarchitectuur Ma dan betreft dat de masteropleiding Interieurarchitectuur. Die overigens buiten deze kritische reflectie valt omdat deze opleiding in 2010 is geaccrediteerd middels een Toets Nieuwe Opleiding.
Algemeen Deze kritische reflectie bestaat uit zes hoofdstukken. De kritische reflectie beschrijft de actuele stand van zaken binnen de opleidingen interieurarchitectuur Ba en Ad. De Ba opleiding bestaat sinds 1978 en is in 2007 opnieuw positief beoordeeld, door Hobeon, en naar aanleiding daarvan voor de periode 01.01.09 - 31.12.14 opnieuw geaccrediteerd door de NVAO. De Ad opleiding is in 2006 door de NVAO geaccrediteerd middels een Toets Nieuwe Opleiding. Het Ad-programma bevindt zich op EQF-niveau 5 en de studielast bedraagt ten minste 120 ECTS. Studenten die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, krijgen de graad Associate degree (artikel 7.10b WHW), afgekort Ad. De Associate degree is met ingang van 1 september 2013 officieel deel gaan uitmaken van het hoger onderwijs. Daarmee is de Associate degree een wettelijk erkend niveau binnen het hbo, en heeft de Associate degree Interieurvormgever niet langer de status van een pilot maar is het een opleiding die is verankerd binnen de officiële wetgeving.
Visitatie 2007 De opleiding Interieurarchitectuur Ba is een CROHO geregistreerde opleiding Vormgeving, daarbij valt de opleiding onder het uitstroomprofiel Vormgeving Ruimtelijk. Gezamenlijk met 7 andere opleidingen binnen ArtEZ is de opleiding in 2007 beoordeeld door Hobeon. In het rapport dat naar aanleiding van de visitatie destijds is geschreven, worden de opleidingen op alle onderdelen als voldoende beoordeeld. Onderdelen die als goed zijn beoordeeld zijn onder andere de doel stellingen, de oriëntatie hbo, het didactisch concept. Met betrekking tot toetsen en beoordelen is het systeem van de werkschouwen en de frequentie waarmee en de wijze waarop de studenten tussentijds (informeel) worden beoordeeld, als sterk punt genoemd. Punten voor verbetering die werden genoemd zijn de samenhang tussen de leerdoelen en de eindkwalificaties en de betrokkenheid van evaluaties in de ontwikkeling van het onderwijs. ArtEZ/IA heeft inmiddels de samenhang tussen leerdoelen en beoogde eindtermen geëxpliciteerd in de vakbeschrijvingen en evaluaties vinden middels een jaarlijkse cyclus plaats waarbij de uitkomsten middels het digitale opleidingsportfolio worden omgezet naar verbeteracties.
7
Kort beeld van de opleidingen De faculteiten zijn • Architectuur & Interieur • Art & Design • Muziek
ArtEZ kent vier faculteiten, een Expertisecentrum Kunsteducatie en vier lectoraten. De opleidingen Interieurarchitectuur bachelor en Interieurvormgever Associate degree maken deel uit van de faculteit Architectuur & Interieur.
• Theater & Dans De faculteit bestaat uit vier
Zwolle
opleidingen • Associate degree Interieurvormgever, Zwolle • Bachelor Interieurarchitectuur, Zwolle • Master Interieurarchitectuur, deels Arnhem, deels Zwolle • Master Architectuur, Arnhem De master Architectuur heeft naast de reguliere opleiding ook een afstudeerspecialisatie “Architectuur in context”. Door deze opzet bestrijkt het opleidingenaanbod van ArtEZ Architectuur & Interieur de schaalniveau›s • interieur • Architectuur • Architectuur/buitenruimte.
Op de locatie in Zwolle zijn de opleidingen Interieurarchitectuur ingebed in een omgeving die ze delen met de opleidingen van de faculteit Art&Design en de docentenopleiding. Met deze opleidingen (docent BKV, Graphic Design, Illustration Design, Animation Design en Comic Design) werkt ArtEZ/IA nauw samen waarmee in het gebouw aan de Rhijnvis Feithlaan een vruchtbare omgeving is ontstaan die studenten de gelegenheid biedt kennis te maken, en samen te werken, met verschillende disciplines. De basis voor deze uitwisseling en samenwerking wordt gelegd in de grotendeels gezamenlijke propedeuse van het eerste semester van de opleidingen. Op de locatie Zwolle komen de opleidingshoofden samen in een maandelijks stafoverleg waarbij onderwerpen als de gezamenlijke propedeuse, projectweken, ondernemerschap, minoren en de gezamenlijke eindexamenexpositie aan de orde zijn. De opleidingen hechten belang aan lokale en regionale binding. We zijn ons bewust van het belang van het culturele klimaat van de stad en we ambiëren een wezenlijke bijdrage te leveren aan de instandhouding en waar mogelijk versterking van dat klimaat. In Zwolle wordt bijvoorbeeld in nauwe samenwerking met de gemeente het Stadsfestival (vh Festival ZwART) georganiseerd. De cultuurwerkplaats R10 in Zwolle biedt kunstenaars, theatermakers, grafisch ontwerpers en musici gedurende maximaal vier jaar ondersteuning en begeleiding bij het starten van hun eigen onderneming. Ook herbergt de organisatie verschillende faciliteiten die voor allerlei partijen in de stad toegankelijk zijn. In 2014 zullen studenten van ArtEZ/IA in opdracht van R10 een ontwerp maken voor de tijdelijke winkel die R10 initieert voor kunstenaars en ontwerpers tijdens ‘The State of the Arts 2014’ van Stedelijk museum Zwolle. Verder zijn er contacten met Zwolse (onderwijs-)instellingen en bedrijven. Met DSM Resins Zwolle wordt op verschillende manieren samengewerkt. In projectweken, maar ook kunnen studenten in de werkplaatsen van DSM werken aan innovatieve toepassingen van kunststof.
Interieurvormgever Ad In Nederland is dit de enige tweejarige opleiding op het niveau Ad binnen het vakgebied interieurarchitectuur. Er is nog een Associate degree op het gebied van vormgeving bij Willem de Koning in Rotterdam, deze is echter meer gericht op Arts&Crafts en productontwerp. Bij ArtEZ/IA is de Ad gelieerd aan de bachelor interieurarchitectuur, daarbij is het voor Ad studenten na het behalen van het Ad diploma mogelijk om, na een studieadviesgesprek met de coördinator, in te stromen in het 3e jaar van de bachelor.
8
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | Inleiding
Organisatiestructuur Het hoofd van de opleiding is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het programma van beide opleidingen. Samen met de coรถrdinator geeft het hoofd leiding aan het docententeamteam. De Associate degree heeft een teamleider die de dagelijkse organisatie van het onderwijs op zich neemt. Voor de bachelor is dat het hoofd opleiding samen met de coรถrdinator, ondersteund door docenten met gedelegeerde coรถrdinerende taken (zoals bijvoorbeeld organisatie studiereizen of de organisatie van de gastlessen in het vaktheorieprogramma).
Op de website van de opleidingen wordt een korte samenvatting gegeven van het programma van de opleidingen. Bovendien is daar dankzij de afstudeeralbums, weblogs en websites van de studenten en alumni, weblog van de opleidingen Ba en Ad, veel zichtbaar van de inhoud en het resultaat van de opleiding.
9
Kritische Reflectie
H1
Beoogde eindkwalificaties Inleiding In dit hoofdstuk worden de visie, doelstellingen en beoogde eindkwalificaties nader toegelicht.
10
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H1
1. Visie In het document visie op interieurarchitectuur heeft ArtEZ/IA recent beschreven hoe zij de toekomstige ontwikkelingen binnen het vakgebied ziet, voortkomend uit de daar aan voorafgaande groei van de discipline. Recente ontwikkelingen laten een toenemende aandacht voor het ontwerpen van interieure ruimtes zien. De kwaliteit van onze leefruimte wordt immers steeds meer bepaald door het interieur. Bijvoorbeeld wanneer we op reis gaan; we stappen vanuit de auto via de parkeergarage in de trein, op het vliegveld stappen we direct de vertrekhal in en van daaruit in het vliegtuig. We kunnen ons verplaatsen naar een ander werelddeel zonder de interieure ruimte te verlaten. Maatschappelijke betrokkenheid is daarbij in de visie van ArtEZ/IA een steeds groter belang van de interieurarchitectuur. Ze bepaalt immers voor een groot deel de directe leefomgeving van de gebruiker. Inlevingsvermogen, in en aandacht voor de gebruiker is daarbij onontbeerlijk. De relatie van de gebruiker met de ruimte waarin hij woont, werkt en leeft wordt mede bepaald door de vorm van meubels, de tactiliteit van de materialen, de werking van het licht en de toepassing van kleur. Voor ArtEZ/IA essentiële aspecten in de aandachtsgebieden van de interieurarchitect en -ontwerper die hen onderscheiden van architecten. Sinds de economische recessie, vanaf 2008, is de nadruk in de bouwsector verschoven naar hergebruik en revitalisering. Opdrachtgevers gaan vaker op zoek naar oplossingen voor nieuwe ontwikkelingen binnen de bestaande situatie. Interieuropgaven worden daarbij complexer en gevarieerder. Dit brengt met zich mee dat binnen multidisciplinaire teams gewerkt moet worden. Dat is ook een verwachting die meer en meer bij opdrachtgevers is ontstaan, ze willen werken met specialisten. Daarvoor is affiniteit met andere disciplines, zoals onder meer omgevingspsychologie, nieuwe duurzame technologie, ergonomie en regelgeving en bestuurlijke processen noodzakelijk, alswel inzicht in de belangen van monumentenzorg. Interieurarchitecten, -ontwerpers en –vormgevers kunnen als generalist in dit proces een centrale positie innemen dankzij het vermogen om tussen verschillende schaalniveaus en specialismen te switchen en met een conceptuele benadering te komen tot een samenhangend geheel. Interieurontwerpers en interieurarchitecten kunnen ook een bijdrage leveren aan publieke en sociale vraagstukken. Een voorbeeld daarvan is ‘What Design Can Do’, een jaarlijks terugkerende conferentie voor professionele ontwerpers, bestuurders en overheden. Het is een cross-over van ontwerpdisciplines, van architectuur tot productontwerp, van grafisch ontwerp tot modeontwerp. ArtEZ/IA is van mening dat ontwerpers en interieurarchitecten in staat moeten zijn maatschappelijke tendensen te signaleren en deze op te pakken als ontwerpopgaven binnen de interieurarchitectuur. Nieuwe onderzoeken en strategieën worden ontwikkeld met betrekking tot menselijk gedrag. Interieurarchitecten en –ontwerpers moeten niet alleen verblijfsruimten maken, maar ook kunnen begrijpen wat er in de wereld gebeurt en welke invloeden bepaalde fenomenen hebben. Deze visie wordt door ArtEZ/IA vertaald naar drie domeinen, ‘bodily, social, reflective’. Waarbij bodily verwijst naar de relatie van de gebruiker met de ruimte waarin hij zich bevindt, social staat voor de maatschappelijke betrokkenheid waar we studenten op aanspreken en reflective verwijst naar de reflectie op ontwerpopgaven en een samenhang met achterliggende theorieën kunnen inbrengen. Samen vormen deze drie begrippen de basis van de visie, doelstellingen en onderwijsprogramma van de opleidingen.
De visie van de opleiding waarin sociale betrokkenheid en ambachtelijke ontwikkeling centraal staan wordt als sterk waardevol benoemd. De aandacht en zorgvuldigheid waarin vanuit de behoefte van de gebruiker wordt gewerkt aan de uitwerking van de ontwerpen is een sterk punt in de opleiding. Dat is ook zichtbaar in het op deze dag tentoongestelde werk van studenten uit de opleiding. uit verslag werkveldconsultatie d.d. 20.11.12
11
2. Drie opleidingsniveaus Vanuit deze visie en naar aanleiding van landelijke ontwikkelingen (met name de wijziging van de Wet op de Arctitectentitel), heeft ArtEZ/IA twee jaar geleden de drie beroepsprofielen Ad, Ba, Ma herschreven voor de drie opleidingen. In de daarmee samenhangende opleidingsprofielen wordt beschreven hoe de algemeen beschreven competenties worden ingezet in de profilering van de opleidingen ten opzichte van het landelijke profiel. Francesco Veenstra is partner bij Mecanoo, een architectenbureau met ruim
100 internationale medewerkers. Vanwege de toename van het aantal interieurprojecten neemt het bureau in toenemende mate ook interieurontwerpers en interieurarchitecten aan.
“Er is behoefte aan medewerkers die goede
interieurtekeningen kunnen maken en gevoel voor materialiteit hebben. Binnen het bureau is ruimte voor de drie opleidingsniveaus zoals die door ArtEZ/IA zijn beschreven.“ uit verslag werkveldconsultatie d.d. 20.11.12
– de associate degree leidt op tot interieurvormgever, – de bachelor interieurarchitectuur leidt op tot interieurontwerper – de master Interieurarchitectuur leidt op tot interieurarchitect Uit gesprekken met het werkveld blijkt dat in de beroepspraktijk naast interieurarchitecten ook ruimte zal zijn voor interieurontwerpers en interieurvormgevers. De recente ontwikkeling rondom de Wet op de Architectentitel zal er dan ook niet toe leiden dat het curriculum of uitstroomprofiel van de bachelor als gevolg van de wetswijziging aan grote veranderingen onderhevig zal zijn. Wel vinden vernieuwingen in het curriculum plaats waarbij voor individuele studenten meer keuze ontstaat in de richting van profilering als ontwerper. In een visueel schema met daarin de vier studiejaren wordt de basis gelegd voor de bijstelling van het studieprogramma van de Ba. De vernieuwingen zijn inmiddels verder uitgewerkt en worden op dit moment doorgevoerd.
3. Domeinspecifieke Eisen De opleidingen Interieurarchitectuur Ba en Ad van ArtEZ profileren zich als opleidingen die direct aansluiten op de beroepspraktijk. Bovendien hebben de opleidingen de ambitie interieurvormgevers en –ontwerpers op te leiden die een vernieuwende, innoverende bijdrage kunnen leveren binnen die beroepspraktijk. De begrippen ‘bodily, social en reflective’ staan daarbij centraal. Interieurarchitectuur Ba Het Overleg Beeldend Kunstonderwijs (OBK) heeft een kwalificatieprofiel vastgelegd voor de ruimtelijk vormgever. Eind 2011 is het OBK gestart met de actualisering van de bestaande beroeps- en opleidingsprofielen van de opleidingen Autonome Beeldende Kunst en Vormgeving, in samenwerking met het Mondriaan Fonds, de Premsela Stichting en het Virtueel Platform. In dit traject zijn onderzoek en ondernemerschap als belangrijke thema’s benoemd voor de inhoudelijke actualisering van het kunst- en vormgevingsonderwijs. Namens ArtEZ neemt Wilhelm Weitkamp, locatiedirecteur ArtEZ Art & Design Zwolle deel aan het OBK en deze actuele ontwikkelingen. Op studiedagen worden deze ontwikkelingen bovendien voorgelegd aan, en besproken met coördinatoren en opleidingshoofden van de vormgevingsopleidingen, waaronder ook Interieurarchitectuur Ba. Tot dat het nieuwe profiel is vastgesteld wordt gewerkt met het kwalificatieprofiel vormgeving ruimtelijk van oktober 2002. Tot voor kort waren daarnaast voor Interieurarchitectuur Ba de ‘begintermen voor de Beroepspraktijk’ van de Bureau Architectenregister mede leidend voor de bachelor opleiding. Sinds 1 januari 2011 is inschrijving in het Architectenregister voorbehouden aan ontwerpers die na een bachelor ruimtelijk ontwerp nog een masteropleiding interieurarchitectuur hebben afgerond met een diploma, aangevuld met een
12
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H1
tweejarige beroepservaringsperiode. In 2011 is ArtEZ om die reden gestart met een tweejarige masteropleiding interieurarchitectuur. Er geldt een overgangsregeling in deze met als gevolg dat de studenten die voor 1 januari 2015 de bacheloropleiding afronden, zich nog kunnen inschrijven in het architectenregister. Voor de overige studenten geldt dat ze na afronding van de bacheloropleiding nog een masteropleiding zullen moeten volgen en twee jaar beroepservaring moeten opdoen voordat zij zich kunnen inschrijven in het architectenregister als interieurarchitect. ArtEZ/IA is middels het opleidingshoofd vertegenwoordigd in het PIA (Platform Interieurarchitectuur) waarin werkveld, onderwijs en OBK gezamenlijk advies uitbrengen aan het Ministerie over de bijstelling van de WAT m.b.t. bijvoorbeeld de beroepservaringperiode (BEP) voor interieurarchitecten in opleiding. In een eerder stadium was ArtEZ ook betrokken bij de ontwikkeling van het landelijke opleidingsprofiel voor de Master Interieurarchitectuur, en de samenhang die daarmee ontstaat tussen de interieurontwerper op bachelor niveau en de interieurarchitect op masterniveau. Interieurvormgever Ad ArtEZ heeft in 2006 als eerste in Nederland een Associate degree opleiding binnen het domein van de interieurarchitectuur ontwikkeld, bedoeld voor interieuradviseurs (mbo-4) of geïnteresseerden met een vergelijkbare creatieve opleiding. Daarbij heeft ze zelf de opleidingsdoelen en bijbehorende competenties ontwikkeld naar aanleiding van gesprekken met het werkveld en de mbo-opleidingen, en nadrukkelijk gebaseerd op de eerste twee jaar van de bachelor opleiding. Dit opleidingsprofiel en de bijbehorende competentieset is in 2006 geaccrediteerd door de NVAO middels een Toets Nieuwe Opleiding. Gedurende de totstandkoming van de opleiding zijn de doelen naar aanleiding van bijvoorbeeld de wensen en ambities van studenten, de actuele ontwikkelingen in het vakgebied, of het zichtbaar worden van kansen gedurende het traject, bijgesteld. De ambitie van de opleiding blijft onverminderd: het opleiden van vormgevers die opdrachtgevers een nieuwe blik geven op de door hen gestelde vraag, gebaseerd op ervaring en kennis. Sinds 1 september 2013 zijn de Associate degree opleidingen officieel erkend. Bij ArtEZ functioneert de Ad als zelfstandige opleiding met een eigen team van docenten en een teamleider. Wanneer studenten zijn afgestudeerd aan de Ad kunnen ze er voor kiezen, na een studieadviesgesprek met de coördinator, in te stromen in het 3e jaar van de bachelor. Om die reden worden de curricula nauw op elkaar afgestemd en zijn enkele docenten (theorie en praktijk) werkzaam binnen zowel de Ad als Ba.
“Voor de Interieurvormgever ziet Jos Broekman juist een rol weggelegd in de gebieden zoals ArtEZ/ IA die beschrijft, het hogere
segment woonwinkels, interieurbouwers of projectinrichters. Francesco Veenstra ziet ook binnen projectteams een rol weggelegd voor het Ad niveau, als tekenaar en in een ondersteunende rol aan de interieurontwerpers.”
citaat uit verslag werkveldconsultatie d.d. 20.11.12
4. Doelstellingen Associate degree Tijdens de tweejarige hbo-opleiding ontwikkelen interieurvormgevers heel intensief hun ontwerpvaardigheden, communicatieve vaardigheden en commercieel inzicht. ArtEZ hecht waarde aan brede culturele kennis en gevoel voor nieuwe ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Het accent in de opleiding ligt met name op retail en zakelijke projectinrichting. De opleiding besteedt aandacht aan het ontwikkelen van brede culturele kennis en gevoel voor trends en ontwikkelingen in het binnen- en buitenland. Vormgevers moeten hun ontwerpen en adviezen goed kunnen onderbouwen en zijn intensief betrokken bij inhoudelijke gesprekken met hun opdrachtgevers. Studenten werken aan praktijkgerichte ontwerpopdrachten. Ze worden gestimuleerd een onderzoekende houding aan te nemen in de ontwerp
13
projecten en meer in processen te gaan denken. De ambachtelijke ontwikkeling van de ontwerpen staat daarbij voorop. Veel aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van zelfreflecterend vermogen. Bachelor ArtEZ Interieurarchitectuur Ba leidt interieurontwerpers op die een eigen visie kunnen ontwikkelen en goed kunnen functioneren binnen verschillende netwerkomgevingen. In interdisciplinaire projecten werken zij samen met studenten van ArtEZ Conservatorium, ArtEZ Theater en ArtEZ Academie voor Art & Design. Naast actuele ontwikkelingen is er een vakmatige kern die iedere interieurontwerper moet beheersen. Deze bestaat uit de kleine schaal van het woonhuis, werkruimte of winkel, aandacht voor detail en de ruimte die gebruikers op een fysieke manier zullen ervaren. Opleidngsprofielen In het landelijk profiel voor de bachelor vormgeving ruimtelijk worden zeven competenties beschreven. Voor de Associate degree is dat door ArtEZ op een vergelijkbare manier vertaald naar vier competenties met subcompetenties. Deze competentiesets worden binnen ArtEZ/IA voor alle opleidingen tot drie kerncompetenties samengevoegd, zodat een heldere vergelijking ontstaat tussen de verschillende niveaus. In het schema hiernaast wordt toegelicht hoe de kerncompetenties zich verhouden tot de landelijke set en tot elkaar.
14
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H1
Kerncompetenties met verwijzing naar landelijke set Ba en daaraan gelieerde set Ad
Uitwerking Ad interieur
Uitwerking Ba interieur
Ontwerpend en onderzoekend vermogen
• Vorm geven aan ruimte binnen de begrenzingen van die ruimte, en gaat daarbij uit van de wensen van de opdrachtgever • Toont in staat te zijn zelfstandig onderzoek te doen naar alle zaken die voor het vormgeven van belang kunnen zijn • Hanteert een procesmatige manier van ontwerpen waarbij ambachtelijke ontwikkeling een belangrijke rol speelt
• Het in opdracht vormgeven van een relatie tussen een specifieke gebruiker(s) en een specifieke ruimte(n), zodat een zo effectief en plezierig mogelijke relatie tussen mensen met elkaar en hun omgeving kan ontstaan • Conceptueel vermogen • Creativiteit • Vernieuwend
• • •
Creërend vermogen (Ba+Ad) Vermogen tot kritische reflectie (Ba+Ad) Vermogen tot groei en vernieuwing (Ba+Ad)
• Creërend vermogen (Ba+Ad)
• Hanteert een zelfstandige werkwijze • Het ontwerpen van objecten tussen die het mogelijk maakt om ervaringen mens en ruimte die een relatie aangaan met de gekozen materialen in te zetten met de ruimte om tot een beter ontwerp te komen
• Communicatief vermogen (Ad) • Omgevingsgerichtheid (Ba)
• Hanteert een werkwijze waarbij het • Het analyseren van generieke patronen ontwerp door de opdrachtgever ter disvan gebruik, ruimte en objecten cussie gesteld kan worden en gebruikt de bevindingen om te komen tot een beter ontwerp
Persoonlijke competenties
• Heeft een begin gemaakt met het ontwikkelen van een eigen werkproces en toont in staat te zijn alle aspecten van het ontwerp- en adviestraject en werkproces in onderlinge samenhang te zien • Volgt maatschappelijke, culturele en internationale ontwikkelingen in vakgerelateerde gebieden
• Het eigen werk en dat van anderen analyseren, en positie nemen in het vakgebied • Maatschappelijke en sociale betrokkenheid
• Vermogen tot groei en vernieuwing (Ba+Ad)
• Heeft een begin gemaakt met het ontwikkelen van creativiteit en toont de wil deze verder te ontwikkelen
• Vermogen tot groei en vernieuwing
Professionele competenties en beroepshouding
• Kan in een gesprek met een klant of • Het realiseren van ontwerpen. opdrachtgever de opdrachtformulering • Probleem oplossend vermogen: (programma van eisen) helder krijgen inventiviteit • Is in staat zich in te leven in de wensen van de klant of opdrachtgever • Communiceert in beeld, woord en geschrift over het ontwerp en de wijze van totstandkoming ervan
• Vermogen tot kritische reflectie (Ba+Ad) • Organiserend vermogen (Ba) • Omgevingsgerichtheid (Ba)
• Communicatief vermogen (Ba+Ad) • Vermogen tot samenwerken (Ba)
• • • •
Organiserend vermogen (Ba) Communicatief vermogen (Ba+Ad) Vermogen tot samenwerken (Ba) Vermogen tot groei en vernieuwing (Ba)
• Is in staat te zijn de eigen bekwaamheden in een samenwerkingsverband in te zetten
• Werken als professional in het domein van de interieurarchitectuur op het gebied van organisatie, samenwerking, communicatie, ondernemen, netwerken en zichzelf verder ontwikkelen en presenteren als professional
De landelijke competentieset van de Ba en de daaraan gelieerde competentie set van de Ad is in de bijlage toegevoegd.
15
Internationale oriëntatie Op verschillende manieren wordt de internationale oriëntatie zichtbaar in het curriculum, de onderwijssituatie en de actualisering van het curriculum. ArtEZ/IA onderhoudt bijvoorbeeld contacten met enkele opleidingen interieurontwerp in België. Senior lecturer Marie-Leen Ryckaert is vertegenwoordigd in GIDE, een Europees samenwerkingsverband tussen ontwerpopleidingen. Daarnaast geeft zij met enige regelmaat les aan Europese instituten, en is ze vertegenwoordigd op Europese conferenties met betrekking tot Design historie. Regelmatig nemen middels het Erasmus programma exchange studenten deel aan het onderwijs, studenten van vergelijkbare opleidingen uit onder andere Zwitserland, Roemenië en Turkije. De ervaringen van deze studenten in de lessen geven een goed beeld van de manier waarop ons onderwijs zich verhoudt tot andere opleidingen binnen Europa. Een tweede jaars studente van de Facultata de Arte si Design in Timisoara, Roemenië, heeft in het najaar van 2012 goede aansluiting gevonden in ons programma. Dé opleiding in Roemenië is heel vakmatig maar ook ambachtelijk ontwikkelend ingericht. Die overeenkomst in de opleidingen maakte dit tot een succesvolle uitwisseling. In het 3e jaar heeft in dezelfde periode een studente van Haute Ecole d’Art et Design, Geneve Zwitserland, bij ons gestudeerd. Bij een eerdere exchange, waarbij een studente van onze opleiding bij de HEAD studeerde, was al gebleken dat ook hier veel overeenkomsten in de programma’s zijn. Met name ook in de rol en omvang van de theorie. In 2012 heeft ArtEZ/IA zich gepresenteerd op Interieur Ventura, een tweejaarlijkse internationale beurs op het gebied van interieur design. Dublin descriptoren De vijf Dublin descriptoren liggen nadrukkelijk ten grondslag aan de opleidingen van ArtEZ/IA. Voor de Ba geldt dat dit al op een natuurlijke manier is gewaarborgd omdat gewerkt wordt met drie kerncompetenties die zijn gebaseerd op de landelijk vastgelegde competentieset Vormgever ruimtelijk. Voor de Ad heeft ArtEZ/IA een eigen competentieset ontwikkeld die weer is vertaald naar de drie kerncompetenties. Om deze zelf beschreven competenties te kunnen koppelen aan de Dublin descriptioren Short cycle is die samenhang hieronder uitgebreider omschreven.
16
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H1
Associate degree
Bachelor
Kennis en Inzicht
Een Mbo-4 afgestudeerde heeft op het gebied van algemene ontwikkeling een basale kennis en ervaring opgebouwd. Een afgestudeerde Ad beschikt over een bredere en verdiepte algemene kennis van bijvoorbeeld nationale en internationale ontwikkelingen op het eigen vakgebied. Daarnaast beschikt de afgestudeerde Ad over een meer algemene interesse en ontwikkeling buiten het eigen vakgebied. Daardoor staat de afgestudeerde Ad meer open in de wereld dan de afgestudeerde Mbo-4. Daarmee wordt duidelijk dat de afgestudeerde Interieurvormgever het vanuit de beroepspraktijk gewenste hbo-denkniveau heeft en dat er sprake is van een persoonlijke ontwikkeling die in een verdere studie kan worden voortgezet.
ArtEZ/IA leidt interieurontwerpers op die kennis nemen van de literatuur op het eigen vakgebied en de daaraan verwante vakgebieden zoals kunstgeschiedenis, filosofie en architectuurgeschiedenis. Ze onderhouden en actualiseren deze kennis door het bijhouden van (inter-)nationale vakliteratuur. Daarnaast onderhouden ze de in de opleiding opgedane kennis op gebied van technische vaktheorie door het bijwonen van lezingen, workshops en het bezoeken van (inter-)nationale vakbeurzen.
Toepassing Kennis en Inzicht
De afgestudeerde Interieuradviseur op Mbo-4 niveau zal na afronding van de opleiding onder begeleiding van een ervaren collega/leidinggevende functioneren. Hij werkt volgens standaard procedures. De afgestudeerde Interieurvormgever Ad heeft nadrukkelijk een zelfstandige en sturende rol in het gehele advies. Ook in het proces van uitvoering. Dat vraagt om een vaardigheid om concrete problemen te signaleren en op een inventieve manier op te lossen.
De door ArtEZ/IA opgeleide interieurontwerpers zijn in staat zelfstandig of binnen een multidisciplinair team initiatieven te nemen en innovatieve ontwikkelingen te bewerkstelligen.
Oordeelsvorming
Een afgestudeerde Mbo-4 Interieuradviseur Interieurvormgever is in staat kennis en inzicht in te zetten in het adviestraject. Het gaat daarbij om vakmatige kennis en een basaal inzicht in de ruimtelijke consequenties daarvan. De afgestudeerde Interieurvormgever Ad beschikt ook over vakmatige kennis, maar die kennis wordt verbreed naar bijvoorbeeld regelgeving en bouwkundige aspecten. Daarnaast komt dankzij het gehanteerde didactisch concept in het korte programma bij de afgestudeerde Ad een duidelijker verband tot stand tussen de kennis en de toepassing daarvan.
In de opleiding wordt bij ArtEZ/IA veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een visie op brede maatschappelijke ontwikkelingen. Sociale en maatschappelijke betrokkenheid is een belangrijk aspect in de profilering van de opleiding. De student wordt daarbij voortdurend aangesproken op zijn/ haar eigen rol in die ontwikkelingen.
Communicatie
De afgestudeerde Interieuradviseur Interieur vormgever Mbo-4 volgt instructies op van zijn leidinggevende. In het begin van zijn loopbaan zal hij nog veel overleggen met zijn leidinggevende. De Interieurvormgever Ad kan direct zelfstandig aan de slag; is daarbij gewend te werken met ontwerpers uit verschillende disciplines, en kan op een breder ontwikkeld niveau communiceren met opdrachtgevers en klanten.
Door te leren presenteren, het leren verwoorden en het leren samenwerken worden de studenten door ArtEZ/IA gestimuleerd in heldere en eenduidige bewoordingen en beelden het eigen werk in de juiste context toe te lichten.
Leervaardigheden
Een afgestudeerde Mbo-4 vraagt hulp en/of feedback bij het evalueren van werkzaamheden en het uitvoeren van leeractiviteiten. Een afgestudeerde Ad is zelf in staat het werk tijdens het advies- en verkooptraject te beoordelen op functionaliteit en artistieke waarde en hij overziet implicaties van keuzes en beslissingen ten aanzien van een ontwerp en kan deze achteraf verantwoorden.
In de opleiding wordt gewerkt met studieloopbaanbegeleiding waarin de studenten onder andere leerdoelen formuleren voor bijvoorbeeld de stage en het afstudeertraject. Daarmee ontwikkelen ze op een natuurlijke wijze een visie op de eigen kwaliteiten en de manier waarop ze zich profileren ten opzichte van anderen. Daarbij worden ze gestimuleerd zich in de afstudeerfase te oriĂŤnteren op een eventuele vervolgopleiding die past bij het doorontwikkelen van de eigen profilering.
17
5. Reflectie Uit de Nationale Studentenenquete (NSE) blijkt dat de studenten over het algemeen hun opleiding positief waarderen. De bachelor opleiding heeft in 2011, 2012 en 2013 een totaaloordeel van (respectievelijk) 3,9; 4,1 en 4,0 (op een vijfpuntsschaal) gescoord. De Associate degree opleiding heeft in 2011, 2012 en 2013 een totaaloordeel van (respectievelijk) 4,1, 3,7 en 3,3 (op een vijfpuntsschaal) gescoord. Specifiekere scores zijn weergegeven in hoofdstuk 2 en 3.
Uit de resultaten blijkt dat meer
dan 80% van de alumni
alle zeven opleidingscompetenties als belangrijk tot zeer belangrijk waarderen. De zeven competenties zijn: creërend vermogen, vermogen tot kritische reflectie, vermogen tot groei en vernieuwing, organiserend vermogen, communicatief vermogen,
omgevingsgerichtheid en het vermogen tot samenwerken. uit analyse alumni-enquête 2012 d.d. 15.11.12
Jos Broekman vind de beschrijving van de drie opleidingsniveaus en de daarbij beschreven competenties heel helder en inzichtelijk. Hij ziet ruimte en plek in het vakgebied voor de drie gradaties zoals door ArtEZ/ IA beschreven. Hij adviseert de studenten op de drie niveaus ook de rol van katalysator in de projecten te laten spelen. uit verslag werkveldconsultatie d.d. 12.11.20
18
De doelstellingen van de opleidingen van ArtEZ/IA zijn recentelijk opnieuw geformuleerd en geactualiseerd. Daarbij is een mooie en ook heldere samenhang tussen de drie opleidingsniveau’s ontstaan. Tegelijkertijd vormt de visie op het vakgebied en de nieuwe rol die wij voor ontwerpers in deze tijd zien weggelegd een belangrijk element in de manier waarop ArtEZ/IA zich onderscheidt t.o.v. de Nederlandse opleidingen. Tegelijkertijd zien we dat we met die visie een verbinding kunnen leggen met opleidingen binnen Europa die vanuit dezelfde opvatting hun onderwijs samenstellen. Wat betreft de Ad opleiding is ArtEZ/IA optimistisch over de mogelijkheden die er zijn om de opleiding verder te laten groeien op basis van de ontwikkelingen in het vakgebied, doorstroom van studenten en recente besprekingen met het werkveld. Doelstelling is de opleiding te laten groeien in studentenaantal. ArtEZ/IA streeft daarbij naar een groepsgrootte van circa 15 studenten per instroomjaar. Door op tijd te anticiperen op de veranderingen rondom de Wet op de (interieur-) architectentitel, is ArtEZ/IA met de vernieuwde beroeps- en opleidingsprofielen van alle drie opleidingen klaar voor de nieuwe situatie op de arbeidsmarkt, die zal ontstaan na 1 januari 2015. De vernieuwde opleidingsprofielen, die door een vertegenwoordiging van het werkveld zijn bevestigd, worden momenteel doorontwikkeld in het onderwijsprogramma en zullen van toepassing zijn vanaf het lopende studiejaar 2013-2014 voor de studenten die dan in het derde studiejaar starten. In de maanden februari tot juni 2013 werkte het docententeam onder leiding van de coördinatoren en opleidingshoofd aan deze uitwerking waarvoor al een eerste basis is gelegd in een helder Curriculumschema voor de bachelor dat in opeenvolgende fasen is besproken in docententeam.
Kritische Reflectie
H2 Onderwijsleeromgeving Inleiding In het vorige hoofdstuk Doelstellingen is beschreven hoe ArtEZ/IA zich profileert. In dit hoofdstuk worden de programma’s van de opleidingen bachelor Interieurarchitectuur (Ba) en Associate degree Interieurvormgever (Ad) kort beschreven1.
19
1. Overzicht programma Bachelor Het programma van de Ba bestaat uit vier leerjaren van ieder 60 EC. Het eerste leerjaar is de propedeuse, waarbij de eerste vier maanden bestaat deels uit een algemeen programma, dat wordt gedeeld met de opleidingen Art&Design Zwolle. Het tweede deel van de propedeuse bestaat uit een vakgericht deel. Jaar 2 en 3 zijn eveneens vakgericht, jaar 4 bestaat uit een vakgerichte stage en het afstuderen. De belangrijkste leerlijnen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
de integrale ontwerpleerlijn Praktijkstudie Iⅈ de leerlijn Kunst&Reflectie; de leerlijn Technische Vaardigheden; de leerlijn Beroepsvoorbereiding; aangevuld met het cluster Vrije Studiepunten.
De integrale ontwerpleerlijn bestaat, naast de reguliere ontwerplessen van Praktijkstudie I (interieurontwerpen, architectonisch ontwerp, meubelontwerpen en toegepast ontwerp), uit aanvullende praktijklessen van Praktijkcluster II, zoals vakklas, handtekenen en de minor. De leerlijn Kunst&Reflectie bestaat uit onder andere theorielessen en studiereizen. De leerlijn Technische Vaardigheden bestaat uit cursussen in de werkplaatsen en ICT cursussen. Die worden voornamelijk gegeven in de eerste semesters, zodat de studenten deze technieken en vaardigheden kunnen inzetten in het vervolg van de studie. Beroepsvoorbereiding bevat onder andere de stage, lessen in kunst studeren, colleges vakspecifieke technische theorie en arteconomie. De Vrije Studiepunten zijn studiepunten voor activiteiten binnen het vakgebied maar buiten het curriculum, zoals bezoeken aan beurzen, lezingen en tentoonstellingen op eigen initiatief van de student. Die ruimte wordt geboden in jaar 2 en 3. Voor een meer specifieke beschrijving van de leerlijnen en de opeenvolging door de leerjaren heen wordt verwezen naar de beschrijving van het programma en de bijbehorende vakbeschrijvingen op de ELO. Clusters
EC jaar 1 sem 1+2
EC jaar 2 sem 3+4
EC jaar 3 sem 5+6
EC jaar 4 sem 7+8
Praktijkstudie I
33
37,5
28,5
31
Praktijkstudie II
6
6
15
-
Kunst&Reflectie
13
9
10,5
6
Technische Vaardigheden
5
3
-
-
Beroepsvoorbereiding
3
2,5
4
23
Vrije Studiepunten
-
2
2
-
60
60
60
60
Associate degree Het programma van de Associate degree bestaat uit twee leerjaren van 60 EC. Het eerste leerjaar is de propedeuse, waarbij de eerste vier maanden bestaan uit een algemeen programma, dat wordt gedeeld met de opleidingen Art&Design Zwolle. Het tweede deel van de propedeuse en het eerste deel van het tweede jaar bestaat uit een vakgericht deel. Het laatste deel van het tweede jaar bestaat uit een vakgerichte stage (Beroepsvoorbereiding) van drie maanden en een afstudeerproject van drie maanden (Praktijkstudie I van de integrale ontwerpleerlijn).
20
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H2
Voor een meer specifieke beschrijving van de leerlijnen en de opeenvolging dor de leerjaren heen wordt verwezen naar de beschrijving programma en de bijbehorende vakbeschrijvingen op de ELO. Clusters
EC jaar 1 sem 1+2
EC jaar 2 sem 3+4
Praktijkstudie I
33
30
Praktijkstudie II
3
1
Kunst&Reflectie
14
7
Technische Vaardigheden
5
3
Beroepsvoorbereiding
5
18
Vrije Studiepunten
-
1
60
60
2. Samenhang en beschrijving onderwijsprogramma (standaard 3) De hierboven genoemde clusters en leerlijnen bestaan uit vakken, cursussen, projectweken, stages, colleges, oefeningen, instructies, zelfstudie-onderdelen en afstudeerprojecten. Al deze onderdelen worden nader beschreven in de vakbeschrijvingen die zijn te vinden in de studiegids Ba en studiegids Ad op de ELO. In de vakbeschrijvingen wordt naast een korte omschrijving een relatie gelegd tussen de leerdoelen, de beoordelingscriteria en de competenties. In een matrix vakken en competenties Ba en matrix vakken en competenties Ad is die samenhang in zijn geheel weergegeven. De wijze waarop de leerdoelen worden getoetst en hoe de onderlinge toetsen samenhangen wordt nader beschreven in hoofdstuk 6 en in het toetsplan van de opleidingen. In de integrale ontwerpleerlijn (Praktijkstudie I en II) komen alle leerlijnen samen. Het belangrijkste leerdoel in deze lijn is het leren ontwerpen. De twee interieurontwerpvakken Interieur_ruimte en Interieur_tijd staan centraal, de overige drie praktijkvakken zijn daaraan ondersteunend of voedend. In de lessen meubel wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar uitdrukking van materiaal, die ervaring wordt vervolgens in de lessen Interieur toegepast. Hetzelfde geldt voor ontdekkingen die gedaan worden in de lessen architectuur. De ontwerpvakken worden door de leerjaren heen veelal door dezelfde docent gegeven met een duidelijke opbouw in het lesprogramma. De opbouw van het programma wordt bijvoorbeeld zichtbaar in de toename van omvang en complexiteit van de ontwerpopgave. De integrale ontwerpleerlijn simuleert zoveel mogelijk de reële beroepspraktijk. Dat gebeurt bijvoorbeeld door een reële opdrachtgever te betrekken in het ontwerpproces, waarbij aspecten uit de leerlijn beroepsvoorbereiding worden geoefend. De opdrachten van de integrale ontwerpleerlijn worden gedurende de tijd steeds meer verrijkt met theorie en vaardigheden van de overige leerlijnen, waar mogelijk toegepast in reële situaties. Met vaste regelmaat worden voor diverse opdrachtgevers opdrachten uitgevoerd. Via projectbureau Zwolle en haar eigen netwerk ontwikkelt en onderhoudt ArtEZ/ IA relaties met potentiële opdrachtgevers. Het werken voor reële opdrachtgevers biedt de studenten de mogelijkheid om te oefenen in de communicatie met de opdrachtgever.
21
Daarnaast wordt in projectweken samengewerkt met andere disciplines (grafisch ontwerpers, autonoom kunstenaars) veelal binnen ArtEZ en/of wordt gewerkt met gastdocenten uit het beroepenveld. Het communiceren over het ontwerpwerk wordt voortdurend geoefend tijdens de besprekingen en presentaties van het eigen werk in de opdrachten van de ontwerpleerlijn. Ook de persoonlijke presentatie wordt geoefend in de (eind-) presentaties van de ontwerpopdrachten. Voorafgaand aan een presentatie aan ‘echte’ opdrachtgevers worden studenten veelal voorbereid door een presentatietraining, onderdeel van de leerlijn beroepsvoorbereiding. Door regelmatig ‘echte’ opdrachtgevers uit te nodigen, wordt de persoonlijke effectiviteit ontwikkeld. Tijdens beoordelingsvergaderingen aan het eind van een semester presenteren studenten het werk in de vorm van een werkschouw. Het is voor het docententeam van de opleidingen tevens een belangrijk moment voor evaluatie van het onderwijsprogramma. Aan de hand van de ontwikkeling van de studenten wordt besproken of de samenhang van het programma in een specifiek semester die ontwikkeling voldoende mogelijk heeft gemaakt.
“Marie-Josee van Hee waardeert de kwaliteit van het werk dat ze van de studenten heeft gezien als heel hoog. De aandacht voor de ambachtelijke ontwikkeling van de detaillering in de opleiding vindt ze van groot belang. De techniek in het interieur is zeer complex en het is goed studenten daar in op te leiden”. citaat uit verslag werkveldconsultatie d.d. 20.11.12
22
Er zijn in de programma’s van de Ba en Ad opleiding een aantal overeenkomsten zichtbaar. Het programma van de eerste 3 semesters van de Ad opleiding is dan ook gebaseerd op de eerste 3 semesters van de Ba. In semester 4 gaan de Ad studenten op stage en studeren ze af. De Ba studenten werken in semester 4, 5 en 6 verder aan de ontwikkeling van de ontwerpvaardigheden en met name de eigen visie als ontwerper en het standpunt dat ze innemen in het vakgebied. De overeenkomsten in de eerste semester zijn bewust gekozen. Het is voor studenten die afstuderen met een Ad diploma, na een studieadviesgesprek over de persoonlijke mogelijkheden met de coördinatoren, in te stromen in het 3e leerjaar van de bachelor. De overeenkomsten in het programma van de eerste drie semesters versoepelen voor deze studenten de overgang tussen de twee opleidingen. In 2012 bijvoorbeeld hebben 2 studenten deze overstap gemaakt. Zij zullen in juni 2014 afstuderen aan de Ba opleiding nadat ze in juni 2012 het Ad diploma hebben behaald. Bachelor ArtEZ Interieurarchitectuur Ba leidt interieurontwerpers op die een eigen visie kunnen ontwikkelen en goed kunnen functioneren binnen verschillende netwerkomgevingen. Naast het kunnen volgen in actuele ontwikkelingen is er een vakmatige kern die iedere interieurontwerper moet beheersen. In de opleiding worden studenten gestimuleerd te werken vanuit aandacht voor en betrokkenheid met de gebruikers van de ruimtes die ze ontwerpen. Associate degree Tijdens de tweejarige Ad opleiding ontwikkelen interieurvormgevers heel intensief hun ontwerpvaardigheden, worden ze communicatief vaardiger en ontwikkelen ze commercieel inzicht. De opleiding hecht waarde aan een brede culturele kennis en gevoel voor nieuwe ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Het accent in de opleiding ligt met name op retail en zakelijke projectinrichting. De opleiding besteedt aandacht aan het ontwikkelen van brede culturele kennis en gevoel voor trends en ontwikkelingen in het binnen- en buitenland. Vormgevers moeten hun ontwerpen en adviezen goed kunnen onderbouwen en zijn intensief betrokken bij inhoudelijke gesprekken met hun opdrachtgevers, of in samenwerkingen binnen projectteams met interieurontwerpers en -architecten.
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H2
3. Actualiteit van het programma (standaard 2) De actualiteit, zowel binnen als buiten het vakgebied, komt voortdurend aan de orde in de opleiding. Docenten zijn bijna allemaal werkzaam in een actieve beroepspraktijk binnen het beoogde vakgebied en daarmee steeds op de hoogte van de actuele ontwikkelingen en het actuele debat binnen het vakgebied. In de lessen met studenten praten zij ook over de projecten waar zij in hun beroeps praktijk aan werken. Enkele docenten werken vanuit een netwerk van Europese relaties. Zoals Marie-Leen Ryckaert die in februari 2013 in Ljubljana bij GIDE, een Europees samenwerkingsverband tussen Design opleidingen, een lezing en workshop verzorgde vanuit haar rol als senior lecturer theory van ArtEZ/IA. Of zoals Holger Mührmann, die deelneemt aan een Europees wetenschappelijk onderzoeksprogramma over duurzaamheid. Het projectbureau Bureau-Zwolle coördineert projectaanvragen van externe partijen. Het bureau ondersteunt ook de organisatie van innovatieve projecten, zoals in 2010-2011 een project in samenwerking met DSM Zwolle. In projectweken wordt door studenten gewerkt aan opdrachten die ons vanuit de praktijk bereiken middels Bureau-Zwolle of via de professionele netwerken van de docenten en coördinatoren. Daarnaast bezoeken studenten beurzen, lezingen en exposities om op de hoogte te blijven van de actualiteit.
“Voorbereiding op de praktijk en de brede informatie over alles wat er bij de interieurarchitect komt kijken.”
“De docenten komen uit het beroepsleven en weten dus waar ze over praten. Je kunt hier dus heel veel van leren.” citaten nse 2012 bij sterke punten van de opleiding
In de afstudeeropgave van beide opleidingen wordt altijd aandacht besteed aan actuele ontwikkelingen, zoals leegstand, hergebruik of de economische crisis. Dat gebeurt ook in projectweken waarin studenten op een intensieve manier werken aan een actueel thema, soms ook op locatie zoals het geval was in het project Hogeland Solids in januari 2013. Betrokkenen externe partijen waren DAAD Architecten, gemeente De Marne, de provincie Groningen en Bouwwerk. De gemeente De Marne en de provincie Groningen maakten dit project mogelijk door het verstrekken van een subsidie aan ArtEZ/IA. In die week hebben studenten zich verdiept in het thema Krimp in de gemeente De Marne in Noord-Groningen. Ze hebben bewoners, ambtenaren, provinciebestuurders en andere betrokkenen geïnterviewd. Naar aanleiding daarvan hebben ze nieuwe strategieën ontwikkeld, Wat als... Dit alles is gedocumenteerd in een cahier Groei door Krimp dat door de gemeente De Marne en de provincie zal worden gebruikt bij het ontwikkelen van nieuwe vormen van betrokkenheid van burgers bij dit thema. Middels een programma van inspiratielezingen die toegankelijk zijn voor studenten en alumni, komen actuele onderwerpen uit de beroepspraktijk aan bod waarbij inspirerende gastsprekers, die direct uit de praktijk komen, vertellen over de projecten waaraan ze op dat moment in de praktijk aan werken. Zo zijn er onlangs voordrachten geweest van Eline Strijkers van Doepel Strijkers en Ina Meijer van INA MATT. Op het moment van schrijven van deze kritische reflectie is ArtEZ IA volop bezig met actualisering en vernieuwing van het studieprogramma van de bachelor opleiding. Belangrijkste aanleiding is de wijziging in de Wet op de Architectentitel. Studenten die na 1 januari 2015 afstuderen zullen nog een masteropleiding en twee jaar beroepservaring moeten doorlopen voordat ze zich in het architectenregister kunnen inschrijven als interieurarchitect. Het is in de afgelopen jaren gebleken dat alumni zich op zeer verschillende manieren ontwikkelen als ontwerper in de praktijk. Van architect, tot interieurarchitect, tot meubelontwerper of tentoon
23
stellingsontwerper. Voor studenten die na 1 januari 2015 afstuderen aan de bachelor opleiding zal het vernieuwde programma meer ruimte bieden voor individuele ontwikkeling, wat beter zal aansluiten op de toekomst die ze voor zichzelf zien weggelegd in de beroepspraktijk. Deze ontwikkeling was eerder niet mogelijk omdat de bachelor opleiding was gebonden aan de begintermen voor de beroepspraktijk zoals het architectenregister die voor interieurarchitecten omschreef. Die begintermen zijn nu uitgebreid en bijgesteld en verplaatst naar de masteropleiding. Studenten die dit studiejaar (2013-2014) zijn gestart in het 3e studiejaar krijgen met dit vernieuwde studieprogramma te maken. De actualiteit van het programma wordt elke twee jaar besproken met een werkveldcommissie. Dat is de laatste keer gebeurd in het najaar van 2012.
4. Didactisch concept (Standaard 4) Binnen de opleiding (Ba en Ad) wordt voornamelijk opdracht gestuurd gewerkt, waarbij de opdrachten individueel worden uitgewerkt en gepresenteerd. De opdrachten zijn representatief voor projecten uit het werkveld, docenten maken vaak gebruik van opdrachten uit de eigen beroepspraktijk. De studenten worden geacht zelf de probleemstelling van de opdrachten te formuleren en doelen te stellen. Resultaat is dat een diversiteit aan ontwerpoplossingen ontstaat, omdat elke student tot individuele ontwerpoplossingen komt. Door te praten met de studenten over de verschillen en eventuele overeenkomsten is er ruimte voor zelfreflectie en zelfevaluatie. De studenten werken voornamelijk individueel in ateliervorm. Door ze een werkplek en voorzieningen in de Academie te bieden, vindt uitwisseling op diverse manieren plaats. Niet alleen tijdens tussentijdse evaluaties onder leiding van een docent, maar ook door samen te werken, te reageren op elkaars werk en te verwijzen naar literatuur. Theoretische, beschouwende en praktische verhandelingen door de docent worden vooral ter stimulering van nieuwe fasen in het project aangeboden. Van de studenten wordt verwacht dat ze in bepaalde mate zelfsturend zijn. In de eerste semesters worden ze veel begeleid, in groepen en individueel, naarmate de opleiding vordert zullen ze meer het eigen (ontwerp)proces sturen. In de lessen ontwerptactiek wordt in het 3e en 5e semester met de studenten gewerkt aan, en gereflecteerd op het eigen (ontwerp)proces. Deze lessen geven ze houvast bij het sturen en continueren van dat proces.
“De combinatie
van persoonlijke begeleiding en de zelfstudie, wat voor dit vak erg belangrijk is, is erg goed!” citaat uit nse 2012
24
Aandacht voor de ontwikkeling van de individuele student is een ander uitgangspunt van het didactisch concept. Dit uit zich in de integrale ontwerpleerlijn in individuele aandacht tijdens de praktijkvakken, waar de student zelfstandig werkt aan opdrachten, een eigen werkatelier heeft en de semesterbeoordelingen voor de praktijkvakken, waar de individuele ontwikkeling van de student een belangrijk item is. In studievoortganggesprekken wordt de ontwikkeling van de individuele student met ze besproken. Deze gesprekken vinden twee maal per jaar plaats. Als de individuele ontwikkeling van een student daar om vraagt worden er vaker gesprekken gehouden. In het document 2013 didactisch concept interieurarchitectuur worden de uitgangspunten verder toegelicht.
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H2
5. Omvang en duur van het programma (standaard 7) Studeerbaarheid (standaard 6) De opleiding Ba is een vierjarige bacheloropleiding van 240 EC. De Ad is een tweejarige voltijds opleiding van 120 EC. Naast de lessen die in het rooster zijn opgenomen wordt van de studenten verwacht dat ze in zelfstudie verder werken aan de opdrachten van zowel de Integrale Ontwerpleerlijn als de leerlijn Kunst &Reflectie. Daarvoor is voldoende ruimte opgenomen bij de toekenning van de EC aan de verschillende vakken. Regelmatig wordt de studeerbaarheid en de belasting van het studieprogramma geëvalueerd met de studenten. Daaruit komt o.a. naar voren dat studenten op sommige momenten in het semester meer tijd aan de verschillende vakken besteden dan de docenten aangeven in de vakbeschrijvingen. Dat heeft te maken met de aard van de studie. De meeste tijd wordt besteed aan de ontwerpvakken, een ontwerpproces is niet iets wat zich laat plannen in een tijdschema. Een ander aspect is dat de studielast wisselend verdeeld is in de loop van een semester. Met de start van een ontwerpopdracht is vaak minder tijd gemoeid dan met het afronden van het ontwerp en het presenteren voor de eindbeoordelingen.
“De studeerbaarheid en de
studiebegeleiding
worden zeer serieus genomen.”
citaat uit nse 2012
Wanneer dat nodig is wordt in overleg met de docenten de planning van de verschillende ontwerpopdrachten bijgesteld of nauwkeuriger op elkaar afgestemd. In het overleg tussen docenten en tijdens een recente beoordelingsvergadering na afronding van een semester is bijvoorbeeld afgesproken dat de tussentijdse evaluaties voor de verschillende vakken op elkaar worden afgestemd, en dat de zwaarte van de ontwerpopgaven beter verdeeld wordt over de verschillende vakken.
6. Instroom (standaard 5) Werving Open dagen Twee keer per jaar is er een open dag. Kandidaten krijgen informatie over studeren bij ArtEZ (informatiemarkt) middels een inleidende toespraak voor alle opleidingen. Specifieke informatie over de propedeutische fase en rondleidingen door het gebouw. Interieurarchitectuur geeft aanvullend een voorlichting over de opleidingen en toont werk van studenten. Studenten zijn aan het werk of zijn beschikbaar voor portfolio advies ter voorbereiding op de toelatingsexamens. Meeloopdagen De locatie Zwolle organiseert regelmatig meeloopdagen. Tijdens deze dagen wordt de serieuze kandidaat een programma geboden dat bestaat uit het bijwonen van een praktijkles, een rondleiding, portfolioadvies ter voorbereiding op de toelating en gesprekken met studenten uit alle studiejaren. Vooropleiding ArtEZ biedt op alle drie de locaties een vooropleiding. Hiervoor gelden algemene kwalificaties, aanvullend worden specifieke accenten gelegd per locatie naar aanleiding van de aanwezige studierichtingen. Daarnaast kun je op verzoek advies krijgen over studierichtingen op de andere locaties. Interieurarchitectuur verzorgt twee zaterdagen binnen het programma van de Vooropleiding in Zwolle. Deze twee zaterdagen kunnen ook separaat worden gevolgd bij wijze van oriëntatie op de opleiding.
25
Toelatingseisen De toelatingsprocedure is voor alle bachelor opleidingen van ArtEZ Art&Design en Interieurarchitectuur onlangs geactualiseerd. De nieuwe (bijgestelde) werkwijze is vastgelegd in een handboek dat tijdens de toelatingsexamens door alle opleidingen en leden van de toelatingscommissies wordt gebruikt. Met bovenstaand beschreven middelen draagt ArtEZ/IA zorg voor een goede voorbereiding van studenten op de instroom middels het toelatingsexamen. De studiebegeleiding na instroom wordt nader beschreven in hoofdstuk 4 Voorzieningen.
7. Reflectie De programma’s van Ba en Ad zijn actueel en worden door alumni en werkveld als relevant en in overeenstemming met de beoogde eindkwalificaties gezien. Dat laatste blijkt ook uit het feit dat veel alumni na het afstuderen aan het werk gaan bij het buro of bedrijf waar ze eerder stage hebben gelopen. Uit besprekingen met studenten, enquêtes onder studenten en alumni en uit contacten met stagebieders blijkt dat alle partijen zeer tevreden zijn over de kwaliteiten van de opleidingen. De kwaliteit van de docenten en lesprogramma wordt gewaardeerd door studenten en alumni. Stagebedrijven waarderen de manier waarop studenten direct inzetbaar zijn binnen een team.
“Verdieping in de theorie en het ook daadwerkelijk toepassen van de theorie in de opleiding zelf, zodat deze goed op elkaar aansluiten en op die manier een goede basis vormen voor de praktijk.”
Naar aanleiding van de resultaten van de Nationale Studenten Enquête 2012 is op 15 november 2012 gesproken met studenten over onder andere de studielast. Uit die NSE blijkt dat vooral in het tweede jaar de studielast als erg hoog wordt ervaren. Daarbij geven studenten echter tegelijkertijd aan dat ze dat er voor over hebben omdat ze het gezien de inhoud van de studie de moeite waard vinden. Aankomende studenten worden in de voorlichtingen, bijvoorbeeld open dagen, al geïnformeerd over de hoge studielast. Door de coördinatoren en docenten, maar vooral ook door de studenten die altijd bij voorlichtingen en open dagen aanwezig zijn. Daarmee worden aspirant studenten niet pas in de studie geconfronteerd met de studielast. In het eerste semester van de propedeuse (sep-dec) wordt voor studenten vaak al duidelijk of ze de zwaarte voldoende hebben ingeschat en of ze het er voor over hebben. In de andere studiejaren van de opleiding zorgt de studielast niet voor voor uitval of vertraging. Wanneer dat incidenteel toch voor komt heeft dat meestal te maken met persoonlijke problemen of ziekte van de student. In het hoofdstuk H4 Voorzieningen wordt beschreven hoe de opleiding daar mee om gaat.
citaat alumni-enquête 2012
ArtEZ/IA werkt momenteel aan versterking van het theorieprogramma, en de versteviging van de samenhang tussen theorie en praktijk. • De positie van de scriptie in de afstudeerfase is sterk verbeterd dankzij de scriptiereferaten die worden gehouden bij de start van de afstudeerprojecten. Tijdens deze referaten presenteren en verdedigen de studenten de stellingen die ze hebben ontwikkeld in de scriptie. • Senior Lecturer Marie-Leen Ryckaert heeft in februari 2012 een beschrijving gemaakt voor verbetering van de samenhang van het theorie curriculum in de bachelor en de master, Theorie curriculum IA feb 2012. Met ingang van het studiejaar 2012-2013 worden deze aanbevelingen doorgevoerd. Daarmee zal een verbeterde samenhang ontstaan tussen de beroepsgerichte theorievakken (Designhistorie, Filosofie, Kunstgeschiedenis, Architectuurgeschiedenis en –
26
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | H2
beschouwing), zal er een flexibel aanbod komen van cultuurtheoretische onderwerpen. Daarnaast wordt een duidelijker onderscheid gemaakt tussen deze beroepsgerichte theorievakken en de Technische theorie (Materiaal- en productkennis, akoestiek, verlichting etc.). • ArtEZ breed is op initiatief van het lectoraat theorie een theorieprogramma in ontwikkeling voor de propedeuse van alle A&D en Interieurarchitectuur bachelor opleidingen. Het programma heeft als titel meegekregen ThInK (theorie in de kunsten). Het bestaat uit 4 blokken van 1 kwartaal waarbij middels college’s, werkgroepen en theorie in de praktijk opdrachten waarbij studenten zullen worden uitgedaagd de theorie zelf in te zetten en te verwerken. Het programma wordt ingevoerd m.i.v. studiejaar 2014-2015.
In 2011, 2012 en 2013 werd in de NSE de onderwijsleeromgeving door de studenten als volgt beoordeeld: Onderwerp
“Door dat je met niet zoveel mensen in 1 groep zit krijg je veel persoonlijke aandacht,
waardoor je vooral je zelf goed leert ontwikkelen. Ik vind de communicatie binnen de opleiding dan ook erg goed. Er is veel afwisseling tussen ontwerpen en theorielessen. Ook de dingen die je leert zijn op verschillende schalen, van tekening, tot stoel tot gebouw. En ik denk ook dat de opleiding ieder jaar zich zelf goed en geleidelijk opbouwt, waardoor je heel veel leert.”
Interieurarchitectuur
Inhoud
2011 2012 2013
3,9 3,9 4,0
Voorbereiding op de beroepsloopbaan
2011 2012 2013
3,0 3,1 3,2
Zeer tevreden zijn de studenten over het niveau van de opleiding. Op 3 subitems van de Studiefaciliteiten werd de afgelopen jaren onvoldoende gescoord: geschiktheid van de onderwijsruimten, geschiktheid van de werkplekken en beschikbaarheid van de werkplekken. Andere aandachtspunten vanuit de NSE zijn de studielast en de onderwijsevaluaties. In een overzicht van de verbeteracties is zichtbaar hoe de opleiding hierop reageert. De studiefaciliteiten en onderwijsruimtes zijn inmiddels verruimd en verbeterd, dat is ook zichtbaar in de score hierop in 2013, nl 3,0. De studielast wordt als negatief beoordeeld, maar in gesprekken met studenten daarover wordt duidelijk dat ze daar op voorbereid waren toen ze met de studie startten. En ook dat ze het er voor over hebben zo hard te werken omdat het de eigen ontwikkeling ten goede komt.
citaat nse 2012
“Ik denk dat je op weinig opleidingen zoveel leert over jezelf, de positie die jij in zou willen nemen in deze wereld en de wereld/omgeving die je (letterlijk)
voor anderen zou willen creëren.
Daarnaast is het bijzonder goed dat er bij de opleiding ‘Interieurarchitectuur Zwolle’ aandacht wordt besteed aan ontwerpen op schalen; van productontwerp,
detaillering en meubelontwerp tot
evenementen en architectuur.” De alumni van de opleiding kijken tevreden terug op hun opleiding. In de alumnienquête van 2012 geeft 78,6% van de alumni aan het eens te zijn met de stelling dat het niveau van de opleiding goed was, en 14,3% is het met deze stelling zeer eens. Met de stelling dat de docenten van de opleiding over het algemeen voldoende op de hoogte waren van de beroepspraktijk is 72% het eens en 16% zeer eens. 81,5% zou dezelfde opleiding bij ArtEZ weer kiezen. De evaluatieresultaten m.b.t. het studie programma worden door de opleiding serieus genomen. Dat blijkt ook uit de pagina met verbeteracties in het opleidingsportfolio.
citaat alumni-enquete 2012
“Grotere lokalen, zodat je prettiger kunt werken en meer kunt doen op school Wat meer duidelijkheid (en op tijd) over het programma en activiteiten.
Betere communicatie naar studenten, betere werkplaatsen.”
citaten nse 2012 en alumni-enquete 2012 bij verbeterpunten voor de opleiding
27
Kritische Reflectie
Personeel Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het programma van de opleidingen en het didactisch concept wordt gedragen door docenten, opleidingshoofd, coรถrdinator, instructeurs en assistenten.
28
H3
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h3
1. Personeelsbeleid (standaard 8) Het personeelsbeleid op facultair niveau wordt nader beschreven in het portfolio van de faculteit Architectuur. Scholing en vernieuwing De praktijkdocenten van ArtEZ/IA zijn werkzaam in de beroepspraktijk. In die beroepspraktijk zorgen de doorgaande ontwikkelingen en innovaties er voor dat ze zich bij voortduring blijven vernieuwen en professionaliseren. De kennis en vaardigheden die ze daarbij opdoen worden in de wekelijkse gesprekken met studenten direct en op natuurlijke wijze overgedragen. De theoriedocenten ontwikkelen zich door bij te dragen aan conferenties en themabijeenkomsten met (inter-)nationale vakgenoten en door bij te dragen aan publicaties. Voorbeelden van recente symposia, studiedagen, cursussen of lezingen buiten ArtEZ die door docenten van ArtEZ/IA zijn bezocht. Theorie • bijeenkomst Interieurplatform van Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, thema ‘Bestuursgebouwen en hun interieurs’ • conferentie GIDE, Group for International Design Education, GIDE Ljubljana 2013, lezing en workshop begeleiding • cursus Cinema 4D, software waarmee animaties van gebouwen en ontworpen interieurs gemaakt kunnen worden Praktijk • What Design Can Do 2012, The connecting forces of design • HBO opleiding lichtontwerperbij de Lighting Design Academy Een paar voorbeelden van door ArtEZ geïnitieerde studiedagen en trainingen bezocht door ArtEZ/IA • Studiedag ArtEZ/IA 10 januari 2013, uitwisseling van kennis tussen de docenten van ArtEZ/IA • Training didactische vaardigheden voor medewerkers werkplaatsen Zwolle • Studiedagen van het Platform Theorie (geïnitieerd door het lectoraat Theorie in de Kunsten ArtEZ) • Studiedag management formatieplannen • Actieplan leerkracht, in het kader hiervan heeft het opleidingshoofd uren gekregen om te werken aan de ontwikkeling van het curriculum van de nieuwe masteropleiding interieurarchitectuur van ArtEZ/IA • De teamleider Ad heeft een lerarenbeurs aangevraagd voor zijn studie Sustainability aan de Universiteit • Studiedag A&D 16.11.11, theorieonderwijs en toelatingsprocedures Functioneren en beoordelen De procedure rondom het functioneren en beoordelen en de POP wordt nader toegelicht in het portfolio van de faculteit Architectuur. Het opleidingshoofd en de coördinator voeren tweejaarlijks met de docenten functioneringsgesprekken. (In lijn met het ArtEZ beleid wordt met docenten met een aanstelling kleiner dan 0,4 fte niet jaarlijks maar tweejaarlijks een functioneringsgesprek gehouden.) Indien gewenst of noodzakelijk wordt dat jaarlijks gedaan. In de functioneringsgesprekken komt ook het POP (persoonlijk ontwikkelplan) ter sprake. Daaruit volgt soms een vorm van scholing of vernieuwing.
29
2. Kwalificaties personeel (standaard 9) Kernteam Bij het aanstellen van docenten zoekt ArtEZ/IA naar een evenwichtige en flexibele samenstelling. Dat heeft geleid tot een kernteam van vaste docenten dat jaarlijks wordt aangevuld met wisselende gastdocenten. De samenstelling van het vaste docententeam hangt nauw samen met de visie van de opleiding op het vak interieurarchitectuur. Een significant aspect van interieurarchitectuur is bijvoorbeeld het vormgeven van interieurcomponenten en meubels. Daarbij speelt het tijd- en plaatsbewustzijn een rol, is kennis van menselijk gedrag onontbeerlijk en het vergaren van ambachtelijke of vakmatige kennis essentieel. Al die aspecten zijn dan ook in het docententeam vertegenwoordigd. Daarnaast maakt interieurarchitectuur deel uit van de architectuur. Architectonische ruimtelijkheid en kwaliteit spelen daarom een belangrijke rol bij het vormgeven van ruimte. Om die reden worden de studenten in de opleiding ook geconfronteerd met docenten die veel van architectuur weten en de studenten voeden met architectonische beeldtaal. Teneinde de samenhang tussen de theorievakken en de praktijkvakken te waarborgen, maken ook de theoriedocenten deel uit van het kernteam van docenten. Er wordt met nadruk gezocht naar de verbinding tussen theorie en praktijk, denken en maken. De theoriedocenten zijn ook aanwezig bij de beoordelingsvergaderingen tijdens de werkschouwen, zodat tijdens de besprekingen van de studenten een zo compleet mogelijk beeld ontstaat van de ontwikkeling van studenten. De actualiteit, zowel binnen als buiten het vakgebied, is voortdurend aanwezig in de opleiding. Docenten hebben een actieve beroepspraktijk binnen het beoogde vakgebied en zijn daarmee steeds op de hoogte van de actuele ontwikkelingen en het actuele debat binnen het vakgebied. Ze werken immers aan actuele ontwerpopgaven, blijven op de hoogte van actuele regelgeving, en nemen deel aan de debatten over actuele thema’s, bijvoorbeeld als lid van een jury. In de lessen met studenten praten zij ook over de projecten waaraan zij in hun beroepspraktijk aan werken, en de thema’s die ze bezig houden. Ook proberen we als docenten met studenten samen te werken aan actuele thema’s, zoals in het project Hogeland Solids, een project waarin studenten samenwerkten met DAAD Architecten, DLVZ/ (Eric de Leeuw coördinator) en de provincie Groningen. Van de 12 docenten hebben 5 een masteropleiding afgerond, zowel praktijk- als theoriedocenten. Over de docenten van het kernteam is meer informatie beschikbaar in het document docenteninformatie. Gastdocenten Er worden in aanvulling op het kernteam met grote regelmaat gastdocenten uitgenodigd. Dat betreft zowel lessen in het reguliere rooster als eenmalige bijdragen in projecten of in de vorm van lezingen. Voor de lessen vaktheorie wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een variërend aantal gastdocenten die op één- of tweejaarlijkse basis met de studenten werken aan vakmatige aspecten van het beroep. Dat zijn veelal mensen uit het bedrijfsleven die kennis over de eigen producten of diensten inbrengen. De gastlessen architectuurbeschouwing worden ingevuld door lezingen (interieur)architecten en ontwerpers, aangevuld met clusters van gastlessen door docenten architectuurbeschouwing en –geschiedenis. Daarnaast worden in projectweken, bij de minor of bijvoorbeeld in het afstuderen gastdocenten uitgenodigd die een specifiek actueel aspect van de beroepspraktijk inbrengen.
30
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h3
Gastdocenten in de periode 2007-2012 waren onder andere: Gastdocenten uit de beroepspraktijk • K. Bergsma en J. Ponsteen van Caubergen-Huygen over akoestiek en daglichttoetreding • Marjon Swinkels van Nelissen ingenieursbureau b.v. over installatietechniek en duurzaamheid • Berry van Egten van Berlux Lichtarchitectuur over lichtontwerpen en –techniek • Ina Meijer en Matthijs van Cruijsen van INA MATT over actuele projecten Gastdocenent i.h.k.v. multidisciplinariteit • Ronald Klamer van Het Toneel Speelt in de minor Space in Motion • Alex Manassen over componeren in de minor Frozen Music Gastdocenten i.v.m. specifieke vakkennis van deelgebied niet aanwezig bij kernteam • Judith Everaarts van Claessens Erdmann in een ontwerpopdracht met 2e jaars studenten over retail • Hans de Man, architectuurhistoricus als gastdocent architectuurbeschouwing • Wim van den Bergh over John Hedjuk Gastdocenten i.h.k.v. ondernemerschap • Kitty Jansen van BNO advies over ‘het leven na de opleiding’ • Anouk Siegelaar van BNO advies over ‘ auteursrecht voor ontwerpers’ • Pieta Verhoeven van Verhoeven en Blocklandt voor presentatie- en communicatietrainingen • Ben Mikx, docent communicatie Ad opleiding
Voor een meer uitgebreider overzicht van gastdocenten
verwijzen we naar het document 2013 gastdocenten interieurarchitectuur.
Overig personeel in het onderwijs Cursussen worden verzorgd door instructeurs of docenten, daarnaast spelen ook de werkplaatsinstructeurs een belangrijke rol. Zoals bijvoorbeeld in de begeleiding van de studenten bij het maken van meubels en maquettes in de hout- en metaalwerkplaatsen. Ook in de digitale werkplaatsen zijn instructeurs aanwezig om studenten te begeleiden bij het printen van presentaties, boekbinden, het digitaal fotograferen van bijvoorbeeld maquettes voor presentaties. Voor de beschrijvingen van de voorzieningen wordt verwezen naar Hoofdstuk 5. Studiebegeleiding/ didactiek De samenstelling van het team speelt ook in de begeleiding van de studenten gedurende de opleiding een belangrijke rol. De opleiding heeft van het moment van oprichting altijd de ‘mensvorming’ een belangrijk aspect gevonden. Er wordt een omgeving gecreëerd waarbinnen de studenten zich beschermd genoeg voelen om zich als persoon te ontwikkelen, en niet alleen als ontwerper. We vragen immers van studenten dat ze zich kunnen verplaatsen in de gebruiker en dat ze blijk geven van enige maatschappelijk betrokkenheid. Deze eigenschappen kenmerken ons inziens een goede interieurontwerper of –vormgever. Meer over het didactisch concept wordt beschreven in hoofdstuk 2. Meer over de studiebegeleiding is te lezen in hoofdstuk 4. In de samenstelling van het team zijn verschillende typen docenten vertegenwoordigd. Een coach die als taak heeft te kijken naar de studenten en eventuele problematiek wat betreft de studievoortgang en de persoonlijke omstandigheden te signaleren, een makkelijk aanspreekbaar docent die bemiddelt, een docent die vanuit de levensbeschouwelijke achtergrond aanspreekbaar is, en docenten die vanuit de beroepspraktijk een professionele benadering hebben.
Voor de nadere beschrijving van de studiebegeleiding wordt verwezen naar Hoofdstuk 5.
31
Bijzonderheden Verschillende docenten werken vanuit een netwerk van (inter-)national relaties. Zoals Marie-Leen Ryckaert die in februari 2013 in Ljubljana een lezing en workshop verzorgde vanuit haar rol als senior lecturer theory van ArtEZ/IA bij GIDE, een Europees samenwerkingsverband tussen Design opleidingen. Of zoals Holger Mührmann, die een Europese studie doet aan het Wings Institute, de master of science in Sustainable architecture and environment. Coördinator Eric de Leeuw neemt deel aan Movement Between, een interdisciplinair netwerk van professionals in het kunstvakonderwijs.
3. Omvang personeel (standaard 10)
Citaten alumni enquête 2012 in antwoord op de vraag, wat zijn de sterke punten van de opleiding? “Gedrevenheid van docenten.”
Voor een overzicht van het algemene beleid van ArtEZ rondom het inzetten van personeel wordt verwezen naar het faculteitsportfolio Architectuur. Op dit moment werkt ArtEZ/IA met een kernteam van 12 docenten voor beide opleidingen, waarvan acht ontwerpers, interieurarchitecten of architecten werkzaam in de beroepspraktijk, een tekendocent, een filosoof en een designhistorica die op reguliere basis zijn ingeroosterd. De meeste dienstverbanden van het kernteam zijn vast. Binnen een bachelor of Associate degree is het van belang dat het onderwijs wordt verzorgd door ervaren docenten die de studenten een vorm van continuïteit bieden. Het leren ontwerpen is voor studenten een belangrijke persoonlijke ontwikkeling op een betrekkelijk jonge leeftijd. Het begeleiden van studenten daarbij is een belangrijke taak voor docenten. Om de studenten vertrouwen te geven in deze belangrijke ontwikkelingsfase kiest ArtEZ/IA er voor te werken met een kern van vaste docenten die de studenten goed leren kennen doordat ze ze door de vier jaren heen vaker ontmoeten in de lessen. Daarnaast worden wisselende gastdocenten ingezet voor aanvullingen in het programma en het inbrengen van expertise die op dat moment actueel is in de beroepspraktijk. De docent-student ratio is 1 op 25. Deze norm is in overeenstemming met de intensieve begeleiding die de opleiding voor ogen staat en die we noodzakelijk achten bij de individuele persoonlijke ontwikkeling die we nastreven bij de studenten.
“De verschillende soorten
vakken en docenten.”
“Het persoonlijke contact met docenten en leerlingen.“ “En de kwaliteit van het in die tijd aanwezige kernteam docenten.” “Opleiding was van zeer goed niveau met name het les krijgen van docenten uit de praktijk.” ad
32
4. Reflectie Het team van docenten is goed gekwalificeerd en van voldoende omvang. Met de oprichting van de Associate degree opleiding in 2006 zijn nieuwe docenten aangetrokken die inhoudelijk een goede aanvulling vormen op de al aanwezige expertise binnen het kernteam. Uit evaluatieresultaten van bijvoorbeeld de NSE wordt duidelijk dat de Ad studenten die vakinhoudelijke kennis en de kennis van de docenten van de beroepspraktijk waarderen. Maar dat ze tegelijkertijd nog verbetermogelijkheden zien op het gebied van de didactische kwaliteiten en de contacten tussen docenten en studenten. Daar ziet de opleiding dan ook een punt van verbetering, bijvoorbeeld door docenten deel te laten nemen aan trainingen in didactische vaardigheden. Daarbij valt wel op te merken dat hieruit ook duidelijk wordt, dat het van belang is docenten uit de beroepspraktijk voor langere tijd aan de opleiding te verbinden omdat juist deze kwaliteiten van docenten (didactiek en contact met studenten) zullen toenemen naarmate ze langer les geven.
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h3
NSE Onderwerp Docenten
Interieurarchitectuur 2011 2012 2013
3,6 4,0 3,9
Ba • Kunstenmonitor 2012 (alumni) rapportcijfer docenten 7,7 • NSE 2012 rapportcijfer deskundigheid docenten 4,2 (schaal 1-5, 4 komt overeen met tevreden) • NSE 2012 rapportcijfer kennis beroepspraktijk bij docenten 4,0 (schaal 1-5, 4 komt overeen met tevreden) • Alumni enquête 2012 88% vind dat de docenten over voldoende kennis van de beroepspraktijk hebben (eens – zeer eens), 93% vind dat de docenten voldoende vakinhoudelijk deskundig zijn. Ad • NSE 2012 rapportcijfer deskundigheid docenten 3,7 (schaal 1-5, 4 komt overeen met tevreden) • NSE 2012 rapportcijfer kennis beroepspraktijk bij docenten 3,7 (schaal 1-5, 4 komt overeen met tevreden) • Alumni enquête 2012 71% vind dat de docenten over voldoende kennis van de beroepspraktijk hebben (eens – zeer eens), 85% vind dat de docenten voldoende vakinhoudelijk deskundig zijn. De verbeterpunten die zichtbaar worden naar aanleiding van dit soort evaluaties worden altijd met de docenten besproken, zowel in docentenoverleggen wanneer het een algemeen aspect betreft, of in de functioneringsgesprekken wanneer het een individueel punt betreft.
Voor meer resultaten zie de evaluatieresultaten in het digitale portfolio Ad en Ba.
33
Kritische Reflectie
H4
Voorzieningen Inleiding Voor de algemene beschrijvingen van de voorzieningen wordt verwezen naar het faculteitsportfolio Architectuur.
34
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h4
1. Huisvesting en materiele voorzieningen (standaard 11) De opleidingen Ba en Ad van ArtEZ/IA zijn deel van de locatie van ArtEZ in Zwolle. De studierichtingen zijn in Zwolle ingebed in een omgeving die ze delen met de opleidingen van Art&Design en de docentenopleiding. Met deze opleidingen wordt nauw samengewerkt waarmee in het gebouw aan de Rhijnvis Feithlaan een vruchtbare omgeving is ontstaan die studenten de gelegenheid biedt kennis te maken en samen te werken met verschillende disciplines. De basis voor deze uitwisseling en de samenwerking wordt gelegd in het gezamenlijke deel van de propedeuse in het eerste semester van de opleidingen. In Zwolle maken de studenten gebruik van diverse voorzieningen of werkruimtes zoals modeltekenlokalen, computerwerkruimtes, hout- en metaalwerkplaats, mediatheek, kantine, en de werkplekken op de afdeling. In de studiegids op de ELO Ba en Ad worden deze voorzieningen beschreven. Hieronder worden nog een paar voorbeelden van voor de opleiding belangrijke voorzieningen nader toegelicht. Werkplaatsen De werkplaatsen in Zwolle zijn voor de studenten ArtEZ/IA belangrijke voorzieningen. In de computerwerkruimtes worden digitale presentaties van projecten voor de praktijk- en theorievakken opgemaakt en/of uitgeprint. De studenten maken ook intensief gebruik van de hout- en metaalwerkplaatsen. Dat hangt nauw samen met de visie van de opleiding op het vak interieur足 architectuur. Een significant aspect van interieurarchitectuur is bijvoorbeeld het vormgeven van interieurcomponenten en meubels. Daarbij is een ambachtelijke ontwikkeling essentieel. Door in de werkplaatsen te werken met de in de ontwerpen beoogde materialen leren de studenten de eigenschappen van de materialen kennen en krijgen ze oog voor schaal door onderdelen uit de interieurs of de meubels die ze ontwerpen op ware grootte te maken. Werkateliers Vanaf semester 3 (Ba) of 2 (Ad) beschikken de studenten over een gezamenlijke vaste werkruimte. De lokalen (voormalige ziekenzalen van het Sophia-ziekenhuis) zijn ingericht met werktafels waar iedere student een eigen werkplek heeft. De studenten werken in de praktijkvakken voornamelijk individueel in ateliervorm. Door ze een vaste werkplek en voorzieningen in de Academie te bieden, vindt uitwisseling op diverse manieren plaats. Niet alleen tijdens tussentijdse evaluaties onder leiding van een docent, maar ook door samen te werken, te reageren op elkaars werk en onderling te verwijzen naar literatuur. Een belangrijk onderdeel van het didactisch concept van ArtEZ/IA.
35
2. Studiebegeleiding en informatievoorziening (standaard 12) Informatievoorziening De centrale rol voor communicatie met (groepen) studenten en medewerkers is de ArtEZ-website met inlogmogelijkheid naar Intranet. Van daaruit is de Elektronische leeromgeving (ELO) voor studenten en docenten makkelijk bereikbaar. Net als de ArtEZ-mail en bijvoorbeeld de digitale catalogus van de mediatheken. Elke studierichting heeft een eigen ELO die alleen toegankelijk is voor ArtEZ studenten en medewerkers. Op de ELO staan in ieder geval de studiegids, alle vakbeschrijvingen en de OER. Via dit portal hebben de studenten ook direct toegang tot andere bronnen, zoals OSIRIS (studievoortgangsoverzicht) en andere ArtEZ-brede diensten en informatie. Er wordt een agenda bijgehouden van onderwijsgebeurtenissen buiten het reguliere roosters, en er zijn aankondigingen van interessante lezingen, tentoonstellingen en andere actualiteiten. Daarnaast staan alle hyperlinks naar andere externe omgevingen voor relevante informatie. De meeste studierichtingen maken naast de ELO gebruik van een blog. De blogs zijn openbaar toegankelijk en worden verschillend ingezet. De blogs van Interieur architectuur Ba en Interieurvormgever Ad geven een overzicht van de activiteiten van de studenten in de studie, zoals de werkschouwen, de eindexamens, de studiereizen en de exposities. Verder heeft ArtEZ/IA een Facebookpagina die als doel heeft om studenten, docenten, alumni en het werkveld te informeren over actuele activiteiten. Zoals de voortgang van externe projecten of aankondigingen van inspiratielezingen. Voor direct persoonlijk contact blijft, naast essentiele fysieke ontmoetingen in de academie, ArtEZ-mail een belangrijk communicatiekanaal. Studiebegeleiding De jaargroepen van de opleidingen Ba en Ad bestaan gemiddeld uit 15 tot 20 studenten. Elke jaargroep heeft een eigen (docent)mentor. Deze heeft een signalerende taak (langdurige absentie, persoonlijke problemen, communicatieproblemen, faalangst en andersoortige zaken die een gewenst studieproces blokkeren). De mentor is coach. Hij/zij is degene die individuele studenten kan aanmoedigen en stimuleren, hen een hart onder de riem kan steken en waar nodig een waarschuwing kan geven. De mentor helpt de groep om te gaan met pieken in de studielast en geeft informatie over de beoordelingen. De mentor is dus degene die de studievoortgang van een groep studenten kritisch volgt. Kortom, de mentor heeft tot taak om tijdig studie- en of persoonlijke problemen te signaleren, deze samen met de student te verhelderen en verwijst zo nodig door naar de coördinator, opleidingshoofd of de decaan. De mentor is ook de schakel tussen de jaargroep en het docententeam. De mentor zorgt er in zijn/haar rol als aanspreekpunt voor dat studenten de wijze waarop studie-informatie verstrekt wordt kennen. Doorverwijzen naar de decaan. Indien er bijzondere omstandigheden zijn (ziekte, beperking, persoonlijke problemen, etc.), die de studie (ernstig) belemmeren, waardoor studievertraging dreigt of aan de orde is, worden studenten doorverwezen naar de decaan. Vaak komt de student bij de decaan na verwijzing door de mentor of de coördinator, maar de student kan ook op eigen initiatief met de decaan afspreken. De onafhankelijke vertrouwenspositie van de decaan kan in dat laatste geval een rol spelen.
36
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h4
Aanvullende werkzaamheden voor de mentor kunnen zijn: Bij Ziekte/afwezigheid - langdurige ziekte doorgeven aan afdelingscoördinator en docententeam. - informatieverstrekking over de 80% aanwezigheidsverplichting. In het kader van Studiebegeleiding - informatie geven over de wijze waarop er binnen de afdeling wordt gecommuniceerd (ArtEZ-mail, ELO, enz.). - bespreken van het curriculum en het studiepuntenoverzicht, daarbij verwijzend naar Onderwijs en Examen Regeling en Osiris. - informatie geven over de semesterbeoordeling. - het uitvoeren van een tussentijdse peiling binnen het docententeam over de studievoortgang van de groep. - het voeren van gesprekken n.a.v. de tussentijdse peiling waar noodzakelijk Studievoortganggesprek - het gesprek zal door de mentor samen met een andere docent worden gevoerd. Het gaat om het bespreken van het studieresultaat met de student. Er worden werkafspraken gemaakt indien er sprake is van herkansingen of taken. Mentoraat semester 1 Aanvullend zullen de docent mentoren van de studenten in het eerste jaar in semester 1 een aantal mentoruren hebben in het kader van het propedeuse programma Kunst Studeren. In week 10 en 12 zullen de student-mentoren daarbij aanwezig zijn. In het document ‘propedeuse programma kunst studeren’ zijn de inhoud en de opdrachten waaruit dit programma bestaat beschreven. Het document studiebegeleiding geeft informatie aan de studenten over de rol van de mentor. Het document taakbeschrijving mentoraat ArtEZ Zwolle biedt de docent/ mentor een overzicht van zijn/haar taken en de momenten en mogelijkheden van doorverwijzen. Studentenraad ArtEZ Zwolle kent een studentenraad waar ook studenten van interieurarchitectuur zitting in hebben. De studentenraad komt maandelijks bijeen, onderwerpen van gesprek zijn de voorzieningen Zwolle, de informatievoorzieningen en andere algemene zaken die het studeren bij ArtEZ Zwolle betreffen. De studentenraad heeft naar aanleiding daarvan elke twee maanden een overleg met de directeur Media&Graphic Design, tevens locatiedirecteur. De twee vertegenwoordigers van interieurarchitectuur hebben eveneens tweemaandelijks overleg met het opleidingshoofd om de uitkomsten van de studentenraad en tevens andere dingen die spelen onder de studentengroep van ArtEZ/IA die ze aan deze twee vertegenwoordigers hebben gemeld te bespreken. Studeren met functiebeperking Bij start van de studie worden studenten uitgenodigd om functiebeperkingen te melden bij de studentendecaan. Zij maakt dan een afspraak voor een intakegesprek. ArtEZ vindt het belangrijk dat iedere aankomende student met een functiebeperking de juiste informatie, begeleiding en voorzieningen krijgt. In het intakegesprek wordt besproken welke specifieke aanpassingen en voorzieningen noodzakelijk zijn. In overleg met de mentor en het opleidingshoofd wordt dan besproken wat de mogelijkheden zijn. Met de juiste begeleiding binnen de mogelijkheden van de opleiding moet het voor studenten mogelijk zijn de opleiding met succes te doorlopen. Het is daarbij wel van belang dat een student zo snel als mogelijk, hetzij bij optreden van de beperking, of bij de start van de studie, de beperking meldt.
37
Hoe ArtEZ verder om gaat met studeren met een functiebeperking wordt nader omschreven in het faculteitsportfolio Architectuur. De opleidingen interieurarchitectuur gaan zeer zorgvuldig om met studenten met een functiebeperking. De intensieve individuele begeleiding van alle studenten, die mogelijk is dankzij de groepsgroottes, maakt dat ook goed mogelijk. Daarnaast worden studenten gestimuleerd in de individuele ontwikkeling de eigen beperkingen in het centrum van het ontwerpproces te plaatsen en dit dus positief in te zetten.
3. Reflectie
“Iedere student wordt individueel goed begeleid en kan zich daardoor goed ontwikkelen.” “Het persoonlijke contact met docenten en leerlingen. “ “Persoonlijke aandacht, laten je vrij waar je goed in bent, bieden het vak
interieurarchitectuur breed aan.”
citaten sterke punten van de opleiding alumni enquête 2012
De studiebegeleiding in de vorm van coaching van de studenten is bij ArtEZ/IA is lange tijd informeel georganiseerd geweest. De opleidingen zijn relatief klein, en de coördinator en opleidingshoofd zijn beiden 2 dagen in de week aanwezig. Op die dagen, maar ook telefonisch en via ArtEZ-mail zijn zij makkelijk aanspreekbaar voor studenten. Het maakt dat de opleiding als studenten als zeer persoonlijk en individueel door studenten wordt ervaren. Docenten en studenten (her-)kennen elkaar en ontmoeten elkaar wekelijks. De laatste jaren wordt echter duidelijk dat steeds vaker studenten extra begeleiding nodig hebben. Dat kan gaan om extra gesprekken bij onverwachte persoonlijke omstandigheden of problemen in de situatie thuis. Het kan gaan om functiebeperkingen zoals ADD/ADHD waarbij studenten extra begeleiding nodig hebben bij het plannen en organiseren. Of het gaat om studieachterstand als gevolg van langdurige ziekte. Binnen haar mogelijkheden probeert de opleiding deze studenten extra begeleiding te bieden. Er is met ingang van studiejaar 13-14 besloten te gaan werken met jaargroep mentoren, een vorm die door andere opleidingen in Zwolle al wat langer wordt gehanteerd. Daarmee wordt naar de studenten toe meer helder dat de zorg voor de studenten en de studievoortgang door het hele team van docenten wordt gedragen. Deze nieuwe werkwijze is duidelijk omschreven en is ook voor studenten op de ELO te vinden. Het zal naar verwachting bijdragen aan een nog betere individuele begeleiding voor alle studenten. NSE Onderwerp
38
Interieurarchitectuur
Studiebegeleiding
2011 2012 2013
3,4 3,6 3,6
Studiefaciliteiten
2011 2012 2013
3,5 3,4 3,4
Kritische Reflectie Kwaliteitszorg Inleiding Voor het kwaliteitszorgplan wordt ook verwezen naar het faculteitsportfolio Architectuur & Interieur. De visie op kwaliteitszorg houdt in dat ArtEZ ervoor kiest om op een eenvoudige manier een systematische aanpak, in dit geval de ‘Plan-Do-Check-Act-cyclus’, centraal te stellen. Hierdoor is er continu aandacht voor kwaliteit op alle niveaus in de organisatie. De medewerkers evalueren dat handelen, reflecteren erover, leren van wat ze doen, nemen stappen om hun handelen te verbeteren en blijven op deze manier in ontwikkeling. Bij ArtEZ/IA wordt deze PDCA-cyclus aangestuurd door opleidingshoofd en coördinator en in samenwerking met het kernteam docenten aangepakt.
H5 39
1. Evaluaties ArtEZ/IA (standaard 13) Op een vast aantal momenten worden verschillende aspecten van de opleidingen Ba en Ad geëvalueerd bij (eerste jaars) studenten en alumni. Een kalender daarvan wordt bijgehouden in het digitale portfolio waar ook de resultaten terug te vinden zijn. In de laatste alumni enquête 2012 is bijvoorbeeld ook expliciet gevraagd naar de noodzakelijkheid van het competentieprofiel voor de beoogde werkzaamheden in de beroepspraktijk. Ook tijdens docentenoverleggen, beoordelingsvergaderingen, werkveldconsultaties en studiedagen is de actualiteit en kwaliteit van het onderwijsprogramma voort durend onderwerp van gesprek. Tot slot evalueren individuele docenten in een van de laatste lessen van het semester met studenten de opdracht, de lessen en de rol van de docent. Voor beleidsdoelen en rendementscijfers wordt verwezen naar het faculteitsportfolio Architectuur.
2. Verbetermaatregelen (Standaard 14) Bovenstaande evaluaties zijn altijd aanleiding voor verbeterpunten. Dat kan resulteren in aanpassingen in het onderwijsprogramma zoals de tussenevaluatie van de studenten halverwege de semesters. Of het kan aanleiding zijn studenten beter te informeren, zoals over de uitkomsten van evaluatieresultaten of over de contacten met de beroepspraktijk. In het digitale portfolio wordt van dit soort verbeterpunten een overzicht bijgehouden.
3. Betrokkenen bij interne kwaliteitszorg (Standaard 15) Verbeteracties naar aanleiding van evaluaties worden met name geïnitieerd door het opleidingshoofd en de coördinator. Deze punten komen dan ter sprake in besprekingen met docenten en studenten. Vernieuwingen van het onderwijsprogramma worden altijd in samenspraak met het kernteam docenten ontwikkeld. Wanneer het grote vernieuwingen betreft wordt het vervolgens ook voorgelegd aan de opleidingscommissie. De opleidingscommissie bestaande uit twee docenten en twee studenten beoordeelt jaarlijks de OER en waar nodig tussentijdse bijstellingen van het onderwijsprogramma. Ook alumni worden o.a. middels digitale enquêtes betrokken bij b.v. de evaluatie van de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk. Terugkoppeling van de uitkomsten van evaluaties en de verbeteracties die de opleiding daarop heeft ondernomen worden waar nodig teruggekoppeld aan studenten. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de gesprekken met de twee studentenraad leden, in informele gesprekken met studenten, tijdens lessen, of er worden gezamenlijke bijeenkomsten met alle studentengroepen voor georganiseerd. De rol van de examencommissie in de kwaliteitsbewaking wordt beschreven in de OER Ba, OER Ad. Op de leeromgeving kunnen studenten beschrijvingen vinden van de procedures, de samenstelling van de commissies, en voorbeeldbrieven voor bijvoorbeeld verzoeken om vrijstelling of het verzoeken om een tweede herkansing voor een theorietentamen. Tot slot is ook de werkveldcommissie een belangrijk evaluatie instrument voor de opleidingen, er wordt naar gestreefd deze tweejaarlijks te consulteren.
40
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h5
4. Reflectie Het digitale portfolio DigOport wordt door ons ervaren als een goed werkbaar instrument waarmee we de kwaliteitsbewaking en voortdurende ontwikkeling van het onderwijsprogramma levendig houden en inzichtelijk kunnen maken voor anderen. Uitkomsten uit evaluaties worden ook steeds consequenter ingezet. Zo bleek uit eerdere NSE enquêtes dat studenten niet wisten of en hoe ze invloed zouden kunnen hebben op verbeteringen of veranderingen in het onderwijsprogramma. Dat was aanleiding voor een gesprek met de studentengroepen waarbij ze ook inzicht kregen in het digitale portfolio met de evaluatieresultaten en de verbeter acties die daarop volgen. Het heeft er toe geleid dat de waardering voor bijvoorbeeld de mate waarin de opleiding gebruik maakt van uitkomsten van evaluaties en de wijze waarop de opleiding op klachten of problemen reageert is gestegen van 2,9 (2012) naar 3,3 (2013). Bron NSE 2013. NSE Onderwerp Kwaliteitszorg/betrokkenheid
Interieurarchitectuur 2011 2012 2013
3,0 3,4 3,6
41
Kritische Toetsing en Reflectie
gerealiseerde eindkwalificaties
Inleiding De toetsing in de opleiding bestaat uit de volgende onderdelen. • Toelatingsexamen. • Toetsing Integrale ontwerpleerlijn. • Propedeuse. • Theorievakken. • Toetsing overige onderdelen zoals bijvoorbeeld de buitenschoolse stage. • Toetsing eindkwalificaties.
Dit hoofdstuk beschrijft de procedures rondom de toetsing van de verschillende programma onderdelen. Belangrijke bijlagen bij dit hoofdstuk zijn het toetsplan van de opleiding en de OER Ba 2012 en OER Ad 2012. Daarnaast beschrijft dit hoofdstuk de gerealiseerde eindkwalificaties. In het toetsplan is de visie van de opleiding op het toetsen beschreven en worden de verschillende vormen van toetsen verduidelijkt. In het toetsplan worden ook de kwaliteitscriteria van onze toetsing nader toegelicht. In de OER wordt de formele kant van de toetsing beschreven en wordt de rol van de examencommissie nader toegelicht. Bij het inhoudelijk toetsen en beoordelen speelt de examencommissie geen rol, wel in de formele afwikkelingen, zoals bijvoorbeeld in de toelatingsexamens en in het toekennen van tweede herkansingen die de studenten kunnen aanvragen bij de examencommissie. In het faculteitsportfolio wordt verwezen naar het toetsbeleid van ArtEZ, het kader waarbinnen bovenstaande documenten zijn ontwikkeld.
H6 42
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h6
1. Toelatingsexamen Het toelatingsexamen is voor alle Vormgevingsopleidingen van ArtEZ onlangs geactualiseerd. De nieuwe (bijgestelde) werkwijze is vastgelegd in een handboek dat tijdens de toelatingsexamens door alle opleidingen en leden van de toelatingscommissies wordt gebruikt. Toelatingseisen: Aankomende studenten dienen in het bezit te zijn van een diploma mbo (niveau 4), havo, vwo of een gelijkwaardig diploma. Voor studenten met een buitenlandse nationaliteit die hun opleiding hebben afgerond buiten Nederland en waarvan is vastgesteld dat het niveau vergelijkbaar is met een Nederlands Havo, VWO of MBO-4 diploma, geldt dat ze de Nederlandse taal op minimaal NT2 niveau A2 bij aanvang van de propedeuse moeten beheersen. Toelatingsexamen: De kandidaat-student werkt gedurende de dag aan twee opdrachten; een opdracht naar de waarneming en een opdracht naar de verbeelding. De student voert een gesprek met leden van de toelatingscommissie. Deze commissie bestaat uit twee docenten en een student van interieurarchitectuur Ba of Ad. Tijdens het gesprek legt de student de thuisopdrachten en een portfolio van zijn/ haar eigen werk voor, bijvoorbeeld tekeningen, schilderijen, fotoseries, maquettes, ruimtelijke objecten, posters, et cetera. De student kan het werk toelichten, de ideeën achter het werk. De student heeft ook schetsen bij zich om inzicht te geven in het werkproces. Na afloop van de ronde van gesprekken wordt samen met een derde (teken-)docent nogmaals gekeken naar het portfolio en met name de op de academie gemaakt opdrachten. Daar is de kandidaat niet bij. De toelatingscommissie waarmee het gesprek wordt gevoerd adviseert de examencommissie of de student wel of niet toegelaten kan worden tot de opleiding interieurarchitectuur Ba of Ad en daarmee tot de propedeuse van de academie. Getoetst wordt: • beeldend vermogen, • inzicht in en gevoel voor kleur, vorm en materiaal, • oorspronkelijkheid en originaliteit, • fascinatie en inspiratie, • onderzoekende en experimentele instelling, • belangstelling voor kunst en cultuur, • gerichte belangstelling voor vakgebied. Elke opleiding stelt een weging van de criteria vast voor het eigen toelatings examen. Het creërend vermogen moet in ieder geval voldoende zijn om te worden toegelaten.
43
Aanmelden Aanmelden gaat via studielink. De student krijgt dan informatie over de datum waarop hij/zij op de academie verwacht wordt, de thuisopdrachten van de opleiding en een vragenformulier (CV) thuisgestuurd. Uitslag De student krijgt binnen drie werkweken bericht. In geval van afwijzing proberen we inzicht te geven in de redenen daarvoor. Geldigheid toelating Een positieve toelating is alleen geldig voor de opleiding waarvoor de student is aangemeld. Als de student voor een opleiding of specialisatie op een andere locatie toelating wil doen, moet hij/zij zich hier apart voor inschrijven. De toelating is uitsluitend geldig voor het komende studiejaar.
2. Toetsing Integrale Ontwerpleerlijn sem 1 t/m 6 (Ba) en 1 t/m 3 (Ad) Visie Toetsing is in de visie van ArtEZ/IA een instrument dat wordt gebruikt om de ontwikkeling van studenten te volgen. Die ontwikkeling loopt vanaf het moment van positieve toetsing in de toelating tot aan de integrale toetsing (over de volle breedte van de praktijk- en theorievakken) in het eindexamen. Er wordt getoetst waar de student staat m.b.t. het gewenste niveau van de competenties en eindkwalificaties die de opleidingen hanteert. Om die reden wordt ook altijd een studieloopbaangesprek gekoppeld aan de werkschouw/ beoordelingsvergadering aan het eind van een semester. De toetsing bij ArtEZ/IA is dus ontwikkelingsgericht en ziet er als volgt uit. Alle vakken worden door de individuele docenten beoordeeld. Daarbij wordt door de docent tevens examinator, beoordeeld of de student de leerdoelen heeft behaald aan de hand van vooraf vastgestelde beoordelingscriteria. De leerdoelen hangen samen met de beoogde competenties en eindkwalificaties. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de leerdoelen. Deze criteria zijn vooraf bekend bij de student. Vervolgens wordt in een werkschouw/beoordelingsvergadering de ontwikkeling (binnen het kader van de competenties en eindkwalificaties die de opleiding hanteert) van de individuele student door het gehele docententeam besproken. Die ontwikkeling wordt niet apart getoetst, maar wordt wel aansluitend in de studieloopbaangesprekken met de studenten ieder semester (twee maal per jaar) besproken. Bovendien worden de individuele beoordelingen door de docenten onderling besproken en geĂŤvalueerd. De docenten kijken op die manier met elkaar mee in de kwaliteit van de toetsing van het werk van de studenten. Daarmee wordt de objectiviteit van de beoordelingen gewaarborgd. Daarnaast is de beoordelingsvergadering voor het team een belangrijk moment voor evaluatie van het onderwijsprogramma. Aan de hand van de ontwikkeling van de studenten wordt besproken of de samenhang van het programma in een specifiek semester die ontwikkeling voldoende mogelijk heeft gemaakt. De docenten van de praktijklessen beoordelen aan de hand van een door het docententeam (onder begeleiding van een onderwijskundige van Onderwijs & Kwaliteit) ontwikkeld beoordelingsformulier. (Meer over dat formulier in het toetsplan.) De docenten zijn werkzaam in de beroepspraktijk, de opbouw van de opdrachten en de vorm toetsen is gerelateerd aan de manier waarop in die beroepspraktijk projecten worden gerealiseerd.
44
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h6
De theoriedocenten nemen deel aan het theorieoverleg van theoriedocenten binnen ArtEZ (soms ook op initiatief van het lectoraat theorie) waarbij de inhoud van het programma en ook de toetsvormen onderwerp van gesprek en uitwisseling zijn. In de voorgaande accreditatie is met name de werkschouw als sterk punt benoemd. Ook de gestructureerde werkwijze bij het toetsen en beoordelen en de borging van de kwaliteit van het proces door de betrokkenheid van meerder docenten en de heldere criteria zijn als goed beoordeeld. Werkwijze Hieronder volgt een korte beschrijving van de wijze van toetsen in de integrale leerlijn. In het toetsplan van ArtEZ/IA wordt hierop verder ingegaan en wordt verwezen naar voorbeelden van beoordelingen. In de ontwerpvakken wordt twee maal per jaar getoetst aan het eind van het semester. Bij de theorievakken wordt ook tussentijds getoetst. In de laatste lesweek per semester bepaalt de docent in de individuele beoordeling het voorlopige cijfer. Hoe dat cijfer tot stand komt, wordt samen met de student besproken aan de hand van het beoordelingsformulier. Bij aanvang van het semester en de opdracht is al aan de studenten bekend gemaakt op welke aspecten het werk zal worden beoordeeld. Tijdens een werkschouw die volgt in de week na de individuele beoordelingen, presenteert de student al het werk dat hij of zij in het afgelopen semester heeft gemaakt. Het voltallige docententeam (inclusief de theoriedocenten) bespreekt het totale werk en de voortgang per student. Tijdens deze beoordelingsvergadering worden de beoordelingsformulieren aangevuld met opmerkingen die door het gehele team over de individuele groei en ontwikkeling van de student en zijn of haar werk worden gemaakt. En worden de cijfers door de docenten definitief vastgesteld. Het cijfer kan, mits de docent dit vooraf aan de student heeft gemeld, tijdens de beoordelingsvergadering door de docent, met 1 punt worden verhoogd. Indien een docent twijfelt of het vak voldoende is afgerond wordt in eerste instantie bij de individuele beoordeling een 5/6 gegeven. In de beoordelingsvergadering wordt gekeken of de student nog aanvullende onderdelen heeft afgemaakt. Of dat gemiste onderdelen in het betreffende vak in andere ontwerpopdrachten binnen hetzelfde cluster wel zichtbaar zijn. Wanneer dat niet het geval is dan zal 5/6 alsnog worden afgerond met een onvoldoende, in dit geval een vijf. Bij het afronden van de EC van de clusters Praktijkstudie wordt gewerkt met een compensatieregeling. Deze regeling wordt beschreven in bijlage B van de OER INT Ba en OER INT Ad.
45
De studenten zijn niet aanwezig bij de werkschouw/beoordelingsvergadering. Tijdens individuele studievoortganggesprekken de dag na de schouw, worden de beoordelingen en opmerkingen van het docententeam met de student besproken. De beoordelingsformulieren worden gearchiveerd en kunnen door de studenten worden ingezien. De studievoortganggesprekken worden tenminste tweemaal per jaar gevoerd met de studenten door de mentor (tevens docent) en een docent. Soms is er ook halverwege het semester nog een gesprek indien de tussenevaluatie daartoe aanleiding geeft. Het afstuderen in semester 4 (Ad) en 8 (Ba) is ook onderdeel van deze leerlijn. Voor een uitgebreide beschrijving van de procedure en de wijze van beoordelen wordt verwezen naar de beschrijving van de afstudeerprocedure in de studiegids op de ELO.
3. Propedeuse In semester 1 studeren studenten ArtEZ/IA samen met studenten van de opleiding Art&Design Zwolle, in gemengde groepen. De integrale beoordelingen van de vakken uit de Integrale ontwerpleerlijn wordt om die reden samen met de opleidingen van ArtEZ/IA en Art&Design Zwolle georganiseerd. De wijze van toetsing is daarbij gelijk aan de beoordelingswijze van semesters 2 t/m6. In hoofdstuk 6 van de OER wordt de procedure van het bindend afwijzend studieadvies in de propedeuse fase van de opleiding beschreven. OER Ba, OER Ad. Op de Leeromgeving van de propedeuse Zwolle vinden de studenten de beschrijvingen van de vakken met de bijbehorende toetsingscriteria, van de gezamenlijke propedeuse (semester1).
4. Toetsing overige onderdelen zoals bijvoorbeeld de buitenschoolse stage 1. De toetsing van de stage wordt beschreven in de stagehandleiding Ba, en stagehandleiding Ad. De stagementor van het stagebiedende bedrijf beoordeelt de rol van de student tijdens de stage. De stagedocent beoordeelt de stage aan de hand van het beoordelingsformulier van de stagementor, het stagegesprek en het stageverslag. 2. De toetsing van de scripties wordt beschreven in het beoordelingsformulier van de scriptie Ba en de vakbeschrijving essay Ad. In de presentaties van de scripties tijdens de zogenaamde scriptiereferaten, wordt aan de studenten door docenten van zowel praktijk als theorie, gevraagd naar de samenhang tussen het praktijkwerk en de onderzochte thematiek in de scriptie. Dit referaat maakt onderdeel uit van de beoordeling. 3. In de vakken van de reflectieleerlijn, o.a. kunstgeschiedenis, filosofie en designhistorie, wordt beoordeeld aan de hand van tentamens en/of geschreven essay’s. Bijvoorbeeld bij de lessen kunstgeschiedenis wordt per semester op drie manier getoetst of de leerdoelen zijn bereikt. Door middel van een tentamen, in de vorm van een thuiswerkopdracht en tijdens gesprekken naar aanleiding van de beoordelingen van deze eerste twee onderdelen. Dit alles wordt gewogen tot één cijfer. In de vakbeschrijvingen van deze vakken is dat nader omschreven. 4. Voor studiereizen geldt dat deelname verplicht is, deelname is voldoende voor het afronden van dit studieonderdeel.
46
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h6
5. Toetsing eindkwalificaties In het document afstudeerprocedure Ba wordt beschreven op welke manier de eindkwalificaties worden getoetst. Ook wordt daar de procedure met tussentijdse presentaties en groen licht bijeenkomsten beschreven. Hetzelfde geldt voor de afstudeerprocedure van de Ad. In het toetsplan van de opleidingen worden de toetsvormen beschreven. De eindexamenbegeleiding bestaat uit meerdere docenten. Een aantal daarvan begeleidt de studenten wekelijks in de vorm van individuele werkbesprekingen. Andere docenten zijn voornamelijk aanwezig bij de tussentijdse presentaties. Een extern deskundige wordt aan deze groep toegevoegd bij de presentaties van het voorlopig en definitief ontwerp en het afsluitend examen. Deze extern deskundigen zijn altijd (interieur-) architecten die actief betrokken zijn in het werkveld en studenten niet vier jaar lang hebben gevolgd in de opleiding. Ze worden gevraagd een onafhankelijk oordeel te vormen van het afstudeerwerk. In 2010 was voor de Ba de extern deskundige Moriko Kira, in 2011 Ynte Alkema, in 2012 Matthijs Bouw, in 2013 is dat Ana Rocha. Voor de Ad was dat dit jaar Dienand Christe en in 2012 Judith Everaarts. De afstudeerwerken worden beoordeeld aan de hand van vooraf opgestelde beoordelingscriteria. Die criteria hangen nauw samen met de beoogde eindkwalificaties zoals die in H1 zijn beschreven. Hier is een voorbeeld te vinden van een beoordeling van een eindexamen in 2012. Tijdens de presentatie op het eindexamen wordt de student gevraagd te reflecteren op de manier waarop hij zich in zijn eigen ogen heeft ontwikkeld tot beginnend beroepsbeoefenaar. Daarvoor is in 2013 voor het eerst een formulier (reflectie formulier reflecterend en onderzoekend vermogen) ontwikkeld dat de studenten hierbij op weg helpt, en een link legt met de eindkwalificaties die de opleiding hanteert. In de afstudeeralbums Ba en Ad op de website, en de blogs van de opleidingen Ba en Ad zijn afbeeldingen van het afstudeerwerk van de afgelopen jaren te vinden. Verder wordt verwezen naar de lijst met afstudeerwerken.
6. Alumni (gerealiseerde eindkwalificaties) Alumni van de Ad kunnen er voor kiezen toelating te doen voor instroom in het derde jaar van de Ba. Dat is de afgelopen jaren enkele malen gebeurd. Ook nu studeren twee alumni 2012 van de Ad in het vierde jaar van de Ba. Anderen kiezen ervoor om aan het werk te gaan bij ontwerpburo’s. Een alumni 2012 werkt nu als interieurvormgever bij Studio Groen+Schild, twee alumni 2009 en 2010 werken sinds hun afstuderen bij Annekoos Littel Interieurarchitecten. En bij Nijboer Interieur & Design. Of ze starten een eigen buro, zoals Studio Vensterbank. Alumni van de Ba studeren steeds vaker verder binnen een masteropleiding. Zo zijn in zowel 2011 als 2012 alumni Ba gestart met de master Corpo Reality, de master interieurarchitectuur van ArtEZ. Of een master Retail and Interior in Rotterdam. Anderen kiezen voor een masteropleiding Architectuur, aan een Academie van Bouwkunst of aan de TU Delft. Soms kiezen ze voor een masteropleiding buiten Nederland, zoals een master architectuur aan de MSA, mßnster school of architecture, een master Exhibition Design Stanford University Manchester, of een master Interior Design in Milaan.
47
Bekende bureau’s, instellingen of bedrijven waar alumni van ArtEZ/IA werkzaam zijn • Architectuurstudio Herman Hertzberger
Sommige alumni gaan in eerste instantie aan het werk bij het bureau waar ze eerder stage liepen, zoals bij D Dock (alumna Ba 2011) en bij Hollandse Nieuwe (alumnus Ba 2012) . Of ze vinden een baan middels open sollicitaties of op uitnodiging naar aanleiding van de eindexamenexpositie. Zoals bij Horequip (alumna Ba 2011) bij Ahrend (alumna Ba 2010).
• IM Architecten • Kossmann De Jong • ontwerpafdeling IKEA • Hollandse Nieuwe • Studio Groen+Schild • D-Dock • OTH
Een aantal alumni start een eigen ontwerpburo. Vaak doen ze dat op eigen kracht, daarbij kunnen ze ondersteuning zoeken door bijvoorbeeld cursussen te volgen bij het Art Business Centre van ArtEZ. Het ABC verzorgt trainingen en masterclasses over kunst en ondernemerschap waar oud-studenten gratis aan kunnen deelnemen tot drie jaar na afstuderen. Het Art Business Centre organiseert ook regelmatig workshops over kunst en ondernemerschap.
• INA MATT • Insight Vormgevers Interieurarchitecten • afdeling vastgoed Universiteit van Utrecht
Ook is er Projectburo Zwolle* visual research & projects, het projectbureau van ArtEZ Art, Design + Interieurarchitectuur. Bureau Z* werkt voor oud-studenten van ArtEZ en is opgericht om kansen voor hen te creëren waarmee ze meer ervaring kunnen opdoen met onderzoek- en praktijkprojecten van niveau, waardoor ze een betere positie in het werkveld kunnen verwerven. Inschakeling van oud-studenten voor externe opdrachten gebeurt overigens tegen een afgesproken minimum uurtarief waardoor er geen concurrentie ontstaat met de arbeidsmarkt. In Zwolle zijn alumni ook gestart binnen R10, de cultuurwerkplaats van Zwolle voor startende culturele ondernemers. Deelnemers (kunstenaars, theatermakers, grafisch ontwerpers of musici) worden gedurende max. vier jaar ondersteund/begeleid bij het starten van hun eigen onderneming. Jeroen Molenaar is een alumnus die via deelname aan R10 zelfstandig gevestigd is als ontwerper. Sinds dit jaar Is Nick Glazenburg (alumnus 2012) deelnemer.
“De werkzaamheden die de alumni verrichten sluiten goed aan bij de opleiding. Over het niveau van de opleiding zijn de alumni erg tevreden. Het programma
Recente alumni met een eigen ontwerpstudio zijn • Ontwerpplek, Hilde Wopereis • Koekkoek Interieurarchitectuur, Evelien Koekkoek • StudioSjef, Sjef Mols • Bram Oosterhuis
is actueel en de verschillende studieonderdelen van de opleidingen vormden volgens de alumni een samenhangend geheel.
De factor tijd speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van alumni na het afronden van de opleiding. In deze actuele overzichten alumni Ad en alumni Ba wordt in grote lijnen gearchiveerd wat alumni gaan doen na afronding van de opleidingen.
De respondenten zijn zeer tevreden over vakinhoudelijke deskundigheid van de docenten. Ook vond een meerderheid van de alumni dat de docenten goed op de hoogte zijn van de beroepspraktijk.” Citaat uit analyse alumni enquete 2012
48
Design prijzen op het gebied van ruimtelijke vormgeving zijn schaars. Waar mogelijk nemen alumni en studenten deel aan een prijs of selectie binnen het vakgebied of daaraan gerelateerd. • Robert van Middendorp, 1st prize International Concrete Design Competition 2012 • Floor Tuerlings, genomineerd voor de BNI prijs 2012 • Jeroen Molenaar, genomineerd voor de Frans de Wit prijs 2013 • Isabel Friedrichs, genomineerd voor de BNI prijs 2013 • Mark Siemerink is in 2009 geselecteerd voor de eindexamen uitgave van Items
ArtEZ/IA | KRITISCHE REFLECTIE 2014 | h6
7. Reflectie ArtEZ/IA is erg tevreden met het niveau van haar afstudeerders. Interessant daarbij is dat het niveau van de alumni goed aansluit bij diverse masteropleidingen, zowel aan een hogeschool als aan een universiteit. Van werkgevers uit de beroepspraktijk horen we vaak dat alumni van ArtEZ/IA goed direct inzetbaar zijn. Velen weten na enkele jaren door te groeien naar belangrijke posities binnen een groot bureau, of ze starten met een eigen (interieur-)architectenbureau. Waarbij deze op hun beurt vaak ook weer kiezen voor alumni van ArtEZ/IA wanneer ze vacatures of een stageplek hebben te vervullen. Voorbeelden daarvan zijn Tine Groen en Ellen Schild van Studio Groen+Schild, en Ferdinand van Dan van OTH, Ina Meijer van INA MATT, Eric Wezenberg van Zenber. Alumni worden nog steeds gevraagd te solliciteren op een vacature bij het buro waar ze eerder stage liepen. Anderen kiezen er voor door te studeren binnen een masteropleiding waarmee ze het instromen in de arbeidsmarkt uit stellen en zich tegelijkertijd blijven ontwikkelen. Ook het vestigen als zelfstandig ondernemer met ontwerpopgaven in opdracht gebeurt veel. Vaak wordt dat in eerste instantie gecombineerd met een bijbaantje omwille van de economische zelfstandigheid. ArtEZ/IA is tevreden over haar toetsing, we zijn op deze manier goed in staat de ontwikkeling van de studenten te sturen. De studenten zijn tevreden met de wijze van toetsing en beoordeling in de opleiding. In de NSE wordt op dit item de afgelopen jaren goed gescoord (3,5 in 2011, 3,6 in 2012 en 3,6 in 2013). Hieronder een overzicht van de scores op de subitems: Onderwerp
Interieurarchitectuur
Duidelijkheid criteria
2011 2012 2013
3,6 3,5 3,5
Aansluiting toetsing bij inhoud opleiding
2011 2012 2013
3,7 3,4 3,6
Tijdig bekendmaken resultaten
2011 2012 2013
3,4 3,6 3,3
Onlangs is het toetsplan van de opleiding besproken met de examencommissie van de faculteit. De omvang van de clusters van de Praktijkstudie in EC is een punt van aandacht gebleken. In het voorjaar zal dit onderwerp van gesprek zijn op een tweetal studiedagen die zullen worden gehouden samen met de andere bacheloropleidingen. Uit de alumni enquête 2012 blijkt dat er meer behoefte is aan voorbereiding op ondernemerschap, bijvoorbeeld in de vorm van acquisitie of jezelf presenteren in een sollicitatiegesprek. Het Art Business Centre van ArtEZ biedt aan zowel studenten als alumni trainingen op dit gebied. Tegelijkertijd werkt ArtEZ/IA, samen met de andere A&D opleidingen in Zwolle, aan een uitbreiding van het onderwijsprogramma op het gebied van ondernemendheid. Naast het vak Arteconomie, waarin studenten onder meer leren hoe ze een eigen
“Naast positieve punten zijn er ook aandachtspunten. Er zijn een aantal onderwerpen gemist over onderneming, commerciële onderwerpen, management en verdieping in het algemeen. Daarnaast zijn competenties organiserend vermogen, vermogen tot samenwerking, communicatief vermogen en omgevingsgerichtheid ongeveer bij de helft van de respondenten als neutraal bestempeld. Het blijkt dat deze onderdelen niet expliciet genoeg terug kwamen in de opleiding. Met name samenwerking
en communicatief vermogen hadden alumni
meer willen zien in de opleiding.” citaat uit analyse alumni enquete 2012
49
onderneming opzetten, welke fiscale consequenties dit heeft en hoe ze moeten omgaan met auteursrecht, wordt de bno (bond van Nederlandse ontwerpers) uitgenodigd om lezingen te verzorgen op het gebied van Auteursrecht en de start in de beroepspraktijk. De communicatie- en presentatietrainingen worden al eerder in de opleiding aangeboden, beroepsbeoefenaars worden uitgenodigd om te komen vertellen over de eigen beroepspraktijk, (de zogenaamde inspiratielezingen). Sinds enkele jaren neemt ArtEZ/IA het initiatief om in de vorm van een ‘terugkometentje’ studenten en alumni met elkaar in contact te brengen. Alumni worden uitgenodigd iets te vertellen over de eigen beroepspraktijk, de masteropleiding die ze hebben gedaan, of over de manier waarop ze een eigen bedrijf zijn gestart. Tijdens het etentje is er ruimte om informeel kennis en ervaringen die zijn opgedaan na het afronden van de opleiding met elkaar uit te wisselen.
Bij het schrijven van deze Kritische Reflectie hebben we gepoogd zo volledig mogelijk te zijn. Voor onderliggende en aanvullende documenten kunt u contact opnemen met het hoofd van de opleidingen Ingrid van Zanten. i.vanzanten@artez.nl
Colofon Ontwerp & layout | Neon ontwerpers Fotografie | Christiaan de Bruijne | Nico van Maanen In opdracht van ArtEZ Interieurarchitectuur | www.artez.nl/architectuur | 01/2014 ArtEZ Interieurarchitectuur is onderdeel van de faculteit Architectuur en Interieur van ArtEZ hogeschool voor de kunsten.
50