Auteur: Stefan Bolt Titel: Was het niet Joop ISBN: 978-90-831737-0-2 Geïllustreerd Gebonden 192 pagina’s Prijs 22,99 euro Formaat 13,5 x 21 cm Social media bereik Live Slow Ride Fast: (Instagram, Twitter, Strava) 300.000 volgers Podcast downloads: 50.000 per aflevering Nieuwsbrief bereik: 7.000 abonnees
De mateloos populaire wielerpodcast Live Slow Ride Fast van oudrenner Laurens ten Dam en Stefan Bolt kent al meer dan honderd afleveringen. De twee levensgenieters zijn toonaangevend als het gaat om koersbeleving in de ruimste zin van het woord. Het gaat bij hun over het goede leven op en naast de fiets. Ze hebben inmiddels een grote schare fans aan zich weten te binden en bouwen met veel energie aan het Live Slow Ride Fast merk. Omdat wielrennen als het leven is, kun je daar ook heel goed verhalen over vertellen. En dat is precies wat Stefan Bolt doet. Zijn kijk op de koers, en zijn manier om die op papier te zetten, zijn enthousiasmerend en recht vanuit zijn hart. Bolt is insider en outsider tegelijk. In zijn aanstekelijke verhalen neemt hij nu eens de actuele koers onder de loep, dan schrijft hij weer een ode aan een oude kampioen. Uit al zijn verhalen komt eenzelfde licht romantische schrijver naar voren, die leeft naar zijn eigen gekozen motto.
LSRF wordt in de boekhandel vertegenwoordigd door New Book Collective verkoop@newbookcollective.com 020 2260238 Rutger Vos, Niels Koemans, Tjamke van Hekken, Eveline van der Made, Maarten Richel
Speciaal voor deze uitgave schreef Laurens ten Dam een voorwoord.
Stefan Bolt (42, getrouwd, drie kinderen) richtte samen met Laurens ten Dam Live Slow Ride Fast Media op. Om het idee achter het motto tot leven te brengen. Stefan heeft een achtergrond in marketing, is vanaf jonge leeftijd weg van de fiets en vooral: verhalenverteller. Dat laatste blijkt uit deze bundel, waarin hij vaak z’n eigen twist aan de actualiteit en de verhalen erachter geeft. Of zoals ie het zelf zegt: ’Een goed verhaal is net een broodje ei – daar moet een lik mayonaise op.’
T
oen ie in 1965 in het leven werd geroepen, was dat om Il Campionissimo te eren. Vijf jaar na z’n dood. De Cima Coppi. Bovenop de hoogste col van de ronde, ligt ie elk jaar te wachten. En eigenlijk is de Passo dello Stelvio de Cima Coppi par excellence: de hoogste, en misschien wel de mooiste van allemaal. Èn de plek waar Coppi zèlf z’n grootste momenten beleefde. Z’n mooiste misschien wel, in ’53, toen de Stelvio voor het eerst in de ronde was opgenomen. Fausto won eerder vier Giro edities, maar dat jaar leek de pedaleur de charme, vriend van Coppi bovendien, Hugo Koblet, uit een beter hout gesneden. Met nog twee etappes te gaan, lag de Giro van dat jaar in de plooi. Koblet was niet te kloppen - zo leek ook Fausto te denken. De volgende dag stond de loodzware etappe over de nieuwe onbekende Passo dello Stelvio op het programma, en Coppi en Koblet gingen met elkaar in de slag: Coppi de etappe, Koblet het eindklassement. Maar daar moest Aldo Zambrini - de grote baas van sponsor Bianchi - niks van weten. Z’n ploeggenoten net zo min. De avond ervoor werden door de baas, z’n ploeg, maar ook de aanwezige pers, de eerste zaadjes geplant in het hoofd van Fausto. Zou het pact gebroken kunnen worden? Op de flanken van de Stelvio voltrok zich een tactisch steekspel, waarbij uiteindelijk de Italiaanse Nino Defilippis een cruciale rol speelde. Hij werd door Fausto zelf aangespoord om uit het elitegroepje van de laatste overgebleven vijf renners te demarreren. En zo geschiedde.
Het plan werkte: het was Koblet zelf die met een verschroeiende demarrage het gat met de jonge italiaan dichtte. Hij was uit de tent gelokt en belangrijker: hij verbrak daarmee de overeenkomst tussen de twee kampioenen. Fausto remonteerde. Hij zette aan en vloog momenten later langs de achtergelaten Italiaan. En snel daarna voorbij de Zwitser. De legende gaat, dat die dag Giullia Locatelli, Faustos’ z’n geliefde op de Stelvio stond. Tussen het publiek. In haar witte jas. En Fausto zag haar staan. ‘Zie ik je bij de finish?!’ vroeg Fausto, in volle inspanning. ‘Ja natuurlijk mijn liefste Fausto!’, antwoordde La Dama Bianca. Het bracht Fausto in vuur en vlam - ze zagen ‘m nooit meer terug. En Coppi en Koblet spraken elkaar nooit meer.