‘Wees breed opgeleid, vooral in deze tijd’
The New School for Information Services Jaarboek 2011-2012
55
‘Wees breed opgeleid, vooral in deze tijd’
The New School for Information Services Jaarboek 2011-2012
Hbo Marketingcommunicatie NVAO geaccrediteerd
1
Inhoud Inhoud Voorwoord Introductie leraren Uitreiking diploma en propedeuse Klassenfoto 1A Klassenfoto 1B The New School in de praktijk Elles Haverkort Studiereis Kopenhagen Valentijn van Noorle Jansen Ed Johnson Anja Haver Het Scheepvaartmuseum Maureen van Aken Tom van Limpt Tamara Ebaz Klas 2A Klas 2B Klas 2C Inleiding alumni Debbie Koeman Jeroen Ragas Bestuur en docenten Financieel jaarverslag Nawoord Colofon
2
2 3 4 11 12 13 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 35 36 37 38 40 42 43 48 49
Voorwoord ‘Nog dikker, nog mooier, nog completer’ zou de reclametekst kunnen zijn bij het vierde jaarboek. De integratie van inhoudelijke componenten, de seminars en bedrijfsbezoeken en de financiële verslaglegging in een jaarboek, is een volgende fase ingegaan. Het thema van dit jaar is het werkveld buiten en binnen de opleiding. Interviews met ondernemers en docenten (die naast hun docentschap veelal ook ondernemer zijn) vormen de kern van het boek. Daarnaast bevat het foto’s van studenten en de studiereis. Kortom, het is weer een prachtwerk geworden. Veel dank aan de makers; veel lees- en kijkplezier voor de gebruikers. Kees Spijker Directeur The New School for Information Services
3
Introductie van leraren Alex de Jong - marketing & financiën
I
k ben dertien jaar geleden bij The New School in dienst getreden. Daarvoor was ik als docent economie werkzaam op een particuliere middelbare school en in de avonduren verzorgde ik de marketingcursussen NIMA-A en B. Wat langer geleden was ik verbonden als docent economie aan middelbare scholen en aan het HEAO. Nog langer geleden verhandelde ik onroerend goed. Momenteel werk ik voor The New School als docent marketing, financiën en kwantitatieve methoden en ik ben voorzitter van de examencommissie. Daarnaast begeleid ik stages en scripties. Marketingkennis is uiteraard cruciaal voor een marketingcommunicatiestudent. Financieel-economische kennis en inzicht zijn nodig om de marketingcommunicatie-problematiek in een bredere context te kunnen plaatsen. Kwantitatieve methoden zijn ter ondersteuning van marketing en onderzoeksvaardigheden (2e en 3e jaar).
Dorieke Mulder - projectmanagement, bedrijfscommunicatie, pr
I
k geef drie verschillende vakken in het eerste en tweede jaar: projectmanagement, bedrijfscommunicatie en public relations (pr). Het brede vakkenpakket van The New School hangt direct samen met het brede werkterrein van de marketingcommunicatie. Het doceren van meer dan één vak komt daar direct uit voort. ‘Niet kunnen kiezen,’ zal de één zeggen, ‘generalist en op veel terreinen inzetbaar’, zal een ander zeggen.’ Voor mij hoort die verscheidenheid gewoon bij mij. Lesgeven op The New School is pas geslaagd als ik merk dat een student zijn huiswerk niet meer ‘voor mij’ doet, maar er zelf met plezier mee aan de slag gaat. Dat doorgeven van een heel klein stukje van mijn passie voor het werkgebied geeft mij voldoening. Binnen de kleinschalige opzet van The New School is het overdragen van kennis en ervaring vooral leuk omdat je alle studenten kent en persoonlijk kunt motiveren en begeleiden. Naast de drie vakken heb ik ook drie verschillende banen… Op maandag ben ik docent bij The New School, de rest van de week druk met twee eigen bedrijven: OnChannel en Vrouw & Geldzaken. OnChannel is een klein en in de IT-sector gespecialiseerd bureau voor marketingadvies & uitvoering in de Benelux. Vrouw & Geldzaken begeleidt vrouwen bij het vergroten van hun financiële zelfredzaamheid, (zie vrouwengeldzaken.nl). Daarnaast ben ik eigenaar en bedenker van het concept berenstraat24.nl. Het is een pop-up store waar je als ondernemer voor enkele weken kunt uitproberen of je producten aanslaan bij het winkelende publiek van de 9-Straatjes in Amsterdam (buurt; Unesco Werelderfgoed). Ik heb bedrijfskunde gestudeerd aan Nijenrode en twintig jaar lang commerciële posities in de ICT-sector bekleed in binnen- en buitenland. Recent ben ik twee jaar actief geweest als member van de board of directors van de in Japan opgerichte vestiging van OnChannel.
4
Joan Gannij - English Writing
I
give lessons in English Writing for first and second year students. I believe that good writing supports good thinking. To come up with original ideas, communicate them on paper, and eventually circulate them through various media: essential for a marketing and communication study. Six years ago I was contemplating a slight change of direction in my career as a copywriter/editor for multinational corporations. Based on my diverse career and extensive experience as a journalist/ editor/marketing specialist, I felt it was time to give something back, to share my expertise in an academic setting with a new generation. I was approached by Bryna Hellman, the founder of the New School, who was about to retire (at the age of 78!) as The New School Director and English Writing instructor. I still have my own editorial office and I am an author of two prize-winning children’s books, travel guides, and various other subjects, as well as a song lyricist who composes for a number of performing artists, including Denise Jannah, Connie Breukhoven, Carola Smit, and Anita Meijer. In 2011 my photographs were exhibited in two major museums: Huis Marseille (Amsterdam) and Huntington Library (Los Angeles). I was born in NYC and raised in Los Angeles. After studying psychology and communications at university, I started my career as a photojournalist, working freelance for the LA Times, and then as a feature writer for the San Diego Union. My dream as a child was to be on the radio and I was the first female rock dj on the #1 radio station in San Diego; I later hosted two radio talk shows in Los Angeles, ‘Culture Shock’ and ‘Off the Record’ where I interviewed artists like Leonard Cohen, Bruce Springsteen, Elton John, and Mohammad Ali. Radio will always be in my heart. It is a great medium.
Steven Murray - Cambridge English & Business English
A
s we all know, once you decide to take your product/service/ message outside of the Netherlands, the dutch language becomes irrelevant. Which foreign language to choose? It is likely that your target group/partner will be in a BRIC country or the middle east/UAE and based on this English is and always has been the logical choice. At the academic level as students compete for jobs in the international market it is very useful for The New Schoolers to include an EFL diploma on their c.v. such as CAE,or BEC higher. I came to the New School after a tip from a colleague that Bryna Hellmann was looking for additional staff in the English department. Besides teaching at The New School I also give courses on behalf of the British Language Training Centre in Amsterdam. In addition I am an examiner for IELTS and Cambridge ESOL exams. Before going into teaching I spent 2-3 years working in the tourism sector working as a representative for a UK tour operator in Madeira, Turkey and Morocco.
5
Miriam Deckers - graphic arts, fotografie en projecten
A
ls creatief en praktisch onderdeel van het vakkenpakket hebben de vakken graphic arts en fotografie in de jaren dat de school bestaat een ontwikkeling doorgemaakt van analoog naar digitaal. Daarnaast heeft het beeld een steeds prominenter plaats ingenomen binnen de beroepsrichting. Door het zelf produceren van folders en brochures, het combineren van tekst en beeld, leer je de basis van het vak van binnenuit. In alle ontwikkelingen die elkaar steeds sneller opvolgen, blijven de basiswaarden overeind: vorm en inhoud, concept en uitvoering, kleurgebruik en betekenis. Het aanleren van de basale kennis zorgt ervoor dat je alle ontwikkelingen flexibel kunt blijven volgen. Zo is de toepassing van kleur in verschillende disciplines anders. Als je een goede kennis hebt van de kleurenleer komt dat niet alleen van pas op het vlak van stijl en sfeer, maar ook financieel. Je weet hoeveel er in het drukproces mis kan gaan door verkeerde kleurinstellingen die al in het begin van het ontwerpproces moeten worden bepaald met het oog op de uiteindelijke manier van produceren. Je weet ook welk ander deel van de kleurenleer er van toepassing is binnen de digitale fotografie en bij webdesign. Over de vraag hoe ik bij The New School terecht kwam, kan ik kort zijn; ik liep naar binnen met de interesse voor een, naar ik dacht, cursus, en toen ik weer buiten stond, had ik een baan. Zo ging dat in die tijd, maar het was een zeer goede stap, ik ben gebleven. Vooral omdat de school en de vakken waar ik les in geef in constante ontwikkeling zijn, blijft het razend interessant. Ik heb me eigenlijk altijd met ‘beelden en vormen’ beziggehouden. In eerste instantie wel erg letterlijk, ik heb jaren gebeeldhouwd en maakte bronzen en houten beelden en keramiek. Ook heb ik langere tijd ontwerpen gemaakt voor interieurproducten. Van driedimensionaal ging ik langzaam over naar het tweedimensionale vlak, fotografie en grafisch vormgeven kregen mijn interesse. Dit zijn de vakken waarin ik op deze school les geef en waarin ik daarnaast in opdracht werk.
Gerwin Konijnenberg - marketingcommunicatie
V
anaf 2006 geef ik het vak marketingcommunicatie op The New School. Zoals de naam al doet vermoeden gaat het om... communicatie. In dit geval tussen producenten en de markt. Maar die markt bestaat uit verschillende mensen: verschillend in leeftijd, woonplaats, levensfase en dergelijke, maar ook verschillend in wensen, ideeën, gevoelens en productgebruik. Marketingcommunicatie is het in contact treden met die consumenten om hun kennis, attitude en gedrag te beïnvloeden zodat ze uiteindelijk kopen. Peter Sellers zei eens: ‘Reclame is de kunst van op het onderlijf richten en de portemonnee treffen.’ Daarnaast ben ik zelfstandig communicatieadviseur die op interim-basis klanten adviseert en helpt om hun marketing- en communicatiebeleid invulling te geven. Daarnaast verzorg ik trainingen gericht op management, verkoop en communicatie.
6
Joost Gramsbergen - maatschappij & cultuur, actualiteiten
W
elkom, ik ben Joost Gramsbergen. Ik neem je bij de hand voor je algemene ontwikkeling. Waarom dat nodig is? Zoals je al hebt begrepen, is The New School een generalistische opleiding. Dat houdt in dat we breder kijken dan de marketingcommunicatie. Logisch, want als je in dit vakgebied succesvol wil worden kom je er niet met vakkennis uit handboeken. Marketingcommunicatie is immers geen eiland. Het bevindt zich te midden van een bredere omgeving, die van de mensen in hun samenleving. Eigenlijk begint succes in je toekomstige vak met het leukste dat er is: apies kijken in hun apenboom. Die apies zijn wij, mensen, consumenten, hun apenstreken heten bij ons cultuur, en de apenboom is de samenleving. Bij het vak actualiteiten leer je natuurlijk eerst om het nieuws op geregelde basis bij te houden. En wel op een methodische wijze, met een Zwitsers zakmes vol snufjes om te bepalen wat voor nieuws door welk medium op welke wijze wordt gebracht. Bij het vak maatschappij & cultuur maak je in het eerste jaar kennis met je wortels. Hoe en waarom is onze westerse samenleving geworden zoals zij is, en wie ben jij in dat grote geheel? Die vragen behandelen we in het blok cultuurgeschiedenis en filosofie. En verder: religie. Daar moet je namelijk het nodige van afweten, wil je de culturen op deze wereld wezenlijk begrijpen. Het tweede jaar bestaat hoofdzakelijk uit opdrachten. Eerst: leer kijken en interpreteren. Verdiep je in de onbekende mensen uit het straatbeeld om je heen. Wie zijn zij, wat willen zij, hoe geven zij hun leven vorm? En hoe worden ze bepaald door hun fysieke omgeving? Daarna leer je wat je moet doen en laten als je in een andere cultuur verblijft. Tot slot, in het blok trendwatching, kijk je naar de toekomst. Waar gaan we naartoe? En hoe kan je daar met je toekomstige beroep op inspelen?
Dré Kamphraath - auteurs- en mediarecht, crossmedia en online-marketing
I
k geef verschillende vakken: auteurs- en mediarecht, crossmedia en online-marketing. In de lessen auteurs- en mediarecht gaat het om welke regels er zijn rondom het gebruik van goederen of diensten die met een intellectueel eigendom zijn belast (muziek, film, fotografie, vormgeving). En welke regels gelden er voor de media? Crossmedia is een vak waarin de studenten leren: wat zijn de ‘nieuwe media’? Wat zijn de ontwikkelingen? Wat is de invloed op de andere media en op de communicatie in zijn algemeenheid? Bij online-marketing hebben we het over welke nieuwe tools er zijn voor een marketeer op internet en mobiel en hoe je die inzet voor een campagne. Ik geef al les op The New School sinds 1987 en ben daarnaast directeur en partner bij InterimIC, een groep nieuwe media consultants. Ook ben ik mede-eigenaar van Creative Projects, een bureau voor grafische vormgeving.
7
Jerôme Inen - professioneel schrijven
I
k ben begonnen op The New School in 2003, hetzelfde jaar dat ik met tennisles geven begon. Als je me dat tien jaar geleden had gezegd, had ik je niet geloofd. Hiervoor was ik freelance journalist en tekstschrijver en redacteur bij de Volkskrant en Intermediair. Ik schreef daarnaast voor bladen als HP/De Tijd, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer en JazzNu. En ik publiceerde twee romans, (bij Uitgeverij Contact, Amsterdam). Ik ben op TNS begonnen met drie lessen per week journalistiek aan de eerstejaars. Toen ben ik langzaamaan meer lessen gaan geven. Eerst ook aan de tweedejaars… toen ging de docent Nederlands weg, en toen ben ik “doorgegroeid” naar de functie van docent Nederlands algemeen. Uiteindelijk hebben ik en Kees (de directeur, red.) besloten het vak om te dopen tot professioneel schrijven 1 en 2. We vonden beiden dat onze studenten in hun toekomstig vakgebied marketingcommunicatie professioneel moesten leren omgaan met schriftelijke communicatie. Dat betekent meer dan simpelweg leren spellen. Al op hun eerste stage zullen onze studenten hun baas of manager moeten helpen in het nemen van beslissingen. Daarvoor moeten zij informatie kunnen verwerken en produceren. Hoe bereid ik ze daar op voor? Nederlands in het eerste jaar geef ik in drie onderdelen: journalistiek, argumentatieleer en taalbeheersing. Bij journalistiek moeten de leerlingen aan het eind van het eerste jaar in staat zijn een goed nieuwsbericht te schrijven: lijkt simpel, maar is moeilijk. Wie een nieuwsbericht kan schrijven ‘snapt’ niet alleen journalistiek, hij of zij snapt ook hoe bij informatie het kaf van het koren wordt gescheiden.
Annette Schwartz - psychologie
S
inds schooljaar 2001 tot vorig jaar heb ik het vak psychologie gegeven aan het eerste jaar op The New School. Vanaf dit schooljaar geef ik studievaardigheden/examentraining in het eerste jaar. Daarnaast geef ik begeleiding aan het tweede jaar bij het schrijven van de psychologiescriptie. Psychologie is een vak dat overal aansluiting bij vindt. Binnen het programma van The New School heeft het raakvlakken met vakken zoals communicatie, cultuurgeschiedenis, pr en marketing. Bovendien is alles wat wij doen, ons gedrag in het algemeen, altijd afhankelijk van motivatie, communicatie en interactie met anderen. De psychologiescriptie die in het tweede jaar geschreven moet worden, richt zich op deze raakvlakken van de psychologie met marketingcommunicatie. Ook ben ik de schoolcounselor - dat houdt in dat studenten bij mij terecht kunnen voor begeleiding bij emotionele problemen en studieproblemen. Buiten mijn werkzaamheden voor The New School heb ik een eigen praktijk voor kortdurende psychotherapie voor hoogbegaafde kinderen en jongeren.
8
Chris Sent - recht
B
ij het vak rechten denkt iedereen aan saaie wetteksten en dikke stoffige wetboeken. Ik zie het als een mooie taak als docent om duidelijk te maken dat recht helemaal niet saai is en studenten geĂŻnteresseerd te maken voor dit vak. Recht is mooi, recht is prachtig, het is taal en vormt de ruggengraat van onze samenleving. In het recht liggen onder andere onze normen en waarden en de wijze hoe wij met elkaar omgaan en nog heel veel meer vast. Marketingcommunicatie raakt in veel facetten aan recht, in het bijzonder media- en informatierecht. Dat is een containerbegrip voor bijvoorbeeld het recht van de vrijheid van meningsuiting, reclamerecht maar ook het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer oftewel privacyrecht en nog vele andere specialistische rechtsgebieden. Media- en informatierecht en in het bijzonder reclamerecht was mijn specialisatie toen ik kwam lesgeven op The New School in 2005. Ik geef maar een paar uur les. Net genoeg om iets van wat ik allemaal weet over te kunnen dragen van dit totaal niet saaie vak. Andersom blijft het keer op keer een feestje om te zien, te horen en te voelen wat er onder studenten leeft, daar leer ik van keer op keer en dat houdt het lesgeven boeiend. Inmiddels heb ik mijn werkgebied verplaatst van reclamerecht naar mensenrechten en in het bijzonder de strijd tegen mensenhandel, oftewel gedwongen uitbuiting in de prostitutie en andere bedrijfstakken. Dat doe ik voor het Centrum Kinderhandel Mensenhandel. Hoe we in onze zogenaamde beschaafde samenleving, ook hier in Nederland, mensen, kinderen uitbuiten alsof het dingen zijn, in de seksindustrie en daarbuiten, dat heeft mijn hart gegrepen en laat het niet meer los. Tijdens een van mijn lessen besteed ik ook altijd wel aandacht aan dit onderwerp.
Reuben Wijnberg - organisatiepsychologie & persoonlijke ontwikkeling
I
k geef twee vakken op The New School, namelijk in het tweede jaar organisatiepsychologie en in het derde jaar persoonlijke ontwikkeling. Ik ben docent sinds 2002. Organisatiepsychologie is een introductie in menselijke relaties in organisaties. Het gaat onder andere over stijlen van leidinggeven, stress en burn-out, machtsgebruik, internationale organisatieculturen en groepsgedrag. Persoonlijke ontwikkeling heeft tot doel studenten na hun eerste stage een scherper beeld te laten krijgen van hun kwaliteiten en drijfveren. Het eindproduct is een persoonlijk ontwikkelingsplan, waarmee studenten de volgende stap in hun loopbaan met meer zelfinzicht kunnen zetten. Ik ben naast docent op The New School zelfstandig personeels-organisatieadviseur (onder andere bij het Amsterdams Uitbureau), docent hrm- en verandermanagement bij InHolland en redacteur en presentator van radioprogramma’s bij AmsterdamFM 106.8.
9
Stefan Molenaars - onderzoeksvaardigheden
S
inds 2011 ben ik op The New School actief als afstudeerbegeleider en docent onderzoeksvaardigheden. Sinds 1999 ben ik actief in het hoger onderwijs: eerst parttime, later fulltime. Tot 2002 werkte ik voornamelijk in de zakelijke dienstverlening in diverse management- en salesfuncties. Ook ben ik vijf jaar werkzaam geweest voor het NIMA, het Nederlands Instituut voor Marketing. De module onderzoeksvaardigheden heeft tot doel studenten voor te bereiden op hun afstudeeropdracht, waarin ze voor een bestaand bedrijf praktijkonderzoek moeten doen op basis waarvan ze aanbevelingen doen. Met het oog op de beroepspraktijk geldt dat studenten na het afstuderen, in wat voor functie ze ook terecht komen, beslissingen nemen die deels en soms zelfs volledig op basis van onderzoek genomen worden. Iemand die onderzoeksvaardig is, neemt dus ook vaker de juiste beslissingen voor bedrijven. Last but not at least dragen onderzoeksvaardigheden bij tot kritisch en analytisch denken, onmisbaar voor de moderne, zelfbewuste wereldburger.
Carmen Monton - Spaans
A
l bijna tien jaar ben ik docente Spaans op The New School for Information Services. Mijn vak geeft de studenten van marketingcommunicatie de kans de basis van de derde wereldtaal (Spaans) te leren en een open mentaliteit voor spaans-gerelateerde markten te ontwikkelen. De lessen gaan naast taalbeheersing ook over de bedrijfscultuur en de do’s and dont’s bij het aangaan van zakelijke relaties met Zuid-Amerikaanse en Spaanse bedrijven. Tot vorig jaar heb ik naast het lesgeven op The New School de afgelopen jaren lesgegeven op de HES (onderdeel van de Hogeschool van Amsterdam). Naast mijn werk als docent ben ik ook freelance journalist voor verschillende Spaanse kranten/weekbladen. Ik werk met veel plezier op The New School, vooral door de kleine klassen en door de fijne samenwerking met gemotiveerde collega’s.
10
Uitreiking diploma en propedeuse
11
Klas 1ďż˝
Van links naar rechts: Egon Feiner - Maxine Grobbe - Sterre Koops - Matthijs Jaakke - Caitlin van der Marel - Floris Rademaker - Francesca Heukensfeldt - Davey Blok - Milou Hoes Olivier Korijn
12
Klas 1B
Van links naar rechts: Georgi Vasjurin - Dylan Ravelli - Nikki van Kappel - Sterre Schutte - Joy Weijel Lisanne Rahusen - Isabelle Winnubst - Emma Mulder - Joey Hoopman - Wouter van Raamsdonk
13
The New School in de praktijk Na twee jaar The New School is het zover: aan het werk. De breed opgeleide studenten gaan op stage en zullen nu stappen moeten gaan zetten en zich omturnen tot echte carrièremakers. De eerste twee jaar van de studie heeft de student te maken gehad met alle aspecten van het vakgebied marketingcommunicatie. De verschillende seminars die studenten volgden hebben geleid tot nieuwe inzichten en impulsen. De studenten waren altijd bereid om aandachtig mensen aan te horen die succesvol presteren in de praktijk, de notitieboekjes schoten dan ook altijd uit de schooltassen. Van communicatiemanagers van musea, tot entrepreneurs; ze betraden allen het seminarpodium van The New School for Information Services. De interviews in dit jaarboek geven een impressie van succesvolle professionals die actief zijn in het vakgebied waar The New School zich op richt. Twee getalenteerde alumni waren bereid hun ervaringen te delen en zo een inzicht te geven in ‘studenten na de studie’. De tweedejaars gingen dit jaar op studiereis naar Denemarken. Nadat de studenten in Aarhus twee dagen lang een actief en leerzaam programma bij KaosPilots volgden, vertrokken zij per trein richting Kopenhagen. Naast de bekende bezoeken aan toeristische trekpleisters (zoals Det Lille Apotek, het oudste restaurant van Kopenhagen), was er natuurlijk een heuse stapavond die opperbest verliep. Zo gezegd is zo gedaan: ‘Wees breed opgeleid, vooral in deze tijd.’
14
15
Uitgelicht: marketing
Elles Haverkort Head of Studio Marketing Walt
‘If you can dream it, you can do it’
Disney Benelux U heeft International business and languages gestudeerd aan Inholland (hbo). In hoeverre komt deze studie overeen met de taken die u nu verricht bij uw functie als head of marketing? ‘Weinig, tijdens mijn stage, toevallig ook hier bij Disney Benelux, dacht ik: “Hè, dit kan ik ook, mijn talent ligt hier bij publiciteit en communicatie.” Daarom heb ik na mijn bachelor een paar cursussen gedaan op het gebied van tekstschrijven, ook heb ik mijn NIMA-B gehaald.’ Waarom heeft u voor deze studie gekozen en niet voor een specifieke marketingstudie? Wist u voordat u aan uw studie begon al welke richting u op wilde? ‘Na mijn havo-diploma ben ik een jaar high school gaan doen in Amerika, in de hoop dat ik na dat jaar wist wat ik wilde. Maar toen ik na dat jaar een studie moest gaan kiezen wist ik het nog steeds niet, het enige dat ik wist was dat ik een brede studie wilde doen. Zo ben ik terecht gekomen bij International business and languages.’ Waren er enige obstakels tijdens uw opleiding? ‘Er waren echt geen obstakels, wel heb ik een half jaar in Spanje gezeten, dit zorgde voor een kleine studievertraging maar door wat ik er voor terug kreeg was dat het helemaal waard, leren van een andere cultuur en hun gebruiken overnemen wat was dat een ervaring!’ Heeft u ooit de behoefte gehad na het behalen van uw bachelor om een master te gaan doen? Of bent u meteen begonnen met het uitoefenen van een beroep? ‘Ik heb er lang over getwijfeld, maar om na mijn stage weer terug de studiebanken in te gaan zag ik niet zitten, ik had zin om aan de slag te gaan, om te gaan werken. Gelukkig kreeg ik ook een hele leuke baan aangeboden, dus ben ik daarvoor gegaan. Daarnaast leer je in de praktijk uiteindelijk het meest. Ook heb ik nog vaak bijschool cursussen, de laatste tijd vooral op het gebied van social media.’
Heeft u tijdens uw opleiding stages gelopen? En zo ja, waar en hoe heeft u deze stages ervaren? Heeft u veel geleerd van deze stages? Heeft uw stage een bijdrage geleverd aan de baan die u nu bekleed? ‘Ik heb tijdens mijn studie een stage gelopen, toevallig was dat hier bij Disney Benelux. Dit was echt een superstage, ik mocht op alle divisies meekijken, zodat ik kon zien wat ik leuk vond en waar ik goed in was. Ik kreeg mijn eigen taken zodat ik ook echt meedraaide in het bedrijf. Ik heb veel verschillende facetten gezien van de marketing en ik heb hier heel veel van geleerd. ‘Het heeft ook zeker bijgedragen aan het feit dat ik nu ook bij Disney werk.
16
Het was niet zo dat ik meteen na het behalen van mijn diploma aan de slag kon bij Disney, maar doordat ik hier stage heb gelopen, weten ze wel wie je bent, ze herkennen je gezicht, weten wat ze aan je hebben en of je in het team past.’ Hebben jullie vaak binnen Disney stagiaires en wat is uw ervaring hiermee? ‘Bij Disney hebben we gedurende het hele jaar stagiaires rondlopen, elk half jaar krijgen we vijf nieuwe stagiaires dus in totaal hebben wij er tien per jaar. De stagiaires lopen rond op verschillende afdelingen. Ik ben de stagebegeleider op mijn afdeling, in het begin is dit vaak vermoeiend, je moet er heel veel tijd en energie in stoppen om de stagiaire op de juiste weg te krijgen, maar zodra iemand is ingewerkt heb je er profijt van en zijn de stagiaires hardstikke handig en leuk. Daarnaast houdt het ons ook op de hoogte van wat er onder de jongeren speelt.’ Waarom heeft u gekozen voor Disney? ‘Ik wilde graag voor een internationale organisatie werken en omdat ik hier al stage had gelopen wist ik dat ik in de entertainment industrie wilde werken, en dan is er geen bekender bedrijf dan Walt Disney Company. Over de hele wereld is de merknaam bekend en hebben mensen affiniteit met de producten en merken die wij voeren. Walt Disney zei ooit: “If you can dream it, you can do it” en voor zo’n inspirerend bedrijf wil ik graag werken.’ U heeft verschillende functies bekleed bij Disney, u bent begonnen als Publicity Manager en bent nu Head of Studio Marketing Benelux. Kunt u wat vertellen over deze functies, wat ze inhouden en wat de verschillen zijn? ‘Ik ben begonnen op de publiciteit afdeling, wat ik het allerleukst vond. Op deze afdeling maak je ontzettend veel mee, je mag meehelpen op verschillende evenementen zoals het filmfestival in Cannes, ook doe je veel interviews met internationale sterren. ‘Een ander onderdeel aan de publiciteitsafdeling is dat er geen budget is, je moet dus erg creatief zijn om de covers van een magazine te halen. Toch wilde ik na een paar jaar de overstap maken naar iets anders, ik wilde een nieuwe uitdaging. ‘Waar ik nu werk, op de marketingafdeling, is er wel een budget, dit maakt het vaak makkelijker om in de publiciteit te komen, toch wilde ik hier ook het creatieve opzoeken. Zo heb ik met mijn afdeling bedacht om een Disney figuur door het logo van RTL te laten lopen, ter promotie van een nieuwe film. Dit zijn de leuke dingen. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor alle films die uitkomen, Disney TV, Video OnDemand, en natuurlijk de financiële jaarcijfers. Elke afdeling heeft zijn eigen doelgroep en uitdaging, het is dus leuk dat je bij Disney Benelux de kans maakt om door te groeien en te werken op verschillende facetten van de marketing.’ De marketingafdeling van Disney Benelux is niet vrij groot, hoe vindt u het om met een kleine afdeling voor zo’n groot bedrijf te werken? ‘De marketingafdeling van Disney Benelux bestaat in zijn totaliteit uit een mannetje of achttien, Maar hierbij horen ook de publiciteit en trade marketingafdeling. Zelf ben ik verantwoordelijk voor een team van vier. Het is zeer fijn om met zo’n relatief klein team te werken. We zijn erg hecht met elkaar en omdat iedereen zijn schouders er onder zet, is het niet erg om langer door te werken. Een “9 tot 5 mentaliteit” bestaat niet bij Disney.’
17
Studiereis Kopenhagen
18
19
‘Ik vind het uitdagend iets te bedenken waar de wetgever niet aan heeft gedacht.’
Uitgelicht: financiën & rechten
20
Valentijn van Noorle Jansen Belastingadviseur & raadsheer
Als succesvolle belastingadviseur werkt Valentijn van Noorle Jansen al zijn hele carrière bij KPMG-Meijburg. Daarnaast is hij parttime raadsheer-plaatsvervanger (rechter) bij de belastingkamer van het Gerechtshof van Den Haag. ‘Rechtsheer is een aanvulling op mijn rol als belastingadviseur.’ U heeft rechten gestudeerd aan de Universiteit van Leiden. Waarom heeft u deze studie gekozen? ‘Ik wilde in ieder geval studeren omdat het studentenleven mij zeer aansprak. Voor mij was de keuze economie of rechten. Ik had het gevoel dat bij economie wel heel veel wiskunde kwam kijken, daar was ik wel goed in... maar niet heel goed. Om die reden heb ik besloten om rechten te gaan studeren. Daarna had ik vrij snel bedacht dat het fiscaalrecht moest worden, omdat daar nogal wat economie en boekhouden bij kwam kijken en daarnaast was ik altijd zeer geïnteresseerd in de financiële kant van het bedrijfsleven.’ Waren er obstakels tijdens uw studie? ‘Rechten is een studie waarbij je soms hard moet werken maar ook veel vrijheid hebt. Het lastige is dat je discipline moet hebben op de momenten dat het nodig is en dat is in de studentenstad Leiden met een rijk studentenleven niet eenvoudig. De eerste twee jaar was ik een redelijk marginale student en was ik al tevreden als ik een zesje had. De tweeëneenhalf jaar daarna begon ik het leuk te vinden en toen ging het ook veel makkelijker.’ Heeft u stage moeten lopen tijdens uw studie en hoe heeft u deze ervaren? ‘Stage was niet verplicht op de opleiding, maar ik heb dat uiteindelijk wel gedaan bij Meijburg & Co. (zoals dat toen heette, later KPMG-Meijburg). Ik heb ook mijn scriptie over mijn stage geschreven en werd daarna uitgenodigd door Meijburg & Co. om daar te gaan werken.’ Wat vindt u uitdagend aan het beroep van belastingadviseur? ‘Ik heb eigenlijk twee soorten cliënten: grote bedrijven en zeer vermogende particulieren. Grote bedrijven huren je in om fiscale slimmigheidjes te bedenken, ik vind het uitdagend iets te bedenken waar de wetgever niet aan heeft gedacht. Daarnaast vind ik het leuk om met de fiscus een regeling te treffen die aantrekkelijk is en het bedrijf zekerheid geeft. ‘Bij zeer vermogende particulieren ben je meer dan een adviseur, je wordt een financiële vertrouwensman. Het grappige daarvan is dat deze mensen hun hele “hebben en houwen” aan je vertellen, terwijl ze hun geldzaken zelfs met hun beste vrienden niet delen...’
Wat maakt iemand een goede belastingadviseur? ‘Waar het om draait is dat je goed begrijpt waar de cliënt naar op zoek is en wat de cliënt precies van je vraagt. Het is cruciaal dat je goed luistert en duidelijk antwoord geeft op de vragen. Ook moet je zeer creatief zijn.’ U werkt uw hele leven al bij KPMG-Meijburg. Heeft u ooit overwogen om voor een ander bedrijf te gaan werken? ‘Ik ben tijdens mijn studie student-assistent geweest van een hoogleraar en die heeft mij, toen ik drie à vier jaar bij Meijburg zat, gevraagd of ik zou willen promoveren. Ik heb ernstig getwijfeld of ik deze wetenschappelijke kant op zou gaan maar ik heb er nooit spijt van gehad dat ik het toch niet gedaan heb.’ U bent nu fulltime belastingadviseur en parttime raadsheer. Wat heeft u doen besluiten om raadsheer - of zoals leken dat zeggen: rechter - te worden? ‘Ik ben in 2005 raadsheer-plaatsvervanger geworden bij de belastingkamer van het Gerechtshof in Den Haag. Een collega van mij die met pensioen ging heeft een balletje voor mij opgegooid. Vervolgens ben ik - zoals dat gaat - gevraagd te solliciteren.’ Aan de belastingadviseur kant bent u er voor de belastingbetaler, maar als raadsheer (of rechter) staat u tussen de belastingbetaler en de fiscus in. Hoe ervaart u dit? ‘Ogenschijnlijk lijkt het zo dat je als belastingadviseur - net als een advocaat - alleen maar het belang van de belastingplichtige dient, maar dat is eigenlijk niet meer zo. Als een cliënt bij mij komt en zegt “ik heb zwart geld”, ben ik verplicht dat te melden. Ik kan ook niet mee gaan denken hoe iemand de belasting kan ontduiken. In wezen zou de overheid zonder belastingadviseurs minder belastinginkomsten binnen krijgen. Rechtsheer zijn is een aanvulling op mijn rol als belastingadviseur. Ik heb er geen moeite mee een onafhankelijke rol te kiezen.’ Hoe kijkt u tegen stagiaires aan? ‘Ik ben zelf natuurlijk stagiair geweest en ik heb dat buitengewoon nuttig gevonden. Mijn ervaring is dat je met stagiaires na een of twee dagen weet of iemand het in zich heeft als belastingadviseur. Die twee dagen-test is veel zinvoller als een sollicitatiegesprek. Het gaat er niet specifiek om wat iemand weet maar hoe iemand zaken aanpakt en hoe snel zijn leervermogen is.’ Wat heeft u de leukste ervaring gevonden in uw carrière? ‘Ik heb er meerdere. Een daarvan was een zaak die eigenlijk compleet was vastgelopen en waar de verhouding tussen de belastingdienst en de cliënt zeer gespannen was. De vastgelopen verhouding heb ik weten vlot te trekken. Dit resulteerde in een mooie afspraak waardoor er een positief effect op de beurskoers van het bedrijf ontstond.’
21
Bezoek
Ed Johnson ‘If education is a broken machine, you will produce broken parts’
Burgemeester Asbury Park, VS
22
Als hij de school komt binnen lopen, ziet hij eruit als een dunnere versie van Barack Obama (en die is al zo slank). Hij draagt een lange zwarte jas en komt met grote stappen op ons af. In zijn handen draagt hij een leren tas met de opdruk ‘Brookdale Community College’. Hij schudt onze handen. ‘Hi, Ed Johnson, pleased to meet you.’ Ed Johnson is de burgemeester van Asbury Park, een gemeente in New Jersey, inderdaad, juist die gemeente waar Jersey Shore wordt opgenomen. Maar hij is niet in Nederland om de imagoschade door Snooki en Mike the Situation te herstellen, zoals je van een politicus zou verwachten. Nee, Johnson is delegatieleider van een team Amerikaanse ambtenaren dat zich in Amsterdam oriënteerde op aspecten van gemeentepolitiek en onderwijs. Johnson is onderwijsmanager van Brookdale Community College. Johnson: ‘Bij mij moet je zijn als je studieproblemen hebt. Maar ik heb natuurlijk liever dat studenten binnenkomen met goed nieuws. Brookdale heeft zestienduizend studenten verdeeld over zeven campussen. Ik houd me vooral bezig met de achthonderd academic students, en met nog een paar duizend studenten die hun GED (General Educational Development, een basisdiploma) of ESLdiploma (English as second language) willen halen, dat zijn korte programma’s van zes of zeven maanden.’ In de Verenigde Staten, zo legt Johnson uit, haken veel leerlingen af voor zij hun high school hebben afgemaakt, om te gaan werken. ‘Als zij hun baan dan kwijtraken, komen ze erachter dat ze voor goede kansen op de arbeidsmarkt hun GED nodig hebben of een ESL. Op Brookdale hebben we zeer veel van dat soort studenten. Ze werken overdag, en ze studeren ’s avonds. En ze hebben succes: 90 procent van hen slagen voor de cursus. De studenten van de voltijd, de overdag-studenten die net van high school komen, hebben een slagingspercentage van 50 tot 55 procent.’ Wat is het verschil? ‘De deeltijdstudenten moeten hun eigen studie betalen. De voltijdstudenten krijgen geld om te studeren…’ In Nederland is de regering bezig om studenten meer te laten betalen voor hun studie, om het hele idee van de studiefinanciering als ‘gift’ te laten verdwijnen. Is dat een goed idee, gezien dat voorbeeld dat u net gaf? ‘We hadden in de Verenigde Staten een federaal onderwijsprogramma dat beurzen uitdeelde… in de afgelopen twintig jaar hebben ze dat beetje bij beetje ingekrompen. Het vangnet is verdwenen. If you can’t afford to go to school, you can’t go to school. En als je moet werken om je studie te betalen dan heb je weer bijna geen tijd om te studeren. Het is een vicieuze cirkel.’
Wat is het grootste probleem, in uw ogen, van het Amerikaanse onderwijssysteem? ‘We’ve forgotten education. Een van mijn diepste angsten is dat ons openbare onderwijs een banen-programma is geworden, in plaats van een onderwijsprogramma. If you have a broken machine, you produce broken parts. In Amerika beginnen we de tekens te zien van een onderwijssysteem dat uit elkaar aan het vallen is.’ Wat hoopt u van uw bezoek aan Nederland te leren? En van uw bezoek aan de The New School? ‘Ik was in jullie school geïnteresseerd omdat jullie klein zijn en gefocust op één kennisgebied. Jullie zijn een school – I can tell – die zich focust op de studenten, in plaats van een banenmachine te zijn. Ik wil scholen bezoeken die me inspireren. Scholen die helpen de studenten te groeien, die studenten begeleiden tijdens hun stages. Die de héle student onderwijzen. Ik wil ook graag met studenten praten, over zowel het onderwijs als the business end. Hoe voelen jullie je over de service, worden jullie voorbereid, voelen jullie je vol zelfvertrouwen om straks de jump te maken naar een succesvolle carrière?’ Het grootste verschil tussen onze school en de Universiteit van Amsterdam, de HVA en dat soort grote scholen is dat de directeur en de leraren allemaal onze namen kennen… op grote hogescholen ben je toch vaak een nummer. Johnson knikt. ‘Als je voelt dat je ergens aan verbonden bent, word je gestimuleerd. Iedereen wil deel zijn van een groter geheel. Ik kan me herinneren dat ik als student mijn eigen, kleine universiteit eens belde voor een administratief dingetje. De administratice zei: “Hi, Ed. Hoe gaat het je? Hoe is de verhuizing gegaan?” – of zoiets kleins, persoonlijks. Het punt is: ik wéét dat ze waarschijnlijk een rolodex voor zich had waar die feitjes in stonden. Maar het maakte toch een verschil. Ik voelde me goed, ik voelde me connected.’ Twee van ons (de interviewers, red.) zijn lid van een studentenvereniging. In de VS heb je fraternities en sororities. Zijn veel studenten daar lid van? ‘Jongens zijn daarin leading, 65 tot 75 procent wordt lid van een fraternity. Meisjes wat minder, tussen de 40 en 45 procent wordt lid van een sorority. De meeste vrouwelijke studenten worden pas lid in hun tweede jaar, de jongens direct bij aankomst op de universiteit…’ Op onze school zijn de directie en docenten vaak bezorgd over de invloed van ons korpsleven op onze studieresultaten. We hebben begrepen dat in de VS er een ander, ernstiger probleem speelt. ‘Zeker. De scholen moeten wedijveren met gangs. In het bijzonder de Bloods en de Crips. Ze hebben waarschijnlijk tussen de 200 en 300 leden, en ze komen niet alleen uit Asbury Park. Op het moment voeren ze een gevecht over territorium, en de Crips zijn aan het winnen. Het klinkt allemaal heel stoer en filmachtig en zo, maar… als jij veertien jaar oud bent, en ik geef je elke week 100 dollar… dan hoef je niet meer naar school, dan hoef je niet meer te werken. Daar is voor een puber moeilijk weerstand aan te bieden. ‘Het is gek om te zeggen, maar: konden we bendes maar vragen ons onderwijs te verkopen. Gangs have a very powerfull marketing… allemaal voor het verkeerde product. The end of the line is: je ontmoet zelden een bendelid die ouder is dan 25. Ze zijn of dood, of zitten in de gevangenis!’
23
Uitgelicht: marketing & communicatie
Anja Haver
Hoofd marketing, communicatie en sponsorwerving Het Scheepvaart-
‘De culturele sector is zo inspirerend!’
museum Amsterdam U heeft aan de Hotelschool gestudeerd, maar toch besloten om HEAO communicatiewetenschappen te gaan studeren. Waarom bent u niet doorgegaan in de hotelbusiness? ‘Op een gegeven moment, dat ga je nog wel ervaren, rol je in een baan. Ik begon heel breed in de hotellerie en kwam toen in sales terecht in Krasnapolsky, het hotel waar ik werkte. Daarna ben ik gevraagd om pr-manager van het hotel te worden. Dan maak je ontwikkelingen door. Zo ontstond er voor mij een richting: marketingcommunicatie. ‘Daarna kwam Schiphol, en daarna heb ik nog bij de ASN Bank en voor een Japans bedrijf gewerkt. En toen ben ik beland bij Het Scheepvaartmuseum. Daar ben ik nu verantwoordelijk voor de marketing, communicatie en de fondsenwerving. Tussendoor heb ik nog wel cursussen en opleidingen gedaan om de theorie nog beter te beheersen.’ U heeft in uw carrière in zowel marketing- als communicatiefuncties gezeten. Wat zijn de verschillen en wat vindt u leuker? ‘Bij communicatie heb je ook marketing-aspecten en bij marketing heb je ook communicatie-aspecten. Er is voor mij geen scheidslijn van “jij doet dit want jij bent marketeer en jij doet dat want jij doet de communicatie”. Het gaat om samenwerken en de verbindende aspecten samenvoegen. Natuurlijk heb je bij sommige bedrijven, zoals Unilever, wel een echte marketeer nodig die zich alleen maar bezig houdt met marketing, maar in mijn carrière ben ik dit niet tegengekomen. Marketing en communicatie is een twilight zone.’ Waarom bent u bij Het Scheepvaartmuseum gaan werken? ‘Ik ben getipt dat er een functie vrij was. Ik heb toen meteen gesolliciteerd. Natuurlijk zit het grote geld in het bedrijfsleven maar de culturele sector is zo inspirerend! Als je de kans krijgt om iets in de culturele sector te gaan doen zou ik dat zeker aanraden.’ Wat zijn uw werkzaamheden op een normale dag? ‘Mijn werkzaamheden zijn elke dag verschillend. Ik stuur zo’n tien mensen aan en heb daarom vaak individuele gesprekken en werkoverleg met mijn team. Omdat ik een leidinggevende functie heb, moet ik ook overleggen met de directeuren en schrijf ik ook zelf plannen die ik bij de directie voorleg. ‘Ook zijn we nu al bezig met 2013-2014-2015 en hebben we daarvoor veel strategie-meetings. Wat ik zelf ook erg belangrijk vind is het continu bezig zijn met je omgeving, dus mensen in het museum aanspreken en hun ideeën horen. Ik loop ook elke dag een rondje door het museum.’
24
In het marketingbeleid dat u voert bij Het Scheepvaartmuseum richt u zich vooral op de Nederlandse markt. Jullie hanteren daarvoor drie verzonnen personen die het publiek vertegenwoordigen: namelijk Dick, Simone en Micky. Kunt u uitleggen waarom jullie hiervoor hebben gekozen? ‘Dick, Simone en Micky staan elk voor een bepaald karakter dat ons museum bezoekt. Zo is Dick meer traditioneel ingesteld, Simone houdt meer van entertainment en Micky is van de vernieuwingen. Doordat we deze personen hebben gecreëerd kunnen we ons marketingbeleid zo perfect mogelijk op onze klanten toepassen. We leven ons in, in onze karakters en proberen zo het museum zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor elke Dick, Simone en Micky. Wij zijn daardoor ook een heel bijzonder museum geworden en dat krijgen we ook als feedback te horen, dat is zo gaaf!’ Jullie hebben in plaats van één logo, voor een logo gekozen dat jullie in vier verschillende kleuren gebruiken. Is dat niet riskant? ‘Veel bedrijven durven dit inderdaad niet aan, wij daarentegen durven wel dit risico te nemen. Die vier verschillende kleuren geven een speels effect waarmee we ons onderscheiden. Mijn visitekaartje bijvoorbeeld heb ik ook in vier kleuren. Tegenwoordig als ik mijn visitekaartje geef, vraag ik ook welke kleur mijn contacten willen.’ Denkt u dat alle snelle technologische ontwikkelingen, maar ook op social media gebied, invloed hebben op uw baan, beroep? ‘Social media is voor ons ongelooflijk belangrijk. Wij hebben ook één medewerker in ons team die zich daar volledig in verdiept. Als marketeer moet je alles bijhouden op het marketinggebied, dus ook technologische ontwikkelingen zoals social media.’ Wat vindt u uitdagend aan uw werk? ‘Het belangrijkste in mijn werk vindt ik dat er synergie moet zijn tussen marketing, communicatie en fundraising. Deze vakken zijn onlosmakend met elkaar verbonden, de scheidslijn daartussen is aan het vervagen. Ik vind het een uitdaging om dit zo optimaal mogelijk te doen.’ Wat heeft u de leukste ervaring gevonden in uw carrière? ‘Ik heb mijn werktijd bij Krasnapolsky en Schiphol erg leuk gevonden. Samen met Het Scheepvaartmuseum is mijn werktijd bij deze drie bedrijven mijn leukste ervaring geweest.’ Heeft u nog specifieke dromen op carrièregebied? ‘Wat ik nu doe heb ik altijd al graag gewild! Een van de leukste musea van de stad her-openen, dat kunnen maar weinig mensen zeggen! Ik ben erg blij met wat ik nu doe en blij met wat ik heb gedaan.’ Tot slot: hebben jullie vaak binnen het scheepvaartmuseum plek voor stagiairs, hoe kijkt u daar tegenaan? ‘Ik vind stagiairs ongelooflijk belangrijk! Jullie zijn de nieuwe generatie. Het is onze taak om jullie bekwaam te maken in het vak, het gaat om het doen.’
25
Het Scheepvaartmuseum
26
27
Uitgelicht: marketing
Maureen van Aken ‘Bij je eigen kinderen wordt “de toekomst” plotseling veel concreter’
Marketeer in verantwoord consu-
28
meren Al sinds de club van Rome (begin jaren zeventig vorige eeuw) is er een wereldwijde beweging om, populair gezegd, ‘de aarde te redden’. De mens zou de reserves van de aarde uitputten, we moeten minder autorijden, minder consumeren, minder grondstoffen gebruiken, minder, minder, minder, overal! Het heeft eventjes geduurd, maar, zo stelt Maureen van Aken, maatschappelijk verantwoord consumeren is inmiddels hot. ‘Niet alleen omdat ook de grote bedrijven zien dat het handig is dit te gebruiken in hun marketing. Maar ook omdat kranten en opiniebladen er bol van staan. Steeds meer mensen worden bewust van de vreselijke praktijken van bedrijven die de aarde vervuilen en kinderen uitbuiten.’ Eerst was het een trend, stelt Van Aken, nu wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen en consumeren steeds meer een ‘gewoonte’. Tien jaar is Van Aken verantwoordelijk geweest voor het vormgeven en opbouwen van de marketing & sales-afdeling van Wala, een gerenommeerd natuurcosmeticamerk. Gedurende haar hele carrière is zij internationaal actief geweest. Nu heeft ze haar eigen webshop in natuurlijke cosmetica. Wat was uw laatste maatschappelijk bewuste aankoop? ‘Die doe ik eigenlijk dagelijks, omdat ik bewust kies voor biologisch, fair trade en eco - dat zit in mijn dagelijkse boodschappen: van karnemelk, yoghurt en chocolade (Tony Chocoloni) tot eco-komkommers en tomaten. Maar ook kleren van bijvoorbeeld het merk Kuyichi (spijkerbroek) of Alchemist en Rianne de Witte zijn maatschappelijk bewuste aankopen.’ Waar ligt bij u de echte beslissing? Wat telt zwaarder: verantwoord of ‘lekker?’ ‘Heel bewust: maatschappelijk verantwoord bezig zijn. En tegelijkertijd, betreft het eten: eco is vaak véél lekkerder. En biologische katoen of bamboe is veel zachter. Ik kies er bewust voor om zo veel mogelijk de aarde te sparen, zónder dat het leven daardoor minder leuk hoeft te worden. Ik sta er wel bij stil als ik mijn dagelijkse boodschappen doe en zie dat biologische tomaten twee keer zo duur zijn... maar dan denk ik direct aan de smaak en het effect voor de aarde… en dan is de keuze voor de eco-variant toch snel gemaakt.’ Als we spreken over de huidige eco-marketing, hoe ziet u die dan? Denk aan social media en het gebruik daarvan - of ziet u dit nog niet echt terug bij bedrijven? ‘Social media zie je ook zeker terug bij maatschappelijk verantwoorde bedrijven - en terecht. Deze bedrijven zijn alleen minder agressief dan de grote
bedrijven (denk aan Albert Heijn) die een deel van hun assortiment ook bio, eco, of maatschappelijk bewust maken, maar vanuit de traditie gewend zijn een agressieve marketingstrategie toe te passen. Ik denk dat de social media een perfecte - en zeer flexibele - aanvulling zijn op de traditionele marketing.’ Het wordt wel eens als ‘lastig vallen’ ervaren wanneer marketeers bij maatschappelijk verantwoorde producten inspelen op het gevoel van de consument… ‘Er wordt zeker op het gevoel ingespeeld - en ik vind dat terecht. Het gáát immers voor een groot deel om een gevoel: “de aarde redden”. Of op zijn minst: voorzichtiger met de aarde omgaan, zodat de volgende generaties ook nog kunnen genieten van de aarde. Het effect van het consumeren van maatschappelijk verantwoorde producten is namelijk niet direct meetbaar. De toekomst is voor veel mensen niet concreet genoeg. Maar als je praat over “de toekomst van je eigen kinderen” wordt het ineens concreter.’ Hoe ziet u de toekomst met betrekking tot maatschappelijk verantwoorde producten? Denkt u dat wij die in de toekomst alleen nog maar zullen hebben? ‘Er zullen altijd ‘gewone’ producten blijven bestaan, maar de maatschappelijk verantwoorde producten gaan een steeds grotere rol spelen en er zal steeds meer vraag naar zijn.’ Nu wordt er in de marketing gesproken van marketing 3.0. Bedrijven en klanten die met elkaar communiceren, en niet alleen over het product, maar over hoe ze samen, met dat product, de wereld een betere plaats kunnen maken. Is dat een reëel toekomstperspectief? ‘Marketing en communicatie zal steeds sneller en flexibeler worden - en nog veel belangrijker: steeds meer persoonlijk op eind-consument niveau. Bedrijven weten door de digitale klantgegevens, aankopen, tijden et cetera steeds meer op welke manier een klant koopt. Maar ik denk ook dat er een tegenbeweging zal ontstaan, en consumenten niet continue op de hoogte willen worden gehouden van het allerlaatste nieuws. Verpersoonlijken en dosering zullen daarom mijns inziens de sleutel worden van marketing 3.0. En ja: ik geloof erin.’
29
Uitgelicht: fotografie & graphic arts
Tom van Limpt
‘Fotografie is een universeel, laagdrempelig medium.’
Fotograaf
30
Wist u altijd al dat u iets met fotografie wilde gaan doen? ‘Toen ik nog jong was droomde ik er al van om fotograaf te worden, alleen was ik nog erg onzeker. Op mijn twaalfde kocht ik mijn eerste spiegelreflex-camera. Dat was trouwens een enorme baggercamera. In 2008 ben ik afgestudeerd aan de academie voor kunst en vormgeving St. Joost in Breda.’ Waarom heeft u voor die academie gekozen? ‘Ik heb voor St. Joost gekozen omdat het een kunstacademie is. Op een fotovakschool krijg je bijna alleen maar theoretische kennis over fotografie. Dat is uiteraard belangrijk, alleen staat op een academie het beeld én het verhaal centraal.’ Waren er enige obstakels tijdens uw opleiding? ‘Ik ging naar de academie om fotografie te studeren. Na het eerste (algemene) half jaar ben ik beeldende kunst gaan doen. Maar daar bracht ik al mijn tijd door in de doka. Na een jaar op deze afdeling heb ik toch besloten om voor fotografie te kiezen. Waarom? Ik miste op de afdeling beeldende kunst technisch en inhoudelijk commentaar op mijn beelden. Uiteindelijk heb ik vijf jaar over de academie gedaan.’ Heeft u ooit de behoefte gehad na uw bachelor een master te gaan doen? ‘Ja, direct na mijn opleiding heb ik dit overwogen. Mijn docenten zaten te twijfelen. Uiteindelijk vonden ze dat ik mijn draai in de fotografie al had gevonden en wilden ze me niet nog eens gaan “pesten” met vier jaar theorie. Ik sluit niet uit dat ik nooit meer aan een master ga beginnen. Persoonlijk denk ik dat het belangrijk is om wat te “rijpen” voor je er aan begint.’ Heeft u tijdens uw opleiding stages gelopen? ‘In mijn derde jaar heb ik drie maanden in Amsterdam stage gelopen. Mijn basisstage was bij Erik van Gurp. Daarnaast, als het bij hem rustiger was, bij Laila Schoots, Rogier Fokke en Mark de Rouw. Na mijn stage, maar nog wel tijdens mijn studie, ben ik blijven assisteren bij van Gurp, maar vanwege de afstand was dit niet erg handig. ‘Tijdens de stages heb ik zeer veel geleerd, eigenlijk alles wat komt kijken bij het werken als zelfstandig fotograaf. Na de academie werd ik samen met een klasgenootje gevraagd om les te geven bij een cultureel centrum. We hadden geen van beiden ervaring hierin maar zijn er toch in gestapt, om naast ons eigen werk als freelance fotograaf toch wat vastigheid te hebben. We zijn erin geslaagd om een cursus op te zetten en we hadden binnen een jaar drie volle
groepen per week met wachtlijst. Afgelopen februari heb ik mijn laatste les gegeven. Ik zeg niet dat ik dit nooit meer zal gaan doen. Het leuke aan lesgeven vind ik dat je zelf scherp blijft in je eigen vak.’ U heeft besloten zelfstandig fotograaf te worden. Waarom heeft u hiervoor gekozen? ‘Omdat ik het belangrijk vind om werk te doen wat je met plezier en voldoening doet. Ook is het voor mij erg belangrijk dat ik mijn creativiteit zo nu en dan kwijt kan. ‘Als fotograaf heb je bijna alleen de keuze om zelfstandig fotograaf te worden omdat er bijna geen functies zijn om ergens vast als fotograaf te werken. Ik hou van fotograferen, vooral bij zelfgekozen onderwerpen. Wel is het lastig om uitsluitend van eigen werk te leven en daarom werk ik ook in opdracht.’ U houdt zich vooral bezig met documentaire- en portretfotografie, waarom heeft u besloten zich tot deze gebieden te beperken? ‘Binnen deze vormen kan ik mezelf het beste uitdrukken. Het verhalende karakter van documentaire fotografie spreekt me aan omdat je door meerdere foto’s kunt laten zien wat je over wilt brengen aan de kijker. Portretfotografie past goed bij mij omdat ik het contact tijdens het fotograferen erg interessant vind. Ook ben ik altijd nieuwsgierig naar de verhalen van mensen en hun eigenaardigheden. Ik probeer altijd een bepaald gevoel of indruk die ik krijg van iemand over kan brengen in de foto. Mijn doel is nooit om iemand er zo mooi mogelijk op te zetten maar wel zo écht mogelijk.’ U werkt ook voor opdrachtgevers, wat voor soort opdrachten krijgt u? ‘Mijn opdrachten/werkgevers zijn zeer uiteenlopend; van reclamebureaus tot tijdschriften tot particuliere bedrijven. Voor ontwerp- en reclamebureaus maak ik portretten, bedrijfsreportages, packshots et cetera. Voor particuliere bedrijven is het vaak eenmalig om bijvoorbeeld de website nieuw leven in te blazen. Voor de bladen maak ik vaak portretten. Ik werk veel voor vakbladen voor basisscholen, dat betekent veel portretfotografie en foto’s van spelende en werkende kinderen. Doet u ook aan photoshoppen? ‘Het is tegenwoordig bijna altijd noodzakelijk om met photoshop te werken omdat opdrachtgevers het perfecte plaatje willen. Zo retoucheer je, maak je een foto wat lichter of donkerder of verander je de kleur, het contrast en dergelijke. Eigenlijk zijn het handelingen die vroeger ook al in de donkere kamer gedaan werden, alleen is het nu gemakkelijker geworden en is er natuurlijk veel meer mogelijk.’ Waarom is fotografie zo een belangrijk communicatiemiddel? ‘Het voordeel van fotografie is dat het een universeel medium is. Iedereen die kan zien, kan foto’s “lezen”. En het cliché “a picture paints more than a thousand words” is natuurlijk ook gewoon wáár. Fotografie lijkt altijd de waarheid te vertellen, maar eigenlijk laat het een keuze van de fotograaf zien. Je hebt als fotograaf altijd de keuze om te laten zien wat jij wilt, wat als gevolg heeft dat de kijker altijd door jouw ogen kijkt.’
31
Uitgelicht: pr
Tamara Ebaz Communicatie- en pr-adviseur Silk-PR
‘Geloof in jezelf, the sky is the limit!’
Tamara Elbaz is eigenaresse van pr-evenementen en modellen bureau op de PC Hoofdstraat genaamd Silk-PR. Naast haar bezigheden met haar bedrijf is ze ook bekend van de tv-serie Modemeisjes met een missie en is zij ambassadrice van het televisie netwerk TLC. Ik begrijp dat u eerst als model werkzaam was, en daarna een eigen pr-bedrijf heeft opgezet: Silk-PR. Hoe is deze grote stap tot stand gekomen? ‘Na jarenlang nationaal en internationaal als model gewerkt te hebben, was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Door mijn modellenwerk had ik al een groot netwerk met mensen uit de fashion industry en de stap naar een eigen pr, modellen- en evenementenbureau was heel logisch. Ik had de nodige ervaring en daarnaast heb ik ook pr & communicatie gestudeerd. Ik heb eerst rechten gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam, maar al vrij snel kwam ik achter dat de studie totaal niet bij mij paste. Toen ben ik overgestapt naar pr & communicatie.’ Waren er enige obstakels tijdens uw studie? ‘Nee, maar ik vond de praktijk leuker dan de theorie. Daardoor heb ik mijn studie zo snel mogelijk afgerond.’ Waren er enige obstakels tijdens de opstart van uw bedrijf? ‘Het was heel spannend in het begin, ik wist niet of het goed zou lopen. Er komt veel meer bij kijken dan dat je in de eerste instantie denkt.’ Wij TNS-studenten kennen u voornamelijk als modemeisje in het RTL-programma Modemeisjes met een Missie. Dat was best een slimme promotie-zet. ‘Ik vond het leuk dat ik een eigen programma had met mijn beste vriendinnen, maar het was natuurlijk ook mooi meegenomen dat mijn bedrijf ook zo goed in beeld kwam.’ Wat vindt u het leukst aan uw werk? En wat vind u niet leuk? ‘Het geeft mij een kick als ik een evenement organiseer waar zo’n drieduizend man op afkomt en waar de productie van A tot Z door Silk-PR is geregeld. Minder leuk: als mensen hun afspraken niet nakomen.’ Uw bedrijf werkt met veel andere bedrijven samen. ‘Klopt. Ik werk samen met onder andere Addy van den Krommenacker, Sepehr Magshoudi, JOSH V, Sheguang Hu, UNITE Haarverzorging, Emporio Armani, Stephan Badal, Monique Collignon, Tony Cohen, Jumping Amsterdam, het prestigieuze horlogemerk CVSTOS, Philips, Makro en Gordon’s LA
32
The Voices. De projecten voor mijn klanten coördineer ik samen met inmiddels tien andere medewerkers vanuit mijn kantoor aan de PC Hooftstraat te Amsterdam.’ Wat is de leukste, grootste of indrukwekkendste opdracht die Silk uitgevoerd heeft? ‘De Silk Fashion & Business Events. De Silk-Events zijn eigen producties die in teken staan van een modeshow met eerder genoemde grote ontwerpers. Inmiddels is het Silk-Event met meer dan 2500 bezoekers uitgegroeid tot een welbekend evenement in voornamelijk regio Rotterdam en Amsterdam.’ Heeft u internationale ambities voor uw bedrijf? ‘Ja, zeker! Ik heb al een aantal opdrachten in het buitenland gehad, maar mijn doel is om Silk internationaal op de kaart te zetten.’ Hoe kijkt u tegen stagiaires aan? ‘Ik werk vaak met stagiaires en mijn ervaring met stagiaires zijn over het algemeen goed. Ik vraag wel het uiterste van mijn personeel en verwacht dan ook dat ze voor de volle honderd procent gaan.’ Heeft u nog laatste tips, voor ons toekomstige marketeers, PR-agents en communicatie adviseurs? ‘Geloof in jezelf, the sky is the limit!’
33
Klas 2a
Van links naar rechts: Jorn Hagenaars - Jaap Waterlander - Aimee van de Kordelaar - Romy Fens - Naomi Dresden - Bodine Kellerman - Wim Glas
34
Klas 2b
Van links naar rechts: Lauren de Vries - Juliette Lammerts van Bueren - Annemijn van den Imhoff - William Brackel - Stephanie Tjoelker - Vic Marijnen
35
Klas 2c
Van links naar rechts: Suzanne Waterlander - Lauraine Jacob - Katharina Rubingh - Lisanne van Noorle Jansen - Sara van Doesburg - Romy Monteiro - Judie Vandermeulen - Elisa van der Meijden - Emiel Brinkhuis - Julien Zaal - Bernard Lagendijk
36
Inleiding alumni The New School kent een rijke geschiedenis van succesvolle oud-studenten. Na al die jaren is er nog steeds bijna geen New School student zonder baan. Het behouden van goed contact met alumni is belangrijk, veel van onze huidige studenten lopen hun stage via een bedrijf van onze alumni. Om een indruk te geven welke richting onze leerlingen op gaan en met welk succes, hebben wij twee van onze oud-studenten uitgenodigd voor een interview. Jeroen Ragas en Debbie Koeman kwamen langs op hun oude vertrouwde school om te vertellen over het carrièrepad dat ze waren ingeslagen. Op het moment dat ze de school binnenliepen, kon je van hun gezicht aflezen dat ze weer ‘thuis’ waren.
37
Alumni
Debbie Koeman Personal Assistent Merkx Original Food Design Debbie Koeman woont in Amsterdam en studeerde af in 2012. Nu is zij werkzaam op de afdeling marketing/pr van Merkx Original Food Design. Waarom heb jij voor deze opleiding gekozen, wat trok je erin aan? ‘Vooral de kleinschaligheid en persoonlijke benadering. Je bent op The New School, anders dan op vele andere hogescholen geen nummer, maar een persoon. Tijdens mijn middelbare school-jaren heb ik altijd op een internationale school gezeten en daar bestonden de klassen ook uit kleine groepen (twaalf of minder). Dat geldt ook voor The New School for Information Services. Dat heb ik altijd heel prettig gevonden.’ Dit was je eerste opleiding? ‘Ja, dat klopt!’ Kun je ons wat vertellen over je ervaringen op The New School? ‘Het is een soort middelbare school maar dan alleen de leuke aspecten daarvan! Dus je hebt echt close contact met de leerlingen én leraren. Het is zo’n kleine school, iedereen kent elkaar! En de tijden zijn lekker duidelijk, net zoals op de middelbare school. Het klinkt heel stom, misschien, de middelbare school als ideaal, maar je moet je een middelbare school voorstellen met alleen alle leuke dingen en je bent nu volwassen. En je wordt ook als volwassene behandeld. De docent deelt zijn ervaring, meer dan als alleen als leraar op te treden.’ Wat was jouw favoriete vak? ‘Organisatiepsychologie, ik vond dit een heel interessant vak. Vooral omdat Reuben Wijnberg, de docent, zijn lessen zeer interessant maakte. Hij kwam heel vaak met actuele problemen binnen het bedrijf waar hij voor werkte en dan moesten wij met oplossingen komen. Daardoor voelde je je als leerling zeer betrokken bij het vak.’ Wat vond jij een moeilijk vak? ‘Financiën, ik vond dit moeilijk omdat we voor dit vak geen boek hadden. In plaats van een boek kregen we een dunne reader. Hierin stonden alle belangrijke termen. Tijdens de lessen moesten we aantekeningen maken. Je was afhankelijk van je aantekeningen en dat vond ik erg lastig.’ Vond je het juist moeilijk of makkelijk om stageplekken te vinden? ‘The New School heeft veel contacten met bedrijven. Dus het is makkelijk om aan een stageplek te komen. Ik vond het overigens makkelijker om stage te
38
lopen dan te studeren. De praktische kant van de studie sprak me meer aan dan de theoretische kant.’ Waar heb je stage gelopen? ‘Mijn eerste stage deed ik bij een productiemaatschappij, Corbeau TV Masters in Hilversum. Mijn tweede stage heb ik gelopen bij een evenementenbureau dat Tribe heet, in Ouderkerk a/d Amstel.’ Wat ben je na opleiding gaan doen? ‘Na mijn opleiding ben ik meteen gaan werken. Dit komt omdat ik bij een goede kennis van mij meteen aan de slag kon. Het voelde goed en ik vind het ook belangrijk om direct door te gaan.’ Zou je nog een universitaire studie met als richting marketingcommunicatie willen doen? Vind je dat nog nodig? ‘Nee. Waar ik op dit moment mee bezig ben, daarvoor vind ik het niet noodzakelijk. Op dit moment werk ik voor Merkx Original Food Design. Een cateringbedrijf gevestigd in De Pijp.’ Ben je blij dat je de opleiding hebt gekozen? ‘Ja, ik heb daardoor ook veel nieuwe vrienden gemaakt in Amsterdam. Dit komt met name omdat je maar met een paar studenten in één klas zit. Hierdoor leer je elkaar veel sneller en beter kennen.’ Ben je over het algemeen tevreden over The New School? ‘Over het algemeen ben ik tevreden over The New School. Ik was vooral tevreden over de praktische achtergrond van de leraren: zij hebben naast lesgeven ook ander werk. Dit zorgt ervoor dat de lessen die gegeven worden heel actueel zijn. De presentieregeling binnen de New School vind ik ook zeer goed.’ Heb je nog tips voor The New School of haar leraren? ‘In mijn jaren namen de docenten wel eens te weinig afstand. Het verschil in autoriteit tussen docent en student en leraar moet er gewoon zijn.’
39
Alumni
Jeroen Ragas
Creative director JWT Amsterdam
Jeroen Ragas komt uit de klas van ’89 van The New School, een paar jaar na de oprichting. Ragas is een artdirector en heeft al meerdere prijzen op zijn naam staan, onder andere: de Zilveren Esprix, meerdere malen een San Accent en een ADCN-Lamp. Waarom heeft u voor deze opleiding gekozen, wat trok u er in aan? ‘Een bescheiden advertentie in het weekblad Elsevier trok de aandacht. Met name de kleinschaligheid van de organisatie en de combinatie van marketing en vakken als cultuurgeschiedenis en journalistiek vond ik aantrekkelijk.’ Was dit uw eerste opleiding? ‘Nee, het jaar daarvoor zat ik op de Businessschool Haarlem. Deze opleiding voldeed echter niet aan mijn wensen, zodat ik op zoek ging naar iets anders. En toen stuitte ik op de hierboven genoemde advertentie. ’ Hoelang heeft u over de opleiding gedaan? ‘De daarvoor bedoelde drie jaar.’ Kunt u ons wat vertellen over uw ervaringen op The New School? ‘Mijn eerste jaar was 1989 en ik dacht dat wij pas het tweede of derde jaar waren na de oprichting. Dit resulteerde in een nogal rommelige organisatie waarin er voortdurend geïmproviseerd moest worden. Dit vond ik overigens zeer prettig. Wat me ook beviel was de informele sfeer en het sfeervolle pand aan het Oosterpark. De leraren waren stuk voor stuk zeer betrokken en door de kleine klassen ontstond er daardoor al snel een goede band met de leraren. Of niet natuurlijk... ‘Ook de, op zijn zachtst gezegd, wispelturige en energieke persoonlijkheid van Bryna zorgde geregeld voor hilarische taferelen. Bovendien was er een buitengewoon hoog percentage vrouwelijke studenten. En, eerlijk is eerlijk, deze studentes kenmerkten zich zelden door een buitensporige ambitie op maatschappelijk niveau. Een wat zorgeloze inslag was echter wel typerend. Kortom: ideaal gezelschap voor een levenslustige student en beproefde ingrediënten voor een vrolijke studietijd.’ Wat waren uw favoriete vakken? ‘Cultuurgeschiedenis en psychologie.’ Wat vond u een moeilijk vak? Of waar zag u tegen op om te volgen? ‘De statistiekonderdelen bij marketing, en Duits.’
40
Vond u het juist moeilijk of makkelijk om stageplekken te vinden? ‘Ik vond het lastig en beide stageplekken die ik had, heb ik ook maar aangegrepen omdat ik verder geen opties had.’ Waar heeft u stage gelopen? ‘Bij een reclamefotograaf in Amersfoort en bij Bad Boys in Huizen.’ Wat bent u na opleiding gaan doen? ‘Ik had een bijbaantje gevonden als avondreceptionist bij DDB Needham wat het beste reclameburo van Nederland bleek te zijn. Daar werd mijn interesse voor het bedenken van reclamecampagnes gewekt waarna ik verder gegaan ben in de reclame.’ Heeft u ooit gedacht aan een universitaire studie met als richting marketingcommunicatie? Had u daar behoefte aan? ‘Nee. En ik heb nooit de behoefte gevoeld.’ Waar bent u nu werkzaam? ‘Ik ben nu freelance reclamecreatief.’ Bent u blij dat u de opleiding hebt gekozen? ‘Zeer blij. The New School was de juiste opleiding voor mij om te komen waar ik nu ben. De tijd die ik er heb gehad zal mij altijd bijblijven.’ Heeft u nog tips voor The New School of haar leraren? ‘Blijf de connectie voeden met de praktijk door gastdocenten uit te nodigen, workshops en lezingen te organiseren en dergelijke.’ Heeft u nog tips voor de toekomstige marketing, pr agents of communicatie adviseurs? ‘Geen tip maar ik wens iedereen evenveel plezier als succes.’
41
Bestuur en docenten Bestuur: Dhr. H.J. Moes - voorzitter Dhr. D. Habbema - penningmeester Dhr. G. Aukema Dhr. N. Jens Mvr. D. Krijger Directie: Kees Spijker - directeur Hadassah Kann - office-manager Docenten: Miriam Deckers - graphic arts en fotografie Philippe Elan - Frans Joan Gannij - English writing Joost Gramsbergen - maatschappij & cultuur Jerôme Inen - Nederlands en professioneel schrijven Alex de Jong - marketing en financiën Dré Kampfraath - auteurs- en mediarecht, crossmedia en online marketing
Gerwin Konijnenberg - marketingcommunicatie Frederike Meeuwe - psychologie Carmen Monton - Spaans Dorieke Mulder - pr/communicatie Steven Murray - Cambridge English Begoña Sanchez - Spaans Chris Sent - Nederlands recht Annette Schwarz - psychologie Reuben Wijnberg - organisatiepsychologie Raad van Advies: Dhr. M. Blaisse Dhr. F. de Groot Dhr. H. Dummer Dhr. F. Osinga Dhr. M. Vogels
42
Financieel jaarverslag 2010 - 2011
De economische crisis is nog niet voorbij, schreef ik vorig jaar in het financieel jaarverslag. Dat was een understatement. Ook The New School merkte de gevolgen. Gelukkig was er nog sprake van een positief financieel resultaat, maar minder dan gehoopt. Ook is dit jaar veel meer tijd en expertise ingekocht bij derden ten behoeve van de eerste uitvoering van de verdiepingsmodules in het derde jaar. Gelukkig hebben we ook dit jaar inkomsten uit het feit dat we onze lokalen hebben verhuurd. Uiteraard zullen we komend jaar een aantal posten op de begroting moeten heroverwegen, gezien de gestegen kosten. Investeren in kwaliteit blijft voorop staan, onder meer door de ontwikkeling van een elektronische leeromgeving, extra uren voor de examencommissie, en door verder in te spelen op de toenemende vraag naar internationalisering en samenwerking met erkende buitenlandse onderwijsinstellingen. De inspanning om nieuwe studenten te werven krijgt komend jaar extra aandacht. We zullen de economische verwachtingen en onderwijsontwikkelingen op de voet blijven volgen om snel en adequaat te kunnen reageren of liever nog: maatregelen treffen om deze waar mogelijk voor te zijn. K. Spijker Directeur The New School for Information Services
43
Resultatenrekening
44
2009/2010
2010/2011
Collegegelden Bachelorprogramma Verhuur Vespuccistraat Opbrengst verhuur lokalen
714.228,00 86.275,00 17.787,20 10.000,00
895.88.37
Totaal opbrengsten
828.290,20
938.500,57
Boeken en leermiddelen ICT Servicekosten Huur kopieermachine Drukwerk Workshops Examengelden Strategie- / themaweek Studiereizen Diploma-uitreiking Projectkosten
37.461,33 15.322,47 4.382,67 13.762,70 9.974,91 7.537,16 4.023,92 7.517,60 2.288,59 29,80
48.230,77 14.538,88 4.699,92 12.182,81 8.172,43 6.629,00 7.649,88 15.712,70 3.247,55 37,86
Totaal inkoopwaarde
102.301,15
121.101,80
Brutoresultaat
725.989,05
817.398.77
Salaris directie Salaris algemeen Salarissen docenten Lessen door derden Sociale Lasten BVG Loonheffing, spaarloon Reis- en verblijfkosten Vergadering docenten Representatiekosten Personeelskosten Ziektewetverzekering Studie- en opleidingskosten Huur Huur lokalen Verwarming, verlichting Verw., verl., water Vespuccistraat Onderhoud en schoonhouden Onderhoud pand Vespuccistraat Verzekeringen Vespuccistraat Reservering onderhoud
85.560,00 57.021,82 261.096,12 48.170,35 45.198,81 766,21 3.059,42 503,49 281,00 31,49 15.094,93 3.000,00 62.568,00
85.560,00 60.877,00 321.445,41 130.484,14 53.778,62 766,21 4.381,52 548,50 244,55 20,12 12.247,05 1.332,50 63.252,00 4.015,00 5885,62 3.832,84 3.000,12 555,97 488,73 5.841,99
4.687,43 2.982,65 4.380,70 54,30 659,56 5.711,28
26.187,20 16.425,00
2009/2010
2010/2011
3.844,00 1.238,38 1.087,99 2.897,75 2.099,77 1.969,64 1.026,14 150,00 4.000,00 8.051,31 887,86 3.095,55 744,96 930,38 308,43 6.470,62 1.800,00 5.505,56
3.931,65 1.245,31 3.102,76 2.203,23 2.303,19 2.103,28 1.517,14 50,00 4.000,00 8.591,46 546,02 1.294,10 777,39 244,54 450,90 8.637,03 3.991,41 7.260,82
Totaal kosten (-)
646.935,90
810.808,12
Bedrijfsresultaat
79.053,15
6.590,65
Rente bank
6.864,33
9.085,12
Totaal diverse baten (+)
6.864,33
9.085.12
Rente hypotheek
12.775,00
12.775,00
Totaal diverse lasten (-)
12.775,00
12.775,00
Fiscaal resultaat
73.142,48
2.900,77
Vennootschapsbelasting
-14.261,00
-125,00
Totaal niet fiscaal (-)
-14.261,00
-125,00
Netto resultaat
58.881,48
2775,77
Reserv. onderhoud Vespuccistr. Gemeentelijke Heffingen Heffingen Vespuccistraat Kantinekosten Porti en telefoon Kantoorbenodigheden Contributies en Bijdragen Goede doelen / Charity Inspectiekosten Administratiekosten Verzekeringen Vergaderingen en bestuurskstn Kleine Aanschaffingen Onderhoud inventaris Rente en Kosten Bank Reclame en Advertentiekosten Alumni/PR-kosten Afschrijving Inventaris
45
Balans Balans Activa Vaste activa Grond Vespuccistraat 95 Pand Vespuccistraat 95 Inventaris
Vlottende activa Verzekeringen Overige vorderingen Liquide middelen Kas Bank r/c .942 Bank r/c .310 Bank r/c .141 Transitorische posten Extrabonusrekening Totaal activa
31-08-2011
01-09-2010
Eindsaldo 31.800,00 251.100,00 19.683,00 302.583,00
Beginsaldo 31.800,00 251.100,00 17.850,00 300.750,00
657,88 24.467,24 25.125,12
397,12 4.009,65 4.406,77
60,15 304.251,79 10.132,25 240.110,64 554.554,83
97,87 156.835,50 3.094,94 169,40 -250,00 525.838,94 685.786,65
882.262,95
990.943,42
Activa en passiva De jaarrekening is opgesteld op basis van historische aanschafwaarde. De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn berekend op basis van een vast percentage van de historische aanschafwaarde. Er is geen rekening gehouden met de restwaarde. De percentages zijn afhankelijk van de geschatte technische- of economische levensduur.
46
Balans Passiva Stichtingsvermogen Vermogen stichting Resultaat lopend jaar Resultaat vorig jaar Reserves Reserve onderhoud lokalen Reserve onderhoud Vespuccistraat Langlopende schulden Hypotheek Vespuccistraat 95 Levensverzekering Nat.Ndl Kortlopende schulden Venootschapsbelasting LoonheďŹƒng Werknemersverzekeringen Vooruitontvangen lesgelden Netto lonen Borgsommen huur Vespucci Overige schulden Totaal Passiva
Solvabiliteit 2011
Eindsaldo 188.459.03 2.775,77 58.881,48 250.116,28
Beginsaldo 188.459,03
13.279,00 11.371,00 24.650,00
8.155,00 9.447,00 17.602,00
240.000,00 -62.139,00 177.861,00
240,000,00 -54,607,00 185.393,00
-10.428,00 17.814,00 5.005,00 337.750,00 2.703,47 400,00 76.391,20 429.635,67
3.813,00 7.866,00 3.553,00 504.750,00
882.262,95
990.943,42
58.881,48 247.340,51
400,00 20.225,91 540.607,91
990.943,42 x 100% = 145,23
Current-ratio 2011 25.125,12 + 554.554,83 429.635,67
01-09-2010
Solvabiliteit 2010
882.262,95 x 100% 607.496,67
31-08-2011
726.000,91
= 136,49
Current-ratio 2010 = 1,35
4.406,77 + 685.786,65 540.607,91
= 1,28
47
Nawoord Elke woensdag hebben wij met bloed zweet en tranen aan dit jaarboek gewerkt. Wij zijn dan ook erg blij met het resultaat en hopen dat jullie nu een beter beeld hebben over wat jullie met de opleiding kunnen doen.
48
Colofon JAARVERSLAG Romy Monteiro Sara van Doesburg William Brackel Lisanne van Noorle-Jansen Judie Vandermeulen REDACTIE Romy Monteiro Lisanne van Noorle-Jansen Judie Vandermeulen FOTOREDACTIE Sara van Doesburg William Brackel TEKSTEN Romy Monteiro Lisanne van Noorle-Jansen Judie Vandermeulen VORMGEVING William Brackel Lisanne van Noorle-Jansen Judie Vandermeulen BEGELEIDING Miriam Deckers DRUK Drukkerij Mart.Spruijt bv
49
50
Hier halen wij onze broodjes en over een paar jaar onze wijnen.
Binnen achter
Pasteuning Wijn & Catering BV Willemsparkweg 11 1071 GN Amsterdam tel: +31 20 6622455 fax: +31 20 6715175 email: info@pasteuning.nl
www.pasteuning.nl
51
The New School for Information Services hbo Marketingcommunicatie
52
54
The New School for Information Services Jan Luijkenstraat 98 1071 CV Amsterdam www.thenewschool.nl