3 minute read

Donatie Gottlieb Big Casino

Next Article
Start a new game

Start a new game

Donatie Big Casino aan NFV

Meer dan 50 jaar een trots bezit!

Advertisement

In augustus kregen we een bericht van Rutger Boot. Hij gaf aan dat hij de Big Casino, die al meer dan vijftig jaar in bezit van zijn familie was (ja echt, sinds 1967 om precies te zijn!), aan de NFV wilde doneren. We vroegen hem om wat over de geschiedenis van de kast te vertellen. Hier volgt het verhaal van Niek en Rutger (zoon van Niek) over de kast die hun (groot)vader ooit kocht.

Rutger: Over de Big Casino valt veel te vertellen. Een machine die al sinds 1967 in de familie is, en die tijden ook bij vrienden van de familie heeft gestaan, draagt natuurlijk veel geschiedenis en veel verhalen met zich mee.

De kast werd gekocht door mijn grootvader na zijn verhuizing van Rotterdam naar Amsterdam met zijn vrouw en jongste nog thuiswonende zoon, Niek.

Herinneringen - Niek Boot Niek: Ik speelde wanneer ik thuis was meestal ná het eten met mijn vader een paar rondjes. Of met vrienden wanneer we laat thuiskwamen. Maar de harde tik van het vrije spel kon je door het hele huis horen, dus of we moesten expres slecht spelen, of wachten tot de familie wakker was. Dat deden we dus niet. Mijn vader gebruikte de kast vooral wanneer de Telegraaf-bezorger bandenpech had of om een andere reden te laat was. Dan was een beetje flipperen zijn manier om de dag toch vrolijk te beginnen.

Rutger bij de Big Casino, die dan al in het clubhuis staat

Rutger: We kochten hem destijds bij het veilinghuis De Zon, dat moet rond 1967 geweest zijn en de grootste verrassing was dat er in een kleine ruimte bij de poot rechtsvoor in de machine een kleine spleet was waar muntjes in verdwenen waren. Je speelde toen nog om dubbeltjes en, wanneer ik me goed herinner, we hebben er minstens zestig dubbeltjes uitgehaald. Voor het apparaat zelf hebben we voor zover ik me herinner niet meer dan een gulden, ja, gulden, of tachtig betaald. Goed besteed geld.

Herinneringen - Rutger Boot Ik herinner me zelf dat een vriend van de familie ooit vertelde dat mijn grootvader zelf graag speelde. Niet alleen om de dag goed te beginnen, maar ook omdat hij op zijn werk eerlijk moest zijn. En het soms leuk is om vals te spelen en op een flipperkast doe je er niemand kwaad mee, zo was zijn gedachte. Mijn herinnering is dat ik dit een heel moeilijke kast vond. Later hebben we ook een Dixieland gehad en een Shangri-la. Beide kasten zijn wat moderner en wat makkelijker. Met name de flippers aan de zijkant bij de Big Casino vereisten nogal wat duwen en trekken aan de kast. En ik speelde erop toen ik tussen de vijf en zeven jaar oud was. Eigenlijk te jong voor deze kast, want ik had te weinig kracht om te duwen en trekken.

Tijdens het spel stond ik op een klein houten trapje dat mijn grootouders nog uit Nederlands-Indië hadden meegenomen. Uiteindelijk is mijn grootste herinnering hoe ik op een dag, ik weet niet wanneer, de derde of vierde bal van mijn vaders spel mocht overnemen. Om een of andere manier had ik de bal een paar keer goed op de flippers en soms gaf mijn vader een klein zetje tegen de kast, zodat de bal binnen bleef. Toen gebeurde het ongelofelijke. Meer dan 999 punten. En een grijze 1 ging met veel gekraak branden. Meer dan 1000 punten. Van schrik liet ik de bal lopen, terwijl mijn ogen op de grijze 1 waren gefixeerd. Die herinnering koester ik altijd. Dit soort ervaringen heeft mijn liefde voor het flipperen wakker geschud. En vanaf mijn achtste mocht ik van mijn ouders naar de flipperhallen die rond het Rembrandtplein (Amsterdam) te vinden waren. Daar heb ik nog menig kwartje en soms een gulden gebruikt voor mooie momenten.

Groet namens de familie Boot.

This article is from: