Nieuwbruut vinext synopsis 2012

Page 1

VINEXt VINEXt SYNOPSIS

maart 2013

Mede tot stand gekomen met: Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Gemeente Almere, Gemeente Arnhem, Gemeente Den Haag, Gemeente Tilburg

ATELIER

BRUUT


VINEX

Vinex-uitleglocaties in Nederland

INLEIDING

In het nabije verleden zijn er al verschillende onderzoeken gedaan naar de Vinex-wijk. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de ‘Vinex atlas’ en ‘Vinex een morfologische verkenning’. Deze studies hebben echter met name een De Blauwe Stad De Held iii beschouwend karakter. Nu vele Vinex wijken voltooid zijn is de tijd ReitdiepaangeZuiderburen broken om te toetsen of de wijken flexibel genoeg zijn om zich aan te passen aan toekomstige wensen en trends. VINEXt onderzoekt het functioneren van reeds gerealiseerde Vinex-locaties en de trends die daar in de toekomst invloed op kunnen hebben. VINEXt onderzoekt de mogelijkheden tot transformatie van de verschillende types Vinexwijken tot levensloopbestendige en trend volgende wijken. Delftlanden

Vinexwijk Bebouwing Snelwegen

Bron:

De Held iii

Vathorst

Leyhof

Vegmo Achter ‘t Hofje

Rietlanden

Delftlanden

Heerhugowaard Oostertocht Stad van de Zon

Waterakkers-Lunetten Broekpolder

Leesten

Almere-Buiten Vinex

IJburg

De Aker

Hedeman

Almere Stad Almere Poort

Floriande

Nijrees

Roomburg

De Vijfhoek

Zuidbroek

Hoogh Teylingen/ Hooghkamer Leyhof

Nieuwland

Osseveld Woudhuis/ Zonnehoeve

Vathorst

Vegmo Achter ‘t Hofje

Houten Vinex Schuytgraaf Klein Rome/Klaverkamp

Lange Steeg

Portland/Carnisselande

Haverleij Vlinderbuurt De Kroeten Schoenmakerhoek/De Keen Nieuw Wolfshaar

Westeraam Essenpas Waalsprong

Oostpolder/Baanhoek West

De Volgerlanden

Eschmarke

Leesten

Leidsche Rijn

Leidschenveen Oosterheem Ypenburg Pijnacker Zuid Wateringse Veld Bergschenhoek Vinex Emerald-Delfgauw Berkel en Rodenrijs Vinex Nesselande

De Kroeten Een onderzoek naar Teteringen de Vinex lijkt misschien vroeg, op dit moment zijn er Overhoeken/Nieuwe Warande immersNieuw nog Vinex-wijken Boskens in aanbouw. Maar veel van deze wijken zijn ontwikReeshof Wolfshaar Bakertand ‘t Zand keld in een overspannen marktsituatie. Een tijd waarin grondprijzen de pan Heivelden/Heuveleind Blixembosch Brandevoort De Akkers uit rezen, de vraag geen grenzen kende en ontwikkelaars konden bouwen Meerhoven Gijzenrooi zonder stil te staan bij kwaliteit of toekomstwaarde. Productie was het enige Maasveld Nieuwe Munt criterium, het eenzijdige aanbod werd wegens afwezigheid van alternatieven gegarandeerd afgenomen.

Kollenveld Vossenbelt

Getsewoud

Gagelkamp

Tijdens het onderzoeksproces zijn onze inzichten sterk onderhevig geweest aan nieuwe invloeden en inzichten. Hadden we in eerste instantie nog het beeld om een ‘nieuwe VINEXt ontwerpslag’ teHoogveld maken kwamen we tot de Middengebied conclusie dat dit de ontwikkeling van de wijk, in tijden van een economische Caberg Lanakervelddezelfde houding aannemen crisis, niet ten goed kwam. We zouden immers Hoogveld-Heerlerbaan zoals de ‘totaalontwerpen’ in de vinex-periode. VINEXt is daarom een experiment geworden naar een nieuwe vorm van gebiedsontwikkeling op basis van mogelijke toekomstige wereldbeelden en mogelijke behoeftepatronen binnen de verschillende woonmilieus. Het resultaat van VINEXt zijn generieke bouwstenen die breed inzetbaar zijn binnen alle vinex-lokaties en daarmee ook een handvat biedt voor het doorontwikkelingen van de Vinexwijken al naar gelang de behoeften vanuit de wijk.

Stadshagen

De Lange Weeren Weidevenne

Velserbroek Stellinghof

Schoenmakerhoek/De Keen

morfologische verkenning

Saendelft

Zonnehoeve

Leidsche Rijn zin de minst dicht bebouwde van alle 20e De Vinex-wijk is in algemene eeuwse stadsuitbreidingen.Houten InVinex theorie beschikt de Vinex-wijk dus over een flink ontwikkelpotentieel. Planvorming in de wijken die zich binnen het Schuytgraaf Westeraam grondgebied van de netwerkstadKlein bevinden zou kunnen resulteren in een verRome/Klaverkamp Essenpas Lange Steeg Portland/Carnisselande dichtingslag die zorgt voor een grotere mate van zelfvoorziening en een eigen Waalsprong Oostpolder/Baanhoek West De Volgerlanden identiteit. Landelijk gelegen wijken zouden daarentegen juist open gebroken kunnen worden om zo Haverleij beterEmpelaanGroote teWielen sluiten op het omringende landschap. Landgoed Driessen

Rietlanden Erica

Vroonermeer

Leidschenveen Oosterheem Ypenburg Pijnacker Zuid Wateringse Veld Bergschenhoek Vinex Emerald-Delfgauw Berkel en Rodenrijs Vinex Nesselande

Vlinderbuurt

De Blauwe Stad Reitdiep

Zuiderburen

Erica Een stad krijgt Heerhugowaard al naargelang haar positie, manier van ontwikkeling en bevolOostertocht Vroonermeer kingssamenstelling pas naarmate de jaren verstrijken een eigen unieke idenStad van de Zon titeit. Bij beschouwing van de gerealiseerde Vinex-wijken wordt het ontbreStadshagen Waterakkers-Lunetten ken van een duidelijke relatie De Lange Weerenmet de omgeving, het landschap en plaatselijke Saendelft Weidevenne karakteristieken en culturen vaak pijnlijk duidelijk. Dit onderzoek stelt de Broekpolder Velserbroek zoektocht naar ‘een landschappelijk fundament’ en de ‘culturele Hedeman identiteit van Almere-Buiten Vinex IJburg De Aker Almere Stad Stellinghof Kollenveld de plek’ dan ook als centraal. Hierbij zijn we met name geïnteresseerd in de Nijrees Almere Poort Floriande Vossenbelt minder uitgesproken (middel) grote Vinex-wijk. Juist in deze wijken is naar Getsewoud De Vijfhoek Zuidbroek Hoogh Teylingen/ Eschmarke ons idee een ontzettendeNieuwland kwaliteitsslag te maken. Osseveld Woudhuis/ Hooghkamer Roomburg

‘Verstedelijking in Nederland

1995-2005’ (1996)

Empel

Landgoed Driessen

Groote Wielen Gagelkamp

Teteringen Overhoeken/Nieuwe Warande Boskens Bakertand ‘t Zand Heivelden/Heuveleind Blixembosch Brandevoort De Akkers

Reeshof

Meerhoven

Gijzenrooi Maasveld

Nieuwe Munt

Hoogveld

bron: Vinex! een morfologische verkenning

Middengebied Caberg Lanakerveld Hoogveld-Heerlerbaan

vinex! een morfologische verkenning

2

VINEXt

5


PROBLEEMSTELLING Hoe zien de grote stedenbouwkundige opgaven van de toekomst eruit? VROM voorziet in de periode tot 2030 een vraag naar 440.000 extra woningen. Hoe kunnen we aan deze vraag voldoen nu het tijdperk van de grote gebiedsontwikkelingen voorbij is? Wordt het tijd om de aandacht te verleggen naar de potenties van de bestaande stedelijke voorraad? De herontwikkeling van de wijken uit de jaren 60, 70 en zelfs 80 is in volle gang. Straks is ontegenzeggelijk de beurt aan de half miljoen woningen in de Vinex-wijken. De Vinex is inmiddels veel besproken en bekritiseerd. Het zou hier gaan om te perifeer gelegen monofunctionele wijken die het ontbreekt aan geschiedenis en landschappelijke betekenis. Hierdoor bestaat bij veel critici de vrees dat het de wijken op lange termijn aan kracht ontbreekt om mensen aan zich te binden. Ondanks deze kritiek kiezen vele medelanders (noodgedwongen!) voor een nieuwbouwwoning in een van deze VINEX wijken, en is ze een “verkoophit” gebleken.

KWALITEIT

50 LEEFTIJD WIJK

40

* 30

20

10

0

In het nabije verleden zijn er al verschillende onderzoeken gedaan naar de Vinex-wijk. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de ‘Vinex atlas’ en ‘Vinex een morfologische verkenning’. Deze studies hebben echter met name een beschouwend karakter. Nu vele Vinex wijken voltooid zijn is de tijd aangebroken om te toetsen of de wijken flexibel genoeg zijn om zich aan te passen aan toekomstige wensen en trends. VINEXt onderzoekt het functioneren van reeds gerealiseerde Vinex-locaties en de trends die daar in de toekomst invloed op kunnen hebben. VINEXt onderzoekt de mogelijkheden tot transformatie van de verschillende types Vinexwijken tot levensloopbestendige en trend volgende wijken. Een stad krijgt al naargelang haar positie, manier van ontwikkeling en bevolkingssamenstelling pas naarmate de jaren verstrijken een eigen unieke identiteit. Bij beschouwing van de gerealiseerde Vinex-wijken wordt het ontbreken van een duidelijke relatie met de omgeving, het landschap en plaatselijke karakteristieken en culturen vaak pijnlijk duidelijk. Dit onderzoek stelt de zoektocht naar ‘een landschappelijk fundament’ en de ‘culturele identiteit van de plek’ dan ook als centraal. Hierbij zijn we met name geïnteresseerd in de minder uitgesproken (middel) grote Vinexwijk. Juist in deze wijken is naar ons idee een ontzettende kwaliteitsslag te maken.

2E PIONIERSFASE

OPGAVE

LEVENSCYCLUS VAN EEN WIJK

Onderzoeksvragen: - Wat is de potentie en mogelijkheid tot transformatie van de Vinex-wijk? - Welke ruimtelijke en sociale trends zijn in de toekomst te verwachten? - Hoe kan de Vinex inspelen op deze trends? - Welke bouwstenen tot transformatie kunnen in welke vinex type worden ingezet? - Wat zijn de eigenschappen van de vinex-wijken gerelateerd aan omvang, landschappelijke ligging, milieutype en mobiliteit? - Is het mogelijk de Vinex een 2e leven te geven?

3


FASCINATIE Voorafgaande en tijdens het onderzoek waren meerdere fascinatie’s leidend bij de benaderingswijze van de opgave. Deze fascinatie’s zijn een onderbuikgevoel van waar kansen en potentie’s liggen voor de recente Vinex-ontwikkelingen. Daarnaast leefde er ook sterk het standpunt dat de Vinex geen nieuwe ontwerpslag nodig heeft maar een open benadering met daarin veel ruimte voor ontwikkelingen gestuurd door de tijd en de mens. M.a.w. VINEXt is geen Vinex 2.0 (zie figuur 2) maar een nieuwe benadering voor gebiedsontwikkeling, meer specifiek een nieuwe benadering voor de regeneratie van wijken en woonbuurten. Een andere fascinatie is het functioneren van de historische stad en de positie van de Vinex hierin (figuur 3). Hoe kan een Vinex-wijk een op zichzelf staande wijk worden met alle karakteristieken van een stad. En welke positie neemt de Vinex-wijk in bij de wooncarrière van de mensen (figuur 4).

Vinex beantwoord sterk de behoefte naar ‘Suburbane ideaal’. Waar zijn bewoners naar opzoek en welke ingrediënten zijn cruciaal voor ‘de suburbane keuze’ (figuur 5). Kunnen we stadse condities combineren met suburbane condities en welke woon- en leefklimaat levert dit op? Is het mogelijk om ‘het omhoog-wonen’ om te buigen in wonen en ‘wortelen’ in de buurt? Welke kansen levert de stagnatie in dit proces op (figuur 6)?

PROCES • classificatie; • analyse van de wijken;- kernopgaven per wijk op de drie cruciale • • • • •

schaalniveau’s; opgaven van de wijk per wereldbeeld a.d.h.v. beleid, beheer en ontwerp; bepalen van de vinex woonmilieus met de daarbij horende behoeftepatroon; strategischekaarten per wereldbeeld voor de verschillende casewijken; bouwstenen voor de toekomst. conclusie

De koop van het huis leek destijds een veilige investering. Een goede stap in de wooncarriere op weg naar royaler en beter gesitueerd. De financiele crisis echter, verandert deze tijdelijkheid in een veel langduriger relatie met de woonomgeving.

SUBURBS

SUBURBS

SUBURBS

CENTRUM

A

SUBURBS

CENTRUM

CENTRUM

A

CENTRUM

A

HYPOTHESE

De toekomst brengt veranderingen teweeg in de behoeften van de Vinexgebruiker op het gebied van programma, ruimtevraag, sociaal-economie, demografie, etc. Op basis van scenario’s wordt inzicht verkregen in de kansen en knelpunten die hierdoor ontstaan in de verschillende typen Vinex-wijken. Bouwstenen kunnen initieel inspelen op veranderende behoeftepatronen.

B

A C

De stad groeit, stedelijke condities breiden zich uit en bedreigen het suburbane ideaal. De oplossing: verhuizen naar de nieuwste delen van de stad, de nieuwe suburbs. V

1 - MEER M2 VOOR MINDER GELD 2 - BEZIT VAN EEN KLEIN STUKJE VAN DE PLANEET 3 - ZOWEL EEN TUIN ALS GROENE OMGEVING 4 - KINDEREN GROEIEN ER MAKKELIJK OP 5 - MEER (GEVOEL VAN) PRIVACY DAN IN STEDELIJKE OMGEVING 6 - LAGE DICHTHEID BETEKENT MEER RUST EN VREDE 7 - MEER CONTROLE IN KEUZE (GELIJKAARDIGE) BUREN

7 Redenen voor de koop van een suburbaan huis, volgens amerikaanse socioloog Herbert J. Gans (1972):

4

B


morfologische verkenning

VINEX

Vinex-uitleglocaties in Nederland

VIER CASESTUDY’S

De vier casegebieden Reeshof Tilburg, Almere-Buiten, Leidschenveen/ Ypenburg Den Haag en Schuytgraaf Arnhem vertegenwoordigen de breedte van de verschillende Vinex-typen. Iedere case Dewordt inDe Blauwe Stad Held iii dit hoofdstuk kort behandeld a.d.h.v conclusieZuiderburen analyse, opgaven en Reitdiep behoeftepatroon, woonmilieus en strategische kaarten per wereldbeeld. In het overzichtsschema links op de pagina worden deze thema’s tegen elkaar uitgezet. Verderop in dit hoofdstuk wordt er per case ingegaan op de inhoud. Alle onderliggende stukken zoals analyse, workshopcahier en workshopverslagen zijn terug te vinden in de bijlagen.

Iedere strategische kaart is een mogelijke oplossingsrichting voor Delftlanden de respectievelijke case-gebied. Hierin wordt op structuurniveau Heerhugowaard Oostertocht Vroonermeer kansen en knelpunten benoemd en aan de hand van bouwstenen Stad van de Zon oplossingsrichtingen aangedragen. De strategie op structuurniveau Waterakkers-Lunetten zijn vooral specifiek voor deWeeren verschillende gebieden.Stadshagen De strategie De Lange Saendelft Weidevenne op veldniveau/woonmilieuniveau zijn generiek. In het hoofdstuk Broekpolder WoonmilieuVelserbroek wordt uitvoering ingegaan Almere-Buiten Vinex op de generieke integrale Hedeman IJburg De Aker Almere Stad Stellinghof Kollenveld benaderingswijze van de velden. Nijrees Almere Poort Floriande

Snelwegen

Bron:

‘Verstedelijking in Nederland

1995-2005’ (1996)

De Held iii

ALMERE-BUITEN

Nieuwland

Osseveld Woudhuis/ Zonnehoeve

Vathorst

Vegmo Achter ‘t Hofje

Zuiderburen

Rietlanden Erica

Delftlanden

Heerhugowaard Oostertocht Stad van de Zon

Schuytgraaf Klein Rome/Klaverkamp

Haverleij Vlinderbuurt De Kroeten Schoenmakerhoek/De Keen Nieuw Wolfshaar

Waterakkers-Lunetten

De Aker

Stellinghof

Almere-Buiten Vinex

IJburg

Hedeman

Almere Stad Almere Poort

Floriande

Nijrees

Roomburg

Hoogh Teylingen/ Hooghkamer Leyhof

Nieuwland

Osseveld Woudhuis/ Zonnehoeve

Vathorst

Vegmo Achter ‘t Hofje

Houten Vinex Schuytgraaf

Meerhoven

Klein Rome/Klaverkamp

Lange Steeg

Portland/Carnisselande

Haverleij

Gijzenrooi Maasveld

Nieuwe Munt

Vlinderbuurt De Kroeten Schoenmakerhoek/De Keen Nieuw Wolfshaar

Westeraam Essenpas Waalsprong

Oostpolder/Baanhoek West

De Volgerlanden

Eschmarke

Leesten

Leidsche Rijn

Teteringen Overhoeken/Nieuwe Warande Boskens Bakertand ‘t Zand Heivelden/Heuveleind Blixembosch Brandevoort De Akkers

De Vijfhoek

Zuidbroek

Leidschenveen Oosterheem Ypenburg Pijnacker Zuid Wateringse Veld Bergschenhoek Vinex Emerald-Delfgauw Berkel en Rodenrijs Vinex Nesselande

Reeshof

Kollenveld Vossenbelt

Getsewoud

Westeraam Essenpas

Groote Wielen Gagelkamp

Stadshagen

De Lange Weeren Weidevenne

Velserbroek

Empel

Landgoed Driessen

Saendelft

Broekpolder

Waalsprong

Oostpolder/Baanhoek West

De Volgerlanden

Eschmarke

LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Houten Vinex

Lange Steeg

Rietlanden Erica

Vroonermeer

Leesten

Leidsche Rijn

Leidschenveen Oosterheem Ypenburg Pijnacker Zuid Wateringse Veld Bergschenhoek Vinex Emerald-Delfgauw Berkel en Rodenrijs Vinex Nesselande

De Blauwe Stad Reitdiep

De Vijfhoek

Zuidbroek

Hoogh Teylingen/ Hooghkamer Leyhof

Portland/Carnisselande

Bebouwing

Vossenbelt

Getsewoud

Roomburg

Vinexwijk

Empel

Landgoed Driessen

Groote Wielen Gagelkamp

SCHUYTGRAAF ARNHEM

Teteringen Overhoeken/Nieuwe Warande Boskens Reeshof Bakertand ‘t Zand Heivelden/Heuveleind Blixembosch Brandevoort De Akkers Meerhoven

Gijzenrooi Maasveld

Hoogveld

Nieuwe Munt

Middengebied Caberg Lanakerveld Hoogveld-Heerlerbaan

DE REESHOF TILBURG bron: Vinex! een morfologische verkenning

Hoogveld Middengebied Caberg Lanakerveld Hoogveld-Heerlerbaan

vinex! een morfologische verkenning

VINEXt

5

5


SOLIDAIR

VERZORGINGSSTAAT

LIFESTYLE COMMUNITIES

VRIJSTAAT

HOE ZIET DE VINEX-WIJK ER UIT ANNO 2041? AAN DE HAND VAN TWEE VERMOEDELIJK BELANGRIJKE, MAAR NOG ONBEKENDE VARIABELEN -INVLOED VAN DE OVERHEID EN WELVAARTSNIVEAU- WORDEN VIER VERSCHILLENDE WERELDBEELDEN GESCHETST. MAATSCHAPPIJ De idealen van de Verlichting hebben geleid tot geemancipeerde burgers, zich bewust van hun individuele rechten en plichten. Het gelijkheidsbeginsel regeert. Men is vrij om keuzes te maken, maar altijd persoonlijk aansprakelijk voor de gevolgen daarvan. Een extreem ‘rechtvaardig’ systeem gebaseerd op solidariteit. Economische terugval heeft tot gevolg dat de maatschappij verder versobert en verhardt. Ieder probeert zelfstandig te overleven. Mobiliteit neemt af, in lokale structuren vinden diverse specialisten en vakmensen elkaar. WONEN EN WERKEN Arbeidsaanbod bepaalt woonvestigingskeuze, veel werk met lokaal karakter. Aandeel huurwoningen neemt toe. Woningen zijn veelzijdig en flexibel, want hoge migratie dus veel verschillende bewoners. Thuis werken vooral voor sociale bovenlaag, dienstensector Arbeidsrelaties langduriger, inkomen stabiel.

OPENBARE RUIMTE Het openbare gebied is een neutrale zone, regels zijn talrijk en specifiek per gebied, het gebruik ligt in grote lijnen vast. De overheid speelt een grote rol: reguleert, handhaaft en beheert. De gebruikers zijn 6heterogeen en steeds wisselend.

MAATSCHAPPIJ Motto 2041: Elk individu is verplicht het beste uit zichzelf en het leven te halen, talenten te ontdekken, uit te buiten en zwakheden te overwinnen. Opleiding, werk, leefomgeving en vrijetijdsbesteding zijn een afspiegeling van het ‘imago’ of ideale zelfbeeld. Mobiliteit neemt toe. Een uitgebreid, fijnmazig netwerk verbindt de mens met alles wat hij nodig heeft, waar dan ook. Persoonlijke ontwikkeling van het moment bepaalt woonplaats, plek voor studie, werk en ontspanning

WONEN EN WERKEN Aandeel koopwoningen neemt toe, woning is afspiegeling imago bewoner. Aanpasbaar aan persoonlijke behoeften, trends. Meer 2e huizen. Arbeidsmarkt bestaat uit wijd verspreid netwerk van specialisten in ad hoc wisselende samenstellingen. Arbeidsrelaties kortstondig, inkomens stabiel.

OPENBARE RUIMTE Openbare gebieden ontlenen hun kwaliteit aan de belevenis die ze bieden. City-branding, woonmalls, tuincentra. Overheid informeert en stuurt. Homogene gebruiker. Hoge mobiliteit koppelt mens direct aan gewenste plek, gelijkgestemden vinden elkaar.

MAATSCHAPPIJ De overheid trekt zich terug, kennis en invloed ligt meer en meer bij grote marktpartijen en kleine collectieve initiatieven. De mens heeft uitgesproken ideeen over hoe zijn omgeving te organiseren en de kennis en middelen om dit te doen.

WONEN EN WERKEN Grenzen tussen wonen en werken afhankelijk van woongemeenschap, soms collectief georganiseerd Woongemeenschappen gekozen rondom gemeenschappelijk thema. Meer koopwoningen, met belangen in de aangrenzende openbare ruimte. Eenzijdige demografische samenstelling, zoals bijv. TechnoCampus, Golf Course apartementen of SunCities. Arbeidsrelaties kortstondig, inkomens varieren sterk.

OPENBARE RUIMTE Gekrompen tot essentiele minimum, kerntaak teruggetrokken overheid is beheer Collectieve domeinen voor recreatie en ontmoetingen, geclaimd en beheerd door stakeholders, grenzen zijn informeel maar duidelijk

MAATSCHAPPIJ Niveau sociale voorzieningen daalt door zwakke economie. De overheid is genoodzaakt haar rol te beperken. Daar waar gaten vallen in de maatschappelijke structuren, zoals in de zorg en onderwijs, ontstaan uit noodzaak collectieve initiatieven, die deze trachten op te vullen. WONEN EN WERKEN Grenzen tussen wonen en werken vervagen. Aandeel huurhuizen toegenomen, weinig migratie, flexibel van opzet om veranderingen in gezinssamenstellingen op te vangen. Woongemeenschappen, autarkie als overlevingsstrategie, werk en zorg delen. Zeer gemengde demografische samenstelling Arbeidsrelaties langdurig, inkomen varieren sterk

OPENBARE RUIMTE Gekrompen tot essentiele minimum, kerntaak teruggetrokken overheid is beheer en grootschalige projecten. Collectieve gebieden worden geclaimd en beheerd door omringende bewoners en andere gebruikers, grenzen zijn informeel.


Stedelijk typologie Compacte typologie

strategie matig wisselen behoeftepatroon solidair

Vinex typologie Dorpse typologie WOONDOMEIN ICONEN

STEDELIJKE TYPE 1. STEDELIJK

Landelijke typologie 2. COMPACT

1. STEDELIJK

3. VINEX

Landschappelijke/Stedelijk typologie STRUCTUREN Hoofdstructuur 3. VINEX

2. COMPACT

VINEX 3.3.VINEX

3. VINEX

3 strategie sterk wisselen behoeftepatroon verzorg wereldbeeld strategie matig wisselen behoeftepatroon verzorg DORPSTYPE 4. wereldbeeld 3.4.DORPSE VINEX

PROGRAMMA Voorzieningen WOONMILIEU STRUCTUUR EN PROGRAMMA

VINEX TYPE 3. 3. VINEX VINEX

4. DORPS

4. 3. DORPS VINEX

strategie sterk wisselen

Vinex

3.4. VINEX DORPS

3.4. VINEX DORPS Dorpse

Landelijke Landschappelijke/Stedelijk 4. DORPS

4. 3. DORPS VINEX

5. LANDELIJK

5. LANDELIJK

WOONMILIEU’S 4. DORPS

4. DORPS

3. VINEX

strategie sterk wisselen behoeftepatroon commu beeld strategie matig wisselen behoeftepatroon commu beeld

Compacte

N

3. VINEX

3.3. VINEX VINEX

3. VINEX Stedelijk

S

2. COMPACT

3. VINEX

P

COMPACTE TYPE

2. COMPACT

P+S

1. STEDELIJK

STEDENBOUWKUNDIGE TYPEN

EN

strategie sterk wisselen behoeftepatroon solidair

WOONDOMEIN ICONEN

5. LANDELIJK

6. LANDSCHAPPELIJK / STEDELIJK

LANDELIJKE TYPE behoeftepatroon vrijstaa 5. LANDELIJK 6

strategie matig wisselen behoeftepatroon vrijstaa 6. LANDSCHAPPELIJK / matig wisselende STEDELIJK behoeftepatroon

LANDSCHAPPELIJKE/ 6. LANDSCHAPPELIJK / STEDELIJKE TYPE STEDELIJK


SCHUYTGRAAF

ALMERE-BUITEN

Stedelijk Compacte Vinex Dorpse Landelijke Landschappelijke/Stedelijk

N

S

P

P+S

‘DE EINDELOZE ZEE WONINGEN’ WORDT ONTLEED TOT WOONMILIEUS, STEDENBOUWKUNDIGE EENHEDEN MET SPECIFIEKE KERNKWALITEITEN EN BEHOEFTEPATRONEN. ALLE VERSCHILLENDE GEBIEDEN BINNEN DE VINEX WORDEN ZO EENDUIDIG BENOEMD EN VASTGELEGD.

DE REESHOF

LEIDSCHENVEEN - YPENBURG figuur 6 Actuele positie Vinex (atelierbruut, 2012)

7


1 - SOLIDAIR

A Beheer en Regie van wonen en openbare ruimte met een vorm van participatie. Mogelijke vorm is wijkgericht werken; behoefte aan model voor gebruikersparticipatie in beheerstaken

B 1) De vraag naar kleine wooneenheden -senioren en starters- neemt toe. 2) Wooncarrieres lopen vast, behoefte aan aanpasbare woningen en flexibele typologieën

A

B1

Behoeftepatronen 2041binnen de Wereldbeelden voor de VELDEN / woonmilieu's Datum: 2012-12-10

weerslag op gebieden met privater karakter OR

A. Beheer en participatie; B. Wonen en huisvesting; C. Mobiliteit en infrastructuur; D. Recreatie, Groen en Water; E. Duurzaamheid en Energie; F. Zorg, Voorzieningen en werk;

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

STEDELIJK

STEDELIJK

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

COMPACT

COMPACT

milieu’s met lagere variatie in woningaanbod

VINEX

DORPS

VINEX

DORPS

vooral bij woningvoorraad met modale gezinnen

met name bewoners parkeren neemt af

VINEX

DORPS

VINEX

DORPS

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

STEDELIJK

STEDELIJK

STEDELIJK

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

COMPACT

COMPACT

VINEX

VINEX

DORPS

DORPS

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

compacte woningtypen zijn energetisch efficienter

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

GEEN

D

E1

D Recreatiebehoefte meer gericht op de nabijheid van de woning. Groen/blauwe elementen liften mee en krijgen een intensiever gebruik.

E Overheid beheert energie-infrastructuur, en stimuleert energie-coöperaties en grootschalige alternatieve bronnen. 1) Behoefte aan goedkopere energie. 2) Behoefte aan verminderen energiegebruik door betere energieprestatie woningen.

2 - VERZORINGSSTAAT

C

B2

STEDELIJK

GEEN

weerslag op milieu’s met groener karakter

C Er zijn minder auto's in de openbare ruimte. Verkeersplan handhaven. Waar auto's verdwijnen: behoefte aan nieuw verkeersplan aangepast aan vrijkomende gebieden.

PROGRAMMA

STRUCTUUR

focus op de meer strategische plekken

VINEX

DORPS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA

STRUCTUUR

B Behoefte aan een brede variëteit aan woningtypen. Wooncarrieres bloeien. Verhuizen in plaats van verbouwen: Brede woonbehoeften worden ingewilligd door een georganiseerde migratie op stadsniveau (verhuizen binnen en buiten de wijk), eerder dan door fysieke aanpasbaarheid van het woondomein (verbouwen).

A

B

Behoeftepatronen 2041binnen de Wereldbeelden voor de VELDEN / woonmilieu's Datum: 2012-12-10

weerslag op gebieden met privater karakter OR

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

woningen met minder onderscheidend vermogen blijven achter

VINEX

DORPS

CAMPUS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

... Varierende woonbehoeften worden ingewilligd door een georganiseerde migratie op stadsniveau (verhuizen binnen en buiten de wijk), eerder dan door fysieke aanpasbaarheid van het woondomein (verbouwen).

STEDELIJK

COMPACT

parkeren in OR, vooral in publieke domein

VINEX

DORPS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

STEDELIJK

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

COMPACT

VINEX

VINEX

DORPS

DORPS

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

weerslag op grotere groene gebieden

DORPS

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

F Behoefte aan kleinschalige (zorg-)voorzieningen, geclusterd in de nabijheid van de woonbuurten vanwege afnemende mobiliteit en thuiswerken. Gecombineerd met flexibele werkplekken, spin-off: sociale netwerken worden sterker in de wijk.

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

D

E1

D Behoefte specifieke recreatieplekken neemt toe, waarbij afstand geen beperkende factor is. Grootschalige recreatieplekken gaan een groot verzorgingsgebied bedienen. Vraag naar hoogwaardige recreatieve gebieden gecombineerd met groen/blauwe voorzieningen neemt sterk toe. Recreatie op buurtniveau heeft een meer alledaags karakter.

E Overheid beheert energie-infrastructuur, en ontwikkelt grootschalige alternatieve bronnen. 1) Behoefte aan goedkopere energie. 2) Behoefte aan verminderen energiegebruik door betere energieprestatie woningen.

DORPS

CAMPUS

CAMPUS

GEEN

VINEX

LANDELIJK

LANDELIJK

STEDELIJK

VINEX

C Behoefte aan mobiliteit neemt toe. Vraag naar verbeterde infrastructuur is groot, investeringen volgen. Claims op de openbare ruimte door autogebruik en -bezit zijn groot.

C

STEDELIJK

LANDELIJK

A. Beheer en participatie; B. Wonen en huisvesting; C. Mobiliteit en infrastructuur; D. Recreatie, Groen en Water; E. Duurzaamheid en Energie; F. Zorg, Voorzieningen en werk;

F

E2

A Sterke beheer en regie door de overheid met inspraakprocedures, behoefte aan model voor invloed en inspraak gebruikers

compacte woningtypen zijn energetisch efficienter

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

STEDELIJK

COMPACT

focus op de meer strategische plekken

VINEX

DORPS

VINEX

DORPS

LANDELIJK

CAMPUS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

F

E2

F Vraag naar (zorg-)voorzieningen wordt opgelost in grootschalige strategische knooppunten. Specifieke nichevoorzieningen worden gerealiseerd aan huis. Sterke behoefte aan combinatie thuiswerkplekken en flexibele werkplekken op strategische plaatsen.

WAT ZIJN DE EFFECTEN VAN DE VIER WERELDBEELDEN OP DE WOONMILIEUS SPECIFIEK: WELKE KANSEN EN KNELPUNTEN ONTSTAAN IN DE VERRE OF NABIJE TOEKOMST IN DEZE WOONMILIEUS...? 3 - COMMUNITIES

A Privaat beheer, minimale regie door overheid. Vrijgegeven openbare ruimte wordt omgezet in collectief beheerde gebieden rond gemeenschappelijke behoeften. Behoefte aan vrijheid voor Sterke burger- en ondernemersinitiatieven, gefaciliteerd door de overheid.

B Diversiteit woningen en typologieën door marktwerking en privaat initiatief. Behoefte aan onderscheidend vestigingsmilieu, vooral grote kavels en woningen en ruimte voor collectieve gebiedsontwikkeling en -transformatie.

A

B

Behoeftepatronen 2041binnen de Wereldbeelden voor de VELDEN / woonmilieu's Datum: 2012-12-10

weerslag op gebieden met privater karakter OR

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

DORPS

woningen met minder onderscheidend vermogen blijven achter

CAMPUS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

veranderbehoefte vooral in grotere groene gebieden

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

8

STEDELIJK

COMPACT

VINEX

PROGRAMMA

STRUCTUUR

4 - VRIJSTAAT

C

STEDELIJK

LANDELIJK

A. Beheer en participatie; B. Wonen en huisvesting; C. Mobiliteit en infrastructuur; D. Recreatie, Groen en Water; E. Duurzaamheid en Energie; F. Zorg, Voorzieningen en werk;

C Behoefte aan individuele mobiliteit stijgt. Het toenemend autogebruik vraagt om investeringen in infrastructuur(knopen). Een minimaal verkeersplan legt vast wat noodzakelijk is en laat verder vrij. Toename van autobezit vraagt herverdeling van de openbare ruimte.

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

toename parkeren vooral in meer private domein

VINEX

DORPS

VINEX

DORPS

LANDELIJK

LANDELIJK

CAMPUS

CAMPUS

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

STEDELIJK

STEDELIJK

STEDELIJK

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

COMPACT

COMPACT

kansen liggen in grotere lege gebieden

VINEX

DORPS

VINEX

DORPS

compacte woningtypen zijn energetisch efficienter

veranderingsbehoefte in milieu’s zonder programma

VINEX

DORPS

A Minimaal beheer, minimale regie door overheid. Openbare ruimte verwildert of wordt beheerd op basis van noodzakelijke collectiviteit en gerichte burger- en ondernemersinitiatieven.

B Wooncarrieres lopen vast. Behoefte aan technische aanpasbaarheid woningen en flexibiliteit woondomein is groot en wordt privaat en vrij ingevuld. Behoefte aan nieuwe typologieen is groot. Hier wordt in voorzien door vrij opsplitsen of uitbreiden van woningen of kavels en door toevoegen wooneenheden.

A

B

Behoeftepatronen 2041binnen de Wereldbeelden voor de VELDEN / woonmilieu's Datum: 2012-12-10

beheervraag in gebieden met privater karakter OR

A. Beheer en participatie; B. Wonen en huisvesting; C. Mobiliteit en infrastructuur; D. Recreatie, Groen en Water; E. Duurzaamheid en Energie; F. Zorg, Voorzieningen en werk;

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

DORPS

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

DORPS

behoefte in gebieden met grondgebonden typologien

CAMPUS

CAMPUS

PROGRAMMA

STRUCTUUR

COMPACT

parkeren in OR neemt af, vooral in publieke domein

DORPS

LANDELIJK

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

STEDELIJK

VINEX

LANDELIJK

GEEN

kansen in milieu’s met grotere groene gebieden

VINEX

C

STEDELIJK

VINEX

C Actieradius en mobiliteit nemen af. Autogebruik maakt plaats voor andere vormen van mobiliteit (fietsen wandelnetwerken). Individueel autobezit neemt af, wordt vaker collectief opgelost. Het verkeersplan wordt geminimaliseerd en aangepast aan het verschuivende gebruik (meer LV).

CAMPUS

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

STEDELIJK

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

COMPACT

kansen liggen in grotere lege gebieden

DORPS

VINEX

DORPS

compacte woningtypen zijn energetisch efficienter

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

D

E1

D Recreatiebehoefte neemt toe. Alledaags meer in het prive- of collectieve domein dan in de openbare ruimte. Dit vraagt om de mogelijkheid de leefomgeving privaat of collectief te kunnen invullen. Behoefte aan hoogwaardige recreatieve gebieden gecombineerd met groen/blauwe voorzieningen wordt op grote schaal, ingevuld d.m.v. private initiatieven op privé-domeinen.

E Overheid faciliteert private energiecoöperaties en klein- en grootschalige exploitatie alternatieve bronnen. 1) Behoefte aan goedkopere energie. 2) Behoefte aan verminderen energiegebruik door betere energieprestatie woningen.

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

E2

PROGRAMMA

STRUCTUUR

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA

STRUCTUUR

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

GEEN

F

F (Zorg-)Voorzieningen wordt marktconform ontwikkeld rond grote knooppunten, of privater: via buurtconcepten met wonen gekoppeld aan collectieve voorzieningen.

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

D

E1

D Recreatiebehoefte vooral gekoppeld aan blauw/groene elementen in de directe omgeving. Toenemende behoefte aan zelfvoorzienende productie verhoogt de druk op de openbare ruimte.

E Overheid faciliteert private energiecoöperaties en kleinschalige alternatieve bronnen. 1) Behoefte aan goedkopere energie. 2) Behoefte aan verminderen energiegebruik door betere energieprestatie woningen.

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

E2

PROGRAMMA

STRUCTUUR

STRUCTUUR

GEEN

COMPACT

veranderingsbehoefte in milieu’s zonder programma

DORPS

LANDELIJK

PROGRAMMA

STEDELIJK

VINEX

LANDELIJK

GEEN

DORPS

LANDELIJK

STEDELIJK

VINEX

VINEX

VINEX

DORPS

LANDELIJK

CAMPUS

PROGRAMMA EN STRUCTUUR

GEEN

PROGRAMMA

STRUCTUUR

GEEN

F

F Behoefte aan aanvullende maatschappelijke voorzieningen, boven op het minimale door de overheid verzorgde niveau (ondergrens). Behoefte aan ruimte en mogelijkheden om dit op buurtniveau in te vullen.


1 - SOLIDAIR

2 - VERZORGINGSSTAAT

STEDELIJK

COMPACT

COMPACT

COMPACT

VINEX

VINEX

VINEX

DORPS

DORPS

DORPS

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

CAMPUS

CAMPUS

2 - VERZORGINGSSTAAT A-C-F STEDELIJK

F

A. Beheer en participatie; B. Wonen en huisvesting; C. Mobiliteit en infrastructuur; D. Recreatie, Groen en Water; Behoeftepatronen 2041binnen E. Duurzaamheid en Energie; deZorg, Wereldbeelden vooren dewerk; F. Voorzieningen VELDEN / woonmilieu's Datum: 2012-12-10 Versie: b A. Beheer en participatie; datum: 2013.01.28 B. Wonen en huisvesting; C. Mobiliteit en infrastructuur; D. Recreatie, Groen en Water; E. Duurzaamheid en Energie; F. Zorg, Voorzieningen en werk;

4 - VRIJSTAAT

STEDELIJK

1 - SOLIDAIR A - B - C - D - E1 - E2

Behoeftepatronen 2041binnen de Wereldbeelden voor de VELDEN / woonmilieu's Datum: 2012-12-10

3 - COMMUNITIES

STEDELIJK

CAMPUS

3 - COMMUNITIES A - D - E1 STEDELIJK

B - D - E1 - E2

4 - VRIJSTAAT A - B - E2 STEDELIJK

B - C - E2 - F

C - D - E1 - F

COMPACT

COMPACT

COMPACT

VINEX

VINEX

VINEX

DORPS

DORPS

DORPS

LANDELIJK

LANDELIJK

LANDELIJK

CAMPUS

CAMPUS

CAMPUS

A - B - C - D - E1 - E2 A F - B - C - D - E1 - E2

A-C-F F - E2 BA -- DC -- E1

A - D - E1 A -- C D -- E2 E1 - F B

A - B - E2 A C -- B D -- E2 E1 - F

ruimte, deze wordt onderdeel van het dagelijks leven van bewoners. Vooral modaal aanbod van woningtypen, Aoververtegenwoordigd - B - C - D - E1 - E2 in de woningmarkt. Weinig voorzieningen. Milieu's met nauwe relatie tussen het woondomein en de openbare Fruimte, deze wordt onderdeel van het dagelijks leven van bewoners. Vooral modaal aanbod van woningtypen, Lokaal strategische plekken, oververtegenwoordigd in de geschikt voor kleinschalige woningmarkt. Weinig en (zorg-)voorzieningen voorzieningen. geclusterd in de flex/werkplekken, nabijheid van de woonbuurten vanwege afnemende mobiliteit en Fthuiswerken.

en groene karakter kansen op het gebied van recreatie en ontwikkelingen rondom duurzaamheid op stedenbouwkundige schaal. Veel A-C-F migratie.

door collectieve transformatie van het woondomein, gebaseerd op de gezamenlijke of eigen wensen.

woondomein te verwachten, rondom lokale gemeenschappelijke voorzieningen of collectief geclaimde openbare ruimte.

Lokaal strategische plekken, geschikt voor kleinschalige (zorg-)voorzieningen en flex/werkplekken, geclusterd in de nabijheid van de woonbuurten vanwege afnemende mobiliteit en thuiswerken.

Milieu's met aanbod van minder voorkomende woningtypen, en waar openbare ruimte en programma een gebiedsoverstijgende rol spelen

HET PER WERELDBEELD GROEPEREN VAN WOONMILIEU’S MET DEZELFDE BEHOEFTEPATRONEN, LEVERT Deze milieu's bieden door hun ruime Met name in deze milieu's krijgt de In vooral dit type woonmilieu's zijn Milieu's met nauwe relatie tussen WOONMILIEU-CLUSTERS OP MET VERGELIJKBARE transformaties van het het woondomein en de openbare VERANDERINGSOPGAVEN opzet, overmaat aan openbare ruimte participatie van bewoners gestalte

Versie: b datum: 2013.01.28

Deze milieu's bieden door hun ruime opzet, overmaat aan openbare ruimte en B - Dgroene - E1 - E2karakter kansen op het gebied van recreatie en ontwikkelingen rondom duurzaamheid op stedenbouwkundige Milieu's met aanbod vanschaal. minderVeel migratie. voorkomende woningtypen, en waar openbare ruimte en programma een gebiedsoverstijgende rol spelen B - D - E1 - E2

A - D - E1

A - B - E2

Met name in deze milieu's krijgt de participatie van bewoners gestalte door transformatie van B - C - collectieve E2 - F het woondomein, gebaseerd op de gezamenlijke of eigen wensen. Deze milieu's bieden door hun ruime opzet, overmaat aan openbare ruimte en groene karakter kansen op nieuwe, private en integrale ontwikkelingen op het gebied van wonen, recreatie en B - C - E2 - F duurzaamheid op stedenbouwkundige schaal.

In vooral dit type woonmilieu's zijn transformaties van het woondomein te verwachten, C - D - E1 - F rondom lokale gemeenschappelijke voorzieningen of collectief geclaimde openbare ruimte. Door hun toenemende overmaat aan openbare ruimte en groen, bieden deze milieu's ruimte voor alternatieve vormen van gebruik en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid op C - D - E1 - F stedenbouwkundige schaal.

Deze milieu's bieden door hun ruime opzet, overmaat aan openbare ruimte en groene karakter kansen op nieuwe, private en integrale ontwikkelingen op het gebied van wonen, recreatie en duurzaamheid op stedenbouwkundige schaal.

Door hun toenemende overmaat aan openbare ruimte en groen, bieden deze milieu's ruimte voor alternatieve vormen van gebruik en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid op stedenbouwkundige schaal.

9


SD-10

ALMERE BUITEN Beleid: - Meerkernige stad versterken van boven af. Sturen op verschillen tussen de stadsdelen, door het aantrekken van specifieke sectoren (bestuur, zorg) en het creeren van plaatselijk specifieke werkgelegenheid. Zo onstaat aanleiding voor mensen en bedrijven om zich aan het stadsdeel te binden. Hierbij speelt vooral lokale mobiliteit een belangrijke rol, de kleinere OV-knopen (busbaan-trein)- Toegankelijk en bruikbaar maken van groen-blauwe structuren, denk aan het toevoegen van programma en het koppelen aan het bestaande stedelijk weefsel - Voorkomen achteruitgang oudere buurten door inzetten op verlagen energiekosten, door bijv. compacter en stedelijker bouwen of zelf exploiteren van slimme energienetwerken. Transformatie in gang zetten van scholen tot bedrijfsverzamelgebouwen, woonzorgcomplexen of andere faciliteiten Beheer: Beheersvraag per deelgebied inventariseren. Variatie aan niveau’s aanbieden voor verschillende domeinen. Grote beheersvraag door intensiever gebruik groen-blauwe gebieden en door vrijkomen parkeer-areaal, maar lagere budgetten: binnen de woonvelden zoeken naar burgerparticipatie onder regie a.d.h.v. inspraak, wijkgericht werken of wijkbudgettering. Ook kan het juiste programma hierbij helpen, denk aan schooltuinen, stadslandbouw of sportbeoefening Bouwkundige aanpak van energetisch inefficiënte woningvoorraad (typologie, leeftijd). Regie over netwerken energiedistributie in eigen hand nemen.

Ontwerp: Nieuwe stedenbouwkundige en architectonische typologieen voor meer variatie in woon- en werkomgevingen. Hoe kan op gebieds- en buurtniveau differentiatie plaatsvinden? Masterplan voor intensiever gebruik Hoge Vaart en De Evenaar en de groene corridors en verbindingen maken met het gebied Oostvaardersplassen. Nieuwe stedenbouwkundige typologieën ontwikkelen passend bij groen-blauwe gebieden Architectonische typologien ontwikkelen, ook in de vorm van aanpassingen, voor brede zorg in huis en gevarieerd woningaanbod. Bouwtechnisch onderzoek naar bouwkundige aanpasbaarheid Vinexwoningen, nieuwe vormen van gebruik en betere energie-prestaties.

SD-07

SD-06 SD-03

SD-17 SD-01

SD-09 SD-06

SD-11 SD-15

SD-08

SD-03

SD-02

SD-14 SD-11

DE WOONMILIEUCLUSTERS ZIJN VOOR ELKE CASESTUDY VERWERKT IN STRATEGISCHE KAARTEN... 10

SD-05


1. SOLIDAIR - ‘VINEX BUURTSCHAP’ SD-01: Hoogwaardige maatschappelijke investeringen van publieke voorzieningen op strategische kleinschalige knooppunten. SD-02: Publieke investeringen in lokale OV-knooppunten i.c.m. Aanvullende functies zoals wonen, werken en publieke voorzieningen. SD-03: Vergroten van het gebruik en toegankelijkheid van groene-blauwe structuren binnen en rondom de wijken. SD-04: Stimuleren van particuliere- en ondernemersinitiatieven onder regie van de overheid en stakeholders (via nieuwe koepelorganisatie) in de gebieden buiten de strategische knooppunten. SD-05: Aantrekken van specifieke sectoren en het stimuleren van werkgelegenheid in de wijk d.m.v. Het ontwikkelen van nieuwe (duurzame) werkgebieden. SD-06: Transformatie van publieke voorziening tot flexibele gebouwen t.b.v. bedrijfsverzamelgebouwen, woon-

zorgcomplexen,.. SD-07: Inzetten van verschillende vormen van inspraak, wijkgericht werken of wijkbudgettering t.b.v. ‘op maat’ beheer openbare ruimte en voorzieningen op veldniveau. Hoofdstructuur blijft hoofdtaak overheid. SD-08: Flexibel toelaten van tijdelijke programmering van de OR (schooltuinen, stadslandbouw, sportbeoefening,...) onder regie van nieuwe koepelorganisatie. SD-09: Ontwikkelen van een masterplan voor de ankerpunten van de wijk t.b.v. publieke- en commerciële voorzieningen. Positiebepaling van wijk binnen de stad en regio. SD-10: Ontwikkelen van een masterplan voor de groenblauwe en historische hoofdstructuur van de wijk t.b.v. versterken van de positie van de wijk binnen de stad en regio. SD-11: Ontwikkelen van een nieuwe stedenbouwkundige typologieën passend bij groen-blauwe gebieden. Zowel d.m.v. nieuwbouw als transformatie van

ZO-18

SD-14 SD-17

ZO-19 ZO-15

SD-04 SD-11

een heldere set van randvoorwaarden (typologie, vestigingsmilieu, programma, OR, beheer). SD-17: Bouwkundig en Energetisch aanpassen van VINEX woning dmv overheidsprogramma. SD-18: Creëren van plekken in de openbare ruimte waar bewoners elkaar op informele manier kunnen zien (publieke vertrouwdheid). SD-19: Ontwerp en ontwikkelen, a.d.h.v. een masterplan, van braakliggende gebieden (fijnmazig ontwikkelraster) zodat geïnteresseerde partijen, indien gewenst, aan de slag kunnen. Ontwikkelingen dienen bij te dragen aan het functioneren van de wijk. SD-20: Nieuwe typologieën ontwikkelen voor gebruik van de openbare ruimte rondom de woning. Door verminderd gebruik van de auto ontstaat hier ruimte voor alternatief gebruik. SD-21: Publieke investeringen in LV-routes die het stadsdeel verbindt met stad en ommeland en stallingfaciliteiten voor fietsen biedt.

bestaande gebouwen. SD-12: Ontwikkelen van een nieuwe stedenbouwkundige en architectonische typologieën voor woonwerk-zorggebieden. Zowel d.m.v. nieuwbouw als transformatie van bestaande gebouwen. SD-13: Opzetten van het bouwtechnisch onderzoek naar de bouwkundige aanpasbaarheid Vinex-woningen en woonbuurten. SD-14: Ontwikkelen van een masterplan voor de regie over inpassing van duurzaamheidsmaatregelen op stedenbouwkundige schaal. SD-15: Diversificatie woningvoorraad door uitbreiding aandeel kleinere woningen (starters, ouderen) en flexibele typologieën. SD-16: Een strategisch plan met een heldere prioritering voor de ontwikkeling van de braakliggende terreinen. De overheid ontwikkelt strategische gebieden met wijkvoorzieningen. Andere gebieden worden onder regie maar via participatie ontwikkeld, binnen

ZO-05 ZO-16

SD-12 SD-18 SD-20

ZO-07

SD-07 SD-08 SD-13

ZO-17

ZO-13 SD-12

ZO-14

ZO-09

ZO-08

ZO-21

SD-05 SD-06

ZO-09

ZO-05 ZO-06

... DIE EEN INTEGRAAL BEELD SCHETSEN VAN DE BEHOEFTENPATRONEN DIE ONSTAAN, WANNEER DE VINEX-WIJK ZICH BEGEEFT RICHTING EEN VAN DE TOEKOMSTIGE WERELDBEELDEN

11


SD-02 SD-02

SD-01 SD-01

ov

ov

ov

SD-03 SD-03

SD-04 SD-04

SD-05 SD-05

GEMEENTE GEMEENTEEN EN GEMEENTE EN STAKEHOLDERS STAKEHOLDERS STAKEHOLDERS

SD-06 SD-06

SD-07 SD-07

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

mmaassterp terpllan masterp lan an

R

kkko ppeeelo ooeeep lorg lo rgaaan nniisisaatie rg satitiee

koepel koepelorganisatie organisatie koepel organisatie

koepel organisatie koepelorganisatie organisatie koepel

SD-11 SD-11

SD-12 SD-12

SD-13 SD-13

SD-14 SD-14

ll ooooool h h h c ssscc

TTTR AAN NNSSSFFOR RRA FOORRM M AATTTIEIE MA IE

SD-16 SD-16

SD-15 SD-15

SD-17 SD-17

SD-18 SD-18

SD-19 SD-19

mmaassterp terpllan masterp lan an

TTTR RRA AAN OORRMA NNSSSFFFO MAATTTIEIE RM IE

+ ++

AA A BB B C CC

BBRAA RAAAKL BRA IGIGGEN KLIG KL GGEENND DD

BBO OOU B UUW WTEEEC W CCH O HHN DDEEERRZTTO OON NNIISISCH NND RZZOOEEEK KK SCCHH

TTTR RRA AAN NNSSSFFFO OOR RRM MA M AATTTIIEEIE

SD-20 SD-20

= ==

SD-21 SD-21

ZO-02 ZO-02

ZO-01 ZO-01 WIJK WIJK

mmaassterp an terpllan masterp lan

ov

ov

ov

ZO-03 ZO-03

ZO-05 ZO-05

ZO-04 ZO-04 WIJK WIJK

. eeebbb. . ddggg d n geeenn liggiggg aakkklil a a bbbrrraa

ZO-06 ZO-06

ZO-07 ZO-07

WIJK WIJK

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

olll hooooo sssccchh

GS GS GS

TTTRRANS RAANNSSFO FOR FO AATTIE RRM MMA TIEIE

ZO-08 ZO-08

ZO-09 ZO-09

ZO-10 ZO-10

ZO-12 ZO-12

ZO-11 ZO-11 mmaassterp an terpllan masterp lan

GS GS GS

WIJK WIJK TTTRRANS RAANNSSFFFOORM ORRM AATTIE MA TIEIE

+ ++

ll ooooool h h h c ssscc

kkko ooeeeppel peelo ggaaannisa lorrrg o nisisaatttie ieie

ZO-16 ZO-16

ZO-15 ZO-15

ZO-14 ZO-14

ZO-13 ZO-13

kkko ooeeeppelo peelo lorg rgaaan nniisisaatie rg satitiee

== = BBO OOU UUW B WTEEEC W CCH O HHN DDEEERRZTTO OON NNIISISCH NND RZZOOEEEK KK SCCHH

TTTR NNSSSFFOR RRA AAN FOORRM M AATTTIEI MA IEE

ZO-17 ZO-17

ZO-18 ZO-18

ZO-19 ZO-19

ZO-21 ZO-21

ZO-20 ZO-20

ZO-13 ZO-13

LI-01 LI-01

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

LI-02 LI-02

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

LI-03 LI-03 BEHEREN BEHEREN BEHEREN VERWILDEREN VERWILDEREN VERWILDEREN

mmaassterp terpllan masterp lan an

GS NGS GS

FACILITEREND FACILITEREND FACILITEREND

+ ++

e ee y yy

LI-04 LI-04

WIJK WIJK

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

== =

LI-05 LI-05

B A RAAAKL BBRA RA IGIGGEN KLIG KL GGEENND DD

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

LI-06 LI-06

LI-08 LI-08

LI-07 LI-07

LI-09 LI-09

LI-10 LI-10

LI-12 LI-12

LI-11 LI-11

m mast asteeerrrp m ast lan ppllan an

BEHEREN BEHEREN BEHEREN

prive prive

m t lan mmaaassstterp erplan lan erp

e ee y yy

ee e y yy

SD-10 SD-10

SD-08 SD-08

A AA B BB C CC

BBO B OOU UUW WTEEEC W O NNIISISCH CCH NND HHN DDEEERRZTTO OON SCCHH RZZOOEEEK KK BOTTUM-UP BOTTUM-UP BOTTUM-UP BOTTUM-UP BOTTUM-UP BOTTUM-UP

LI-13 LI-13

LI-14 LI-14

VR-01 VR-01

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

VR-02 VR-02

GEMEENTE GEMEENTE GEMEENTE

VR-03 VR-03

VR-04 VR-04

VR-05 VR-05

VR-06 VR-06

VR-07 VR-07 m ast mast asteeerrrp m lan ppllan an

opheffen opheffen opheffen


SD-02

SD-01

ov

ov

ov

SD-03

SD-04

SD-05

SD-06

SD-10

SD-08

GEMEENTE

GEMEENTE EN STAKEHOLDERS

masterplan

koepe lorgan is

TRANS koepel organisatie

s

FORM ATIE

l oo ch

atie

koepel organisatie

SD-11

SD-12

SD-13

SD-14

SD-16

SD-15

SD-17

SD-18

SD-19

masterplan

TRANS FORM ATIE

k li

= +

BRAA

KLIGG

aa br

A B C

END

BO U W ONDE TECHNISCH RZOEK

TRANS FORM AT

g

nd ge

ge

b.

IE

ZO-02 SD-21 ZO-01 SD-07: Inzetten van verschillende ov ov WIJK ov vormen van inspraak, wijkgericht werken of wijkbudgettering t.b.v. ‘op maat’ beheer openbare ruimte en voorzieningen op veldniveau. HoofdZO-09 ZO-10 ZO-11 structuur blijft hoofdtaak overheid WIJK

SD-20

ZO-03

ZO-08

koepe lorgan is

ol ho c s

koepe lorgan isatie

ZO-06

ZO-07

WIJK

GEMEENTE

WIJK

sc

o ho

l

TRANS

FORM ATIE

ZO-15 ZO-13 Ontwikkelen ZO-14 SD-10: van een masterplan voor de groen-blauwe en historische hoofdstructuur van de wijk t.b.v. versterken van de positie van de wijk binnen de stadLI-01 en regio. LI-02 ZO-13

ZO-12

masterplan

GS

ZO-05

ZO-04

masterplan

GS

=

TRANS FORM ATIE

atie

ZO-16

+

BO U W ONDE TECHNISCH RZOEK

TRANS FORM ATIE

ZO-17

ZO-18

ZO-19

ZO-21

ZO-20

GEMEENTE

masterplan

GS

LI-03

GEMEENTE

BEHEREN VERWILDEREN

FACILITEREND

= +

e y

LI-04

WIJK

GEMEENTE

BRAA

LI-05

LI-06 GEMEENTE

KLIGG

END

LI-08

LI-07

LI-09

LI-10

LI-12

LI-11

masterplan

BEHEREN

prive

masterplan

e y

e y

SD-07

A B C

BO U W ONDE TECHNISCH RZOEK BOTTUM-UP BOTTUM-UP

LI-13

LI-14

VR-01

GEMEENTE

VR-02

GEMEENTE

VR-03

VR-04

VR-05

VR-06

VR-07 masterplan

opheffen


TILBURG - DE REESHOF Beleid: Meerkernige stad versterken van boven af. Sturen op verschillen tussen de stadsdelen, door het aantrekken van specifieke sectoren (onderwijs, medisch) en het creeren van plaatselijk specifieke werkgelegenheid. Zo onstaat aanleiding voor mensen en bedrijven om zich aan het stadsdeel te binden. Bereikbaarheid kan het verschil maken. Focus op positie in de regio, potentie regionale OV-knopen en snelwegafslagen. Toegankelijk en bruikbaar maken van groen-blauwe structuren, denk aan het toevoegen van programma en het koppelen aan het bestaande stedelijk weefsel. Voorkomen achteruitgang oudere buurten door inzetten op verlagen energiekosten, door bijv. compacter en stedelijker bouwen of zelf exploiteren van slimme energienetwerken. Transformatie in gang zetten van scholen tot bedrijfsverzamelgebouwen of voorzieningen voor thuiswerkers. Beheer: aanpassen beheer op intensiever gebruik groen-blauwe gebieden toenemend parkeer-areaal met lagere beheersintensiteit tempert dit enigszins burgerparticipatie onder regie van de stadsdelen a.d.h.v. inspraak, wijkgericht werken of wijkbudgettering ook kan het juiste programma hierbij helpen, denk aan schooltuinen, stadslandbouw of sportbeoefening bouwkundige aanpak van energetisch inefficiënte woningvoorraad (typologie, leeftijd) regie over energiedistributie in eigen hand nemen

Ontwerp: masterplan voor intensiever gebruik Hoge Vaart en De Evenaar en de groene corridors en verbindingen maken met het gebied Oostvaardersplassen nieuwe stedenbouwkundige typologieën ontwikkelen passend bij groenblauwe gebieden nieuwe stedenbouwkundige en architectonische typologieen voor woonwerkgebieden langs de rijksweg A6 architectonische typologien ontwikkelen, ook in de vorm van aanpassingen, voor thuiswerkers en marktsegmenten met grotere ruimtebehoefte bouwtechnisch onderzoek naar bouwkundige aanpasbaarheid Vinexwoningen, nieuwe vormen van gebruik en betere energie-prestaties

ZO-03

ZO-01

ZO-01 ZO-13 ZO-09 ZO-03

ZO-04 ZO-03 ZO-18 ZO-01 ZO-05

ZO-01 ZO-02

ZO-17

VOOR ELK VAN DE VIER CASESTUDY’S ZIJN STRATEGISCHE KAARTEN GETEKEND DIE VERANDERINGSOPGAVEN WEERGEVEN, ZOWEL OP HET NIVEAU VAN DE STRUCTUUR VAN DE WIJK.. 12


2. VERZORGINGSSTAAT - ‘VINEX PUR SANG’ ZO-01: Ontwikkelen van een masterplan voor de ankerpunten van de wijk t.b.v. publieke- en commerciële voorzieningen. Positiebepaling van wijk binnen de stad en regio. ZO-02: Ontwikkelen van een knooppunt op schaal van de regio en de stad. Het knooppunt is opgebouwd uit zeer hoogwaardige OV-verbinding en goede ontsluiting voor auto i.c.m. Met hoogwaardige woon-werkgebieden en publieke en commerciële voorzieningen. ZO-03: Vergroten van het gebruik en toegankelijkheid van groene-blauwe structuren binnen en rondom de wijken. ZO-04: Sterke sturing en regie op de wijk met aandacht voor adaptatievermogen van de structuren en woonmilieus. Door het gericht activeren van de structuren en de daaraan gekoppelde functies d.m.v. nieuw flexibel beleid en het bepalen van vrijheden en verschillen binnen de woonmilieus volgens helder beleid. ZO-05: Stimuleren plaatselijke werkgelegenheid, om mensen

en bedrijven aan stadsdeel te binden, aantrekken van specifieke onderwijs- of medische instellingen. D.m.v. inzetten op werkgelegenheid binnen de wijk of het stimuleren van transformatie van woontypologieën naar woon-werk typologieën. ZO-06: Transformatie mogelijk maken van scholen tot bedrijfsverzamelgebouwen of voorzieningen voor thuiswerkers. ZO-07: Aanpassen beheervormen (op maat) door intensiever gebruik groen-blauwe gebieden voor enerzijds de cruciale structuren/dragers en anderzijds de velden. ZO-08: Burgerparticipatie onder regie van de stadsdelen a.d.h.v. inspraak, wijkgericht werken of wijkbudgettering. ZO-09: Flexibel toelaten van tijdelijke programmering van de OR (schooltuinen, stadslandbouw, sportbeoefening,...) onder regie van nieuwe koepelorganisatie. ZO-10: Ontwikkelen van een masterplan voor de groenblauwe en historische hoofdstructuur van de wijk t.b.v. versterken van de positie van de wijk binnen de stad en regio. Door heldere herprofilering en

ZO-18

SD-14 SD-17

ZO-19 ZO-15

SD-04 SD-11

SD-18 SD-20

SD-13

VR-11 LI-02 LI-10

ZO-07

SD-07 SD-08

LI-11

ZO-17

ZO-05 ZO-16

SD-12

ZO-13 SD-12

SD-06

LI-08

ZO-09

ZO-09

VR-16

LI-12

LI-07

ZO-14 ZO-08

ZO-21

SD-05

Opzetten van het bouwtechnisch onderzoek naar de bouwkundige aanpasbaarheid Vinex-woningen. ZO-17: Ontwikkelen van een masterplan voor de regie over inpassing van duurzaamheidsmaatregelen op stedenbouwkundige schaal. ZO-18: Diversificatie woningvoorraad door uitbreiding aandeel kleinere woningen (starters, ouderen). ZO-19: Nieuwe typologieën ontwikkelen voor in tensieve combinaties van gebruik van de openbare ruimte rondom de woning. ZO-20: Opstellen van een masterplan o.b.v. een nieuw programmaeisen voor de braakliggende terreinen i.c.m. transformatie van bestaande cruciale gebieden rondom hoogwaardige OR; ZO-21: Creëren van plekken in de openbare ruimte waar bewoners elkaar op informele manier kunnen zien. ZO-22: Bedrijventerrein omzetten in groen / recreatie gebieden aansluitend op het groene systeem van de wijk.

herinrichting van de cruciale structuren. Tevens vergroten van de relatie met de omgeving. ZO-11: Door en/of ontwikkelen van ankerpunten en katalysatoren in wijk om zodoende de benodigde programma (publieke- en commerciële functies) toe te voegen. Sterke sturing en regie door overheid. ZO-12: Sterke investering in groen en blauwe projecten gecombineerd met recreatie, LV-routes, ecologie en bovenwijkse voorzieningen. ZO-13: Ontwikkelen van een nieuwe stedenbouwkundige typologieën passend bij groen-blauwe gebieden. Zowel d.m.v. nieuwbouw als transformatie van bestaande gebouwen. ZO-14: Ontwikkelen van een nieuwe stedenbouw kundige en architectonische typologieën voor woonwerk-zorggebieden. Zowel d.m.v. nieuwbouw als transformatie van bestaande gebouwen. ZO-15: Architectonische typologieën ontwikkelen, ook in de vorm van aanpassingen, voor thuiswerkers en marktsegmenten met grotere ruimtebehoefte. ZO-16:

LI-03 LI-11

ZO-05 ZO-06

LI-09

VR-02

LI-05

VR-08

LI-13

LI-03

... ALS OP HET NIVEAU VAN DE BESCHREVEN WOONMILIEU’S DIE DAAR TUSSEN IN VERSPREID LIGGEN. 13


LI-14

LI-02 LI-08

LEIDSCHENVEEN - YPENBURG Beleid: Verschillen tussen de stadsdelen laten onstaan door ruime vrijheden binnen helder gestelde kaders van bovenaf. Overheid bewaakt ondergrenzen van de omgevingskwaliteit. stadsdeelgrens Investeringen beperken zich tot bovenwijkse thema’s zoals infrastructuur, LV-routes, OV, water en groen (natuurontwikkeling), deze inzetten op belevingswaarde bepalen welke delen van de openbare ruimte uitgeven als priveterrein, beheer in handen van gebruiker faciliteren van spontane bottom-up initiatieven, toetsen op hoofdlijnen, partijen informeren: zoals transformatie van woningen of buurten tot nieuwe gebruiksvormen of bijv. scholen tot bedrijfsverzamelgebouwen, woonzorgcomplexen of andere faciliteiten t.b.v. bedrijvigheid en diversiteit binnen de wijk Voorkomen achteruitgang oudere buurten door inzetten op verlagen energiekosten, door bijv. stimuleren compacter en stedelijker bouwen of faciliteren van slimme energienetwerken

Beheer: minimalisering van de openbare ruimte leidt tot kleinere beheersvraag. Verder beheer overlaten aan de eindgebruikers, ‘gefaciliteerd bottom-up’ kern openbare recreatie rond groene en blauwe gebieden, beheer handhaven faciliteren collectieve initiatieven tot bouwkundige aanpak van energetisch inefficiënte woningvoorraad (typologie, leeftijd) regie over systeem collectieve energieondernemingen en hoofdinfrastructuur energie Ontwerp: masterplan voor kern-recreatiegebieden Hoge Vaart en De Evenaar en de groene corridors en verbindingen maken met het gebied Oostvaardersplassen visie op ruime woon- werk typologieen in uitbreiding in lage dichtheid nabij de A6 verkeersontwerp, uitgaande van minimale regie en maximale bereikbaarheid en doorbloeding van de wijk nieuwe stedenbouwkundige en architectonische typologieen voor clusters en communities, nieuwe domeinen bepalen bouwtechnisch onderzoek naar bouwkundige aanpasbaarheid Vinexwoningen, nieuwe vormen van gebruik en betere energie-prestaties

LI-11

LI-01 LI-13 LI-02

LI-09

LI-10

LI-05 LI-06

LI-01

LI-04

DEZE STRATEGISCHE KAARTEN BEVATTEN EEN AANTAL BOUWSTENEN, AANBEVELINGEN OP HET GEBIED VAN BELEID, BEHEER EN ONTWERP, HANDELINGSPERSPECTIEVEN VOOR DE NABIJE OF VERRE TOEKOMST 14

LI-03


3. LIFESTYLE COMMUNITIES - ‘PRIVATE VINEX’ Bepalen van de afnemende regie over de openbare ruimte: welke gebieden nog beheren, welke uitgeven als privéterrein in handen van gebruiker, welke laten verwilderen. LI-04: Transformatie van woningen of buurten tot nieuwe gebruiksvormen of bijv. scholen tot bedrijfsverzamelgebouwen, woon-zorgcomplexen of andere faciliteiten t.b.v. bedrijvigheid en diversiteit binnen de wijk. Faciliteren van spontane bottom-up (markt-) initiatieven, toetsen op hoofdlijnen, partijen informeren. LI-05: Minimalisering van de openbare ruimte leidt tot kleinere beheersvraag. Beheer overlaten aan de eindgebruikers, ‘gefaciliteerd bottom-up’. Enkel sturing op hoofdlijnen en op de essentiële onderdelen van de wijk.

LI-01: Ontwikkelen van verschillen tussen de stadsdelen door ruime vrijheden binnen helder gestelde kaders van bovenaf. Overheid bewaakt ondergrenzen van de omgevingskwaliteit.Enkel regie op het structuurniveau, Binnen de velden ligt de verantwoordelijkheid in de handen van de burger, ondernemers of initiatiefnemers. Investeringen beperken zich tot bovenwijkse thema’s zoals infrastructuur, LV-routes, OV, water en groen (natuurontwikkeling), deze inzetten op belevingswaarde. LI-02: Stimuleren van private initiatieven door een veranderende rol van de overheid. Van een regisserende rol naar een faciliterende rol d.m.v. particulier en collectief opdrachtgeverschap. LI-03:

ZO-18

7

ZO-19 ZO-15

LI-10 ZO-13

LI-08

ZO-09

ZO-09

VR-16

LI-12

VR-13

LI-07

ZO-14 ZO-08

ZO-21 SD-06

VR-04 VR-12

LI-02

ZO-07

SD-12

VR-14

VR-11 ZO-05 ZO-16

SD-20

VR-15

LI-11

ZO-17

Opzetten van het bouwtechnisch onderzoek naar de bouwkundige aanpasbaarheid Vinex-woningen. LI-11: Faciliteren van inpassing van duurzaamheidsmaatregelen op stedenbouwkundige schaal. LI-12: Faciliteren van renovatie VINEX-woningen op buurten woningniveau, bouwkundig en energetisch. LI-13: Architectonische typologieën ontwikkelen, ook in de vorm van aanpassingen, voor thuiswerkers en marktsegmenten met grotere ruimtebehoefte. LI-14: Economische ontwikkeling rond multi-modale knopen.. bv: Kenniscentra hoger onderwijs ontstaan in allianties met bedrijfsleven.

LI-06: Ontwikkelen van een masterplan voor kernrecreatiegebieden: de blauwe en groene corridors verbindingen laten maken met de omgeving. LI-07: Ontwikkelen van een visie op ruime woon- werk typologieën in lage dichtheden voor de uitbreiding nabij groene gebieden. LI-08: Ontwikkelen van nieuwe stedenbouwkundige en architectonische typologieën voor clusters en community’s, nieuwe randvoorwaarden voor privédomeinen bepalen. LI-09: Ontwikkelen van vrijer verkeersontwerp, uitgaande van minimale regie en maximale bereikbaarheid en doorbloeding van de wijk. LI-10:

LI-03 LI-11

ZO-05 ZO-06

LI-09

LI-05

LI-13

VR-02 VR-08 VR-13 VR-14

LI-03

VR-09 VR-11 VR-14

DE BOUWSTENEN ZIJN: GERICHTE MAATREGELEN VOOR SPECIFIEKE KNOPEN EN VELDEN IN HET STEDELIJKE WEEFSEL VAN DE VINEX-WIJK. 15


ARNHEM - SCHUYTGRAAF Beleid: Verschillen tussen de stadsdelen laten onstaan door ruime vrijheden binnen helder gestelde kaders van bovenaf. Overheid bewaakt ondergrenzen van de omgevingskwaliteit. Investeringen beperken zich tot bovenwijkse thema’s zoals infrastructuur, LV-routes, OV, water en groen (natuurontwikkeling), deze inzetten op belevingswaarde door bijvoorbeeld initiatieven als stadslandbouw te faciliteren. Bepalen welke delen van de openbare ruimte uitgeven als priveterrein, beheer in handen van gebruiker faciliteren van spontane bottom-up initiatieven, toetsen op hoofdlijnen, partijen informeren: zoals transformatie van woningen of buurten tot nieuwe gebruiksvormen of bijv. scholen tot bedrijfsverzamelgebouwen, woonzorgcomplexen of andere faciliteiten t.b.v. bedrijvigheid en diversiteit binnen de wijk Voorkomen achteruitgang oudere buurten door inzetten op verlagen energiekosten, door bijv. stimuleren compacter en stedelijker bouwen of faciliteren van slimme energienetwerken

Beheer: minimalisering van de openbare ruimte leidt tot kleinere beheersvraag. Verder beheer overlaten aan de eindgebruikers, ‘gefaciliteerd bottom-up’ kern openbare recreatie rond groene en blauwe gebieden, beheer via slim programma als stadslandbouw, volkstuinen of schooltuinprojecten. Faciliteren collectieve initiatieven tot bouwkundige aanpak van energetisch inefficiënte woningvoorraad (typologie, leeftijd) regie over systeem collectieve energieondernemingen en hoofdinfrastructuur energie Ontwerp: masterplan voor kern-recreatiegebieden Hoge Vaart en De Evenaar en de groene corridors en verbindingen maken met het gebied Oostvaardersplassen verkeersontwerp, uitgaande van minimale regie en maximale bereikbaarheid en doorbloeding van de wijk, functioneel LV-netwerk nieuwe stedenbouwkundige en architectonische typologieen voor clusters en communities, nieuwe domeinen bepalen visie voor herontwikkeling leegstaande bedrijventerreinen en kantoorgebouwen bouwtechnisch onderzoek naar bouwkundige aanpasbaarheid Vinexwoningen, nieuwe vormen van gebruik en betere energie-prestaties

ZO-12

ZO-22 ZO-13

ZO-14

ZO-04

ZO-07 ZO-10

ZO-02

ZO-01

ZO-03 ZO-11

ZO-09 ZO-21

ZO-20 ZO-17

HET TOEKOMSTBESTENDIG MAKEN VAN DE VINEX-WIJK D.M.V. EEN GROOTSCHALIGE, STERK GEREGISSEERDE EN ALOMVATTENDE HERSTRUCTURERING ZAL NIET ALTIJD EEN BEVREDIGENDE OPLOSSING BIEDEN... 16


4. VRIJSTAAT - ‘DE SPONTANE VINEX’ VR-01: Ontwikkelen van verschillen tussen de stadsdelen door ruime vrijheden binnen helder gestelde kaders van bovenaf. Overheid bewaakt ondergrenzen van de omgevingskwaliteit. Enkel regie op het structuurniveau, Investeringen beperken zich tot bovenwijkse thema’s zoals infrastructuur, LV-routes, OV, water en groen (natuurontwikkeling), deze inzetten op belevingswaarde door bijvoorbeeld initiatieven als stadslandbouw te faciliteren. VR-02: Minimalisering van de openbare ruimte leidt tot kleinere beheersvraag. Verder beheer overlaten aan de eindgebruikers, ‘gefaciliteerd bottom-up’. Enkel sturing op hoofdlijnen en op de essentiële onderdelen van de wijk. VR-03: Opheffen van huidig verkeersregime en hierdoor bestaande onontgonnen structuren activeren. VR-04:

Stimuleren van woningtransformatie t.b.v. diversiteit binnen de wijk. Enkel sturing op hoofdlijnen. Regie op structuurniveau, grote autonomie in de velden. De spontane initiatieven, Bottum-up initiatieven, worden getoetst op hoofdlijnen. VR-05: Investeren op infrastructuurniveau en groen-blauwe voorzieningen. Kern openbare recreatie rond groene en blauwe gebieden, beheer via slim programma als stadslandbouw, volkstuinen of schooltuinprojecten. VR-06: Aanwijzen van gebieden die mogen verwilderen, maar ook de ruimtelijke ondergrens borgen a.d.h.v. cruciale projecten die essentieel zijn voor behoud van de structuur van de wijk. VR-07: Ontwikkelen van een masterplan voor kernrecreatiegebieden: de blauwe en groene corridors verbindingen laten maken met de omgeving. VR-08: Verschuiven van de ruimtelijke ordening naar burger

VR-14

VR-11 ZO-05 ZO-16

VR-04 VR-12

LI-02 LI-10

ZO-13

VR-16

LI-12

VR-13

LI-07

ZO-14

LI-08 ZO-08

LI-03 LI-11

ZO-05 ZO-06

duurzaamheidsmaatregelen op stedenbouwkundige schaal. VR-14: Nieuwe typologieën ontwikkelen voor extensieve combinaties van gebruik van de openbare ruimte rondom de woning. VR-15: Faciliteren van renovatie VINEX-woningen op buurten woningniveau, bouwkundig en energetisch. VR-16: Faciliteren van spontane bottom-up initiatieven, toetsen op hoofdlijnen, partijen informeren: zoals transformatie van woningen of buurten tot nieuwe gebruiksvormen of bijv. scholen tot bedrijfsverzamelgebouwen, woon-zorgcomplexen of andere faciliteiten t.b.v. bedrijvigheid en diversiteit binnen de wijk. VR-17: Braakliggende gebieden ad hoc. ontwikkelen middels tijdelijk gebruik.

VR-15

LI-11

ZO-17

en ondernemers. Hierdoor ligt de marktwerking ten grondslag aan de verdere ontwikkeling van de wijk. De ruimtelijke ondergrens is de bestaande ruimtelijke structuur VR-09: Ontwikkelen van verkeersontwerp, uitgaande van minimale regie en maximale bereikbaarheid en doorbloeding van de wijk, functioneel LV-netwerk. VR-10: Ontwikkelen van een visie voor herontwikkeling leegstaande bedrijventerreinen en kantoorgebouwen. VR-11: Ontwikkelen van nieuwe stedenbouwkundige en architectonische typologieën voor clusters en community’s, nieuwe grenzen van privé-domeinen bepalen. VR-12: Opzetten van het bouwtechnisch onderzoek naar de bouwkundige aanpasbaarheid Vinex-woningen. VR-13: Faciliteren van inpassing van

LI-09

LI-05

LI-13

VR-02 VR-08 VR-13 VR-14

LI-03

VR-09 VR-11 VR-14

... MEDE DOOR DE COMPLEXE EN GEFRAGMENTEERDE EIGENDOMSVERHOUDINGEN EN BELANGEN LIJKT EEN GERICHTE EN MEER GENUANCEERDE AANPAK EERDER EEN OPLOSSING TE ZIJN VOOR DE VERANDERENDE BEHOEFTEN IN DE WIJKEN 17


ALGEMENE CONCLUSIES

A. EEN INDELING VAN DE WIJKEN OP BASIS VAN MEERDERE CRITERIA EN/OF VARIABELEN LEVERT GEEN HELDERE CLASSIFICATIE OP. HET INDELEN VAN DE WIJKEN OP DOMINANTE KENMERKEN LEIDT TOT EEN GROEPERING, WAARVAN DE 4 CASE-GEBIEDEN PROTOTYPISCHE VOORBEELDEN ZIJN; B. BIJNA IEDERE VINEX-WIJK KENT, OP STRUCTUURNIVEAU, EEN EIGEN IDENTITEIT; C. OP NIVEAU VAN HET WOONDOMEIN IS DE UNIFORMITEIT TUSSEN DE VINEX-WIJKEN ZEER GROOT; D. HET TOEKOMSTBESTENDIG MAKEN VAN DE VINEX-WIJK D.M.V. EEN GROOTSCHALIGE, STERK GEREGISSEERDE EN ALOMVATTENDE HERSTRUCTURERING BIEDT NIET ALTIJD, DOOR DE COMPLEXE EIGENDOMSVERHOUDINGEN EN BELANGEN, EEN OPLOSSING VOOR DE VERANDERENDE BEHOEFTE IN DE WIJK; E. TRENDS BIEDEN KANSEN OM DE VINEX-WIJKEN TOEKOMSTBESTENDIG TE MAKEN, HIERBIJ IS DE VINEXT-METHODE EEN BENADERINGSWIJZE WAARIN HET KOPPELEN VAN DE BEHOEFTEPATRONEN AAN WOONMILIEU’S (GEACTUALISEERDE WOONDOMEIN), BOUWSTENEN OPLEVERT DIE ONTWIKKELINGEN, ZOWEL RUIMTELIJK, DEMOGRAFISCH ALS SOCIAAL, IN DE TOEKOMST KUNNEN FACILITEREN.

18


F. HET BESCHRIJVEN VAN DE WOONMILIEU’S GEEFT INZICHT IN DE VERSCHEIDENHEID VAN WOONBUURTEN DIE OP HET EERSTE GEZICHT ‘EEN EINDELOOS ZEE WONINGEN’ LIJKEN TE ZIJN. HET IS EEN NIEUWE BENADERINGSWIJZE VOOR HET AANPAKKEN VAN DE VELDEN BINNEN DE VERSCHILLENDE VINEX-WIJKEN, GEBASEERD OP HUN ONDERLINGE VERSCHILLEN. G. DE WOONMILIEU’S BIEDEN EEN GEDEGEN FUNDAMENT OM GECOMBINEERD MET HET BEHOEFTEPATROON EEN HELDERE AANPAK EN PRIORITERING TE FORMULEREN. TEVENS KAN ALLE CRUCIALE INFORMATIE, ZOALS SOCIAAL-ECONOMISCHE, DEMOGRAFISCHE, RUIMTELIJK, ENZ, HIERAAN GEKOPPELD WORDEN. H. DE BOUWSTENEN (BEHEER, BELEID EN ONTWERP) ZIJN IN TE DELEN IN DRIE GROEPEN: BOUWSTENEN OP STRUCTUURNIVEAU; BOUWSTENEN OP VELDNIVEAU; BOUWSTENEN OP ZOWEL HET VELD- ALS STRUCTUURNIVEAU; I. BOUWSTENEN OP STRUCTUURNIVEAU HEBBEN VOORAL EEN LOCATIE-SPECIFIEK KARAKTER. BOUWSTENEN OP VELDNIVEAU HEBBEN EEN GENERIEK KARAKTER EN ZIJN TOEPASBAAR OP DE VINEXWIJKEN;

19


20


COLOFON

Ed Ravensbergen Marc Holvoet Rene Berbee Jordy Stamps Maaike van der Horst Redmar van Leeuwen Janneke Rutgers Tomas Suminas Bahar Akbarian

ATELIER

BRUUT atelierbruut Den Haag NOORDEINDE 33 2562 CJ DEN HAAG atelierbruut Amsterdam KIEKSTRAAT 76 1087 JB AMSTERDAM INFO@ATELIERBRUUT.NL WWW.ATELIERBRUUT.NL KVK NR. 34.25.43.67 BTW NR. NL8161.92.820 ING BANK NR. 66.03.78.779

Met dank aan:

Stimuleringsfonds Cratieve Industrie Gemeente Almere Gemeente Arnhem Gemeente Den Haag Gemeente Tilburg Jan Hein Boersma, Bureau Nieuwe Gracht Alle workshopsdeelnemers Alle gesprekspartners

21


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.