FMinFOCUS Recycling&Duuzaamheid
Samen energie besparen DCMR Milieudienst Rijnmond ondersteunt bij nemen van energiebesparende maatregelen
Annemieke van Ramshorst, namens Agentschap NL
Veel organisaties vallen sinds 2008 onder het Activiteitenbesluit van de Wet Milieubeheer. Hierdoor zijn ze verplicht om nadelige gevolgen voor het milieu zo veel mogelijk te voorkomen en alle energiebesparende maatregelen te nemen die een terugverdientijd hebben van vijf jaar of minder. De DCMR Milieudienst Rijnmond biedt bedrijven en instellingen in de regio Rotterdam en omstreken handvatten, zodat ze aan hun wettelijke verplichtingen voldoen en kosten besparing.
De verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen geldt voor alle organisaties met een minimaal jaarlijks elektriciteitsverbruik van 50.000 kilowattuur of verbruik van 25.000 kubieke meter aan gas; het merendeel van alle utiliteitsgebouwen in Nederland. In principe ligt de verantwoordelijkheid om met de maatregelen aan de slag te gaan bij bedrijven en organisaties zelf, maar de gemeente mag controleren of zij aan hun verplichting voldoen en naleving afdwingen. Dat klinkt heel strikt, maar in de praktijk zoeken gemeenten liever de samenwerking met bedrijven en organisaties op om het milieu te verbeteren. Ze benadrukken de voordelen van energiebesparing, in plaats van te dreigen met boetes en dwangsommen. Een goed voorbeeld hiervan is de aanpak van de DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR). De milieudienst stimuleert organisaties en bedrijven in de stadsregio Rotterdam, die bestaat uit Rotterdam en veertien omliggende gemeenten, om energiebesparende maatregelen te nemen.
48
fmi 9 - 2011
Open het overleg in De stadsregio Rotterdam heeft een ambitieuze klimaatdoelstelling geformuleerd: 40 procent CO2-reductie in 2025 ten opzichte van 1990. De uitstoot van het havengebied van Rotterdam wordt hierin niet meegenomen. Voor de gemeente Rotterdam zijn andere doelen gesteld, omdat de uitstoot van het havengebied zo enorm is dat het allesbepalend zou worden voor het wel of niet halen van de doelstelling. ‘Er valt nog veel te verbeteren op het gebied van energiebesparing’, vertelt Willem de Neve, beleidsmedewerker bij het bureau Klimaat en Verkenningen van het Expertisecentrum van de DCMR. ‘Wij helpen organisaties in de regio zo veel mogelijk daarbij. Onze toezichthouders gaan tijdens een bedrijfsbezoek altijd heel open het overleg in en kijken samen met de facility manager of gebouwbeheerder welke maatregelen de organisatie kan nemen.’ Om energiebesparing handen en voeten te geven, maakt de DCMR gebruik van de maatregelenlijst van kenniscentrum InfoMil. Op basis van deze lijst kan
De hoofdlocatie van Humanitas in de regio Rijnmond
de toezichthouder precies afvinken welke energiebesparende maatregelen een organisatie moet nemen om aan de verplichtingen van het Activiteitenbesluit te voldoen en kosten te besparen. Na afloop van een bezoek krijgt de facility manager een naslagwerk met informatie en tips over de te nemen maatregelen. De DCMR heeft in 2008 200 scholen in de regio bezocht en voorlichting gegeven over de te nemen energiebesparende maatregelen. Het ging meestal om relatief
> Slimme Energie Slimme Energie; rendabele maatregelen voor energiezuinige gebouwen. U bent facility manager of gebouwbeheerder en u wilt voldoen aan de Wet milieubeheer, uw binnenklimaat verbeteren én besparen op uw energierekening? Ga dan aan de slag met de instrumenten en maatregelen van Slimme Energie. Alle maatregelen heeft u binnen vijf jaar terugverdiend. Kijk op www.slimme-energie.nl voor meer informatie.
eenvoudige en goedkope maatregelen. Zo werd gekeken naar de verlichting en het gebruik van daglicht en bewegingssensoren. Daarna waren de zorginstellingen in de regio aan de beurt. ‘Uit deze controles bleek dat vooral verlichting een belangrijk aandachtspunt is in de zorg’, vertelt De Neve. ‘In de meeste zorginstellingen staan de lampen 24 uur per dag aan. Er valt daarom veel winst te behalen door standaard tl-verlichting te vervangen door bijvoorbeeld hoogfrequente tl-verlichting. Doordat het licht de hele dag brandt, verdient een instelling die investering snel terug.’ Een ander aandachtspunt in de zorgsector bleek de monitoring van het energieverbruik. Hoeveel energie verbruiken we? Wanneer verbruiken we het meest? En hoe komt dat? Veel zorginstellingen hadden geen inzicht in hun verbruik. Hierdoor kwamen knelpunten niet aan het licht. Op basis van de controles heeft de milieudienst 133 instellingen een lijst gestuurd met daarop de energiebesparende maatregelen die zij moesten nemen. De
9 - 2011 fmi
49
FMinFOCUS Recycling&Duuzaamheid
Vaste en tijdelijke invulling Integrated Facility Management Bouwbegeleiding en -advies
Vastgoedbeheer advies
overige 67 bleken niet relevant te zijn, bijvoorbeeld omdat ze te klein waren om aan de verplichtingen van het Activiteitenbesluit te moeten voldoen. De Neve: ‘Vervolgens hebben we de facility managers gevraagd om begin 2010 een plan van aanpak in te leveren, waarin ze per maatregel aangaven wanneer en hoe ze die maatregelen gingen nemen. Dat geeft ze de mogelijkheid om rekening te houden met hun duurzaam meerjarenonderhoudsplan en een natuurlijk moment uit te kiezen om de maatregelen te nemen.’
Stimuleringsprogramma en Milieubarometer
Werving en selectie
Servicedesk diensten Locatiemanagement
Detacheren Consultancy
Inkoop- en Contractmanagement
Conditiemetingen en Meerjarenonderhoudsplanningen
Project- en Interimmanagement
Ondernemers in Facility Management Facility Management is een veelzijdig vak dat vraagt om een multifunctionele en vooral een alternatief met bijpassende oplossing. Zo snijdt het mes altijd aan twee kanten.
‘Facility Matters’ Check onze website en neem gerust vrijblijvend contact met ons op.
T 010 599 72 62 F 010 599 00 18 E info@fgbfacilitygroup.nl
Agentschap NL stimuleert en ondersteunt Ook Agentschap NL stimuleert organisaties die hun energiegebruik willen verminderen. Hans Scherpenzeel, adviseur bij Agentschap NL: ‘Uit onderzoek blijkt dat slechts 26 procent van de facility managers het Activiteitenbesluit kent. Wij willen daar verandering in brengen. Met het programma Energie & Gebouwde Omgeving en de campagne Slimme Energie in het bijzonder, geven we voorlichting over energiebesparing in utiliteitsgebouwen zoals scholen, zorginstellingen en kantoren.’ Diverse instrumenten van Agentschap NL kunnen facility managers helpen om energiebesparende maatregelen te nemen. Scherpenzeel: ‘De Installatie Performance Scan (IPS) bijvoorbeeld helpt bij het juist
> Stichting Humanitas aan de slag met energiebesparing
pragmatische insteek. Voor elke situatie biedt FGB Facility Group dan ook hét onafhankelijk
Elektraweg 5 Postbus 296 3140 AG Maassluis
Om zorginstellingen en andere bedrijven en organisaties in de stadsregio te ondersteunen, organiseert de DCMR samen met het Rotterdam Climate Initiative (RCI) een stimuleringsprogramma met workshops voor diverse branches. De Neve: ‘Het voordeel van zo’n workshop is dat deelnemers ervaringen kunnen delen en met branchegenoten kunnen praten over problemen waar ze tegenaan lopen.’ Ook stelt het RCI de Milieubarometer beschikbaar. Dit is een online meetinstrument dat op grote schaal de milieuprestaties van een gebouw monitort. ‘Facility managers kunnen bijvoorbeeld de bezetting en het aantal bedden invoeren en zo de milieuprestaties heel nauwkeurig in kaart brengen. Het voordeel voor de facility manager is dat hij zo eenvoudig aan de directie kan verantwoorden wat een bepaalde investering oplevert.’
www.fgbfacilitygroup.nl
Stichting Humanitas biedt zorg en diensten aan voornamelijk ouderen in de regio Rijnmond. De stichting richt zich op huisvesting, zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Jan van Essen is hoofd Service en Onderhoud bij Stichting Humanitas. Hij vertelt wat de zorginstelling de afgelopen tijd heeft gedaan om het energieverbruik omlaag te brengen en kosten te besparen. ‘Het balletje is gaan rollen na het bezoek van de DCMR in de zomer van 2009. Samen met een medewerker van de DCMR heb ik alle 32 locaties bezocht om te inventariseren welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn.’ De conclusie van de DCMR luidde dat Stichting Humanitas goed op weg was, maar dat er nog genoeg te verbeteren viel. Van Essen: ‘Onze hoofdlocatie is zeven jaar geleden gerenoveerd, dus we hebben daar bijvoorbeeld al dubbel glas. Ook hebben we een warmtewiel om warmte terug te winnen. Maar de dakisolatie van veel gebouwen was bijvoorbeeld nog niet in orde.’
afstellen en inregelen van klimaatinstallaties. 70 procent van de installaties blijkt namelijk niet goed te werken of simpelweg verkeerd afgesteld te zijn. Installaties koelen en verwarmen soms tegelijk, zodat ze onnodig veel energie verspillen. De uitkomsten van de scan bieden gebouwbeheerders en installateurs handvatten om installaties beter af te stellen.’ Onlangs is de IPS vernieuwd. Binnenkort moeten alle airconditioninginstallaties elke vijf jaar worden gecontroleerd op mogelijkheden om de energieperformance te verbeteren. Met de Installatie Performance Scan 2.0 kunnen gebouwbeheerders aan deze verplichting voldoen. Daarnaast biedt de tool een gebouwpaspoort, waarin de facility manager zelf kan zien wanneer de laatste inspectie is geweest en welke maatregelen al zijn uitgevoerd. Hierdoor krijgt de gebouwbeheerder meer inzicht in het proces.
Eerste nacontrole In het najaar van 2011 heeft de DCMR een eerste nacontrole bij zorginstellingen ingepland. Toezichthouders gaan dan opnieuw bij de instellingen langs om te controleren of de maatregelen waarvan de termijn is verstreken al zijn genomen. Blijkt dit niet zo te zijn, dan wordt de DCMR natuurlijk strenger. ‘Maar we gaan ervan uit dat dat bijna nergens nodig is’, zegt De Neve. ‘De wil bij facility managers van zorginstellingen is er zeker. Ze zien welke winst ze kunnen behalen en zijn gemotiveerd om aan de slag te gaan. De financiering blijft altijd een moeilijk punt, maar omdat het om maatregelen gaat die zich binnen vijf jaar terugverdienen, krijgen ze die doorgaans wel rond.’
Plan van aanpak Net als de andere zorginstellingen in de stadsregio Rijnmond kreeg Stichting Humanitas de opdracht om begin 2010 een plan van aanpak in te leveren. De stichting had kort daarvoor een EPA-U maatwerkadvies laten uitvoeren, en kon de resultaten hiervan mooi gebruiken voor dit plan. ‘In het plan hebben we vastgelegd welke maatregelen we op de korte termijn nemen’, vertelt Van Essen. ‘Zo hebben we onlangs onze pompen en appendages voorzien van isolatie en hebben we een sensor geïnstalleerd die de verlichting in ketelhuizen regelt. Bij een natuurlijk moment plaatsen we een nieuwe cv-ketel voor warm tapwater. Nu gebeurt dat nog via de cv-regeling, waardoor de ketels altijd een vrij hoge temperatuur moeten hebben.’ Maatregelen voor de lange termijn neemt Stichting Humanitas op een natuurlijk moment, bijvoorbeeld als een gebouw aan renovatie toe is. Hoewel Van Essen het wel lastig vindt om in deze tijd van bezuinigingen te moeten investeren in energiebesparing, is hij erg te spreken over de ondersteuning van medewerkers van de DCMR. ‘Ze hebben ons geholpen bij de kostenberekening en advies gegeven over het plan van aanpak. Dat is een goede manier van samenwerken.’ fmi
9 - 2011 fmi
51