WE T MILIE U BE H E E R DUUR Z A A MH EID
Energiebesparing en de Wet Milieubeheer
Amsterdam haalt optimale uit verplichtingen Sinds 2008 vallen veel organisaties onder het Activiteitenbesluit van de Wet Milieubeheer. Dit betekent dat zij verplicht zijn om nadelige gevolgen voor het milieu zo veel mogelijk te voorkomen en diverse energiebesparende maatregelen te treffen. Veel facilitair managers zijn zich van deze verplichting niet bewust. Dat de verplichting geen verschrikking hoeft te betekenen, bewijst Amsterdam. De gemeente ondersteunt en motiveert organisaties bij het naleven van de wettelijke verplichtingen, met aanzienlijke energie- en kostenbesparingen als resultaat. TEKST: ANNEMIEKE VAN RAMSHORST
De Wet Milieubeheer is de belangrijkste milieuwet van Nederland. In de wet staan maatregelen om het milieu te beschermen. In het Activiteitenbesluit, een onderdeel van de wet, staat beschreven hoeveel milieubelasting een bepaalde activiteit mag veroorzaken (de doelvoorschriften) en welke maatregelen een bedrijf kan nemen om hieraan te voldoen (de middelvoorschriften). Dit geeft bedrijven duidelijkheid over wat zij nu zelf kunnen doen om het milieu te verbeteren. In het Activiteitenbesluit staan ook voorschriften voor energiebesparing. Zo geldt de verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Deze verplichting geldt voor alle organisaties met een minimaal jaarlijks elektriciteitsverbruik van 50.000 kWh of een ver-
bruik van 25.000 kubieke meter aan gas; het merendeel van alle utiliteitsgebouwen in Nederland.
Afdwingen In principe ligt de verantwoordelijkheid om met de maatregelen aan de slag te gaan bij de bedrijven en organisaties zelf, maar de gemeente mag controleren of zij voldoen aan de verplichtingen en naleving afdwingen. Als organisaties niet aan de verplichtingen voldoen of als het energieverbruik hoger is dan 200.000 KWh of 75.000 kubieke meter, kan het bevoegd gezag – meestal de gemeente – een bedrijf verplichten
Annemieke van Ramshorst is werkzaam bij Agentschap NL.
om een energieonderzoek uit te voeren. Als bedrijven niet voldoen aan de verplichtingen, kan bovendien worden overgegaan tot het nemen van gerechtelijke stappen, zoals het opleggen van een boete of dwangsom.
Motivatie en draagvlak Het blijkt echter niet nodig om het Activiteitenbesluit als stok te gebruiken, zo bewijst de gemeente Amsterdam. De gemeente zet de wettelijke verplichtingen eerder in als wortel. Een wortel die verbetering van het binnenklimaat, productiviteit en natuurlijk een lagere energienota in het vooruitzicht stelt. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) van de gemeente zoekt nadrukkelijk de samenwerking met organisaties en bedrijven op en zet in op het bieden van ondersteuning
FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 191 | JUNI 2011
FMm 19110-55-def.indd 55
55
15-06-11 12:13
D U U RZAAM HEI D W ET MIL IEUBEHEER
EPA-U en IPS Voor het onderzoek naar energieverbruik heeft Agentschap NL het EPA-U maatwerkadvies en de Installatie Performance Scan (IPS) ontwikkeld. Het EPA-U geeft inzicht in bouwkundige en installatietechnische verbetermaatregelen. De IPS geeft juist advies over het gebruik van installaties. Hans Scherpenzeel, adviseur utiliteitsbouw bij Agentschap NL, licht toe: ‘Bedrijven kunnen veel besparen op installaties en verlichting. Uit onderzoek is gebleken dat maar liefst 85 procent van de installaties verkeerd is ingesteld. Ze koelen en verwarmen bijvoorbeeld tegelijkertijd, waardoor veel energie wordt verspild. De IPS maakt dit soort problemen inzichtelijk en geeft verbeteradvies.’ Patrick Teunissen: ‘De gemeente mag bepalen op welke termijn de organisatie de verbeteradviezen uitvoert, maar vraagt de organisatie meestal om zelf een plan te maken. Zo kan de organisatie rekening houden met de ontwikkelingen van het bedrijf en een plan maken dat aansluit bij de bedrijfsvoering.’
en het creëren van draagvlak. Patrick Teunissen, adviseur duurzaamheid bij de DMB, licht toe: ‘Het sturen op energiebesparing is een relatief nieuw fenomeen. Bedrijven en organisaties zijn zich vaak nog niet bewust van de regels die gelden. Bovendien grijpt een en ander direct in op de bedrijfsvoering. We gebruiken het Activiteitenbesluit dan ook niet als slaghout, maar zorgen eerst voor voorlichting over de voordelen die energiebesparing heeft voor de bedrijfsvoering. De
‘Subliem voorbeeld van goede samenwerking’ Eén van de koepelorganisaties die het convenant zal tekenen is Amsta, een grote zorgaanbieder voor ouderen en mensen met verstandelijke beperkingen. Cor Veenstra, Manager Vastgoed & Projectontwikkeling bij Amsta: ‘We moeten steeds meer rekening houden met milieuwetgeving. Dat is soms lastig. De Milieuthermometer spreekt mij erg aan, omdat het richting geeft aan de eisen waar we aan moeten voldoen.’ Veenstra benadrukt dat dit initiatief een gezamenlijk project is, waarbij de gemeente, handhavers, de Stichting Milieukeur Nederland en zorginstellingen de handen ineen slaan. ‘Vooral het enthousiasme van de gemeente Amsterdam werkt motiverend. De DMB dreigt niet met bekeuringen, maar biedt juist ondersteuning om problemen op te lossen. Het is een subliem voorbeeld van goede samenwerking.’ Veenstra vindt het belangrijk om te laten zien dat Amsta werkt aan een duurzame samenleving. Zo werkt Amsta met bedrijfsenergieplannen, waarmee zij voor enkele jaren vooruit kan zien welke investeringen eraan komen en wat de terugverdientijd daarvan is. De maatregelen uit de Milieuthermometer sluiten hier goed op aan.
Ambities en instrumenten Als je bedenkt dat het werkgebied van de DMB in Amsterdam maar liefst 219 vierkante kilometer, circa 762.000 inwoners en 17.000 bedrijven telt, is de gekozen aanpak bewonderenswaardig, zeker als je de nagestreefde doelen daarbij in beschouwing neemt. In 2025 wil de gemeente een CO2-reductie hebben gerealiseerd van 40 procent ten opzichte van 1990. Daarnaast wil Amsterdam haar organisatie in 2015 volledig klimaatneutraal laten zijn.
Het blijkt niet nodig om het Activiteitenbesluit als stok te gebruiken verantwoordelijke facilitair manager of ondernemer wordt vervolgens aangespoord om een plan van aanpak op te stellen en de DMB biedt de nodige instrumenten en ondersteuning om dat te gaan uitvoeren. De verantwoordelijkheid ligt echter bij de facilitair manager of ondernemer zelf. Hij kent zijn eigen situatie; inclusief natuurlijke momenten en financiële mogelijkheden. Het heeft geen zin om op zijn stoel te gaan zitten. Liever gaan we een stap verder dan de wettelijke verplichtingen en motiveren we om zelf aan de slag te gaan. Als organisaties eenmaal weten hoeveel ze jaarlijks kunnen bezuinigen, worden ze vanzelf enthousiast.’
56
Om organisaties en bedrijven in Amsterdam op weg te helpen, zet de gemeente verschillende instrumenten in ter ondersteuning. Zo is er de gratis milieubarometer. Hiermee krijgt het bedrijf inzicht in de jaarlijkse milieubelasting, kan het managementrapportages genereren en een benchmark uitvoeren. Vervolgens kan ze hiermee verbeterplannen opstellen voor vervoer, energie, afval en waterbesparing. Ook voor grotere bedrijven en organisaties wordt naar goede hulpmiddelen en oplossingen gezocht. Bedrijven waarbij het energieverbruik hoger is dan 200.000 kWh of 75.000 kubieke meter zijn verplicht een onderzoek uit te voeren naar hun energiestromen en op basis
daarvan een plan voor verbetering op te stellen en uit te voeren. ‘Dit onderzoek moet uiteraard van goede kwaliteit zijn, en omdat bedrijven tegenwoordig ook een energielabel moeten hebben, hebben we gezocht naar een oplossing die twee vliegen in een klap slaat. In samenwerking met Agentschap NL zetten we nu het EPA-U maatwerkadvies in, gecombineerd met de Installatie Performance Scan. Dit biedt inzage in de mogelijke maatregelen en de inregeling van de installaties’, aldus Teunissen.
Convenant voor de zorg Om energiebesparing in de zorgsector op een hoger plan te tillen, is de gemeente Amsterdam momenteel tevens druk in gesprek met zorginstellingen om afspraken te maken over milieumaatregelen. Hiervoor heeft de Dienst Milieu en Bouwtoezicht samen met de zorgsector en de Stichting Milieukeur Nederland meegewerkt aan de totstandkoming van het keurmerk de ‘Milieuthermometer’. De Milieuthermometer bestaat uit een set van maatregelen op het gebied van duurzaamheid, leefbaarheid en milieumanagement. De DMB wil met vijf overkoepelende zorgorganisaties een convenant afsluiten, waarin zij verklaren maatregelen te nemen om aan dit keurmerk te voldoen. Enkele koepelorganisaties hebben al interesse getoond en zullen in het najaar het convenant tekenen. ‘Na ondertekening hebben de zorgorganisaties enkele
FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 191 | JUNI 2011
FMm 19110-55-def.indd 56
15-06-11 12:13
WE T MILIE U BE H E E R DUUR Z A A MH EID
Slimme Energie; rendabele maatregelen voor energiezuinige gebouwen U bent facility manager of gebouwbeheerder en u wilt voldoen aan de Wet Milieubeheer, uw binnenklimaat verbeteren en besparen op uw energierekening? Ga dan aan de slag met instrumenten en maatregelen van Slimme Energie. Alle maatregelen heeft u binnen vijf jaar terugverdiend. Kijk op www.slimme-energie.nl v oor meer informatie.
Databank InfoMil helpt overheid en bedrijven bij energiebesparing Kenniscentrum InfoMil is het informatiepunt voor wet- en regelgeving op milieugebied. Op de website van InfoMil staat een uitgebreide databank met milieumaatregelen voor dertien branches. Per branche staan relevante maatregelen in de databank die organisaties helpen om energie en kosten te besparen.
Patrick Teunissen
jaren de tijd om het keurmerk te behalen’, vertelt Edgar Zonneveldt, adviseur duurzaamheid bij de DMB. ‘Gedurende die periode bieden wij ondersteuning.’
Agentschap NL ondersteunt Ook Agentschap NL stimuleert organisaties die hun energieverbruik willen verminderen en biedt ondersteuning aan gemeenten, bijvoorbeeld bij de totstandkoming van convenanten. Hans Scherpenzeel: ‘Uit onderzoek blijkt dat slechts 26 procent van de facility managers het Activiteitenbesluit kent. Wij willen daar verandering in brengen. Met het programma ‘Energie & Gebouwde Omgeving’ en de campagne Slimme Energie in het bijzonder geven we voorlichting over energiebesparing in utiliteitsgebouwen zoals scholen, zorginstellingen en kantoren. We willen de voordelen onder de aandacht brengen, want die zijn er genoeg. We geven advies over maatregelen met een terugverdientijd van maximaal vijf jaar. Veel investeringen gaan wel twintig jaar mee. Na vijf jaar investeren heeft een bedrijf dus nog vijftien jaar ver-
dientijd.’ Verder helpt Agentschap NL verschillende partijen om met elkaar in gesprek te gaan. ‘We hebben bijvoorbeeld het Platform Duur-
geringe investeringen’, aldus Scherpenzeel. ‘Naast het juist afstellen en inregelen van klimaatinstallaties en verlichting kan ook het toepassen
‘Veel winst kan worden geboekt met relatief geringe investeringen’ zame Huisvesting opgezet. Hier zijn diverse brancheorganisaties bij aangesloten. Samen zorgen zij voor verduurzaming van huisvesting.’
Slimme ingrepen en eigen verantwoordelijkheid Organisaties die willen voldoen aan de voorwaarden in het Activiteitenbesluit staan er dus zeker niet alleen voor. Juist door slim samen te werken en afspraken te maken, kunnen zij goede resultaten behalen. Een lager energieverbruik levert niet alleen een beter milieu, maar ook aanzienlijke kostenbesparingen op. ‘In het algemeen geldt dat veel winst, voor het milieu en de eigen portemonnee, kan worden geboekt met relatief kleine ingrepen en
van isolatie en het installeren van een HR-ketel snel resultaat opleveren. Een andere slimme maatregel is het toepassen van duurzame energie, via zonnecollectoren of warmtepompen. En door zelf verantwoordelijkheid te nemen, vermindert de handhavingsdruk.’ Teunissen benadrukt het nog maar eens: ‘Het is mooi als organisaties de ambitie hebben om het energieverbruik terug te dringen en daar zelf mee aan de slag gaan. Bij deze organisaties controleren we minder. Zo hebben bedrijven die het goed doen minder sores.’
FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 191 | JUNI 2011
FMm 19110-55-def.indd 57
57
15-06-11 12:13