waar stad landschap aanraakt
BSC6 BK6U100
eindwerkstuk versie januari 2006
yuval fogelson
waar stad landschap aanraakt
yuval fogelson
vak: BK6U100 naam: yuval fogelson studie nr: 1132962 datum: januari 2006 docent: Bert van der Heuvel
BSC6 BK6U100
eindwerkstuk versie januari 2006
email: y.fogelson@student.tudelft.nl
02
voorwoord Voor u ligt het eindwerkstuk van het laatste semester van de Bacheloropleiding semester 6. De gekozen richting is Urbanism, het ontwerpproject gaat over stedelijke interventies. In dit geval is dat in Amsterdam, in de Westelijke Tuinsteden, met de Sloterplas als belangrijk landschappelijk element erin. Dit eindwerkstuk begint met een beschrijving van de opgave en de stappen die genomen worden om te kunnen gaan ontwerpen. Vervolgens wordt het ontwerpproduct omschreven. Ten slotte worden de processen achter het ontwerp onderzocht met daarna een evaluatie. Dit eindwerkstuk is van belang, omdat men inzicht krijgt in de processen achter het ontwerp. Wanneer men alleen plattegronden en tekening ziet, is het niet duidelijk hoe de oplossingen in het ontwerp zijn gevonden. Dit werkstuk geeft zicht op alles wat achter het ontwerp staat.
03
inhoudsopgave
pagina
voorwoord
02
ontwerp opgave
04
beschrijving
ontwerp product
10
beschrijving
19
evaluatie
23
beschrijving
25
evaluatie
27
reflectie
ontwerp proces
samenvatting literatuurlijst bijlage
28
29
30
presentatie posters tekeningen leerplan
04
ontwerp opgave
ontwerp opgave
05
beschrijving
ontwerp opgave
Achtergrond Westelijke Tuinsteden, AUP De context van de ontwerpopdracht is het gebied van de Westelijke Tuinsteden, ten westen van het centrum van Amsterdam. Het gebied is door van Eesteren in 1934 ontworpen en stond bekend als het AUP Algemeen Uitbreidingsplan. Het plan was bedoeld als een uitbreiding van de bestaande stad, die erg druk was en weinig groene gebieden en ruimte aan de normale burger bood. Om deze reden is het plan ruim ontworpen, door alle schalen heen. Op stadsniveau is er sprake van veel open gebieden. Eén van deze gebieden is de Sloterplas, die werkt als de long van het hele gebied en tegelijkertijd het gebied samenbrengt maar ook scheidt. Op gebouwniveau is er sprake van grote en ruim opgezette plattegronden voor de bewoners in vergelijking met Amsterdam zelf.
Huidige problematiek De Westelijke Tuinsteden zijn ontworpen als een algemeen uitbreidingsplan, gebaseerd op een concept en een visie. De Westelijke Tuinsteden werken eigenlijk als één of meerdere tuinsteden die naast de bestaande stad Amsterdam functioneren. Doordat de Westelijke Tuinsteden als één concept werken, is er sprake van veel interne problematiek binnen het gebied, op alle niveaus, van maatschappelijk tot architectonisch. Er zijn ook externe aspecten die ervoor zorgen dat de Westelijke Tuinsteden met problemen te kampen hebben. AUP 1934 Van Eesteren.
06
beschrijving
ontwerp opgave
AUP - toen en nu Het plan is niet uitgevoerd zoals het oorspronkelijk is ontworpen. Enkele cruciale delen zijn anders uitgevoerd en sommige delen zijn in de loop van de tijd veranderd. De maatschappelijke context is ook erg veranderd. Het gebied past zicht minder goed aan de omgeving aan. Verder zijn er in het uitbreidingsplan ontwerpkeuzes gemaakt die vandaag de dag voor problemen zorgen. - De uitbreiding heeft een structuur (morfologie) die geheel anders is dan het oude patroon, het sluit niet aan. Het oude patroon bestond uit gesloten bouwblokken, met het openbare domein op de straat, tussen de bebouwing. Het patroon van de bebouwing in de Westelijke Tuinsteden is ruim, met veel lucht en groen. De openbare ruimte is overal waar geen gebouw staat, de gebouwen zijn als losse elementen in stempels georganiseerd. - Het Oude Amsterdam heeft geen 'hechte' relatie met de Westelijke Tuinsteden. - Groene parken, vooral het Rembrandtpark, vormen een buffer tussen de uitbreiding en de stad. Vanuit de stad bekeken, ervaart men daarom dat op die plekken de stad eindigt. - De grote landschappelijk lob met de Sloterplas is onduidelijk geworden: bomen zijn eromheen gegroeid en blokkeren het zicht naar de plas. De sportparken die ook in het oorspronkelijke plan staat, vormen een onduidelijk gebied dat geen landschap, maar ook geen bebouwd gebied is. - Ruime zones langs spoorlijnen en wegen isoleren gebieden en delen het gebied op in velden. - Noord-Zuid wegen zijn de loop van de tijd getransformeerd. De een is zwaar 'ge-upgrade' van stedelijke as tot regionale snelweg (A10). De ander is 'ge-downgrade' van belangrijke as tot gedeeltelijke afbraak (Troelstralaan, voormalige as van de haven via Osdorp naar Sloten). - Verhoogde wegen op dijken (Lelylaan, Burgemeester RoÍllstraat, A10) die niet in het oorspronkelijke plan waren bedoeld, vormen aan de ene kant lange barrières tussen de wijken en aan de andere kant karakteriseren ze het gebied als buitenwijken met snelle verbindingen naar buiten.
< AUP, 1934 < huidige situatie
07
beschrijving
ontwerp opgave
Concept, uitgangspunten Zaandam
De stad Amsterdam kan worden beschouwd als een 'Vingerstad'. De vingers zijn bebouwde gebieden die het landschap binnendringen, en andersom, waar het landschap de stad binnendringt. We maken onderscheid tussen twee eenheden: zwart - bebouwd, wit - landschap. Als we dit beeld verder differentiëren, dan is het noodzakelijk om nog een kleur toe te voegen. De 'grijze' gebieden zijn dan de stedelijke uitbreidingen zoals de Bijlmermeer, of de Westelijke Tuinsteden. De gebieden hebben allemaal een sterke relatie tot de binnenstad van Amsterdam. Hoewel hun karakteristieken anders zijn, zijn ze vaak in één keer gepland. De relatie tussen de binnenstad van Amsterdam, de Westelijke Tuinsteden, de Sloterplas en het landschap kan worden geschematiseerd in drie kleuren: zwart, grijs, en wit. Amsterdam is duidelijk een stedelijk geheel: 'zwart'. Het open landschap, met de Sloterplas als belangrijkste element is het negatief van de stad, dus: 'wit'. De Westelijke Tuinsteden hebben een eigen karakter, minder dicht bebouwd en meer open groen, weergegeven als: 'grijs'. Het centrum van de Westelijke Tuinsteden: Osdorp, wordt nu beschouwd als een zwart punt in het grijs. Het centrum van Amsterdam is aangegeven als punt in het midden van het 'zwart'. De plekken waar 'zwart' aan 'wit' raakt, zijn aanrakingspunten die in het bijzonder van belang zijn voor de ontwerpopdracht. Deze plekken geven het thema voor de opdracht, dat luidt: waar stad landschap aanraakt.
Westelijke Tuinsteden Ijburg Westelijke Tuinsteden
Vingerstad
Amstelveen
De Amsterdamse binnenstad is verbonden met de Westelijke Tuinsteden d.m.v. verschillende assen. Elke as heeft zijn eigen karakter en verbindt iets anders. Ze gaan elk op een andere manier door de zwart/grijs/wit gebieden. Hieronder de belangrijkste assen die te maken hebben met Amsterdam, Sloterplas en de Westelijke Tuinsteden. 1. Jan Evertsenstraat, gaat vanaf de Dam tot de Sloterplas, door een zwart gebied. 2. Postjesweg, gaat van de stad naar de Sloterplas, maar heeft geen belangrijke begin/eind punten, en passeert door zowel grijs als zwart. 3. Cornelius Lelylaan, gaat vooral door grijs tot het centrumgebied van Osdorp, is een erg belangrijke as. 4. Een ferry verbinding door het wit naar Osdorp centrum. Dit onderdeel bestaat niet, maar is een deel van het ontwerp.
1. Jan Evertsen straat, Dam
3. Lelylaan, Overtoom
2. Postjesweg, Kinkerstraat
4. Osdorp ferry
Bijlmer
08
beschrijving
ontwerp opgave
Eén van de externe aspecten die het gebied beïnvloedt, is de relatie tussen het hart van Amsterdam en de Westelijke Tuinsteden. De vier assen vormen de fysieke relatie tussen de twee gebieden. Als we één van de assen doorgaan, kunnen we veel dingen constateren over de relatie en de verschillen tussen de twee. Volgens het concept moet de Jan Evertsen as een 'zwart' karakter (stedelijk) krijgen. We kunnen nagaan of dit inderdaad zo is, en wat eraan verbeterd of veranderd kan worden. Een analyse van de situatie laat zien dat men zich, vanuit het centrum gezien, in een zeer stedelijke omgeving bevindt tot aan het Mercatorplein. Vanaf het punt waar de oude stad eindigt en het AUP begint, ontstaat er verwarring. Men treft allerlei typologieën van bebouwing en straat profielen aan. Voorbeelden zijn een groot kantoorgebouw met een blinde plint, een groot ziekenhuis met een achterkant en hekken aan de straat, flatgebouwen, en een enorme busgarage. Verder gaat men onder de A10 en de spoorlijn door. Aan het eind van de as komt men bij de Sloterplas en de drie flats. Op dit punt ervaart men de Sloterplas als hoogtepunt van de lange as, als groot landschappelijk element. Maar dit effect kan veel sterker worden als men direct van de stad geconfronteerd wordt met de plas. Onhelderheid In de 'Leerplan fase' heeft een klein onderzoek plaatsgevonden. Het ging erom het begrip 'helderheid' te definiëren. Er is gekeken naar twee soorten helderheid, de ene morfologisch, de andere functioneel. Als één daarvan ontbreekt, of allebei, dan kunnen we vaak zeggen dat er een situatie van onhelderheid ontstaat. Dit kan gevolgen hebben voor de ruimtelijkheid van de omgeving, en voor het onbewuste gevoel en oriëntatie van de mens op straat. De verschillende typologieën die men op de Jan Evertsen as aantreft, zijn een goed voorbeeld voor een dergelijke onheldere omgeving. Deze omgeving heeft veel verborgen stedenbouwkundige potenties, deze kunnen tot hun maximale uiting komen als er sprake is van een heldere omgeving. Morfologisch moet het gebied een typologie vinden die bij de stad past en de openbare ruimte waar de straat zich bevindt, afbakenen. Functioneel gezien, moeten er functies gepositioneerd worden die er ook bijhoren; en niet gebouwen zoals grote garages die nergens anders zijn gewenst. Het belangrijkste aspect moet ook helder zijn: de relatie en overgang tussen stad en landschap (zwart en wit).
fotos van huidige situatie
09
beschrijving Ontwerp opgave De ontwerpopgave komt voort uit het concept en de uitgangspunten. Met een helder concept als onderlegger voor het ontwerp is het mogelijk specifieker in te gaan op de schaal van projecten. Naar aanleiding van de analyse en voorstudies is de ontwerpopgave geformuleerd. De opgave vraagt om de noordelijke kop van de Sloterplas te herontwerpen, zodat het verbonden wordt met het stadscentrum. Specifieker wordt ingezoomd op het aanrakingspunt waar de stad het landschap ontmoet, daar ligt het zwaartepunt van het ontwerp. Bij het herontwerp wordt er geprobeerd om helderheid in het gebied te scheppen. Dit betekent zowel een aanpassing van de morfologie van de bebouwde omgeving als het stratenpatroon en de infrastructuur. Het betekent ook dat er gekeken wordt of er een helderheid op functioneel niveau bestaat, welke nieuwe functies er moeten worden opgenomen of welke huidige functies moeten worden veranderd. In de opgave is er een keus gemaakt voor de Jan Evertsen as. Deze as, in vergelijking tot de andere assen (Postjesweg, Lelylaan), is gelegen in het 'zwarte' gebied. De as wordt beĂŤindigd met het aanrakingspunt de Sloterplas. Het ontwerp moet de stad verbinden d.m.v. een as, deze as moet op een spectaculair punt eindigen, waar een sterk contrast tussen 'wit' en 'zwart' moet worden ervaren. Het is overigens heel belangrijk om de overgang naar de Westelijke Tuinsteden helder en logisch te ontwerpen. Om het gebied als stedelijk (zwart) te kunnen herontwerpen, moet men aandacht geven aan de openbare ruimte. Dan gaat het voornamelijk om ruimtelijke kwaliteit van het publieke domein. Belangrijk zijn de randvoorwaarden met betrekking tot de grenzen van het publieke domein, van de resterende gebieden. Niet alleen de bouwdichtheid gaat het stedelijke karakter geven, maar in het bijzonder de straatprofielen, pleinen, promenades en parken. Die moeten bij het herontwerp de nieuwe invulling zijn van het publieke domein.
ontwerp opgave
10
ontwerp product
ontwerp product
11
beschrijving
ontwerp product
Een stukje Amsterdam
Amsterdamse Landmarks
Het resultaat is een ontwerp dat als een integraal deel van Amsterdam werkt. Het brengt de Sloterplas 'dichter' bij het centrum, dit zorgt ervoor dat de plas bij Amsterdam hoort, en niet alleen bij de Westelijke Tuinsteden. Zo profiteert Amsterdam van de Sloterplas. Maar ook omgekeerd. De Sloterplas krijgt in dit ontwerp een nieuwe stedelijke ontmoeting, deze stedelijkheid is een continuïteit van de oudere gedeeltes van Amsterdam. Hier zal de Sloterplas van Amsterdam profiteren. In de ontwerpopgave is gekozen voor de Jan Evertsen as als locatie. De gekozen as is een unieke verbinding. Het verbindt het hart van het centrum, achter de Dam, met de Sloterplas. Deze as gaat door de stedelijke omgeving van Amsterdam en ligt in zijn geheel in het 'zwart', althans volgens de nieuwe situatie van het ontwerp. Het stedelijke 'zwart' vormt de continuïteit langs de as. De scherpe overgang naar 'wit' zonder door 'grijs' door te gaan versterkt het effect van zowel het landschap als de stedelijke impact.
Op de twee uiteinden van de as staan grote landmarks. De as komt tot aan de achterkant van het Paleis, hier achter ligt de Dam, het meest bekende plein in de stad en een bijzondere Amsterdamse plek. Op dezelfde manier werkt de 'Sloter Arc', de as komt ook tot aan het gebouw. Hier achter is er ook een unieke Amsterdamse plek, namelijk de Sloterplas. Vóór het gebouw bevindt zich weer een plein, het Sloterplein. De 'Sloter Arc' markeert de ontmoeting met de Sloterplas en tegelijkertijd verwelkomt het de bewoners en bezoekers van de Westelijke Tuinsteden. Het biedt ook mogelijkheden om verder naar de buitenstad Osdorp te varen met de ferry.
Flats Sloter Arc Sloterplein Sloterplas
Osdorp d ron
je
t slo
s pla er
Paleis
Sloter Arc
Als men de as volgt, kan men een reis door de geschiedenis van Amsterdam beleven en de verschillende architectonische stijlen ervaren die de identiteit van de stad opbouwen. Men kruist de Grachtengordel, de Westerkerk, Jordaan, Oud West, en men komt uiteindelijk bij de flats die de Westelijke Tuinsteden symboliseren.
Westerkerk Jordaan Oud West
Jan Ev ertsen straat
De Cler cq str. Mercator plein
ht rac eng z o R
Raadh ui s
straat
Dam Paleis
12
beschrijving
ontwerp product
Resultaat Om het gewenste resultaat te verkrijgen, was er een grote mate van complexiteit nodig in het ontwerp. Het ontwerp heeft verschillende lagen die met elkaar wisselwerken. Er zijn verschillende delen van het gebied die autonoom hun programma hebben, maar tegelijkertijd een deel uitmaken van een grotere functie of programma. In het ontwerp is geprobeerd de problemen op verschillende niveaus op te lossen, door de schalen heen. Het concept moet aanwezig zijn op de grotere schaal van Amsterdam en de hele Westelijke Tuinsteden. Op de kleine schaal van de mens moet het concept ook aanwezig zijn. Om het ontwerp beter te begrijpen kunnen we ten eerste een splitsing maken in de afhankelijke en onafhankelijke delen van het ontwerp. Afhankelijk gezamenlijk ontwerp Als we het ontwerp als een geheel bekijken, zien we dat alle delen van elkaar afhankelijk zijn. - Het Sloterplein, werkt als plein aan de rand van de plas, als plein aan het eind van de as, en ook als een stationsplein. Het plein is eigenlijk het scharnierpunt van het ontwerp. - De flats hebben een sterke relatie met de andere kant van de plas, Osdorp. Ze hebben een belangrijke rol als link met de Sloterarc, en de stad. - De as verbindt de stad en het Mercatorplein met het Sloterplein, maar het heeft ook een groene verbinding erin tussen het Rembrandtpark en de Sloterplas. Onafhankelijke autonome ontwerpdelen Als we de verschillende delen van het ontwerp bekijken, kunnen we ieder onderdeel behandelen als een autonoom ontwerp. Hier wordt gekeken naar de typologie en functie van het onderdeel. - Het Sloterplein wordt als stedelijk plein ontworpen. Bij dit ontwerponderdeel is gekeken naar de elementen die nodig zijn om een willekeurig stedelijke plein goed te laten functioneren. - In het ontwerp van de as is vooral naar het straatprofiel gekeken, hoe dit werkt met de verhoudingen van de gebouwen. Verder is gekeken hoe het groene midden moet worden vormgegeven en gedimensioneerd. Het gaat hier om de gebruiker die hier zou moeten fietsen, wandelen, wonen, of met de tram doorrijden, en wat men daar gaat beleven.
sloterplas sloterplein jan evertsen as
13
beschrijving
ontwerp product
Sloterplas In de noordelijke kop van de Sloterplas staan de prominente flats centraal. Deze flats zijn eigenlijk een symbool voor en van de Westelijke Tuinsteden, daarom is er in het ontwerp naar gestreefd om hun rol te versterken. Ten eerste krijgt iedere flat een andere betekenis. De eerste flat is gelegen langs de nieuwe boulevard naar het water, het krijgt meer relatie met de Burgermeester Roëllstraat. Door de tweede flat loopt een weg en het 'rondje sloterplas'. De derde flat drijft op het water, de 'floating flat', om zo het contrast tussen water en gebouw zo sterk mogelijk te maken. De laatste is de Sloterarc, uitgelijnd in hetzelfde ritme van de andere flats, met dezelfde dimensies en hoogte, alleen met een gat erin. De bestaande woontoren ten zuiden van de arc is gespiegeld aan de andere kant van het water. Een nieuw ritme is hierbij verkregen: 1 toren 4 flats 1 toren (1:4:1), vergeleken met het bestaande ritme (3:1). Dit bestaande ritme is wat minder aangenaam voor het oog en heeft verder ook een rare symmetrie. Een van de belangrijkste en moeilijkste beslissingen was het water naar binnen te trekken, ten koste van de huidige promenade. Dit heeft het concept van het ontwerp echter versterkt, er blijft alleen over wat echt noodzakelijk is. De ruime omgeving van de flats was onderbenut, dit was onder andere de oorzaak voor de sociale onveiligheid en andere problemen die overal in dit soort wijken in de Westelijke Tuinsteden te vinden zijn. Het gebied tussen de flats is in het ontwerp gebruikt voor parkeergarages met sportvoorzieningen op het dak. Er zijn nieuwe zichtlijnen naar het water gecreëerd. Dit is één van de huidige problemen van de plas. Op deze manier ontstaat er meer relatie tussen de plas en de omgeving. Het ´rondje Sloterplas´ is een fiets / loop route die momenteel wordt ontworpen. In het ontwerp zal die een andere route krijgen: om de haven heen, ten noordwesten van de plas; op een brug; langs het water. Op dit moment ziet men de drie flats en de arc, het uitzicht verschuift met het bewegen van de mens. Men gaat vervolgens onder een flat, daar achter treft men een andere sfeer richting het Sloterplein.
flat
flat flat arc sloterplas
osdorp
zichtlijn fiets route
14
beschrijving
ontwerp product
Sloterplein Het Sloterplein werkt als een scharnierpunt van het hele ontwerp. Het is als het ware de 'climax' van het ontwerp dat de andere delen verbindt, eindigt of begint. Het plein werkt ook daadwerkelijk als een plein op zich. Het is vormgegeven als een stedelijk plein waar enkele routes naar toe lopen. Het plein is een continuĂŻteit van het dubbele profiel van de as die hierbij aansluit. De 'langzame' kant maakt deel uit van de noordelijke kant van het plein, daar zijn ook de terrassen gelegen aan de zonnige kant. De 'snellere' kant loopt aan de zuidelijke kant van het plein. Tussen de twee kanten komt de groenblauwe strip tot een eind met een eiland, dit wordt een bijzondere plek. Het plein functioneert ook als een stationsplein, daar stopt de tram voor de ingang van het station. Het plein dient ook als een transferium te werken, waar men vanaf de trein over kan stappen op de metro, tram of ferry. Het station vervult de functie van een stedelijk blok, het is omsingeld met bebouwing. De perrons van het station staan hoger dan het plein; als men de trein uitstapt, kan men van bovenaf het plein bezichtigen en door de arc naar het water kijken. Ten slotte markeert de Sloterarc de grens tussen plas en stad.
sloterplein
15
beschrijving
ontwerp product
As De Jan Evertsen as is een cruciaal deel van het ontwerp, het verbindt het Sloterplein met de stad, het brengt het leven van de stad naar de plas. Dit is het gebied waar er de meeste onduidelijkheid / onhelderheid heerst. Daarom is hier gekozen voor een sterk continu profiel aan de noordelijke kant. Er is gekozen voor een dubbel profiel: De noordelijke kant is de langzamere zonnige kant, daar loopt of fietst men langs de woonhuizen. De zuidelijke kant is de snellere kant, hier is er een hoofdweg, een tramlijn en een snelle fietsroute. Aan deze kant zijn er bestaande gebouwen die vernieuwing moeten ondergaan. De as lijkt op de Westersingel in Rotterdam, met waterpartijen, lage promenade en een tramlijn op het gras. De waterpartijen en groen in het midden zijn een voortzetting van het Rembrandtpark. Het is belangrijk de as al vanaf het oudere gedeelte van de stad te beschouwen. Vóór het Mercatorplein is het een drukke stedelijke straat met veel mensen en winkels. Het gebied na het Mercatorplein is eigenlijk een poort naar het 'nieuwe Amsterdam'. Dat is in het ontwerp het begin van de as naar het water toe. Er wordt gespeeld met zichtlijnen, de as is gebogen. Ten eerste kijkt men direct op een toren die nu wordt gebouwd op de hoek van de Jan Evertsenstraat en de Jan Tooropstraat. Nadat men onder de snelweg door is gegaan, richt men zich naar de arc toe, men wordt daar naar toe getrokken. De as eindigt na het onderdoorgaan van de spoorbrug op het Sloterplein.
j an e ve r t s en as
jan evertsen as
16
beschrijving Lagen Het ontwerp kan niet alleen opgedeeld worden in verschillende delen, maar ook in lagen. De verschillende lagen hebben ook hun eigen logica, ze werken samen met de bestaande elementen in de omgeving die bij de specifieke laag bij horen. Sloop De gebouwen die gesloopt worden, zijn: een grote gvb garage; twee losse gebouwen van het ziekenhuis; een sportgebouwtje; een tankstation; en maar één woongebouw. Geen van de gebouwen zijn bijzonder van belang, ze zijn niet nieuw en kunnen opnieuw worden huisgevest op een alternatieve locatie of binnen het ontwerp.
ontwerp product Bebouwing nieuw Er is een rij van nieuwe bebouwing aan de noordelijke kant van de as, dit zorgt voor de continuïteit van de as. Het gebied rond het nieuwe station is geïntensiveerd met stedelijke blokken. Verder is de Sloterarc-flat is ook een toevoeging aan de bebouwing. De nieuwe bebouwing vormt een heldere morfologie. Groen Wat de groene gebieden betreft, heeft het ontwerp een belangrijke bijdrage aan het Rembrandtpark, het groen wordt doorgetrokken in de as naar het plein. Water In de laag 'waterstructuur' is de Sloterplas doorgetrokken in het gebied van de noordelijke kop. Er is een verbinding met het watersysteem waar men de stad in kan met een bootje. Verder is de kronkelige structuur van het ontwerp op het Rembrandtpark ook doorgetrokken in het midden van de as.
bebouwing - sloop
bebouwing - nieuw
groen
water
17
beschrijving Infrastructuur Auto In het gebied is er een primair netwerk, waar de A10 en de Burgemeester RoĂŤllstraat deel van uitmaken. Het is goed bereikbaar. De hoofdas (Jan Evertsen) is in het secundaire informele netwerk. Er is een nieuwe ordening van de wegen rondom de flats en het Sloterplein gemaakt. Er is een serie van rotondes die telkens belangrijke ontmoetingen markeren; ze verbeteren de oriĂŤntatie van mensen (bijvoorbeeld met kunstwerken op ieder plein). Verder is er een ondergrondse laag van parkeren onder het plein. OV Wat het openbaar vervoer betreft, is er een nieuw transferium gemaakt, met een nieuw NS station. Dit is mogelijk gemaakt door het feit dat de internationale treinen straks zullen rijden naar Amsterdam Zuid in plaats van Centraal. De tramlijn gaat door het plein; er is een metro station; er is ook een ferry service naar Osdorp.
ontwerp product
infrastructuur -auto
infrastructuur -OV
Fiets Het fietsnetwerk bestaat uit twee hoofdroutes: de ene rond de plas en de andere langs de as naar de stad, aan de 'snellere' kant. De 'langzame' kant biedt ook mogelijkheden om te fietsen, maar alleen op straat.
infrastructuur -voetgangers, fiets
sloter plein
mercator plein
18
beschrijving
ontwerp product
Ruimtelijkheid publiek domein Het ontwerp is op verschillende manieren ruimtelijk uitgewerkt, afhankelijk van de gewenste typologie en sfeer. In het algemeen is er een voorkeur voor een stedelijke sfeer, hetgeen betekent hoge dichtheden en intensiever gebruik van de openbare ruimte. Er is gekozen voor het zoveel mogelijk beperken van functieloze, dode ruimtes, daar waar er in ieder geval geen mensen lopen. Er zijn met opzet minder groene gebieden, want degene die er wel zijn, kunnen dan beter worden onderhouden en zijn van hogere kwaliteit. Een voorbeeld daarvan is de groene strip in het midden van de as. De grote ongebruikte gebieden rond de flats worden beter benut, wat niet nuttig was is overgelaten aan het water. Op deze manier kunnen de overgebleven gebieden levendiger worden. De openbare ruimte is gedetailleerd op een menselijke schaal, een voorbeeld hiervan is het profiel van de as. Aan de langzame, noordelijke kant is er een splitsing: het lagere gedeelte voor lopen op het niveau van het water; en het hogere niveau loopt langs de gebouwen. Hier zijn bijvoorbeeld bankjes geĂŻntegreerd in de doorsnede. De bebouwing is hard op de straat, de balkons zullen dan deel van de straat zijn. Het Sloterplein is volgens hetzelfde principe ontworpen met een groot laag middendeel.
Centraal 13
profiel as
1:500
Centraal 13
lage promenade
19
evaluatie Terugkoppeling leerplan Overeenkomsten Als we terugkijken naar het leerplan, zou je kunnen zeggen dat het in grote lijnen met het ontwerpproduct overeenkomt. De in het ontwerp zichtbare opdeling in as, plein en plas zit wel degelijk diep in het concept. De analyse van de aanpak van de Jan Evertsen straat was juist, wat betreft slopen en reorganiseren van functies. Het uitzicht op de Sloterplas is ook terecht gekozen als het hoogtepunt van het ontwerp Verschillen Het opdelen gebeurt wel, maar er was wel meer sprake van lagen die van elkaar afhankelijk waren, horizontaal door de gebieden heen. Het ontwerp van het plein in het leerplan was nog onduidelijk, of het meer bij het water hoort of bij het station. Er was een gebrek aan een specifieke strategie om met het gebied van de flats om te gaan. Dit heeft veel invloed gehad op het ontwerp. Wat men uit de terugkoppeling naar het leerplan kan leren, is dat er veel meer diepte en verborgen relaties aanwezig bleken te zijn tussen de lagen, gebieden en elementen in het ontwerp. Dat betekent dat men meer vrijheid zal moeten geven voor verschillende oplossingen en varianten. Er is een gevaar in het vanaf het begin opdelen van het gebied in projecten, met als gevolg dat ze uiteindelijk losse elementen worden. Maar dankzij een algemeen sterk concept en de sterke uitgangspunten is het gelukt de losse gebieden wel goed met elkaar te verbinden.
ontwerp product
20
evaluatie
ontwerp product
Uniek, specifiek
Generiek
Het ontwerp heeft bepaalde oplossingen die uniek zijn voor het ontwerp, die komen voort uit de specifieke kwaliteiten van het gebied en het samenbrengen van verschillende 'ingrediënten'.
Er zijn oplossingen in het ontwerp die voortkomen uit verschillende generale redenen. Bijvoorbeeld problemen die voorkomen in wijken die in dezelfde tijd gebouwd zijn. Of vanwege de landschappelijke ligging, die ook elders kan voorkomen.
Plas Het unieke aan de locatie waar de plas de stad ontmoet, maakt andere plekken rond de plas niet geschikt voor de gekozen oplossing. Er is maar één plek, volgens het concept, dat deze unieke ontmoeting heeft van 'zwart' en 'wit'.
Plas Er zijn ook andere plekken waar het landschap met de stad ontmoet, daarvoor kan men een overgang maken die past bij de situatie. Het water doortrekken kan ook in andere gebieden, daar waar grote ongebruikte gebieden beter zouden kunnen profiteren van het minimaliseren van de openbare ruimte.
Plein De arc aan het Sloterplein is niet zomaar een 'Arc de Triumph', maar eerder een unieke coïncidentie. Het bestaat uit een samenstelling tussen de gewenste dimensies van de flats, een landmark, de symbolische beëindiging van de as en de markering van de ontmoeting van 'zwart' en 'wit'.
Plein Een koppeling van enkele belangrijke elementen op een bijzondere plek d.m.v. het gebruik van een plein, blijkt een goede generieke oplossing te zijn. Het asymmetrisch ontwerpen van een plein maakt het plein interessanter en geeft karakter aan de verschillende randen.
As In vergelijking met de andere geanalyseerde assen van Amsterdam naar de Westelijke Tuinsteden, bleek deze as een unieke as te zijn. Ten eerste loopt de as diep de stad in, tot de Dam. Ten tweede ligt de as op een unieke manier in het stedelijke geheel en eindigt de as bij het landschap.
As De as kan generiek toegepast worden op andere locaties om twee gebieden of plekken grotere samenhang te geven. De as heeft zijn eigen identiteit door alle gebieden waardoor die heen gaat. Het gekozen profiel voor de as is geïnspireerd op de Westersingel in Rotterdam. Zo kan men inderdaad zien dat een profiel dat hier op lijkt, ook ergens anders goed kan werken.
21
evaluatie
ontwerp product
Generieke interventies Workshop Tijdens de 'Generieke interventies workshop' is er een poging gedaan om erachter te komen hoe men het landschap ervaart als men zich ergens in de stad bevindt. Tot hoe ver draagt de stedebouwkundige opbouw bij tot het intuïtie- en oriëntatievermogen van de mens? Het heeft veel te maken met visuele herkenning van waar men zich bevindt en het positioneren van zich zelf op een 'mental map'. Of in andere worden, het betekent dat men zich ergens in de stad bevindt en dat men weet dat 'daar' de zee, of de rivier of een landschappelijk element ligt. Dit was bijzonder van belang, in het geval van de Amsterdammer is er namelijk geen sterk gevoel dat de Sloterplas er is en waar die zich bevindt. In de workshop is de situatie vergeleken met de stad Rotterdam. Hier ligt een groot landschappelijk element, namelijk de rivier de Maas. Er is een vergelijking gemaakt tussen de as in het ontwerp, en drie belangrijke assen in Rotterdam. Als we de as van Binnen Rotte - Blaak bekijken, zien we een continuïteit en richting met een gelijk profiel, vanaf station Blaak is het niet meer helder hoe men naar de rivier komt, men moet hier andere wegen nemen. Hetzelfde gebeurt in de Westersingel, er is een heel duidelijke as, met continuïteit, richting en profiel. Deze as eindigt, de mens kan eventueel via het museumpark naar de Euromast gaan, maar dit is geen directe, heldere verbinding naar het water. Vervolgens is de Coolsingel geanalyseerd. Hier is er een richting, continuïteit, en een paar verschillende profielen. Het verschil is dat het ontmoetingpunt met het water een bijzonder landmark heeft: de Erasmusbrug. Dit maakt deze as tot een heldere en belangrijke as. Hier kan men zich gemakkelijk oriënteren: als men naar de rivier moet, volgt men intuïtief deze route. Op dezelfde manier kan men ook voor het ontwerp een generieke oplossing geven. Men zorgt voor continuïteit en een richting, dit kan wel uit verschillende profielen gemaakt worden. Aan het punt van de overgang naar het water, plaats men een landmark, markeerpunt, in het geval van het ontwerp is dit de Sloterarc.
generieke oplossing
22
evaluatie Invloed op gebied Het ontwerp zal het gebied tot een belangrijk gebied van Amsterdam maken. Op de schaal van de hele stad, zal het een bekend punt kunnen worden. Op lokaal niveau, zal het ontwerp nieuw leven inblazen in de hele omgeving. Het Mercatorplein wordt veel centraler, want het wordt ook gevoed uit het westen. Het woongebied dat nu aan het ziekenhuis grenst, zal een grote verbetering beleven, het gebied zal een variatie aan woonmilieus krijgen die de bestaande wijken omhoog zullen brengen. Het gebied rond het plein zal een klein centrum worden en dat zal de omliggende omgeving beĂŻnvloeden. Het gebied zal veel beter bereikbaar worden, in het bijzonder door het openbaar vervoer: het nieuwe NS station, betere tramverbinding, en een ferry naar Osdorp. Het gebied van de flats zal ook een deel van de verandering meemaken. De Sloterplas gaat in zijn geheel meer variatie hebben, met landschappelijke delen en twee stedelijke kanten: Amsterdam Sloterplein, en Osdorp. Ten slotte komt Osdorp psychologisch gezien ook veel dichterbij Amsterdam met de nieuwe verbinding. Men zou dan bijvoorbeeld de fiets mee kunnen nemen op de ferry en vervolgens langs de as naar het centrum gaan, men kan ook de tram nemen vanaf het Sloterplein.
ontwerp product
23
ontwerp proces
ontwerp proces
24
beschrijving Het ontwerpproces begon met excursies naar de Sloterplas en de gebieden omheen. Het gebied en de problematiek waren geanalyseerd. Een concept was bedacht ter ondersteuning van het leerplan. Nadat uitgangspunten en randvoorwaarden waren bepaald, is de ontwerpfase begonnen. Deze fase nam een groot gedeelte van de tijd en was heel uitgebreid. Het ontwerp onderging talloze metamorfosen totdat een eindresultaat werd verkregen. Het ontwerpen gebeurde door alle schalen heen, over alle lagen, en met alle gebieden tegelijk. Dit was nodig omdat het een heel complex ontwerpproject is. Het gebied ontwerpen in afzonderlijke delen, zou niet tot een integraal resultaat leiden. Er is bijzonder veel gedaan om in iedere fase van veranderingen in het ontwerp controle te houden, zodat alle onderdelen nog trouw blijven aan het concept. Tegelijkertijd werd het concept continu getoetst om te zien of het werkelijk de passende oplossing is voor de specifieke locatie. Ontwerpen door de schalen heen betekende dat als er iets heel groots is bepaald op de stedelijke schaal, het tegelijkertijd getoetst moet worden op de menselijke schaal. Bijvoorbeeld, wanneer men een brede as of groot plein ontwerpt, wat heeft dat voor effect op het gevoel van de mens die daar zal gaan rondlopen? Op dezelfde manier is het belangrijk te beseffen dat wat er op menselijk niveau wordt ontworpen, ook enigszins met het gehele plan moet kloppen.
ontwerp proces
25
evaluatie Men kan wel zeggen dat het plan van aanpak dat in het leerplan was omschreven, in grote lijnen is gevolgd. Dit heeft het ontwerpproces ondersteund. Alhoewel men ook kan zeggen dat het proces veel langer heeft geduurd dan gepland was. Er waren veel meer stappen dan verwacht nodig om tot een eenvoud te komen. Iedere stap was een vooruitgang ten opzichte van de vorige stap, maar het aantal stappen die nog nodig bleken te zijn waren tijdens het proces onbekend. Tijdens het ontwerpproces onderging het ontwerp een metamorfose, dat zichtbaar was op de plattegronden. Iedere vorm die het ontwerp heeft aangenomen, kwam voort uit oplossingen die verbeteringen leverden en zo ook de morfologie van het plan hebben veranderd. Om tot een eenvoud te komen bleek het proces van reductie het meest effectief, dit is niet bewust gedaan, maar bleek achteraf. Reductieproces Het metamorfoseproces gaat gepaard met het reductieproces. Er worden in iedere fase meer elementen weggelaten en alleen de cruciale elementen blijven over. Uiteindelijk zijn er in het eindresultaat maar weinig bebouwde elementen, degene die er wel zijn, zijn precies genoeg om alsnog de gewenste stedelijkheid te bereiken. Er ontstaat een helderheid in het ontwerp die in het begin van het ontwerpproces niet aanwezig was.
ontwerp proces Metamorfoses Het ontwerpproces was vrij dynamisch, veel oplossingen waren wekelijks voorgesteld en getoetst totdat een juiste erbij was. Dit zorgde bijna iedere week voor een nieuw ontwerp dat een verbetering was van de vorige. Om de metamorfoses te beschrijven, kan men beginnen bij een situatie waar de as een knik moest doen om een plein aan het water te bereiken. In het begin waren het stationsgebied en het plein niet aan elkaar gekoppeld. De stedelijkheid van het ontwerp langs de randen van de as, kwam het flatgebied binnen. De as werkte nog niet goed samen met de Westelijke Tuinsteden omgeving. De beslissing om het plein terug te brengen naar het station was de volgende logische stap. Er waren onduidelijkheden met de landmark, hoe die zal moeten werken en hoe die er ongeveer uit zal moeten zien. De promenade langs de noordelijke kop van de plas verzwakte de overgang tussen het plein en het water. Bij verdere ontwikkeling van het flatgebied was het noodzakelijk om de flats verschillend te maken en de openbare ruimte te minimaliseren, dit viel samen met het doortrekken van het water. De oplossing van de Sloterarc leverde een dubbele oplossing op voor twee problemen. De eerste was dat de ontworpen as als een object van buitenaf het flatgebied binnenkwam. Door de arc op dezelfde dimensies en hetzelfde ritme van de flats te ontwerpen, is de link met het bestaande gebied veel meer vanzelfsprekend geworden. Ten tweede heeft dit het probleem van de vormgeving en de precieze locatie van de landmark gedicteerd. De laatste metamorfose is de verandering van de randen van het plein, de zware bebouwing is teruggedrongen om passend bij het gebied te maken. Daarbij zijn plaatselijke oplossingen gevonden om de zuidelijke rand van het plein toch te behouden, en de relatie met het achterliggende gebied te behouden.
26
evaluatie Metamorfosespoces
ontwerp proces
27
reflectie Het ontwerpproces was succesvol in het bereiken van een heldere, sterke verbinding tussen de binnenstad van Amsterdam en de noordelijke kop van de Sloterplas. Verder is het doel bereikt van een krachtige overgang tussen het grote landschappelijke element en de stedelijke entiteit. Twee punten staan centraal in deze reflectie, het ene punt zou moeten worden meegenomen bij een toekomstige ontwerpopdracht, dit is namelijk het reductieproces. Het andere punt, zou moeten worden verbeterd in komende ontwerpopdrachten, dit is namelijk de organisatie van het proces. Het tevredenstellende eindresultaat is verkregen dankzij het reductieproces en niet door de organisatie van het ontwerpproces. Uit de evaluatie is gebleken dat het ontwerpproces een gebrek aan structuur had. Dit gebrek leidde tot een lang ontwerpproces, waardoor men tijdens het proces geen duidelijkheid had over het stadium waar men zich in bevindt binnen het ontwerptraject. Deze onduidelijkheid leidde tot een verwarring en het was moeilijk om te schatten hoeveel tijd er nodig was om tot het eindresultaat te komen. Bij een toekomstig project zou het beter zijn om eerst duidelijkheid te scheppen over het proces. Mogelijk zou het beter zijn om een betere planning aan te houden, waar men al van tevoren in grote lijnen een idee heeft van een tijdschema. Uit de evaluatie is verder gebleken dat het inzetten van het reductieproces misschien het meest effectieve gereedschap was bij het ontwerpen. Dit proces leidde tot een helder en gesimplificeerd resultaat met een alsnog hoge graad van complexiteit. Dit proces is onbewust gebruikt bij het ontwerpen, maar dit bleek pas achteraf. Het reductieproces is een manier die veel meer bewust moet worden ingezet om niet in het eigen ontwerp verloren te gaan. Bij toekomstige ontwerpopdrachten zou dit proces zeker op een bewuste wijze gebruikt moeten worden. Sterker nog, als we terugkijken naar het resultaat van dit ontwerp, kan men weer een stap van reduceren toepassen. Het gaat hier voornamelijk om het Sloterplein dat als laatst is uitgewerkt binnen de hele opdracht. In het Sloterplein moeten nog een aantal verbeteringen plaatsvinden om tot de gewenste eenvoud te komen. Onnodige wegen en gebouwdelen kunnen worden weggehaald om alleen de essentie te behouden. De rode draad bij het ontwerpen moet de 'essentie' zijn. Door middel van het reductieproces toe te passen kan men veel gerichter tot deze essentie komen.
ontwerp proces De initiĂŤle fase van analyseren en waarnemen was voldoende. De planning van het proces was niet voldoende. Bij de persoonlijke manier van ontwerpen is het echter niet altijd simpel om aan een strakke tijdsplanning aan te houden. Tijdens het ontwerpen is het lastig om precies te voorspellen hoe het proces moet gaan verlopen. In het begin kan men niet altijd weten wat de gewenste oplossing gaat worden, een onvermijdelijk proces van trial & error moet er gaan plaatsvinden. Dit maakt het volgen van een tijdschema moeilijk. Bij een toekomstig ontwerp zou een planning in grote lijnen moeten worden gehanteerd, Deze planning moet genoeg vrijheid en flexibiliteit overlaten om de potenties van het ontwerp maximaal te kunnen benutten. Uit deze opdracht kan veel geleerd worden. Ten eerste het verbeteren van de organisatie van het proces en methodes gebruiken zoals het reductieproces. Verder, het werken met specifieke oplossingen die het ontwerp uniek maken, maar die tegelijkertijd op andere plekken gebruikt zouden kunnen worden. Als laatst is het inventariseren van 'wat' en 'hoe' processen worden gedaan belangrijk. Dit helpt om helder te maken wat men zou moeten weten tijdens het proces en hoe men aan de slag moet gaan bij iedere willekeurige ontwerpopdracht in de toekomst.
28
samenvatting Om het ontwerpresultaat te verkrijgen zijn er heel veel processen nodig. De processen zijn eigenlijk alles wat onzichtbaar is, als men alleen naar het resultaat bekijkt. Dit eindwerkstuk is een productieve oefening geweest om er achter te komen hoe het ontwerp werkt en is opgebouwd. Het hoofdstuk 'ontwerpopgave' viel redelijk samen met het werk dat gedaan is bij het leerplan, het was grotendeels een herhaling op een meer gerichte wijze. Door de beschrijving van het ontwerpproduct, is het duidelijk geworden hoe het ontwerp is opgebouwd. Ook is de gelaagdheid van het ontwerp duidelijk geworden, en wat het resultaat eigenlijk betekent als geheel. Door het ontwerpproces achteraf te beschouwen, gaat er een licht schijnen op wat beter gedaan kan worden bij toekomstige ontwerpen. Er moet in ieder geval aandacht worden besteed aan het reduceren van het ontwerp tot een krachtig essentieel minimum.
29
literatuurlijst
Cuperus, De Jong, Van der Voordt, Ways to study and research architectural, urban and technical design (DUP 2002) Hoeven van de, Louwe, Amsterdam als stedelijke bouwwerk (SUN 2003) De Bois, Buurmans, Syllabus Stedenbouwkundig Ontwerpen (De Bois & Buurmans TUD 2002)
01 30
samenvatting bijlage
presentatie posters
tekeningen
leerplan