9 minute read
Transitie richting duurzame en circulaire Noord-Hollandse infrastructuur
from VAM5 November 2022
by NVDO
THEMA ARTIKEL <
Transitie richting duurzame en circulaire Noord-Hollandse infrastructuur
Advertisement
Het thema Duurzaamheid staat hoog op de agenda van provincie Noord-Holland; vanuit een maatschappelijk oogpunt, maar ook vanuit een urgentie. Zo heeft de provincie de ambitie om in 2030 de CO2 uitstoot met 55% verminderen, het verbruik van primaire grondstoffen met 50% te verminderen én energieneutraal te zijn.
Om deze doelstelling te bereiken zet de provincie in op het duurzaam en circulair inrichten en beheren van het eigen areaal, zoals wegen, kanalen, bruggen en viaducten. Dit doet de provincie NoordHolland in het programma Duurzame Infrastructuur. > Programma Duurzame Infrastructuur. Het programma
Duurzame Infrastructuur verankert duurzaamheid stevig en gestructureerd in de organisatie, zodat de provincie de doelen op het gebied van duurzaamheid kan realiseren en meten. Zo wordt er binnen
Het ontwerp van de nieuwe Stolperbasculebrug in Schagen die volgens het IFD-principe wordt gebouwd Foto: Provincie Noord-Holland
Ontwerpen en bouwen volgens IFD-principes betekent dat je onderdelen hebt die uitwisselbaar zijn Foto: Provincie Noord-Holland
het programma gewerkt met een CO2-monitor. Deze monitor meet de footprint van het gehele areaal van de provincie Noord-Holland. De bouw van kunstwerken, waaronder bruggen en viaducten, is goed voor 20% van de totale uitstoot (Provincie Noord-Holland, 2022). Door het areaal uit te drukken in een jaarlijkse CO2 footprint, biedt het mogelijkheden om de opgave meetbaar te maken. Zo kan de CO2-uitstoot van de duurzaamheidsmaatregelen worden berekend en met elkaar worden vergeleken. Dit biedt op zijn beurt weer mogelijkheden om keuzes te maken met betrekking tot het nemen van maatregelen in Asset Management.
> Transitiepad kunstwerken. Naast het programma duurzame infrastructuur, zet het Noord-Hollandse transitiepad kunstwerken de noodzakelijke innovatieve maatregelen neer om de vernieuwing van kunstwerken te stimuleren. Nederland kampt met een enorme vervangings- en renovatieopgave van civiele infrastructuur. De gehele vervangingswaarde wordt ge-
IFD heeft als doel om de implementatie van industrieel en modulair bouwen in de GWW-sector te bevorderen. Dit heeft als gevolgen: • Versnelling van de vervangingsopgave en verminderen CO2 uitstoot door civiele kunstwerken op industriële en modulaire principes te ontwerpen, produceren en bouwen, en de bijhorende waardeketen te organiseren • Besparing van materiaalgebruik, door in te zetten op het optimaliseren van herbruikbare materiaalstromen en het hoogwaardig hergebruiken van bestaande onderdelen (reuse, repair, remanufacture) in de productie van civiele kunstwerken • De aanpasbaarheid en losmaakbaarheid van civiele kunstwerken vergroten om vroegtijdige sloop te voor komen en toekomstig hergebruik te faciliteren door civiele kunstwerken op een modulaire manier op te bouwen schat op ruim 300 miljard euro en de komende jaren zal de vervangingsvraag alsmaar toenemen op lokaal, regionaal en nationaal niveau (TNO, 2021). Naast de zorgen rondom de toename in volume, wordt ook gekeken naar het efficiënter inrichten van onderhoud, verduurzaming en hergebruik om waarde te behouden en vergoten. Vanwege deze opgave wordt de marktcapaciteit overbelast, er zal daarom ingezet moeten worden op het realiseren van productiviteitsgroei en daarmee duurzame inzetbaarheid te garanderen.
Het transitiepad verbindt verschillende ontwikkelingen van de provincie die gezamenlijk het pad tot 2030 uitstippelen. Denk aan technische innovaties zoals levensduur verlengende maatregelen, duurzaam (CO2 arm) beton, IFD (Industrieel, Flexibel en Demontabel) bouwen, maar ook het adopteren van andere businessmodellen, herzien en opstellen van nieuwe richtlijnen en de organisatorische en juridische veranderingen die nodig zijn binnen de sector. Deze ontwikkelingen bevinden zich nog in verschillende stadia oftewel Technology Readiness Levels (TRL).
> Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen van
kunstwerken. Naast het inzetten op het bevorderen van Asset Management, is het behalen van de benodigde productiviteitsgroei mogelijk door het bouwproces van civiele kunstwerken op een fundamenteel andere manier in te richten. Daardoor verandert ook de waardeketen. Deze andere manier is industrieel flexibel en demontabel (IFD) ontwerpen en bouwen.
Het toepassen van deze principes biedt concrete handvatten voor het hergebruiken en produceren van elementen voor civiele kunstwerken – zoals bruggen – volgens industriële technieken en methodes waardoor schaalvoordelen worden bereikt. Door ontwerpoptimalisaties kunnen kunstwerken flexibel worden opgebouwd en zijn ze demontabel. Flexibiliteit zorgt er voor dat kunstwerken passen binnen verschillende omgevingen en gemakkelijk aanpasbaar zijn. Dat versnelt de bouwtijd en voorkomt vroegtijdige sloop zodra de functionele eisen veranderen. Door de modulaire opbouw zijn de
>
Er zijn nu Nederlands Technische Afspraken voor vaste en beweegbare bruggen Foto: Provincie Noord-Holland
> elementen geschikt voor hoogwaardig hergebruik. Deze veranderingen dringen de kosten en CO2-uitstoot van kunstwerken aanzienlijk terug, terwijl de waarde ervan toeneemt.
> Concrete stappen richting circulair bouwen. Om IFD een
succes te maken is er volume nodig, dat kan wel tot 20% in de kosten schelen volgens een EIB rapport uit 2017 (EIB, 2017). Op initiatief van onder andere provincie Noord-Holland zijn er Nederlands Technische Afspraken (NTA) gemaakt om bruggen volgens de IFD principes te realiseren. Deze afspraken worden gemaakt tussen vertegenwoordigers van de Grond-, Weg- & Waterbouwsector bij de NEN. Deze aanpak maakt IFD van én voor de gehele sector. Hierdoor zijn de standaarden eenvoudig voor te schrijven in projecten en kan er schaalvoordeel worden bereikt. Dit levert niet alleen economische voordelen in de productie, bouw en onderhoud op, het reduceert ook projectkosten in de voorbereiding en (re-)engineering. Tot nu toe zijn er twee standaarden ontwikkeld: NTA8086:2020 voor beweegbare bruggen en NTA8085:2021 voor vaste bruggen. De ambitie om IFD in een groot aantal projecten toe te passen heeft voor de komende jaren hoge prioriteit. Vanaf 2021 worden alle beweegbare en vaste bruggen gerealiseerd conform deze standaarden (NTA8086 en NTA8085) binnen het areaal van de provincie Noord-Holland.
> Samenwerken is de kern. Publieke opdrachtgevers – oftewel overheden – spelen een belangrijke rol in de opschaling van circulair bouwen. Echter kenmerkt de Nederlandse GWW-sector zich door een versnipperd landschap aan opdrachtgevers. Tegelijkertijd gelden de doelstellingen en opgaves waar de provincie Noord-Holland mee kampt, voor iedereen. Publieke opdrachtgevers moeten beter inzetten op duurzame samenwerkingen om kennis te ontwikkelen en ervaringen te delen om de vernieuwingsopgave te realiseren.
De markt moet op zijn beurt het initiatief nemen in het aanbieden van duurzame en circulaire oplossingen, ook al wordt dit door de opdrachtgever niet altijd (of op uniforme wijze) gevraagd. Tenslotte vraagt het ontwikkelen van opschaalbare innovaties voor circulair bouwen, zoals IFD, om perspectief. Dit zodat er zekerheid ontstaat om te investeren in de ontwikkeling en implementatie van nieuwe concepten. Concepten die passen binnen de programma’s en transitiepaden zoals die van de provincie Noord-Holland.
Om zover te komen, is samenwerking en kennisdeling in de sector de kern. IFD en het ontwikkelen van de NTA’s geeft hier invulling aan: namelijk open innovatie. De kennis is afkomstig uit de markt en kennisinstituten en de behoefte komt vanuit de beheerders. Als resultaat is kennis vastgelegd in standaarden die daarnaast genoeg ruimte bieden voor project specifieke wensen. Wanneer een groot aantal beheerders deze NTA’s voorschrijft, wordt perspectief geboden waardoor schaalvoordelen kunnen worden benut, dit borgt circulair bouwen nu én in de toekomst.
Interesse om kennis uit te wisselen of een samenwerking aan te gaan op het gebied van IFD? Neem dan contact op met Alexander Bletsis van provincie Noord-Holland via alexander.bletsis@noord-holland.nl. <
Fossielvrij asfalt maakt de Nederlandse wegen duurzaam inzetbaar
In tal van sectoren is sprake van een structureel personeelstekort. Dit kan niet zo maar worden opgelost en steeds vaker is dit überhaupt niet op te lossen.
We zullen dit daarom anders moeten inrichten. Digitalisering speelt een grote rol om een stap te zetten naar het oplossen van het structurele personeelstekort. Eenvoudige productieprocessen moeten verder geautomatiseerd worden zodat we de kennis en ervaring van onze vakmensen optimaal kunnen inzetten.
Zoek actief samenwerking op Ook zullen we minder in hokjes moeten denken en efficiënter moeten samenwerken aldus MAKE Center. Young professionals en ervaren professionals op de werkvloer onderling binnen bedrijven, maar zeker ook in de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Inspringen en elkaar verder helpen. Vice versa. Docenten en trainers moeten beter weten wat zich afspeelt op de werkvloer door bedrijven te bezoeken en eens mee te draaien. Vanuit het bedrijfsleven is input nodig om de lesstof beter af te stemmen op de praktijk. Per onderwijsmodule kunnen bedrijven hierop aanhaken. Door materialen ter beschikking te stellen, gastlessen te geven of iemand de kans te geven zich te ontwikkelen tot Hybride opleider, waarbij hij/zij een paar dagen bij een bedrijf werkt en een paar dagen voor de klas staat.
Harsfalt is het eerste asfaltmengsel waarbij ruwe aardolie is vervangen door een 100% biologisch bindmiddel. Asfalt met een 100% biologisch bindmiddel. Het is een belangrijke en grote stap in de ontwikkeling van bio-asfalt waarmee het asfalt van het Nederlandse wegennet de komende jaren toekomstbestendig vervangen kan worden.
Harsfalt draagt bij aan de reductie van fossiele grondstoffen en onze opgave voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. In Harsfalt is het bitumen, dat gewonnen wordt uit ruwe aardolie, vervangen door een 100% biologisch bindmiddel. De initiatiefnemers; Mourik Infra, NTP, Versluys Groep, Vermeulen Groep en Reinten Infra, zijn trots op hun ontwikkelde product. Esha en Miscancell leveren de grondstoffen en Asfalt Kennis Centrum verzorgt het onderzoek en de monitoring. Dit 100% biologische bindmiddel bevat een mix van biologische oliën, hars en lignine uit Olifantsgras. Alle bestanddelen en het mengsel zijn onderzocht op onder andere gezondheid, milieu, herbruikbaarheid, materiaaleigenschappen en mengseleigenDuurzaam opleiden van vakmensen bij MAKE Center In de missie van MAKE Center staat: het duurzaam opleiden van voldoende vakmensen voor de maakindustrie. Deze samenwerking van meer dan 100 bedrijven in de maakindustrie in de regio Utrecht en ROC Midden Nederland (mbo) moet leiden tot het versnellen hiervan. Een publiek private samenwerking dus. MAKE Center heeft het predikaat Fiedlab voor de maakindustrie gericht op Skills. Dit betekent dat vanuit de locatie in Nieuwegein zowel jongeren als ouderen zo goed mogelijk worden opgeleid en zo voorbereid worden voor een toekomst in Industrie 4.0.
Mens en machine optimaal laten samenwerken Een werkomgeving waarin mens en machine optimaal samenwerken. In het MAKE Center als Fieldlab werken studenten, docenten en vakmensen samen en leren zo (sneller) van elkaar. Dit doen zij met hightech metaalbewerkingsmachines in een praktijkhal die een simulatie is van een bedrijfshal. Een aantal machines wordt aangesloten op het netwerk. Zo worden besturing en onderhoud op afstand mogelijk. Leren wordt zo voor iedereen leuker omdat men werkt met nieuwe technieken én werkt aan echte praktijkopdrachten. <
schappen. Het toepassen van Harsfalt gaat een belangrijke bijdrage leveren aan de ambitie van onze branche om in 2030 klimaatneutraal te werken aan de Nederlandse wegen.
Woordvoerder Ralph Venema; “Het Asfalt Kennis Centrum is trots op haar aandeelhouders die blijvend asfaltmengsels ontwikkelen en bijdragen aan de doelstellingen van de opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat. Deze specifieke samenwerking van de aandeelhouders Mourik Infra, NTP, Versluys Groep, Vermeulen Groep en ReintenInfra heeft een hele belangrijke stap opgeleverd voor de asfaltbranche. Een prachtig voorbeeld hoe MKB-bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen”.
Het asfalt is aangebracht in twee proefvakken in de gemeenten Assen en Oude Ijsselstreek en deze proefvakken worden vier jaar lang gemonitord door het Asfalt Kennis Centrum, waarbij zij onder andere het verouderingsgedrag van het wegdek in de gaten te houden. <