19 minute read

Circulair denken zit BAM in het bloed

Circulair denken

zit BAM in het bloed

BAM Infra Nederland neemt de leiding in het creëren van een circulaire toekomst. “Als grootste bouwer van Nederland voelen wij ons hier verantwoordelijk voor. Wij geven vorm aan een duurzame leefomgeving voor ons allemaal.” Stoere woorden van Arno Stoeckart en Lloyd van den Berg, maar ze komen bij beiden recht uit het hart.

Arno Stoeckart (43) is uitvoerder bij BAM Infra Regionaal Amsterdam, Lloyd van den Berg (23) is werkvoorbereider bij BAM Infra Nederland. In het gesprek met beide heren merken we dat het hen ernst is: niet alleen omdat BAM vooruitstrevend is, ook omdat het hun eigen intrinsieke wens is, werken Stoeckart en Van den Berg keihard mee aan het laten slagen van de energietransitie, met alle middelen die ze daarvoor ter beschikking hebben. In hun geval is dat vooral door het beperken van de mobiliteitsstroom op en tussen alle projecten in Amsterdam. Zowel voor hun eigen projecten die ze voorbereiden en uitvoeren, als andere projecten in Amsterdam.

Green Deal

Twee jaar geleden al ondertekende BAM Infra samen met vijftig andere publieke en private partijen de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek van de Metropoolregio Amsterdam. Doel van die Green Deal: schadelijke emissies in de regio in 2025 te reduceren tot nul. En het terugdringen van het aantal benodigde voertuigen en voertuigkilometers voor werkzaamheden in de stad. Minder uitstoot wordt bereikt door het gebruik van elektrisch materiaal zoals een hybride sondeertruck, een elektrische wals en elektrische kranen. Het beperken van de mobiliteitsstroom klinkt als een opgave, in de praktijk betekent het voor Stoeckart en zijn mensen: “met een volle auto heen rijden? Dan ook met een volle auto terugkomen! Zo beperken we de mobiliteitsbewegingen binnen de stad.”

Zo groen mogelijk

Stoeckart werkt zo’n anderhalf jaar als uitvoerder bij BAM Infra, Van den Berg is nu bijna twee jaar werkvoorbereider bij BAM Infra. Ze schelen in leeftijd 20 jaar, werken – als ze op kantoor zijn – op zo’n 20 meter afstand van elkaar én werken veel samen. BAM Infra heeft in een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) met gemeente Amsterdam afgesproken meerjarig onderhoud voor verschillende interne opdrachtgevers binnen de gemeente op de meest duurzame manier uit te voeren: zo groen mogelijk en voor een marktprijs. Deze SOK geldt tot en met 2025, Stoeckart en Van den Berg hebben er in hun werk dagelijks mee te maken. Stoeckart: “Wij verrichten het uitvoerende werk van de SOK-projecten en zijn daarmee op de werken zelf verantwoordelijk voor de meest duurzame wijze van uitvoering.” Van den Berg: “Ik houd me bezig met de werkvoorbereiding en engineering van SOK-projecten: vanaf het voortraject samen met de gemeente zodat het project tot uitvoering kan komen. Vanaf dat punt: de werkvoorbereiding die leidt tot de uitvoering, haak ik aan met Arno.”

Met volle auto heen én terug

De SOK is geen vreemde eend in de bijt bij BAM Infra. “Groener en schoner werken is onze eigen wens, vanuit BAM zelf, maar ook écht vanuit onszelf. Dus niet alleen de taak, ook de wil is er om steeds na te denken hoe we onze uitstoot zo veel mogelijk beperken en hoe we duurzaam mogelijk te werk gaan”, vertelt Stoeckart. Van den Berg: “We krijgen continu

‘Met een volle auto de stad in? Dan ook met een volle auto de stad weer uit!’

Doelen BAM Infra:

- Het reduceren van brandstofverbruik op de bouwplaatsen, door het zoveel mogelijk toepassen van netaansluitingen (in plaats van dieselaggregaten) en het toepassen van alternatief (elektrisch) materieel.

- Het inkopen van groene stroom. BAM koopt al 50% van de elektriciteit in als groene stroom met als doel om dit in 2030 op 100% te hebben.

- Het reduceren van emissies van het wagenpark, door het voorkomen van reizen en het stimuleren van elektrische voertuigen.

- Het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Door het CO2-neutraal en circulair te ontwerpen en te bouwen vergroot BAM de positieve impact op het klimaat.

Bron: Presentatie circulariteitsvisie BAM 2021

de vraag om innovaties op milieugebied door te zetten in de projecten. Met de Green Deal hebben we ons gecommitteerd aan zo groen mogelijk transport, zoals Arno zegt: met volle vracht de stad in en met een volle vracht de stad weer uit.” Stoeckart vult enthousiast aan: “Een vrachtauto die met stenen of wat dan ook de stad in rijdt, mag wat ons betreft niet leeg de stad weer uit rijden: dat is gewoon zonde. Zonde van de brandstof, van de uitstoot, van de eventuele overlast. We zoeken actief naar werklocaties waar die vrachtauto lading kan ophalen, zodat voor dát project niet apart weer een vrachtauto leeg de stad in hoeft.” Het klinkt logisch, maar heeft best wat voeten in aarde.

Puzzelen

Van den Berg: “Bij elk project bedenken we: wat voor innovaties zouden we kunnen toepassen? Niet alleen op productniveau maar ook op transportniveau. Het is echt zoeken naar slimmigheidjes.” Stoeckart: “Van een aannemer die zoveel mogelijk productie in zo kort mogelijke tijd zo goedkoop mogelijk wil uitvoeren, zijn we verder gegaan: het groene denken is erbij gekomen en wordt volledig geïntegreerd, het is echt een extra dimensie.” De uitvoerder noemt op: “Auto’s HVO-brandstof, elektrische kranen, elektrische shovels… Op het moment dat wij ergens beginnen op te breken, er rekening mee houden dat op een ander week juist opgebouwd kan worden, zodat volgeladen auto’s tussen die locaties heen en weer kunnen rijden: je probeert alles wat mogelijk is, eruit te halen.”

De werkvoorbereider vult aan: “Dat was vooral in het begin best even puzzelen: werkzaamheden combineren die in eerste instantie niet zo gepland waren. Het is een uitdaging om tijdens de werkvoorbereiding bepaalde zaken al met elkaar samen te laten vallen. Maar het gaat steeds gemakkelijker, omdat we er met z’n allen over meedenken en echt de mindset hebben om zo efficiënt en groen mogelijk te werken.” Stoeckart: “Je moet het doorvoeren in álle facetten van het werk. Zo hebben we elektrische fietsen bij de bouwkeet staan: als je drie verschillende werken in de buurt hebt, pak je de fiets in plaats van de auto.”

Voorop in de strijd

Beiden zijn ervan overtuigd dat elektrisch werken de toekomst is. “Al het materiaal dat wij op onze werken hebben staan is de duurzaamste oplossing die op dit moment voorhanden is”, vertelt Stoeckart. “Ook van onze onderaannemers verlangen we dat. We hebben als grootste bouwer de taak om te laten zien dat we de voortrekkersrol die we onszelf hebben opgelegd, waarmaken en dat we ook anderen ‘aansteken’ met duurzaam werken. Wij lopen voorop in de strijd, we nemen onze verantwoordelijkheid. Afgelopen jaar waren we weer de duurzaamste, daar ben ik trots op.”

‘Niet alleen de taak, ook de wil is er om steeds na te denken hoe we onze uitstoot zo veel mogelijk beperken’

Lloyd van den Berg, werkvoorbereider bij BAM Infra Nederland.

Van den Berg: “We leggen de lat hoog en zijn ook echt allemaal betrokken: van directeuren tot bouwplaatsmedewerkers, we hebben het er continu met elkaar over. BAM-breed wordt daar ook veel aan gedaan, kortgeleden hadden we nog een dag vol online sessies waarin we worden aangemoedigd nieuwe oplossingen te bedenken en elkaar te inspireren. Dat werkt heel goed.” Stoeckart noemt een voorbeeld van overleg met BAM Energie en Water. “Die zijn in de stad aan de slag voor Waternet. Hoewel wij daar niks mee te maken hebben vanuit BAM Infra ben ik wel gaan overleggen: ik heb toch een auto rijden, wanneer ga jij opbreken? Zodra zij daarmee begonnen, heb ik geholpen met afvoeren. Ik moest namelijk met zand de stad in, maar wilde niet leeg de stad weer uit. Net waar we het in het begin al over hadden: dat beperken we dus niet per se tot BAM Infra. Dan komt de dag er maar iets anders uit te zien, er valt altijd een mouw aan te passen. En ik zie dat als wij die extra inspanning doen, anderen dat ook doen.”

In coronatijd is het wat rustiger in de stad, maar normaliter is Amsterdam een enorme bijenkorf. “Amsterdam is een fietsstad. Hoe meer rijbewegingen je tussen die fietsen door moet maken, hoe gevaarlijker het is. Dus hoe meer je die bewegingen kunt beperken, hoe veiliger het is. Er is in de stad een bepaalde vorm van acceptatie voor werkzaamheden en transport daar omheen, maar die acceptatie stellen we niet op de proef: je wilt geen overlast veroorzaken. Ook daar houden we rekening mee”, aldus de uitvoerder. De werkvoorbereider knikt: “We houden rekening met alle aspecten: milieu, veiligheid, hinder.”

‘We hebben als grootste bouwer de taak om te laten zien dat we de voortrekkersrol die we onszelf hebben opgelegd, waarmaken’

Een nat pak

Practice what you preach, blijkt uit het feit dat BAM-kantoormensen ook wel eens een nat pak halen, net als de uitvoerenden. Van den Berg: “Als je een afspraak hebt bij één van de stadsdelen, pak je geen auto, maar de elektrische fiets. Dan ga ik rustig met een hoofduitvoerder en projectleider samen op de fiets naar de klant. Het heeft ook allerlei voordelen: je bent ook nog sneller in de stad en je hebt geen parkeerproblemen. Ja, je komt weleens zeiknat terug op kantoor…” Stoeckart moet er om lachen: “Mijn mannen staan zo vaak in de regen.”

Maar de boodschap is duidelijk: van de directie tot en met de uitvoerenden, BAM-breed is men doordrongen van de noodzaak van zo duurzaam mogelijk werken. Stoeckart: “Zo groen en schoon mogelijk, zo efficiënt mogelijk, zo open en transparant mogelijk: de manier waarop wij werken leidt volgens mij tot een win-winsituatie voor iedereen!” <

TON VAN DE WAARDT

Functie: Eigenaar-directeur Woonplaats: Oud-Beijerland Burgerlijke staat: Gehuwd, vader van twee kinderen, één kleinkind Hobby’s: M’n werk, sport (spinning), af en toe op vakantie Motto: Behandel anderen zoals je door hen behandeld wilt worden (de Gouden Regel)

Schoon schip

met Maritime Shipcleaning Amsterdam

Je denkt bij het schoonmaken van schepen, waaronder de opslagtanks en resten van wat dan ook, mogelijk aan het Amerikaanse spreekwoord: It’s a dirty job but someone has to do it. Toch denken ze daar bij Maritime Shipcleaning Amsterdam, onderdeel van de MSR groep, heel anders over. Het geeft deze specialisten een enorme voldoening als ze weer een schip brandschoon opleveren. Van een tanker tot een luxe jacht, het is één grote uitdaging voor dit opgeruimde team.

Maritime Shipcleaning Amsterdam (MSA) is actief in zowel Nederland als België, Noord-Frankrijk en een deel van Duitsland. Het bedrijf heeft al heel wat jaren ervaring in deze unieke tak van dienstverlening, eigenaar Ton van de Waardt nog langer. Voor hij zelfstandig ondernemer werd deed hij al de nodige knowhow op in deze sector. En het verveelt nog altijd niet, vertelt hij: “Het geeft een heel goed gevoel als mensen, soms bijna verbaasd maar vooral tevreden, laten weten dat ze verrast zijn door hoe schoon we alles opleveren. We laten zelfs geen sporen van onze werkzaamheden achter.” Hij heeft een vast team van zo’n twintig mensen, dat snel en accuraat inspringt op iedere vraag. Waar nodig worden extra krachten ingezet, soms wel veertig als er veel te doen is.

‘Er kan zo maar ergens een gat zitten, dat er gisteren nog niet was’

Van septic tank tot luxe jacht

Het reinigen van schepen is een veelomvattend vakgebied, zeker als je zowel de zeevaart als binnenvaart en luxe jachten in je totaalpakket hebt opgenomen. Voor Ton is dat echter meteen de reden waarom hij het zo’n interessant vak vindt, en hetzelfde geldt voor zijn medewerkers. “Geen dag is hetzelfde, geen opdracht vergelijkbaar. Ook het type klant varieert per opdracht soms behoorlijk, net als de schepen en machinerieën of tanks die we moeten schoonmaken.” Never a dull moment, dat is wel duidelijk. “Zo ben je een machinekamer spic en span aan het maken, zo moet er een gigantische septic tank gereinigd worden. Om maar eens twee uitersten te noemen. Het voert te ver om alle voorkomende werkzaamheden op te sommen, maar divers is het zeker.” Naast de meer reguliere reinigingsdiensten op schepen zelf helpt MSA tevens bij bijvoorbeeld gelekte olie, op het dek en zelfs op het water. Er is eigenlijk maar weinig dat het bedrijf niet doet, als het reinigen en opruimen betreft.

Respect voor je werkplek

Ton vertelt dat het heel belangrijk is om met respect en oog voor de plek waar je komt schoonmaken te werken. Rekening houden met de bedrijfscultuur, de geldende regels aan boord, de veiligheid natuurlijk én de mensen die je daar treft. Het is MSA in het bloed gaan zitten. “Alleen al letten op veilig werken is een kwestie op zich”, legt de betrokken vakman uit. “Er kan zo maar ergens een gat zitten dat er gisteren nog niet was. Daar moet je op beducht zijn.” Er rust daarnaast om andere redenen een grote verantwoordelijkheid op zijn teams. Hygiëne is van het grootste belang. Het heeft te maken met het voorkomen van gezondheidsrisico’s, het garanderen dat bedrijfsprocessen niet verstoord raken, of met het behoud van een volgende lading. “We zijn ons zeer bewust van wat er van ons wordt verwacht”, verzekert Ton.

24/7, 365 dagen per jaar

De scheepvaart ligt nooit stil. Een leek zou wellicht verwachten dat men vaak bijtijds weet wanneer een schip ergens aanmeert en gereinigd kan worden maar de praktijk is anders, weet Ton. Het is veelal juist vrij last-minute dat klanten aangeven dat er werk aan de winkel is, daar is zijn bedrijf helemaal op ingericht. “Zowel in Nederland als elders zijn we

‘Werken kunnen we overal’

zo ter plaatse en we brengen ons eigen materieel mee, dus werken kunnen we overal.” Dan heeft ‘Ton het niet alleen over de grotere havens. Een binnenvaartschip of een jacht bij bijvoorbeeld een rederij is eveneens ter plaatse te reinigen. Wat steeds vaker voorkomt is dat zijn mensen een luxe boot na een refit, oftewel een serieuze opknapbeurt, weer pico bello en eventueel verkoopbaar in orde brengen. MSA heeft overigens eveneens een eigen locatie om schepen te reinigen.

Duurzaam en milieubewust

Klantgericht werken houdt niet op bij het on site en eventueel turnkey opleveren van een project. “Dat alles schoon, veilig, duurzaam en gecertificeerd moet gebeuren is maar een deel van de aanpak. Ook eventuele af te voeren resten, residuen en dergelijke vallen onder onze verantwoordelijkheid.” Ontzorgen is van groot belang in een sector waar stilliggen al snel veel geld kost en daar hoort ook logistieke en duurzaam verantwoorde ondersteuning bij. “Rederijen, transporteurs en verwante bedrijven dienen aan hoge eisen en standaards te voldoen. Dan is het van uiterst belang dat uitbestede werkzaamheden eveneens die regels volgen. Vanzelfsprekend zijn alle relevante certificeringen aanwezig, op alle denkbare gebieden.” Het bedrijf heeft tevens een speciale vergunning om afvalstoffen op verantwoorde wijze af te mogen voeren.

Kom maar op!

Ton en zijn doorgewinterde team staan altijd in de startblokken. Voor iedere opdracht, van groot tot klein, gericht op effectief en accuraat oplossen. Ook in de offshore kun je rekenen op deze experts, efficiency, perfectie gekoppeld aan betrouwbaarheid is dan ook de reden dat onze klanten blijven terugkomen, de liefde voor het vak laat zich namelijk niet verloochenen. <

‘Alleen al letten op veilig werken is een kwestie op zich’

Beens Groep: ‘Alle expertise in eigen huis’

Binnen de samenwerkingsovereenkomst (SOK) Kademakers zal een deel van de kademuren in Amsterdam vernieuwd worden. Vanwege de grote omvang van dit project kiest Amsterdam niet voor één, maar drie partijen om de samenwerking mee aan te gaan. De opdrachtgever koos na een gedegen aanbesteding voor Beens Groep, Dura Vermeer en H. van Steenwijk.

‘We gaan volop leren van elkaars kennis en ervaring. Daar hebben we enorm veel zin in’

Beens Groep ziet het project vol vertrouwen tegemoet. Samen met Count & Cooper boog de middelgrote aannemer zich over de uitvraag. Directeur Karst-Jan Beens: “Als bedrijf zijn wij gespecialiseerd in constructieve waterbouw, baggerwerk en binnenstedelijke kademuren. Wij hebben de mensen en het materieel om de kademuren op de juiste wijze te herstellen.” Beens brengt het materieel over waterwegen ter plekke. “We hebben een eigen hub net buiten de stad, vanaf daar verschepen we ons materieel. Zo belasten we de binnenstad zo min mogelijk.”

Samenwerking

Dennis Kuiper, managing partner bij Count & Cooper, begeleidde Beens bij de tender en blijft aangesloten vanwege de complexiteit van de opdracht. “Count & Cooper is een ‘bouwer die niet bouwt’: wij zorgen ervoor dat de productie het werk kan doen na een tot in de puntjes geregelde voorbereiding. Wij brengen hiervoor project- en omgevingsmanagement, IT-tooling en een team van specialisten in. De samenwerking Beens en Count & Cooper is uniek omdat het alle capaciteit zelf in huis heeft: zowel technisch als organisatorisch, zowel het materieel als de mensen.”

Opdrachtgever met lef

Fred Groot is projectmanager bij Beens. “Ik ben verantwoordelijk voor het operationele deel. Los van de techniek en logistiek hebben we als Beens en Count & Cooper in voorgaande projecten aangetoond een sterke visie te hebben op samenwerking. Wij voegen ook daarin waarde toe.” Directeur Beens knikt: “Problemen oplossen vanuit een samenwerkingssystematiek, daarin zijn wij goed en dat is hier van groot belang.” Kuiper: “De opdrachtgever heeft het lef gehad te zoeken naar partijen die het probleem samen willen oplossen.” Beens: “Dat maakt de gemeente Amsterdam als opdrachtgever toonaangevend.”

Zo snel mogelijk zo ver mogelijk

Kuiper: “Alle drie de partijen hebben elkaar hard nodig: door van elkaar te leren komen we met elkaar zo snel mogelijk zo ver mogelijk.” Door opschaling en seriematig werken is het de bedoeling zoveel mogelijk meters per jaar te realiseren, tegen afnemende kosten en toenemende tevredenheid van stakeholders. Kuiper: “Dat moet lukken door probleemoplossend en steeds efficiënter en sneller te werken. Belangrijk daarbij wordt het continu monitoren van presteren en op basis daarvan verbeteren. ” Groot: “Als je een fout maakt, maak je daar je samenwerkingspartners deelgenoot van, zodat die niet dezelfde fout hoeven te maken.”

Kuiper: “De technische complexiteit van het werken aan kades met panden dichtbij, de organisatorische complexiteit van de projectgrootte én het tegelijkertijd snelheid maken is een lastige, maar uitdagende combinatie.” Groot: “Maar het is niet moeilijk om hier binnen Beens mensen voor te vinden: werken in de binnenstad en bijdragen aan de oplossing van zo’n groot probleem: daar wil je bij zijn!”

Zonder wrijving geen glans

Er zijn al stukken kade voorbereid die dit jaar aangepakt worden. Groot: “De volgende stukken bereiden we gezamenlijk voor, dat gebeurt gelijktijdig met het draaien van productie. Wat we daarin tegenkomen, kunnen we meenemen in de voorbereiding van de volgende delen.” Directeur Beens kijkt ernaar uit om op strategisch niveau mee te denken: “Binnen een door-functionerende binnenstad werken vergt tactiek. Zonder wrijving krijg je geen glans: door open en transparant te zijn en door samenwerking gaan wij deze opgave invullen. Let maar op!” <

‘Het doel is door middel van opschalen en seriematig werken zoveel mogelijk meters kademuur per jaar te vernieuwen’

Dura Vermeer:

‘Samenwerken is de sleutel tot succes’

De plannen voor samenwerking, de seriematige aanpak en de ‘lerende organisatie’, daarop scoorde bouwer Dura Vermeer hoog bij de aanbesteding voor de SOK Kademakers. Adelbert de Vreese, directeur Dura Vermeer Infra Regio Noord West: “Wij waren juist vanwege deze componenten en het karakter van dit project zeer geïnteresseerd: ze passen ontzettend goed bij onze organisatie.”

Het succes van de tender werd onder andere bereikt door de kennis en ervaring bij zowel zeer grote infrastructurele projecten als kleinere, regionale projecten en de interviews met de sleutelfunctionarissen: directeur De Vreese op strategisch niveau, programmamanager Bas Klaver op tactisch niveau en projectleider Martijn Groen op operationeel niveau. Klaver vond de beoogde projectoverstijgende samenwerking meteen al verfrissend. “De SOK bestaat uit een serie projecten met aparte overeenkomsten, maar die worden niet

‘De manier van communiceren met stakeholders is essentieel en vergt voortdurend afstemming zoeken’

apart aanbesteed. Wij zitten hier de komende jaren, samen met Beens en H. van Steenwijk, middenin. Samen gaat het lukken om steeds beter, sneller en efficiënter te werken.”

Lerend vermogen

De eerste projecten zijn al gepland en starten rond de bouwvak. Klaver: “Er is een urgentie om snel productie te maken, daar storten we ons op. Maar we storten ons ook op de voorbereiding van de volgende delen: bijvoorbeeld logistieke oplossingen bedenken in de vorm van het gezamenlijk inzetten van materieel.” Directeur De Vreese knikt: “Het optimaliseren van processen en het focussen op meerjarige projecten: dat past bij ons. Wij hebben bewezen daar succesvol in te zijn, daarom sluit deze uitvraag ook zo goed aan. Wij hebben het lerende vermogen waarom werd gevraagd.”

Specialist in procesverbetering

Voor de uitvoering werkt Dura Vermeer samen met Gebr. van ’t Hek voor funderingswerkzaamheden en PK Waterbouw voor de bouwlogistiek over de grachten. De Vreese: “Samen met onze partners zijn we echte specialisten in het bouwen van kademuren. We brengen onze expertises samen en optimaliseren de processen.” Klaver: “De coördinatie van alle projecten, daarin zit de grootste uitdaging. Dat pakken we samen met de SOK-partners op.” De Vreese: “Met zo’n langlopend project krijg je daar de gelegenheid voor. Het biedt bij uitstek de kans om goed te kunnen samenwerken. Het leuke van deze uitvraag vinden wij ook het procesmatig antwoord geven op de vraag om zoveel mogelijk op te schalen en seriematig te werken.” Klaver: “Door de voorbereidingsmachine goed op de rit te krijgen, groeien we naar één of meerdere kilometers kadeherstel per jaar.”

Voortdurend afstemmen

Elk project zal te maken krijgen met uitdagingen. Bomen, kabels, rioolbuizen die in de weg zitten, maar ook belangen van bewoners zien de heren als een uitdaging. De Vreese: “We moeten de sleutel vinden naar zo snel mogelijk bouwen met zo min mogelijk hinder. Dat vinden wij een leuke puzzel.” Klaver: “We hebben een vast team samengesteld met de juiste competenties en de nodige ervaring in de stad.” De Vreese: “Omgevingsmanagement is hierin heel dominant. De manier van communiceren met stakeholders is essentieel. Het vergt voortdurend afstemming zoeken.”

Stoer en gedurfd

Projectleider Martijn Groen schuift aan: hij is operationeel verantwoordelijk en heeft enorm veel zin om door te pakken. “Samenwerken, opschalen, seriematig werken: het is al genoemd, maar dit is waar wij goed in zijn. We delen graag onze kennis met de SOK-partners. Langdurig met elkaar samenwerken vergt openheid en de wil om samen kennis te ontwikkelen en delen.” Groen is blij dat de gemeente voor één grote aanbesteding heeft gekozen. “Ik vind het stoer en gedurfd. Zo creëer je rust in de organisatie en kunnen we al onze tijd en energie steken in de voorbereiding en uitvoering. Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat de uitvoeringsduur buiten zo kort mogelijk is en zo min mogelijk hinder oplevert.”

De Vreese bevestigt dit: “De gemeente heeft het lef gehad voor deze bijzondere uitvraag, nu is het aan ons om door te pakken. Een optimaal eindresultaat bereiken we door samen stap voor stap richting een ideaal werkproces te komen. Dat is de sleutel tot succes.” <

‘Een optimaal eindresultaat bereiken we door samen stap voor stap richting een ideaal werkproces te komen. Dat is de sleutel tot succes’

This article is from: