7 minute read
De gaswinlocatie in originele staat teruggeven aan de landeigenaar is het voornaamste doel’
In 2022 en 2023 heeft Kijk op het Noorden meerdere artikelen gepubliceerd waarin te lezen was hoe de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) nauw samenwerkt met diverse partijen in het ontmantelen van prodcutielocaties. In deze publicatie zoomen we in op de samenwerking die NAM recent is aangegaan met Arcadis en WellGear, voor het opruimen van ongeveer 350 voormalige productielocaties in Nederland. Deze locaties tellen samen circa 800 voormalige productieputten. Daarnaast wordt er nog ongeveer 1700 kilometer aan transportleidingen opgeruimd. Een programma dat naar verwachting tussen de 10 en 15 jaar in beslag zal nemen.
Peter Meier (Transformation Manager NAM), Harry Venema (director decommissioning & redevelopment bij WellGear) en Bernt Bouwmeester (program director bij Arcadis) zijn trots op het feit dat na een voorbereiding van vijftien maanden de handtekeningen zijn gezet onder het contract dat voor de ontmanteling van alle onshore locaties van NAM moet zorgen. “Sinds april 2022 hebben we hard gewerkt aan de nieuwe samenwerkingsstrategie, waarbij Harry vanuit WellGear en Bernt vanuit Arcadis contractverantwoordelijkheid hebben”, begint Meier. Vanaf het moment dat in 2018 het historisch besluit werd genomen dat het Groninger gasveld dicht moest, sloot NAM losse contracten af voor het ontmantelen van de locaties (bovengronds) en het definitief sluiten en opruimen van de voormalige productieputten (ondergronds), zowel in Groningen als daarbuiten. Venema daarover:
v.l.n.r. Peter Meier, Harry Venema en Bernt Bouwmeester.
In 2019 zat WellGear in een consortium dat als opdracht het definitief afsluiten van tachtig putten had. Arcadis sloot op haar beurt een overeenkomst met NAM over het ontmantelen van vijfentwintig voormalige productielocaties.”
Meier: “In die periode en de jaren erna zijn we gaan nadenken over het samenvoegen van de onder- en bovengrondse werkzaamheden, met als doel de werkzaamheden integraal zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Daar is een uniek programma uitgekomen.” Bouwmeester beaamt dat: “We werken volgens co-creatie, waarbij alle partijen invloed hebben op het proces en het resultaat ervan. Dat vraagt uiteraard wel om een andere mindset en een andere manier van werken.”
Rijdende trein
De samenwerking tussen de drie bedrijven is te omschrijven als een relationeel contract en is opgezet conform een bewezen formule van de Universiteit van Tennessee. Meier: “De methode heet VESTED, waarbij betrokken partijen zich op basis van gelijkwaardigheid committeren aan elkaars succes. Deze aanpak heeft NAM in 2022 getest in de markt. In de opvolgende gesprekken die tussen NAM, Arcadis en WellGear hebben plaatsgevonden hebben we het vertrouwen in elkaar uitgesproken.” Het gewenste resultaat van deze manier van samenwerken, intern bekend onder de naam SITURN, is dat de voormalige productielocaties in de afgesproken staat worden teruggegeven aan de landeigenaar. Bouwmeester: “Het contract heeft een looptijd van tien tot vijftien jaar en is flexibel van aard. Waar we in de eerste fase van de samenwerking nog wel eens op elkaar zaten te wachten, omdat planningen niet goed op elkaar waren afgestemd, beogen we nu alle werkzaamheden zo op elkaar af te stemmen dat de ontmantelingstrein blijft rijden en niet tot stilstand komt. Stilstaan is niet efficiënt, vervelend voor de omgeving en kost geld. Net als het contract is het einddoel flexibel. Want de wereld verandert, niet alleen qua technieken en innovaties, maar ook op het gebied van wet- en regelgeving.” Gezien de omvang van het programma, is de metafoor met de rijdende trein treffend. Venema: “Ons totale werk bestaat eigenlijk uit allemaal wagonnetjes. De verschillende werkzaamheden zijn aan elkaar gekoppeld in onze ‘ontmantelingstrein’. Er moet meer snelheid in deze trein komen, want in het oude tempo zouden we in totaal dertig jaar met het programma bezig zijn. Inmiddels hebben we tien tot vijftien jaar in gedachten. Om dit te kunnen realiseren moeten we op tijd onderzoek doen, op tijd de vergunning georganiseerd hebben, op tijd de engineering van onze werkzaamheden gedaan hebben, verbeterde werkwijzen implementeren, et cetera. Stilstaan is geen optie.”
Van gas winnen naar het opruimen van de locaties
Door het sluiten van het Groningerveld, maar ook door het beëindigen van de productie uit diverse kleine velden in Nederland, is het opruimen van voormalige productielocaties een grote opgave. “De locaties worden de komende jaren opgeruimd en het voornaamste doel hierbij is dat we de locaties, lees de grond, in originele staat teruggeven aan de landeigenaar”, gaat Meier verder. “Maar dat heeft nogal wat voeten in de aarde. Op dit moment rekenen we nog met een doorlooptijd van het volledige opruimproces van circa vijf jaar. Met onze nieuwe samenwerking gaan we proberen dit in te korten naar twee jaar.” Bouwmeester: “Alleen de industriële reiniging kan zomaar drie maanden duren. Voor het slopen van de installaties rekenen we anderhalve maand tot twee maanden en voor het dichten van één productieput zijn we zo maar tien tot twintig dagen kwijt. Verder heb je te maken met voorwerk, onderzoeken, vergunningen, wet- en regelgeving en nazorg. Er komt veel bij kijken.”
Uitdagingen
Op de vraag wat in 2024 de grootste uitdagingen worden, zijn de heren vrij unaniem. Venema: “De afgelopen jaren hebben we ontzettend veel geleerd. Vanuit daar is een vernieuwde samenwerking en SITURN ontstaan. Hetgeen we binnen SITURN met elkaar hebben afgesproken dient nu gerealiseerd te worden. Op papier zaken met elkaar afspreken is één. Nu komt het erop aan dat we de beschreven intenties in de praktijk waarmaken en onze ambities realiseren.” Bouwmeester: “De mindset binnen de nieuwe samenwerking is anders. Vanuit Arcadis zijn we 75 jaar leverancier van NAM geweest en nu zijn we partner. Dat vraagt om verandering in houding en gedrag, van iedereen in het partnership. Verder is het essentieel dat we niet vanuit een ivoren toren werken, maar juist regionaal verbinding zoeken.” Venema is het daarmee eens. “We hebben nog een lange weg te gaan. We verbeteren en innoveren continu, maar hebben de marktpartijen en de regio waarin we werkzaam zijn hard nodig om de werkzaamheden op een correcte en efficiënte wijze uit te voeren. Het betekent tevens dat de drie partners en hopelijk ook lokale marktpartijen in dit programma gaan investeren. Zo gaat WellGear aan de A28 in Assen een nieuw kantoor met circa 200 werkplekken en een grote technische ruimte bouwen: het ‘D&R Technology Center’.”
Lokale partners
Het drietal werkt in het programma het liefst samen met regionale partijen. Meier daarover: “Lokale betrokkenheid is voor ons essentieel. Het flexibele contract maakt mogelijk dat we binnen het programma keuzes kunnen maken qua leveranciers. Met lokaal bedoelen we de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, al hebben we bijvoorbeeld ook locaties in Zuid-Holland. Als we daar aan de slag gaan, focussen we ons op partners uit die omgeving.” Venema aanvullend: “We dagen bedrijven uit de regio uit met ons mee te denken én mee te groeien in dit ontmantelingsprogramma. Er zijn nog voldoende uitdagingen in het programma, zoals het elektrificeren - zonder uitstoot CO2 en/of stikstof - van onze werkzaamheden, het doorontwikkelen dan wel innoveren van onze technieken en het gestroomlijnder laten lopen van de werkzaamheden. Wat dat betreft komen we graag in contact met bij voorkeur regionale bedrijven die ideeën hebben over de ontmanteling en/of herontwikkeling en hierdoor meerwaarde kunnen creëren binnen dit meerjarenprogramma.”
Hergebruik van materialen en herontwikkeling van terreinen Bijna alle gronden die in gebruik zijn voor productielocaties en transportleidingen zijn gehuurd. Op basis van de contracten geldt dat de gronden in overleg met de eigenaar veelal in originele staat worden opgeleverd. Dit is de basis. Venema: “We zien echter dat er op sommige plaatsen initiatieven ontstaan voor hergebruik van vrijkomende materialen, zoals stalen buisleidingen, elektrische aansluitingen en funderingsmateriaal. Of herontwikkeling van terreinen die bijvoorbeeld passen binnen de gewenste energietransitie en daardoor een bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling van de regio. Wanneer de grondeigenaar aan een dergelijk initiatief mee wil werken en wanneer het initiatief draagvlak heeft in de omgeving, denken we graag mee in hoe we elkaar hierbij kunnen helpen.” <