2 minute read

Toekomstbestendige maakindustrie

De VMO (Verenigde Maakindustrie Oost) staat al jarenlang voor het versterken van de maakindustrie van Oost-Nederland door samen te werken en gezamenlijk synergie te bereiken. “Dit is belangrijker dan ooit gezien de impact van corona en een aantal grote transities”, aldus VMOvoorzitter Lucien Perizonius.

Toen vorig jaar corona uitbrak, was er in eerste instantie stagnatie en bij een redelijk aantal bedrijven enige mate van paniek. Voor bijna alle bedrijven betekende corona op dat moment grote onzekerheid. Perizonius: “Door adequaat ingrijpen door de overheid en door goede communicatie, mede vanuit de VMO, was er een redelijk snel herstel van het vertrouwen in de toekomst. Nu terugkijkende kunnen we constateren dat de maakindustrie zich zeer snel weer hervonden heeft en dat veel bedrijven toch een redelijk jaar 2020 hebben gehad.”

VMO is nadrukkelijk (en succesvol) bezig geweest, met:

• Snel in contact te treden met leden en ze bij te staan met raad en daad. • Het belang van digitale media te benadrukken en middels cursussen de bedrijven te leren hoe meer succesvol te zijn met sociale media. • Webinars gericht op: ‘hoe kan ik mijn verkoop een impuls geven in coronatijd?’.

“Deze acties werden zeer positief gewaardeerd”, aldus de voorzitter.

Digitalisering, energietransitie en tekort aan personeel

Perizonius vertelt: “We staan voor grote transities, zoals digitalisering, energie en circulariteit. Als VMO helpen we onze leden een weg te vinden in de huidige complexe wereld, zodat onze leden kunnen anticiperen op de toekomst en klaar zijn voor de grote transities waarvoor we staan.” Een complicerende factor is het tekort aan goed opgeleid technisch personeel, ziet VMO. “Helaas kiezen nog steeds te weinig jongeren voor techniek. Tevens helpt de demografie, door het kleinere aantal jongeren, hierbij ook niet. Dat betekent dat we extra aandacht zullen moeten geven aan het zittende personeelsbestand, door middel van het bijscholen en het leven lang ontwikkelen (LLO). Hiermee moeten we zien te bereiken dat:

1. Het personeel mee blijft ontwikkelen met de snelle technologische vooruitgang. Dit wordt nog belangrijker doordat we het personeel langer nodig hebben, vanwege de tekorten en de opgeschoven pensioenleeftijd. 2. Een ander belangrijk doel van het opleiden van medewerkers is om samen met innovaties te zorgen dat we met hetzelfde aantal personeelsleden meer werk kunnen verzetten.

Het investeren in eigen personeel zal een cruciale factor zijn voor bedrijven om toekomstbestendig te kunnen zijn.”

Goede infrastructuur

Voor een sterke maakindustrie is een goede infrastructuur nodig. Perizonius: Hiervoor werken we samen met (en hebben we invloed in) veel organisaties, zoals Oost NL, Metaalunie, VNO-NCW, MKB Nederland, Kennispoort, Novel-T, Go4Export, BOOST, Trade office, Techwise en STO (Sterk Techniek Onderwijs).” Steeds vaker behartigt de VMO de belangen van de maakindustrie ook op bestuurlijk niveau. “We hadden al goede contacten met de Provincie Overijssel, maar hebben ondertussen ook invloed in de Twente Board, door middel van een Advisory Board van ondernemers en de Economic Board Regio Zwolle, door middel van een positie als Board-lid.”

De doelstelling hierbij is door nauwe samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid te zorgen voor een goede (kennis) infrastructuur, zodat de maakindustrie op het gebied van digitalisering en energietransitie tot de winnaars behoort. <

VMO-voorzitter Lucien Perizonius.

This article is from: