Vaarroute Oost-West VL & Nord pas de Calais

Page 1

TOCHTVERSLAG VAARROUTE “RUSTIG GENIETEN” Zondag 22/05/2005 (Port Zélande – Wemeldinge) Het is ongeveer 16 u 00 als we vertrekken vanuit onze thuishaven Port Zélande (Grevelingenmeer) richting Wemeldinge. We hebben speciaal wat langer gewacht om te vertrekken zodat we de drukte aan de Grevelingensluis ontlopen. Rond 17 u 30 arriveren we aan de sluis die net opengaat als we aan komen varen. De drukte valt op dit uur best mee, althans in deze richting want aan de andere kant is het voor velen weer zoeken naar een plaatsje aan de wachtsteiger. De Grevelingensluis in Bruinisse (zie foto hiernaast) is nog altijd de enige toegangsweg naar het Grevelingenmeer en dat zorgt soms voor lange wachttijden die op hun beurt gepaard gaan met de nodige scheldpartijen tussen de schippers onderling. Na het verlaten van de sluis varen we verder over de Oosterschelde richting Wemeldinge. Het is mooi weer dus we doen het rustig aan en varen aan een snelheid van 7 knopen per uur. Rond 20 u 00 komen we aan in de jachthaven en begeven we ons naar de door de havenmeester aangewezen plaats. De jachthaven in Wemeldinge (zie foto hiernaast) is voorzien van alle nodige faciliteiten en in het kleine gezellige dorpje kan je lekker gaan eten. Er is ook een restaurant/brasserie (Bom Dia) in de jachthaven, maar ondanks de prima reputatie hiervan verkiezen wij een dineetje in het dorp bij restaurant “De Oude Sluis” dat gelegen is op 5 minuutjes wandelen van de jachthaven in de Wilhelminastraat 82. Het eten en de bediening was hier fantastisch en wij vonden dit het beste restaurant op onze hele vaartocht, ongetwijfeld een aanrader.

Maandag 23/05/2005 (Wemeldinge – Gent) We staan lekker vroeg op en vertrekken rond 8 u 00. Na het verlaten van de jachthaven varen we iets verder het kanaal door Zuid-Beveland in richting Hansweert. Dit kanaal wordt vooral gebruikt door de beroepsvaart en heeft dan ook weinig of geen toeristische waarde. Voor we het kanaal invaren melden we ons even bij de verkeerspost Wemeldinge op kanaal 68. Dit is niet verplicht maar wel aangeraden. Na een klein uurtje varen komen we bij het sluizencomplex van Hansweert waar we ons aanmelden via de marifoon. Hier is het aanmelden sowieso verplicht en krijg je via de marifoon of luidsprekers een plaats in de sluis toegewezen. We hebben geluk want we kunnen onmiddellijk binnenvaren. Eén van de sluizen is immers defect en dat zou een vertraging opgeleverd kunnen hebben. Rond 9 u 15 verlaten we de sluis en varen we de Westerschelde op. Ook op de Westerschelde, die verdeeld is in verschillende blokken bestaat een meldplicht voor alle jachten uitgerust met marifoon. Het water ligt er vrij rustig bij en we maken dan ook gebruik van de speciaal voor de recreatievaart aangebrachte betonning om de grote vrachtschepen op geen enkele wijze te hinderen.


Rond 11 u 00 komen we aan bij het sluizencomplex van Terneuzen (foto hiernaast uit archief RIKZ). De recreatievaart dient hier gebruik te maken van de Oostsluis. Ook hier melden we ons via de marifoon en kunnen we nog net mee met enkele beroepsschepen. Omdat we bij alle sluizen al zoveel geluk hebben gehad lopen we wat voor op schema maar dat is altijd beter dan vertraging op te lopen natuurlijk. We verlaten de sluis en begeven ons op het 32 kilometer lange kanaal Gent-Terneuzen. We laten de beroepsvaart wat uitlopen want aan beide zijden van het kanaal zijn er geen natuurlijke oevers maar rechtopstaande wanden waardoor de steeds terugkerende golven van de schepen voor ons het varen niet echt aangenaam maken. Op het kanaal zelf is ook weinig te beleven door de vele industrie die hier aanwezig is. Af en toe hebben we een neusknijper nodig omdat de geur niet te harden is. We drijven onze snelheid dan maar op tot goed 8 knopen en varen rond 13 u 45 de Voorhaven van Gent in. Iets voor de Meulestedebrug ligt dikwijls een bunkerschip waar U (rode) diesel kan tanken. Het is echter aangeraden vooraf even te bellen want hetzelfde bunkerschip verzorgt de bevoorrading van heel wat beroepsschippers. Iets verder komen we aan de Muidespoorbrug (1,20 m Hoog) waarvan de bedieningstijden vrij bizar in elkaar gestoken zijn. Zo is er, zelfs tijdens het vaarseizoen, geen bediening tussen 12 u 15 en 14 u 55 en zijn we dus genoodzaakt te wachten. Wachtsteigers zijn hier niet maar gelukkig ligt er een hotelschip afgemeerd waaraan we mogen aanleggen. Om 14 u 55 wordt de brug bediend (manueel) en varen we links onder de Muidebrug het Handelsdok in. Hier liggen heel wat oude beroepsschepen die nu als woonboot gebruikt worden, voor recreanten is hier (gelukkig) geen plaats voorzien. Iets verder moeten we een drietal vaste bruggen (3 m 90 hoog) en een openstaande sluis passeren. Het is hier tamelijk smal en om eventuele aanvaringen met tegenliggers te vermijden wordt het verkeer hier geregeld door signalisatielichten. Na de laatste brug zien we links de sinds 2005 geopende jachthaven Portus Ganda (zie foto hiernaast). Bovenop de steigers van de jachthaven, die niet echt geschikt zijn voor grotere jachten, is er meer dan voldoende plaats aan de kade. Je ligt daar dan wel niet veilig afgesloten maar de afsluiting van de jachthaven zelf stelt eigenlijk niets voor en kon beter achterwege gelaten worden. Het havenkantoor vindt U op de hoek van het zwembadcomplex. We blijven hier vier nachten liggen en zien tijdens ons verblijf slechts vier andere motorjachten aanleggen in de jachthaven. Dit heeft zeker niets te maken met de ontzettend vriendelijke havenmeester, maar wel met het feit dat de haven pas geopend is en nog niet bij het grote publiek gekend is. Je ligt hier ook niet knal in het centrum maar het is maar een kwartiertje wandelen tot de Veldstraat, de bekendste winkelstraat van Gent. In Gent is trouwens van alles te beleven en iedereen vindt hier zijn gading. Of je nu houdt van winkelen, lekker eten, kunst, cultuur of wat dan ook, Gent is absoluut een bezoek waard. Het is dan ook onbegonnen werk om alle bezienswaardigheden te vermelden, in plaats daarvan verwijs ik U hiervoor naar de website http://www.visitgent.be . Wijzelf zijn nogal gastronomisch aangelegd en hebben een voorkeur om ’s avonds uit eten te gaan. Zo kozen we onder andere voor een diner in de Brasserie het Pakhuis. Een heel gezellig kader met een restaurantgedeelte en afgescheiden leuke bar. Tijdens het seizoen zijn de oesters hier een aanrader.


Een andere dag besloten we in het restaurantgedeelte (foto rechtsboven) van Cafe Theatre een dineetje te wagen nadat we overdag al eens een drankje in de gezellige bar (foto rechtsonder) hadden genuttigd.

De bezoekers hier zijn ietwat eigenzinnig maar iedereen die iet of wat betekent brengt hier geregeld een bezoekje. Het restaurant is gekend voor een uitstekende “Steak Tartare”, en ik kan dit na het verorberen ervan enkel beamen.

Vrijdag 27/05/2005 (Gent – Menen) We vertrekken ’s ochtends heel vroeg want langs de ringvaart maar verkiezen door de binnenstad te varen via de Visserij. Hiervoor moeten een aantal bruggen en een sluis bediend worden waarvoor U de bediening minstens de dag ervoor dient aan te vragen (+32 477 581804). We passeren de Slachthuisbrug (5,20 m DVH), de Lousbergbrug (1,00 m DVH) en vervolgens de Visserijkombrug (5,20 m DVH). Na de brug slaan we onmiddellijk rechts af en zie je de Keizerpoortbrug (3,9 m DVH) en de Brusselsepoortsluis (zie foto).

Na het verlaten van de sluis passeert U (in het midden !) onder de nieuwe Lievenspoortbrug, vervolgens krijgt U de Stropbrug en de brug van de autosnelweg waarna U de oude Schelde-arm links afslaat. Nadat U onder een spoorbrug bent gevaren ziet U iets verder de VZW Yachting Merelbeke (zie foto rechts) gevolgd door de openstaande E3-sluis. Voorbij de sluis heeft U nog de Nieuwe Scheldebrug waarna U onmiddellijk rechts de Ringvaart opvaart. Hierna passeert U een zestal bruggen (6,5 m DVH) waarna U links de Oude Leie opvaart. Dit staat trouwens ook zeer goed aangegeven.


Wat nu volgt is één van de mooiste stukjes vaarwater in de Benelux. U zal doorheen de gekende villawijken van SintDenijs-Westrem en Sint-Martens-Latem varen maar het water is hier uiterst kronkelend met veel blinde bochten en de kapitein zal zijn stuurmanskunst moeten tonen. Om ongevallen te voorkomen is het voor grotere jachten aangeraden deze vaarweg niet in het weekend te nemen omdat het dan best druk kan zijn. Zes kilometer na het opvaren van de Oude Leie vaart U onder de autosnelweg E40, in Sint-Martens-Leerne is ook een brug (DVH > 5,0 m).

In Bachte-Maria-Leerne vindt U het kasteel Ooidonk, gelegen in een uitgestrekt bos. Dit kasteel uit de 16e eeuw is één van de mooiste monumentale gebouwen van Europa.

In Astene vaart U door de openstaande sluis met bovenliggende beweegbare brug (2,5 m DVH) – zie foto hiernaast.

Deze sluis is ondertussen een beschermd monument. In het oud Sashuis is de evolutie over de scheepvaart in de streek tentoongesteld.

Op de Oude Leie zijn heel wat privé-aanlegsteigers waaraan U uiteraard niet mag aanmeren. Ook zal U enkele gerenommeerde restaurants passeren waarvan sommige een eigen aanlegsteiger hebben waar U (na in het restaurant te dineren) mag overnachten. Eén de meest aangename naar onze mening is Restaurant Orangerie in Deurle (SintMartens-Latem).


Net voor Deinze vaart U onder enkele fabrieksleidingen en een vaste brug waarna U in het centrum een beweegbare brug (2,7 m DVH) voorbij moet. Hierna heeft U nog één vaste brug vooraleer U de Deinze Yacht Club tegenkomt waar we even aanleggen. Het is nu 12 u 00 en we nemen even de tijd voor een hapje. Rond 13 u 00 varen we verder en gaan we links de Leie op. Tot in Merville (Frankrijk) hebben we geen beweegbare bruggen meer. Tot net voor Kortrijk zijn alle vaste bruggen minimum 5,0 m hoog. De eerste sluis op de Leie komen we tegen in Sint-Baafs-Vijve waar alles vlot verloopt. Net voorbij de sluis ziet U aan de linkerzijde de Waregem Yacht Club (foto rechts) in de oude arm waar U goede aanlegmogelijkheden en voorzieningen heeft. Het dorp is echter te ver weg om te voet naar toe te gaan. Het is nu 15 u 00 en we komen aan bij Sluis Harelbeke. Net zoals bij de andere sluizen melden we ons aan via de marifoon en verloopt alles vlekkeloos. Eén kilometer voorbij de sluis vindt U de Kuurnse WV waar de aanlegplaatsen er niet echt fantastisch uitzien en waar het zeer onrustig liggen is omdat de jachthaven in een snelvaartzone gelegen is. Ter hoogte van Kortrijk zien we aan onze bakboordzijde de sluis naar het Kanaal BossuitKortrijk. Nu volgen een aantal vaste bruggen waarvan de laagste slechts 4 m 40 hoog is. We hebben de pech dat op dit vrij smalle en bochtige water, waarvan de doorvaart op afstand geregeld wordt, een beroepsschipper voor ons vaart waardoor ons schip wat moeilijker te besturen is.

Net voorbij de Reepbrug ziet U aan de linkerzijde in een oude Leie-arm een degelijke aanlegmogelijkheid die slechts op 500 m wandelen van het centrum van Kortrijk gelegen is. Veel plaats is er niet dus tijdig aankomen is de boodschap. Wij vervolgen onze weg en arriveren om 17 u 00 in Menen waar een jachthaven is op het grondgebied Halluin. We varen de haven binnen en merken vrijwel onmiddellijk dat er niet voldoende diepgang is aangezien rondom het schip zand naar boven wordt gestuwd. We varen achteruit en besluiten aan de kaai rechtover de jachthaven aan te leggen. We liggen hier voor wat beroepsschepen maar die lijken de eerstkomende dagen niet te gaan bewegen. Het is snikheet en nadat we wat inkopen in het dorp blijven we tot ’s avonds laat buiten op het schip genieten van de rust.


Zaterdag 28/05/2005 (Menen – Saint Venant) Het is 9 u 00 als we onze ligplaats in de oude Leie-arm verlaten. We draaien rechts de Leie op en vervolgen onze vaarroute. Van Menen tot Armentières bevindt de Belgisch-Franse grens zich in het midden van het vaarwater. De eerstvolgende sluizen in Menen en Comines liggen aan stuurboordzijde van het vaarwater en worden dus nog door de Belgische overheid bemand. Het schutten in deze sluizen gaat overigens tamelijk vlot en aangezien er ook niet echt veel beroepsvaart op de Leie is zijn de wachttijden hier meestal beperkt.

Zes kilometer voorbij de sluis gaan wij rechtsaf om de Leie te verder af te varen. Wie naar Parijs wil vaart hier rechtdoor het Canal de la Deûle op. De Leie krijgt nu opnieuw zijn gezellige landelijke karakter terug, en beroepsvaart is hier zo goed als onbestaande. Omstreeks 11 u 43 komen we aan bij de sluis in Armentières (zie foto rechts). Volgens onze informatie zou deze tot 12 u 00 moeten werken, maar de sluiswachter is blijkbaar wat sneller aan zijn middagpauze begonnen. We wachten dan maar tot na de middag (13 u 00) en kopen hier het nodige “Vignette Plaisance”. We kiezen voor de formule vacances waarmee we 14 dagen lang de Franse binnenwateren mogen bevaren. Klik op de link om het PDFbestand met de tarieven van 2006 te openen. Bovenop een hele hoop gratis informatie van de streek langsheen de Leie en de overige vaarwateren in Nord-Pas-de-Calais, krijgen we ook een afstandsbediening overhandigd waarmee we de volgende sluis kunnen bedienen. De bedieningswijze wordt door de sluiswachter rustig en duidelijk uitgelegd. Na een uurtje varen komen we aan bij sluis 5 (Bac Saint Maur) dat slechts 5,18 m breed is en minder dan 40 meter lang is. Tot onze verbazing ligt bij aankomst reeds een sloep in de sluis te wachten terwijl de sluisdeuren nog openstaan. Na enig heen en weer geroep blijkt de afstandsbediening van de sluis niet te werken waardoor we telefonisch contact opnemen met het nummer dat duidelijk op een bord aangegeven staat. In afwachting van een sluiswachter besluiten we ons in de sluis vast te maken. Na een half uurtje komt de sluiswachter aan en het euvel is op enkele minuten verholpen zodat we zelfs nog voor 15 u 00 de sluis verlaten.

Vandaag is het trouwens goed weer en dat is welgekomen want niet alleen moet onze radarbeugel omlaag, ook de cabriokap moet gedemonteerd worden aangezien vele bruggen in Frankrijk slechts 3,5 m doorvaarthoogte hebben. Net genoeg voor ons schip de Summer Breeze dat nu ongeveer 3,4 m boven het waterniveau uitsteekt.


De Leie wordt nu vrij smal maar we zien verschillende mooie landschappen op korte tijd waarvan we met dit weer echt kunnen genieten. Het water is hier uiterst ondiep (1,8 m), en in combinatie met het niet al te brede vaarwater heeft dat tot gevolg dat het water aan de oevers helemaal weggezogen wordt. We varen bijgevolg slechts 3 knopen om schade aan de oevers te vermijden.

Onderweg zien we een aantal goede aanlegplaatsen. Zo is er aan bakboordzijde een rustig gelegen ruime drijvende steiger in Sailly sur la Lys, ter hoogte van de brug (pont de Sailly). Ook ter hoogte van Estaires vinden we aan stuurboordzijde een drijvende steiger, doch hier zijn geen voorzieningen. Omstreeks 15 u 50 zijn we bij sluis 4 in Merville (foto op volgende bladzijde) waar dezelfde sluiswachter die ons een uurtje geleden uit de nood kwam helpen, ons reeds staat op te wachten om de brug en de sluis te bedienen. De bediening van deze sluis is nog volledig manueel. Net voor de sluis, ter hoogte van de oude Leie-arm, worden we onaangenaam verrast. Plots voelen we dat onze beide schroeven de grond raken hetgeen meestal erger voelt dan het is maar het blijft een ongelooflijk vervelende ervaring. Gedurende een dertigtal meter is er duidelijk een probleem met de diepte die minimum 1,8 m zou moeten zijn. Ons schip is momenteel vrij zwaar geladen maar heeft een maximale diepgang van 1,3 m, nog ruim een halve meter over zou je denken ! Oorspronkelijk hadden we gepland om aan te leggen in Merville, net voorbij de sluis. De sluiswachter weet ons echter te vertellen dat de pontons reeds geruime tijd zijn weggehaald en dat er geen plannen zijn om deze terug te installeren. Onze planning valt dus in het water. De volgende sluis is in Saint Venant maar daar kunnen we nooit meer op tijd voorbij want de bediening stopt om 16 u 30 terwijl het van hieruit nog een klein uurtje varen is. Op de kaart vinden we geen aanlegplaatsen meer tot aan de volgende sluis maar de sluiswachter verzekerd ons dat er voldoende aanlegmogelijkheden zijn voor de sluis in Saint Venant.

Vol vertrouwen varen we verder richting Saint Venant. Het vaarwater is hier uiterst recht gedurende een zestal kilometer waardoor ons zicht het komende uur weinig of niets veranderd. Om de tijd te doden nemen we dan maar een fotootje (rechts).


Iets voor Saint-Venant zien we dit klein kasteeltje aan stuurboord (foto links), niet veel bijzonders maar na het saaie vaargedeelte van daarnet vinden we alles boeiend. We varen tot aan de sluis maar zien geen enkele aanlegmogelijkheid. We trachtten de sluiswachter nog telefonisch te bereiken maar die neemt (wijselijk ?) niet meer op, misschien omdat hij ons herkent door het Belgisch GSM-nummer op z’n scherm. Terwijl we wat liggen te dobberen en te overleggen over wat we gaan doen lijkt het hele dorp zich ter hoogte van de sluis te verzamelen. We besluiten een stukje achteruit te varen (draaien gaat hier niet vanwege het te smalle vaarwater) om een plaatsje tegen de oever te zoeken. Niet alleen is het niet makkelijk een plaatsje zonder brandnetels, vissers en afvoerpijpen te vinden, als toemaatje worden we langsheen de weg gevolgd door de hele meute die van op de sluis aan het toekijken was. Gelukkig zien we de groep mensen minderen hoe verder we achteruit varen. Uiteindelijk varen we ruim driehonderd meter achteruit en blijven slechts een dertigtal kijklustigen toekijken hetgeen voor ons toch iets minder dreigend over komt. Voorzichtig laten we de boot naar de kant drijven want het water is hier uiterst ondiep aan de oevers. We voelen dat de romp van de boot op de bodem ligt maar we liggen net dicht genoeg bij de oever. Met behulp van wat pinnen leggen we ons vast. Een half uurtje later, rond 17 u 15, zijn alle kijklustigen verdwenen en kunnen we onze dag met een lekkere zelf gemaakte maaltijd afsluiten. Zondag 29/05/2005 (Saint Venant – Arques) Vandaag staan we nog maar eens lekker vroeg op want het weerbericht van gisteren voorspelde niet veel goeds voor deze namiddag. Om 8 u 30 bellen we naar het opgegeven nummer voor de sluisbediening en een kwartiertje later kunnen we binnenvaren in sluis 3 (Saint Venant). Het is dezelfde sluiswachter die ons gisteren beloofde dat hier plaats voldoende zou zijn. Ik besluit, nog altijd licht geërgerd, mijn ongenoegen niet te uitten want misschien moet de volgende sluis ook door hem bediend worden. Bij het buitenvaren van de sluis verteld de sluiswachter ons dat een andere ploeg ons aan de volgende sluis zal opwachten. Jammer dat hij zolang wachtte om dit te vertellen, aan de andere kant misschien maar goed ook. Rond 9 u 45 komen we bij sluis 2 (Cense à Witz) waar nog niemand te bekennen is. Gelukkig kan je hier net voor de sluis aanleggen. Deze sluis (zie foto) heeft volgens mij ook betere tijden beleefd in een ver verleden. Rond 10 u 00 is de mobiele ploeg (twee man sterk) aanwezig, en zoals de staat van deze sluis laat vermoeden is de bediening ervan niet echt makkelijk uit te voeren. We varen verder tot aan sluis 1 (Fort Gassion) waar de mobiele ploeg ons opwacht. Ook de sluiswachter van de eerdere sluizen heeft zich bij dit gezelschap gevoegd. Ondertussen begint het flink te regenen en omdat we nog een lage brug moeten passeren hebben we deze morgen opnieuw de radarbeugel neergelegd en cabriokap gedemonteerd. We hebben dus geen bescherming en zitten dus in de regen. Als nadien blijkt dat de brug hoog genoeg is om de cabriokap te laten staan voelen we ons een beetje belachelijk maar dit is nu eenmaal een gevolg van de beperkte informatie die beschikbaar is. De ons bekende vaarkaarten en vaargidsen vermelden immers enkel de laagste doorvaarthoogte van een bepaald traject of vaarwater waardoor je de juiste hoogtes van de


bruggen afzonderlijk niet kent. Ook ons softwarepakket PC-Navigo vermeld niet altijd de juiste hoogte en kiest soms voor de laagste doorvaarthoogte van het traject. Omstreeks 10 u 45 varen we sluis Fort Gassion uit (zie foto links) en komen we op de Liaison au grand gabarit de Dunkerque – L’Escaut. We varen hier rechts richting Duinkerke. Deze vaarweg heeft een totale lengte van 189 km en is speciaal geschikt voor de beroepsvaart die we tijdens onze tocht weinig of niet aantreffen. De laagste doorvaarthoogte op dit kanaal, met bijna uitsluitend vaste bruggen, is 4 m 50. De vaarweg zelf is een echt kanaal en bestaat dus hoofdzakelijk uit lange rechte stukken waardoor het snel begint te vervelen ook al varen we hoofdzakelijk doorheen groene landschappen. Door de breedte van het kanaal biedt het niet echt een charmant gevoel. Echte industrie is er trouwens pas vanaf net voor Duinkerke waar het landelijke karakter van dit kanaal verloren gaat. Omstreek 12 u 00 komen we aan bij de nieuwe sluis “Les Fontinettes”. Vlak voor de sluis zijn aan beide zijden voldoende aanlegmogelijkheden. Het verval van deze sluis is meer dan 13 meter en het geheel is zowel bij aankomst (zie foto hieronder) als bij uitvaart echt imposant. We melden ons aan via de marifoon en de bediening verloopt uiterst vlot.

De sluis heeft drijvende bolders en op minder dan 10 minuten is de volledige 13 meter overbrugd. Omstreeks 12 u 30 verlaten we de sluis al.

Ook aan de andere zijde is de sluis ronduit imponerend (zie foto hiernaast).


Indien U net zoals ons kiest om te overnachten in Arques, mag U absoluut niet vergeten een bezoek te brengen aan de oude scheepsliften van Fontinettes. Deze scheepslift werd (foto hiernaast) gebruikt van 1887 tot 1967 en is de enige scheepslift in Europa met deze 19e-eeuwse technologie. Bezoek is enkel mogelijk onder begeleiding en worden best vooraf aangevraagd. Twee kilometer na het verlaten van de sluis in Fontinettes hebben we “Ecluse Flandres” met een verval van bijna 4 m. Ook hier gebruiken we de marifoon en gebeurd de bediening uiterst vlot. Rond 13 u 15 varen we de jachthaven van Arques binnen. U vindt deze aan de stuurboordzijde. Voor de ingang van haven moeten we een brug onderdoor die lager is dan 3 m 80 hetgeen betekent dat we in de gietende regen de cabriokap moeten demonteren. In de haven (foto rechts) zelf lijkt op het eerste zicht geen plaats. Veel beweging is er ook niet. Van de havenmeester mogen we aan een ander schip aanleggen. Voor een jachthaven waar slechts twee schippers aanwezig zijn ligt het hier tamelijk vol. We liggen immers drie jachten dik. De havenmeester is uiterst vriendelijk en in het clubhuis van de jachthaven is heel wat informatie over de streek beschikbaar. Boodschappen doen kan in het dorp maar daar heb je wel een fiets voor nodig. Gezien het slechte weer, besluiten we rustig aan boord te blijven. Maandag 30/05/2005 (Arques - Dunkerque) Als we wakker worden is het weer nog altijd niet echt aangenaam. We besluiten dan maar om verder te varen naar Duinkerke en gooien de trossen los omstreeks 9 u 00. Het landschap langsheen het kanaal blijft onveranderd ten opzichte van gisteren.

Ter hoogte van kilometerpaal 121 gaan we rechts op de “Dérivation de la Colme”. Het is 10 u 30 als we aankomen bij “Ecluse Watten” en we krijgen hier het gezelschap van een drietal Nederlandse motorjachten. Na het binnenvaren gebiedt de sluiswachter via de marifoon iedereen om zich met de nodige documenten boven aan te melden. In Frankrijk is het gebruikelijk dat je bij elke


sluis de bootgegevens (lengte, breedte, tonnage), registratienummer, plaats van vertrek en plaats van bestemming opgeeft, maar tot op heden werden we nooit naar onze boorddocumenten gevraagd. Jammer genoeg verstaan de Nederlanders weinig of geen Frans, en vooraleer iedereen begrijpt over welke documenten het gaat is al gauw een kwartiertje verstreken. Ten gevolge van deze vertraging worden we bij het uitvaren door de wachtende beroepsschippers aan de benedenkant van de sluis begroet met een scheldpartij. Ons laat dit koud en de Nederlanders begrijpen niet eens wat gezegd wordt … gelukkig maar misschien. Ter hoogte van kilometer 136 komen we automatisch op het “Canal de Bourbourg” dat we vanaf nu blijven volgen. Twee kilometer verder verkiezen de Nederlanders links de “Dérivation de Mardyck” te volgen terwijl wij het “Canal de Bourbourg” verder afvaren. Om 13 u 30, net als de bediening hervat wordt, komen we aan ‘Ecluse Jeu de Mail”. Voorbij de sluis gaan we rechtsaf op het “Canal de Furnes”. Volgens onze vaargids zou hier drijvende aanlegsteiger moeten zijn. Die drijvende steigers zien we niet maar er zijn wel meer dan voldoende voorzieningen waar echter niet één schip aangemeerd ligt (zie foto rechts) . Een blik op de omgeving, die ons niet echt veilig lijkt, verklaart veel. We varen dan maar even terug en opteren om één van de vele jachthavens in de haven van Duinkerke op te zoeken. Hiervoor hadden we dus eigenlijk na de sluis eerst links en onmiddellijk daarna rechts moeten afslaan zodat we op het “Canal de L’Ile Jeanty’ terecht komen. Foto rechts : lange aanlegkade voor plezierjachten in Duinkerke op het “Canal de Furnes”. Vanaf de sluis gerekend is het maar vijf minuutjes varen totdat je aan de bruggen voor “Darse 1” toekomt. Achter deze bruggen zie je de sluisdeuren (zie foto rechts). We contacteren de haven en vragen een bediening die vrijwel onmiddellijk volgt. We varen de sluis uit en gaan iets verder onmiddellijk rechtsaf. De brug die we hiervoor voorbij moeten wordt snel bediend. Voorbij de brug zien we rechts de jachthaven “Bassin de la Marine”. Zelf verkiezen we verder te gaan naar de “Bassin du Commerce” waarvoor we onder de brug aan bakboordzijde varen. Ook deze wordt onmiddellijk bediend. Het is nu 14 u 30 en we zijn aangekomen in de overvolle jachthaven waar heel wat Belgen een vaste ligplaats hebben. Niet verwonderlijk dat zij, bij het zien van onze Belgische vlag, ons in het Nederlands begeleiden naar een beschikbare plaats. Er wordt ons ook verteld dat hier geen havenmeester aanwezig is en dat we voor een sleutel naar het “Bassin de la Marine” moeten. Foto hiernaast : Duinkerke Harbour.


De jachthaven ligt op wandelafstand van het centrum maar je moet wel een stukje omlopen hetgeen je kan vermijden door aan de overkant aan de niet afgesloten steigers aan te leggen. Wij verkiezen echter de beveiligde kant van de jachthaven en een goede wandeling gaan we trouwens niet uit de weg, zeker nu niet want met het weer gaat het terug de goede kant op.

In het “Bassin de Commerce” is ook het havenmuseum. We namen enkele foto’s van de tentoongestelde schepen.

Foto links : één van de oude vuurtorenboten van op de Noordzee ligt aan de kade van het havenmuseum.

’s Avonds wordt door een aangename zuiderse sfeer gecreëerd door de speciale verlichting in de jachthaven. (zie foto rechts). In Duinkerke is van alles te beleven en te bezoeken. Zo kan U in juli en augustus een bezoek brengen aan het Belfort gebouwd in de 15e eeuw en bijna 60 m hoog. In het museum van fijne kunsten vindt U dan weer schilderijen van Vlaamse, Nederlandse en Franse scholen uit de 14e tot 20e eeuw. In één van de galerijen van dit museum vindt U prachtige modelboten tentoongesteld. Voor meer informatie kan U best kijken op de officiële website van Duinkerke of op die van de toeristische dienst (Nederlandstalig). Dinsdag 31/05/2005 (Dunkerque – Veurne) We liggen mooi op schema en verkiezen bijgevolg om over de binnenwateren terug richting België te varen. We vertrekken om 7 u 30 en varen een stukje terug om zo het “Canal de Furnes” op te varen. Ter hoogte van het “Canal de Bourbourg” vragen we via de sluis “Jeu de Mail” de brugbediening aan van twee beweegbare bruggen verder op onze route. Rond 8 u 30 zijn we al bij de “Ecluse de Furnes” (foto links) die automatisch wordt bediend. De sluisdeuren gaan open en we varen binnen waarna we aan de een ketting (foto volgende pagina) trekken om aan te geven dat de sluisdeuren mogen gesloten worden.


Ecluse de Furnes aan de benedenkant (foto op vorige pagina) en aan de bovenkant (foto hieronderonder)

Een kwartiertje later zijn we al uit de sluis en varen we met een slakkengangetje het kanaal af. Vandaag zullen we welgeteld één ander schip zien dus kunnen we echt genieten van de rust.

Het “Canal de Furnes” is ruim 13 km lang tot aan de Frans-Belgische grens. Er is slechts één sluis maar er zijn tientallen bruggen, waarvan slechts twee beweegbaar. De laagste doorvaarthoogte is slechts 3 m 81. Voor ons net genoeg om de cabriokap te laten staan.

Dit kanaal, waarvan de aanleg in 1638 beëindigd is, ligt een aantal kilometer achter de kustlijn en is vrijwel onafgebroken rechtdoor. Het vaarwater is tamelijk smal hetgeen het landelijke karakter ervan benadrukt.

Het is 9 u 49 als we aankomen bij de eerste beweegbare “Pont de Zuydcoote” (foto links). We zijn een kwartiertje vroeger dan eerder afgesproken met de sluis. De brugwachter is zelf ook twintig minuten te laat waardoor we hier ruim een half uur lagen te wachten. Gelukkig is er een mogelijkheid om je vast te leggen door wat verkeersborden en vangrails als bolder te gebruiken.


Het is einde mei en alle dagen zien we tientallen eenden met hun nagelnieuwe kroost.

Twee kilometer verder hebben we de volgende beweegbare brug, de “Pont de Ghyvelde” die door dezelfde mobiele ploeg, en dus onmiddellijk, wordt bediend. Het is 10 u 45 als we aan de grens zijn en ons eigen landje terug binnenvaren.

Het Belgisch gedeelte van het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke is 19 km lang. Er is één sluis in Veurne ter hoogte van de monding met het Lo-kanaal, en één sluis op het einde van het kanaal in Nieuwpoort. De laagste vaste brug heeft een doorvaarthoogte van 4 m 20 en er zijn in totaal vijf beweegbare bruggen waarvan de eerste vier door de sluis in Veurne worden bediend, en de laatste door het sluizencomplex in Nieuwpoort.

Ook het Belgisch gedeelte van dit kanaal kent weinig bochten en is bijna onafgebroken rechtdoor.

Het landschap langsheen het kanaal is typisch WestVlaams. We varen doorheen landbouwgebied en af en toe is in de verte een dorpje te zien, herkenbaar door de kerktoren die er ver bovenuit steekt.


Omstreeks 11 u 30 komen we aan bij de Ieperdraaibrug die onmiddellijk vanop afstand vanuit de sluis wordt bediend. Iets verder is aan bakboordzijde een lange aanlegsteiger. Omdat deze al volledig gevuld is en de ligplaatsen in de jachthaven te klein zijn krijgen we een plaatsje langsheen de kade.

De sluiswachter is tegelijkertijd havenmeester en is uiterst vriendelijk. Alle nodig informatie kan je bij deze man verkrijgen. Zelden zagen we iemand zo enthousiast zijn beroep beoefenen. Aan de kade kan je elektriciteit gebruiken maar hiervoor heb je een kaartje nodig dat je enkel bij de toeristische dienst op de markt van Veurne kan aankopen. Ook de sluiswachter/havenmeester begrijpt niet waarom niet hij deze kaartjes kan verkopen. Het is tien minuutjes wandelen naar de markt en met dit mooie weer kunnen we tegelijkertijd een terrasje doen om een lekkere frisse Duvel te nuttigen.

De jachthaven van Veurne met de Summer Breeze aangemeerd aan de kade.

’s Avonds gaan we lekker ontspannen dineren in Grill De Vette Os in de Zuidstraat, amper 10 meter van de historische markt verwijderd. Het eten is hier van degelijke kwaliteit en het interieur is ronduit boeiend.

Veurne is een mooie stad en heeft heel wat te bieden. Met zijn tien landelijke deelgemeenten bezit Veurne ontelbare bezienswaardigheden. Vooral de bloeiperiode van de 17de eeuw heeft pareltjes nagelaten. Daarnaast vind je er merkwaardige dorps- en


Donderdag 02/06/05 (Veurne-Nieuwpoort) De vorige dag spraken we met de sluiswachter af om stipt om 8 u 00 te vertrekken. We zijn dan ook correct op de afspraak aan de Nieuwpoortsluis die vlakbij de jachthaven is gelegen. Nieuwpoortsluis denkt U ? Klopt, de sluis is Veurne noemt “Nieuwpoortsluis” en de sluis in Nieuwpoort noemt “Veurnesluis”. U begrijpt het niet ? Wij ook niet. Alles loopt zoals gepland en ook de twee bruggen voorbij de sluis worden vlot bediend.

Tussen Veurne en Nieuwpoort is het kanaal op zijn mooist.

Het is 9 u 45 als we aankomen in Nieuwpoort aan de Veurnesluis dat deel uitmaakt van het sluizencomplex Ganzepoot. Het is een getijsluis want aan de andere kant is er niet voldoende diepgang bij laagwater. Het is enkel mogelijk te schutten van drie uur voor tot drie uur na hoogwater. Uiteraard hebben we hiermee rekening gehouden en na een klein half uurtje wachten worden we geschut.


We varen richting Noordzee en leggen aan bij VVW Nieuwpoort in de Eurojachthaven, de grootste jachthaven van Noord-Europa met meer dan 1000 ligplaatsen. Geloof het of niet maar er is geen plaatsje voor ons beschikbaar terwijl het niet eens weekend is. Daarenboven is het pas juni, het hoogseizoen is dus nog niet eens begonnen. Na wat zeuren bij de havenmeester mogen we blijven liggen aan de meldsteiger. Gelukkig moeten we hier niet overnachten want er staat een flinke wind waardoor de golven flink wat lawaai maken aan het zwemplatform en het onderschip. In plaats daarvan nemen we iets verderop de kusttram naar Oostende waar we de trein opstappen huiswaarts om wat dingen te regelen. Foto rechts : beeld van de Eurojachthaven

Vrijdag 03/06/2005 (Nieuwpoort – Diksmuide) We worden met de auto terug naar Nieuwpoort gebracht. Vanochtend zijn we vroeg vertrokken want we moeten opnieuw voorbij het sluizencomplex Ganzepoot en moeten dus opnieuw rekening houden met het tij. We vertrekken spreken via de marifoon af met het sluizencomplex en vertrekken omstreeks 11 u 00. In de buurt van het sluizencomplex staat heel wat gedenktekens. Indien U interresse hebt in de eerste wereldoorlog loont een bezoek hieraan zeker de moeite. Hiernaast ziet U het grootste monument dat voor Koning Albert I werd gebouwd in 1937-1938.

Op deze satellietfoto is het sluizencomplex met rode pijl aangegeven. Links van het complex vaart U richting Noordzee langsheen de jachthavens. Aan de onderzijde van de foto ziet U het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke, rechtsboven het begin van het kanaal Nieuwpoort-Plassendale en rechts in het midden het begin van de Ijzer, waarvan de sluis niet meer gebruikt wordt (zie verder).


We gaan de Gravensluis in om zo via het kanaal NieuwpoortPlassendale en de sluis St.-Joris toegang te krijgen naar de Ijzer. De sluis die rechtstreeks toegang geeft naar de Ijzer wordt niet meer gebruikt waardoor we genoodzaakt zijn deze kleine omweg te maken. Na een half uurtje later zijn we de Gravensluis voorbij en varen nog geen kilometer verder de imposante guillotinesluis St.-Joris in. Net voorbij deze sluis is de jachthaven VVW Westhoek gelegen. Indien U niet van plan bent om via de Noordzee te varen is dit eigenlijk de aangewezen jachthaven om te overnachten. Alle faciliteiten zijn aanwezig.

Op de Ijzer zal U weinig of geen beroepsvaart treffen. Het is bochtige rivier met een lengte van 35 km tot Fintele waarna de rivier niet meer bevaarbaar is. De St.-Joris sluis is de enige sluis, en de kleinste doorvaarthoogte bedraagt 4 m 80.

Deze rivier in de Westhoek is tamelijk bochtig wat het aangenaam varen maakt. Overwegend zien we een aangenaam landelijk en natuurlijk kader.

Sinds kort is er op de Ijzer ĂŠĂŠn beweegbare brug. Bediening is zoals sluis St.-Joris. De Ijzertoren (foto rechts) is reeds van kilometers ver zichtbaar


Omstreeks 14 u 30 bereiken we de VVW Ieperlee waar we aanleggen voor de overnachting. De jachthaven is eenvoudig maar heeft alle nodige faciliteiten. De jachthaven is slechts 5 minuutjes wandelen van het centrum van Diksmuide verwijderd. De gezellige markt (foto onder) met tal van cafÊ’s en restaurants is een bezoekje zeker waard. Diksmuide is vooral gekend voor zijn Ijzertoren en de Dodengang. De Ijzertoren herbergt sinds enkele jaren het nieuwe 22 verdiepingen tellende museum over Oorlog, Vrede en Vlaamse Ontvoogding. U proeft en beleeft er de sfeer van "Den Groten Oorlog", u ruikt er chloor- en mosterdgas, voelt de angst middenin de bombardementen of loopgraven . Bovendien biedt de IJzertoren, met een hoogte van 84 meter, u een uitstekend zicht op Diksmuide en de Westhoek.

De Dodengang is wellicht de plaats waar men het best de Eerste Wereldoorlog kan aanvoelen. Gedurende vier jaar was de Dodengang een vooruitgeschoven loopgravenstelling van de Belgische verdediging aan de IJzer en werd er om iedere meter grond bitter gestreden. Het bezoekerscentrum brengt u sfeer en info !


Zaterdag 04/06/2005 (Diksmuide – Brugge) Aangezien de sluis Demey in Oostende nog steeds gestremd is wegens een technische storing moeten we ons plan om naar Oostende te varen opbergen. Alle ligplaatsen in Oostende zijn immers voorbij deze sluis. We zijn dus genoodzaakt onze planning aan te passen en besluiten naar Brugge te varen, een tocht die wel eens langer dan 12 uur zou kunnen duren waardoor we ’s ochtends om 7 u 00 de trossen al los gooien. We varen dezelfde weg terug en voorbij de sluis St.-Joris gaan we rechtsaf het kanaal Plassendale-Nieuwpoort op.

Het kanaal Plassendale-Nieuwpoort is bijna 21 km lang en de kleinste doorvaarthoogte bedraagt 5 m 20. De bediening van de 7 beweegbare bruggen gebeurd hoofdzakelijk door mobiele ploegen.

Het kanaal wordt getypeerd door hoofdzakelijk rechte stukken, het kader is hoofdzakelijk landelijk. Tijdens het varen op dit kanaal heb je een uitstekend zicht op het polderlandschap.

Aangezien het kanaal slechts enkele kilometers landinwaarts ligt heb je ook regelmatig een mooi zicht op de kustlijn.

Omstreeks 15 u 00 bereiken we het einde van het kanaal Plassendale-Nieuwpoort en varen we door sluis Plassendale (foto rechts) die openstaat. We gaan rechtsaf het kanaal Gent-Oostende op.

Het kanaal Gent-Oostende heeft een totale lengte van 66 km. Van Brugge naar Oostende is het slechts 21 km varen. Je vindt hier wel wat meer beroepsvaart. In totaal zijn er 5 sluizen.


De oevers van het kanaalgedeelte tussen Brugge en Oostende zijn hoofdzakelijk met mooie grote bomen beplant. Verder kan men genieten van de vergezichten over de polders. Naar onze mening is dit stuk van het kanaal het mooist. De Nieuwegebrug ter hoogte van Nieuwege wordt na aanvraag via de marifoon (VHF 18) snel bediend en we varen nu verder richting Brugge waar we ons ter hoogte van de Scheepsdalebrug melden via VHF 18 (roepnaam “Doortocht Brugge”). Net voor deze brug heeft U aan bakboordzijde aanlegmogelijkheid indien de wachttijd oploopt. Voor ons verloopt hier alles vlot en alle bruggen en sluizen worden vlot bediend. In de nieuwe Dammepoortsluis, die een unieke ronde vorm heeft, worden we door de sluiswachter geholpen bij het vastleggen. Het is belangrijk dat de stootwillen hier uiterst laag worden gehangen want we gaan 1,7 m omhoog waardoor er bijna geen rand meer over is. Eén van de vele molens net voorbij de sluis.

Brugge is een historische vestingstad en dat zie je bij iedere toegangsweg. Hieronder ziet U de Kruispoortbrug. De brugbediening loopt vlot en dat is vrij uitzonderlijk. Tijdens vroegere passages hebben we hier soms uren verloren. We varen nog iets verder tot we aan stuurboordzijde de Coupurebrug (foto onder) zien. Deze voetgangersbrug is een uitzonderlijk staaltje design en de werking ervan bekijken is al een attractie op zich. Bij volledige opening bedraagt de doorvaarthoogte 5 m. Bediening vraag je aan bij de havenmeester (VHF 77 – roepnaam “Coupure”). Voorbij de brug heeft U aan beide zijden aanlegsteigers waarvan enkel die stuurboord gebruikt wordt. Alle basisvoorzieningen zijn hier aanwezig en je ligt hier op een tien minuutjes wandelen van de grote markt van Brugge.


Foto links : jachthaven Coupure in Brugge Brugge, ook wel het VenetiĂŤ van het noorden genoemd, is een prachtige historische stad die een bezoek van een aantal dagen absoluut waard is. Uitgebreid winkelen kan je hier in het stadscentrum. Tal van monumenten en grote musea zijn een geschenk voor elke cultuur- en kunstliefhebber. Een bezoek aan het kantcentrum mag je eigenlijk niet missen. In Brugge vindt je ook heel wat mooie parken waarin ja urenlang van de natuur kan genieten. Het Boudewijn Seapark op de rand van de stad is dan weer een must voor elkeen met kinderen of kleinkinderen aan boord.

Maandag 06/06/2005 (Brugge – Blankenberge) Vandaag varen we naar Blankenberge. Ons bezoek aan Oostende is immers in het water gevallen dus kiezen we maar voor een andere kuststad. De weersverwachting is niet optimaal omdat na de middag windkracht 7 op zee verwacht wordt. We vertrekken dan maar weer tamelijk vroeg, om 8 u 00. We varen een stukje terug tot voorbij de Warandebrug en gaan daar rechts het Boudewijnkaal op. We varen onder de brug die een vrije doorvaarthoogte heeft van 5,4 m en onmiddellijk daarna varen we de Boudewijnsluis (foto rechts) in.

Het Boudewijnkanaal heeft geen toeristische waarde. Het is een snelle verbinding tussen Brugge en de Noordzee die hoofdzakelijk door de beroepsvaart wordt gebruikt. Het kanaal is 12 km lang en is van het begin tot het einde pijlrecht. Het heeft ook een onbeperkte doorvaarthoogte aangezien de twee bruggen op het kanaal beweegbaar zijn. Omstreeks 11 u 00 komen we aan bij de Vandammesluis, een zeesluis van 500 m lang en 57 m breed. Echte aanlegmogelijkheden zijn hier niet en improviseren is de boodschap. Volgens onze eerste contacten zou de sluis omstreeks 11 u 30 aan onze zijde bediend worden hetgeen goed uitkomt omdat we dan nog maar windkracht 5 hebben op de Noordzee. Dit uur wordt echter alsmaar verlaat aangezien alsmaar meer zeeschepen de haven van Zeebrugge komen binnenvaren en het Boudewijnkanaal op willen. Uiteindelijk gaan de sluisdeuren om 13 u 00 aan onze zijde open


en na het aankijken van de eeuwig durende manoevers van de grote zeeschepen kunnen we na drie uur wachten om 14 u 00 binnenvaren. De Vandammesluis is 500 m lang en 57 m breed waardoor je niet beseft dat je een sluis invaart.

Ons schip “Summer Breeze” is amper zichtbaar op deze foto (onder) Het schutten zelf gaat vrij vlot. Nadat de sluisdeuren opengaan mogen we al vertrekken nadat het eerste schip de sluis verlaat omdat het heel wat tijd vergt vooraleer deze zeeschepen zich in beweging zetten. Jammer genoeg is het nu al bijna 15 u 00 en is de wind op z’n hardst, er staat windkracht 7. Dit heeft vooral gevolgen bij het verlaten van de haven van Zeebrugge (foto hieronder) waarvoor je eerst drie kilometer in zee moet varen. Bij het naderen van de uitgang van de haven vragen we toestemming aan de “Harbour Control” om buiten te varen. Net voor het verlaten van de haven lijkt de hel los te barsten. Niet alleen zijn de zeeschepen die zonet nog in de sluis lagen op volle snelheid (> 20 knopen) hetgeen hevige golfslag veroorzaakt, anderzijds zorgt de wind voor hoge golven die tegen de havenrand inbeuken en nog heviger terugkeren. We beleven toch enkele bange momenten waardoor we helemaal vergeten foto’s te nemen. We hebben ondertussen onze snelheid opgevoerd maar varen op volle kracht zit er door te hoge golfslag niet in omdat onze boeg telkens zo ver het water wordt ingeduwd waardoor het schip wordt afgeremd. Na een half uur vechten tegen de Noordzee varen we met vrij hoge snelheid de jachthaven van Blankenberge binnen. We vragen een rustige ligplaats aan de haven en het eerstkomende uur hebben we nodig om te bekomen van dit toch wel gevaarlijke avontuur. Blankenberge is misschien wel de meest toeristische kuststad en er is dan ook van alles te beleven. Zo is een bezoekje aan de bekende pier een absolute must, net zoals een bezoekje aan het Sea life Marine Park. Via de kusttram kan je eigenlijk de hele Belgische kust bezoeken omdat in ieder dorp verschillende opstapplaatsen zijn. Een bezoekje aan het mondaine Knokke-Heist is een aanrader.


Donderdag 09/06/2005 (Blankenberge – Brugge) We vertrekken een dagje later dan gepland uit Blankenberge. De wind was nog maar eens spelbreker en aangezien we geen zin hadden in een herhaling van ons avontuur van maandag kiezen we ervoor om pas vandaag te vertrekken. Aangekondigd is windkracht 2. We genieten even op zee alvorens we de haven van Zeebrugge binnenvaren. Deze keer hebben we trouwens geluk als we bij de Vandammesluis aankomen want we kunnen nog net meeglippen achter een autocarrier. Aan de Nieuwe Dammepoortsluis in Brugge gaat het echt fout, de elektriciteit is er uitgevallen en het duurt meer dan twee uur alvorens het euvel verholpen is.

Op de foto’s ziet U de Belgische kust vanop een kalme zee.

Bij het aanleggen in de jachthaven Coupure begint het schip plots hevig te schudden. We leggen voorzichtig aan en beginnen te sleutelen in het motorruim. Na enkele consultaties bij diverse monteurs vermoeden we dat er een probleem is met de keerkoppeling. Er wordt ons aangeraden om het euvel zo snel mogelijk te laten nakijken. Dit betekent opnieuw een wijziging in onze routeplanning. Oorspronkelijk wilden we vanuit Brugge naar Gent om daar via de Schelde naar Antwerpen te varen. Het wordt dus Port Zelande. Zaterdag 11/06/2005 (Brugge – Port Zelande) Rekening houdend met onze technische problemen verkiezen we langs de binnenwateren terug te varen. We vertrekken omstreeks 8 u 00 vanuit de Coupure en gaan bij het verlaten ervan rechtsaf om het kanaal Gent-Oostende richting Gent af te varen. De eigenschappen van het kanaal hebben we reeds opgesomd in het verslag van 04/06/2005 (zie hierboven). Onderweg naar Gent hebben we heel wat beweegbare bruggen die allen vlot bediend worden. De bruggen in Steenbrugge en Moerbrugge worden ook nog vanuit het centrum ‘Doortocht Brugge” bediend. De sluis in Beernem staat open. Hierna komen we voorbij de enige jachthaven tussen Brugge en Gent, de Beernemse Watersportvereniging (foto links). We vervolgen onze weg richting Gent en omstreeks 11 u 00 gaan we ter hoogte van de kruising met de


ringvaart linksaf. Aan de sluis in Evergem, die net voorbij de kruising gelegen, liggen heel wat beroepsschippers te wachten om geschut te worden. Omdat er bij de eerste schutting nog plaats voldoende is voor ons jacht mogen we nog mee waardoor we geen tijd verliezen. We varen de ringvaart, die nu dwars door industriegebied loopt, verder af. De bruggen hebben een doorvaarthoogte van minstens 6,5 m en na de Eversteinbrug, omstreeks 12 u 00, gaan we rechts het kanaal Gent-Terneuzen op. We varen dezelfde weg terug als we gekomen zijn. De rest van de dag verloopt alles uiterst vlot en onze terugreis eindigt na 147 km varen om 20 u 30 in Port Zelande. Nadien zal blijken dat geen herstellingen nodig zijn aan het schip, het door ons aandraaien van enkele bouten en het bijvullen van de olie van de keerkoppelingen was dus voldoende. De Schelde hebben we nu nog altijd niet afgevaren, maar dat komt nog wel !


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.