Colloquium ‘Senioren en Media’ Beeldvorming en communicatie over het ouder worden Resultaten survey uitgevoerd door OKRA West-Vlaanderen 3 april 2014
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
INLEIDING In de aanloop van het OKRA-colloquium van 3 april 2014 ‘Senioren en media, beeldvorming en communicatie over het ouder worden’, zette OKRA West-Vlaanderen een survey op. Bij haar leden werd gepeild werd naar hun mediagebruik en hun visie op de beeldvorming van senioren in de media. De provinciale werkgroep communicatie stelde de vragenlijst samen en dit verliep in nauwe samenwerking met Prof. Van Gorp (KU Leuven). Dit onderzoek werd gevoerd in OKRA West-Vlaanderen, waarbij we rekening hielden met een spreiding in de provincie en de activiteitsgraad in OKRA (bestuursleden, leden). Met een respons van 808 OKRA-leden kunnen we stellen dat we een representatieve groep bevraagd hebben. Als contragroep legden we deze vragenlijst ook voor aan jongeren (tussen 20 en 56 jaar). De respons was daar 91, niet voldoende om wetenschappelijke uitspraken over te doen, maar het geeft hier en daar wel een beeld tussen de mening van de senior en de jongere. Als we de respondentengroep (senioren) opdelen in verschillende leeftijdsgroepen, zien we dat er een lichte afwijking is met de normale leeftijdspiramide. Vooral voor de groep 55 – 65 jaar: deze zijn ondervertegenwoordigd in deze vragenlijst. Toch geven we met dit onderzoek een duidelijk beeld over hoe OKRA-senioren denken en bij uitbreiding ook hoe senioren in het algemeen denken over dit onderwerp. De vragenlijst werd opgedeeld in twee onderdelen: het mediagebruik van de senioren en hun mening over ‘hoe senioren in de media aan bod komen’. Dit laatste deden we aan de hand van stellingen. Wat zijn de voornaamste besluiten die we kunnen nemen? Verder in deze nota komen ze uitgebreider aan bod, met bijhorend cijfermateriaal. Het is duidelijk dat senioren echte nieuwsjunkies zijn. 90 % kijkt elke dag naar het tv-journaal, 71 % luistert elke dag naar het radionieuws, 60 % leest bijna elke dag de krant en bijna evenveel (59 %) leest elke week een weekblad. Het volgen van het nieuws via sociale media of via nieuwssites scoort beduidend lager: respectievelijk 7 % en 18 %. Hier kunnen we een significant verband leggen met het bezit van een computer. Ongeveer 35 % van de 62- tot 72-jarigen zou een pc hebben, dat aantal halveert echter bij de 73- tot 77-jarigen en is nog maar 10 % bij de 80-jarigen en ouder. Uit de resultaten van het tweede deel (stellingen) kunnen we afleiden dat: - meer dan 65 % van de respondenten oordeelt dat senioren te weinig aan bod komen in de nieuwsmedia; - als ze dan toch in de media komen vindt 75 % vindt dat ze te veel als één groep voorgesteld worden; - bijna 54 % van oordeel is dat er over hen in het nieuws gepraat wordt zonder hun mening te vragen; - bijna 3 op 4 van oordeel is dat er te weinig senioren actief meewerken aan het nieuws; - 3 op 4 is van mening dat de media senioren voorstelt als mensen die willen genieten. Dit positief beeld komt terug bij de 66 % die vindt dat senioren overkomen als mobiele, actieve mensen; - 3 op 4 vindt dat senioren in beeld komen als zorgend voor de ander (bv. kleinkinderen, buren…); - bijna de helft is van oordeel dat senioren in het nieuws komen als zijnde nuttig voor de samenleving; - dat 38 % het eens en 31 % oneens is met de stelling dat nieuwsmedia de 55-plussers voorstellen als fysiek en/of mentaal verzwakt; Opvallend bij deze stellingen was ook dat er weinig hierover geen mening hadden. Samengevat kunnen we stellen dat het beeld dat men ophangt van senioren door henzelf vooral ervaren wordt als genietende, actieve, maar ook zorgende mensen.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.2
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
DEEL 1 DE ENQUETE ALGEMEEN 1.1 De afname en de verwerking De enquête werd afgenomen op verschillende OKRA-bijeenkomsten. We hielden rekening met de regionale spreiding in de provincie en de activiteitsgraad van de OKRA-leden in OKRA (bestuursleden, leden). Zowel mannen als vrouwen werden bevraagd en we probeerden alle leeftijdsgroepen te bereiken. De afname vond plaats tussen december 2013 en februari 2014. De gegevens werden in een Excel-tabel verwerkt. Later worden die resultaten bewerkt met SPSS, PSPP en Sofastats, allemaal statistische verwerkingsprogramma’s. 1.2 De deelnemers De formulieren van 808 55-plussers werden geldig verklaard, ingegeven en verwerkt. 91 personen, tussen 20 en 56 jaar vulden dezelfde enquête in. (71 mensen van 21 tot 47jaar en 20 van 48 tot 55) Onderaan het formulier was er mogelijkheid voor persoonlijke bemerkingen. 84 deelnemers maakten daarvan gebruik. De respondentengroep ‘jongeren’ (tussen 20 en 56 jaar) is te klein en te divers om vanuit wetenschappelijk oogpunt besluiten te trekken. Toch hebben we hier en daar ook hun gegevens vergeleken met de antwoorden van de senioren, omdat ze een eventueel een indicatie kunnen geven. We moeten dit echter steeds omzichtig behandelen in de interpretaties van die vergelijkingen. In de groep senioren namen 5 % meer vrouwen deel dan mannen. Qua leeftijdsspreiding komt de spreiding overeen met de piramide van OKRA-leden. Dat betekent 1 % voor de groep 55 (56-57 jaar ) en 8 % voor groep 60 (58-62 jaar), 25 % voor groep 65 (63-67 jaar), 30 % voor groep 70 (68-72 jaar), 20 % voor de groep 75 (73-77 jaar), 10 % voor de groep 80 (78-82 jaar) en 4% voor de groep 85 (83-99 jaar).
In samenspraak met prof. Van Gorp hebben we echter beslist om onderstaande leeftijdsgroepen te vormen waarmee we hierna verder aan de slag gaan. Belangrijkste reden daartoe was dat te kleine groepen niet relevant zijn voor conclusies. Groep 60 (56 t.e.m. 62 jaar) Groep 65 (63 t.e.m. 67 jaar ) Groep 70 (68 t.e.m. 72 jaar) Groep 75 (73 t.e.m. 77 jaar) Groep 80 (78 t.e.m. 99 jaar)
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.3
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
1.3. Algemeen keuzegedrag Op de 20 stellingen van het 2de deel van de enquête. 1572 keer 6585 keer 4767 keer 2732 keer 504 keer
Sterk mee eens Mee eens Noch eens noch oneens Mee oneens Helemaal oneens
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.4
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
DEEL 2
DE MEDIA
2.1 Het enquêteformulier
Ik lees een dagblad (op papier of op een tablet) Ik lees een weekblad om het nieuws te volgen (bv. Knack, Krant van West-Vlaanderen) Ik kijk naar het tv-journaal (bv. Een, VTM, Focus/WTV) Ik luister naar het nieuws op de radio (bv. Radio 2, Q-Music, een vrije zender) Ik surf naar nieuwssites (bv. www.hln.be, www.standaard.be, www.deredactie.be) Ik volg het nieuws op sociale media (bv. Facebook, Twitter) 2.2. Resultaten
(Bijna) nooit Ik lees een dagblad (op papier of op een tablet) Ik lees een weekblad om het nieuws te volgen Ik kijk naar het tv-journaal Ik luister naar het nieuws op de radio Ik surf naar nieuwssites Ik volg het nieuws op sociale media
138 17,1% 228 28,2% 15 1,9% 90 11,1 432 53,5% 644 79,7%
1 of iets meer per jaar 25 3,1% 68 8,4% 6 0,7% 18 2,2% 27 3,3% 17 2,1%
1à2 keer per maand 28 3,5% 75 9,3% 11 1,4% 23 2,8% 63 7,8% 51 6,3%
1à2 keer per week 92 11,4% 295 36,5% 14 1,7% 34 4,2% 62 7,7% 29 3,6%
3à4 keer per week 36 4,5% 36 4,5% 32 4% 67 8,3% 75 9,3% 11 1,4%
(Bijna) Elke dag 489 60,5% 106 13,1% 730 90,3% 576 71,3% 149 18,4% 56 6,9%
2.3 Bespreking frequenties De verhouding man/vrouw is voor de meeste antwoorden ongeveer 50 % - 50 %, maar voor antwoordkeuze (nr.5) ‘3 à 4 keer per week’ is de verhouding 58 % man en 42 % vrouw. Bij antwoordkeuze (nr. 6) ‘elke dag’ zien we het omgekeerde: 61 % vrouw en 39 % man. We stellen vast dat het tv-nieuws meer bekeken (86 %) wordt, gevolgd door het beluisteren van het radionieuws met 70 %. Beide percentages zijn hoog. Opvallend is dat op de antwoordcategorieën (nr. 1) ‘(bijna) nooit’ vrouwen beter scoren (70 %), terwijl mannen op de categorie (nr. 2) ‘1 à 2 keer/jaar’ meer dan 67 % scoren. Voor de rest zijn de verhoudingen ongeveer fifty-fifty. Dit fenomeen doet zich ook voor bij de frequentie dagblad lezen. Opvallend is dat het raadplegen van nieuwssites beter (10 %) scoren dan de sociale media. Uit een kruistabel ’raadplegen site’ en ‘sociale media’ kunnen we vermoedelijk besluiten dat van de 60– jarigen ongeveer 54 % een computer, smartphone of tablet heeft. Hoe kan men anders regelmatig het nieuws online volgen?
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.5
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
Voor 65- tot 70-jarigen ligt dit percentage rond de 35 %, bij de leeftijdsgroep 75-jarigen daalt dit naar 18 %. De groep 80-jarigen en ouder strandt op minder dan 10 %. Hier zien we opnieuw een genderverschil: 10 % in voordeel van de mannen. 458 (56 %) senioren kijken elke dag naar het nieuws en lezen dagelijks een krant. Slechts 4 personen lezen nooit een krant en kijken nooit naar een tv-journaal. Duidelijke cijfers die opnieuw bevestigen dat senioren echte nieuwsjunkies zijn. Dagblad
Week blad
Nooit (1) Freq
Nooit (1) 1 à2 /jaar (2) 1à2 /maand(3) 1 à2 /week (4) 3 à 4 /week (5) Elke dag (6) TOTAAL 4+5+6
1à2 1à2 /jaar /maand Freq Freq
1à2 /week Freq
3à4 week(5) Freq
Elke dag (6) Freq
TOTAAL 5 +6 Freq
54 8
5 6
6 0
16 6
4 0
143 48
147 48
7
4
11
8
4
41
45
50
7
8
55
19
156
175
7 12
1 2
0 3
5 2
6 3
17 84
23 87
69
10
11
62
28
257
285
Uit bovenstaande tabel leren we dat 285 (35 %) senioren elke week een weekblad en (bijna) elke dag een dagblad lezen. 143 (17 %) senioren lezen dagelijks een dagblad maar nooit een weekblad. Slechts 54 (7%) senioren leest noch een dagblad, noch een weekblad. Andere besluiten die we konden nemen uit onze database en kruistabellen zijn: - 394 (49 %) senioren kijken dagelijks naar het nieuws op tv en lezen wekelijks een weekblad. Er zijn slechts 17 personen op de 808 die nooit naar het tv-nieuws kijken maar zij lezen toch elke week een weekblad. - Als we de combinatie weekblad/radionieuws bekijken, dan zijn de cijfers respectievelijk: 327 (40 %) en 43 (5 %). - We stellen vast dat minder senioren regelmatig luisteren naar het radionieuws (643 of 79 %), terwijl het nieuws regelmatiger bekeken wordt op tv (762 of 94 %). Met regelmatig bedoelen wij ten minste 3à4 keer per week. - 309 (38 %) senioren volgen dagelijks het nieuws op tv én radio én in het weekblad. Slechts 33 (4 %) senioren geven aan geen enkele van de drie mediakanalen te gebruiken. - Voor de combinatie dagblad, tv, radio geven 333 (41 %) aan dat ze die elke dag raadplegen en slechts 1(0 %) geeft aan geen enkele te raadplegen. 11(1 %) beweren dat ze een weekblad (wekelijks) én nieuwssite (dagelijks) én sociale media (dagelijks) raadplegen. 136 (17 %) leest of raadpleegt geen enkele. - Er zijn weinig significante verschillen in gender. Vrouwen scoren wel 5 % hoger bij het dagelijks lezen van een weekblad.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.6
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden 2.4 Zijn er opvallende kenmerken als we de leeftijd in aanmerking nemen?
In bovenstaande tabel zien we dat de mate waarin naar het radionieuws wordt geluisterd, afneemt met de leeftijd, misschien door minder goed horen, terwijl dit voor het volgen van het tv-nieuws min of meer constant blijft, omdat daar ook met ondertiteling kan gewerkt worden. Voor het weekblad en dagblad zien we bij de groepen 80-jarigen en 60-jarigen een daling in de cijfers. Binnen de groep 60-jarigen zien we dat zij tot iets minder een dagblad lezen maar dat verschil is wel groter in die groep als het een weekblad betreft (10 %).
Uit een kruistabel nieuwssite en sociale media konden we besluiten dat de groep 60-jarigen (54 %) kunnen beschikken over een pc, smartphone, tablet of ander digitaal platvorm om het nieuws online te lezen. Bij 65- t.e.m. 70-jarigen is dit rond 35 %, 75-jarigen dalen naar 18 % en bij de 80-jarigen en ouder is dit cijfer kleiner dan 10 %. We zien ook een genderverschil van 10 % in het voordeel van de mannen. Als we onze contragroep ‘jongeren’ hier even in beschouwing nemen, uiteraard rekening houdend met het beperkt aantal respondenten, durven we toch voorzichtig stellen dat jongeren veel meer bezig zijn met sociale media en nieuwssites. Verder leren we uit onze onderstaande tabel dat ongeveer de helft ook een dagblad leest.
Op beide tabellen lezen we af welke leeftijdsgroepen regelmatig nieuwssites en/of sociale media raadplegen. We stellen een groot verschil vast tussen het raadplegen van sociale media en nieuwssites. Nieuwssites zijn populairder dan sociale media. Naargelang de toename van de leeftijd nemen ze beiden af in gebruik. Deze tendens zien we echter versneld voor de sociale media.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.7
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
DEEL 3 HOE STELLEN DE MEDIA SENIOREN VOOR? 3.1 Het enquêteformulier We hebben 20 stellingen voorgelegd aan onze respondenten. Men had telkens de keuze tussen: sterk mee eens, mee eens, noch eens noch oneens, mee oneens en helemaal oneens.
In de nieuwsmedia krijgen oudere presentatoren, ankers en journalisten op voldoende wijze een zichtbare plaats toebedeeld. Senioren komen te weinig aan bod in de nieuwsmedia. In het nieuws komen senioren over als mensen die nuttig zijn voor de samenleving. Senioren komen meestal in het nieuws als ze zorgen voor anderen, bijvoorbeeld voor (klein)kinderen of buren. De nieuwsmedia stellen senioren voor als mensen die fysiek of mentaal verzwakt zijn. De nieuwsmedia tonen senioren als één groep, want ze maken geen onderscheid tussen bijvoorbeeld 60-, 70- en 80-jarigen. Het nieuws stelt senioren voor als mensen die van het leven willen genieten. Als senioren in het nieuws komen, zijn ze mobiel: ze zijn aan het bewegen, fietsen, wandelen, … Senioren komen meestal in het nieuws als ze zelf zorgen nodig hebben, bijvoorbeeld WZC, ziekenhuis of thuiszorg. De nieuwsmedia tonen senioren die zich willen bijscholen (bv. via cursussen, academies, cultuurreizen). Als senioren in het nieuws komen, spreekt men over hen, zonder dat hen zelf naar een mening wordt gevraagd. In het nieuws komen senioren te weinig aan bod als mensen met eigen talenten. Het nieuws stelt senioren voor als mensen die openstaan voor vernieuwing. Als senioren in nieuws komen, krijgen zij meestal ook het woord. Senioren komen meer dan vroeger in de nieuwsmedia aan bod. De nieuwsmedia tonen senioren die menen dat "bijleren" alleen iets is voor jonge mensen, niet voor senioren. Als senioren in beeld komen in het nieuws zijn ze niet mobiel: ze zitten aan tafel, in een sofa, … De nieuwsmedia maken voldoende duidelijk dat de leeftijdsgroepen binnen de senioren erg verschillend zijn. De senioren worden in het nieuws voorgesteld als mensen voor wie vroeger belangrijker was dan het heden. Aan het nieuws werken nog te weinig senioren actief mee, bijvoorbeeld als nieuwsanker of journalist.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.8
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden 3.2. De resultaten Tijdens de verwerking hebben we twee ingrepen gedaan: - we maakten drie antwoordgroepen i.p.v. vijf: we voegden de rubrieken ’sterk mee eens‘ en ’mee eens‘ samen, evenals ’helemaal oneens‘ en ’mee oneens‘; - we groepeerden de met elkaar verbandhoudende stellingen en kwamen zo tot onderstaande tabel.
Senioren komen te weinig aan bod in de nieuwsmedia.
Senioren komen meer dan vroeger in de nieuwsmedia aan bod. Als senioren in het nieuws komen, spreekt men over hen, zonder dat hen zelf naar een mening wordt gevraagd. Als senioren in nieuws komen, krijgen zij meestal ook het woord. Aan het nieuws werken nog te weinig senioren actief mee, bv. als nieuwsanker of journalist. In de nieuwsmedia krijgen oudere presentatoren, ankers en journalisten op voldoende wijze een zichtbare plaats toebedeeld. De nieuwsmedia maken voldoende duidelijk dat leeftijdsgroepen binnen de senioren erg verschillend zijn. De nieuwsmedia tonen senioren als één groep, want ze maken geen onderscheid tussen bijvoorbeeld 60-, 70- en 80-jarigen De senioren in het nieuws worden voorgesteld als voor wie vroeger belangrijker is dan het heden. Het nieuws stelt senioren voor als mensen die openstaan voor vernieuwing. De nieuwsmedia tonen senioren die menen dat bijleren alleen iets is voor jonge mensen, niet voor senioren. De nieuwsmedia tonen senioren die zich willen bijscholen (bv. via cursussen, academies, cultuurreizen). In het nieuws komen senioren over als mensen die nuttig zijn voor de samenleving. Het nieuws stelt senioren voor als mensen die van het leven willen genieten. Senioren komen meestal in het nieuws als ze zorgen voor anderen, bijvoorbeeld voor (klein)kinderen of buren.
65,7 % (sterk) mee eens 24,6 % geen mening 9,7 % (helemaal) mee oneens 49 % (sterk) mee eens 34,5 % geen mening 16,5 % (helemaal) mee oneens 53,7 % (sterk) mee eens 31,7 % geen mening 14,6 % (helemaal) mee oneens 31,2 % (sterk) mee eens 38 % geen mening 30,8 % (helemaal) mee oneens 72,9 % (sterk) mee eens 18,4 % geen mening 8,7 % (helemaal) mee oneens 33,3 % (sterk) mee eens 36 % geen mening 30,7 % (helemaal) mee oneens 33,8 % (sterk) mee eens 32,4 % geen mening 33,8 % (helemaal) mee oneens 74,7 % (sterk) mee eens 13,9 % geen mening 11,4 % (helemaal) mee oneens 36,4 % (sterk) mee eens 34,7 % geen mening 28,9 % (helemaal) mee oneens 38,8 % (sterk) mee eens 36,6 % geen mening 24,6 % (helemaal) mee oneens 26,8 % (sterk) mee eens 39,6 % geen mening 33,6 % (helemaal) mee oneens 43,5 % (sterk) mee eens 35,3 % geen mening 20,6 % (helemaal) mee oneens 48,5 % (sterk) mee eens 31,3 % geen mening 20,2 % (helemaal) mee oneens 74,8 % (sterk) mee eens 19,4 % geen mening 5,8 % (helemaal) mee oneens 67,3 % (sterk) mee eens 22,5 % geen mening 10,5 % (helemaal) mee oneens
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.9
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden Senioren komen meestal in het nieuws als ze zelf zorgen nodig hebben, bijvoorbeeld woonzorgcentrum, ziekenhuis of thuiszorg. De nieuwsmedia stellen senioren voor als mensen die fysiek of mentaal verzwakt zijn. Als senioren in het nieuws komen, zijn ze mobiel: ze zijn aan het bewegen, fietsen, wandelen… Als senioren in beeld komen in het nieuws zijn ze niet mobiel: ze zitten aan tafel, in een sofa… In het nieuws komen senioren te weinig aan bod als mensen met eigen talenten.
52,1 % (sterk) mee eens 31,3 % geen mening 16,6 % (helemaal) mee oneens 38,5 % (sterk) mee eens 30,9 % geen mening 30,6 % (helemaal) mee oneens 66 % (sterk) mee eens 25 % geen mening 9 % (helemaal) mee oneens 34,5 % (sterk) mee eens 33 % geen mening 32,5 % (helemaal) mee oneens 68 % (sterk) mee eens 20,7 % geen mening 11,3 % (helemaal) mee oneens
3.3. Verwerking algemeen 3.3.1. Stellingen waarmee men het (sterk) eens is Het nieuws stelt senioren voor als mensen die van het leven willen genieten (74,8 %). Kijken we binnen deze algemene sterke score van 74,8 % naar de leeftijdsgroepen dan blijkt dat vooral de leeftijdsgroepen vanaf 70 jaar en ouder (zowel mannen als vrouwen) hier ’helemaal oneens’ op scoren. De toetsingsgroep van de jongeren is het in meerderheid ook eens met deze stelling. De nieuwsmedia tonen senioren als één groep: ze maken geen onderscheid tussen bv. leeftijdsgroepen (74,7 %). Binnen deze score zien we dat iets meer vrouwen dan mannen het hiermee oneens zijn. Aan het nieuws werken nog te weinig senioren actief mee, bv. als nieuwsanker of journalist (72,9 %). Hier zien we een klein verschil tussen mannen en vrouwen bij de aanduiding ‘mee oneens’: 11,2 % mannen tegenover 8,3 % vrouwen. In het nieuws komen senioren te weinig aan bod als mensen met eigen talenten (68 %).
Hier valt op hoe weinig mensen (1,8 %) het “oneens” en vooral “sterk oneens” zijn op alle scores van de sociale media, met uitzondering van de score “nooit” en dat de mensen die elke dag sociale media gebruiken(4,8 %) het vooral eens zijn met de stelling dat ze niet aan bod komen met hun talenten.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.10
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
Senioren komen meestal in het nieuws als ze zorgen voor anderen, bijvoorbeeld voor (klein)kinderen of buren (67,3 %). Hier stellen we vast dat de gemiddelde verhouding man/vrouw (47,4 % en 52,6 %) scheefgetrokken wordt naar 42,2 % mannen en 57,8 % vrouwen. We zien daarbij ook dat het vooral de 65-jarigen zijn die het hier (sterk) mee eens zijn. Als senioren in het nieuws komen, zijn ze mobiel: ze zijn aan het bewegen, fietsen, wandelen (66 %). Vooral de 65-jarigen scoren iets meer dan gemiddeld op ’sterk oneens’ en ’oneens’ samen.
Senioren komen te weinig aan bod in de nieuwsmedia (65,7 %). Naarmate men ouder wordt, is men het meer eens met deze stelling. Vrouwen scoren meer ‘noch eens noch oneens’ (met uitzondering van de 70-jarigen). We zien ook hoge scores voor ’sterk eens’.
Als senioren in het nieuws komen, spreekt men over hen, zonder dat naar hun mening gevraagd wordt (53,7 %).
We hebben deze stelling gekruist met de stelling dat senioren met hun talent niet aan bod komen. Bemerk het kleine aantal, 5 (0,6 %), dat het helemaal oneens is met de beide stellingen. Beide stellingen behoren trouwens tot die met het minst aantal “sterk oneens”. Andere stellingen zijn: willen genieten, en open voor vernieuwing.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.11
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden Senioren komen meestal in het nieuws als ze zelf zorgen nodig hebben (bv. woonzorgcentrum, ziekenhuis of thuiszorg) (52,1 %). Mannen zijn het iets meer oneens met deze stelling. Ze kiezen ook minder voor de neutrale keuze. Onderstaande tabel toont ook aan dat er grote verschillen zijn volgens leeftijdsgroep bv. bij de 60- en 75-jarigen in hun keuzes ’sterk eens’ (1.0) en ‘eens’ (2.0).
3.3.2 Stellingen waarmee men het (helemaal) mee oneens is De nieuwsmedia maken voldoende duidelijk dat de leeftijdsgroepen binnen de senioren erg verschillend zijn (33,8 %). Dit resultaat is niet verrassend, aangezien we voorafgaand konden besluiten dat ongeveer 75 % vindt dat senioren als één groep voorgesteld worden. De nieuwsmedia tonen senioren die menen dat bijleren alleen iets is voor jonge mensen, niet voor senioren (33,6 %). Opmerkelijk meer senioren waren het eens met de omgekeerde stelling. Als men de neutrale antwoorden ’noch eens, noch oneens‘ buiten beschouwing laat, dan is 26,8 % het met deze stelling eens, tegenover 33,7 % oneens. De nieuwsmedia stellen senioren voor als mensen die fysiek of mentaal verzwakt zijn (30,6 %). In voorgaande leerden we dat de grote groep respondenten vindt dat senioren voorgesteld worden als gelukkig, actief… Als senioren in beeld komen in het nieuws zijn ze niet mobiel: ze zitten aan tafel, in een sofa (32,5 %). Deze score kunnen we niet zo goed verklaren, want we deden reeds een vergelijking met de tegenoverstaande stelling. Hier zien we dat de jongeren het in grote mate oneens zijn met de stelling (meer dan 50 %). 3.3.3 Resterende stellingen Senioren komen meer dan vroeger in de nieuwsmedia aan bod. Als we de neutrale keuze ‘noch eens, noch oneens‘ buiten beschouwing laten, zien we dat de grote meerderheid het ermee eens is (49 %). 16,4 % is het oneens.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.12
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden Senioren worden in het nieuws voorgesteld als mensen voor wie vroeger belangrijker is dan het heden. In alle leeftijdsgroepen kiezen de respondenten het meest voor het neutrale antwoord. We stellen echter ook vast dat de overige respondenten kiezen voor uitersten (sterk mee eens en helemaal mee oneens.) Deze twee groepen vertonen hogere scores dan gemiddeld op de stellingen. Men kan stellen dat zij eerder een uitgesproken mening hebben over deze stelling.
Het nieuws stelt senioren voor als mensen die openstaan voor vernieuwing. Opvallend hier is dat de oudste leeftijdsgroep (80-jarigen en ouder) beduidend hoger scoort voor ‘(sterk)eens‘ (47,9 %). Laten we de neutrale keuze (geen mening 35,3 %) vallen, dan krijgen we procenten van ‘(sterk) eens‘ 38,8 % tegenover 24,5 % ‘(helemaal) oneens’. De nieuwsmedia tonen senioren die zich willen bijscholen. Hier zien we sterke verschillen in gender (1 = Man, 2= Vrouw) en volgens leeftijd.
Tabel voor keuze ’sterk mee eens‘. Freq. in %
Tabel voor keuze ‘helemaal oneens’
Geen mening buiten beschouwing gelaten zien we algemene scores van 43,5 % die het eens is tegenover 21,2 % oneens.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.13
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden In het nieuws komen senioren over als mensen die nuttig zijn voor de samenleving. Deze scores splitsen we in onderstaande tabel uit volgens leeftijd.
1en 2 = (sterk) mee eens 3 = noch eens noch oneens 4 en 5 = (helemaal) oneens
Senioren komen meestal in het nieuws als ze zelf zorgen nodig hebben.
Hier valt op dat (43,1 % + 9 %) 52,1 % senioren het (sterk) eens zijn met deze stelling. Slechts 16,6 % (14,6 en 2) is het er mee oneens. Daarenboven zijn mannen het beduidend meer oneens dan het gemiddelde percentage van 47,4 % mannen en 52,6 % vrouwen.
Als senioren in het nieuws komen, krijgen zij meestal het woord. Onderstaande tabel toont aan dat mannen het meer eens zijn met deze stelling dan vrouwen. We kunnen echter niet stellen dat vrouwen het er dan ook meer over oneens zijn dan mannen. We moeten ook opmerken dat voor beide geslachten vaak ‘geen mening’ aangegeven werd.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.14
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden 3.3.4 Enkele bijkomende vaststellingen Scores ’noch eens noch oneens’ We stellen vast dat gemiddeld iets meer dan 30 % op een of andere vraag geen mening heeft. Vaak is deze score bij vrouwen hoger dan bij de mannen. We gaven al het totale overzicht van de scoregroepen van (helemaal) mee eens, over geen mening tot (helemaal) mee oneens. Hieronder maken we nu een opsplitsing per geslacht bij deze 20 stellingen.
Sterk eens Eens Geen mening Oneens Sterk oneens
Vrouw 779 2754 2531 1142 148
Mannen 793 3831 2236 1590 356
Deze tabel leert ons dat mannen het meer eens zijn dan vrouwen. Als we dieper ingaan op deze genderverschillen bij de 20 stellingen, zien we dat het grootste verschil (39,6 %) zit bij de stelling: ’Senioren die menen dat bijleren alleen iets is voor jonge mensen‘. Bekijken we dit verder binnen de scores van de mannen, dan scoort de leeftijdsgroep van 60 jaar hier erg hoog (43,8 %). Bij de stelling ’senioren worden voorgesteld als mensen die open staan voor vernieuwing‘, zien we dat 36,6 % geen mening heeft. Ook hier weer scoort de leeftijdsgroep 60-jarigen erg hoog, namelijk 42,5 %. Op zaken die hen echt nauw aan het hart liggen, scoort men veel minder voor ‘geen mening’. We zien dit bij deze stellingen. ’De nieuwsmedia tonen senioren als één groep, want ze maken geen onderscheid tussen bijvoorbeeld 60-, 70- en 80-jarigen‘(11 %). ’Aan het nieuws werken nog te weinig senioren actief mee, bijvoorbeeld als nieuwsanker of journalist‘ (18,4 %). ’Het nieuws stelt senioren voor als mensen die van het leven willen genieten‘ (19,4 %). ’In het nieuws komen senioren te weinig aan bod als mensen met eigen talenten‘(20,7 %).
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.15
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden Ten slotte voegen we nog enkele overzichten bij van kruistabellen van 2 stellingen.
362 senioren (44,8%) zijn het eens met beide stellingen.
Ook hier zijn 360 mensen het eens met beide stellingen.
In deze kruistabel zijn het niet dezelfde mensen die het grotendeels eens of oneens zijn met beide stellingen. Wel zijn er 117 die over beide stellingen geen mening hadden.
Hier zijn ook 356 senioren (44 %) het eens met beide uitspraken.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.16
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
In bovenstaande tabel is vooral het verloop van scores ’geen mening‘ belangrijk. Bij de 60-jarigen zien we een overwicht bij de mannen en bij 80-jarigen valt op dat het eerder vrouwen zijn ’zonder mening’. Maar ook de score ’eens‘ en ’sterk eens‘ samen verschilt sterk. Bij de 60- jarigen scoren de vrouwen heel hoog (83 %) tegenover de mannen (65,5 %). Bij de 80-jarigen scoren mannen 74,6 % en de vrouwen 65,7 %.
In bovenstaande tabel is het verloop van het overwicht voor de score ‘geen mening’ interessant. Ook de score ’eens‘ en ’sterk eens‘ verschilt sterk tussen de leeftijdsgroepen 60 jaar en 80 jaar. Enkele kruistabellen met mediagebruik en andere stellingen.
97 (12 %) hebben geen mening en lezen nochtans elke week een weekblad. Ongeveer evenveel zijn het eens en oneens met deze stelling en lezen een weekblad.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.17
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
Hier hebben 225 (27,8 %) senioren geen mening, terwijl ze dagelijks naar de radio luisteren. Ongeveer evenveel luisteraars zijn het eens en oneens.
Hier zien we hetzelfde fenomeen als bij radio.
Hier zien we dat de grootste groep het eens is met de stelling, ondanks het feit dat ze veel naar de radio luisteren.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.18
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
Bij de televisiekijkers zien we hetzelfde als voor de radio.
En ook bij de lezers van het weekblad is men het grotendeels eens.
Hieronder zien we dat senioren het toch vaak eens zijn met de stelling, ondanks het feit dat 107 (13,2 %) geen weekblad leest.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.19
Colloquium 3 april 2014 ‘Senioren en media’ Beeldvorming en communicatie over ouder worden
DEEL 4 DE AANVULLENDE OPMERKINGEN VAN DE DEELNEMERS AAN DE ENQUETE 4.1 De cijfers Op het formulier lieten we ruimte voor persoonlijke bemerkingen. 86 mensen maakten hiervan gebruik. Slechts 3 reacties kwamen uit de jongerengroep. Deze reacties waren: - senioren mogen niet alle schuld voor gevaarlijk verkeer in de schoenen van de jeugd schuiven; - senioren moeten niet altijd de schoolbussen nemen, als ze gratis willen rijden. 4.2 De samenvatting van de reacties in de seniorengroep 9 keer: senioren vragen meer respect voor hen en minder discriminatie. 7 keer: onze mening en onze talenten zijn te weinig gekend. 7 keer: wij zijn niet 1 groep senioren en schrap het woord “’bejaarde’. 5 keer: de bus moet gratis blijven. 4 keer: pluim voor het bestuur. 4 keer: wij, senioren, zijn geen profiteurs. We zijn niet ten laste. We hebben ervoor gewerkt. 3 keer: er komen te weinig jonge leden bij in OKRA. 2 keer: senioren komen alleen in het nieuws met extremen: ofwel heel mobiel ofwel heel zwak. 2 keer: OKRA-Algemeen moet de problemen van senioren in het nieuws brengen. 2 keer: computer en internet mag niet opgedrongen worden. Citaat van een deelnemer “Uit de ondervinding van die zogenaamde ouderen kunnen jongeren nog wat opsteken, want de jongeren kunnen nog veel leren van datgene dat de ouderen bijna vergeten zijn.”
5. DANKWOORD De provinciale werkgroep communicatie van OKRA wenst alle deelnemers aan deze enquête te bedanken. Dankzij hun inbreng konden we dit rapport opstellen en enkele opvallende besluiten nemen. Ze zijn gespreksstof om de positie van OKRA West-Vlaanderen verder uit te bouwen, in het bijzonder in relatie tot de media. Tevens danken we de vele vrijwilligers en beroepskrachten die instonden voor de afname en verwerking van deze enquête. Heel in het bijzonder danken we Frans Lybeer die deze gegevens analyseerde tot dit uitgebreide werkstuk. We waren ook verheugd om te mogen rekenen op de deskundige ondersteuning van Prof. Baldwin Van Gorp (KU Leuven): zowel bij de opmaak van de vragenlijst als de verwerking van de data. Graag stellen we onze onderzoeksgegevens dan ook ter beschikking aan hem voor verdere analyse en publicaties.
OKRA West‐Vlaanderen ‐ Colloquium ‘Senioren en media’: samenvatting en besluiten survey. p.20