BEELDTAAL ONTWIKKELEN
Naam Omar Vasquez Jesus Studentnummer 500 704 100 Klas V1-11 Docente Charley Muhren Vak Vormgeving 2 Opdracht Beeldtaal ontwikkelen Verhaal (96) – Steenkolenfrans Datum 14-12-2015 Versie 1
Stijloefeningen (96) – Steenkolenfrans Le premier fevrièr 2011. Presque midi. Le bus s’arrête. Ligne 21. Place de Gare Centrale. Je marche au derrière d’un poussette. Mon fils dort. Je suis en route au Bibliothèque Public pour emprunteur Exercices de Style de Raymond Queneau. C’est un livre très dificile d’acquérir. Mais zut alors, quelle ravage ici! Il y a beaucoup de puits de travaille! Les politis enfonsent, les foret forent. Devant le bibliothèque. Á douze heures quarante trois. Une femme s’adresse á moi. Elle est très jolie. Non, jolie n’est pas le mot just. Elle est charmante, magnifique, incroyable! Ses boucles sont noir comme une nuit sans lune. Elle me demande dans Anglais avec une accente Française q’ici est la poste. ‘Je parle Français’, je dit. ‘Comment ça va? Comme ci, comma ça. Et ça, c’est n’est pas la poste, c’est le bibliotèque. C’est vrais, ici etait une poste, mais il y a longtemps.’ La femme n’écoute pas, elle est destracté par un Renault gris qui va sens devant derrière de nous. Elle tourne, elle rit. Très mélancolique. Je voudrais dire qu’elle doit aller au Rue de Raadmaison, mais elle a tourné et elle s’enfuit au Renault. Au jamais voire, ma chérie! Dans le bibliothèque. Au deuxième étage. Le temps est treize heures quartre. Je cherche prèsque au Q. Il y a beaucoup de livres de Queneau, mais pas l’Excersises de Style. Pour la securité, je cherche au P et au R, mais rien. Domage garage. Je vais aux computères. Le catalogue onligne du bibliothèque me dit que Exercices de Style est effectivement présent. Je vais á un collaborateur du bibliothèque. Je le dit mon problème. Il est très arrogante est ne veut pas mon aider. Je demande encore le même question. Le collaborateur soupire. Il s’éléve et mon aide á cherche. Mais rien du tout. Exercices de Style n’est pas là. Mais le collaborateur a une bout! Il me conseille de faire un e-mail au magasin. Là-bas, on a un examplaire d’Exercices de Style, sans doute! Je fais un e-mail. J’attende quinze minutes. Un e-mail retour de magasin: ‘Monsieur, Exercices de Style est présent au deuxième étage.’ C’est l’espace exactement que j’ai déjà cherché tous le jour! Je pars. Desillusioné. Une heure après. Au Place de Bois et Ombre, dans une boutique de bébé. J’achète des chaussures bébé pour mon fils.
Klassiek frans 1. Concreet
2. Abstract
Directe visuele vertaling
Visual met de focus op vorm en kleur
3. Typografische sfeer
Typografische vertaling. Er is gekeken naar materiaal, licht inval en de omgeving om een zo dramatish mogelijk effect te creeren.
Steenkolenfrans bijpassend font : Mutlu Ontworpen door: Classificatie: Tags:
Gazoz Script Calligraphic, Decorative, Display, Elegant, Formal
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUV W X YZ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 (! @ # $ %^ &_+= : “, . /[]{})
Broodtekst: Tex Gyre Schola Ontworpen door: Classificatie: Tags:
GUST e-foundry Serif Paragraph, Serif, Serif, Transitional, True Italics
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789(!@#$%^&*-+=,./[]{})
Ratio / Visual type scale Font: Base size: Scale:
Mutlu 2.369 em 1.333 - perfect fourth
Uitleg: Verhouding oogt goed het is in harmonie met de broodtekst.
Font: Base size: Scale:
Tex Gyre Schola 0.707 em 1.333 - perfect fourth
Uitleg: Past bij de stijl en de dropcaps sluiten er goed bij aan.
Le premier fevrièr 2011
Presque midi. Le bus s’arrête. Ligne 21.
Place de Gare Centrale. Je marche au derrière d’un poussette. Mon fils dort. Je suis en route au Bibliothèque Public pour emprunteur Exercices de Style de Raymond Queneau. C’est un livre très dificile d’acquérir. Mais zut alors, quelle ravage ici! Il y a beaucoup de puits de travaille! Les politis enfonsent, les foret forent.
Devant le bibliothèque. Á douze heures
quarante trois. Une femme s’adresse á moi. Elle est très jolie. Non, jolie n’est pas le mot just. Elle est charmante, magnifique, incroyable! Ses boucles sont noir comme une nuit sans lune. Elle me demande dans Anglais avec une accente Française q’ici est la poste. ‘Je parle Français’, je dit. ‘Comment ça va? Comme ci, comma ça. Et ça, c’est n’est pas la poste, c’est le bibliotèque. C’est vrais, ici etait une poste, mais il y a longtemps.’ La femme n’écoute pas, elle est destracté par un Renault gris qui va sens devant derrière de nous. Elle tourne, elle rit. Très mélancolique. Je voudrais dire qu’elle doit aller au Rue de Raadmaison, mais elle a tourné et elle s’enfuit au Renault. Au jamais voire, ma chérie!
Dans le bibliothèque. Au deuxième étage.
Le temps est treize heures quartre. Je cherche prèsque au Q. Il y a beaucoup de livres de Queneau, mais pas l’Excersises de Style. Pour la securité, je cherche au P et au R, mais rien. Domage garage. Je vais aux computères. Le catalogue onligne du bibliothèque me dit que Exercices de Style est effectivement présent. Je vais á un collaborateur du bibliothèque. Je le dit mon problème. Il est très arrogante est ne veut pas mon aider. Je demande encore le même question. Le collaborateur soupire. Il s’éléve et mon aide á cherche. Mais rien du tout. Exercices de Style n’est pas là. Mais le collaborateur a une bout! Il me conseille de faire un e-mail au magasin. Là-bas, on a un examplaire d’Exercices de Style, sans doute! Je fais un e-mail. J’attende quinze minutes. Un e-mail retour de magasin: ‘Monsieur, Exercices de Style est présent au deuxième étage.’ C’est l’espace exactement que j’ai déjà cherché tous le jour! Je pars. Desillusioné.
Une heure après. Au Place de Bois et Ombre, dans une boutique de bébé. J’achète des chaussures bébé pour mon fils.
BEELDTAAL ONTWIKKELEN Stijloefeningen (72) – Western Een stofwolk ontneemt het zicht op de wegrijdende postkoets, die mij net heeft afgezet voor het station van dit door god verlaten prairydorp. Een tumbleweed tuimelt over het zanderige plein. Het bord van de verlaten saloon piept in de wind die me voortjaagt naar de Public Library. Het geluid van een lucifer die wordt afgestreken. Knetterend tabak. Van onder hoeden word ik gadegeslagen. Als blikken konden doden had ik nu een kogel of tien in m’n donder gehad. Ik ben op zoek naar een exemplaar van Stijloefeningen van Ray ‘Mad Dog’ McQuno. Ik zoek het al een week of wat, zonder succes. Mijn tocht zet zich voort over een loopplank met aan weerszijden de baringsweeën van een stad in wording. Wat men hier wil, het is me een raadsel.
Vijftien dagen later krijg ik een telegram terug. Ik citeer het in z’n geheel: ‘Stijloefeningen is aanwezig. Stop. Op de tweede verdieping van de Public Library. Stop. Einde bericht. Stop.’ Ik knal de gringo die mij deze ‘driesterrentip’ gaf overhoop, steel het eerste het beste paard dat ik zie en ren weg op het ritme van de wind de horizon tegemoet. Ik ben nog ver, zeer ver weg van huis, als ik bij een Chinees op een klein pleintje met een enkele boom in het midden cowboylaarsjes voor mijn zoon koop. In de verte huilt een coyote.
Voor de Public Library. In de verte hinnikt een paard. In een hoek speelt een man mondharmonica. Ik klop het stof van mijn hoed, maar vlak voordat ik naar binnen ga, houdt een dame me staande. Haar hoepeljurk stuwt een lelieblanke boezem omhoog. Gitzwart haar, hoog opgestoken, een enkele krul accentueert haar porceleinblanke gezichtje. Ik hoor engelengezang als zij met een Frans accent vraagt of dit het postkantoor is. Once upon a time stond hier inderdaad een postkantoor. Ze haalt een vergeelde briefkaart uit haar reistas. Achter haar probeert een man weg te komen op zijn paard. Het gaat wat moeizaam omdat hij zijn paard om onduidelijke redenen achteruit laat lopen. De vrouw kijkt om terwijl ik haar uitleg dat het postkantoor inmiddels elders te vinden is. Ze glimlacht naar me. Verontschuldigend. Lang gerekte mondharmonicatonen begeleiden het wegrennen van de vrouw. Binnen in de Library. De hoedrand van een sombrero vibreert zachtjes door het gesnurk van de eronder slapende Mexicaan. Een man snijdt een punt aan een stuk hout. Ik zoek bij de M van McQuno. Er zijn aardig wat boeken van ’m aanwezig, maar Stijloefeningen ontbreekt. Damn. Ik ga naar de kaartenbak. Volgens de kaartenbak is het boek wel degelijk daar waar het moet liggen. Ik vraag aan een cowboy die hier werkt of hij begrijpt hoe het zit. De bastaard zoekt mee, maar vindt niks. Hij raadt me aan om een telegram naar het Magazijn te sturen. Die hebben waarschijnlijk nog wel een exemplaar liggen.
Naam Omar Vasquez Jesus Studentnummer 500 704 100 Klas V1-11 Docente Charley Muhren Vak Vormgeving 2 Opdracht Beeldtaal ontwikkelen Verhaal (72) – Western Datum 14-12-2015 Versie 1
Cowboy 1. Concreet
2. Abstract
Directe visuele vertaling
Visual met de focus op vorm en kleur
3. Typografische sfeer
Typografische vertaling. Er is gekeken naar materiaal, licht inval en de omgeving om een zo dramatish mogelijk effect te creeren.
Western bijpassend font :1873 Winchester Ontworpen door: Classificatie: Tags:
Tom Kolter Script Western, Decorative, Display
Abcdefghijklmnopqrstuvwxyz
Abcdefghijklmnopqrstuv wxyz 0123456789!$&:,.
Broodtekst: Enriqueta Ontworpen door: Classificatie: Tags:
FontFuror Slab serif Casual, Contemporary, Humanist, Paragraph, Western
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789(!@#$%^&*-+=,./[]{})
Ratio / Visual type scale Font: Base size: Scale:
1873 Winchester 3.998 em 1.333 - perfect fourth
Font: Base size: Scale:
Enriqueta 1 em 1.333 - perfect fourth
Uitleg: Header is extra groot dit past bij de sfeer van western posters. Die ik wil ik nabootsen.
Uitleg:
De tekst is goed leesbaar en niet te groot of te klein. De aandacht gaat naar de header.
Een stofwolk ontneemt het zicht
op de wegrijdende postkoets, die mij net heeft afgezet voor het station van dit door god verlaten prairydorp. Een tumbleweed tuimelt over het zanderige plein. Het bord van de verlaten saloon piept in de wind die me voortjaagt naar de Public Library. Het geluid van een lucifer die wordt afgestreken. Knetterend tabak. Van onder hoeden word ik gadegeslagen. Als blikken konden doden had ik nu een kogel of tien in m’n donder gehad. Ik ben op zoek naar een exemplaar van Stijloefeningen van Ray ‘Mad Dog’ McQuno. Ik zoek het al een week of wat, zonder succes. Mijn tocht zet zich voort over een loopplank met aan weerszijden de baringsweeën van een stad in wording. Wat men hier wil, het is me een raadsel.
V
oor de Public Library. In de verte hinnikt een paard. In een hoek speelt een man mondharmonica. Ik klop het stof van mijn hoed, maar vlak voordat ik naar binnen ga, houdt een dame me staande. Haar hoepeljurk stuwt een lelieblanke boezem omhoog. Gitzwart haar, hoog opgestoken, een enkele krul accentueert haar porceleinblanke gezichtje. Ik hoor engelengezang als zij met een Frans accent vraagt of dit het postkantoor is. Once upon a time stond hier inderdaad
een postkantoor. Ze haalt een vergeelde briefkaart uit haar reistas. Achter haar probeert een man weg te komen op zijn paard. Het gaat wat moeizaam omdat hij zijn paard om onduidelijke redenen achteruit laat lopen. De vrouw kijkt om terwijl ik haar uitleg dat het postkantoor inmiddels elders te vinden is. Ze glimlacht naar me. Verontschuldigend. Lang gerekte mondharmonicatonen begeleiden het wegrennen van de vrouw.
B
innen in de Library. De hoedrand van een sombrero vibreert zachtjes door het gesnurk van de eronder slapende Mexicaan. Een man snijdt een punt aan een stuk hout. Ik zoek bij de M van McQuno. Er zijn aardig wat boeken van ’m aanwezig, maar Stijloefeningen ontbreekt. Damn. Ik ga naar de kaartenbak. Volgens de kaartenbak is het boek wel degelijk daar waar het moet liggen. Ik vraag aan een cowboy die hier werkt of hij begrijpt hoe het zit. De bastaard zoekt mee, maar vindt niks. Hij raadt me aan om een telegram naar het Magazijn te sturen. Die hebben waarschijnlijk nog wel een exemplaar liggen.
BEELDTAAL ONTWIKKELEN Stijloefeningen (89) – Zombie Duizenden hongerige ondoden lopen zielloos over het stationsplein. Op zoek naar voedsel, naar half vergane hondenlijken, naar vers mensenvlees. Het is gekkenwerk dat ik hier ben, maar de brandstof van de bus is op. Ik hoopte dwars door de menigte wandelende lijken heen te kunnen rauzen. Maar het mocht niet zo zijn. Ergens ter hoogte van het gebouw dat ooit Oibibio huisvestte, hield de bus op met rijden. Ik heb ‘m uit laten rollen en nu loop ik hier. Onder mijn gele regenpak heb ik mezelf in aluminiumfolie verpakt in de hoop niet besmet te worden door de verontreinigde miezerregen. Donkere wolken hangen als een woedende God boven het troosteloze Centraal Station. Een venijnige wind rammelt aan de kapotte ramen. De kinderwagen die ik voortduw zit vol met jachtgeweren, ijzeren staven, keukenmessen, een shotgun en een kettingzaag. Maar als ik dat hier moet gebruiken… als ze merken dat ik nog niet dood ben… dan ben ik verloren, dat weet ik maar al te goed. Waarom doe ik dit eigenlijk? Om Stijloefeningen van Raymond Queneau te kunnen bemachtigen. Tja. Als ik mij iets in m’n hoofd haal, dan rust ik niet voordat ik het voor elkaar heb. Zo ben ik. Daar kan geen bloeddorstige ondode ook maar iets aan veranderen. Gelukkig zijn ze te veel met zichzelf bezig om me op te merken. Ik heb het gehaald en loop nu over een plank. Links en rechts modderige bouwputten die er verlaten bij liggen. Beneden vechten drie schurftige honden om een groen uitgeslagen mensenbeen. Voor de bibliotheek. Een aantal letters die ooit, in betere tijden, samen met een een aantal andere letters boven de ingang de woorden Openbare Bibliotheek vormden, liggen op de grond. De ruiten van de bibliotheek zijn stuk voor stuk gesneuveld. Ik kijk naar boven. Het gebouw hangt dreigend over me heen, als een enorme grafsteen die mij elk moment kan verpletteren. Ik pak voor de zekerheid m’n shotgun uit de kinderwagen en laad ‘m door. Net als ik naar binnen wil gaan, voel ik dat er iemand aan mijn rechterbeen hangt. Als in een reflex geef ik een trap naar achteren, draai me om en schiet een kogel dwars door het hoofd van een vrouwelijke zombie. De kogel mist z’n uitwerking niet: haar halve hoofd is weg. Haar gitzwarte krullen bungelen op haar rechterschouder. Waar ooit haar rechteroog had gezeten zit nu een groot gapend gat waaraan een oor bungelt. POST OFFICE, schreeuwt ze. Ik hoor dat ze een Frans accent heeft. Ooit heeft hier inderdaad een postkantoor gestaan. Lang voordat Amsterdam besmet raakte met het virus. Terwijl ik mijn shotgun herlaad, draait de ondode vrouw zich om en waggelt ze met haar armen vooruit richting een achteruit rijdende Renault 21 waarin een lachend skelet achter het stuur zit. Lappen vlees hangen aan zijn schedel. Ik schiet de vrouw in haar rug. Flarden bedorven zombievlees vliegen in de rondte, maar de vrouw blijft half vallend doorlopen. Boven op de tweede verdieping. Het is een chaos hier. Alle ramen zijn eruit. Er liggen meer TL-buizen kapot op de grond dan dat ze aan het plafond hangen. Overal liggen boeken. Bij de Q zijn zowaar een aantal boeken van Queneau te vinden,
maar uiteraard zit Stijloefeningen daar niet bij. Dat zul je altijd zien. Ik loop naar de bureaus waar eens de computers stonden. Er staan er nog wel een paar. Maar alles is eruit gehaald. Volledig ontmanteld. Aan diggels geslagen beeldschermen. Maar terwijl ik hier sta, zie ik dat er iemand achter een bureau zit. Ik laad mijn shotgun weer en sluip op de persoon af, die diep geconcentreerd boeken aan het sorteren is. Een vrij gave, van enige blos voorziene huid doet mij vermoeden dat ik hier met een levend wezen te maken heb. Als ik hem vraag wie hij is, schrikt hij zich helemaal het apenzuur. Maar hij hervat zich vrij snel door een AK47 te pakken en in het wilde weg te gaan schieten. Gelukkig is de man zo bijziend als een Kentucky Fried Chicken, zodat ik tijd heb om me te verschuilen achter een stuk of tien zo te zien amper gelezen exemplaren van De Ontdekking van de Hemel. ‘Ola supermercato‘, schreeuw ik, ‘ik wilde alleen maar weten of jullie Stijloefeningen van Raymond Queneau hebben.’ ‘Zeg dat dan’, schreeuwt de medewerker. ‘Ik ben op zoek naar Stijloefeningen van Raymond Queneau.’ ‘Bij de Q’, schreeuwt de medewerker. ‘Daar lag ie niet.’ ‘Misschien heeft het magazijn nog een exemplaar’, zegt de medewerker. ‘Hoe weet ik dat?’ ‘Moet je even een mailtje sturen.’ ‘Zijn er nog computers die het doen dan?’ ‘Nee.’ ‘Hoe moet ik dan een mailtje sturen?’ ‘Goed punt. Laat mij daar even over nadenken.’ Zegt de medewerker. Vijftien minuten later deelt de medewerker mij mede dat er lang over heeft nagedacht, maar dat hij geen idee heeft hoe je het magazijn zonder mail moet bereiken. Enigszins teleurgesteld begin ik aan de barre tocht terug. Op het Bos en Lommerplein, vlak bij mijn schuilplaats onder de restanten van de ringweg, vind ik in een verlaten babywinkel een paar prachtige babyschoentjes voor mijn zoon. Naam Omar Vasquez Jesus Studentnummer 500 704 100 Klas V1-11 Docente Charley Muhren Vak Vormgeving 2 Opdracht Beeldtaal ontwikkelen Verhaal (89) – Zombie Datum 14-12-2015 Versie 1
Rottend 1. Concreet
2. Abstract
Directe visuele vertaling
Visual met de focus op vorm en kleur
3. Typografische sfeer
Typografische vertaling. Er is gekeken naar materiaal, licht inval en de omgeving om een zo dramatish mogelijk effect te creeren.
Zombie bijpassend font : Boycot Ontworpen door: Classificatie: Tags:
Flat-it Display All Caps, Display, Distressed, Graffiti, Grunge, Sans Serif
Abcdefghijklmnopqrstuvwxyz
Abcdefghijklmnopqrst uvwxyz 0123456789(!@#$%&*,.)
Duizenden hongerige ondoden lopen zielloos over het stationsplein. Op zoek naar voedsel, naar half vergane hondenlijken, naar vers mensenvlees. Het is gekkenwerk dat ik hier ben, maar de brandstof van de bus is op. Ik hoopte dwars door de menigte wandelende lijken heen
Broodtekst: My underwood Ontworpen door: Classificatie: Tags:
te kunnen rauzen. Maar het mocht niet zo zijn. Ergens ter hoogte van
Tension Type Serif, Typewriter Display, Distressed, Grunge, Rough, Typewriter
het gebouw dat ooit Oibibio huisvestte, hield de bus op met rijden. Ik heb ‘m uit laten rollen en nu loop ik hier. Onder mijn gele regenpak heb ik mezelf in aluminiumfolie verpakt in de hoop niet besmet te
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
worden door de verontreinigde miezerregen. Donkere wolken hangen als
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
ge wind rammelt aan de kapotte ramen. De kinderwagen die ik voortduw
een woedende God boven het troosteloze Centraal Station. Een venijnizit vol met jachtgeweren, ijzeren staven, keukenmessen, een shotgun en
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ( @ # $ % & - , . / )
een kettingzaag. Maar als ik dat hier moet gebruiken als ze merken dat ik nog niet dood ben dan ben ik verloren, dat weet ik maar al te goed.
Ratio / Visual type scale Font: Base size: Scale:
Boycot 3.998 em 1.333 - perfect fourth
Uitleg: Extra grote header zo valt de font meer op en springt die naar buiten. Anders valt die weg op de achtergrond.
Font: Base size: Scale:
Waarom doe ik dit eigenlijk? Om Stijloefeningen van Raymond Queneau My underwood 0.707 em 1.333 - perfect fourth
Uitleg: Kleine letters om het duistere en geheimzin nige van het verhaal en de stijl extra diepgang te geven.
te kunnen bemachtigen. Tja. Als ik mij iets in m’n hoofd haal, dan rust ik niet voordat ik het voor elkaar heb. Zo ben ik. Daar kan geen bloeddorstige ondode ook maar iets aan veranderen. Gelukkig zijn ze te veel met zichzelf bezig om me op te merken. Ik heb het gehaald en loop nu over een plank. Links en rechts modderige bouwputten die er verlaten bij liggen. Beneden vechten drie schurftige honden om een groen uitgeslagen mensenbeen.
Naam Omar Vasquez Jesus Studentnummer 500 704 100 Klas V1-11 Docente Charley Muhren Vak Vormgeving 2 Opdracht Beeldtaal ontwikkelen Datum 14-12-2015 Versie 1