“Pak maar van wel”, “Mag ik daar eerst nog even over nadenken?” of “Ach ja, waarom ook niet? We zijn hier nu toch.”. Er schoten allerlei mogelijke antwoorden door mijn hoofd toen de burgemeester mij afgelopen week vroeg of ik met mijn — toen nog — vriendin wou trouwen. Om mij niet meteen een eerste huwelijkscrisis op de nek te halen, heb ik dan toch maar netjes “Ja!” gezegd. Zij trouwens ook, moest u het zich afvragen. Sindsdien probeer ik in het openbaar zoveel mogelijk anekdotes over haar te vertellen zodat ik toch maar — schijnbaar achteloos — de eretitel ‘mijn vrouw’ kan laten vallen. Wat blijkt? Niemand kijkt ervan op. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, trouwen. We wilden er eigenlijk zelf ook niet te veel ‘poeha’ rond maken. Oorspronkelijk was de bedoeling zelfs om enkel snel even een handtekening te gaan zetten, maar uiteindelijk zijn we zelfs met een oldtimer naar het stadhuis gereden. Met lintjes aan de spiegels, jawel!