NO
08
n e e r aa n k e o z p O w anker nieu HET BELIJDEN VAN DE KERK
‘De historische achtergrond van de drie formulieren is beperkend’ Klaas van den Geest
‘Rond de belijdenis moet speelruimte zijn’ Jan Mudde
OL EN HOOPV REND INSPIRE
> Jaargang 7 > 5 juni 2021
‘Kleine groepen geven de kerk een nieuw gezicht’ Remmelt Meijer
VOOR JE VERDER GAAT
Zandkasteel TEKSTEN BEELD ANNELIES SMOUTER
Winderige dagen trekken mij als een magneet naar buiten. Hoe meer wind, hoe beter. Zo ook bij het ontluiken van de eerste lentedag. De lentestorm trekt me de fiets op. Heerlijk, hoofd in de wind en leeg waaien! De heenweg windje mee. Je gaat als een trein. In je hoofd ontvouwen zich nieuwe hersenspinsels, herleven idealen en bouw je nieuwe luchtkastelen. Halverwege een mooi natuurgebied stap ik af. Om een wandeling te maken en nog beter te kunnen genieten van de natuur. Een inkijkje in de schepping waarvan God sprak dat die zeer goed was. En toen zag ik daartussen zomaar
2
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
een zandkasteel! Een prachtig kunstwerk te midden van Gods prachtige schepping. Een samenspel van schepping en cultuur, van creatie en recreatie. Op zand gebouwd, maar in de storm houdt het nog dapper stand. Om stil van te worden. Is dit een voorproefje van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde? Op de terugweg is het vechten tegen de wind. De wind die je zo heerlijk geholpen heeft en je nog niet wil loslaten. Die je gevangen wil houden in dit kleine stukje paradijs op aarde. ANNELIES SMOUTER IS EINDREDACTEUR VAN ONDERWEG
INTRODUCTIE THEMA
Is dit het moment?
D
e afgelopen jaren werkte ik voor een organisatie die zichzelf tweemaal opnieuw uitvond. Een keer vooral inhoudelijk en daarna vanwege een fusie. Hoewel het leuk is om zo tot tweemaal toe nieuwe collega’s te krijgen, schudt zo’n fusie ook aan alles wat bekend en vertrouwd is. Onze werkwijze, aandachtspunten en visie gingen opnieuw onder de loep. Waar staan we voor? Wat drijft ons? Waarom doen we wat we doen? En vervolgens: waarmee moeten we de komende jaren echt aan de slag? Het zijn vanzelfsprekende stappen voor een bedrijf, stichting of scholengroep. De aanstaande fusie van de NGK en GKv vraagt wat mij betreft om hetzelfde. Er ligt een verlangendocument met kernpunten en een voorstel voor een nieuwe kerkorde. Daarover is het laatste woord nog niet gezegd, evenals over de open vraag van de regiegroep: wordt het niet ook tijd voor een (her)nieuw(d) belijden? Is deze fusie niet het moment om het gesprek over onze identiteit, missie en roeping opnieuw te voeren?
Ons eigen geloofsleven is
een voortdurend wijzigende geloofsbelijdenis
Als dertiger, zonder persoonlijke ballast van ons kerkelijk verleden, zeg ik daarop van harte JA. Belijdenissen zijn er van groot en wereldwijd tot klein en persoonlijk. Ons eigen geloofsleven is een voortdurend wijzigende belijdenis, een antwoord op het evangelie in gesprek met wie we zijn, wat om ons heen gebeurt en de vragen die we ons (laten) stellen. Daarbij hebben we houvast aan de Bijbel, de kerkelijke traditie en de getuigenissen van geloofsgenoten, vroeger en nu. Onze persoonlijke belijdenis is dus altijd in beweging en onderwerp van ons gesprek en onze gedachten. Daarbij zal voor velen gelden dat de kern overeind blijft, maar de accenten verschuiven. Willen we een relevante, verbonden kerk worden, dan zal een stevig gesprek over de identiteit van onze kerken helpen om onze roeping en missie voor vandaag opnieuw te verwoorden. Daarbij kunnen de pijlers actualiteit, eenheid, identiteit en oecumene, waarover we kunnen lezen in de beschouwing van Van der Geest, een kader bieden en zal ook de kern niet verloren gaan. Zo wordt een fusiekerk meer dan één plus één: vanuit een breed gedeeld en relevant belijden in gesprek met de Bijbel, in rapport met de tijd en altijd in beweging.
JANNET DE JONG WAS TOT VOOR KORT MEDEWERKER VAN KERKPUNT EN IS REDACTEUR VAN ONDERWEG
3
COLOFON OnderWeg is een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan. OnderWeg schrijft over relevante en actuele thema's voor christenen en bevat rubrieken over jeugdwerk, missionaire kerk-zijn en Bijbelstudie. OnderWeg ontstond in 2015 uit een samenvoeging van Opbouw en De Reformatie. Redactie Bram Beute, Jaap Cramer, Peter Hommes, Jannet de Jong, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Jordi Kooiman (webredacteur), Jacomine Oosterhoff (eindredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp.
Nocturnestraat 12, 7323 LC Apeldoorn, redactie@onderwegonline.nl Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl. Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 61,50 (studenten € 30,75/Europa
Redactieadres
6 ‘JE MOET ER EEN BEETJE MEE SJACHEREN’ BIJ DE FUSIEGESPREKKEN TUSSEN NGK EN GKV GAAT HET OOK OVER HET ONDERTEKENINGSFORMULIER. VIER PREDIKANTEN VERTELLEN OVER HUN ERVARINGEN, MET DAARIN ERGERNIS EN BLIJDSCHAP. EN ZE BLIKKEN VOORUIT: HOE KAN HET BETER? ‘ELKAAR BIJ DE LES HOUDEN DOE JE IN HET WERKELIJKE LEVEN’, ZEGT PETER SINIA DAAROVER.
€ 102,00/buiten Europa € 135,00). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 33,00. Digitaal abonnement via een app: € 39,50 (studenten € 19,75). (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging OnderWeg Ellie Huisman, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren en Hillie van de Streek. Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. www.onderwegonline.nl/adverteren.
20 EYEOPENER IS DE SPIRIT ER NOG WEL?
Mozes, die in zijn eentje het Outbreak Management Team vormt tijdens de grote outbreak uit Egypte, is het gemopper zat. Hij mag het team uitbreiden met zeventig leiders. Vervolgens maakt de geest zich van hen meester en breekt door. Een pinksterverhaal uit de woestijn, waarbij dominee Han Hagg verrassende parallellen trekt naar onze tijd.
Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg
4
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
24 OPINIE EEN HEMELSE WIND DOOR DE KERK
Gods Geest zal komen op alle vlees, profeteert Joël. Nadenkend over de impact van Pinksteren staat Remmelt Meijer stil bij de twee meest fysieke delen van de kerk: het gebouw en de mensen. ‘De Geest maakte een einde aan het tijdperk van statisch en centraal in een gewijd gebouw samenkomen.’
INHOUD
10 ‘HOUD DE GOEDE ELEMENTEN VAST’ ‘HET VERLANGEN NAAR EEN NIEUW BELIJDEN IS BEGRIJPELIJK, MAAR MAAK HET NIET GROTER DAN HET IS.’ HOOGLERAAR AAN DE TU KAMPEN, LEON VAN DEN BROEKE, GENIET VAN DE GEESTDRIFT DIE HIJ ZIET IN HET FUSIEPROCES VAN NGK EN GKV. MAAR HIJ WAARSCHUWT OOK VOOR EEN AL TE RIGOUREUZE OPRUIMING. ‘IN MIJN OPENHEID VOOR TRENDS KOESTER IK DE TRADITIE’
Op zoek naar een nieuw anker Stockbeelden: Stellex10/iStock (cover); Lemono (pagina 6); Lukas/Pexels; Pawel Janiak/Unsplash (14); egal/iStock (pagina 16); DGL Images/iStock (pagina 18); Lukas/Pexels (pagina 19); magann/Lightstock (pagina 24); Gajus/iStock (pagina 26); Tim Hufner/Unsplash (pagina 35).
14 HEBBEN WE EEN NIEUWE BELIJDENIS NODIG? IN EEN BESCHOUWEND ARTIKEL STAAT KLAAS VAN DE GEEST STIL BIJ HET ONTSTAAN VAN DE BELIJDENISSEN EN DE ROL DIE ZIJ DOOR DE EEUWEN HEEN IN DE KERKEN HEBBEN GEHAD. ‘DE HISTORISCHE ACHTERGROND VAN DE DRIE FORMULIEREN IS TE BEPERKEND. MAAR WAT TELT, IS DE VRAAG: DOEN ZE WAT ZE MOETEN DOEN: SAMENBINDEND WERKEN?’
28 ONTMOETING EEN GEBOREN EIGENHEIMER
Els van Dijk, directeur van de EH, staat bekend als iemand met een stevige mening. Hoe ziet ze dat zelf? ‘Er staat mij slechts een ding te doen: van betekenis zijn met de kwaliteiten die God mij gegeven heeft.’ Esther de Hek sprak met haar en ontdekte ook haar kwetsbare kant.
5
REPORTAGE DE AMBTELIJKE HANDTEKENING ONDER DE BELIJDENIS
Bron van ergernis of zinvolle formaliteit? Bij de fusiegesprekken tussen NGK en GKv komt ook de binding aan de belijdenis en het ondertekeningsformulier aan de orde. Dat het formulier een juridisch document is, is voor sommigen een bron van ergernis, anderen zien het als een betekenisvolle formaliteit. Vier predikanten vertellen over hun ervaringen met het formulier, met daarin ergernis en blijdschap. En ze blikken vooruit. Hoe kan het beter?
NGK-predikant Jan Mudde (62), Wilhelminakerk in Haarlem. Jan Mudde schreef voor het lokale Handboek ambtsdragers een toelichting van anderhalf A4’tje op de ondertekening van de drie formulieren van enigheid. Hij deed dat op verzoek van een jonge, pas gekozen ouderling. ‘Vervreemding, weerstand en onbekendheid waren reden om de toelichting te schrijven.’ ‘Binnen de NGK is de ondertekening van de belijdenisgeschriften niet van juridische aard. Het is niet alsof je een contract ondertekent’, zo begint het document. ‘Het gaat erom dat we ons van harte willen binden aan het evangelie en Gods Woord’, licht Mudde toe, ‘daar willen we zelfs ons leven voor geven.’ Mudde heeft nog nooit meegemaakt dat een ambtsdrager vanwege de leer werd geschorst of weggestuurd, maar dat maakt ondertekening niet overbodig. ‘Het heeft zin gehad om op je trouwdag een gelofte van trouw af te leggen, ook als je in je hele huwelijk nooit overspel hebt gepleegd. Je stapt in een relatie en dan ben je ergens op aanspreekbaar.’
Massief of speelruimte
‘Het ondertekeningsformulier is een onderdeel van de kerkorde, niet van de belijdenis. Het klassieke formulier verwoordt de binding aan de belijdenis veel te massief: ‘de drie formulieren komen in alle delen geheel met Gods Woord overeen’, en ‘indien wij ooit een bedenking zouden krijgen…’. In de NGK wordt de leer van de kerk veel dichter bij het evangelie zelf gebracht, bij kruis en opstanding. Rond de belijdenis moet binnen de kerken speelruimte zijn om samen in vrijheid de Schrift te spellen. Het gaat uiteindelijk om het vertrouwen dat we aanspreekbaar zijn op de Bijbel. In de NGK heerst dat vertrouwen, al kan er tussen predikanten onderling op het scherpst van de snede gediscussieerd worden.’ Hij heeft alle hoop op een vruchtbaar samenleven van NGK en GKv. ‘Onder invloed van EO en ChristenUnie hebben christenen in Nederland elkaar beter leren kennen en zijn ze dichter bij elkaar gekomen. De ontkerkelijking relativeert vroegere verschillen. Nog veel meer geldt dat voor de relatie tussen onze kerken.’
‘Je stapt in een relatie en dan ben je ergens op aanspreekbaar’
TEKST PETER SNEEP 6
OnderWeg #7 > Jaargang 7 > 15 mei 2021
Jan Matthijs van Leeuwen (52), GKv-predikant. Werkzaam bij zendingsen ontwikkelingsorganisatie De Verre Naasten. Jan Matthijs van Leeuwen was van 1999 tot 2008 zendingspredikant en -docent en daarna dominee van Ede-Zuid. ‘In Afrika is het christendom booming, vooral de pinksterbeweging. Die snelle groei heeft ook schaduwkanten als winzucht en machtsmisbruik. In Congo werkte ik bij een groep gemeenten die niet uit dezelfde geografische context komt als de gereformeerde kerken in Nederland. Deze gemeenten hebben er bewust voor gekozen om gereformeerd te zijn. Ze waren zo blij met de gereformeerde belijdenisgeschriften dat die soms wel eens te sterk werden neergezet. Ze toonden bijvoorbeeld uit de belijdenis aan dat je niet mag dansen in de kerk, omdat in pinkstergemeenten wel wordt gedanst.
zeven kleuren gescheten. Dat je daar werd doorgezaagd over je confessionele betrouwbaarheid, stond van tevoren vast. Iedereen die in de GKv zijn ogen open heeft, weet dat wij de belijdenis al lang niet meer hanteren. Dat is eigenlijk al zo sinds de jaren negentig toen, mede onder invloed van veel artikelen in het Nederlands Dagblad, het gesloten vrijgemaakte bolwerk is opengebroken. Vanaf dat moment raakte een deel van de predikanten de voeling met het kerkvolk kwijt, omdat ze in de oude patronen bleven denken. Ondertussen werden de kerkleden via de mogelijkheden van de informatiemaatschappij steeds diverser in hun meningen. Toen ik in de jaren negentig in Kampen studeerde, was er een gespreksavond met professoren en studenten. Het ondertekeningsformulier kwam aan de orde. Bijna alle professoren vonden dat de juridische kant van dat formulier te strikt was, ook de hoogleraren die dat in de jaren zeventig te vuur en te zwaard verdedigd hadden. “Je moet er een beetje mee sjacheren’’ begreep ik uit wat ze zeiden.’ Dat je de belijdenis moet ondertekenen, heeft een juridische kant en dat heeft iets onbevredigends, vindt hij. ‘Maar het is de spanning tussen de heiligheid en de katholiciteit van de kerk.’
‘Het is de spanning tussen de heiligheid en de katholiciteit van de kerk’
Groepscode
De belijdenis is de groepscode van wat gereformeerd is, om ermee te laten zien waar je loyaliteit ligt. Maar de belijdenis is geen antwoord op alle vragen. Er staat niets in over de discussies die wij nu hebben over schepping en evolutie, over de positie van vrouwen, over lhbti. Toen ik in 1996 predikant werd in mijn eerste gemeente, de GKv van Eemdijk, heb ik voorafgaand aan het classisexamen
7
REPORTAGE
GKv-predikant René Barkema (43), De Kandelaar in Amersfoort. René Barkema is nog net predikant van De Kandelaar in Amersfoort, zijn eerste gemeente sinds 2014. Hij stapt binnenkort over naar de Boogkerk in Amersfoort. Hij gelooft niet in een ondertekeningsformulier. ‘De belijdenis als juridisch middel functioneert niet. Zo lang ik predikant ben, is er na ondertekening van het bindingsformulier met die handtekening van ouderlingen en diakenen nooit iets gedaan.
Vertrouwen
zegt: ”Laat uw ja ja zijn en uw nee nee. En wat je daaraan toevoegt, komt voort uit het kwaad.’’ Het is geformaliseerd wantrouwen als je een ouderling of predikant de belijdenis laat ondertekenen. Het werkt niet, er is juist een basishouding van vertrouwen nodig. Die basishouding zie ik in de praktijk ook vaak. Laat de confessie zijn wat ze is: documenten met grote historische waarde. Door de kracht van Gods Geest is vrijheid en eenheid iets wat je gezamenlijk in praktijk brengt.’ Hij vermoedt dat Ursinus en Olevianus (de opstellers van de Heidelbergse Catechismus) het niet fijn hadden gevonden als ze hadden geweten dat hun geschriften belijdenissen van de kerk waren geworden, waaraan voorgangers gebonden worden. “Olevianus schreef: de kerk kan nooit worden gebonden aan particuliere belijdenissen.”’
‘Het is geformaliseerd wantrouwen’
Het moment van ondertekening vind ik niet fijn. Ik zie vaak dat nieuwe ouderlingen en diakenen aarzelen of terugschrikken als ze zien wat er in het formulier staat dat ze moeten ondertekenen. Bij de ondertekening worden ook foto’s gemaakt, wat verder in kerkelijke vergaderingen nooit gebeurt. Een belijdenis is er niet om te ondertekenen. Ik houd het liever bij wat Jezus
NGK-predikant Peter Sinia (53), Proosdijkerk in Ede Peter Sinia vindt het ondertekenen van de belijdenis door ambtsdragers juist wel een ‘betekenisvolle formaliteit’. ‘Wat ik verkondig, mag geen ketterij zijn, dat is de geest van de ondertekening. Voor mij heeft de geschiedenis van de NGK nooit zwaar gewogen, omdat ik een andere kerkelijke afkomst heb. Ik ben opgegroeid in de ‘gewone’ gereformeerde kerken en heb een tijdlang in Amerika gewoond. Daar was ik lid van de Christian Reformed Church, een zusterkerk van de NGK en daar leerde ik het belijdenisdocument ‘Our world belongs to God’ kennen. Dat is een eigentijds getuigenis waarmee sinds 1986 veel gereformeerde kerken over de hele wereld werken, bijvoorbeeld in Korea. De regiegroep die de eenwording van NGK en GKv voorbereidt, kijkt in zijn visiedocument al naar ‘Our world belongs to God’, weet Sinia. ‘Het belijden is niet een document over oude vragen, maar gaat over het nu.’
verdriet is over wat er toen is gebeurd. ‘Bij de meeste mensen in mijn gemeente is geen angst voor fusie met de vrijgemaakten, ook niet op het gebied van de binding aan de belijdenis. Maar ik spreek weleens predikantsweduwen die zeggen: ”Mijn man had het heel mooi gevonden als hij wist wat er nu gebeurde, maar zelf ben ik huiverig.’’ Als de belijdenisgeschriften die we nu hebben niet zouden bestaan, zou er wel iets anders zijn geweest om we elkaar te kunnen aanspreken op de ernst die wij maken met Gods woord. Maar wat je ook ondertekent, het is geen waarborg voor orthodoxie en ook geen rem op vrijzinnigheid. Elkaar bij de les houden doe je in het werkelijke leven, biddend dat God over de kerk waakt. Je moet ook erkennen dat kerkleden op grond van de bestudering van de Bijbel tot verschillende standpunten kunnen komen, de positie van de vrouw, kinderen aan het avondmaal, homoseksuele relaties. Ik zeg meteen erbij dat het mij pijn doet als mensen op een andere plek uitkomen dan ik, maar je mag elke vraag stellen.’
‘Wat je ook ondertekent, het is geen waarborg voor orthodoxie’
Verschillen erkennen
Hoewel Peter Sinia de kerkstrijd uit de jaren zestig niet heeft meegemaakt, merkt ook hij dat er nog steeds
8
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
PETER SNEEP IS SCHRIJVER EN JOURNALIST
ADVERTENTIES
www.dewittenberg.nl
Magische ervaring
E
God zoeken in de stilte
Kies voor een retraite op de Wittenberg
Gezocht Hoofdbewoners In Utrecht is de Boomstraat (www.boomstraat.nl) een thuis voor een hoofdbewoners-echtpaar en negen eerstejaarsstudenten die net op kamers gaan. En nu zoeken we vanaf seizoen 2021-2022 nieuwe hoofdbewoners. Reacties kunnen naar info@boomstraat.nl
Stichting Evangelische Huisvesting Utrecht
HOOPVOL EN INSPIREREND
Hoop en inspiratie! Wij delen hoop en inspiratie ook op onze website. Bezoek www.onderwegonline.nl. Je vindt daar nieuws, blogs, gratis artikelen en het online archief met alle eerdere artikelen uit magazine OnderWeg.
> Volg je magazine OnderWeg al op Facebook? Facebook.com/onderwegonline
r zijn van die kinderverhalen waarin een pop opeens kan praten. Niet voorgeprogrammeerd, maar echt, vanuit zichzelf. Ik voel me als een kind uit zo’n verhaal: blij van verrassing en herkenning om de magische ervaring. Een kind dat altijd al geweten had dat de pop kon praten, maar het nooit kon geloven, omdat iedereen zei dat het onmogelijk was.
Biologische verklaringen lijken alle verwondering plat te slaan
Zo’n soort ervaring heb ik met dieren, bomen en planten. Steeds vaker verrast het mij hoe zij leven en op ons lijken. Zij zijn niet het decor voor ons bestaan, maar wij mogen het bestaan met hen delen. Zoals Craig Foster zegt in zijn documentaire My Octopus Teacher: ‘Veel mensen zeggen dat een octopus net een alien is. Maar het vreemde is dat je, als je dichterbij komt, beseft dat we op zoveel manieren op elkaar lijken.’ Een octopus is meer dan een hoopje cellen dat volgens een voorgeprogrammeerde code probeert te overleven. Het blijkt een mededier, een medeschepsel dat contact met Foster zoekt. Niet voor het voedsel of de veiligheid, maar gewoon om bij hem te kunnen zijn. Het is een medeschepsel dat geniet van het dansen in het water. Biologische verklaringen zijn soms zo kaal. Ze lijken alle verwondering plat te slaan. Alsof het alleen maar gaat om het overleven van genen. Alsof alles wat er gebeurt een functie daarvan is. Vogels fluiten om hun territorium te verdedigen. Bloemen bloeien om insecten te lokken. Alles in het kader van de grote strijd om te overleven. Ik ben niet tegen wetenschap. Integendeel. Wetenschappelijke kennis kan ook de verwondering vergroten. Bomen die met elkaar blijken te communiceren en elkaar de ruimte geven om te groeien. Een boom die voor het afsterven zijn voedingstoffen afstaat aan andere bomen. Ontdekkingen uit de wetenschap die een diep gevoel van verwondering en verbinding oproepen. Ik kon het niet geloven, maar eigenlijk wist ik het wel: We zijn niet alleen op deze planeet. ‘Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.’
BRAM BEUTE IS REDACTEUR VAN ONDERWEG EN PREDIKANT VAN DE BAZUINKERK IN KAMPEN
INTERVIEW
HOOGLERAAR LEON VAN DEN BROEKE OVER DE SPANNING TUSSEN TREND EN TRADITIE:
‘Als je opruiming houdt, weet dan goed wat je opruimt’ Zijn de gereformeerde belijdenisgeschriften toe aan vernieuwing of zelfs vervanging? Die vraag ligt op tafel bij de Landelijke Vergadering van de NGK en bij de GKv-synode. Zij buigen zich daarover in een gezamenlijke vergadering later dit jaar. Hoe kijkt een relatieve buitenstaander hier tegenaan? Leon van den Broeke, PKN’er, gastlid GKv Kampen-Zuid en verbonden aan de TU Kampen: ‘Het verlangen naar een nieuw belijden is begrijpelijk, maar maak het niet groter dan het is.’
TEKST LEENDERT DE JONG
Stel er is een groepje kerken die ongeveer gelijktijdig zijn ontstaan, elkaar goed kennen en veel met elkaar delen. Ze willen meer binding aan elkaar. Wat hebben zij nodig?
BEELD TU KAMPEN
‘Wat zij nodig hebben, is allereerst het gevoel dát zij elkaar in geloof nodig hebben. Als die overtuiging er is, ontstaat vanzelf het verlangen om vervolgstappen te zetten. Dat is een: de overtuiging dat je elkaar nodig hebt in het geloof de Heer van de kerk te dienen. Wat daarna nodig is, ligt aan het type kerk(verband) dat zij willen vormen. In het algemeen is het goed om helder te hebben wat je samen gelooft, hoe en wat je bidt, hoe je dingen samen beleeft en welke organisatie nodig is. Je legt afspraken vast. Dat is nodig voor het interne functioneren, maar ook voor de presentie in de samenleving. Ook daar zoek je samen woorden voor, evenals voor het omschrijven van waarin jij je als kerk onderscheidt van andere.’
10
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
Hiermee teken je iets van een document met de hoofdlijnen van het gemeenschappelijke geloof?
‘Ja, je wilt een theologische duiding geven aan wat je (samen) gelooft, waar je (samen) naar verlangt. In zo’n document moeten ook praktische zaken een plek krijgen. Geloof zit ook daarin; je geeft bijvoorbeeld aan wanneer, waar en hoe vaak je een kerkdienst belegt en wie met welk recht daarin mag voorgaan.’
Dit heeft wel wat weg van de ontstaansgeschiedenis van de huidige gereformeerde belijdenisgeschriften. Die kwamen er enkele decennia na de Reformatie, ook een nieuw begin. Ook daarin staat wat de kerken samen geloven en ook waartegen zij zich keren.
‘Die gelijkenis is er inderdaad. Daardoor zie je dat het bij belijden gaat om het verlangen naar eenwording en om de erkenning dat je in Christus al één bent. Je merkt ook, dit in reactie op het laatste dat je
zei, dat de opstellers zich gerealiseerd hebben dat een gemeenschappelijk verlangen gemakkelijk kan verflauwen. Als kerk moet je elkaar kunnen vinden en vasthouden. Je wilt recht doen aan twee begrippen: koinonia, er is eenheid, en episkeopè, je wilt naar elkaar omzien. Houd die twee bij elkaar en zorg dat een aantal grondwaarden wordt vastgelegd zodat je elkaar daarop in goede en minder goede tijden kunt aanspreken.’
Diezelfde belijdenisgeschriften worden nogal bevraagd: functioneren ze nog wel? Herken en deel je die observatie?
‘Ik herken dat gevoel als ik luister naar mensen binnen de GKv en de NGK. Ik zie ook dat dit gevoel in toenemende mate wordt geuit: kunnen en willen we er nog iets mee? Of: ik heb er niks mee! Dit past in een bredere context van niet meer goed weten hoe je op een goede manier met de traditie omgaat. Tegelijk zie ik ook de tegenbeweging bij mensen die zich zorgen maken en zich afvragen: als we elkaar daarop niet meer kunnen aanspreken, wat is er dan nog over?
Leon van den Broeke is sinds 2016 hoofddocent kerkrecht aan de TUK. Begin dit jaar werd hij buitengewoon hoogleraar rechtstheologie en kerkrecht aan diezelfde universiteit. Van den Broeke werkt daarnaast bij de Faculteit Religie en Theologie van de VU in Amsterdam. Voordat hij theologie ging studeren, volgde hij een opleiding management, economie en recht. Van den Broeke is lid van de PKN en gastlid van een GKv-gemeente in Kampen.
Zelf betreur ik dat subjectieve gevoelen van ‘ik heb er niks meer mee’. Het gaat wel heel hard binnen bijvoorbeeld de GKv. Dat is vreemd. Ik herinner mij dat ik als student - lid van de toenmalige (synodaal-) Gereformeerde Kerken in Nederland - altijd aan de tand gevoeld werd door juist GKv- en NGK-studenten. Ze stelden vragen: hoe kun je theologie studeren aan de VU? Hoe is het mogelijk dat je synodaal-
‘ ”Ik heb er niks meer mee” hoor je steeds vaker’ gereformeerd bent? Nu is dit iets van vroeger. Maar nog niet zo lang geleden zei iemand met een NGK-achtergrond: “Heb jij binnen de GKv ook dat gevoel dat je altijd nog examen moet doen, je extra moet bewijzen?” Tegelijk, ik ben de TUK en de GKv erg dankbaar dat ze me aanvaard hebben als een van hen en de samenwerking met nederlandsgereformeerden is aangenaam. Ik merk wel dat de kerkelijke ontwikkelingen snel gaan. Hierin proef ik het spanningsveld tussen trend en traditie. Eerlijk gezegd: ik denk dat gereformeerde mensen niet altijd goed in staat zijn (geweest) om een goede balans te vinden tussen die twee, tussen trend en traditie.’
Proef ik hierin iets van moeite: dit gaat té snel?
‘Laat ik het zo zeggen: in mijn openheid voor trends koester ik ook de traditie. Ik houd van openheid en dynamiek, van eigentijds geloven en wil niet alles bij het oude houden. Tegelijk zeg ik ook: help mensen als mij een beetje en blijf wel (vrijgemaakt) gereformeerd. Laat ballast uit het verleden gerust weg, durf die los te laten, dat mag als je als christen onderweg bent. Houd tegelijk de goede elementen uit het verleden vast. Anders gezegd: als je opruiming houdt, weet dan goed
11
INTERVIEW
wat je opruimt. Het is heel waardevol dat gereformeerden, in brede zin bedoeld, ergens pal voor staan. Maar als zij eenmaal om zijn, dan gaan ze zomaar met dezelfde felheid de andere kant op. Zo werd in de PKN wel geopperd om de figuur van de classis als overtollige ballast te schrappen. Ik heb toen gevraagd: “Moet je om iets af te schaffen niet eerst weten waarom het ooit in het leven is geroepen? Is het niet beter om het waardevolle eruit te halen en dat mee te nemen naar de toekomst?”’
‘ Maak jezelf niet te groot’ Als jij kijkt naar de fusiekerken GKv en NGK en je herkent de gevoelens rond de belijdenisgeschriften, hoe breng je dan als belijdende kerk anno 2021 onder woorden waar je als kerk voor staat?
‘Ik begrijp goed het verlangen naar een herenigde kerk, juist vanuit een als pijnlijk ervaren verleden. Ik zie ook de geestdrift die er is. Op grond hiervan denk ik dat de komende tijd inderdaad een momentum kan zijn om tot een belijdenis te komen. Omdat het verlangen naar eenheid er is. Misschien werkt het wel zo dat de tijd na de hereniging als vanzelf uitnodigt om tot een nieuw belijden te komen. Tegelijk liggen er vragen. Hoe gaat een nieuw verwoord belijden zich verhouden tot de huidige belijdenisgeschriften? Gaat het nieuwe wel landen bij gemeenteleden? Hoe voorkom je dat mensen over een beperkt aantal jaren opnieuw zeggen: daar hebben we niet zoveel meer mee?’
De vraag is dan: is er een andere route om het gezamenlijk belijden te omschrijven en helder te hebben dat je elkaar hieraan wilt houden? ‘Bij het beantwoorden van deze vraag helpt de kerkgeschiedenis. Eind jaren veertig van de twintigste eeuw speelde diezelfde vraag in de Nederlandse Hervormde Kerk: is het juist nu niet tijd voor een nieuw belijden? Er is een document gekomen: Fundamenten en perspectieven. Maar dat kreeg niet het karakter van een belijdenis, het is meer gaan functioneren als een ‘bewegend papier’ dat aangevuld werd met regelmatig een herderlijk schrijven. Van hieruit zou mijn advies aan de fusiekerken zijn: het verlangen is begrijpelijk, wellicht is nu het momentum voor een nieuw belijden, maar maak het niet groter dan het is. Denk bijvoorbeeld aan je relaties met kerken die dezelfde belijdenisgeschriften onderhouden. Maak jezelf ook niet te groot. Zomaar namelijk spreken we bij de belijdenis over een anker of: ‘waar je voor staat’. Realiseer je dat zulke typeringen een nieuw hek kunnen vormen dat afsluit of de toegang
12
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
verhindert. Juist dan moet ik denken aan het bekende gezegde: “Is de belijdenis een stok om te slaan of een staf om te gaan?” Ik denk dat het voor christenen onderweg evident het laatste is: een staf om te gaan.’
Er is een link tussen het belijden van een kerk en het kerkrecht. In gereformeerde kerken geldt bijvoorbeeld dat ambtsdragers een verklaring ondertekenen waarin zij instemmen met de belijdenisgeschriften. Hoe zit het met die link?
‘Het gereformeerde kerkrecht is gebaseerd op de Heilige Schrift en op de belijdenisgeschriften. Uit deze omschrijving volgt dat een gereformeerde kerkorde – nog dit jaar beslissen GKv en NGK over een nieuwe tekst schriftuurlijk en confessioneel van aard is. Het probleem bij die ondertekening is vooral dat er te formalitisch naar de handtekening gekeken wordt als het ondertekenen van een (juridisch) contract. Waardoor jij je kunt afvragen: kan ik dit wel ondertekenen? Dit punt speelt breder bij het belijden van een kerk. Veel te vaak ging en gaat de aandacht uit naar de letter, terwijl het belijden van de kerk en van gemeenteleden ondersneeuwt. Het ‘belijden’ als werkwoord is belangrijk voor het leven van elke dag: belijdenisgeschriften fungeren dan en soms nog als meetlat om de ander de maat te nemen.
‘ Is de belijdenis een stok
om te slaan of een staf om te gaan?’
Terug naar de ondertekening: ook het gebruik daarvan is te absoluut geworden. In plaats van om een handtekening zou het veel meer moeten gaan om een naam, jouw naam. Als je die daar plaatst, zeg je als het ware: “Hiermee sluit ik aan bij de kerk die er al eeuwen is. De kerk begint niet bij mij, nee, wij bewegen ons in de lijn van het voorgeslacht en hopelijk ook het nageslacht.” Zou zoiets niet voldoende zijn? Zo’n benadering kan ons rust geven. Diezelfde rust mag er ook zijn bij de vragen over een nieuwe belijdenis of niet. Je hoeft niet steeds opnieuw uit te vinden wat kerk zijn is. Misschien is de komende tijd wel het momentum voor een nieuw belijden; wel, dan is het goed. Maar ook als het anders gaat, kan dit goed zijn: er zijn, zoals ik eerder aangaf, andere instrumenten waarmee je kunt laten zien: “De kerk belijdt telkens opnieuw…”. LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG
FAMILIEBERICHTEN
Op 30 april is overleden, onze voormalige predikant: Ds. Gerard de Lange Dominee de Lange was predikant van onze gemeente tussen 1988 en 1996. Wij hebben als gemeente waardevolle en mooie herinneringen aan hem. Hij was een betrokken predikant die dicht bij de gemeenteleden stond, met aandacht voor jeugdwerk en de rol van de kerk in de wijk Rotterdam-Overschie. We zijn de Heer dankbaar voor zijn leven en voor zijn werk in onze gemeente en bidden om kracht, in het bijzonder voor zijn vrouw en kinderen. Joop van ’t Hof, predikant NGK Rotterdam- Overschie Klaas Beniers, voorzitter Reinier van Esch, scriba
Begrenzen
D
e Stichting Wolvenhek Fryslân wil een hek om de provincie, om te voorkomen dat de wolf zich in Friesland vestigt en een bedreiging vormt voor de vele schapen. De vrijheid van de wolf is de dood van het schaap. Nu ik mijn jaarlijkse voorjaarsretraite afrond op een stil plekje, tegen de provincie Friesland aan, begrijp ik de initiatiefnemers wel. Wat kan er veel rust en vrede van een verstild landschap uitgaan en ja, ook van een weide met schapen en lammeren. Je moet er toch niet aan denken dat dit verstoord wordt door wolven? De paar weken rust en stilte hebben me meer dan ooit afkerig gemaakt van het kabaal, de overprikkeling, de boosheid, het egocentrisme, de overmoed en misschien wel het opportunisme van de vrije westerse mens. De wolf van het ideaal van de persoonlijke vrijheid heeft de onvrijheid gebracht van het recht op materiële vrijheid, van het eigen gelijk en het eigen belang. Vrijheid is echter veel meer dan met rust gelaten worden door anderen en je eigen zin kunnen doen. Want als dat laatste kan, is het al heel snel voor niemand meer prettig. Dan wordt de vrijheid van de één de onvrijheid van de ander.
We zijn pas vrij in
verbondenheid met elkaar
Op 30 april overleed onze voormalig predikant
Gerard de Lange Gerard diende onze gemeente van 1980 tot 1988. We gedenken hem, God dankbaar voor wat hij voor onze gemeente betekend heeft. We bidden zijn vrouw Pia en de kinderen en kleinkinderen Gods troost en nabijheid toe. Namens de kerkenraad van de NGK Oegstgeest e.o., Hein Griffioen, voorzitter Erica Blokhuis, scriba Pieter Kleingeld, predikant
Het evangelie wijst de weg van een andere bevrijding. Daarvoor is moed nodig. Moed die geboren wordt uit pijn, maar niet uit alle pijn. Pijn die wordt ontkend of genegeerd, wordt angst of haat. Woede die niet de juiste uitweg vindt, wordt rancune, verbittering of verwoesting. Woede als heilige verontwaardiging kan een geweldige kracht worden, compassie voor een betere wereld. Maar alleen als vrijheid bestaat bij de gratie van begrenzingen en relationeel van aard is. We kunnen pas vrij zijn in onze verbondenheid met elkaar. De schapen van de goede Herder hebben baat bij een omheining. Het evangelie schetst de contouren daarvan. Nederig van hart zijn bijvoorbeeld, en barmhartig. En als er dan toch gewaakt moet worden, waak dan vooral over je hart, het is de bron van je leven. Gelukkig wie zuiver van hart is. Hij zal God zien.
ELS VAN DIJK IS DIRECTEUR VAN DE EVANGELISCHE HOGESCHOOL
‘ Een belijdenis is nooit een eindpunt’ Hebben we een nieuwe belijdenis nodig? Die vraag legt de Regiegroep Hereniging op tafel bij de Landelijke Vergadering van de NGK en de Synode van de GKv. Dat we als kerken herenigen, heeft alles te maken met de confessionele overeenstemming: we willen gereformeerde kerken zijn, gebonden aan de Bijbel zoals beleden in de drie formulieren van eenheid. Maar wie kent die nog? En wie voelt zich ermee verbonden? Voelen we ook geen weerstand tegen het vastleggen van het geloof en de verplichting zich daaraan te binden?
TEKST KLAAS VAN DEN GEEST 14
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
BESCHOUWING
G
ebrek aan kennis en afstand zijn volgens de Regiegroep Hereniging beide van toepassing als het gaat om de huidige belijdenisgeschriften: de Heidelberger Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Steeds minder mensen immers kennen deze. Er wordt niet veel meer uit onderwezen. Voorgangers en catecheten voelen verlegenheid: gaan ze over onderwerpen die er vandaag toe doen? En is, ondanks pogingen tot herschrijven, de taal nog de onze? Ook is er weerstand. In de geschiedenis van beide kerkverbanden hebben belijdenisgeschriften een bepaalde lading gekregen die sommigen als allergie voelen. Wat is die weerstand? Gaat dat om de inhoud? Of betreft die de binding eraan?
Gezonde leer
De Bijbel zegt dat we elkaar als christenen moeten houden aan de gezonde leer, het evangelie van redding door Jezus Christus, en die leer moeten bewaren om de eenheid in Christus vast te houden. Dat zullen weinigen bestrijden. Maar iets anders is: hoe bewaren we die leer? Bewaren heeft in de Bijbel ook iets van elkaar erop aanspreken. De apostel Paulus waarschuwt Timotheüs zich aan die boodschap te houden. Hij bindt hem eraan. Hoe kreeg dat vorm in de geschiedenis? Professor E.A. de Boer schreef in 2007 twee artikelen in De Reformatie over de historische achtergrond van binding aan de belijdenis. Zijn analyse kan ons verder helpen. Hij schreef dat de ondertekening van de belijdenis in de eeuwen na de Reformatie steeds meer instemming met een vaststaande tekst werd. Ruimte voor verandering of aanvulling, laat staan vragen of discussie, was er niet. Instemming met de belijdenis werd formeler, terwijl die oorspronkelijk een meer inhoudelijk karakter had. Ambtsdragers bespraken (delen van) de belijdenissen, bijvoorbeeld aan het begin van Franse synodes. Maar dit werd geen algemene gewoonte. Er kwam steeds meer afstand tussen ondertekeningsformulier en de belijdenis zelf. Dat versterkt het gevoel van een formele, nietinhoudelijke instemming. Toch was er, schrijft De Boer, van oorsprong ruimte voor inhoudelijke gedachtewisseling. De verklaring die men ondertekende noemt nog steeds expliciet de mogelijkheid om bezwaren kenbaar te maken. Een ambtsdrager ondertekent geen massief blok beton (alles of niets), maar heeft de mogelijkheid vragen of zelfs bezwaren op een verantwoorde manier aan de orde te stellen. In die ondertekening zit dus meer ruimte dan vaak is ervaren of geboden.
Weerstand
Toch kwam het zelden tot een inhoudelijk gesprek op kerkelijke vergaderingen en ook niet tot nieuw belijden.
In de GKv werd een enkele maal op een synode over (de uitleg van) de belijdenis gesproken. De uitkomst daarvan wilde men echter niet meer dan een handreiking noemen, zeker niet een belijdend document. Deze achtergrond kan iets van de weerstand verklaren. Na de geschiedenis van onze kerken sinds de vorige eeuw zijn belijdenisgeschriften en de manier waarop je elkaar eraan bindt geen neutraal onderwerp. Anderzijds zullen er niet veel mensen zijn bij wie dit nog heftige gevoelens oproept. Wat zou het mooi zijn, schrijft De Boer ten slotte, als we tussen beide kerkverbanden tot een positief gesprek kunnen komen vanuit een gezamenlijk verlangen het belijden van de kerk levend te houden.
Het geloof in Jezus
Christus is de leessleutel tot de Schrift
Leessleutel
Een ander discussiepunt betreft de verhouding tussen Schrift en belijdenis. Protestanten verzetten zich tegen alles wat men naast of boven de Schrift stelt. De Bijbel boven alles! Belijdenissen zijn slechts menselijke geschriften. Dat klinkt aannemelijk, maar is het dat wel? Zodra over de Schrift verschil van mening ontstaat, bijvoorbeeld rond actuele kwesties, wordt al snel het belijden ingebracht. Zo werd de kwestie over de sprekende slang in Genesis 3 op de synode van Assen (1926) beslecht vanuit het belijden over de Schrift. De uitleg van een bijbelgedeelte werd ingevuld vanuit het beleden en beleefde geloof. Dat leidde tot de uitspraak dat men dit bijbelgedeelte historisch en letterlijk dient op te vatten. Er is dus altijd een uitleggend criterium buiten of naast de Bijbel. Dat is op zichzelf niet verrassend: over het evangelie zijn we het eens, over de Bijbel niet altijd. De Bijbel lijkt multi-interpretabel: je kunt er alle kanten mee op. Tenzij we haar lezen vanuit het geloof in Jezus Christus. Dat geloof is de leessleutel tot de Schrift. Dit is een eeuwenoude leesregel, basale hermeneutiek zeg maar. De kerkvaders noemden dit de regula fidei, het geloof als uitlegregel voor de Bijbel.
Balans
Belijdenissen zijn van oorsprong pogingen om de eenheid van de kerk te bewaren. Ze zijn de middelpuntzoekende kracht van de kerk. Ze beogen ons altijd weer bij de Bijbel en bij Christus zelf te brengen. Belijdenissen en Bijbel gaan hand in hand. Ze kunnen niet zonder elkaar. De Bijbel zonder belijdenis leidt tot ‘iedere ketter z’n
15
BESCHOUWING
letter’. De belijdenis zonder Bijbel kan een formeel juridisch instrument worden (de meetlat). Beide hebben elkaar nodig voor een goede balans. A. van de Beek schrijft in zijn boek Lichaam en Geest van Christus dat er een derde middel nodig is om die beide andere in balans te houden: de ambten. Door dopen, bedienen en zegenen is Christus zelf bij ons. Ambtsdragers representeren die beweging vanuit God naar mensen. Wanneer de instemming met de inhoud van het geloof door ambtsdragers een inhoudelijke en hartelijke is, zorgen deze drie elementen voor een geestelijke balans. Ze zijn door God gegeven: de bijbelse canon, de overeenstemming van het belijden en de ambten. Zo heeft God het voor het zeggen: door Gods Woord, gelezen vanuit het gezamenlijk beleden geloof, bewaard onder verantwoordelijkheid van mensen van Godswege aangesteld.
Een ambtsdrager
ondertekent geen massief blok beton Doel
Is een nieuw belijden nodig? Dat lijkt urgent als je let op de inhoud van de huidige belijdenissen. De historische achtergrond van de drie formulieren is wat dat betreft beperkend. Onderwerpen die toen actueel waren, worden breed uitgemeten. Zo moest er tegenover de RoomsKatholieke Kerk veel gezegd worden over het avondmaal. Tegenover de Anabaptisten of Wederdopers was er veel aandacht voor de verhouding tussen kerk en overheid. Gezegd wordt dat we in onze tijd liever meer aandacht geven aan onderwerpen als de Bijbel, de heilige Geest, geestesgaven en de plaats van de kerk in de wereld van nu. In dit verband moeten we ons afvragen: wat is het doel van een nieuwe belijdenis? De volgende overwegingen kunnen een kader vormen. Belijdenissen beogen: 1. Actualiteit GKv en NGK willen geen historische belijdenissen die in een la liggen, maar een actueel en levend belijden, aansluitend bij de vragen en thema’s van nu. 2. Eenheid We willen verbonden zijn en blijven, vanuit een gedeeld belijden dat echt leeft. Dus moet het ter sprake komen in gezamenlijk geloofsgesprek en onderwijs in de gemeenten. 3. Identiteit We willen gereformeerd zijn: staand op het fundament van Christus en de apostelen, vernieuwd door de Reformatie, met de antenne gericht op de geestelijke fronten van nu. Dat betekent dus ook afgrenzing, daar moeten we eerlijk over zijn.
16
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
4. Oecumene of katholiciteit Met een nieuw belijden zoeken we uitdrukkelijk ook de verbondenheid met de wereldkerk, met allen die van Christus zijn. Persoonlijk voel ik me verbonden met de drie formulieren van eenheid. Maar vanuit dit kader moet ik concluderen dat ze niet voldoen. Dat ik er persoonlijk iets mee heb, kan ik relativeren: verlang ik misschien terug naar een wereld die klopte? Wat telt, is de vraag: doen ze wat ze moeten doen: samenbindend werken? Op de suggestie van de Regiegroep had ik eerder (op Onderwegonline.nl) de vraag gesteld: moeten we ons geloof opnieuw willen fixeren? Daarop heeft de Regiegroep gereageerd: fixeren is niet wat wij willen! Mijn bijdrage was ingegeven door de overtuiging dat een formele ‘handhaving’ van de belijdenis niets uithaalt. De artikelen van De Boer hebben me daarin gesterkt. Tegelijk helpen ze me om helderder te onderscheiden tussen ‘vaste formuleringen’ en ‘ruimhartige binding’. Het aloude geloof opnieuw formuleren met het oog op deze tijd is goed, als we ervoor zorgen dat we elkaar bij die belijdenis bewaren op een open manier met ruimte voor verdere ontwikkeling. Daarom geloof ik in de zin van een nieuwe belijdenis, mits hierover een inhoudelijk en voortdurend gesprek plaatsvindt. Dat zal nog niet zo eenvoudig zijn. Dat gesprek moet je organiseren en in stand houden. Het vraagt om doelgericht onderwijs over de geloofsleer en een interactief, gemeentebreed leerproces. Alleen dan zal een nieuw belijden een levend en geleefd geloof kunnen
De belijdenissen van de Reformatie waren uitleg bij die oecumenische belijdenis, gericht op de vragen van die tijd. Als we dat opnieuw doen met het oog op vandaag, zou een goede vraag zijn: hoe kunnen we dat fundament, die vroegste belijdenis, opnieuw formuleren? Misschien door eenvoudig te blijven bij de vier hoofdelementen van het belijden van Middeleeuwen en Reformatie: het Apostolicum, de Tien Woorden, het Onze Vader en de Sacramenten (geloof, gebod, gebed, genade). Je krijgt dan een geactualiseerde uitleg van het geloof, bijvoorbeeld op de manier waarop de Gewone Catechismus dat doet. De tussenweg die De Boer ons wijst, lijkt me dan een
Doen ze wat ze moeten doen, samenbindend werken?
zijn. Daar voeg ik na herlezing van De Boers artikelen aan toe: het vraagt ook om gesprek op kerkelijke niveau van de geestelijke leiding. Bij de ambtsdragers ligt de opdracht om de kerk te bewaren bij haar Heer en zo bij de geloofseenheid van Christus’ kerk. Zou er van die kant niet meer initiatief (geestelijk leiderschap) mogen zijn, bijvoorbeeld door een groep theologen aan het werk te zetten die, zo mogelijk in samenspraak met meerdere kerkelijke tradities, tot een belijdend document komen?
De inhoud
Wat leg je dan vast en wat niet? A. van de Beek pleit ervoor de oecumenische belijdenis van de vroege kerk, de Belijdenis van Nicea, als uitgangspunt te nemen. “Alles wat daarbij kwam”, zegt hij, “heeft alleen maar tot verdeeldheid geleid. Christus is de waarheid in Persoon.” Maar zodra we het woord ‘waar’ toepassen op de leer (ware leer), moeten we oppassen. Dat kan gauw rationeel ingevuld worden, vanuit het modernisme van de Verlichting. Dat waarheidsbegrip heeft zijn stempel gedrukt op de manier waarop in de gereformeerde traditie de geloofsleer werd verdedigd. Er ontstaat dan altijd weer discussie over het geloof die we met argumenten trachten te beslechten. Dit werd oorzaak van vele schisma’s en versplintering van de eenheid van de kerk. Wat Van de Beek bepleit, klinkt prikkelend. Tegelijk erkent ook hij het belang van de bijbelse leer. De Reformatie wilde niets anders dan de kerk terugbrengen tot de kern van die eerste belijdenis en zo haar bij Christus bewaren.
begaanbare. Over het geloof moet je in gesprek blijven en instemming moet van harte zijn. Het is nooit een eindpunt, erken maar dat we nu in een spiegel zien en straks pas oog in oog aanschouwen. Nu is ons kennen beperkt, straks zullen we volledig kennen, zoals we zelf gekend zijn (1 Korintiërs 13:12). Dus als iemand vragen of zelfs twijfels uit bij het belijden van de kerk, zie dat allereerst als kans om erover in gesprek te komen en elkaar dieper in Christus te leren kennen. Wat zou het geweldig zijn, als we van onze angst geleerd hebben en elkaar in liefde kunnen omarmen in gezamenlijk verlangen naar meer zicht op onze Heer Christus! KLAAS VAN DEN GEEST IS PREDIKANT BINNEN DE GKV
Samenvatting
• De gezonde leer bewaren betekent in de Bijbel ook dat je elkaar daarop aanspreekt. • Oorspronkelijk was er in de kerken van de Reformatie ruimte voor gesprek over de belijdenis; later werd de instemming ermee steeds formeler. • Belijdenissen en Bijbel gaan hand in hand. Ze kunnen niet zonder elkaar. • Een van de eisen die je aan een belijdenis mag stellen, is de actualiteit: kerken willen geen historische belijdenissen die in een la liggen, maar een actueel en levend belijden dat aansluit bij de vragen en thema’s van nu. • Heeft iemand vragen over het belijden van de kerk? Dan is dat een kans om erover in gesprek te komen en elkaar dieper in Christus te leren kennen.
17
PRAKTIJKLOKAAL
Bouwen aan iets nieuws In de kerken groeit het besef dat het oude normaal niet terugkomt – en dat je dat ook niet moet willen. Daarvan zijn ze overtuigd in de Samenwerkingsgemeente CGK/ NGK Rotterdam-Alexanderpolder (SGA), een gemeente van ongeveer 550 leden. Dominee Bas van Zuijlekom hoopt op radicale veranderingen. Hij ziet de door corona opgelegde beperkingen als versperde zijwegen die hem in ieder geval meer focus gaven op de Weg. Hij hoopt ‘dat het oude normaal ontwricht blijkt te zijn en dat op het oude en vergane iets nieuws groeit of moet worden opgebouwd’. In de gemeente is een proces gestart om daarover met elkaar na te denken. Als eerste stap heeft de kerkenraad gesproken met ruim twintig gemeenteleden: een gevarieerde groep in leeftijd, maar ook in opvattingen. De gesprekken gingen over de gemeente op dit moment, over wat de leden belangrijk vinden en over hun verlangen voor later. Gemeenteleden konden ook reageren op tien kernpunten van gemeente zijn en op twaalf manieren om gemeente te zijn. Bij de kernpunten kwam bovenaan: ‘vieren dat God onze Schepper,
18
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
Redder en Koning is’. Bij manieren waarop men gemeente wilde zijn kwam als belangrijkste naar voren: ‘ontmoetingen, gesprekken en samen dingen doen’. Deze dingen werden tijdens de coronacrisis juist gemist.
‘Willen we ook écht verbinding?’ Regelmatig noemden gemeenteleden ook de kerkdiensten: ‘De zondagse dienst is onmisbaar om te leven vanuit Gods Woord en ons gedeelde geloof samen te beleven.’ Dat vraagt om relevantie: ‘Zorg ervoor dat het geloven en de manier waarop we dat geloven vormgeven aansluit bij het dagelijkse leven van de mensen.’ De kerkenraad staat nu voor de belangrijke vraag: hoe verbinden we ons als gemeenteleden aan elkaar? Willen we ook écht verbinding? De volgende stappen zijn erop gericht om de vragen scherper te krijgen en antwoorden te vinden.
Cursus over werken van barmhartigheid Dominee Kees van Dijk (GKv Ommen) begint al terug te blikken op de coronacrisis. Langzamerhand mogen er weer kerkgangers in de kerkdienst. Maar het wordt straks niet meer zoals het was. ‘De kerkdiensten worden anders ingevuld.’ Welke verwachtingen koester je voor het moment dat alles weer kan? Dat kan sterk uiteenlopen.
uitvaartverzorger, een rouwtherapeut, een tweetal predikanten. En ervaringsverhalen over begraven op de natuurbegraafplaats. En gespreksthema’s voor thuis of in groepsverband.’ Hij voegt er een hartelijke uitnodiging aan toe: ‘Deze cursus is niet gemaakt om voor onszelf te houden.’
‘Deze cursus is niet
gemaakt om voor onszelf te houden’
Tijdens de crisis zijn er ook mooie dingen gegroeid. Hij noemt de bijbelstudies van Samen kleinschalig Ommen, een serie over de zeven werken van barmhartigheid. Ze zijn terug te vinden op het YouTubekanaal van Samen kleinschalig Ommen. Vooral over de laatste studie is hij tevreden, over het begraven van de doden. ‘Het ging over rouw en rouwverwerking. Over begraven of cremeren. We hadden mooie gesprekken met een
En verder •A lfred Oostenbrug (GKv Leek) vindt het tijd voor een nieuwe motortoertocht als gemeente-activiteit. Die staat gepland op 11 september aanstaande De tocht gaat deze keer langs de locaties van de Groninger borgen en zal ongeveer 200 kilometer lang zijn. • I n Amersfoort-Zuid (GKv) worden de collectedoelen in het kerkblad toegelicht. Op 30 mei is er een collecte voor El Roi: ‘El Roi is er voor vrouwen in de prostitutie in Utrecht, Amersfoort en omstreken. El Roi wil oog hebben voor deze groep in onze samenleving, en indien nodig passende hulp bieden’. De naam is een verwijzing naar de uitspraak van Hagar in Genesis 16: 13: ‘U bent een God van het zien’. Dit collectedoel is vanuit de gemeente aangedragen. • I n Amersfoort-Zuid is besloten om voorlopig ook tijdens de fysieke kerkdiensten alleen digitaal te collecteren,
gezien de huidige hygiënevoorschriften en de kleine stapjes die de overheid neemt in het versoepelen van de coronamaatregelen. • Dordrecht (GKv) helpt de gemeenteleden om niet om te komen in de boeken. Er is een doorgeefboekenkast, waarvoor iedereen boeken kan in leveren. Opvallend: theologische boeken en prentenboeken zijn niet welkom. • Dokkum-Driesum is een fusiegemeente van twee vrijgemaakte kerken. Het kerkgebouw van Dokkum is na de fusie overbodig geworden. De gemeenteleden worden op de hoogte gehouden van een nieuwe bestemming: het kerkgebouw is doorverkocht aan het Stipehûs, een instelling voor beschermd, begeleid en ambulant wonen. Er zijn tien appartementen in gekomen, waarvan een voor de beheerder. ‘Al met al een mooie bestemming van het gebouw en de buurt is er ook blij mee.’
19
EYEOPENER
Het pinkstert in de woestijn
Het lijkt soms wel of de kerk vrijwel is lamgeslagen door die vermaledijde Goliath die COVID-19 heet. Van alles is en blijft afgelast en wat komt er nu helemaal voor in de plaats? Waar is de inventiviteit, de positiviteit? Ik hoorde iemand fatalistisch beweren: ‘de spirit is eruit’. Hoe krijg je de spirit er weer in? Misschien helpt het als we onze eigen kerkgeschiedenis induiken. De woestijn in met Mozes en ontdekken hoe het daar, midden in een hopeloze situatie, ineens begint te pinksteren!
TEKST HAN HAGG
‘Legde de Heer zijn Geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!’ Numeri 11:29b
20
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
Mozes kiest de zeventig oudsten (1735), Jacob de Wit, 1695 – 1754, collectie Paleis op de Dam. Via Wikimedia Commons
D
e situatie van Israël in Egypte was ten hemel schreiend. Maar nu de verlossende Exodus eindelijk heeft plaatsgevonden, kun je de situatie van Israël in de woestijn maar beter niet romantiseren. Het is bepaald geen avontuurlijke vakantietrip die Vader met zijn zoon onderneemt. Ondanks de hemelse voedselvoorziening is het permanent afzien en geduld oefenen. Je zult maar je vaste onderkomen hebben verruild voor een tentenbestaan. Dat is enorm wennen. En dan het perspectief. Je weet dat het een keer afgelopen zal zijn, dat het Beloofde Land bereikt wordt, maar wanneer in vredesnaam!? Het is een onafzienbaar uitgerekte test of je de Initiatiefnemer van deze onderneming wel vertrouwt. En zijn handlanger Mozes idem dito. Zomaar gaan je gedachten cirkelen rond dat wat je vroeger had, maar nu niet meer hebt. ’s Nachts droom je van sudderlapjes. Hoe lang is het nu al geleden dat je je een na laatste geit slachtte en een feestmaal genoot tussen al die
‘alleen-maar-manna-dagen’? De laatste geit dan maar? Maar dan zou je voortaan geen melk meer hebben. Een portable moestuintje heb je ook al niet bij je. Laat staan dat er in de woestijn een rivier is om in te vissen. Al met al een licht ontvlambare situatie. Dat gebeurt dan ook. Het tentenkamp wordt een waar paradijs voor beroepsmopperaars. Die zijn er volop: de groep profiteurs, die in het kielzog van Israël Egypte had verlaten, gaat voorop in de moppercampagne. Herkenbaar toch: leven op kosten van de overheid en tegelijk standaard ontevreden zijn over diezelfde overheid? Bovendien zul je uit ervaring weten dat het moppervirus, als het eenmaal is uitgebroken, uiterst besmettelijk kan zijn voor wie zich er niet tegen wapent. Hangt er boven ons eigen land - volgens de statistieken zo ongeveer gelukkigste land ter wereld - ook niet een enorme mopperwolk? Vrijwel iedereen is min of meer ermee besmet. Als zelfbenoemde virologen gaat het van ‘waar zijn ze mee bezig?’ en ‘ze moeten zus en zo’ tot ‘hadden we maar’. En toch: ik denk dat niemand van ons ooit met een Israëliet van toen zou willen ruilen. Of wel?
21
EYEOPENER
Ontslag
Expeditieleider Mozes is niet doof. Hij luistert naar al dat geklaag van het apathische volk. Het is op zich mooi als de manager bij zo’n outbreak begint met luisteren. Het is ook goed dat hij meteen ermee naar de ‘directie’ gaat. Maar hier eindigt helaas het goede nieuws, want Mozes blijft zelf ook steken in verwijten. Mozes, de zachtmoedigste man van de hele aardbodem, is zelf geïnfecteerd met het moppervirus. En stevig ook! Je durft het nauwelijks hardop voor te lezen wat hij de Eeuwige in het gezicht durft te slingeren. Het is bepaald geen geparfumeerde smeekbede, die hij ootmoedig opzendt. Hij is zonneklaar 200% gefrustreerd. Hij voelt aan den lijve: ‘Het komt allemaal op mij neer – ik ben de outbreakmanager.’ Een eenpersoons-OMT. Hij kan dat volstrekt niet handlen en dus: ‘Ik stop ermee!’ Mozes dient zijn ontslag in. Hij wil hier weg, voorgoed. Hij wil dood. Dieper kan hij niet zinken: Mozes is echt op het dode punt aanbeland. Bedenk goed: daarmee is heel Gods onderneming op het dode punt aanbeland.
Hemelse ingreep
Het opvallendste is dat God het brutale gebed van zijn dienaar verhoort en hem over zijn dode punt heen helpt.
Ter overweging
1. Mozes’ woord werd waar: God legde zijn Geest op heel zijn volk. Maar werd de ‘wens’ die hij in het openbaar uitte, zijn gebed, ook werkelijkheid? ‘Profeteerde iedereen maar!’ Leg zondag 12 van de Heidelbergse Catechismus eens naast je eigen leven. Waarmee ben je blij en waarnaar verlang je? 2. Hoe kun je met elkaar als gemeente merkbaar ‘een profetenvolk’ zijn in de samenleving van vandaag? Kun je dat concretiseren in een zichtbare actie van je huiskring? 3. Bedenk dat je bij de wereldkerk hoort: bidden voor en zo mogelijk contact leggen met christenen elders op de wereld en delen in de strijd die zij te strijden hebben. 4. Herken je het beeld van het lamgeslagen kerkelijk leven? Leg dat naast Handelingen 2:46. Wat gebeurt er als je de mensen van je huiskring om de beurt bij je thuis uitnodigt om samen te eten, samen een bemoedigend Woord te inhaleren, te bidden voor kerk en wereld en een lied te zingen tot eer van de Heer? Zal het niet meteen beginnen te pinksteren? Zou je dat willen?
22
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
Hij geeft het niet op met zijn volk. Mozes mag zeventig leiders van het volk zoeken om hem voortaan te helpen leidinggeven. Het OMT gaat van 1 naar 71 personen en wordt permanent. Bijeengekomen in besloten vergadering bij de ontmoetingstent, waar de Bewaarder van Israël op zo’n bijzondere manier aanwezig is, vervult de HEER hen met zijn heilige Geest. Wat uniek dat allen daar ter plekke aan het profeteren gaan! Ik had er wel bij willen zijn hoe zij daar, gegrepen door Gods Geest, getuigen van Gods heerlijkheid, zijn liefde en genade. Is dat niet de kern van ‘profeet zijn’? Een eenmalige gebeurtenis als voorteken van de eenmalige tekenen van Pinksteren. Als hemelse onderstreping van wat er is gebeurd: Gods Geest maakt zich meester van mensen. En dat zal te merken zijn!
Medad en Eldad
Vanuit een regenboogscala aan nationaliteiten is op het pinksterfeest de hele wereld getuige van de hemelse geestelijke stortbui: de vervulling van Jezus’ belofte, verhoring van het gebed van een volhardende groep bidders. Ieder krijgt gelegenheid te reageren: door zich ervan te distantiëren of door zich te bekeren en ook persoonlijk de Geest te krijgen. In de woestijncrisis zorgt God ervoor dat twee van de zeventig uit de vergadering van oudsten breken. Hij laat hun profetieën bij het hele volk terechtkomen. Eldad (God is liefde) en Medad (Gods beminde) worden zijn handlangers. Als Jozua’s reactie is ‘stop die twee!’, juicht Mozes juist toe wat ze doen: ‘Legde de Heer zijn Geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!’ Je krijgt zomaar het idee dat hij al iets mag doorzien van het plan dat de Eeuwige via Joël en Petrus werkelijkheid laat worden op Pinksteren: een heel profetenvolk, een volk van het licht, een ‘pinksterbeweging’. Een kerk met als diepste missie: God grootmaken in de wereld. Door zich Medad, Gods beminde, te weten en Eldad, God is liefde, uit te dragen in woord en daad.
Spirit
Een gelovig mens kan moedeloos raken en aangetast worden door een gevaarlijk virus dat rondwaart. Als dat bij Mozes al gebeurde… Een kerk-in-crisis kan uit het lood geslagen raken en, door een verkeerde geest geïnfecteerd, druk zijn met het omgekeerde van wat zo mooi in haar eigen mission statement staat. ‘Is de Spirit er nog wel?’ kun je je afvragen. Maar een verhaal als dit, zo heftig als het is, helpt ons om de Spirit weer te zien en in zijn kracht Jezus te volgen, gedurende heel het ‘Handelingen 29’ waarin wij mogen leven en de naam van onze Heer groot maken tot Hij terug is. HAN HAGG IS PREDIKANT VAN GKV ZWOLLE-ZUID
STIMULANS
TEKST JANNET DE JONG
Lees-, kijk- en luistertips VOOR GELOOFS- EN GEMEENTEOPBOUW
Kijkje in de Kamper keuken De 25e uitgave in de TU-bezinningsreeks Kamper Kanttekeningen is verschenen. De serie, die vooral bestaat uit delen die rond studieconferenties en afscheidssymposia worden uitgebracht, slaat met deze jubileumeditie een waardevolle afslag in. De lezer krijgt een inkijkje in een wekelijks fenomeen aan de Theologische Universiteit: de chapelviering, afwisselend ingevuld door studenten en docenten, maar ook door bezoekers van de academie. Nu vanwege de coronabeperkingen van symposia geen sprake kon zijn, is besloten tot een bundeling van meditaties die gedurende
het jaar in de vieringen zijn gehouden. De lezer kan zelf ermee aan de slag, want aan het einde van ieder hoofdstuk staan vragen of gesprekspunten. De dertig overwegingen zijn geschreven door 22 auteurs die alleen aan de TUK werken. Vanuit diverse perspectieven belichten zij zelfgekozen bijbelgedeelten en laten de relevantie ervan zien voor het christelijk leven van vandaag. De bundel Kamper Kanttekeningen. Bijbelse overwegingen vanuit de Theologische Universiteit Kampen, staat onder redactie van Rob van Houwelingen en is uitgegeven door Buijten en Schipperheijn.
Vijf talen van Gods liefde
Het meest fascinerende boek
Ben ik geliefd? Deze vraag stelt bijna iedereen zichzelf of de ander wel eens. Voor sommigen is het zelfs een levenslange worsteling. Wie niet zeker is van het antwoord, heeft meestal moeite om ook anderen lief te hebben. Voor een christen ligt daar nog een vraag onder: ben ik geliefd door God? Hoe geef je antwoord op die vraag, als je zijn liefde niet voelt of ervaart? De auteurs van Gezien, gekend, geliefd gaan aan de hand van de vijf liefdestalen (Chapman) met je aan de slag om te onderzoeken hoe God zijn liefde met je deelt. Wie zijn eigen liefdestaal kent, kan ontdekken dat God deze taal ook spreekt en verstaat. Het is de taal van positieve woorden, dienstbaarheid, cadeaus, tijd of lichamelijk contact. Met voorbeelden en in eenvoudige taal word je uitgenodigd om je relatie met God te doordenken en doorvoelen. Daarbij: wie Gods liefde kan ervaren en accepteren, groeit in liefde voor zichzelf en anderen. Een zachtaardig boekje dat uitnodigt tot gesprek. Gary Chapman en York Moore, Gezien, gekend, geliefd. De vijf talen van Gods liefde is uitgegeven door KokBoekencentrum
Presentator David Boogerd is bekend van onder andere De ongelooflijke podcast waarin hij met missioloog Stefan Paas spreekt over de relevantie van het geloof in het Nederland van nu. Hij is een nieuw project gestart, Dit is de Bijbel. In een serie van 30 afleveringen zet hij de Bijbel in de schijnwerpers, geholpen door gesprekspartners als Arnold Huijgen en Almatine Leene. Wat is de Bijbel eigenlijk voor boek? Waaraan ontleent het boek zijn gezag? Wat is de favoriete tekst van Paas? Het moeilijke en soms rauwe van de Bijbel, maar ook het goede, ware en schone komen aan de orde. Boogerd hoopt de luisteraar te prikkelen en inspireren om ook zelf de Bijbel (weer) te pakken. De podcast is een initiatief van de EO en IZB en onder andere te vinden op www.NPORadio 5.nl/podcasts.
23
OPINIE
Laat het feest zijn in de huizen Kwam Pinksteren dit jaar niet als geroepen? De vraag zingt al een tijdje door m’n hoofd. Voorzichtig kijken we weer vooruit. Kerkdiensten komen weer in zicht, als ze kleinschalig al niet zijn begonnen. Maar de grote vraag is: hoe gaan we verder? Weer terug naar het oude normaal of gaan we alles opnieuw inrichten? Misschien is de echte vraag wel: hoe willen we verder? Niet vanuit een moeten door de omstandigheden, maar vanuit geloof en verlangen. Pinksteren is dan precies het goede moment om op de knieën te gaan en omhoog te kijken. Vol verwachting en verlangen.
TEKST REMMELT MEIJER 24
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
I
k pleit graag voor verandering in de kerk. Niet uit idealisme, zoals mij of anderen wel eens verweten wordt. Ook niet omdat ik als pionier nu eenmaal zou moeten willen veranderen. Maar wel vanuit mijn diepe verlangen dat we gevoelig worden voor Gods droom, voor Gods perspectief op de kerk.
Veranderen
Als geen ander weet hij de leegte van gebouwen te schetsen in een directe spanning met de ruimte van het evangelie. Het evangelie dat zich niet beperkt tot een gebouw en nooit leeg is. Haliks boodschap is in feite: de fysieke leegte in de coronatijd is een sneak preview van de geestelijke leegte die ons te wachten staat als we niet tijdig het roer omgooien.
Ik begeleid door de week diverse kerken die juist vooral als ‘gevestigde kerken’ te typeren zijn. Ik moet bekennen dat ik niet zo optimistisch gestemd ben over kerk zijn op een nieuwe manier. Ik ben tegelijk bang dat kerk zijn na corona geen gemakkelijk verhaal gaat worden. De eerste reactie kan zijn: laten we genieten van weer ‘gewoon kerk zijn’. Ik denk dat dit ervoor gaat zorgen dat veel kerken pas over een jaar weer gaan nadenken over veranderingen, pas als ze voelen dat het oude normaal geen antwoord biedt op de dingen waar we voor corona ook al tegenaan liepen. Ik begrijp heus wel dat verandering in een bestaande setting niet zo eenvoudig is. Van moeheid heb ik ook last, al moet ik toegeven dat ik minstens zo moe word van het bagatelliseren dat we als kerken in een verandertijd leven. Maar dieper dan de moeheid klinkt de stem van mijn verlangen.
Je hoeft van dit soort pittigheid niet op te kijken als je al langer oog hebt voor afhakende jongeren en de lege plekken in de kerkbanken. Dit perspectief helpt ons om twee dingen te doen: teruggaan naar het evangelie zelf én naar de buurt rond het gebouw. Dat is de beweging van Pinksteren. De tempeldienst die centraal in Jeruzalem gehouden werd om God te zoeken en te eren, werd ingewisseld voor een veelvoud van plekken. Het evangelie barstte uit de voegen van de tempelmuren en baande zich een weg door de straten van Jeruzalem. Zonder beeldspraak gaat het erom dat de Geest op dat moment een einde maakte aan het tijdperk van statisch en centraal in een gewijd gebouw samenkomen. Er vond een omslag plaats naar een veelvoud van gebouwen: huizen, kamers, straten. Het evangelie nam veel vloeibaarder de ruimte in dan ooit tevoren.
Pinksteren, wat kan het juist nu betekenen? Nadenkend over de impact van het feest van Gods Geest wil ik deze vraag beantwoorden aan de hand van de twee meest fysieke delen van de kerk. De Geest kwam over alle vlees, juist over het meest fysieke van ons bestaan. Wat zegt dit over enerzijds het kerkgebouw en anderzijds de fysieke kerkgemeenschap?
Experimenteren
Het gebouw
In het begin van de pandemie schreef de Tsjechische priester en schrijver Tomas Halík een indrukwekkend essay over de boodschap van de lege kerkgebouwen. Zijn beelden in dat artikel hebben me nooit meer losgelaten.
Voor nu is dat enorm relevant. Opnieuw lijken we te vast te zitten in het bestaande gebouw van de kerk. Letterlijk kan het gebouw veelzijdiger ingericht en ingezet worden, denkend vanuit de behoefte én kansen van doelgroepen als jongeren, buurtbewoners, eenzamen, gezinnen, singles en meer. Doelgroepen die juist in coronatijd zichtbaar werden en waarbij de samenleving steeds harder roept dat er gebrek aan sociale cohesie is. In een nieuwe fase van kerk zijn kunnen we hier leren zoeken naar vormen. Ik wens kerken in deze verandertijd toe dat ze leren experimenteren. Dat ze minder voorzichtig en berekenend worden en vooral minder afwachtend. Daarbij is de ruimte voor het evangelie zoveel groter dan het ene gebouw dat je als kerk rijk bent. Denk aan al die huizen van gemeenteleden. Wat kun je daarmee? Hoe kunnen we daar op een creatieve manier plekken van hoop en verbinding maken? Het aanzien van de kerk zou er totaal door veranderen. Dat is toch precies wat de Geest ooit al eerder heeft aangejaagd? Zou dat nu weer kunnen?
De gemeenschap
De tweede fysieke uiting van gemeente zijn is wellicht nog belangrijker: de gemeenschap. De omslag van Pinksteren is er een geweest van een ‘volk’ naar ‘volken’ en van een ‘volk’ naar een ‘nieuwe familie’. Niet de ondertoon van de club mensen die zondags de banken
25
OPINIE
bezet, luistert en zingt en napraat op het kerkplein. Niet de dynamiek van ‘draagvlakkerken’ waar veel dingen traag gaan, alles centraal geregeld wordt en we vooral niemand willen kwijtraken. Voor dat laatste is het al te laat. Liever een dynamiek van een nieuwe familie, waar mensen bij kunnen komen. Niet als wishful thinking, maar omdat we ons daadwerkelijk opdelen in organische kleine eenheden die voluit kerk zijn. In mijn gesprekken met kerken merk ik dat het verlangen zeker aanwezig is. Maar ook dat een deel tegelijkertijd op de rem trapt. Belangrijkste reden: niet iedereen wil dit. Klopt: het is een omslag in denken én doen. De kring of bijbelstudiegroep zal moeten opgeven er alleen voor
Samenvatting
Geloven we nog in verandering? Dat de wereld om ons heen verandert, hebben we wel in de gaten. Maar geloven we dat de kerk kan veranderen? Dat de Geest het aanzien van de kerk ook vandaag weer kan omgooien, zoals eerder al eens gebeurde? Die verandering gaat twee richtingen uit: waar willen we zijn of hoe gaat een kerk na corona om met haar kerkgebouw? Gaat het evangelie de ruimte bepalen in plaats van de muren? De tweede richting is de vraag naar wie we willen zijn: een nieuwe familie waarin we bereid zijn Jezus te zijn voor de ander. Kleine groepen die voluit kerk zijn, kunnen de kerk na corona een nieuw gezicht geven. Wie ernaar kijkt, ziet het gezicht van Jezus. Dat verlangen vormt de drijfveer achter deze visie op de kerk na Pinksteren.
26
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
de liefhebbers te willen zijn en moeten stoppen met zichzelf als activiteit te zien. Daar begint de kerk - net als ooit, toen de Geest zo duidelijk alles omver waaide. Huizen werden gevuld met mensen die niet bij elkaar pasten. Er ontstonden nieuwe families en er konden zomaar mensen aanschuiven. Praktisch betekent dit dat we samen moeten gaan leren Jezus te zijn voor de ander. Niet een welwillende bezoeker, maar Jezus voor de ander. Dan wordt het lijntje tussen binnen en buiten de kerk flinterdun. Want Jezus was waar de mensen waren. Het evangelie zoekt de straat.
‘Geef de groepen in de kerk weer een centrale plek’
Concreet: geef de groepen in de kerk weer een centrale plek. Zonder groepen geen kerk. En geef die groepen de missie om zelf evangelie te zijn. Op hun manier. Maar je bent er niet alleen voor jezelf. Niet alleen voor gebed. Of voor bijbelstudie. Of voor sociaal samenzijn. Je bent familie en je kijkt vol liefde naar elkaar om en samen naar je omgeving.
Hemelse wind
De ruimte ontbreekt alles uit te werken naar het niveau van ‘hoe doe je dit precies?’. Ik hoop vooral een vonk over te laten springen. Willen we dit met elkaar? En dan die andere vraag: als de Geest opnieuw een hemelse wind laat waaien, geloven we dan nog dat dit weer kan? REMMELT MEIJER IS THEOLOOG EN COACH
KRINGEN
‘Wie be n I k volgens jullie?’ Wie is God voor jou? En Jezus? Wie is de heilige Geest? Als je je geloof belijdt spreek je je daarover uit. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor en met anderen. Om elkaar te steunen in dat geloof. En natuurlijk ook tegenover degenen die niet geloven, om duidelijk te maken wat je gelooft.
TEKST BRAM BEUTE
Dat is een doorgaand proces. Zoals jezelf door het leven verandert, verandert de kerk en daarmee haar belijdenis. Ook al is de Heer in zijn trouw altijd dezelfde. In elke tijd lichten weer andere kanten van het evangelie op en moeten we opnieuw naar woorden zoeken. Daarom moet in de kerk het gesprek over het belijden, volgens Klaas van der Geest, een doorgaand gesprek zijn. Juist ambtsdragers hebben een belangrijke rol om elkaar en de gemeente scherp te houden. Of dat moet resulteren in een nieuw belijdenisgeschrift is de vraag. ‘Belijden is een werkwoord’, stelt Leon van den Broeke. Een nieuwe vastgelegde belijdenis is statisch en kan zomaar afsluitend werken ten opzichte van andere kerken en al gauw weer verouderd voelen. Van den Broeke voelt meer voor een ondertekening van de bestaande belijdenissen. Niet om daarmee alle discussie uit te sluiten, maar om te zeggen: ‘Hiermee sluit ik aan bij de kerk die er al eeuwen is.’ Of zo’n ondertekening zal blijven bestaan, is maar de vraag als je kijkt naar hoe verschillende predikanten die ondertekening beleven.
Aan de slag
Deel met elkaar wat ‘belijden’ en ‘belijdenissen’ bij je oproepen. Is er frustratie van vroeger, gemis of verlangen naar een nieuwe belijdenis? Ga niet met
elkaar in discussie, maar luister naar elkaars beleving en verhaal. Lees de volgende bijbelgedeelten en probeer bij elke tekst onderstaande vragen te beantwoorden: Matteüs 16:13-20, 1 Korintiërs 12:2-3 en 1 Petrus 3:15-16. Voor wie is het belijden belangrijk, wie vraagt erom? Wat wordt er beleden? Waar komt die belijdenis vandaan? Hoe zijn deze teksten en de antwoorden op de vragen relevant voor vandaag? Schrijf voor jezelf een korte belijdenis van je geloof. Als je niet weet hoe je moet beginnen, zou je kunnen starten met een antwoord op de vraag boven deze rubriek. Bevraag elkaar op die belijdenissen en probeer daarna samen een belijdenis te schrijven. Denk daarbij na voor wie je de belijdenis schrijft. Lees (een gedeelte uit) een oud of nieuw belijdenisgeschrift en vertel elkaar wat je daarin aanspreekt en waarom. Zie voor links naar belijdenisgeschriften het online deel van deze rubriek. Bid (en luister of zing). Een belijdenis kan ook een gebed zijn. Kijk bijvoorbeeld in Psalm 16 of Psalm 73:25-28. Voor diverse muzikale uitvoeringen van deze en andere belijdenissen zie het online deel. Je kunt deze woorden nazeggen of zingen of jullie eigen belijdenisgebed schrijven. BRAM BEUTE IS REDACTEUR VAN ONDERWEG EN PREDIKANT VAN DE GKV KAMPEN-ZUID
> De rubriek Kringen is bedoeld voor huiskringen en sluit inhoudelijk aan bij het thema van het nummer. De rubriek krijgt online een vervolg met extra verdieping, bronnen en adviezen om praktisch met het thema aan de slag te gaan. Zie onderwegonline.nl/kringen-OW708
27
DE KWETSBARE KANT VAN ELS VAN DIJK: TEKST ESTHER DE HEK BEELD SAHIL AAMIR
‘Ik merk dat het rouwen mij zwaar valt’ 28
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
ONTMOETING Voor een stevige visie kun je altijd bij Els van Dijk aankloppen, het is haar handelsmerk. Haar kwetsbare, zorgende kant kennen minder mensen. ‘Ik verlang ernaar om voor mijn moeder te zorgen en zo mijn liefde aan iemand te kunnen geven, maar dat is niet meer nodig.’
H
et is vrij uitzonderlijk dat ze een gast ontvangt op haar retraiteplek in Overijssel, vertelt ze als ik net zit met een glas water. Twee keer per jaar trekt ze zich daar een paar weken terug in hetzelfde huis op een rustig vakantiepark. ‘Maar voor jou maak ik ruimte’, zegt Els van Dijk (65), de vrouw die dertig jaar geleden mijn docent massacommunicatie was op de Evangelische School voor Journalistiek (ESJ) in Amersfoort. Ik was net achttien en ‘erg speels’, volgens Els. Zij was dat ook, reageer ik, zeker voor een docent. ‘Ik hield van dollen met studenten, nog steeds trouwens.’
Krat vol boeken
De vakantiebungalow waar we zijn is voor haar een plek vol herinneringen die deze weken van afzondering zomaar kunnen schrijnen. Toen ze dit keer naar Overijssel reed, was dat met alleen haar eigen bagage: kleding, proviand en een krat vol boeken; overal in de huiskamer liggen stapeltjes. ‘Ik lees hier ontzettend veel, ook boeken die ik al eerder gelezen heb.’ Een halfjaar geleden overleed haar moeder op 90-jarige leeftijd - haar lichaam was op, haar geest tot het laatst toe scherp. Herfst 2019 was ze er nog bij in Overijssel. ‘Ze verbleef in een ander huis op het park, ook toen mijn vader nog meeging, was dat zo. Toen ik vorige week aan kwam rijden, was ik zo klaar met inrichten. Dat was eerder wel anders. De laatste keer hadden we een bed in haar kamer besteld, de postoel en allerlei verzorgingsmateriaal gingen mee, Buurtzorg kwam dagelijks en een paar keer per dag ging ik bij haar kijken. Ergens is dit gemakkelijker, maar toch mis ik het en is er zomaar iets wat het gemis oproept.’ Zo droomde ze vannacht over een begrafenis waar ook
haar vader rondliep die in 2016 overleed. En: ‘Gisteren fietste ik een rondje in de omgeving dat ik vaak met mijn ouders heb gefietst. Zo’n tochtje zit boordevol herinneringen die mooi zijn, maar juist nu ook kunnen steken.’ Els hield zielsveel van haar ouders, merk je aan alles wat ze over hen vertelt. Hun levens waren nauw met elkaar verweven. ‘Mijn vader en ik waren heel close, hij was echt mijn maatje. Voor mijn moeder was het extra bijzonder dat onze relatie na zijn overlijden ook zo hecht en goed was.’
Ik zou het niet direct verwachten, maar houd jij van zorgen?
‘Jazeker. Dienstbaarheid, dus onder andere zorgen is een van mijn liefdestalen, iets wat veel mensen niet van mij weten. Ieder weekend was ik bij mijn moeder. Op zaterdag ging ik naar haar toe om de boodschappen en wat klusjes in huis te doen. Op zondag was ze de hele dag bij mij en kookte ik wat lekkers voor haar. De hele week at ze van die stomme kant- en klaarmaaltijden terwijl ze zelf een verschrikkelijk goede kok was geweest. Ze hield bijvoorbeeld erg van vis, dus maakte ik op zondag regelmatig een heerlijk visgerecht. Ook hadden we altijd wat lekkers bij de koffie. Het zorgen voor haar gaf mij veel voldoening.’
Els van Dijk is directeur van de Evangelische Hogeschool, auteur van diverse boeken (o.a. De hunkerende generatie en Oefenen in verlangen), spreker en columnist, ook van magazine OnderWeg.
29
ONTMOETING
Dan zien haar weekenden er nu heel anders uit, zeg ik. ‘Totaal anders, dat heb ik wel onderschat. Doordeweeks ben ik altijd aan het werk en druk, maar het weekend was voor mijn moeder. Wat ik mezelf niet echt gerealiseerd heb, is dat de zaterdagen en zondagen stil zijn. Ik verlang ernaar om voor mijn moeder te zorgen en zo mijn liefde aan iemand te kunnen geven, maar dat is niet meer nodig.’ Dan, na een korte stilte: ‘Ik heb het geluk dat ik goed kan schakelen. Twee weken na de begrafenis kon je mij weer zien dollen met studenten, terwijl ik even daarna thuis vol kan schieten. Ik merk dat het rouwen mij zwaar valt, nog zwaarder dan na het overlijden van mijn vader. Toen had ik mijn moeder nog, nu voelt het soms erg leeg.’ Of ze afgelopen maanden weleens intens gehuild heeft, vraag ik? Ze schudt haar hoofd: ‘Ik ben niet zo’n type die thuis in haar eentje gaat lopen huilen. Nee, dit is een stil verdriet.’
Nooit doorsnee
De wandeling die we zouden maken gaat niet door, omdat het buiten regent. Dus zitten we drie en een half uur in de huiskamer van haar bungalow, met water, koffie en een brownie. Maar wandelen blijkt geen voorwaarde voor een blik in de kwetsbare ziel van Els van Dijk, de vrouw met het stevige en solide imago, altijd in voor een ferme visie.
‘God schept geen doorsnee mensen’
Die sterke visie is toch wel een handelsmerk van jou, wat vind je daar eigenlijk van?
‘Ik heb geen enkele behoefte om mij te profileren als iemand met een stevige mening of die overal wat van vindt. Maar ik wil wel ergens voor staan en dat is bekend, denk ik. Als ik kom spreken, kom ik met een origineel verhaal en dat vind ik niet meer dan vanzelfsprekend. God heeft ons mensen allemaal, stuk voor stuk, als originele mensen geschapen. Hij schept geen doorsnee mensen, maar plaatst ieder mens in deze wereld vanuit de vraag: hoe mag jij ertoe doen? Zo leef ik mijn leven, al van jongs af aan.’
Welke vragen heb je?
‘Er zijn een heleboel dingen die ik niet weet, eigenlijk steeds meer. Overal een antwoord op hebben bestaat niet, dan ben je een betweter. Als je bewust in het leven staat, sta je ook zoekend in het leven: wat wil deze situatie zeggen? Maar dan nog is God zo veel groter dan ik en concludeer ik iedere keer weer dat mij slechts een
30
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
ding te doen staat: met mijn kwaliteiten die ik van God kreeg van betekenis zijn.’
Koersvast
‘Ik houd me eigenlijk nooit zo bezig met de vraag wie ik ben en wil zijn’, zegt ze als we even later in de keuken staan. ‘Het is: dit is Els, en daar moet je het mee doen, als jong meisje stond ik er al zo in.’ Haar jeugd komt langs. Ze vertelt over haar jongensachtige imago - de voetballende een na oudste dochter in het Veenendaalse, christelijk gereformeerde gezin waarin ze opgroeide. Adolescent in een kerkelijk klimaat waar begin jaren zeventig rokken en hoofdbedekking toonaangevend waren, maar zij haar spijkerbroeken van chloorvlekken voorzag. ‘Ik ben altijd koersvast geweest, zou je kunnen zeggen. Ik wist wat ik vond en wilde. Toen ik van de kleuterschool naar de middelbare school ging, zei de juf tegen mijn moeder dat het tijd werd dat ik ging: “Want ze begint de boel hier nu zelf een beetje te regelen.” Op de lagere school bleek ik andere keuzes te maken dan andere meisjes uit mijn klas. Touwtjespringen, elastieken en met poppen spelen vond ik niets. Op het christelijk lyceum in Veenendaal werd ik tot mijn stomme verbazing tijdens de verkiezingen in het eerste, nieuwe schoolparlement als lid gekozen.’ Geboren om een eigenzinnige eigenheimer te zijn dus, Els beaamt het. Ik ontdek al pratend en doorvragend dat
het echt zo is en zij van haar ouders volop mocht zijn wie ze is. ‘Ik zeg altijd dat ik enorm geboft heb met mijn ouders. Mijn vader was ook een eigenheimer, mijn moeder meer een volger die rekening wilde houden met de gevoeligheden van anderen. Maar ze gaven ons de ruimte en, heel belangrijk, hebben ons laten zien wat trouw en liefde is. Op het sterfbed van mijn vader zat mijn moeder naast hem, hand in hand, met ons als kinderen eromheen. “Ik houd van jou”, zei hij tegen haar. “Ik nog meer van jou”, zei zij. “Ik nog meer van jou”, zei hij, en zo ging dat maar door.’
‘Als je bewust in het leven staat, sta je ook zoekend in het leven’
Els is zelf nooit getrouwd. Of er weleens iemand in haar leven geweest is met wie ze het leven had willen delen, vraag ik. ‘Ja, ik heb weleens gedacht: dit zou hem kunnen zijn. Maar uiteindelijk is het niet zo gegaan en daar heb ik inmiddels volle vrede mee. Ik ben bezig met waar ik van betekenis kan zijn, niet met wat ik mis.’
Homoseksualiteit
Haar single zijn weerhoudt studenten er niet van met haar te praten over relaties en seksualiteit. Integendeel: ‘Het is een veelbesproken en belangrijk thema, heel begrijpelijk natuurlijk.’ Verliefdheid, wel of geen seks voor het huwelijk, juist met iedereen naar bed gaan, bindingsangst en homoseksualiteit, het komt allemaal langs in haar kamer op de Evangelische Hogeschool. En dan? ‘Dit vraagt maatwerk en tact, want op het gebied van relaties en seksualiteit speelt er ontzettend veel onder jongeren. Ik mag delen in heel mooie dingen. Van een verliefd stelletje dat eerst afzonderlijk bij mij komt en vertelt eigenlijk nog geen verkering te willen, omdat ze ieder nog aan hun eigen ontwikkeling willen werken. Of dat wijs is en ik advies heb.’ Daartegenover staat dat aardse gebrokenheid veelvoudig zichtbaar is in wat jongeren haar nog meer vertellen. ‘Ik noemde het rouwen over mijn ouders een stil verdriet, maar heb hetzelfde verdriet over hoe jongeren lijden onder zoiets verschrikkelijks als misbruik, of hun worsteling met homoseksuele gevoelens. Daar zit veel leed en verdriet, ook onder christelijke jongeren. Op de EH zien we gelukkig dat jongeren gaan praten over wat hen soms al jarenlang terneerdrukt. Waarom pas hier, vraag ik mij regelmatig af?’
En toch, zegt ze, is haar algemene stemming hoopvol, altijd. ‘Ik bestudeer momenteel Psalm 130, die ook begint met gebrokenheid: “Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE.” Ik las in een uitleg dat er erkenning van gebrokenheid nodig is om bij God uit te komen. Het moet eerst bij mij binnenkomen, zodat ik op zoek ga naar hoop, naar lichtpuntjes, naar God. Zo werkt het bij mij en dat geef ik mijn studenten ook mee, laatst nog toen ik zei: “Als ik niet wist dat er meer is dan verdriet en pijn, zou ik per direct de sleutel inleveren en mijn ontslag indienen.” Nu ze het er toch over heeft: over een kleine twee jaar mag Els van Dijk de deur van het EHgebouw voorgoed achter zich dichttrekken. 46 jaar zit ze dan in het onderwijs. Ze begon ooit als basisschoolleerkracht, startte in 1990 op de Evangelische School voor Journalistiek (ESJ) en is sinds 2001 directeur van de EH. ‘Mensen vragen me wel wat ik na mijn pensioen wil gaan doen. Maar daar ben ik dus helemaal niet mee bezig.’
‘Ik ben bezig met waar ik van betekenis kan zijn, niet met wat ik mis’
Misschien val je wel in een groot gat?
Lachend: ‘Dat zal wel meevallen.’ Ze verbindt er in één adem een ietwat gepeperd gezichtspunt aan, zoals je van Els kunt verwachten: ‘Ik behoor niet tot de categorie mensen die zegt dat er ergens nog een gat in mijn bestaan zit, iets wat ik dan na mijn pensioen kan realiseren. Zo kijk ik niet naar mijn leven en zo heb ik er nooit naar gekeken.’ Toch is die wens er bij veel mensen wel, zeg ik. Is daar iets mis mee? ‘Dat zie ik ook. En toch denk ik dat zo’n levenshouding zomaar kan leiden tot egocentrisme, je eigen belang centraal stellen vanuit een onvervuld verlangen, misschien zelfs wel ontevredenheid. Maar als dat de motivatie is, kan ik je op een briefje geven dat je teleurgesteld uitkomt. Er is zat te doen op deze aarde, ik vertrouw erop dat dit zo zal blijven en zo niet, dan is ook God erbij.’ ESTHER DE HEK IS SCHRIJVER, SCHRIJFTRAINER, EN OUD-HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG
31
LITERATUUR
De Amerikaanse droom ontmaskerd Als Michiel Vos, de welbespraakte Nederlandse schoonzoon van Nancy Pelosi, voor een documentaire op zoek gaat naar hoe hij Amerikaan kan worden, krijgt hij van filmmaker Paul Verhoeven het advies: ‘Go with the flow, probeer hier niet jezelf te zijn.’ Amerikanen spelen een rol, altijd en bewust, om de American Dream levend te houden.
TEKST ARIE KOK
In de klassieker Amerikaanse Pastorale speelt Philip Roth met die cultuur van zien en gezien worden. Ik las het boek naar aanleiding van het verschijnen van de grote Roth-biografie van Blake Baily. Nadat die biografie verscheen, werd Blake beschuldigd van ongewenste intimiteiten uit de tijd dat hij in het onderwijs werkte; het boek viel ten prooi aan de cancel culture en werd uit de handel gehaald. De Bezige Bij besloot de Nederlandse vertaling in omloop te houden. Gelukkig maar, het is een voortreffelijk boek dat een grondig inzicht verschaft in het Amerikaanse literaire circuit van die jaren. Blake laat ook zien dat Roths personages meer autobiografische trekken hebben dan vaak gedacht. De gelauwerde auteur, die alle prijzen en onderscheidingen behalve de Nobelprijs ontving, leidde een turbulent en losbandig leven. Als hij er nog zou zijn – Roth stierf in 2018 op 85-jarige leeftijd – zouden in het licht van #metoo nog heel wat vrouwen een appeltje met hem te schillen hebben.
32
OnderWeg #8 > Jaargang 7 > 5 juni 2021
Zijn de romans van Roth dan wel het lezen waard? Toen Willow Creek-voorman Bill Hybels een paar jaar terug over de schreef ging, stelde een collegajournalist op Twitter dezelfde vraag. Mijn reactie was dat als ik dat criterium zou aanhouden, ik een flinke boekenmarkt zou kunnen organiseren. Wolkers, Greene, Roth, Simenon, Flaubert, mijn halve bibliotheek kan dan weg. Ze hebben boeken geschreven die ons toch iets te zeggen hebben wat de moeite waard is, ik houd ze nog even.
I n Amerika probeer je niet jezelf te zijn
Ter gelegenheid van de verschijning van de biografie deed De Bezige Bij de Amerika-trilogie van Philip Roth in herdruk. Amerikaanse Pastorale
is het eerste deel. Het verhaal gaat over De Zweed, Swede Levov, een grote blonde joodse jongen uit Newark. Tweede generatie immigrant, seculierjoods, sportheld en symbool voor de joodse jongens uit de stad. De Zweed trouwt met de beeldschone Dawn, de ex-miss van de staat New Jersey. Ze schenkt hem een dochter, Merry. De Zweed neemt de handschoenenfabriek van zijn vader over en koopt een landhuis in de country. De Amerikaanse idylle is compleet, het geluk is aanstaande. Maar dan gaat het mis, goed mis. Dochter Merry, niet zo mooi en succesvol als haar ouders, ontwikkelt een stotterprobleem. Als puber voelt ze zich aangetrokken tot de radicale bewegingen van de jaren ‘60 die zich verzetten tegen de oorlog in Vietnam. Op een dag plaatst ze een bom onder het postkantoor in het dorp. De huisarts, die toevallig
J uist literatuur kan
doordringen tot in de haarvaten van de cultuur
een paar brieven wil verzenden, komt om het leven. Merry duikt onder en verdwijnt uit het leven van haar ouders. Alleen fysiek, want voor De Zweed wordt alles anders. In een kolkende maalstroom van gedachten en duistere fantasieën lezen we hoe voor hem de gedroomde Amerikaanse pastorale van rust, ruimte en succes, van binnenuit wordt uitgehold en langzaam ineen zijgt. Terwijl de Watergate verhoren op televisie worden uitgezonden, komt het verhaal tot een ontknoping. In Amerika probeer je niet jezelf te zijn. Roth laat genadeloos zien hoe deze ideologische leegte volgende generaties gevoelig kan maken voor radicalisering. De Amerika-trilogie wordt wel gezien als officieuze geschiedschrijving, gevat in persoonlijke verhalen. Juist literatuur kan doordringen tot in de haarvaten van de cultuur. Roth schreef deze romans in de jaren negentig, we weten inmiddels wat de volgende decennia gebracht hebben. Roth blijft antwoorden schuldig, een hoopvolle uitweg uit de misère wijzen zijn verhalen niet. Maar in deze romans heeft hij iets van een profeet. ARIE KOK IS JOURNALIST EN AUTEUR
Naar aanleiding van:
Philip Roth, Amerikaanse pastorale, Amsterdam (De Bezige Bij), 2018. 496 pagina’s, € 20,99, ISBN 9789403139609.
In het kort • Grandioos verteld, in een geraffineerde stijl. • Vooral sterk in de psychologische analyse. • Getuigt van een donker mensbeeld. • Vanwege de massieve opzet een pittige leesklus. • Bekroond met de Pulitzer Prijs.
33
Kruis-punt
V
eel jongeren zitten midden in de examenstress. Al is er genade qua spreiding en herkansingen, de spanning is er niet minder om. Sommige studenten ronden nu ook hun studie af. Al deze jongeren wacht een volgende grote stap die hun toekomst gaat bepalen. Met een schamel gevulde levensrugzak moeten ze op pad, een wereld in waar veel te kiezen valt. Opnieuw stress. En dat voelen we als ouders ook. We vragen ons af of wij wel genoeg geloofsinhoud in die rugzak hebben gestopt. Het is goed om dat met je tieners of jongvolwassen kinderen, neven, nichten, buurjongens of -meiden en gemeenteleden te bespreken. Als je ze dan spreekt, welke toon sla je dan aan? Je kunt ze waarschuwen voor leeuwen en beren die ze kunnen tegenkomen en wijzen op de wegen die ze vooral niet in moeten slaan. Je kunt ze ook aanmoedigen om alles maar gewoon te proberen, uiteindelijk komen we er met vallen en opstaan allemaal.
Op cruciale momenten moet je schurende vragen stellen Welke benadering je ook kiest - afhankelijk van omstandigheden en karakters -, laat je er ook een missionaire opdracht in meeklinken? Verbind je de keuzes die jongeren maken met de roeping die God voor hen heeft om zout en licht te zijn en zich in te zetten voor zijn koninkrijk? Wacht even, zeg je misschien, zover zijn ze nog helemaal niet. Of: er is geloofstwijfel en ik wil geen druk uitoefenen. Dan lijkt het misschien veiliger om het maar niet te hebben over wat God met hun leven wil, maar doe je daarmee de Heer, je eigen rol en roeping in het leven van die jongere en vooral de jongere zelf wel recht? Op cruciale momenten is het juist goed om schurende vragen te stellen of uit te dagen. Om ergens een kruispunt van te maken. De school van mijn zonen heeft als missie ‘kinderen toerusten om impact in de wereld te hebben voor Christus’. Wanneer tieners daar hun diploma halen, worden ze uitgezonden met diezelfde missie. Dat doen we thuis nog eens over, biddend, met onze handen op hun wilde haren. En dan loslaten en vertrouwen.
ELINE DE BOO IS SCHRIJFSTER MET EEN MISSIONAIRE ROEPING
Hoogleraar en predikant verlaten GKv
Prof. dr. F. van der Pol (70), emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis TUK, heeft zich vanwege bezwaren tegen de vrouw in het ambt en de geestelijke ontwikkelingen in de GKv die hij daarmee ziet samenhangen, aangesloten bij de Gereformeerde Kerk Nederland (GKN). Hij diende voor zijn hoogleraarschap de GKv-gemeenten van Kralingscheveer/ Krimpen aan den IJssel (1981) en Hattem (1985). Ook ds. F.J. Bijzet (70), lid van de GKv Emmen, heeft zich aangesloten bij de Gereformeerde Kerk Nederland (GKN). Hij diende de GKv-gemeenten van Ten Post in combinatie met Garrelsweer (1975), Drachten-Zuidoost (1981), Mariënberg (1994), Emmen (1997) en Brouwershaven (2009). Van 19871994 diende hij Die Vrije Gereformeerde Kerk in Pretoria (Zuid-Afrika) en van 2014-2016 die van Bellville (ZuidAfrika). Van laatstgenoemde kerk is hij emeritus predikant.
Ds. M. van Veelen (92) overleden
Op 12 mei overleed in zijn woonplaats Soest ds. M. van Veelen op 92-jarige leeftijd. Hij diende de GKv TielZaltbommel vanaf 1957 en werd in 1960 legerpredikant. Hij was in 1966 een van der ondertekenaars van de Open Brief, raakte in de jaren daarna buiten het kerkverband en werd lid van de NGK. Hij ging in 1984 met functioneel leeftijdsontslag en was als emeritus verbonden aan de NGK Zeist.
Aangenomen naar de Noorderkerk (GKv) SpakenburgNoord: C. van Zwol (Het Baken, GKv Middelharnis); NGK Veenendaal: J.G. Vel Tromp (Gereformeerde Kerk Langerak e.o., GKv/NGK); Nieuwe Kerk (NGK) Kampen: J.A.C. Weij (Lichtbaken, NGK Rijsenhout). Verbonden aan de Lasonderkerk (NGK) Enschede: kandidaat J.J. Burger-Niemeijer (GKv Kampen); aan De Open Hof (GKv) Rolde: H.H. Meerveld (CGKv Harlingen); aan De Voorhof (GKv) Nieuwleusen: J.E. Kramer (De Voorhof, GKv Assen-Marsdijk); aan De Verbinding (CGK/GKv) Hilversum: H. Raveling (Ichthuskerk, CGK ’s-Gravendeel). Afscheid als gemeentepredikant van NGK Zeist: J. Bouma vanwege haar benoeming tot justitiepastor. Zij blijft als predikant met een bijzondere opdracht aan de gemeente verbonden; van Het Kompas (GKv) De Lier/ Maassluis: G.E. Messelink vanwege zijn benoeming tot geestelijk verzorger in de gezondheidszorg. Hij blijft als predikant met een bijzondere opdracht aan de gemeente verbonden.
OnderWeg online > Op Facebook Martine Versteeg 12 mei om 11.48
vooruitblik Magazine OnderWeg 12 mei om 10.00 'We hebben het leren in de kerk nogal platgeslagen.' Martine Versteeg besloot haar passie voor onderwijs te combineren met haar passie voor de kerk. 'In de k… Dorina Nauta Ik hoor je praten, mooi!
Martine Versteeg Wat grappig! Nou alle eer dan aan de interviewer! Vond het in eerste instantie bijzonder dat ze mij voor dit onderwerp wilden interviewen, maar mooi onderwerp.
9
GEREFORMEERD ONDER DE RIVIEREN
• Het gereformeerde leven speelt zich voor een groot deel af boven de grote rivieren. Gereformeerde kerken in zuidelijke provincies vinden een eigen manier om kerk te zijn in een katholieke en/of geseculariseerde context. Hoe doen zij dat en wat kunnen kerken elders van hen leren? • In Opinie doet Esther de Hek, oud-hoofdredacteur van OnderWeg, een dringend beroep op werkers in de kerk: blijf je inzetten voor verbinding met het grondvlak en richt je daarbij op heel die gemeenschap, van bevlogen gelovigen tot (bijna) afhakers.
Editie 9 van OnderWeg verschijnt op 26 juni
Illustratie: Annelies Vonk • www.kriebelsenkrabbels.nl
GA VOOR MEER REACTIES NAAR: www.facebook.com
35
Evangelist, Henk Binnendijk:
Presentatrice, Mirjam Bouwman:
Evangelist zonder internet
Mensen nieuwsgierig maken
waardeert internetzending
kamerlid SGP, Chris Stoffer:
prof. dr. H. J. Selderhuis:
WORD VRIEND
Geestelijke hulp onbetaalbaar
EH-directeur, Els van Dijk:
Ds. C.G. Vreugdenhil:
5,al vanaf nd a per ma
Evangelie niet inblikken voor jezelf
Ik juich
Ogen zo groot als schoteltjes
Fractieleider CU, Gert-Jan Segers:
Het allerbeste nieuws
internetzending toe
>> lees verder op de website scan de QR-code met Word vriend van GlobalRize en ontvang het boek Gastarbeiders van Gor Khatchikyan Spoedeisende hulparts
Gor cadeau. Zo kunnen wij wereldwijd het evangelie vertellen.
Vrienden helpen ons wereldwijd het evangelie vertellen. ikyan
Gor Khatch
Liever telefonisch vriend worden?
globalrize.nl/vrienden
(0)525 795 002
uw mobiele telefoon