NO
02
OL EN H OO P V REND E IR INSP
e z o b e d n a v s n o Verlos HET KWAAD IN STRUCTUREN EN SYSTEMEN
‘Leef met de voeten op de grond en het Hoofd in de wolken’ Rob van Houwelingen
‘Ik zie Jezus in een moslima die kookt voor anderen’ Susan van der Hijden
‘Je kunt zoveel meer betekenen en het is zo eenvoudig’ Tjitske Kuiper
> Jaargang 8 > 29 januari 2022
VOOR JE VERDER GAAT
Bergen verzetten
TEKST GERANNE TAMMINGA
‘Wat past beter bij je?’ vroeg iemand me. Zeg je: ‘Zonder God kan ik niks of met God spring ik over een muur?’ ‘Allebei wel’, antwoordde ik, ‘maar ik zou eerder zeggen dat God bergen kan verzetten.’ Vanachter mijn bureau zie ik hoe het vlakke weiland voor ons huis verandert in een landschap met hoge pieken. Waarop reuzen met grote grijparmen staan te dansen. Werk met impact, hier wordt iets gebouwd. Aan de andere kant van de weg ligt mijn postzegelmoestuin. Waar ik het afgelopen jaar wat peultjes, worteltjes en heel veel slakken heb geoogst. Verfrissend in veel opzichten. Respect voor de grootgrondbezitters. Nee, laat anderen die bergen maar verzetten. Mensen die kunnen overzien wat ze overhoop halen om iets nieuws te bouwen. Maar liever nog heb ik dat God zich bezighoudt met onze postzegels of ‘bergen’ zo je wilt. Hij bepaalt wel of ze op de goede plek staan en creëert ruimte om ieder mens tot groei en bloei te laten komen. GERANNE TAMMINGA IS PROJECTLEIDER BIJ WEETWATJEGELOOFT.NL EN REDACTEUR VAN ONDERWEG
2
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
INTRODUCTIE THEMA
Christus Victor
S
ommige politieke systemen lijken zo sterk dat de mensen die zeggen er leiding aan te geven meer op handlangers lijken. Haman – de man die de genocide in het bijbelboek Esther plande – is voor mij zo’n figuur. Hij is eerder een verrader die zijn leven in dienst stelde van het Kwaad dan de auteur van dat kwaad zelf. Sommige bedrijfsculturen lijken zo sterk te zijn dat ze onontkoombaar zijn voor de mensen die er werken. Kijk naar de film Blackwater over Teflon en Dupont en je begrijpt wat ik bedoel; hoe kun je willens en wetens mensen, dieren, ja zelfs de hele planeet vergiftigen? Nog een voorbeeld: hoe ontsnap je aan plastic? Hint: dat kan inmiddels niet meer. Je kunt proberen geen artikelen van en in plastic te kopen, maar het plastic zelf stroomt inmiddels in microscopisch kleine deeltjes door ons bloed. Wat hebben deze drie voorbeelden gemeen? Wellicht dit: buiten, onder of boven en soms zelfs in ons lijken kwaad of kwade systemen te zijn. Een van de eerste daden van Jezus die Marcus opschrijft, is dat Hij een onreine geest uitdrijft in een synagoge. Dit karakteriseert het optreden van de Zoon van God, wil Marcus ons hiermee zeggen. Jezus drijft demonen uit. Dat was ook volgens zijn tegenstanders kenmerkend voor Hem. Jezus strijdt niet tegen vlees en bloed, maar tegen onzichtbare machten. Als we Tom Wright mogen geloven, lokaliseert Jezus het kwaad ook en juist in de tempel – het huis dat schoongemaakt is, maar nu bezet wordt door een nog sterkere demon. Tegelijkertijd aarzelt Wright om dat kwaad al te veel persoonlijkheid toe te dichten. Maar kwaad is het.
Zelfs binnenin ons lijken kwade systemen te zijn
In dit nummer van OnderWeg blijven we weg van de discussie hoe persoonlijk het kwaad is. Dat is meer een gesprek voor christenen onderling. Maar we benadrukken de bijdrage die christenen ook naar buiten toe hebben: er is kwaad, er is structureel, oftewel systemisch kwaad en dat kwaad is overwonnen. Laat het zien: Christus Victor. In deze tijd waarin op allerlei niveaus zowel chaos als polarisatie lijkt toe te nemen, zijn deze bijbelse noties voor christenen van groot belang en ook voor de samenleving waarin zij leven.
PIETER KLEINGELD IS PREDIKANT VAN DE NGK OEGSTGEEST E.O. EN REDACTEUR VAN ONDERWEG
3
COLOFON OnderWeg is een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan. OnderWeg schrijft over relevante en actuele thema's voor christenen en bevat rubrieken over jeugdwerk, missionaire kerk-zijn en Bijbelstudie. OnderWeg ontstond in 2015 uit een samenvoeging van Opbouw en De Reformatie. Redactie Bram Beute, Jaap Cramer, Peter Hommes, Jannet de Jong,
6 OP JACHT NAAR HET KWAAD COMPLOTDENKERS WAARSCHUWEN VOOR HET TEKEN VAN HET BEEST. MAAR WAAR ZIT HET KWAAD NU ECHT, HOE ZIT HET MET DAT TEKEN EN HOE KUNNEN WIJ HET KWAAD BESTRIJDEN? ROB VAN HOUWELINGEN EN BRAM BEUTE ZOEKEN NAAR ANTWOORDEN IN DE BIJBEL.
Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Jordi Kooiman (webredacteur), Jacomine Oosterhoff (eindredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp, Els Veurink (hoofdredacteur). Redactieadres Nocturnestraat 12, 7323 LC Apeldoorn, redactie@onderwegonline.nl Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl. Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 64,00 (studenten € 32,00/ Europa € 106,00/buiten Europa € 140,50). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 34,50. Digitaal abonnement via de app: € 41,00 (studenten € 20,50). Proefabonnement: Papier Plus, 6 maanden € 15,00. Proefabonnement: Digitaal via de app € 10,00. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging OnderWeg Ellie Huisman, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren, Henk Ruiter en Hillie van de Streek. Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers.
20 E YEOPENER L ACHEN EN HUILEN TEGELIJK
In de hemel zijn er tranen, maar ze worden gedroogd Het verdriet bestaat naast de vreugde. Een voorproefje daarvan ziet Miranda Renkema als ze in Ezra leest hoe teruggekeerde ballingen reageren op de renovatie van de tempel.
Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg
4
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
24 OPINIE BEWAAR DE VREDE
De methode ‘Geweldloze communicatie’ van Marshall Rosenberg leert hoe je in vrede met elkaar kunt leven door op een andere manier te communiceren. Zijn methode zorgt voor begrip, verbondenheid en uiteindelijk vrede. Elly van Wageningen legt uit hoe.
INHOUD
10 VERLOSSING EN VERGEVING TWEE BEDES IN HET ONZE VADER HEBBEN BETREKKING OP HET KWAAD. ‘HET IS BEVRIJDEND DAT HET ONZE VADER ONS LEERT OM GENUANCEERD NAAR HET KWAAD TE KIJKEN’, ZEGT HOOGLERAAR PIETER VOS. IN GESPREK MET MAARTEN BOERSEMA DIEPT HIJ DE VERSCHILLENDE SOORTEN KWAAD UIT.
Verlos ons van de boze Stockbeelden: Amaury gutierrez/Unsplash (cover); Amazing Nature Photography/iStock (pagina 2); arvin latifi/Pexels, Tyler Nix/Unsplash, Hannah Busing/Unsplash (pagina 18); nazar kantora/Shutterstock (pagina 20); Brown Bag Photography/Lightstock (pagina 22); Lisa Fotios/ Pexels (pagina 23); undefined undefined/iStock (pagina 24); Ismael paramo/Unsplash (pagina 35).
14 OVERWIN HET KWADE DOOR HET GOEDE ‘WE BRENGEN JEZUS NIET NAAR DE MENSEN, MAAR DENKEN IN DE MENSEN JEZUS TE ZIEN.’ SUSAN VAN DER HIJDEN EN MARISKA KOOLHAAS TREKKEN ELKE DAG OP MET VLUCHTELINGEN EN PROSTITUEES. SJOERD WIELENGA GING BIJ HEN OP BEZOEK.
28 ONTMOETING ‘BENUT DE JAREN VAN JE LEVEN GOED’
In Barneveld woonde ChristenUnie-raadslid Tjitske Kuiper met haar man Roel in een hofje. ‘We vroegen ons af: en nu? Is dit wat Jezus van ons vraagt?’ Ze besloten te verhuizen naar Amsterdam. ‘Dat we hier in de stad een paar uitdagingen opgepakt hebben, heeft ons dichter bij God gebracht.’
5
BESCHOUWING Hoe is het kwaad werkzaam in deze wereld? Hoe kun je het herkennen en wat hangt ons boven het hoofd? In de volgende twee artikelen kijken Bram Beute en Rob van Houwelingen met deze vragen in het achterhoofd naar enkele gedeelten uit het Nieuwe Testament.
TEKST BRAM BEUTE EN ROB VAN HOUWELINGEN
Openbaring 13:1-18 en 14: 6-13 Het beest uit de zee en de aarde. Uit de serie Openbaring. © Anneke Kaai. www.annekekaai.nl
6
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Het beest ontmaskerd ‘Word wakker!’ ‘Trap niet in de leugens van de overheid.’ Regelmatig ontvang ik via sociale media zulke oproepen. Meestal bekijk ik ze nauwelijks. Ik ken de strekking intussen wel: de overheid, de media, de wetenschap, de grote bedrijven, ze liegen en maken ons bang voor corona om ons in hun macht te krijgen. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat de werkelijkheid veel rommeliger en ingewikkelder is dan de meeste complotdenkers voorstellen, moet ik ze op tenminste een punt gelijk geven. Zij zien dat er kwade machten in deze wereld aan het werk zijn en er zijn onthullingen nodig om die machten te ontmaskeren.
Spreken over het kwaad als zelfstandige macht lijkt buiten de kringen van complotdenkers niet erg populair. Christenen worden echter opgeroepen het kwaad als zodanig te herkennen. Niet alleen de zonde in hun eigen hart en leven, maar ook de machten van de Tegenstander, die zich voordoet als een engel van het licht (2 Korintiërs 11:4). Zijn werk wordt uit de doeken gedaan in het laatste bijbelboek, waarvan je de titel ook kunt vertalen als ‘Onthulling’. Hier wordt onthuld ‘wat er binnenkort gebeuren moet’ (Openbaring 1:1). Beeldende geheimtaal ontmaskert de onderdrukkende machten. Gelovige bijbellezers worden aangemoedigd om vol te houden en gewaarschuwd niet te vallen voor de verleidelijke charmes van het kwaad.
Vrederijk
Het Romeinse Rijk zag zichzelf als het vrederijk. De keizer noemde zich vredevorst en verlosser. Met recht beschouwden de Romeinen zichzelf als brengers van vrede, stabiliteit en welvaart. Hun bestuurlijke, economische en logistieke organisatie maakte het bijvoorbeeld mogelijk om in korte tijd het hele rijk door te reizen. Rijkdommen uit de hele wereld werden naar Rome gevoerd (Openbaring 18:12-13). Bulkcarriers brachten genoeg graan uit Noord-Afrika voor de bijna miljoen inwoners in de stad Rome. Maar Johannes, de schrijver van het boek Openbaring, kijkt anders. In hoofdstuk 13 beschrijft hij een beest dat zijn macht dankt aan de draak, Gods tegenstander. Het beest presenteert zich alsof het God is: met goddelijke titels en symbolen. Zelfs het evangelie van het Lam wordt geïmiteerd: een van de koppen van het beest ziet eruit alsof hij geslacht is, maar zijn wond geneest. Vol bewondering gaat de hele wereld achter het beest aan en aanbidt de draak aan wie het beest gezag gegeven had.
Geweld en onderdrukking
Iedereen die weigert mee te doen aan deze verering, speelt met zijn leven. Het Romeinse vrederijk is in werkelijkheid
gebouwd op geweld, gesymboliseerd door het kruis, waaraan talloze slaven en (mogelijke) opstandelingen werden opgehangen. De vrede wordt gehandhaafd met bloedige onderdrukking. Die achterkant van het Romeinse Rijk laat Openbaring zien: het is geen eeuwigdurende macht, maar een beestachtig imperium. Nero is niet een van God gegeven keizer die door goddelijke beschikking een moordaanslag overleeft, maar een kop van het beest.
Vol bewondering gaat de hele wereld achter het beest aan Het is alsof Johannes zegt: ‘Word wakker!’ ‘Trap niet in de leugens van de overheid.’ Hij laat zijn lezers achter de coulissen kijken. Het blijkt overigens niet eenvoudig je aan de verering van het beest te onttrekken. Een tweede beest doet indrukwekkende wondertekens en dwingt de mensen het eerste beest te aanbidden. Het plaatst een merkteken op hun rechterhand of hun voorhoofd. Zonder dat teken, het getal of de naam van het beest, kan er niets meer gekocht of verkocht worden.
Ontcijferen
Complotdenkers waarschuwen voor het teken van het beest. Maar het gaat hier niet om een letterlijke beschrijving. Er is wijsheid voor nodig om de gebeurtenissen te herkennen. ‘Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig’ (Openbaring 13:18). Johannes’ beschrijving roept diverse associaties op. Waarschijnlijk wordt met het getal van het beest keizer Nero aangeduid. Je had destijds een stempel met de naam van de regerende keizer nodig om handel te drijven. Zijn hoofd stond op de munten en daarbij zijn naam. Zet je ‘keizer Nero’ om in Hebreeuwse
7
BESCHOUWING
letters – Openbaring doet vaker een beroep op de kennis van het Hebreeuws (Openbaring 9:11 en 16:16) – dan kom je tot een totale cijferwaarde van 666. (Het Hebreeuws kent geen aparte tekens voor cijfers.) Ook is er de associatie met
Welke machten worden
uiteindelijk door het Lam verslagen?
Deuteronomium 6:8: Israël moest Gods wetten als teken op de hand en het voorhoofd binden. Komt de verering van Rome voor de verering van God in de plaats? Johannes’ visioen daagt uit om anders te kijken naar de machten in onze tijd. Welke machten doen zich nu voor als verlosser? Welke machten imiteren het evangelie, maar zijn gebaseerd op geweld en onderdrukking? Welke machten willen je verleiden en je dwingen ze te aanbidden? Maar ook: welke machten worden uiteindelijk door het Lam verslagen? BRAM BEUTE IS PREDIKANT VAN DE BAZUINKERK IN KAMPEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG
Wat hangt ons boven het hoofd? ‘Wij zijn in oorlog met een onzichtbare vijand’ sprak de Franse president Emmanuel Macron, toen hij zijn land in maart 2020 op slot gooide. Ook de Nederlandse overheid nam en neemt drastische maatregelen vanwege het coronavirus. We hebben te maken met een onzichtbare vijand: iedereen kan besmet zijn en de besmetting overdragen, zelfs zonder het te weten. Reden voor wereldwijde ongerustheid. Veel mensen vragen zich af: wat hangt ons allemaal boven het hoofd? De coronacrisis doet denken aan wat Paulus in Efeziërs 6:12 schrijft over strijden tegen onzichtbare vijanden in het meervoud: ‘Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.’ Er zijn duistere geesten actief in de lucht. Ze opereren vanuit gecamoufleerde stellingen en maken van onze leefwereld een slagveld. Volgens de beeldspraak van Paulus moeten christenen dan een front vormen; zij gaan gezamenlijk in de verdediging, beschermd door een geestelijke wapenrusting. Ons belangrijkste wapen is het zwaard van de Geest, aldus de apostel, oftewel het Woord van God: het geloofsgetuigenis waarmee christenstrijders standhouden.
Engelklassen
Van cruciaal belang is het besef dat Jezus Christus deze machten al overwonnen heeft. Dat had Paulus in Efeziërs 1:20-21 geschreven: God heeft Christus opgewekt uit de dood en Hem in de hemelsferen een plaats gegeven aan zijn
8
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
rechterhand, ‘hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige.’ Wij hoeven de strijd niet zelf te winnen, we moeten alleen standhouden in de kracht van de opgestane Heer. Hij gaat alle engelmachten te boven. Vorsten, heersers, machten, krachten: dat zijn aanduidingen voor ongespecificeerde engelklassen. Later hebben theologen daar een complete hiërarchische ordening van gemaakt. Paulus gebruikt echter tamelijk willekeurige opsommingen. Bovendien is de Griekse terminologie voor deze hemelse machten gelijk aan die voor aardse machthebbers. Hemel en aarde zijn namelijk met elkaar verbonden en de aarde staat onder invloed van de hemel, was de algemene gedachte in de oudheid. Zo heb je te maken met de heerschappij van de keizer en in dezelfde lijn met de heerschappij van de engelen. Maar evengoed met bedreigende natuurkrachten of economische en politieke ideeën die zich van mensen meester maken. Ook corona kun je ervaren als een bedreigende macht.
Superioriteit
Deze onzichtbare beïnvloeding vanuit de hemelsferen is niet alleen negatief, ze kan evengoed positief zijn, want Paulus noemt ook engelmachten in de toekomstige wereld. Er staan bijvoorbeeld engelen bij de poorten van het nieuwe Jeruzalem (Openbaring 21:12). Ook nu zijn wij door goede machten omgeven. Maar het gaat erom dat Christus superieur is aan ongeacht welke macht in het universum. Hij zit immers aan de rechterhand van de Vader, verheven boven de engelen.
De bevrijdende boodschap is viraal gegaan Ditzelfde punt maakt Paulus in Romeinen 8:38-39: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer.’ Met zo’n Heer hebben christenen niets te vrezen. Hij is ‘verschenen aan de engelen’, namelijk tijdens zijn hemelvaart, volgens een geloofsbelijdenis opgetekend door Paulus (1 Timoteüs 3:16). Het superioriteitsmotief vinden we ook in 1 Petrus 3:22, waar Petrus beschrijft hoe de opgestane Christus ‘de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.’ Geen vijand, al zou die zich vermenigvuldigen als een virus, kan Hem vellen. In Kolossenzen 1 werkt Paulus uit wat de verheven positie van Gods Zoon voor christenen betekent. Het lijkt wel een loflied, waarmee hij de kosmische betekenis van Christus bezingt: ‘Beeld van God, de onzichtbare, is Hij, eerstgeborene van heel de schepping: in Hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door Hem en voor Hem geschapen’ (vers 15-16). Christus is de spil waarom Gods werk draait, zowel bij de schepping als bij de verlossing van mens en wereld, in de onzichtbare werkelijkheid evengoed als in de zichtbare dingen. De kosmos vindt dan ook zijn doel in Christus. Zonder Hem kan het wereldbestel ten diepste niet begrepen en het leven niet werkelijk geleefd worden.
Voor schut gezet
Behalve de superieure positie van Christus ten opzichte van de engelmachten beschrijft Paulus ook hoe God zélf de overwinning binnenhaalde. Dat wordt heel dramatisch voorgesteld. God ‘heeft zich ontdaan van de machten en krachten, Hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd’ (Kolossenzen 2:15). De
gebruikte beeldspraak is ontleend aan de triomftocht van een Romeinse veldheer. Diens overwinning werd na zijn terugkeer in Rome gevierd met een optocht, waarbij de verslagen vijanden – vooral degenen met autoriteit – zonder hun wapens werden meegevoerd. Dit gold als een grote vernedering. Met afbeeldingen op een triomfboog kon zo’n overwinning vereeuwigd worden. Op dezelfde manier heeft God de machten van de kosmos ontwapend en in het openbaar voor schut gezet, toen Hij zijn Zoon opwekte uit de dood. Concreet: de aardse machthebbers die, daartoe aangezet door bovenaardse krachten, Jezus ter dood hadden gebracht, blijken sinds Pasen de grote verliezers te zijn. Daarmee is onze leefwereld fundamenteel veranderd. Hoewel een overwonnen vijand nog flink kan naspartelen, jaagt zelfs de dood volgelingen van de opgestane Heer geen angst meer aan.
Hemelgericht leven
Er zijn dus diverse onzichtbare machten om ons heen; tegelijkertijd geloven we dat Christus de Heer is van kerk en kosmos. Hij houdt ons een hemelse hand boven het hoofd. Leven ‘in Christus’, zoals Paulus het graag formuleert, betekent de uitdaging aangaan om samen kerk, het lichaam van Christus, te zijn en in deze wereld hemelgericht te leven. Met de voeten op de grond en het Hoofd in de wolken. Die bevrijdende boodschap is via de evangelieverkondiging inmiddels over de hele wereld verspreid, je zou kunnen zeggen viraal gegaan. ROB VAN HOUWELINGEN IS HOOGLERAAR NIEUWE TESTAMENT AAN DE THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT KAMPEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG
Samenvatting
De Bijbel spreekt over kwade machten die het leven van mensen in hun greep houden. Zo ontvangt Johannes in Openbaring het visioen van het Romeinse Rijk als een beest dat de plaats van God wil innemen. Het verleidt en dwingt tot aanbidding. Dit roept ook vragen op voor onze tijd: waar zien wij nu beestachtige machten aan het werk die Gods plaats willen innemen? Paulus wijst erop dat christenen hebben te strijden tegen hemelse, onzichtbare machten. Je kunt zulke machten aan het werk zien in natuurkrachten, in politieke en economische structuren en ook in de coronacrisis. Hoewel de kwade machten ons nog kunnen raken, heeft Christus hen al overwonnen. Als gelovigen mogen we in zijn overwinning delen. Onze Heer in de hemel houdt ons de hand boven het hoofd.
9
Verlos ons uit de greep van het systemische kwaad
INTERVIEW
Pieter Vos is bijzonder hoogleraar Protestantse Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht en Universitair Hoofddocent Ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit. We spreken met hem over de systemische kant van het kwaad. Hoe werkt het kwaad als macht in de praktijk en wat betekent het om je daartegen te verzetten?
Wat betekent het volgens u als we bidden: verlos ons van de Boze of: red ons uit de greep van het kwaad? ‘Het is goed om ons te realiseren dat in het Onze Vader twee bedes betrekking hebben op het kwaad. Allereerst is er de bede om vergeving voor het kwaad dat we zelf hebben begaan, daarna volgt de bede om niet in verzoeking te komen en om verlossing uit de greep van het kwaad. Het is bevrijdend dat het Onze Vader ons leert om genuanceerd naar het kwaad te kijken. We denken bij kwaad vaak aan het morele aspect waarbij de persoonlijke verantwoordelijkheid centraal staat. Dat is: “vergeef ons onze schulden”. Maar er is ook nog een ander kwaad, kwaad waarvan we verlost moeten worden. Dat is een macht die verder reikt dan onze persoonlijke overtredingen en morele tekortkomingen waardoor we lijden, vastgezet worden en dat ons persoonlijk in de greep kan krijgen. Het kwaad kan ons zelfs verleiden. Dat is:“leid ons niet in verzoeking”.’
Waarom is deze dubbelheid in het Onze Vader bevrijdend voor u?
TEKST MAARTEN BOERSEMA BEELD ROB NIESSE EN BEELDBANK DEFENSIE
‘In onze omgang met het kwaad kiezen we geregeld voor een van de uitersten. Het ene uiterste is dat we het kwaad schuiven op onze persoonlijke verantwoordelijkheid. Je bent dan als persoon schuldig en moet er zelf met jouw schuld uit zien te komen of iemand anders wordt als schuldige aangewezen. Het andere uiterste is dat het kwaad zo’n anonieme en ongrijpbare macht is dat we er niet meer over durven te spreken. In het Onze Vader zit veel nuance, want het laat ons zien dat we zelf kwaad doen, maar ook dat we slachtoffer van het kwaad kunnen zijn.’
Doelt u hiermee op het onderscheid tussen moreel en natuurlijk kwaad? ‘In het klassieke denken zie je dat onderscheid terugkomen. Enerzijds wordt er gesproken over moreel kwaad waarbij iemand kwaad begaat en dan zijn er daders en slachtoffers. Anderzijds wordt er gesproken over natuurlijk kwaad, zoals rampen. Je kunt denken aan aardbevingen en andere natuurrampen, maar ook aan ziektes. In het christelijk geloof zijn die twee aspecten ook aanwezig. Maak goed onderscheid tussen deze
aspecten, want als je ze met elkaar gaat vermengen, kan dat tot ontsporingen leiden. Denk aan iemand die ziek wordt en te horen krijgt dat hij moreel schuldig is en door middel van deze ziekte gestraft wordt. Jezus wijst zo’n causaal verband af. Andersom kan het ook gebeuren dat moreel kwaad wordt vergoeilijkt door er natuurlijk kwaad van te maken. Iemand verontschuldigt zich bijvoorbeeld voor zijn misbruik en zegt dat hij er ook weinig aan kon doen, want het komt door de omstandigheden of het is hem gewoon overkomen. Dat kan, maar het neemt de eigen verantwoordelijkheid en schuld niet weg. Deze voorbeelden laten zien dat kwaad gelaagd is. Er is kwaad dat ons overkomt, kwaad dat niet te herleiden is tot een persoon of dader die erachter zit.
‘ Het Onze Vader leert ons genuanceerd naar het kwaad te kijken’
Het hele verschijnsel COVID-19 heeft dat karakter. Het is een virus dat ons overkomt, maar het liefst proberen we verantwoordelijken aan te wijzen zoals in het begin de Chinezen. Ook nu weer met alle maatregelen willen we het liefst personen verantwoordelijk houden. Natuurlijk mag je ministers ter verantwoording roepen, maar om alle problemen te herleiden tot de verantwoordelijkheden die zij hebben, onderschat je de kracht van het kwaad en overschat je de mogelijkheden van een enkele persoon.’
Zijn er nog meer soorten van kwaad te benoemen?
‘De tweeslag moreel en natuurlijk kwaad voldoet niet. Als derde kun je nog spreken van systemisch kwaad. Dus tot systeem geworden kwaad waarbij mensen wel de oorzaak zijn, maar waarbij je niet een of meerdere personen kunt aanwijzen als schuldige. Systemisch kwaad werd vooral benoemd in het maatschappijkritisch
11
INTERVIEW
‘ Uitspreken dat kwaad
soms groter is dan het individuele handelen, werkt bevrijdend’
denken vanaf de jaren ‘60. Het besef kwam op dat maatschappelijke structuren onrechtvaardig kunnen zijn. De bevrijdingstheologie kwam in die tijd op en wees het onrecht van structureel kwaad aan. Ook nu zijn er structuren die kwaad in zich hebben en bijvoorbeeld hebben geleid tot de toeslagenaffaire. Die affaire legt een cultuur van wantrouwen bloot waarin mensen structureel oneerlijk bejegend worden. Die cultuur gaat verder dan alleen het beleid van ministeries, er gaan wetten aan vooraf die daarvoor de basis hebben gelegd. Het is een kwaad systeem dat tot die cultuur van wantrouwen heeft geleid. Er moet genoegdoening plaatsvinden voor de slachtoffers, maar het kwaad is groter dan een incidentele ontsporing. Het heeft een structureel karakter en daaraan moet iets gedaan worden. De bede “verlos ons van het kwaad” is daarvoor geen oplossing. In die bede spreek je uit dat dergelijk kwaad ons steeds weer in de greep kan krijgen en dat we onszelf er niet van kunnen bevrijden, maar ervan verlost moeten worden.’
In uw inaugurele rede als bijzonder hoogleraar sprak u over het kwaad dat militairen kan overkomen en waarmee ze bij terugkomst ook heftig kunnen worstelen. Hoe overstijgt het kwaad ons morele en persoonlijke kwaad? ‘Bij getraumatiseerde veteranen wordt dikwijls PTSS (posttraumatische stressstoornis) vastgesteld. Deze psychologische categorie duidt aan dat militairen een beschadiging hebben opgelopen. Deze term wijst dus op een medische benadering. Iemand heeft een ziekte, een syndroom, doordat hij iets heftigs heeft meegemaakt. Alleen medisch-psychologische hulp helpt militairen niet voldoende, omdat ze juist ook met morele vragen worstelen. Ze worstelen met gevoelens van schuld, schaamte en boosheid. Gelukkig is daarvoor sinds enkele decennia steeds meer aandacht, maar dit morele aspect kan louter individueel worden gemaakt en als een probleem worden uitgelegd dat behandeld moet worden. Maar de morele vragen zijn ten eerste wel reëel en ten tweede staat die militair niet op zichzelf. Wat hem of haar is overkomen is een gedeelde verantwoordelijkheid van defensie, politiek en de hele samenleving. De morele vragen waarmee militairen worstelen moeten niet alleen op hun schouders komen te liggen, maar we moeten erkennen dat ze worstelen met de gevolgen van kwaad waarvan we allemaal deel uitmaken.’
12
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Wat zou het betekenen als de maatschappij hiervoor verantwoordelijkheid nam?
‘Het zou erkenning voor de militairen betekenen. Het kwaad waarmee zij worstelen is aan de ene kant iets van henzelf. Zij, niet wij, zijn uitgezonden en hebben dingen gedaan die niet goed zijn of hebben juist niet gedaan wat ze hadden moeten of willen doen. Aan de andere kant gaat het hier om kwaad dat groter is dan hun persoonlijke aandeel. De samenleving die via politieke besluitvorming ingestemd heeft met de militaire missie heeft daaraan ook deel. Het kwaad is meer dan alleen persoonlijk, daarom vraagt het om publieke erkenning. Je zou bij terugkeer van militairen van een missie een publiek ritueel kunnen vormgeven waarbij de politieke verantwoordelijken op het Binnenhof de militairen weer welkom heten in de maatschappij. Daarbij moet dan de ambivalente werkelijkheid waarin ze hebben gewerkt benoemd en erkend worden: wat goed is gegaan, maar ook wat minder goed is gegaan. Het werkt bevrijdend als wordt uitgesproken dat er kwaad is en wordt gedaan dat groter is dan het individuele handelen.’
Dit gaat expliciet over militairen, maar hoe kunnen nietmilitairen zich in het dagelijks leven zinvol verhouden tot systemisch kwaad? Neem als voorbeeld de klimaatcrisis. ‘Allereerst moeten we doen wat we kunnen doen. We moeten benoemen wat er in ons handelen verkeerd gaat. Vervolgens moeten we ertegen in verzet komen en het
Samen uitzingen
O
p het moment dat ik dit schrijf, gaan de kerken weer wat verder open. De ene kerk doet dat voorzichtig, de ruimte proevend - de andere kerk had de deuren van het kerkgebouw al langere tijd wijd open voor vele gemeenteleden. In dezelfde week protesteren theaters en musea door hun deuren te openen met ludieke acties als Kapsalontheater en Museumgym, voor de duur van één dag. Een verzoek voor het openen van een theaterkerk of een museummoskee kwam er niet, voor zover ik weet.
I s inspiratie het enige
wat een kerkbezoek ons brengt?
handelen omvormen, in concrete vormen van milieubewust handelen. Dit sluit aan bij de bijbelse oproep om onrecht te bestrijden en recht te doen aan al wat leeft. Vanuit een gelovig perspectief op het kwaad beseffen we dat kwaad soms groter is dan wijzelf of groter dan wat mensen doen.
‘ Het kwaad vraagt om
verlossing van buitenaf’
Het kwaad vraagt om verlossing die we niet zelf kunnen bewerken. Beide aspecten zijn belangrijk en helpen ons om twee extremen te vermijden. Enerzijds voorkomt de oproep tot recht doen dat we in apathie vervallen. Dat kan in de klimaatdiscussie zomaar gebeuren. Het probleem is zo groot en complex dat je kunt bevriezen en niets meer doet. Aan de andere kant kun je denken dat alles van jou en jouw handelen afhangt en vergeten dat de klimaatcrisis een structureel kwaad is. Dan blijven de structuren die de uitbuiting van de aarde mogelijk maken te veel buiten beeld. Ook die moeten veranderen, maar dat kunnen we niet alleen. We blijven aangewezen op de verlossing van het kwaad.’ MAARTEN BOERSEMA IS PREDIKANT VAN DE HERENGRACHTKERK IN LEIDEN EN SCHRIJVER
De vraag is al eerder gesteld: waarom mogen de kerken open (blijven) en theaters, concertzalen en musea niet? Waar vinden mensen inspiratie, waar verheffen ze hun ziel? In de kerk - jazeker. Maar mensen, kerkgangers incluis, vinden ook inspiratie in een museum, bij een voorstelling, een uitvoering of een optreden. Daarvoor voldoet een digitaal bezoek aan concertzaal of museum niet. Digitaal betekent ook: wéér achter een scherm. Wie werkt op kantoor of in het onderwijs, zit al hele dagen naar een scherm te turen, voor overleg en les. Het contact verschraalt. En dat in een tijd waarin de mobiele telefoon al aan onze hand lijkt vastgegroeid. Apps moeten ons in beweging zetten voor een ommetje, de sportles volgden we online vanuit de huiskamer. Zo zijn in de afgelopen twee jaren schermen en een virtuele werkelijkheid verder onze levens binnengedrongen. Verworden we tot radertjes in de machine. Tegelijk klinken van meerdere kanten de zorgen over de impact die de hele ‘coronatoestand’ heeft op de mentale gezondheid van jong en oud. Ontspanning en inspiratie zijn daarbij niet dé oplossing, maar kunnen wel verlichting bieden. In ieder geval genoeg reden om naast de kerken ook de culturele sector de deuren te laten openen. Is inspiratie dan het enige wat een kerkbezoek ons brengt? En verschilt dat van wat cultuur biedt? Vragen om nog eens over door te praten. In de kerk zingen we zelf en zo houden we de lofzang gaande. Tot het nieuwe normaal weer meer elementen bevat van de oude vrijheden, rest er niet veel anders dan het samen uitzingen.
ELS VEURINK IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG
REPORTAGE
Zij helpen anderen het goede te doen Wat als het kwaad mensenlevens treft? In Amsterdam en Den Haag laten christenen uit het Jeannette Noëlhuis en De Haven zich door Matteüs 25 inspireren om het goede te zoeken voor veerkrachtige mensen in nood. ‘We brengen Jezus niet naar de mensen, maar denken in de mensen Jezus te zien.’
TEKST SJOERD WIELENGA BEELD JEANNETTE NOËLHUIS EN DE HAVEN
In de kapel van de leefgemeenschap het Jeannette Noëlhuis, gevestigd in een portiekwoningencomplex in Amsterdam-Zuidoost, wordt elke dag in een monastieke sfeer gebeden en gezongen. Het huis gaat uit van de Amerikaanse Catholic Worker-beweging die zichzelf omschrijft als ‘radicale christenen’ en ‘pacifistisch en anarchistisch’. De loyaliteit ‘aan het koninkrijk van God is groter dan onze loyaliteit aan het koninkrijk der Nederlanden’. De bewoners willen het Evangelie uitleven ‘door vreedzame getuigenissen op plekken waar het wringt en door concrete hulp aan de armsten.’ Zes kerngroepleden vormen de vaste bewoners en bieden onderdak aan veertien huisgenoten, veelal mensen zonder verblijfsvergunning die hier tijdelijk onderdak vinden. Susan van der Hijden (53) is een van hen. Ze woont hier nu vijf jaar, vertelt ze aan de telefoon. Als ik opmerk dat Susan en haar medebewoners hulp aan kwetsbare mensen geven, aarzelt ze. ‘De vluchtelingen die hier wonen zijn sterke mensen. Ze hebben veel doorstaan op hun reis naar Nederland. Een meneer heeft door veel landen getrokken, de Middellandse Zee over en is in een gevangenis gemarteld. Daarvan heeft hij last, maar hij is ook een man die zin in het leven heeft en trots is. Hij maakt voortdurend grapjes. Hij is ook heel sterk. Het zijn eigenlijk gewone mensen, maar omdat ze geen papieren hebben, niet mogen werken en daarom geen huis kunnen huren, wonen ze nu bij ons.’ Zo kwetsbaar zijn ze dus niet, wil Susan maar zeggen. Bovendien zijn deze mensen een ‘verrijking voor Nederland’, zegt Susan. ‘Het zijn
14
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
ondernemende mensen, ze zijn vriendelijk en gastvrij.’ De bewoners van het Jeannette Noëlhuis proberen te leven zoals Jezus en de Bijbel dat voorschrijven. ‘Als er staat dat je je spullen moet delen, dan proberen we dat te doen. Als in Matteüs 25 staat dat we hongerigen moeten voeden of naakten moeten kleden, dan doen we dat. Bovendien, in iemand die honger heeft, kun je Jezus zien. We zijn niet zozeer evangeliserend. We brengen Jezus dus niet naar de mensen toe, maar denken in de mensen Jezus te zien. Een moslima die hier woont, kookt voor dakloze mensen ondanks haar eigen problemen. Prachtig. In haar zie ik Jezus.’ Als ik Susan vraag of de bewoners van de leefgemeenschap met elkaar het kwaad bestrijden, moet ze direct denken aan een van de oprichters van de Catholic Worker-beweging. ‘Hij zei: “We proberen een wereld te creëren waar het gemakkelijker is om goed te zijn.” Het is gemakkelijker om goed te doen als je een gevulde buik hebt of je geen zorgen hoeft te maken over waar je morgen slaapt. Die moslima zou niet kunnen koken voor anderen als ze niet bij ons woonde.’
Kwetsbaar
Zo’n zestig kilometer verderop, in Den Haag, wandel ik met Mariska Koolhaas, maatschappelijk werker bij de christelijke organisatie De Haven, door een van de prostitutiestraten van de Hofstad. Achter de meeste ramen zitten vrouwen. Sommigen kijken verveeld op hun telefoon. Mannen, meestal alleen, lopen langs. Ik zie een net pak met keurige schoenen, maar ook versleten
slobberbroeken en trainingsbroeken met sportschoenen. Sommigen bevestigen het vooroordeel: smoezelige mannen. Met een schok denk ik een goede kennis te zien. Bij nadere inspectie blijkt dat niet het geval. Als ik de mannen aankijk, kijken ze argwanend terug of weg.
‘Vluchtelingen zijn een
verrijking voor Nederland’
Mariska loopt naar een raam, waarachter een vrouw zit die ze begeleidt. Ze kletsen en lachen gezellig, alsof het oude vriendinnen zijn. Half in het Spaans, half in het Nederlands praten ze over de taalles die deze vrouw bij De Haven volgt. Even daarvoor sprak ik uitgebreid met een jonge vrouw die jarenlang in de Haagse prostitutie verstrikt zat. Na haar verhaal voel ik me hier als man te veel, maar omdat ik niet onbeleefd wil zijn, probeer ik de dame in de peeskamer toch even te groeten. Ze kijkt weg, slaat een doek om haar bijna geheel ontblote boezem en negeert me. Mariska vraagt haar of we binnen mogen komen. Met afwerende gebaren en de situatie weglachend maakt ze duidelijk dat ze dat niet wil. Mariska zegt later dat vrouwen ook een doek omslaan als ze met hen bidt. ‘Dat naakte ervaren ze toch als kwetsbaar; ze vinden misschien dat je zo niet kunt naderen tot God.’
Duister
We lopen naar een soort passage. De meeste gordijnen zijn hier dicht. Mariska loopt er rond met een gemak alsof ze even vanuit een winkelstraat een overdekt winkelcentrum is binnengewandeld. Het is hier vooral duister. Letterlijk, maar het nauwe en bochtige gangenstelsel met rode lantaarntjes maakt deze wereld nog donkerder. Als ik een bocht omga, duikt ineens een ronddrentelende man op. Hij kijkt weg. Wat een desolate straat met al die dolende, eenzame mannen die langs opgedirkte, verleidelijk lachende vrouwen lopen. Ze lijken me allebei slachtoffer van het kwaad: schaamte, achterdocht, gêne, wegkijken, treurigheid. Deze straat kent alleen maar verliezers. Bovendien manifesteert het kwaad zich in angst. De vrouw die ik in het kantoor van De Haven sprak, wil enkel met een schuilnaam meewerken aan een interview. Ze wil bovendien niet dat het interview wordt opgenomen. De angst zit er goed in, zoveel is duidelijk. ‘Ik vertel mijn verhaal anoniem, omdat bordeeleigenaren zeiden: “Als je ons zwart maakt, ga je dood.” Dan ben je een target.’ Deborah, begin twintig, werkte drie jaar in het sekscircuit in Den Haag. Als kleuter werd ze misbruikt. Enkele jaren later mishandelde en misbruikte iemand haar. Bovendien overleed haar vader op jonge leeftijd. Als tiener werd ze verkracht door een mensenhandelaar/ loverboy, die zich voordeed als een vaderfiguur. Nadat ze rond haar twintigste in financiële problemen kwam, meldde ze zichzelf bij een bordeel om snel geld te kunnen verdienen. ‘Ik ben die dag gelijk begonnen met werken,’ glimlacht ze. Hoe ze dat vond? ‘Verschrikkelijk!
15
REPORTAGE < Peeskamer
Ze kende Mariska en haar collega’s al door hun bezoeken aan de bordelen. ‘Zij keken normaal naar me, ondanks dat ik daar in lingerie zat. Zij waren de enigen van buiten het prostitutiewereldje die echt in mij geïnteresseerd waren.’ Mariska trof een radeloze vrouw aan bij de deur. Door direct te handelen, zorgde Mariska ervoor dat Deborah in een uitstapprogramma van De Haven terecht kwam.
Huisje, boompje, beestje
Mannen van zeventig of iemand die op je vader lijkt, komen langs. Er waren mannen met hele rare fetisj. Dat je dacht: ‘Oké, moet ik dit echt doen?’ Ik vond het werk nooit fijn. Het ging me alleen om het geld. De hele dag hoorde ik de stem van mijn voormalige loverboy in mijn hoofd die altijd tegen me zei: “Jij bent alleen goed voor seks”.’ De bordeeleigenaren zagen haar ‘als een robot aan wie ze geld konden verdienen’. ‘Al ben je ziek en geef je over, als er een klant staat, moet je gewoon aan het werk. Als het echt slecht met me ging, deden ze ineens heel lief, omdat ze bang waren dat ik anders zou stoppen.’
‘Ze zagen me als een
robot aan wie je geld kunt verdienen’
Kerkgangers
Deborah is niet christelijk opgevoed, maar ging als basisschoolkind zelf op zoek. ‘Op een zondag werd ik wakker en dacht: ik wil naar de kerk.’ Ze ging mee met de buren. ‘Ik heb altijd geloofd en heb God altijd vastgehouden.’ In de jaren dat Deborah in de prostitutie werkte, ging ze weinig naar de kerk ‘omdat ik geen klanten wilde tegenkomen.’ Veel klanten vertelden haar dat ze trouwe kerkgangers zijn. ‘Een voorganger zei in een bordeel eens tegen me: “Wat doe je hier? Dit werk mag niet van God!” Ik zei: ”Wat doe jíj hier? Als ik aan jouw gemeente vertel dat jij hier komt, ben je de lul.”’ Tijdens het wachten op klanten, praatte Deborah met de andere meiden regelmatig over het geloof. ‘Maar dan zei een bordeeleigenaar: “Als God echt van je gehouden had, had je hier niet gezeten.” Dat bracht me dan weer aan het twijfelen.’ Twee jaar geleden kampte Deborah met gezondheidsproblemen en depressies. Ze stopte met de prostitutie. De dagen erna was ze radeloos. ‘Ik wilde van een flat springen.’ Maar iets in haar bracht haar naar het kantoor van De Haven.
16
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Deborah is het gelukt uit de wereld van gedwongen prostitutie te komen. Maar inmiddels vertrouwt ze geen enkele man meer. Ik had getrouwde mannen met kinderen als klant. Stel dat ik een vriend zou hebben, waarom zou hij ook niet zoiets doen? Maar goed, liever dat hij seks heeft tegen betaling dan dat hij zich emotioneel hecht aan die vrouw. Ik geloof niet dat er mannen zijn die niet vreemdgaan.”’ Gelooft ze echt dat álle mannen prostituees bezoeken? ‘Ja, écht,’ knikt ze. ‘Uiteindelijk wil ik ook gewoon huisje, boompje, beestje. Maar dat heb ik nog nooit ergens gezien. Er zullen vast goede mannen zijn; ik hoop er nog eens eentje te ontmoeten.’ Ik vertel Deborah over mannen die vastzitten in hun prostitueebezoekverslaving, grote schulden hebben en kampen met psychische problemen. Ze knikt. ‘Die verhalen vertelden de mannen me zelf. Maar dat neemt niet weg dat ze allemaal uiteindelijk zeggen: ik betaal, dus ik bepaal. Ze hebben het zelf verpest.’ Liever waardeert Deborah de liefde van Mariska. ‘Ik werd altijd als vlees gekeurd, maar nu kijkt iemand echt naar mij en mijn waarde zonder achterliggende gedachte.’ Evenals Susan in Amsterdam, inspireert Matteüs 25 ook Deborah en Mariska. Wat betekent het ‘kleed de naakten’ voor Deborah? ‘Matteüs 25 link ik met De Haven. Zij kijken naar wie ik ben. Zij kleden mij niet, maar ondersteunen mij om mezelf te kleden.’ ‘Je doet het dus zélf’, vraag ik. ‘Ja’, knikt Deborah. Mariska straalt. Veerkrachtig en sterk dus, net als de vluchtelingen in het Jeannette Noëlhuis. Evenals Susan, ziet Mariska in Matteüs 25 dat Jezus zichzelf toont in vrouwen in de prostitutie. ‘Dat ervaar ik ook in de straat waar ik veel gelovige meiden spreek.’ Tegen Deborah: ‘Je zei in een bordeel eens tegen mij dat God dit leven niet voor jou bedoeld heeft. Je zat toen zo diep, maar je had zo’n godsvertrouwen. Op zo’n donkere plek! Dat bemoedigt mij.’ SJOERD WIELENGA IS JOURNALIST EN TEKSTSCHRIJVER
Het gesprek in Den Haag is een bewerking van een artikel dat eerder in opinieblad De Nieuwe Koers verscheen.
ADVERTENTIES
www.dewittenberg.nl
Doemdenken START 14 februari en 29 augustus 2022
5 maanden Investeren in Jezelf en je Geloofsleven?
Kies voor Inside-out en ontdek je toekomst!
E
cht vrolijk stemmen de tijden momenteel niet. Het blijft worstelen met corona. Geopolitieke spanningen lopen op. De samenleving staat voor enorme uitdagingen op het gebied van klimaat, wonen en het terugdringen van de achterstelling van grote bevolkingsgroepen. Tegelijk is er weinig vertrouwen dat bestuurders de durf hebben en de ruimte krijgen oplossingen door te voeren. Woorden als gaswinning, toeslagenaffaire en fabeltjesfuik spreken boekdelen. Wantrouwen en moedeloosheid eisen ook binnen kerken en geloofsgemeenschappen hun tol. Het is dat het woord ‘doemdenken’ in 1980 werd uitgevonden vanwege de milieuproblematiek en angst voor een Derde Wereldoorlog, anders zou er vandaag vast iemand op gekomen zijn.
E r is hoop.
Maar niet vanwege ons
L EN HOOPVO END INSPIRER
Hoop en inspiratie! Wij delen hoop en inspiratie ook op onze website. Bezoek www.onderwegonline.nl. Je vindt daar nieuws, blogs, gratis artikelen en het online archief met alle eerdere artikelen uit magazine OnderWeg.
> Volg je magazine OnderWeg al op Facebook? Facebook.com/onderwegonline
Natuurlijk ontbreekt het niet aan analyses. Essayist Bas Heijne kwam met een heruitgave van het essay van Menno ter Braak Het nationaalsocialisme als rancuneleer, omdat het helpt de haat in de samenleving en de politieke cultuur beter te begrijpen. Filmmakers maakten met Don’t Look Up een satire waarin de aarde ondergaat, omdat mensen de feiten zoals naar voren gebracht door de wetenschap niet onder ogen willen zien. In november en januari waren er bidstonden vanwege de coronapandemie. Mooie initiatieven die verder reiken dan slechts toegeven aan angsten, zorgen en gelatenheid. Tegelijk roept het ook een vraag op. Is dit echte acceptatie van het gegeven dat het leven niet maakbaar is? Of alsnog een poging grip erop te krijgen? Er is alle reden problemen serieus te nemen en in actie te komen. Maar daarbij mogen we iets niet vergeten: moeten dealen met oneerlijke verhoudingen en omgaan met rampen en ziekten zijn in de geschiedenis van de mensheid eerder regel dan uitzondering. Juist gebrek aan controle laat op een fundamenteel niveau zien hoe belangrijk het is te leven, lief te hebben, te bidden en te danken. Er ís hoop. Niet vanwege ons, maar omdat het God is die het leven geeft. Sommige cijfers suggereren dat we dat misschien wel meer beseffen dan soms gedacht. Er werden in 2021 in Nederland ineens meer kinderen geboren. Tegen alle verdrukking in. Vooral niet langer uitgestelde geboorten, zegt het CBS. Dat zal best. Maar ik vind het ook een teken van hoop.
KOERT VAN BEKKUM IS HOOGLERAAR OT AAN DE ETF LEUVEN EN DOCEERT AAN DE TU KAMPEN|UTRECHT
PRAKTIJKLOKAAL
Handreiking jeugdpastoraat De Tabernakelkerk in Apeldoorn (NGK) wil alle jongeren van 0-23 jaar in beeld hebben. Ze hebben hierover nagedacht en in november 2020 een handreiking jeugdpastoraat vastgesteld. Deze is te vinden op de website van de kerk, www.tabernakelkerk.nl.
Alle jongeren van 0 – 23 in beeld De handreiking onderscheidt drie lagen in het pastoraat: onderling pastoraat, gebaseerd op aandacht voor jongeren die meedoen in de kerk in de hoop dat hierdoor (ook) vriendschappen ontstaan; basispastoraat, met aandacht voor wie niet meer deelneemt aan jeugdactiviteiten. De derde laag, crisispastoraat, schurkt tegen professionele zorg aan. Ouders kunnen hierom vragen, maar ook jongeren zelf. Speciaal punt van aandacht hierbij is de privacy: de jongere moet zelf toestemming geven voor het delen van informatie. De onderliggende gedachte bij de handreiking is om door de kracht van de heilige Geest samen als discipelen Jezus te volgen en te getuigen van Gods liefde.
Digitale preekbespreking De NGK Leerdam hield op 9 januari een themadienst over het jaarthema ’welkom thuis’. Tijdens het ‘oude normaal’ zou dan na afloop een bespreking met koffie georganiseerd zijn over de tekst en de preek. Dat kon op de genoemde datum niet. Wel werd een Zoom-meeting opgezet, zodat iedereen via het beeldscherm met elkaar van gedachten kon wisselen. De voorganger in de dienst, Erik de Kruik, had de bespreking vooraf richting gegeven met een aantal vragen. Ook tijdens de meeting konden vragen gesteld worden. Tijdens een eerdere periode van onlinediensten kende de Koningshof (Apeldoorn-Centrum, GKv) via het platform Teams al een serie ontmoetingen na de kerkdienst, meer als vervanging van het kerkplein waar je altijd kon napraten over de dienst en elkaar even kon ontmoeten. Ook de NGK Enschede kent het ‘bijpraten via Zoom’.
18
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Contact tijdens lockdown Bedum (GKv) heeft het al eerder gedaan, het opzetten en uitvoeren van de actie ‘Van wie komt dit?’ Vanwege het succes wordt die actie nu herhaald. De actie heeft alles te maken met de coronamaatregelen en -beperkingen in 2020 en 2021. Hoe werkt het? Je kunt je aanmelden en krijgt vervolgens een briefje met het adres dat je anoniem gaat verrassen; dit kan in ieder geval gedurende de hele maand januari; je verrast minimaal een keer per week. De initiatiefnemers: Het is niet de bedoeling dat er veel geld in gestoken wordt, maar wel veel liefde.’ De organisatoren waarschuwen dat je het wel ‘zo moet bezorgen dat het niet opvalt’. Ook zelf krijg je post of attenties van een ander. Op 31 januari maakt iedereen zich bekend - en hoor jij wie jou heeft verrast. Als iemand de verrassing niet zelf kan bezorgen, kan de hulp van iemand anders ingeroepen worden.
Zalk (NGK) deed en doet het nog weer anders: daar hangt bij de kapstok in de hal van de kerk een slinger van enveloppen met daarin namen van gemeenteleden. Je kunt er een of meerdere afpakken en onder het motto ‘wees creatief’ iets leuks doen voor wie erin genoemd wordt, bijvoorbeeld een cadeautje, een kaartje of een uitnodiging voor koffie of eten.
In Hardenberg-Centrum en Hardenberg-Baalder (GKv) gaat een actie met ongeveer hetzelfde doel anders. Daar zijn secret sisters actief geweest. Elke deelneemster wordt gekoppeld aan een andere; je maakt jezelf niet bekend, maar laat je betrokkenheid bij de ander merken met bijvoorbeeld een kaartje of een presentje. In Dalfsen, bij een activiteit van de NGK en de GKv samen, is het anoniem blijven bij een vergelijkbare actie niet aan de orde. Daar kon je in het weekend van 15 en 16 januari wandelen, twee aan twee.
En verder •D e samenwerkingsgemeente GKv-NGK in Wapenveld sluit zich aan bij een actie voor een nieuwe blindegeleidehond/hulphond voor Simon, een streekgenoot. Zijn hond, Buffel, is overleden aan leukemie en de verzekering vergoedt geen nieuwe: een hulphond moet vijf jaar actief zijn en Buffel was vier. Een nieuwe kost 40.000 euro. •H eb je jongeren in je gezin in Harderwijk en ben je lid van de Petrakerk (GKv)? Grote kans dat je binnenkort de jeugdwerker te eten krijgt, en hem niet alleen:
jeugdwerker Richard neemt zijn vrouw en zoon mee. Zo wil hij jongeren beter leren kennen. Gezinnen kunnen zelf voor het bezoek intekenen via een datumprikker. •H et aantal liederen dat je kunt opgeven in een kerkdienst loopt inmiddels in de duizenden. Wie kent die allemaal? De Koepelkerk in Alkmaar helpt de leden erbij: van tevoren wordt een playlist gepubliceerd, zodat je thuis kunt oefenen.
19
EYEOPENER
Juichen en huilen tegelijkertijd ‘Juichen en huilen waren niet meer te onderscheiden’. Als je Ezra 3 doorleest, blijf je hier haken, dat overkomt mij tenminste altijd. Het is een zinnetje dat raakt, misschien omdat we het allemaal herkennen. Huilen en lachen kunnen zo sterk samen opgaan, dat ze soms niet meer uit elkaar te halen zijn. Misschien raakt het ook, omdat de schrijver van Ezra het zo fijnzinnig opmerkt en opschrijft. In ieder geval is het een zinnetje waarover je even blijft nadenken.
20
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Zij dankten en prezen de HEER, en ze zongen in beurtzang: ‘Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw aan Israël’. Heel het volk begon daarop luid te juichen en de HEER te prijzen omdat de fundamenten van de tempel van de HEER werden gelegd. Veel priesters, Levieten en familiehoofden, de ouderen die de eerste tempel nog hadden gezien, huilden luid toen voor hun ogen de fundamenten van de tempel werden gelegd, maar vele anderen juichten en jubelden. Juichen en huilen waren niet meer te onderscheiden, het gejubel was zo sterk dat het tot op grote afstand te horen was. (Ezra 3:11-15)
J
e kunt je goed voorstellen dat het zo is gegaan. Als je de eerste drie verzen van het boek Ezra leest, zit je direct midden in de verwondering van Gods volk. Het was de tijd dat Israël jarenlang in ballingschap was geweest. Onverwacht, hoewel niet onaangekondigd, was er dat besluit van koning Cyrus dat ieder die bij het volk hoorde, terug mocht naar Jeruzalem om daar de tempel van de HEER, de God van de hemel, te herbouwen. Vers 1 zegt ook onomwonden hoe dat kwam: ‘De HEER zette de koning ertoe aan.’
Breuk In Ezra 1 en 2 zie je dan een groot aantal ballingen inderdaad terugkeren naar Jeruzalem. In Ezra 3:1 lees je dat in de zevende maand na de terugkeer het altaar wordt opgericht en er weer offers gebracht kunnen worden. Maar ‘de fundamenten van het heiligdom van de HEER waren nog niet gelegd’ (vers 6). Daarmee wordt begonnen in het tweede jaar na de terugkeer. Met dat moment, het leggen van het fundament van de tempel, heeft de vreugde van vers 11-15 te maken.
TEKST MIRANDA RENKEMA
Het herstel van de tempel betekende nogal wat. De tempel was de plaats waar de Here wilde wonen bij zijn volk. De plaats waar door de priesterdienst verzoening was en waaraan God zijn naam en beloften had verbonden. Maar het was ook de plek die Hij verlaten had. Ezechiël had in een visioen gezien hoe God langzaam van zijn tempel wegging, als een verschrikkelijk teken dat Hij niet meer bij zijn volk woonde. Zo was het inderdaad gegaan: de tempel was verwoest, als een schijnbaar definitieve breuk tussen de HEER en zijn volk. En nu stonden de teruggekeerde ballingen bij de fundamenten van Gods huis dat ze weer mochten opbouwen.
Trouw
Dit was niets anders dan Gods goedheid en trouw. Dat zingen ze ook in vers 11: ‘Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw aan Israël.’ Die woorden laten geen enkele ruimte voor trots. Dit nieuwe begin, de bevrijding, het feit dat
de tempel weer gebouwd mag worden en God zijn liefde weer wil geven, het is alleen maar te danken aan Gods genade en trouw. Dat is reden tot grote vreugde. Maar terwijl heel het volk luid juicht en de HEER prijst, klinkt dwars door het gejuich heen het gehuil van hen die de eerste tempel nog hadden gezien.
H et was ook de plek die Hij verlaten had Waarom die mensen huilden, vertelt Ezra niet. In ieder geval roept de herinnering aan het verleden ook verdriet op. Misschien vonden ze het moeilijk te geloven dat welk nieuw gebouw dan ook ooit een vervanging zou kunnen zijn voor de heerlijkheid van de oude tempel. Als je Haggaï 2:3 leest, zal dat vast hebben meegespeeld. Hoe dan ook, in het verdriet zal een besef gezeten hebben van wat verloren was. Een herinnering aan al het goede van vroeger dat stuk is gegaan, van verlies dat is geleden in de tijd van de ballingschap. Misschien ook wel een besef van schuld, schaamte en spijt. In ieder geval is het er allebei: het juichen en het huilen. Er is dankbare vreugde over Gods nieuwe begin, maar die vreugde komt bij het verdriet om wat verloren is. Het gaat samen op en het is niet helemaal te onderscheiden. Al lijkt het wel of de blijdschap de overhand krijgt (vers 15).
Hanna Dat samen opgaan zie je vaker in de Bijbel. Een mooi voorbeeld daarvan hoorde ik laatst en geef ik hier door, omdat ik het treffend vond. Het woord dat in de Griekse vertaling van het Oude Testament gebruikt wordt voor ‘prijzen’ in Ezra 3 komt één keer voor in het Nieuwe Testament: als de profetes Hanna op de veertigste dag na Jezus’ geboorte Hem ontmoet in de tempel. Toen zij hoorde wat Simeon over Jezus zei ‘bracht ze hulde aan
21
EYEOPENER
G ods vreugde maakt ons verdriet niet ongedaan door dit kind, was haar blijdschap groot. Hier was Gods verlossing, eindelijk. Het gaf haar een diepe vreugde die kwam bij alles wat verloren en stuk was gegaan.
God en sprak ze over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem’ (Lucas 2:38). Over Hanna weten we niet zoveel, maar Lucas vertelt wel dat ze zeven jaar getrouwd was geweest en nu al 84 jaar weduwe. Ook van haar verdriet weten we niets, maar die paar woorden van Lucas zeggen genoeg om te begrijpen dat er in haar leven groot verlies was en dat haar vreugde al vroeg gebroken was. En ook dat ze, ondanks dat verlies, uit was blijven zien naar Gods beloofde vreugde. Lucas vertelt dat ze dag en nacht in de tempel was om God te dienen en uit het feit dat ze over het kind sprak ‘met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem’ blijkt dat dat haar hoop was.
D e verlossing van het totale leven was er nog niet Blijvende vreugde Dat reddend ingrijpen van God was hard nodig. Want de vervulling van Gods beloften van een nieuw begin, van bevrijding en van verzoening in de tijd van Ezra was echt, maar nog voorlopig. De verlossing van het totale leven, de definitieve bevrijding en verzoening was er nog niet. Dat blijkt ook wel uit het vervolg van de geschiedenis. Het was nog steeds wachten op de echte verlossing. Toen Hanna van Simeon begreep dat God dit nu aan het doen was, definitief heil en redding brengen
22
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Zo is het voor ons nog steeds. We hoeven er niet van te schrikken als we merken dat de vreugde over Gods redding en het verdriet er beide zijn, tegelijk en soms door elkaar heen. Gods vreugde wordt ons gegeven bij ons verdriet. Het maakt dat verdriet niet ongedaan en het ontkent het ook niet. Maar in Christus krijgen we wel echte, blijvende vreugde. Vreugde over Gods liefde die ons verlies wilde dragen en onze schuld verzoenen, die zijn vrede geeft aan ieder die dat bij Hem zoekt. Die vreugde doortrekt het verdriet en mag het ook langzaam overnemen. Totdat Christus terugkomt. Dan zal de vreugde volkomen zijn door God die in Jezus heeft bewezen hoe ver zijn goedheid gaat en ons door Hem laat leven van zijn trouw die eeuwig duurt. MIRANDA RENKEMA IS THEOLOOG
Om over door te praten
1. Welke troost bood de profeet Haggaï voor het verdriet van de mensen die de eerste tempel hadden gezien (Haggaï 2:3-9)? Wat zegt die troost ons? 2. Zou een deel van het verdriet van de teruggekeerde ballingen ook te maken hebben gehad met het voorlopige van de vervulling van Gods beloften? Hoe bleek dat voorlopige als je de geschiedenis verder leest? 3. H et woord ‘eeuwig’ (in vers 11) was niet alleen reden voor grote dankbaarheid, maar ook ‘de enige reden voor hoop’. Wat vind je van deze uitspraak? 4. Als de Here Jezus terugkomt, zal de vreugde volmaakt zijn. Ook dan wordt ons verdriet niet ontkend, maar worden onze tranen gedroogd. Wat doet het jou om dat te lezen in Openbaring 21:4?
STIMULANS
TEKST JANNET DE JONG
Lees-, kijk- en luistertips VOOR GELOOFS- EN GEMEENTEOPBOUW
48 keer Handelingen 10 Een dagboek dat slechts één bijbelhoofdstuk behandelt. Wel een lang hoofdstuk: dominee Geert van Dijk (NGKv Sliedrecht) neemt de lezer vers voor vers mee door Handelingen 10. De kern van het hoofdstuk is meteen de titel van het boekje: God maakt geen onderscheid. Het verhaal van Handelingen 10 start met de ontmoeting tussen Petrus en de Romeinse centurion Cornelius in Caesarea. God draagt Cornelius op om Petrus uit Joppe te laten halen. Rond dezelfde tijd ziet Petrus een visioen en leert hij dat wat voor God rein is, niet langer onrein mag worden verklaard. Het is voor hem de grote ontdekking dat Jezus’ goede nieuws van vrede een uitnodiging is voor iedereen,
Jood of niet-Jood. Van Dijk noemt zijn boekje een dagboek, maar ik denk dat het niet altijd lukt om het vers voor vers te lezen. Daarvoor gebeurt er te veel interessants in Handelingen 10; Van Dijk legt er vers voor vers de vinger bij. Het boek is zelfstandig te lezen maar is niet te moeilijk om het bijvoorbeeld met elkaar aan tafel te lezen en te bespreken. God maakt geen onderscheid. 48 overdenkingen over Handelingen 10 is uitgegeven door Buijten en Schipperheijn
Jouw leven in de eindtijd
Voorbereiding op het feest
Er komt een dag waarop Jezus terugkomt. Elke dag tussen zijn hemelvaart en die dag, is een dag in de eindtijd. Ook ons leven speelt zich daarin af. De rode draad door ons leven is dan ook de terugkerende gedachte (soms hoopvol, soms beklemmend): het houdt een keer op, als Jezus terugkomt. Dominee Ron van der Spoel schreef een boekje dat de bijbelse lijnen over de eindtijd verkent en verduidelijkt. Zo gaat het onder andere over de wederkomst, het duizendjarig rijk en de antichrist, maar ook over de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Het boek is een uitgave in Van der Spoels serie Kort en krachtig, waarin naast de eindtijd al eerder het gebed en de heilige Geest steeds in twaalf hoofdstukjes worden behandeld ‘voor wie geen dikke boeken wil lezen’. Dominee Ron van der Spoel woont en werkt in Limburg als pionier-predikant voor het Leger des Heils en de IZB. Kort en krachtig over de eindtijd is uitgegeven door KokBoekencentrum
Ben je er klaar voor? De veertigdagentijd is een periode van voorbereiding op het feest van Pasen. Van de uitnodiging tot aan de feestkriebels: aan de hand van het Oecumenisch Leesrooster en het evangelie van Johannes kun je als gemeente toeleven naar Pasen 2022. Het Steunpunt Liturgie, dat per 1 januari onderdeel is geworden van Kerkpunt, belooft een bijbelleesrooster, materiaal voor vespers en voorgangers en ook de podcast Veertig dagen hier en nu doet mee. Nog niet alles is beschikbaar, maar aanmelden (en dus voorbereiden) is al wel mogelijk. Ben je klaar voor het feest? is een veertigdagenproject van Steunpunt Liturgie binnen Kerkpunt. Meer informatie via www.kerkpunt.nl
23
OPINIE
Hoe word je een vredestichter? Het is alweer eind januari. We hebben met Kerst gezongen en gesproken TEKST ELLY VAN WAGENINGEN
over ‘vrede op aarde’. Maar de kerstspullen liggen weer op zolder, het gewone leven gaat verder. Hoe staat het nu met die vrede, in mezelf en met de ander? Wil ik serieus aan de slag om de vrede te bewaren? Wil ik gehoor geven aan de oproep van Jezus om ‘voor zover het van mij afhangt, vrede te houden met alle mensen’ (Romeinen 12:18)?
24
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Ik heb dat verlangen, maar het lukt mij maar moeizaam. Ik heb lang gedacht, dat als ik maar veel zou bidden en de heilige Geest zou vragen mij te helpen, het vanzelf wel zou lukken om mensen de andere wang toe te keren of zelfs mijn vijanden lief te hebben.
Oude patronen
Maar de oude patronen zijn erg vast ingesleten. Ik herken er drie die steeds terugkeren. De eerste is dat we de neiging hebben de ander te beschuldigen als hij of zij een opmerking maakt die we vervelend vinden. ‘Zij doet het zelf toch ook altijd zo’ of: ‘alsof zij het beter weet’, dat soort opmerkingen of gedachten. Een tweede reflex is dat we onszelf de grond in boren, als we kritische feedback krijgen. ‘Hij heeft gelijk’ of: ‘ik kan ook niks’. Onze derde, geliefde strategie is de ‘mantel der liefde’. ‘Dan zeg ik wel niks meer’ of: ‘ik ga daar maar niet meer heen’. Misschien dat we nog wel achter iemands rug doorpraten over de situatie. Want wat we zogenaamd met de mantel der liefde bedekken, komt vaak toch wel weer tevoorschijn. Durven we misschien niet eerlijk te zijn? Toen ik in aanraking kwam met Marshall Rosenbergs boek Geweldloze Communicatie, wist ik dat het belangrijk was, dat hier een sleutel lag om verder te komen. In het boek wordt beschreven hoe we van deze oude, ingesleten patronen bevrijd kunnen worden. Ik volgde diverse trainingen en cursussen over geweldloze communicatie en begon stapje voor stapje nieuwe manieren van communiceren te ontdekken die meer vrede brachten in mijn leven. Vrede met de ander en met mezelf.
Behoeften
Het model van Rosenberg is verrassend eenvoudig. Het kent maar vier stappen: de waarneming, het gevoel, de behoefte en het verzoek. Deze vier stappen kun je toepassen bij het luisteren naar jezelf, het luisteren naar de ander en om eerlijk te zeggen hoe iets voor jou is of op jou overkomt. Het volgen van deze stappen heeft er bij mij voor gezorgd dat de opdracht van Jezus ‘houd voor zover het van u afhangt vrede met alle mensen’ veel dichterbij kwam. Vooral de stap om na te denken over de behoeften van mijzelf en de ander (de derde stap) gaf veel inzicht. Er bestaan vijftig universele basisbehoeften die voor elk mens gelden. Alles wat wij zeggen of doen,
doen we om onze behoeften te vervullen. Dat geeft energie, het is de reden waarom we iets gaan ondernemen. Ons gevoel is daarbij een belangrijke graadmeter. Dat vertelt ons of onze behoeften wel of niet vervuld zijn. Voelen we ons blij, energiek of opgetogen, dan zijn onze behoeften vervuld. Voelen we ons boos, chagrijnig of verdrietig dan is een behoefte niet vervuld. Door dit te beseffen en op zoek te gaan naar je onvervulde behoeften, kun je al meer rust en vrede ervaren. Je verbindt je met je eigen innerlijk. Daardoor ontstaat er ruimte om te bedenken wat je kunt ondernemen om wel in je behoeften te voorzien. Daarnaast ontdek je ook dat alles wat de ander doet of zegt, voortkomt uit het willen vervullen van haar of zijn eigen behoeften. Wat de ander ook zegt of doet: het gaat niet over jou, het gaat om de vervulling van diens behoeften. Het is bevrijdend om dat te beseffen.
Oude patronen zijn erg vast ingesleten Empathisch luisteren
Tijdens een vergadering in de kerk werden laatst allerlei zaken besproken, het lekke dak, de nieuwe looproute voor het avondmaal en de maatregelen in verband met corona (waarneming). Ik kwam chagrijnig (gevoel) weer thuis. Mijn behoefte aan spiritualiteit en zingeving is tijdens die vergadering niet vervuld (behoefte). Nu ik me dat realiseer, kan ik gaan nadenken over een manier om wel in die behoefte te voorzien (verzoek). Ik kan bijvoorbeeld een gebedsgroep beginnen of anderen vragen om met mij vrouwenweekenden te gaan organiseren. In plaats van mopperen en klagen over de avond ging ik nadenken over hoe mijn behoeften op een andere manier vervuld zouden kunnen worden. Het model werkt ook als je met een broer of zus uit de kerk van mening verschilt. Een zuster van de kerk zei tegen mij: ‘Bij ons in de kerk mag je maar op een manier denken over de vrouw in het ambt. Als je tegen bent zoals ik, word je niet serieus genomen.’ Ik kan in mijn oude patroon schieten door te proberen haar met argumenten te overtuigen vanuit mijn oordeel dat ze helemaal geen gelijk heeft. Ik kan ook
25
OPINIE
‘Houd voor zover het van u afhangt vrede met alle mensen’
denken: ‘Ik zeg maar niks, anders krijgen wij misschien ook nog gedoe.’ Door het model van Geweldloze Communicatie ligt er een nieuwe weg open: de weg van empathisch luisteren met behulp van de vier stappen. Dan zou het gesprek van mijn kant zo kunnen verlopen: Waarneming: ‘Ik hoor je zeggen dat je vindt dat je bij ons in de kerk maar op een manier mag denken over de vrouw in het ambt. Klopt dat?’ Gevoel: ‘Voel je je eenzaam, omdat je het gevoel hebt dat je de enige bent die zo denkt?’ Behoefte: ‘Zou je graag erbij willen horen en is eerlijk zijn belangrijk voor jou?’ Verzoek: ‘Zou je mij willen vertellen wat je nodig hebt?’ Op deze manier heb ik waarschijnlijk een beter gesprek dan wanneer ik haar met argumenten probeer te overtuigen. Zo leggen we de verbinding die nodig is om samen een oplossing te zoeken.
Uitdaging
Dit klinkt misschien eenvoudig. Toch is het in de praktijk een uitdaging. Vooral als je emotioneel betrokken bent bij een onderwerp of als je aangevallen voelt, liggen oordelen en beschuldigingen op de loer. Gelukkig herken ik dit steeds vaker. Wat ik dan doe? Ik haal diep adem. Ik sta stil bij mijn eigen behoefte en vind dan de ruimte om empathisch te luisteren.
Samenvatting
Zo kan ik begrip opbrengen voor wat de ander nodig heeft. De ander voelt zich gehoord en erkend. Het lukt mij om achter het gedrag van de ander de legitieme universele behoefte te vinden. Omdat die universeel is, herken ik die behoefte ook in mijzelf. Daardoor ervaar ik verbondenheid en kan ik ook mijn eigen behoefte duidelijk maken. Vervolgens kunnen we samen een manier zoeken om aan onze gedeelde behoeften tegemoet te komen. Zo ontstaat verbondenheid en vrede. Zelfs met haar of hem die ik eerst als mijn vijand zag.
De vrede komt mij niet aanwaaien Bij veel ruzies blijven de behoeften onbenoemd en strijden we vasthoudend over strategieën. Dat is jammer, want als we onze behoeften onderkennen, kunnen we creatief nadenken over de aanpak die aan ieders behoefte zoveel mogelijk tegemoetkomt. De vrede komt mij niet aanwaaien. Maar ik heb nu wel een inzicht dat mij verder helpt in mijn verlangen om vredestichter te zijn. Misschien is mijn gebed van vroeger dan toch verhoord. Want is het niet de heilige Geest in mij, die mij ruimte geeft om te luisteren naar mezelf en naar de ander? ELLY VAN WAGENINGEN GEEFT TRAININGEN GEWELDLOZE COMMUNICATIE www.ellyvanwageningen.nl
We willen in de kerk graag de vrede bewaren en toch lukt het ons vaak niet. We zitten vast in oude manieren van communiceren. We zoeken de schuld bij de ander, bij onszelf of we zeggen helemaal niks. Intussen blijven we ontevreden en boos. De methode ‘Geweldloze communicatie’, ontwikkeld door Marshall Rosenberg, leert je een nieuwe manier van communiceren. Het helpt je te verbinden met jezelf, eerlijk te uiten van wat jij nodig hebt en empathisch te luisteren naar de ander. Zoeken naar de behoefte van jezelf en je te verbinden met die behoefte en achter het gedrag van de ander op zoek te gaan naar de behoefte van de ander, is het hart van deze nieuwe leefwijze. Dat zorgt voor begrip, verbondenheid en uiteindelijk vrede.
26
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
JEUGDWERK
Ve rbinding in crisist ijd Elk jaar lanceert Kerkpunt in samenwerking met andere organisaties de Jeugdtrends. Als er in het afgelopen jaar iets uitspringt, is het verbinding. Jongeren zijn op zoek naar echte verbinding. De vraag voor ons is: ben jij, zijn wij in verbinding met hen? Jongeren hebben altijd al behoefte aan verbinding gehad. Maar in coronatijd komt dat nog nadrukkelijker naar voren. Echte verbinding, daar draait het om. Hip, snel of online is niet belangrijk. Terwijl het in hun levensfase cruciaal is dat ze fysiek contact met elkaar hebben, konden jongeren elkaar ineens veel minder ontmoeten. Gebrek aan contact kan voor jongeren desastreus zijn. Het zorgde het afgelopen jaar bij hen voor een toename van angstklachten en somberheid. Voor de duidelijkheid: het gaat hier niet alleen om verbinding zelf. Het gaat ook om dieper contact over echte vragen waarbij jongeren ervaren dat ze persoonlijk gezien worden als mensen die ertoe doen. Onderling en met andere generaties.
Onmisbaar
TEKST ANKO OUSSOREN
We zien dat alle jeugdtrends te maken hebben met verbinding. Mentale problemen, veerkracht, polarisatie en zingeving hebben allemaal nadrukkelijk een link met verbinding. Waar de verbinding wordt verbroken, krijgen veerkracht, zingeving en mentale gezondheid een flinke knauw. Het afgelopen jaar hebben veel kerken creatief gezocht naar manieren om met de jeugd in contact te blijven. Een grote uitdaging voor kerken – corona of niet – is zoeken naar plekken waar je de verschillende generaties op een creatieve manier met elkaar kunt verbinden. Daaronder speelt de grote vraag: hoe maak je in jullie gemeente zichtbaar dat jongeren onmisbaar zijn?
Handvatten
• J ongeren hebben mensen nodig die voor hen in de bres springen, ook in de kerk. Ze willen gezien en gehoord
worden. Ze hebben ook iets bij te dragen, als je maar de tijd neemt om naar hen te luisteren! Als kerk kunnen we een tegengeluid bieden in een wereld waar jongeren vaak niet gehoord worden.
Hoe maak je zichtbaar dat jongeren onmisbaar zijn? • J ongeren zijn vooral gericht op het leven nu. Sluit daarbij aan en durf ook verder te gaan. Ze weten best dat het leven niet maakbaar is, maar voelen zich schuldig als ze het zelf niet maken. Een laag dieper kan er veel meer spelen dan op het eerste gezicht lijkt. •F ocus je als kerk op wat je hebt in plaats van op wat je mist. Ga niet voorbij aan wat moeilijk is of tegenzit, maar sta daarbij stil om daarna sterker verder te kunnen gaan. •B emoedig jongeren op een manier die bij jou past! Ga geen kunstje doen, want daar prikken ze doorheen! Wees eerlijk, ook over hoe jij deze tijd beleeft en wat jou blij of boos kan maken. Dat zijn ook de momenten waarop je met hen over God kunt praten – wees ook daarin eerlijk! Doe je niet vromer voor dan je bent. ANKO AUSSOREN IS ADVISEUR BIJ KERKPUNT
> Met de Jeugdtrends schetsen we wat er speelt in het leven van jongeren en willen we hoop, inspiratie en handvatten bieden aan iedereen die met jongeren optrekt. ‘Echte verbinding in tijden van crisis’ is de boodschap van de Jeugdtrends 2022. J e kunt de Jeugdtrends 2022 downloaden www.onderwegonline.nl/jeugdwerk-OW802
27
CHRISTENUNIE-RAADSLID TJITSKE KUIPER OVER HAAR LEVEN IN AMSTERDAM:
TEKST ARIE KOK
‘De stad heeft ons dichter bij God gebracht’ 28
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
ONTMOETING Vanaf de pont over het IJ is het zo’n tien minuten lopen naar de voormalige directeurswoning aan de Adelaarsweg in Amsterdam-Noord. Een rij fietsen in de tuin verraadt de aanwezigheid van studenten. ChristenUnie-raadslid Tjitske Kuiper woont met haar man Roel op de benedenverdieping. Elke woensdagavond eten ze met hun medebewoners aan de lange tafel in de woonkamer. Dan gaat de Bijbel open en wordt er
A
gepraat, over het leven in de stad, studeren en geloven.
l langer hadden ze het op hun hart om iets voor studenten te betekenen, toen ze hun oog op het leegstaande huis lieten vallen, maar financieel kregen ze het niet rond. Uiteindelijk kocht de diaconie van de Protestantse Kerk het huis en verhuurde het aan hen, de woongemeenschap kwam in zicht. Sinds 2014 wonen Tjitske en Roel met tien studenten en (meestal) een jongvolwassen stel in het sfeervol ingerichte klassieke pand en vormen ze woongemeenschap Good Luck. ‘Wij hoorden ooit bij de doelgroep die we nu bedienen,’ vertelt Tjitske aan de lange tafel. ‘Ik kwam als meisje van achttien uit Friesland om Diëtetiek te studeren, Roel is geboren in Overijssel en studeerde Geschiedenis. Dan is de stad een heel andere wereld. Als christen stort je je liever niet rücksichtslos in het studentenleven, je vraagt je eerst af wat je er eigenlijk van vindt. In onze woongemeenschap denken we samen na over hoe je als christen in het leven wilt staan en wat je voor de stad kunt betekenen. Van daaruit gaan ze hun eigen weg in de stad.’
Sterker
Tjitske werd geboren op een boerderij in het Friese Siegerswoude en verhuisde na het overlijden van haar vader naar Drachten. ‘Ik heb al jong geleerd om te overleven. Toen mijn vader stierf, was ik zeven; mijn vier broers en zussen waren een stuk ouder. Psychisch en lichamelijk is mijn moeder er nooit goed overheen gekomen, dat heeft mijn jeugd ingewikkeld gemaakt. Bij haar kon ik niet echt terecht met mijn problemen, ze had al verdriet genoeg aan haar hoofd, dacht ik. Mijn periode van kind-zijn was voorbij. Alles waar je niet aan
onderdoor gaat, daar word je sterker van. Dat hoort wel bij mij. Als er gezegd wordt dat iets niet kan, dan ga ik het gewoon doen. Ik zal dan wel eens wat laten zien. Mijn ouders waren laag opgeleid, alleen Lagere School. Ik hoorde bij een groep die we nu de kansarmen noemen, ik kan me daar veel bij voorstellen. Omdat ik goed kon leren mocht ik naar het VWO, in Drachten kon ik naar de bibliotheek. Ik leefde in twee werelden, die van thuis en die van de scholieren, maar ik vond m’n draai wel. We waren Christelijk Gereformeerd, vrij behoudend. Het was een warme gemeenschap met veel jongeren. Dat heeft mij het geloof gebracht. Al jong voelde ik me dicht bij God.’
Vanzelfsprekendheid
Op het VWO had Tjitske een vriendje dat in Amsterdam studeerde. Vlak voordat ze hem zou volgen, ging de verkering uit. Verdraaid, dacht ik, maar ik ga toch. Ik werd al snel verliefd op de stad. Als ik onder het
Tjitske Kuiper-de Haan (1962) woont samen met haar man Roel in de woongemeenschap voor studenten Good Luck in Amsterdam-Noord. In het voorjaar van 2021 volgde ze Don Ceder op als raadslid voor de ChristenUnie in Amsterdam. Sinds 2018 was ze al betrokken bij het raadswerk als commissielid. Na de verkiezingen van 18 maart neemt ze afscheid van de lokale politiek en pakt ze haar baan weer op: adviseur voor lokale afdelingen op het partijbureau van de CU. Tjitske was diaken in Hoop voor Noord, een multiculturele kerk in Amsterdam-Noord en is lid van de Raad van Toezicht van Stichting Tot Heil des Volks.
29
ONTMOETING
‘ Ik werd al
snel verliefd op de stad’
Rijksmuseum doorfietste, dacht ik: hier woon ik, dit is van mij. Ik had onder andere een kamer op de Zwanenburgwal; vanuit de vergaderzaal in de Stopera kan ik het zo zien liggen. Je kunt hier echt jezelf zijn, het maakt niet uit hoe gek je doet. Ik weet nog dat ik een keer op een bankje zat en naar de mensen keek die voorbijkwamen en dacht: wie is er eigenlijk normaal? Wat is normaal? Die vraag kon ik niet beantwoorden, maar ik had ook geen antwoorden op wezenlijke vragen, daarvoor miste ik een kader. Ik was een meisje uit de provincie. Zo zeggen ze dat hier heel arrogant. De wereld van thuis, het gezin en de kerk, is voor veel christelijke studenten zo anders. Wat doe je nu op zondag? Hoor je ergens bij? Het christendom is in de stad niet vanzelfsprekend aanwezig. Aan het vrije zit ook een negatieve kant, alles kan en alles mag hier; Amsterdam is nooit goed in handhaven geweest. Dat weten ze over de hele wereld, het red-light district en de drugs staan in elke reisgids. In dit huis willen we de vanzelfsprekendheid van thuis nog een stukje doortrekken, zodat studenten zich niet verloren voelen in de stad en zich kunnen ontwikkelen in hun christenzijn.’
Blauwe lucht
Na twee jaar in Amsterdam ontmoet Tjitske Roel. Ze trouwen, er komt een kind en ze gaan de stad uit. ‘Maar ik wist, we komen ooit terug.’ Dat zou verschillende jaren duren. Eerst is er Noordoost-Groningen, waar ze in een psychiatrisch ziekenhuis aan de slag kan. ‘We gingen in Delfzijl wonen. Onze weg leidde daarna van Barneveld naar IJsselstein en via Eck en Wiel weer naar Barneveld. Ondertussen hebben we met het gezin zeven maanden in Amerika gewoond, in Iowa in de Mid-West. Roel was daar gasthoogleraar aan een universiteit. Dat vonden we met ons gezin een mooi avontuur. Het heeft me veel gebracht, vooral de cultuur van optimisme die daar toen heerste. Het weer werkte ook mee, elke dag een blauwe lucht. Je hebt het in ieder geval geprobeerd, je hebt je kansen beetgepakt, zeggen Amerikanen, op het naïeve af. Dat heeft me geholpen om daarna ook weer nieuwe stappen te zetten, zoals de oprichting van Good Luck.’ Twaalf jaar is Tjitske Kuiper raadslid in Barneveld, eerst voor de RPF en later voor de ChristenUnie. ‘Ingeklemd
30
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
tussen SGP en CDA, zoals het daar toen ging. Idealen had ik zeker. Ik wilde me bemoeien met de samenleving, mijn eigen visie inbrengen. In de kerk konden vrouwen nog niet echt meedoen naast koffieschenken en de kinderoppas. Ik kon er mijn bestuurlijke talenten niet inzetten. In de politiek was dat destijds wel mogelijk, al was het nog wel een echte mannenwereld, een slangenkuil ook. Politiek is uitdagend en boeiend en heeft zo zijn eigen mores. Het gaat om stemmen,
‘ Wie is er eigenlijk normaal?’ winnen en invloed maximaliseren. Het eerste jaar haalde ik nooit de krant, terwijl ik me toch grondig voorbereidde. Ik bleek te genuanceerd en moest leren mijn eigen standpunt in te nemen en daarbij te blijven. Politiek is niet voor grijze muizen. Ik zeg altijd: je moet de smerige spelletjes doorzien, maar er niet aan meedoen. In 2010 kon ik wethouder worden, maar we wilden ook naar Amsterdam. De keuze was moeilijk, maar uiteindelijk keerden we toch terug naar deze stad, met een missie.’
Tweederangsburgers
Ook in Amsterdam raakt Tjitske betrokken bij de lokale politiek, in 2018 staat ze tweede op de kandidatenlijst voor de gemeenteraad. Voor de allereerste keer weet de ChristenUnie een zetel te bemachtigen. Als fractievoorzitter Don Ceder in 2021 naar het Binnenhof vertrekt, neemt Tjitske zijn zetel in de Stopera in. Een fulltime baan, twee hele vergaderdagen in de drie weken, en daarnaast commissievergaderingen en werkbezoeken. Van de 45 zetels in de Amsterdamse gemeenteraad bezet de ChristenUnie (CU) er slechts een. Toch denkt Tjitske verschil te kunnen maken. ‘Al is het maar de zichtbaarheid. Een CDA-er en een CU-er en daarnaast nog christenen in andere partijen. Het sociaal-christelijke geluid van de CU, dat we opkomen voor wie niet voor zichzelf kan opkomen, is echt onderscheidend. Ik let ook op mijn stijl; als ik iets toezeg, wil ik dat ook nakomen. Elke dag stellen we ons de vraag: waar ligt de nood in de stad en hoe werkt dat door in de dossiers?
Schrijnend onrecht
We werken veel samen met andere partijen om dingen voor elkaar te krijgen. Met Bij1 zetten we ons bijvoorbeeld in voor ongedocumenteerden. Dat zijn er hier in de stad meer dan tienduizend, mensen die vanuit de Filippijnen of Brazilië op een toeristenvisum hierheen komen en de illegaliteit ingaan. Opgepropt in een veel te dure kamer, houden ze zich in leven als kinderoppas of schoonmaker. Ze werken keihard, vooral om hun kinderen naar school te kunnen laten gaan. Ze willen niet opvallen, doen niets ontoelaatbaars, maar de kinderen kunnen ook niet naar feestjes of zwemles. Ze leven voortdurend in de schaduw, als tweederangsburgers. Tijdens de lockdowns werden deze mensen massaal op straat gezet, de oppas was niet meer nodig. Hun een kamer verhuren is een lucratief verdienmodel, dat zijn de ergste huisjesmelkers. Wat wij doen, is de misstanden aan de kaak stellen en beleid ontwikkelen voor verbetering van hun situatie. Toen een gezin het huis uitgezet dreigde te worden en een van de gezinsleden kanker had, werd er via AT5 aandacht voor gevraagd en heb ik vragen gesteld in de raad. Dit zijn situaties van schrijnend onrecht.’ Een ander voorbeeld is dat de CU met D66 de vraag heeft gesteld: waar zijn de vaders als het gaat om ongewenste zwangerschappen? ‘Dat is een opmerkelijke samenwerking, samen met D66 inzetten op zorg voor het leven. Feitelijk pleiten we ervoor om de man in zijn rol als vader serieuzer te nemen. Je zou dit emancipatie van de man kunnen noemen. Wordt hij wel op die manier benaderd door de GGD en de SOA-kliniek? Wordt hij als man wel serieus genomen? Zo kun je iets concreets bereiken door verbindingen te leggen met partijen die er heel anders inzitten.’
‘De liberale benadering is er altijd geweest: mensen redden zich wel en categorieën waarvoor dat niet zo is, helpen we. Maar de grootste schuldenlast ontstaat door de overheid zelf. Voor veel mensen is de overheid een vijand. Dat begint al als kinderen in de bosjes spelen en een hut bouwen. De gemeente? Dat zijn de mannen die je hut komen afbreken, omdat die daar niet mag staan. Veel mensen zijn gefrustreerd geraakt in het contact met de overheid. De coronatijd maakt dit alles nog pregnanter. Veel Groningers zijn woedend door de schade aan hun huizen, anderen door de misstanden in de toeslagenaffaire. Zij zien de democratie niet meer als iets om te koesteren en laten zich gemakkelijk op sleeptouw nemen als politici hun onlustgevoelens weten te verwoorden. Dat de overheid hun vijand is geworden, is zeer ernstig. Het maakt ons land vatbaar voor partijen die nog meer tweedracht zaaien.’
‘ Onderneem grote dingen met God’ Nodig
‘In Barneveld woonden we in een hofje, alles voor elkaar, gras gemaaid. We vroegen ons af: en nu? Is dit wat Jezus van ons vraagt? Het was te comfortabel. Dat we hier in de stad een paar uitdagingen opgepakt hebben, heeft ons dichter bij God gebracht. Het is heilzaam en de stad heeft je nodig. De verleiding om te gaan voor een groter huis en een mooiere auto is soms te groot. Dan moet je weg uit die omgeving, uit je comfortzone. Tussen sociale soortgenoten blijven wonen is de gemakkelijkste weg, dat kost je de minste moeite. Mijn advies is: breek daaruit los. Benut de jaren van je leven goed. Je kunt zoveel meer betekenen, en het is eigenlijk zo eenvoudig. Je bijdrage is in zo’n stad op veel plaatsen welkom. Toen we hier kwamen wonen zei Jurjen ten Brinke, voorganger in Hoop voor Noord, tegen ons: ‘Verwacht grote dingen van God en onderneem grote dingen met God.’ Dit motto draag ik met me mee, we krijgen er ontzettend veel voor terug. Durf te leven, in het vertrouwen dat God leidt en zorgt, door moeilijkheden heen. De zon is vandaag weer opgegaan, zou Hij niet voor de rest zorgen? Elke dag waarop je iets gedaan hebt voor een ander, is een goede dag.’ ARIE KOK IS AUTEUR EN JOURNALIST
31
LITERATUUR
Als de taal van de apartheid je moerstaal is Het was ergens halverwege de jaren tachtig dat de leider van onze jeugdvereniging terugkeerde van familiebezoek in Zuid-Afrika. Hij opende de wekelijkse avond en zei: ‘Ik denk dat het waar is, zwarte mensen stammen af van Cham. De vloek van God rust op hen. En trouwens, als huispersoneel worden ze keurig behandeld.’
Zuid-Afrika stond in die jaren van mijn maatschappelijk ontwaken scherp op ons netvlies. Het was de tijd van RaRa en Beyers Naudé, van Nelson Mandela en Desmond Tutu. We weten hoe het afliep, in 1990 kwam Mandela vrij, de apartheid werd officieel afgeschaft. Toen Tutu vorige maand overleed, werd weer duidelijk dat de problemen in het land nog niet voorbij zijn.
TEKST ARIE KOK
In diezelfde tijd las ik Om het hart terug te brengen van Annemarié van Niekerk. De auteur woont in Nederland, werkt als literair recensent voor Trouw, maar is geboren in Port Elisabeth, in een witte, gereformeerde enclave. Als haar oudbuurman Ruben door drie zwarte jongens wordt vermoord, keert Van Niekerk terug. Die reis is het dragende verhaal van haar boek, waarin ze diep graaft, tal van verhalen vertelt en de schoonheid van het land schitterend beschrijft.
32
OnderWeg #02 > Jaargang 8 > 29 januari 2022
Het meest nieuwsgierig was ik naar Van Niekerks jeugd, die zich afspeelde in het milieu waarin mijn jeugdleider verbleef. Haar vader was lid van de geheime Afrikaner Broederbond, die de belangen van witte Afrikaner calvinisten behartigde.
S lapen deed ze in een hutje in de tuin Apartheid was een vanzelfsprekendheid in het gezin. Natuurlijk waren ze goed voor de bedienden, dat was een christenplicht, maar hoe ze echt heetten, waar ze vandaan kwamen, geen idee. Schonk de bediende thee in, dan dronk ze die zelf staande naast het aanrecht op. Ze mocht
niet door de voordeur naar binnen, slapen deed ze in een hutje in de tuin, waar geen bezoek ontvangen mocht worden, er zou maar ellende van komen. Dit is nog maar de apartheid in het klein. Onderwijs, politiek, kerken, gezondheidszorg, musea, openbaar vervoer, in alles hadden zwarten minder rechten, minder kans om zich te ontwikkelen. Als Van Niekerk als docent in thuisland Transkei gaat werken, begint haar leven te kantelen. Ze krijgt een onstuimige relatie met een zwarte collega. ‘Een relatie tussen twee mensen van verschillend ras gold als immoreel, als een zonde voor God, een schande voor fatsoenlijke mensen…’ Haar vader smeekt haar in wekelijkse brieven er een punt achter te zetten. ‘Het is toch niet jouw schuld dat er verschillen tussen mensen bestaan! God heeft ons zo geschapen en wij mensen kunnen dat niet veranderen, we moeten ook niet proberen om ons te mengen in Gods beschikkingen. Kom bij zinnen, kind.’
‘ God heeft ons zo
geschapen en wij kunnen dat niet veranderen’
Als buurman Ruben begraven is, bestudeert Van Niekerk de processtukken. Ze wil alles weten over de moord en wat de daders bewogen heeft. Is dit racistisch geweld, een witte genocide, zoals rechtse groepen graag claimen? De nabestaanden willen daar niet van weten. De sociale ongelijkheid is in Zuid-Afrika nog zodanig groot dat grote groepen mensen nog altijd in townships wonen en een uitzichtloos bestaan leiden. Veel jongeren worden meegesleurd in de vicieuze cirkel van verslaving. Daderschap mag niet gerelativeerd worden, maar soms zijn er wel verklaringen, de gevolgen van het onrecht van apartheid teisteren nog dagelijks het land. Als witte Afrikaner vrouw worstelt Van Niekerk vooral met loyaliteiten. De taal van de apartheid is haar moerstaal, over haar vader schrijft ze liefdevol, als witte vrouw wordt ze door veel zwarte naasten als dader gezien. Van Niekerk wil het allemaal onder ogen zien en stelt zichzelf de moeilijkste vragen. Daarvoor is veel moed nodig. Als ze begint te schrijven aan haar boek, noteert ze: ‘Zo begin ik mijn verhaal, de confrontatie met mijn eigen mythes, het verhaal van mijn vroegere leven, en van mijn leven van daarna. Het lot van Ruben, en het lot van zoveel anderen, is ermee verknoopt, en mijn lot met dat van hen. Ubuntu. Ik ben omdat wij zijn.’
Naar aanleiding van:
Annemarié van Niekerk, Om het hart terug te brengen, Amsterdam (Atlascontact). 2021. 448 pagina’s. € 24,99. ISBN 9789045032030
In het kort
• Goed leesbare literaire non-fictie. • Eerlijk en scherp, maar ook liefdevol naar afkomst en land. • Pijnlijk om te lezen hoe calvinistisch racisme werkt. • Noodzakelijk boek voor wie iets van Zuid-Afrika wil begrijpen.
ARIE KOK IS AUTEUR EN JOURNALIST
33
Absoluut
E
en aanzienlijk deel, vermoed ik, van de lezers van OnderWeg is opgegroeid in ‘het klimaat van het absolute’. Dit is ook de titel van de biografie van professor Cornelis Veenhof waarin ik kortgeleden las. Een stuk kerkgeschiedenis dat bekend en vreemd is, omdat mensen ertoe over gingen elkaar te verketteren. Ze deden dat om, door de bril van nu, vaak onnozele dingen. Zoals de waardering van de Vrijmaking als werk van God. Alleen daardoor zou ’de zaak van Christus toekomst hebben in dit land.’ Toegegeven: de partijen die elkaar bestreden waren volstrekt toegewijd aan de kerk en het geloof in God. In de kern deelden ze hetzelfde Evangelie.
We leven nu in het klimaat van het relatieve Wij leven nu in een heel andere tijd, in het klimaat van het relatieve. Ging het toen over wat het betekent dat ‘Christus zijn bloed ook voor het kerkverband heeft gestort’ (Schilder), nu vraagt iemand zich af of Hij überhaupt zijn bloed wel heeft gestort als offer voor onze zonden. Het kruis wordt dan gereduceerd tot het natuurlijk gevolg van de weg van nederigheid en zelfopoffering in plaats van het offer waardoor wij met God verzoend worden. God kan toch ook wel vergeven zonder dat Hij bloed ziet? Dit zijn geen onnozele dingen, dit raakt het hart van het Evangelie zelf. Ik merk dat zulke opvattingen ook in onze kerken zonder veel tegenspraak uitgedragen kunnen worden, omdat de traditionele leer van de verzoening postmoderne mensen niet meer zou aanspreken. Is dat de prijs die een kerkgemeenschap die gedurende decennia onder een stolp geleefd heeft moet betalen, wanneer die stolp tenslotte verwijderd wordt? Eerst elkaar eindeloos de maat nemen en nu alles laten passeren omwille van de lieve vrede? Ik verlang zeker niet terug naar de eindeloze theologische twisten en grensgeschillen van toen. Maar is het de schrik voor de al te grote woorden van toen, die ons nu verhindert om zelfs als de kern aangetast wordt, daar nog iets van te vinden?
DICK WESTERKAMP IS EMERITUS PREDIKANT VAN DE NGK IN HOUTEN
Fusie CGK, GKv en NGK in Zoetermeer en in Nieuwegein
Sinds begin dit jaar vormen de CGK, de GKv en de NGK in Zoetermeer één gemeente. De naam ervan is Het Lichtbaken. Op zondag 16 januari is de samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Er was al jaren sprake van samenwerking tussen De Lichtzijde (CGK/NGK) en Het Kompas (GKv), nu is de stap naar een gemeente gezet. Het Lichtbaken heeft ruim achthonderd leden en beschikt over twee kerkgebouwen in Zoetermeer. De bedoeling is dat beide kerkgebouwen door de week volop gebruikt worden. Ook in Nieuwegein werd op 16 januari een fusieovereenkomst getekend tussen CGK, GKv en NGK. De CGK en de NGK vormden daar al sinds 1984 de zogenoemde Ankergemeente. De naam van de fusiegemeente lijkt daarop: Het Anker. De gemeente telt een kleine zeshonderd leden. De oorspronkelijke gemeenten huurden beide een kerkruimte. Waar de nieuwe gemeente samenkomt, wordt besloten zodra de coronacrisis voorbij is.
Steunpunt Liturgie naar Kerkpunt
Het Steunpunt Liturgie is met ingang van dit jaar onderdeel van toerustingsorganisatie Kerkpunt. Met deze stap willen de Commissie Eredienst en Kerkpunt zorgen voor meer en betere advisering op het gebied van liturgie. Anje de Heer, medewerker van het Steunpunt, is bij Kerkpunt in dienst getreden.
GKv Onnen
Per 1 januari 2022 is de GKv Onnen opgeheven vanwege de terugloop van het ledental en de moeite om de ambten te vervullen. Bij de opheffing telde de gemeente ongeveer tachtig leden. De meesten van hen zijn lid geworden van de naburige GKv Haren.
Komen en gaan Aangenomen naar CGKv Rotterdam-Zuid: M.A. van Leeuwen, Rotterdam-Noordoost (GKv Ichtuskerk). Verbonden als gemeentepredikant aan NGKv de Regenboog, Laag Zuthem: C.J. Harryvan, die als interim-predikant al in de gemeente werkzaam was. Afscheid wegens emeritaat van de kerken in eKwandeni, Munywana, Ndindindi en iSandlwana in het Nqutu-district (provincie Kwazulu-Natal, ZuidAfrika): Tj. Baron. Hij diende de NGK Heerde vanaf 1986 en verrichtte vanaf 1989 missionair werk in Zuid-Afrika, eerst in dienst van de Westerkerk (NGK Bunschoten-Spakenburg), later van de Nederlands Gereformeerde Zendingsvereniging Nqutu met een dertigtal participerende NGK-gemeenten.
03 vooruitblik
DE ARMEN HEB JE ALTIJD BIJ JE
• Armoede komt steeds dichterbij. De voedselbank was bedoeld als tijdelijk initiatief, maar is een blijvertje geworden. • Welke houding vraagt de Bijbel van ons tegenover mensen in armoede? • Ontmoeting met coach en spreker Arie de Rover. Recent schreef hij opnieuw een boek over genade. Wat grijpt hem zo aan in dat thema dat hij er niet over uitgepraat raakt?
De volgende editie van OnderWeg verschijnt op 19 februari 2022 > Volg OnderWeg op Facebook, Instagram en Twitter
Illustratie: Annelies Vonk • www.kriebelsenkrabbels.nl 35
JE NU R E E N ABON NTVANG EN O
S I T A R G EK
HET BO OS O L E D A N GE GOED
Deel hoop en inspiratie! Kies nu voor een abonnement Papier Plus of Digitaal en ontvang gratis Genadeloos goed van Arie de Rover. > www.onderwegonline.nl/abonneren Genadeloos goed gaat over de goede dingen van het leven: geluk, geld, bezit. Ze kunnen je helemaal in beslag nemen. Hoe kun je op een gezonde manier hiermee omgaan, zodat je de genade van God echt beleeft én uitleeft? Lees ook het interview met Arie de Rover in de volgende editie van OnderWeg.
OL EN H OO P V REND E IR P S IN