YOUth for the Global Goals
Introductie Denk jij wel eens na over de toekomst? Vind jij duurzaamheid belangrijk? Of vind jij lesgeven gewoon leuk? Met YOUth for the Global Goals geven jongeren zoals jij, elkaar op een leuke en interactieve manier les over de Global Goals.
Global Goals
De Global Goals zijn 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Deze doelen zijn opgesteld om wereldwijd samen te werken aan een betere toekomst. Zo zijn er bijvoorbeeld doelen om armoede te stoppen, ongelijkheid te verminderen of om klimaatverandering tegen te gaan.
Het programma
Tijdens YOUth for the Global Goals maak je stap voor stap kennis met de 17 Global Goals. Je leert samen met leeftijdsgenoten over duurzaamheid in de wereld én in je eigen omgeving en waarom dit belangrijk is. Zo kunnen jullie elkaar inspireren en motiveren om óók zelf de wereld een stukje beter te maken.
Leeftijd YOUth for the Global Goals is een programma voor jongeren tussen de 10 en 25 jaar. Iedereen in de leeftijd vanaf 12 jaar kan YOUth for the Global Goals zelf organiseren. Bijvoorbeeld in je klas, op je school, bij je scouting, sportclub of hobbyclub. Vraag een vriend, vriendin, klasgenoot om dit samen met jou te doen, of laat een leerkracht of ouder je helpen.
Draaiboek
Het YOUth for the Global Goals basisprogramma bestaat uit twee delen, die allebei ongeveer twee uur duren. Dit draaiboek helpt je bij het voorbereiden en de kant-en-klare PowerPoint kun je gebruiken bij het lesgeven. Er is ook een handleiding met tips om je les passend te maken voor de groep voor wie jij het organiseert.
Wat heb je nodig? Zorg dat er een groot genoeg scherm is met geluid om de PowerPoint en de filmpjes te laten zien. Ook is het handig om stoelen in een halve kring te zetten. Er zijn twee verschillende PowerPoints één van het basisprogramma en één speciaal voor de doelgroep: MBO, HBO/WO en eventueel ook voor de bovenbouw van Havo/Vwo. Tip: download de PowerPoint op je computer. Wanneer je het download klopt de opmaak en werken alle functies.
2
YOUth for the Global Goals Draaiboek basisprogramma Deel 1
3
Basisprogramma - Deel 1 Dit is de start van het YOUth for the Global Goals basisprogramma. Dit eerste deel bestaat uit verschillende opdrachten waardoor jij en de deelnemers op een leuke manier kennis met de 17 Global Goals. Bij iedere opdracht is staat een korte uitleg en hoort een deel van de PowerPoint. Tip: kijk in de handleiding voor nog meer achtergrondinformatie bij de opdrachten. Na deze les kennen de deelnemers: • • •
Minimaal drie Global Goals uit het hoofd; Drie globale gevolgen die kunnen gebeuren als de Global Goals niet worden behaald; Drie persoonlijke gevolgen die je kunt merken als de Global Goals niet worden behaald.
Op de volgende pagina vind je een overzicht van de inhoud van dit deel van het basisprogramma. Er is ook een tijdsplanning bijgevoegd, zodat je weet hoeveel tijd een opdracht ongeveer duurt.
4
Inhoud Planning ................................................................................................................................................................................................................................................................. 6 Inleiding .................................................................................................................................................................................................................................................................. 7 Kennismaking met de deelnemers ................................................................................................................................................................................................................ 8 Lesdoelen ............................................................................................................................................................................................................................................................ 10 Kennis en bewustzijn ........................................................................................................................................................................................................................................ 11 a. Filmpje ......................................................................................................................................................................................................................................................... 11 b. Informatie ....................................................................................................................................................................................................................................................12 c. Kahoot ...........................................................................................................................................................................................................................................................13 Risico-inschatting ..............................................................................................................................................................................................................................................16 a. De getallenrace ..........................................................................................................................................................................................................................................16 Pauze ....................................................................................................................................................................................................................................................................20 ................................................................................................................................................................................................................................................................................20 Globale gevolgen ................................................................................................................................................................................................................................................21 Sociale invloed ................................................................................................................................................................................................................................................... 22 Persoonlijke gevolgen................................................................................................................................................................................................................................. 22 Afsluiting .............................................................................................................................................................................................................................................................. 23
5
Planning De tijdsduur van deel 1 van het basisprogramma zal ongeveer 120 minuten (2 uur) bedragen. In de tabel is de tijd per onderdeel verdeeld.
Inhoud Inleiding
Tijdsduur Benodigdheden
Doel activiteit
10 min.
PowerPoint, beamer.
Duidelijkheid van het plan en meer inzicht.
Kennismaking met de deelnemers
15 min.
Stickers, stiften, tape
Veilige omgeving scheppen voor de deelnemers om beter informatie op te nemen.
Doelen
5 min.
PowerPoint, Beamer
De doelen duidelijk maken.
Filmpje
15 min.
De deelnemer bekend maken met de Global Goals.
Informatie
5 min.
Pen, papier, computer, beamer, whiteboard, stift Kort spiekbriefje met de informatie, PowerPoint en beamer.
Kahoot!
15 min.
Computer, beamer, mobiele telefoons van de deelnemers.
Testen of de informatie goed is aangekomen en de doelen zijn behaald.
De getallen race
20 min.
Vier blaadjes met daarop: A, B, C, D. PowerPoint en beamer.
Met deze werkvorm test je hoe goed de kennis is over de ernst van de gevolgen van de Global Goals.
Pauze
5 min.
-
De deelnemers kunnen even rusten zodat ze daarna geconcentreerd verder kunnen.
Globale gevolgen
20 min.
Vier blaadjes met daarop: A, B, C, D. PowerPoint en beamer.
Met deze werkvorm test je hoe goed de kennis is over de ernst van de gevolgen van de Global Goals.
Persoonlijke gevolgen
10 min.
PowerPoint, beamer, papier en pen.
Afsluiting
5 min.
PowerPoint, beamer.
De deelnemers bewust maken van wat er bij hen in de buurt speelt. Het nalopen wat de tijdens de les is verteld en geleerd.
De deelnemer bekend maken met OWC en de VN.
6
Inleiding Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Inleiding De deelnemers leren jou kennen. Het is belangrijk dat de deelnemers een goed beeld van jou krijgen en ze je leren kennen. Ja 10 minuten PowerPoint en beamer.
Verwelkom alle deelnemers en leg uit dat deze les over YOUth for the Global Goals gaat. Je stelt jezelf voor aan de groep. Je vertelt iets over wie je bent, je leeftijd, je opleiding, de reden dat je er bent en wat je vandaag wilt bereiken. Vertel waarom je er staat en geef deelnemers de kans om hierover vragen te stellen. Wanneer je jezelf hebt voorgesteld is het van belang dat je de doelen van de les uitlegt en met ze bespreekt.
7
Kennismaking met de deelnemers Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Kennismaking De deelnemers leren kennen en jezelf voorstellen. Het is belangrijk dat de deelnemers en jij een beeld van elkaar krijgen. Zo wordt de les persoonlijker. Ja 15 minuten Stickers, stiften, tape.
Je geeft iedere deelnemer een sticker zodat ze hun naam op kunnen schrijven. Je vraagt daarna aan enkele deelnemers wat hun naam, leeftijd, hobby’s en kennis over de Global Goals is. Dit vraag je dus niet aan iedereen, want daar is geen tijd voor. Om kennis te maken met de deelnemers wordt de methode over de streep ingezet. Je stelt onderstaande vragen over de Global Goals aan de groep. Op de grond wordt er (onzichtbaar of met tape) een streep getrokken door de ruimte. Op de muren (of op het schoolbord) plak je de woorden JA en NEE. Onderstaande vragen stel je aan de deelnemers. Zij lopen dan naar de JA of de NEE kant. Als alle deelnemers aan een kant staan stel je vragen over waarom ze daar staan. Leg uit bij welke goal een stelling hoort en waarom het goed is dat de deelnemers hierover nadenken.
Ja of nee vragen: • Ik heb al eerder gehoord van de Global Goals. (Algemeen) • Ik breng veel tijd door op devices. (Duurzame energie) (doorvragen hoeveel tijd dit dan is) • Ik eet milieubewust. (Leven op het land, Leven onder water, Duurzame energie) • Ik recycle mijn afval. (Klimaatactie, Duurzame steden en gemeenschap, Leven onder water, Leven op het land) • Ik heb ooit een schoenendoos gevuld voor kinderen die het minder hebben met spullen die zij goed konden gebruiken. (Verminderde ongelijkheid) • Ik denk dat het klimaat een groot probleem is op het moment. (Klimaatactie)
8
Opties voor als je tijd over hebt: • • • • •
Ik douche elke dag. (Klimaatactie, Duurzame energie) Daarna, ik douche langer dan 5 minuten. (Klimaatactie, Duurzame energie) Ik heb wel eens mijn oude kleding gegeven aan kinderen/mensen die het harder nodig hadden. (Verminderde ongelijkheid) Ik eet minimaal drie maaltijden per dag. (Geen honger) Ik denk dat het klimaat een groot probleem gaat zijn in de toekomst. (Klimaatactie)
9
Lesdoelen Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Doelen De deelnemer is bekend met de doelen. Informatieoverdracht Ja 5 minuten PowerPoint en beamer.
Je legt de doelen uit zodat de deelnemers weten waar ze op moeten letten en wat ze gaan leren. Deze doelen bespreek je ook weer aan het einde van de les om te controleren of de doelen behaald zijn. Je legt daarbij ook uit dat het doel van YOUth for the Global Goals is om jongeren te inspireren en motiveren om met de Global Goals aan de slag te gaan. Na deze les kennen de deelnemers: • • •
Minimaal drie Global Goals uit het hoofd; Drie globale gevolgen die kunnen gebeuren als de Global Goals niet worden behaald; Drie persoonlijke gevolgen die je kunt merken als de Global Goals niet worden behaald.
10
Kennis en bewustzijn a. Filmpje Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
We the people De deelnemer kent minimaal drie Global Goals Informatieoverdracht Ja 15 minuten
Pen, papier, computer, beamer, whiteboard, stift.
Er wordt een filmpje afgespeeld om de deelnemers kennis te laten maken met de Global Goals. Voordat het filmpje wordt afgespeeld is het van belang dat de deelnemers pen en papier hebben en de vraag ‘Welke Global Goals kan jij uit dit filmpje halen?’’ gesteld wordt. Deze moeten de deelnemers uit het filmpje halen en opschrijven.
Link We The People op YouTube: (Tip: zet de Nederlandse ondertiteling aan) https://www.youtube.com/watch?v=RpqVmvMCmp0
Het filmpje wordt besproken door een paar aspecten uit het filmpje te halen. Na het filmpje worden de volgende vragen gesteld en besproken. Let hier op de tijd en geeft de eerste twee vragen twee minuten om te bespreken. Het opschrijven van de gevonden Global Goals op het bord duurt ongeveer drie minuten; • •
Wat valt jullie op in het filmpje? Wat vinden jullie hier goed aan?
Bespreek de bovenstaande vragen ongeveer twee minuten en vraag bij de deelnemers door tot het duidelijk is. Let hier op dat je de deelnemers zelf laat nadenken en niet hun antwoord verkeerd interpreteert. Hierna wordt de volgende vraag aan de deelnemers gesteld. •
Welke Global Goals hebben jullie kunnen vinden?
Vervolgens worden de Global Goals op het bord geschreven. Hier zijn drie minuten voor. Laat de deelnemers zelf antwoord geven. In de PowerPoint staat een pagina met alle Goals, sta hier kort bij stil. Wanneer er geen whiteboard aanwezig is kun je ook direct deze pagina laten zien.
11
b. Informatie Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Informatie Global Goals De deelnemer extra informeren over de Global Goals Informatieoverdracht Ja 5 minuten Kort spiekbriefje met de informatie, PowerPoint en beamer.
Nadat de Global Goals op het bord staan en het filmpje uitgelegd is, geef je nog een korte toelichting over wat er nou werkelijk speelt rondom de Global Goals. Probeer dit zo duidelijk en kort mogelijk te houden. Wat er exact verteld wordt aan de deelnemers hangt ervan af welke doelgroep je tijdens de les voor je hebt. Pas dit dus aan naar de doelgroep. Wanneer deze jonger of een lager opleidingsniveau heeft dan hbo of wo, moet deze informatie ingekort worden. Het volgende moet grotendeels en overtuigend verteld worden;
In 2015 hebben wereldleiders ingestemd met 17 Global Goals voor het bereiken van een betere wereld voor het jaar 2030. Deze doelen zijn gecreëerd om armoede te beëindigen, ongelijkheid te bestrijden en de klimaatverandering te stoppen (The Global Goals, 2018). Door de samenwerking tussen overheden, bedrijven en de algehele bevolking kunnen deze doelen worden behaald. De Global Goals worden met het jaar belangrijker. Door de steeds duidelijkere klimaatveranderingen en de nog steeds bestaande ongelijkheden wordt men telkens meer bewust van het belang van de doelen. ONE WORLD Citizens (OWC) zet zich in om jongeren deel te laten nemen in de bevordering van de ontwikkelingsdoelen en creëert de ideologie dat iedereen hierin een stem heeft. YOUth for the Global Goals is een deelproject van ONE WORLD Citizens waarin jongeren andere jongeren inspireren, motiveren en activeren om aan de slag te gaan met de Global Goals. In dit verslag wordt er onderzocht hoe jongeren het meest effectief gezet kunnen worden tot het participeren aan de ontwikkelingsdoelen en hierin een eigen stem te vinden. Vervolgens is hier een interventie voor opgezet. Hierin worden de ontwikkelingsdoelen toegelicht en de aanpak over hoe jongeren zich hierin kan bijdragen.
12
c. Kahoot Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Kahoot Testen of de kennis die je hebt overgebracht duidelijk is en of de deelnemers het hebben onthouden. Dit wordt gedaan door middel van een quiz via kahoot. Het is belangrijk dat de deelnemers genoeg kennis hebben over de Global Goals en over ONEWORLD Citizens zodat ze er actief mee aan de slag kunnen. Ja 15 minuten Computer met internet, beamer, mobiele telefoons van de deelnemers.
De kahoot is bedoeld om de kennis van de deelnemers te testen en op een leuke manier met de gegeven informatie bezig te zijn. Zorg dat de Kahoot op een groot scherm gepresenteerd wordt de deelnemers kunnen dan via hun telefoon deelnemen aan de quiz. Dit is mogelijk via de code die verschijnt op het moment de je de kahoot opent op het grote scherm. Het is belangrijk dat je ook ingaat op de vragen en de deelnemers vragen stelt. Je kan bijvoorbeeld een link leggen tussen het verschil van Nederland en andere landen. Maar vraag ook naar hun mening over de antwoorden.
Link van de Kahoot: https://play.kahoot.it/#/k/20204610-4ad2-4c19-aa41-1b6324ff6900
13
Vragen en antwoorden: 1. Hoeveel Global Goals zijn er?
Antwoord: 17 2. Waar staat de afkorting "VN" voor?
Antwoord: Verenigde Naties 3. Hoeveel landen hebben de Global Goals ondertekend?
Antwoord: 193 4. Wanneer moeten de Global Goals bereikt zijn?
Antwoord: 2030 5. Voor welke landen zijn de Global Goals ontwikkeld?
Antwoord: Alle landen 6. Welke van de volgende is gĂŠĂŠn Global Goal op zich?
Antwoord: Het stoppen van racisme 7. De armoede is in de afgelopen twee jaar gedaald in Nederland.
Antwoord: Niet waar 8. Hoeveel kinderen in de wereld gaan niet naar school?
Antwoord: 263 miljoen 9. Doel 7 streeft naar duurzame energie voor iedereen. Hoeveel mensen hebben er geen elektriciteit?
Antwoord: 1,3 miljard 14
10. Er ligt ongeveer kilo aan plastic in de oceaan.
Antwoord: 244 miljoen (8133 walvissen, een walvis weegt al 30.000 kg) Extra vragen: 11. In welke landen bestaat slavernij nog?
Antwoord: Alle werelddelen, in alle werelddelen zijn er moderne vormen van slavernij. De percentages verschillen echter onderling veel. De manieren van slavernij verschillen erg veel, maar de meeste gevallen vallen terug op het feit dat de “slaven” geen geld hebben of in geldproblemen komen wanneer ze uit hun momentele leven stappen. Ook is de dreiging met geweld een manier om mensen in slavernij te houden. 12. Hoe heet het systeem waarmee je gemakkelijk vervuild water uit een flesje kunt filteren?
Antwoord: Lifestraw 13. Hoeveel jaar is er vrede geweest op de wereld de afgelopen 3400 jaar?
Antwoord: 268 jaar, Oorlog wordt omschreven als een conflict dat meer dan 1.000 levens heeft geëist. In de afgelopen 3400 jaar (ofwel de bijgehouden geschiedenis) is er maar 268 jaar geweest waarin er geen officiële oorlogen zijn geweest. 14. Waar zit het gat in de ozonlaag?
Antwoord: Boven Antarctica (Door de ijskoude lucht boven Antarctica wordt de afbraak van de ozonlaag door schadelijke stoffen versterkt.) 15. Wat is de normale naam voor het virus H1N1 dat wereldwijde epidemieën heeft veroorzaakt? (Dit hoor bij de Global Goal: Good Health)
Antwoord: Mexicaanse griep (de Mexicaanse griep was in 2009 een wereldwijde epidemie. In latere jaren als 2010, 2015 en 2016 zijn er ook weer epidemieën geweest, maar die waren veel kleiner, met veel minder doden dan de epidemie van 2009.)
15
Risico-inschatting a. De getallenrace Naam opdracht: Doelstelling:
Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
De getallenrace Met deze werkvorm test je hoe goed de kennis is over de ernst van de gevolgen van de Global Goals. Ook test je de algemene kennis over de huidige situaties van de onderwerpen die bij de Global Goals passen. Ook krijgen de deelnemers automatisch meer kennis over de onderwerpen. Wanneer de deelnemers meer kennis hebben over de onderwerpen zien ze de ernst ervan in. Dit kan zorgen voor een actieve houding tegenover het aanpakken van de Global Goals. Ja, dit spel wordt gedaan met de hele groep. 20 minuten. Vier blaadjes met daarop: A, B, C, D, PowerPoint en beamer.
Bij deze spelvorm wordt het lokaal opgedeeld in vier delen, het is het makkelijkst om de vier hoeken van de ruimte te kiezen. De deelnemers zullen in deze ruimtes moeten staan, dus maak genoeg plaats zodat de deelnemers kunnen lopen. De hoeken zullen aangeduid moeten worden als A, B, C en D, waarna je een antwoord zal hangen aan de verschillende antwoordmogelijkheden. De vragen staan op de PowerPoint met A, B, C en D, achter de antwoordmogelijkheden. De deelnemers krijgen vragen, waarna ze als antwoord naar een van de vier hoeken van de ruimte gaan. De vragen: 1. a. b. c. d.
In Nederland zijn ongeveer ‌ daklozen? 14.200 25.700 30.500 45.000
Het aantal mensen dat tijdelijk of langdurig in armoede leeft, groeit. Het aandeel huishoudens dat op dit moment onder de armoedegrens leeft, steeg van 7,9 in 2016 naar 8,2 in 2017, en het aandeel huishoudens dat vier jaar of langer een laag inkomen heeft, steeg tot 3,3 procent. Dat blijkt uit cijfers die het CBS vandaag publiceert. (2018) 16
De stijging van het aantal huishoudens dat onder de armoedegrens leeft, komt voor een groot deel voor rekening van Syriërs met een verblijfsvergunning. Zij kwamen in 2015 aan in Nederland en leven nu van een bijstandsuitkering. Van alle Syrische huishoudens heeft 79 procent een inkomen onder de armoedegrens. 2. a. b. c. d.
De ongelijkheid in Nederland is met …. procent verslechterd sinds 2017. 21% 34% 44% 62%
(Leg na het beantwoorden van de vraag uit dat het komt door de beloningsverschillen tussen man en vrouw, in Nederland verdienden vrouwen in 2016 gemiddeld per uur 15,5 procent minder dan mannen.)
Mensen met weinig opleiding en weinig kansen leven gemiddeld zeven jaar korter dan hoogopgeleiden. Ze zijn sinds de jaren negentig minder aan sport gaan doen, op school krijgen hun kinderen minder kansen dan de kinderen uit groepen die al het beter hebben. Ze hebben ook minder mensen met wie ze omgaan, bij verkiezingen stemmen ze vaker niet. Het SCP ziet allerlei ontwikkelingen die het juist voor deze groep nog moeilijker maken: de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de digitalisering, waardoor de samenleving ingewikkelder wordt. En dan is het ook nog eens steeds meer de bedoeling dat mensen in de maatschappij, en dus ook de leden van deze groep, zichzelf redden. 3. a. b. c. d.
In hoeveel procent van de landen is homoseksualiteit strafbaar? 37% 6% 12% 64%
In Iran, Saoedi-Arabië en Jemen wordt homoseksualiteit nog steeds met de dood bestraft, onder Shariah-wetgeving. Hetzelfde geldt voor delen van Somalië en noord-Nigeria. In twee landen, Syrië en Irak, wordt de doodstraf uitgevoerd door niet aan de overheid verbonden groeperingen, waaronder Islamitische Staat. Het ILGA-rapport meldt dat, hoewel de doodstraf in potentie uitgevaardigd zou kunnen worden in zeker vijf landen (Pakistan, Afghanistan, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Mauritanië), er geen aanwijzingen zijn dat hij is toegepast voor homoseksuele handelingen van volwassenen in de privésfeer.
17
Relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht kunnen in verschillende landen leiden tot een gevangenisstraf op grond van sodomie of 'onnatuurlijke handelingen'. In Egypte is een relatie tussen mensen van hetzelfde geslacht technisch gezien toegestaan, maar worden in de praktijk honderden mensen aangegeven om te worden vervolgd op morele gronden. 4. Hoeveel kilo voedsel wordt er ongeveer wereldwijd verspild per jaar? a. 2,8 miljard b. 11 miljard c. 9 miljard d. 1,3 miljard
Het elimineren van voedselverspilling zou de atmosfeer 4,4 miljoen ton CO2 besparen. Dat is evenveel als de uitstoot van een kwart van alle auto’s die op de wereld rondrijden. Eén hamburger weggooien heeft dezelfde impact als 90 minuten douchen. Als een kwart van al het verspilde voedsel gered zou worden, zou dat genoeg zijn om 870 miljoen hongerige mensen te voeden. 5. a. b. c. d.
Hoeveel procent van de mensen in de wereld hebben geen sanitaire voorzieningen? 15% 20% 25% 30%
Daarnaast heeft zes op de tien mensen (dat zijn er 4,5 miljard) geen toegang tot goed en veilig sanitair en een plek waar je met zeep je handen kunt wassen. Ook heeft een op de drie mensen helemaal geen toegang tot functionele sanitaire voorzieningen; dat zijn wereldwijd zo’n 2,3 miljard mensen. 892 miljoen mensen doen hun behoeften noodgedwongen ‘in het wild’. Bron: WHO, 2017 Vervuild drinkwater, het ontbreken van goede sanitaire voorzieningen en slechte hygiëne leiden tot ziektes zoals diarree, cholera, hepatitis B, difterie en tyfus. Zelfs als er wel veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen zijn, kan onhygiënisch gedrag ertoe leiden dat mensen alsnog ziek worden. Gedragsverandering is daarom cruciaal om mensen gezond te houden.
18
Extra vragen: 6. a. b. c. d.
Hoeveel keer sneller sterven dieren uit door invloed van de mens dan dat natuurlijk zou gaan? 100x sneller 1000x sneller 10.000x sneller 50.000x sneller
7. a. b. c. d.
Hoeveel mensen in Nederland kunnen niet lezen of schrijven? (analfabetisme) 2500 mensen 250.000 mensen 750.000 mensen 1.125.000 mensen
19
Pauze Het is een aanrader om hier pauze te houden maar zonder pauze kan de les ook gegeven worden. De pauze kan dus ook op een ander moment dit ligt aan de groep.
20
Globale gevolgen Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Globale gevolgen Het doel is om de deelnemers in te laten zien dat er grote gevolgen zijn als er niet aan de Global Goals gewerkt wordt. Om ze de ernst in te laten zien en een actieve houding te creëren onder de studenten. Ja en nee, dit wordt eerst in groepjes besproken, daarna met de klas. 20 minuten PowerPoint en beamer, papier en pen, laptop.
De deelnemers maken groepjes van vijf personen. Het is de bedoeling dat ze vijf risico’s opschrijven die er nu spelen als er niets wordt gedaan aan de Global Goals in de wereld. Ze mogen dit ook opzoeken op internet, stuur ze naar de site van de Global goals: globalgoals.org , hier is veel informatie op te vinden. Bespreek daarna met de groep de risico’s. Wanneer dit besproken is het van belang om ook de gevolgen wanneer er niet aan de Global Goals gewerkt wordt te benadrukken. • •
Wat zijn de gevolgen als we niet samenwerken aan de Global Goals? Wat vinden jullie van deze gevolgen?
Enkele globale gevolgen wanneer er niet aan de Global Goals wordt gewerkt zijn: • Leven onder water: wanneer dit drastisch verslechterd kunnen we geen vis meer eten maar ook de voedselketen wordt verstoord. Dit betekend dat vele dieren onderwater uiteindelijk uitsterven. • Duurzame energie: wanneer hier niet aan gewerkt wordt dan hebben we over een tijd geen stroom meer. Wat betekent dat we niet meer warm kunnen douchen, tv kunnen kijken, geen mobiele apparaten meer kunnen gebruiken enz. • Geslachtsongelijkheid: dan krijgen mannen of vrouwen minder betaald door hun geslacht, terwijl je wel hetzelfde werk doet. In Nederland zijn er nog steeds veel meer mannen die makkelijker hogere posities krijgen in bedrijven dan vrouwen. Dit is ook terug te zien de politiek. • Geen armoede: uiteindelijk zullen er dan minder ziektes zijn, minder diefstal, meer veiligheid. Volgens Save the Children, groeit 1 op de 9 kinderen en jongeren in Nederland op in armoede. Je ziet het niet maar het is er wel. • Klimaatactie: wanneer hier niet aan gewerkt wordt kunnen er grote natuurrampen plaatsvinden. Door de stijging van de zeespiegel zou Nederland bijvoorbeeld kunnen overstromen, waardoor onze landbouw en watervoorziening een stuk achteruit zou gaan. • Verantwoorde consumptie: wanneer we allemaal aan verantwoordelijke consumptie doen gaat het uiteindelijk beter met de boeren in arme landen. Ook is het beter voor de dieren. 21
Sociale invloed Persoonlijke gevolgen Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Persoonlijke gevolgen De deelnemers bewust maken van wat er bij hen in de buurt speelt Als de deelnemers door krijgen dat ook zij er baat bij hebben dat de Global Goals gehaald worden is de kans groter dat de deelnemers ook mee gaan helpen bij het behalen van de doelstellingen Ja 10 minuten PowerPoint, beamer, pen en papier.
Je vraagt aan de deelnemers wat in hun omgeving speelt qua Global Goals. Dan gaat de klas met elkaar in gesprek/discussie hoe de problemen hen raken. Ze kunnen dit opschrijven om het te onthouden. Voorbeelden van persoonlijke gevolgen zijn: (wanneer je op de PowerPoint nog een keer klikt komen deze voorbeelden, laat ze dus eerst zelf denken voordat je doorklikt) • Geslachtsongelijkheid: wanneer er grote ongelijkheid is kan het zo zijn dat bijvoorbeeld alle vrouwen in Nederland minder betaald krijgen voor hetzelfde werk. • Ongelijkheid: het kan zo zijn dat mensen met een ander geloof door ongelijkheid anders worden behandeld of bijvoorbeeld worden gepest • Veilige en duurzame steden: wanneer steden onveilig en niet goed voor het milieu zijn kan je je onveiliger op straat voelen, zal je niet meer in het donker over straat durven te lopen en ben je bang dat je op ieder moment iets kan overkomen. Ook kan er bijvoorbeeld luchtvervuiling in de stad zijn waardoor het voelt alsof je iedere dag sigaretten inademt. • Recht op onderwijs: kijk naar welke studie de deelnemers doen. Studenten op HBO/WO krijgen geen studiefinanciering meer. Studeren wordt dus steeds duurder, hoe vinden de deelnemers dit en hoe zien ze dit in de toekomst?
22
Afsluiting Naam opdracht: Doelstelling: Waarom: Groepsactiviteit: Tijd: Benodigdheden: Uitleg werkvorm:
Afsluiting basisprogramma deel 1. Het nalopen wat de tijdens de les is verteld en geleerd. Door het nalopen van de informatie worden de delen van de hersenen die zich bezighouden met het opslaan van de informatie weer geactiveerd wat bijdraagt aan een betere opslag. Ja 5 minuten PowerPoint en beamer.
Je stelt vragen aan de deelnemers om na te gaan of de informatie is overgekomen. Daarna volgt een korte afsluiting waarin de deelnemers bedankt worden voor hun aandacht en ze herinnerd worden om samen aan de Global Goals te werken. De doelen nogmaals: • • •
De deelnemer kent minimaal drie Global Goals. De deelnemer kent minimaal drie van de globale gevolgen wanneer de Global Goals niet worden waargemaakt. De deelnemer kent minimaal drie persoonlijke gevolgen wanneer de Global Goals niet worden waargemaakt
Je bekijkt samen met de doelgroep of dat zij denken dat de doelen behaald zijn.
23