4 minute read

Met GS1 naar e-commerce

GS1 IS KLAAR

OM JE TE BEGELEIDEN NAAR E-COMMERCE EN MARKTPLAATSEN

Advertisement

De barcode is sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw niet meer weg te denken uit het retaillandschap. Grondlegger van het gebruik van de GTIN (Global Trade Item Number) en de barcode in België is GS1, een onafhankelijke not-for-profit organisatie die internationale uniforme standaarden voor de identificatie en het vastleggen en delen van gegevens ontwikkelt. Ontstaan vanuit de offline wereld is GS1 helemaal klaar om je te begeleiden naar e-commerce en marktplaatsen. Zelfs Google heeft recent een aankondiging gedaan dat de GS1-standaard een zeer belangrijke component is voor de unieke identificatie van online verkopers.

”Zelfs Google heeft recent een aankondiging gedaan dat de GS1-standaard een zeer belangrijke component is voor de unieke identificatie van online verkopers”

Meer dan 45 jaar geleden werd de barcode geïntroduceerd in Amerika om het retailproces te versnellen door producten aan de kassa te kunnen scannen. In 1976 nam Albert Heijn het initiatief om het concept naar Europa te halen. Omdat het systeem alleen maar werkt als alle leveranciers zich aansluiten, is een not-for-profit organisatie opgericht om dat te gaan regelen. Zo is GS1 (toen nog EAN genaamd) ontstaan. In eerste instantie was coderen en scannen het doel, een eerste vorm van identificatie. Maar gedurende de jaren heeft de barcode zich ontwikkeld en is ook het retaillandschap veranderd. Dat maakt een uniek paspoort voor een product nóg relevanter.

STERKE GROEI

Data is vandaag de dag onderdeel van een goed product en dat valt of staat met een unieke identificatie, zegt Jan Somers, CEO van GS1 België en Luxemburg. “Dat laatste doen we voor klassieke retailers al vele jaren, maar sinds online commerce zo booming is, is het nóg belangrijker om de identificatie goed te hebben. Vorig jaar zijn we tijdens de pandemie wereldwijd verrast geweest door een sterke groei van de GS1-organisatie naar nieuwe klanten. Wat we zien, is dat van die nieuwe klanten ongeveer een derde puur online verkoopt en dat het overige deel vooral de combinatie maakt tussen online en offline. Dit betekent dat we ons als GS1 op een goede manier positioneren naar e-commerce en online marktplaatsen. Daarvoor hebben we de afgelopen jaren veel inspanningen geleverd. En nog. Als je puur wilt verkopen op online marktplaatsen, is de GTIN het paswoord om binnen te geraken. We blijven voortdurend sessies met marktplaatsen, SafeShops, BeCommerce, enz. organiseren om in het ecosysteem van marktplaatsen te komen. Onder meer om ervoor te zorgen dat producten die daar worden verkocht geen namaak zijn.”

UNIEKE IDENTIFICATIESLEUTEL

Het vermijden van duplicated products (namaak) heeft volgens Somers topprioriteit bij GS1, evenals het zogenaamde GTIN-hijacking, het gijzelen van een GTIN. “Dat laatste gebeurt te veel, waarbij bijvoorbeeld een verkoper een EAN-code van een pak melk op een ander product plakt. We zijn voortdurend bezig om ons ecosysteem hierop aan te passen om dergelijke situaties snel boven water te krijgen. Wat we ook vaststellen, is dat heel wat bedrijven die niet de merkeigenaar zijn van een product, een GTIN-code toekennen aan een product. Het resultaat is dat alleen al de gekende ‘BIC-pen’ ongeveer een veertigtal GTIN-codes kent. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ook dat heeft volop aandacht bij GS1. We hebben ons productportfolio er op aangepast. Zo bieden we al een laagdrempelig pakket van tien EAN-codes voor een jaarlijkse licentie van slechts 55 euro. Voor dat bedrag maak je deel uit van een wereldwijd identificatiesysteem en unieke identificatiesleutel die je wereldwijd kan gebruiken. Het is de afgelopen decennia de kracht gebleken van GS1, die we nu ook moeten waarmaken in de online wereld.”

GOOGLE

En dat zal vast lukken, want Google heeft alvast zijn vertrouwen uitgesproken en recent een aankondiging gedaan dat de GS1-standaard een zeer belangrijke component is voor de unieke identificatie van online verkopers. Somers: “De belangrijkste boodschap is dat Google zijn zoekfunctie kan verbeteren door het toewijzen van een GTIN of EAN-code aan een product. De eerste cijfers daarvan vormen de identificatie van het bedrijf, de volgens cijfers maken de uniciteit van de GTIN of EAN-code uit. We geven bovendien een globale classificatiecode die voor Google interessant kan zijn als wordt gezocht op identificatiecodes. Dat alles laden we in ons platform waarin alle GTIN’s ter wereld zijn opgenomen. Het platform blinkt uit in gebruiksgemak. Ook het aanmaken van een EAN-code is voortaan nog een kwestie van minuten; zes jaar geleden boden we nog een ongelooflijke papierwinkel aan. Dat is gelukkig verleden tijd.”

Sinds de pandemie wordt er wereldwijd meer verkocht online. “Wij faciliteren op een digitale manier met zo min mogelijk kliks een meerwaarde voor klanten. We zijn zoals gezegd een not-for-profit organisatie. Dat wil zeggen, onze aandeelhouders zijn onze klanten. De winst die we maken, investeren we terug in ons ecosysteem. We moedigen bedrijven aan hun producten te verrijken in ons wereldwijde register. Je kunt het immers maar één keer goed doen,” besluit Somers. I <

This article is from: