DENKTANK 30 PEOPLE - 30 DAYS
WENNEN IN EEN PLEEGGEZIN ono-ono magazine: 13 december 2013 t/m 17 januari 2014 Een initiatief van Stichting Alexander, de Universiteit van Amsterdam en Stichting Kinderpostzegels Nederland
ONO-ONO MAGAZINE
VOORWOORD Wennen in een pleeggezin
H
et zal je maar gebeuren dat je naar een onbekend gezin wordt gebracht en daar moet blijven. Niet voor maar een weekje, zoals in het tv-programma Puberruil, nee, misschien wel tot je volwassen bent. Al kan het ook zijn dat je nog een keer wordt overgeplaatst of terug gaat naar je vader of moeder. Dit overkomt jaarlijks vele kinderen. In Nederland verblijven ongeveer 20.000 kinderen in pleeggezinnen, veelal omdat hun eigen ouders er onvoldoende voor kunnen zorgen dat hun kind zich kan ontwikkelen. Van 2010 - 2013 hebben de Universiteit van Amsterdam, afdeling Pedagogiek, en Stichting Alexander onderzoek gedaan naar wat zo’n plaatsing in een pleeggezin teweegbrengt bij pleegkinderen, pleegouders en eigen kinderen van pleegouders. De onderzoeksresultaten zijn terug te lezen in het rapport ‘Nooit meer zo alleen. Wennen in een pleeggezin’. Ook de ouders van pleegkinderen kwamen aan het woord. Hun verhalen zijn opgetekend in het rapport ‘Alleen met een groot verdriet’. Om een vervolg te geven aan de aanbevelingen uit het onderzoek heeft Stichting Alexander dertig betrokkenen bij pleegzorg bijeengebracht in de denktank 30 People – 30 Days. Zij bogen zich tijdens twee bijeenkomsten, op 13 december 2013 en 17 januari 2014, samen over vijf belangrijke onderwerpen: de stem van het kind, de beschikbaarheid van een vertrouwenspersoon, matching, deskundigheid en het plaatsingsperspectief. Tussen de beide bijeenkomsten hadden zij dertig dagen de tijd om hun persoonlijke onderzoeksvragen te beantwoorden. Het resultaat was een lijst met handzame conclusies en ideeën voor iedereen binnen de pleegzorg. Je leest het in dit magazine en op www.wennenineenpleeggezin.nl. Het onderzoek en de denktank zijn mogelijk gemaakt met (financiële) ondersteuning van Stichting Kinderpostzegels Nederland. Die zal de uitkomsten van de denktank verspreiden via de partners in hun programma Pleegzorg. Aan de leden van de denktank: hartelijk bedankt voor jullie geweldige inzet en grote betrokkenheid bij de pleegzorg. Adimka Uzozie en Kirti Zeijlmans Stichting Alexander
ONO-ONO MAGAZINE
INHOUD
Voorwoord:
wennen in een pleeggezin Column Loes Ypma:
pleegouders gezocht! Denktank-tips Nooit meer zo alleen:
WereldcafĂŠ-wensen
onderzoek
Dertig onderzoeken
een interview over het
Het onderzoek
Wennen aan elkaar
in dertig dagen
And the winner is Terugkoppeling in
de Tweede Kamer From us with love Colofon
ONO-ONO MAGAZINE
ONO-ONO MAGAZINE
COLUMN
Pleegouders gezocht! In tien jaar tijd is het aantal pleegkinderen verdubbeld. In 2010 werden ruim 24.000 kinderen in pleeggezinnen opgevangen. Pleegzorg Nederland (www.pleegzorg. nl) voert actie om de bijbehorende pleegouders te vinden. Pleeggezinnen zijn namelijk ontzettend hard nodig. Daarom steunt Loes Ypma, Tweede Kamerlid en woordvoerder jeugdzorg voor de PvdA, deze oproep van harte.
ONO-ONO MAGAZINE
In mijn gemeente hoorde ik een half jaar geleden het verhaal van twee jonge kinderen op een basisschool. Het ging thuis écht niet goed, er waren zoveel problemen dat de kinderen (in ieder geval tijdelijk) ergens anders moesten gaan wonen. Er werd een instelling gezocht waar ze naartoe konden. Als wethouder had ik afgesproken dat er eerst binnen de school gezocht zou worden naar een vriendje of vriendinnetje met stevige ouders waar ze terecht konden. De voogd sprak de schooldirecteur en die vroeg drie verschillende ouders of ze iets voor het gezin konden betekenen. Alleen de directeur, de leerkracht en deze ouders wisten ervan. Gelukkig konden de kinderen bij een van de ouders terecht. Wauw, fantastisch! Want de kinderen wilden helemaal niet weg bij hun ouders en al helemaal niet naar een instelling in een andere stad, met een andere school en vreemde kinderen. In het pleeggezin konden de kinderen ‘gewoon’ opgevoed worden. Het is allemaal al erg genoeg als het thuis niet lekker gaat. Ik heb helaas veel verhalen gehoord van kinderen die dachten ‘uit logeren te gaan’, maar van instelling naar instelling werden verplaatst en daar doodongelukkig van werden. Ieder kind verdient een veilige plek om op
ONO-ONO MAGAZINE
te groeien, bij voorkeur bij zijn of haar eigen ouders, soms met wat extra ondersteuning van buitenaf. Als dit echt niet lukt, vind ik het van supergroot belang om de extra benodigde zorg naar de kinderen, hun ouders en de school toe te halen in plaats van de kinderen naar de zorg toe te brengen en ze van de ene naar de andere plek te slepen. Een zo normaal mogelijke opvoedingssituatie is het beste voor deze kinderen. Daarom zijn pleeggezinnen ook zo hard nodig. Pleegouders kunnen verschillende motieven hebben voor het pleegouderschap, bijvoorbeeld omdat ze verantwoordelijkheid voelen voor een kind van familie of vrienden, omdat ze uit onbaatzuchtigheid en sociaal besef graag voor kinderen willen zorgen, omdat ze het ‘lege nest’ willen opvullen als de oudere kinderen het huis uit zijn, omdat ze zelf geen kinderen kunnen krijgen of omdat ze hun leven een zinvolle invulling willen geven. Als pleegouder sta je er niet alleen voor. De pleegzorginstelling zorgt voor een optimale match. Die match is gebaseerd op de behoefte van het pleegkind, de opvoedingsvaardigheden van de pleegouder en het opvoedklimaat in het pleeggezin. Pleegouders worden daarnaast begeleid door een begeleider van de pleegzorgorganisatie. Sommige voorzieningen voor
pleegzorg bieden specifieke programma’s aan om pleegouders te leren omgaan met eventuele gedragsproblemen van het pleegkind. Behalve individuele begeleiding van pleegouders organiseren verschillende pleegzorgorganisaties ook bijeenkomsten voor en door pleegouders. Er is helaas nog steeds een tekort aan pleegouders, terwijl het pleegouderschap voor veel meer mensen weggelegd is dan vaak gedacht wordt. Er zijn veel verschillende soorten pleegouders: voor de korte of lange termijn, voor jonge of juist oudere kinderen, week- of juist weekendpleegouders. Als Tweede Kamerlid hoop ik van harte dat er bij de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten meer lokale pleeggezinnen of gezinshuizen worden gevonden, zodat kinderen zo dicht bij huis als mogelijk opgevoed kunnen worden. Want je mag van een kind niet verwachten dat het zichzelf opvoedt als de ouders dat (even) niet kunnen. Pleegouders zijn daarom bijzonder hard nodig! Loes Ypma Tweede Kamerlid PvdA, woordvoerder jeugdzorg en basisonderwijs, speciaal en passend onderwijs.
DENKTANK-TIPS
Maak kennis met de leden van de denktank 30 People - 30 Days. Wat zijn hun persoonlijke ervaringen met pleegzorg? En welke tips hebben zij? Het pleegkind
Stel je open Mijn ervaring als pleegkind met de pleegzorg kent ups en downs. Over het algemeen was het positief, maar ik heb ook veel moeilijke momenten en onzekerheid gekend. Op vierjarige leeftijd ben ik voor het eerst uit huis geplaatst. Er was veel spanning rond de plaatsing, omdat mijn moeder die niet kon accepteren. Ik stond soms letterlijk tussen haar en mijn pleegmoeder in. In het pleeggezin moest ik wennen aan de nieuwe mensen en de omgeving. Ik kwam van de stad op het platteland terecht. Ik had niet het gevoel dat het onvoorwaardelijk was. Ik vroeg me vaak af: houden jullie wel van mij? Mijn tip voor andere pleegkinderen: stel je open voor de situatie. ONO-ONO MAGAZINE
Wees eerlijk tegen kinderen Tiny Klaver is inmiddels zo’n dertig jaar pleegouder. Meer dan 130 pleegkinderen verbleven kortere of langere tijd in haar gezin. Haar tip voor de pleegzorg: wees eerlijk tegen kinderen.
Houd rekening met ouder(s) en kind Marja van Santen heeft als pleegmoeder ervaring met langdurige- en crisisplaatsingen en werkt als professional in de pleegzorg. Haar tip voor pleegouders is om zoveel ONO-ONO MAGAZINE
mogelijk rekening te houden met de (biologische) ouders en het kind zelf.
Zie pleegouderschap als baan Geke Benschop werkt al zo’n vijftien jaar voor De Bascule. Zij wil dat pleegzorg een politiek meer besproken onderwerp wordt. Daarnaast wil zij pleegzorg uit de softe sfeer trekken, het onderwerp zakelijk maken. Er kunnen volgens haar meer pleegouders worden geworven als het pleegouderschap als een baan wordt gezien.
Lagere caseload gezinsvoogden Esther Hillebrand werkt al zo’n veertien jaar als gezinsvoogd voor Bureau Jeugdzorg. Ze heeft plaatsingen gehad in alle soorten en maten: ad hoc, met of zonder goedkeuring. Gezinsvoogden moeten meer tijd krijgen om hun werk goed te kunnen doen, vindt ze. Een lagere caseload helpt daarbij.
DENKTANK-TIPS
Houd zaken klein en behapbaar Suzanne Aarts vindt haar werk bij De Bascule in Amsterdam leuk en divers. Soms is het op spitsroeden lopen, omdat je te maken hebt met kinderen met een flinke rugzak aan problematiek. Zij houdt de zaken daarom graag klein en behapbaar.
Het pleegkind
Betrek de biologische ouders erbij Marlene van Steensel was schooldirecteur en heeft nu haar eigen trainingsbureau. ‘Zelf ben ik veertig jaar geleden pleegkind geworden. Ik heb tot mijn eenentwintigste 33 hulpverleners gehad.’ Tegen het kind dat zij toen was, zou ze willen zeggen: ‘Het komt goed! Als je erin zit, is het niet leuk, maar ik heb veel gehad aan mijn pleegouders, omdat zij ervoor zorgden dat mijn biologische vader altijd een plekje had. Ze hadden gelijk, het is goed gekomen. Ik heb mijn pleegouders na veertig jaar weer opgezocht en ze hier ernstig voor bedankt.’ Marlene tipt: ‘Je kunt altijd iemand vinden die je beetpakt. Het is belangrijk om te beseffen dat het kind na zijn/haar achttiende verder gaat met de biologische ouders. Sluit daarom nooit iemand buiten!’
ONO-ONO MAGAZINE
Positieve publiciteit pleegzorg Nely Noorlander was pleegmoeder en werkt nu als ervaringsdeskundige in het voortrajectteam van een pleegzorgvoorziening. Het imago van de pleegzorg moet volgens haar veranderen. Hiervoor is positieve publiciteit belangrijk. De Loesje-posteractie is hiervan een goed voorbeeld.
Luister naar ervaringsdeskundigen Gideon Schaddelee is derdejaars student maatschappelijk werk. Hij loopt stage op een pleegzorgafdeling. Op zijn tiende kreeg hij een jaar of twee een pleegbroertje. Ze waren klasgenoten en de gezinnen kenden elkaar. ‘Ik had zelf oudere broers en zussen en vond het daarom leuk om er een broertje bij te hebben van mijn leeftijd, bijvoorbeeld om samen naar school te fietsen.’ Gideon vindt het belangrijk dat er goed geluisterd wordt naar ervaringsdeskundigen.
De ouder Ga de dialoog aan Erik Roest is sinds zeven jaar pleegouder van twee zoons (elf en zeventien jaar) en lid van de pleegouderraad. Hij en zijn partner hebben geen biologisch eigen kinderen. Hun pleegzoons voelen als eigen kinderen. ‘Ze verrijken mijn leven elke dag weer.’ De denktank is volgens Erik een goed voorbeeld van in dialoog gaan met elkaar en dat vindt hij belangrijk. ONO-ONO MAGAZINE
Jeugdzorg, zie de biologische ouder staan Jan van der Kooi is vader van wie twee kinderen uit huis zijn geplaatst nadat zijn vrouw aan kanker overleed. ‘Uithuisplaatsing is een drama voor de kinderen. Jeugdzorg zet de biologische ouders altijd negatief neer. Er wordt vergeten dat iedere ouder van zijn kind houdt. In 2012 zijn zo’n 2.000 kinderen uit huis geplaatst. Uit onderzoek van hoogleraar jeugdbescherming Ido Weijers blijkt dat 10 procent van de uithuisplaatsingen onterecht is. Gaat u naar een ziekenhuis waar 10 procent van de operaties mislukt?’ Jan roept de jeugdzorg op om de ouders te zien staan. Ook moet er beter worden geregistreerd.
DENKTANK-TIPS
De pleegzorgwerker
Neem heimwee mee bij plaatsing Bertus Wiggerts loopt al zo’n dertig jaar mee in de jeugdzorg, waarvan dertien binnen de pleegzorg. Zijn ervaring is waanzinnig positief. Hij vindt pleegzorg het mooiste en meest complexe werk dat er is. ‘Je hebt niet alleen te maken met het pleegkind, maar ook met pleegouders, brusjes (broertjes en zusjes, red.) enzovoort. Zo heb je ineens contact met honderd mensen rondom één kind waar je iets mee moet.’ Hij vertelt verder: ‘In 2012 waren er 21.000 kinderen die met pleegzorg te maken hadden. Hiervan hadden er 1.000 heimwee. Heimwee moet een thema worden bij plaatsing. Er is meer wetenschappelijk onderzoek nodig om het te kunnen meten.’
ONO-ONO MAGAZINE
Luister naar ouder en kind Eline Verschoor werkt als gezinsvoogd bij Bureau Jeugdzorg. Zij vindt het een positieve ontwikkeling dat het netwerk rond het kind steeds meer centraal staat. Bij rust accepteert iedereen een plaatsing meer. Daarom is het belangrijk dat het kind - onder begeleiding van één regisseur - zo lang mogelijk bij de ouder(s) blijft. En er goed naar het kind en de ouder geluisterd wordt.
Wees positief Stefan Pruijn werd op zijn twaalfde pleegkind en studeert nu orthopedagogiek. Hij heeft in vier verschillende pleeggezinnen gezeten. Hij moest elke keer wennen aan de nieuwe omgeving en vooral aan de personen en de omgang. Stefan is erg positief over de gezinnen waarin hij verbleef. Hij wil in de pleegzorg gaan werken, omdat die hem veel goeds heeft gebracht. Het is niet per se zijn missie om pleegzorg te verbeteren, eerder om die te versterken.
De pleegmoeder
Kijk naar het belang van het kind Ann van Rijckevorsel is 22 jaar pleegouder. De laatste jaren biedt ze crisisopvang aan baby’s. ‘Ik zorg heel graag en vind het belangrijk om aan mijn eigen kinderen te laten zien dat er ook kinderen zijn die het niet zo goed hebben als zij. Mijn biologisch eigen kinderen hebben mij altijd gesteund, maar er zijn ook moeilijke momenten. Nu ze zelf kinderen hebben, vinden ze het soms lastig als ik meer aandacht heb voor een pleegzorgbaby.’ Er wordt volgens Ann nog niet altijd gekeken naar het belang van het kind, en dat moet wel.
ONO-ONO MAGAZINE
Verleen hulp om plaatsing voor te zijn Veerle de Leede is eigen kind van pleegouders en deed voor haar studie pedagogiek onderzoek binnen de pleegzorg. ‘Pleegzorg is in mijn leven heel waardevol geweest. Mijn ouders boden crisisopvang aan kinderen van nul tot tien. Het raakte mij enorm hoe jong de toekomst van de kinderen al werd aangetast. Ik wil zelf vooral preventieve hulp verlenen, om een pleegzorgplaatsing te voorkomen.’
DENKTANK-TIPS Kijk ook verder dan het kind Miriam Deijs heeft als gezinsvoogd positieve en ook negatieve ervaringen opgedaan met plaatsingen van kinderen. Zij wijst erop dat je verder moet kijken dan het kind.
Samen sta je sterk Maartje Gardeniers werkt als belangenbehartiger voor de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (de NVP). Daarnaast heeft zij het participatieproject Jongwijs voor kinderen en jongeren in gezinshuizen helpen vormgeven. Haar ervaring met verenigingswerk leert dat je samen sterk staat.
Het eigen kind
jongerenparticipatie is belangrijk Anne Fluitman heeft vanaf haar derde verschillende pleegbroertjes en -zusjes gehad, ook met psychiatrische problemen. Dit inspireerde haar om jeugdpsychiatrie te doen en zo een schakel te zijn tussen praktijk en theorie. Voor haar masterthesis heeft ze bij Elly Singer meegewerkt aan het onderzoek ‘Wennen in een pleeggezin’. Ze is actief voor het landelijke jongerennetwerk Jongwijs. ‘Het is belangrijk dat alle partijen in de pleegzorg het kind een goede terugkoppeling geven, zodat het voelt dat zijn/haar mening is meegewogen’, zegt ze. Anne roept het kind op om te blijven vertellen. Ze vindt jongerenparticipatie erg belangrijk.
ONO-ONO MAGAZINE
Betrek pleegouders meer Anja Wegdam werkt nu bijna acht jaar in de pleegzorg. Destijds werd er nog nauwelijks met de ouders samengewerkt. Zij vindt het een positieve ontwikkeling dat ouders nu meer worden meegenomen in het traject.
Nooit meer zo alleen Een interview over het onderzoek
We spreken Adimka Uzozie en Kirti Zeijlmans van Stichting Alexander na afloop van de denktank en vragen hen naar hun onderzoek en de resultaten van de denktank. Wat onderzochten jullie met ‘Nooit meer zo alleen’? ‘Samen met Elly Singer, senior onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, afdeling Pedagogiek, bekeken wij wat plaatsing in een pleeggezin teweegbrengt bij pleegkinderen, pleegouders en eigen kinderen van pleegouders. Hoe verloopt het elkaar leren kennen en het aan elkaar wennen? Hoe gaan pleegkinderen om met heftige emoties en hoe reageren pleegouders en eigen kinderen daarop? En hoe ondersteunen pleegzorgwerkers het pleegkind en pleeggezin in de eerste periode na plaatsing? Ook hebben wij aanvullend onderzoek gedaan naar de positie van ouders van pleegkinderen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn samengebracht in het rapport ‘Alleen met een groot ONO-ONO MAGAZINE
verdriet’, dat in februari van dit jaar uitkomt.’ Waarom? ‘Het is belangrijk om inzicht te krijgen in hoe wennen verloopt, want een goed begin is het halve werk. Tot nu toe was er weinig aandacht voor de stem van het jonge kind in het pleegzorgtraject. Ook over de emoties bij betrokkenen was weinig bekend. We hopen dat we de dieperliggende belangen bij bijvoorbeeld mislukte plaatsingen nu beter kunnen duiden en dat dat verlichting kan bieden.’ Methode? ‘We hebben gesprekken gevoerd met pleegkinderen die langdurig geplaatst werden, hun pleegouders en eigen kinderen van pleegouders. Daarnaast hebben we focusgroepdiscussies gevoerd met groepjes pleegouders en pleegzorgwerkers en hebben we twee pleeggezinnen gedurende enkele weken intensief gevolgd. De kinderen konden tijdens de gesprekken met een
emotiethermometer aangeven hoe zij zich voelden in het nieuwe gezin en een stopbord gebruiken als ze ergens niet over wilden praten. Zo wisten de kinderen dat zij de leiding over het gesprek hadden. En het stopbord… werd eigenlijk niet gebruikt. In de tweede fase van het onderzoek hebben we interviews georganiseerd met ouders van pleegkinderen.’ Conclusies? ‘Op het moment van plaatsing in een pleeggezin bevindt een pleegkind zich in een ouderloos vacuüm. De kennismaking met het nieuwe gezin moet nog beginnen en de biologische ouders zijn te ver weg om dagelijkse steun te bieden.’ Nooit meer zo alleen zijn is wat alle betrokkenen voor pleegkinderen wensen. Maar het ontbreekt pleegkinderen in de eerste periode na de plaatsing vaak aan een persoon in hun directe omgeving die ze kunnen vertrouwen en bij wie ze zich veilig voelen. Pleegkinderen moeten in de eerste weken
Aanbevelingen:
• Geef ieder kind een vertrouwenspersoon. • Informeer pleegkinderen en geef ze een stem tijdens de matchingsprocedure. • Begeleid het kind goed wanneer onzekerheid ontstaat over het plaatsingsperspectief. • Laat het kind op eigen wijze aarden in het pleeggezin. Met elkaar praten en kleine acties hebben groot effect. • Pleegzorgwerkers moeten meer aandacht hebben voor het perspectief van eigen kinderen, pleegkinderen en ouders van pleegkinderen. • Maak meer gebruik van ervaringsdeskundigheid van pleegouders bij het begeleiden van kinderen in de dagelijkse gezinsopvoeding, zodat zij hun emoties kunnen delen. • Bied pleegouders een referentiekader. Faciliteer ontmoetingen tussen ervaren en onervaren pleegouders. • Voor veel ouders van pleegkinderen went een uithuisplaatsing nooit. Begrip voor blijvend verdriet en verhalen die ouders steeds opnieuw vertellen, kan leed verzachten. • Oog voor de diversiteit en complexiteit van uithuisplaatsingen moet zwart-wit denken en rigide opvattingen voorkomen.
of maanden in het nieuwe pleeggezin vooral veel uit zichzelf halen. Dat maakt hen kwetsbaar. Daarom is het extra nodig om deze kinderen een stem te geven. En de ouders? ‘Voor ouders is een uithuisplaatsing zeer ingrijpend. Het blijkt voor de meeste ouders een wond die niet of slechts gedeeltelijk heelt. Veel ouders ervaren dan ook heftige emoties door alles wat hen overkomt. Zij hebben verschillende strategieën om hiermee om te gaan, maar die worden vaak niet of verkeerd begrepen door de omgeving. Zo kan het weghalen van foto’s van het kind worden geïnterpreteerd als onverschilligheid over de uithuisplaatsing, terwijl de werkelijke reden is dat zij de confrontatie met foto’s van hun ONO-ONO MAGAZINE
kinderen niet aankunnen door het vreselijke gemis.’ De denktank 30 People 30 Days? De diversiteit onder de deelnemers van de denktank is, voor zover Kirti weet, behoorlijk uniek. Zij vond de bijeenkomsten spannend, want uit het onderzoek bleek dat er over en weer negatieve beelden kunnen zijn. ‘Maar iedereen lag op één lijn. Zij wilden het beste voor het belang van het kind.’ Adimka: ‘Er was gedeeld belang en gedeeld leed. Het was een ontroerend, bijzonder traject met mensen die zich met hart en ziel inzetten voor de pleegzorg.’ Hoe verder? Op 23 januari bezochten enkele denktankdeelnemers de Tweede Kamer om hun resul-
taten te delen met Loes Ypma van de PvdA. De bevindingen van de denktank worden daarnaast breed verspreid en teruggekoppeld in het Expertisenetwerk Pleegzorg, een initiatief van Stichting Kinderpostzegels Nederland. Het netwerk kan de aanbevelingen meenemen in haar lobbyactiviteiten en bij het opzetten van projecten rondom deskundigheidsbevordering binnen de pleegzorg. Stichting Alexander schrijft samen met dr. Elly Singer naast de publicaties ‘Nooit meer zo alleen’ en ‘Alleen met een groot verdriet’ nog een onderzoeksartikel en biedt workshops aan pleegzorgorganisaties over wennen in een pleeggezin. Alle publicaties, de (onderzoeks)resultaten van de denktank en dit magazine zijn terug te vinden op www.wennenineenpleeggezin.nl. Wensen? Adimka en Kirti hopen allereerst dat het denktankproces openingen heeft geboden voor de deelnemers om elkaar ook in de toekomst te kunnen vinden. Volgens hen levert de transitie van de jeugdzorg veel kansen op, omdat er meer aandacht komt voor eigen kracht en het belang van het netwerk. Adimka nuanceert: ‘Waarbij het netwerk zich overigens vaak graag gesteund ziet door professionals.’ Tot slot wensen ze dat de betrokkenen in de pleegzorg, en vooral de kinderen, zich gehoord zullen voelen.
ONO-ONO MAGAZINE
Wij vroegen deelnemers naar de beeldvorming in de samenleving rondom pleegzorg.
Stereotype pleegzorgmedewerker: de controleur
Wennen aa Reality check Een eigen kind van pleegouders vertelt dat de omgeving soms niet begrijpt hoe zwaar crisisopvang kan zijn. Ze vergeten dat je, vanwege de rugzak van het kind, niet zomaar een oppas kunt regelen. Haar vriendinnen zeggen vaak: ‘oh, wat een schattig bruin kindje!’ Zij nodigt ze dan graag uit om ook de andere kant van de medaille te laten zien. ‘Het is belangrijk dat de buitenwereld een realistisch beeld van pleegzorg heeft. Hierin schuilt wel het ONO-ONO MAGAZINE
gevaar dat dat potentiële pleegzorgouders afschrikt.’ Een pleegmoeder vertelt dat haar familie ook dacht dat het opvoeden van een pleegdochter - met hechtenisstoornis in weekendopvang - niet zo moeilijk kon zijn. Andere mensen lijken juist op te kijken tegen pleegouders. Ze zegt: ‘Voor ons is het gewoon, dat doe je voor een ander.’ Slechte ouders De (biologische) ouders worden volgens
Stereotype pleegouder: hartelijk, lief, frivool en open
an elkaar
Stereotype pleegkind: beschadigd en lastig. Het kost veel tijd en energie
over beeldvorming in de pleegzorg
de deelnemers het meest gestereotypeerd. Zij lijken vooral bekend te staan als slechte ouders. Immers, er is iets misgegaan. Eén van de deelnemers visualiseert de pleegzorgmedewerker, het pleegkind en de pleegouders als één blok tegenover de biologische ouder. Er wordt vaak op een bevoogdende toon over en tegen hen gesproken. Door deze beeldvorming worden ouders in de praktijk minder betrokken bij de plaatsing. Maar het is belangrijk om dit contact aan ONO-ONO MAGAZINE
te gaan. Ook de pleegouder voelt zich overigens niet altijd serieus genomen door pleegzorgmedewerkers. Om het kind Het kind heeft met allerlei organisaties te maken. Volgens de denktank zijn de verbindingen tussen de betrokkenen nog niet optimaal. Hierin moet verandering komen, in het belang van het kind. De deelnemers vinden deze bijeenkomst een goede aanzet hiertoe.
Wereldcaféwensen Welke wensen komen er uit de verschillende Wereldcafé-rondes rond matching, de vertrouwenspersoon, de stem van het kind, deskundigheid en het plaatsingsperspectief? Thema 1, matching: beter een goede dan een snelle Wat is er minimaal nodig om tot een goede match te komen? Voor een goede matching is tijd nodig. Beter een goede match dan een snelle. Het is belangrijk om de geschiedenis van de betrokkenen goed te kennen. Ook kan geleerd worden van good practices uit het buitenland. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft veel informatie gebundeld, bijvoorbeeld om pleegouders te trainen. De realiteit is dat er te weinig pleegouders zijn. Pleegouder zijn zou gezien moeten worden als een vak.
ONO-ONO MAGAZINE
Thema 2, vertrouwenspersoon: hoeveel en wie? Wat is er nodig om het ouderlijk vacuüm na de plaatsing op te heffen? Vrijwel iedereen vindt dat een vertrouwenspersoon onmisbaar is voor het kind. Sommige deelnemers wijzen wel op het risico dat dit kan leiden tot extra fricties binnen de families. En wie moet die vertrouwenspersoon zijn? De ervaring leert dat dit soms een begeleider op school is, of een oom of tante. De conclusie is dat actiever gezocht moet worden naar vertrouwenspersonen en dat het per fase in het wenproces kan verschillen wie dit is.
Thema 3, de stem van het kind: implementeer één methodiek Hoe kunnen we inspraak van kinderen garanderen en profiteren van hun ervaringen? Er is veel gezegd over de stem van het kind. Hier moet te allen tijde rekening mee worden gehouden. Aan de mening van het kind moet passend belang worden gehecht, dat wil zeggen: in overeenstemming met zijn of haar leeftijd en rijpheid. Luister ook naar de pleegkinderen van weleer. Signs of Safety en het Levensboek zijn twee methodieken om met kinderen te praten. De pleegzorgwerkers uit de denktank stellen dat er zoveel methodieken zijn dat je als werker nauwelijks tijd hebt om ermee aan de slag te gaan. Ten behoeve van eenheid in de jeugdzorg adviseren zij om één of twee methodieken goed te implementeren.
-
ONO-ONO MAGAZINE
Thema 4, deskundigheid: strijd samen voor het belang van het kind Hoe kunnen we profiteren van de (ervarings)kennis en kunde van betrokkenen? De denktank constateert dat er in de praktijk soms meer oog is voor de deskundigheid van organisaties. Omdat ouders uit emotie spreken, wordt hun ervaringsdeskundigheid hieraan niet altijd gelijkgesteld. Dit, terwijl juist optimaal geprofiteerd kan worden van de ken-
ONO-ONO MAGAZINE
nis en kunde van de pleegouders, het kind en de ouders. Zij zijn de rode draad en blijven altijd ouder, waar de kinderen ook wonen. Tegenstrijdige belangen en onenigheid kunnen worden opgeheven door het belang van het kind centraal te stellen. Ook kinderrechters en advocaten kunnen meer aandacht besteden aan het belang van het kind.
Thema 5, plaatsingsperspectief: duidelijkheid voorop Hoe kunnen (pleeg)ouders en professionals opvoeden in het belang van het kind? Duidelijkheid over de plaatsing is heel belangrijk. Veel kinderen hebben negatieve ervaring met hechten. Kinderen hebben juist ook een positieve hechtingservaring nodig. Er moet minimaal een situatie van rust zijn, om te kunnen aarden. Hechting kan dan later volgen.
WENSEN Wij vroegen de denktank ook naar hun persoonlijke wensen rond pleegzorg. ‘Dat pleegkinderen zich open blijven stellen.’ Tiny: ‘Dat ieder pleegkind zich zo min mogelijk ongelukkig voelt met de situatie.’ Marja: ‘Dat voor alle kinderen een geschikt gezin wordt gevonden.’ Geke: ‘Dat het landelijke beleid rond de jeugdhulpverlening beter onderling afgestemd gaat worden.’ Esther: ‘Dat er meer tijd beschikbaar is om zorgvuldiger als gezinsvoogd te kunnen werken. Zodat er met aandacht en tijd vorm kan worden gegeven aan de plaatsing van het kind.’ Marlene: ‘Ik wens voor het kind dat er niet meer in partijen wordt gesproken.’
ONO-ONO MAGAZINE
Jan: ‘Dat de waarheidsvinding bij jeugdzorg op orde komt.’ Eline: ‘Dat elk kind de zorg en aandacht krijgt die het nodig heeft.’ Bertus: ‘Dat er meer aandacht komt voor heimwee bij pleegkinderen.’ Ann: ‘Dat ieder pleegkind enigszins kan genieten van een fijne kerst.’ Anne: ‘Dat er meer naar kinderen en jongeren in pleeggezinnen geluisterd wordt. Wat wil jij? Vooral de terugkoppeling aan hen is van belang.’ Suzanne: ‘Minder bureaucratie.’ Stefan: ‘Dat veel meer kinderen in de pleegzorg gelijke ervaringen hebben als ik, omdat het hele mooie dingen met zich mee kan brengen.’
Nely: ‘Dat meer mensen zich opgeven als pleegouder, zodat er een betere match komt tussen kinderen en de plek waar ze terechtkomen.’
Veerle: ‘Dat pleegzorg op een gegeven moment niet meer nodig is. En voor die tijd, dat er meer pleeggezinnen komen, genoeg geld voor goede begeleiding en overeenstemming tussen alle partijen.’
Gideon: ‘Dat de jeugdzorg niet zo rigoureus wordt veranderd dat we het over een aantal jaren allemaal weer moeten terugdraaien.
Maartje:‘Ik hoop op snelle duidelijkheid over welke gevolgen de transitie heeft voor pleeggezinnen.’
Erik: ‘Minder versnippering, meer samenwerking.’
Anja: ‘Meer waardering voor pleegouders.’
Dertig onderzoeken in dertig dagen Aan het eind van de eerste bijeenkomst kregen de denktankdeelnemers de opdracht om in dertig dagen eigen onderzoek te doen. Het resultaat was verbluffend. De deelnemers bleken op zoek te zijn gegaan in de literatuur, onder collega’s, in hun omgeving en in casestudies. Hun volledige verslagen zijn binnenkort te vinden op www.wennenineenpleeggezin.nl. Hier vatten zij hun uitkomsten samen in één slogan en beeld.
Buitenwacht heeft informatie nodig
Anne ondervroeg mensen die niks met pleegzorg te maken hebben. Zij concludeert dat die heel weinig weten over uithuisplaatsing en nodig geïnformeerd moeten worden.
Ik ben normaal, jij ook?
Marlene vroeg zich af hoe je de rouw en het verdriet die het kind ervaart kunt normaliseren in plaats van problematiseren. Haar stelling is dat pleegouders beter toegerust kunnen worden bij de begeleiding van rouwen verliesgevoelens bij het pleegkind.
ONO-ONO MAGAZINE
Zijn bestandsouders betere begeleiders?
Bertus onderzocht in de literatuur het verschil tussen netwerk -en bestandspleegzorg. In het eerste geval is er voor de plaatsing al een band tussen pleegouder(s) en kind, in het tweede geval niet. Hij kon geen duidelijke uitkomsten vinden over de kwaliteit van de twee. Zijn eigen mening is dat bestandspleegzorg beter werkt, omdat bestandspleegouders bewuster kiezen voor pleegouderschap.
Ga het gesprek aan!
Maureen heeft een methode onderzocht om binnen het pleeggezin het gesprek met elkaar aan te gaan over hoe de pleegzorg wordt ervaren. Die beviel zo goed, dat ze alle
pleeggezinnen aanraadt in gesprek te gaan en dit regelmatig te herhalen.
Eén regisseur
Geke sprak collega’s binnen instellingen en voogdijverenigingen over de vraag wat belangrijk is bij plaatsing. Goede samenwerking tussen de instellingen en de regie rondom het kind in handen van één persoon, was het antwoord.
Wennen door bewonderen
Stefan deed aan zelfreflectie en kwam tot de conclusie dat je wederzijds aan elkaar kunt wennen binnen een pleeggezin door elkaar te bewonderen. Wennen is een individueel proces, maar ook een proces van individuen.
met de klok mee: Veerle, Gideon, Maartje, Bertus, Geke, Nely, Tiny, Jan
ONO-ONO MAGAZINE
met de klok mee: Esther, Marlene, Eline, Anne, Ann, Stefan, Marja, Miriam
ONO-ONO MAGAZINE
Meepraten in plaats van napraten
Tiny mailde dertig pleegouders en ontving 25 antwoorden op de vraag hoe het gesteld was met hun rol in de pleegzorg. Wat bleek? Pleegouders en hulpverleners moeten meer samenwerken in het belang van het kind.
Wij zijn er ook nog!
Veerle onderzocht in de literatuur en op fora het effect van de pleegzorg op eigen kinderen van pleegouders. Ze concludeert dat de rol van het eigen kind onderbelicht is en er meer professionele aandacht en begeleiding voor hen nodig is.
Gebruik ervaringsdeskundigheid pleegouders
Maartje vroeg tijdens de Pleegzorgdag aan pleegouders tips voor matching. Vooral zorgvuldige informatie en duidelijke kindkenmerken werden genoemd. Maartje pleit voor het vaker inzetten van de ervaringsdeskundigheid van pleegouders.
Plaatsing slaagt alleen bij klik tussen ouder en kind
Esther deed een duo-onderzoek met haar collega Miriam. Zij vroeg collega’s wat een plaatsing geslaagd maakt. De uitkomst: een pleegzorgplaatsing lukt alleen als er een klik is tussen ouder en kind.
Marja vroeg een aantal pleegkinderen wat hielp om te wennen en welke personen hen daarbij hielpen. Hun antwoord: ieder kind heeft zijn of haar eigen proces, dus sluit aan bij het kind.
Ouders blijven ouders
Miriam vroeg collega’s wat een plaatsing negatief doet verlopen. Wijzen naar elkaar is funest. Er is samenwerking nodig tussen alle partijen die bij de plaatsing betrokken zijn.
Jan onderzocht hoe vier biologische ouders en hun uit huis geplaatste kinderen een uithuisplaatsing ervoeren. Hij sprak ze voor en na de uithuisplaatsing. Zijn statement: ouders blijven ouders, ook na uithuisplaatsing!
Iedereen heeft een stem en samen vormen we een koor
Twee families, het kan!
Samenwerking voorop
Nely verdiepte zich in matching. Het is belangrijk dat iedereen een stem heeft in het matchingproces. Er is veel aandacht nodig voor (startende) pleegouders.
Vergeet de weekendpleegouders niet
Gideon interviewde weekend/ vakantiepleegouders. Zijn conclusie is dat er een goede afstemming nodig is tussen parttime pleegouders en anderen.
Pleegouder moet meteen open staan voor hechting
Ann interviewde een pleegouder die 22 jaar ervaring heeft met crisisopvang en nam haar eigen ervaring mee. Belangrijk is dat het kind voelt dat het welkom is. Dit kan als de pleegouder meteen open staat voor hechting. ONO-ONO MAGAZINE
Sluit aan bij het kind
Eline onderzocht hoe je bij kinderen een loyaliteitsconflict tussen hun ouders en pleegouders kunt voorkomen. Wat bleek? Kinderen zijn altijd loyaal aan hun ouders. De loyaliteit jegens pleegouders kan groeien. De biologische familie hoort bij het kind. Pleegouders moeten de rol van de biologische familie erkennen en die de ruimte geven.
And the winner is Op 17 januari werden de individuele onderzoeksresultaten uitgewisseld, naar thema ingedeeld, samengevoegd en tot vijf concrete uitvoerbare ideeën gesmeed. De deelnemers konden daaruit hun winnaar kiezen. Vertrouwenspersoon: belevingswereld van het kind Maak een Bitstrips app. Hiermee kan een kind met zijn/ haar selfie veranderen in een cartoonfiguur. Maak bijvoorbeeld dagelijks samen met het kind een animatie en koppel deze aan Facebook (binnen een veilige omgeving). Zo kan de omgeving op speelse wijze meeleven met hoe het kind zich voelt en wat het meemaakt. Matching: coach & care Zet de energie van de hulpverlening in op het moment dat het kind bij het gezin gaat wonen. Pleegzorgmedewerkers en gedragswetenschappers moeten getraind worden in het leveren van maatwerk en intensieve begeleiding.
ONO-ONO MAGAZINE
Stem van het kind: eenduidige e-mail Instanties luisteren niet altijd goed naar de stem van het kind. Een e-mail van kinderombudsman Marc Dullaert of premier Mark Rutte aan alle instellingen met een eenduidige boodschap over het belang van inspraak van kinderen kan al verschil maken. Deskundigheid: pleegouders professioneel De pleegouder moet krachtiger en professioneler worden door betere scholing, terugkomdagen en bijvoorbeeld een gezinspiratieplein.
Plaatsingsperspectief: bindend perspectief binnen één jaar Bij uithuisplaatsing moet er binnen een jaar een bindend toekomstperspectief zijn voor het kind. Dit punt moet worden meegenomen in beleidsvorming en wetgeving. And the winner is… Met zestien hartjes werd het statement rondom het plaatsingsperspectief gekozen tot belangrijkste. Deze aanbeveling zal uiteraard meegenomen worden in de verspreiding van de resultaten van de denktank.
win ner
Terugkoppeling in de Tweede Kamer Een uur voor het gesprek zitten wij, Kitty Jurrius, Kirti Zeijlmans en Eline Verschoor, in een café voor de voorbespreking. Er zijn zoveel aanbevelingen uit de denktank die we willen voorleggen, maar we moeten ons beperken tot de kernpunten. We besluiten voor elk thema één centrale, overkoepelende aanbeveling te verwoorden. Na een check van de identiteitsbewijzen worden we naar de kamer van Loes Ypma van de PvdA gebracht. Snel komen we ter zake en bespreken we de positie van de biologische ouders, het belang van het netwerk, de wens meer oor te hebben voor de stem van de (eigen) kinderen en de wensen op het gebied van deskundigheidsbevordering van pleegouders en pleegzorgwerkers. Loes vertelt onze punten belangrijk te vinden en hoort graag van ons wat zij als tip aan gemeentes kan meegeven. We beloven daar in een memo op terug te komen en kondigen alvast de publicatie van ‘Alleen met een groot verdriet’ aan, waarin de ervaringen van ouders zijn opgetekend. Natuurlijk krijgt ze ook het magazine van de denktank. Een korte, maar zeer geslaagde ontmoeting!
er ‘Een ze de geslaag ting’ e ontmo
ONO-ONO MAGAZINE
FROM US WITH LOVE Wie zou jij een (text)message schrijven met welke boodschap? En waar wil je zelf graag per ansichtkaart aan herinnerd worden?
Anja Wegdam: ‘Annemieke succes!’
Miriam Deijs aan pleegzorgwerkers: ‘Kijk naar het kind en ook verder.’
ONO-ONO MAGAZINE
Marja aan de moeder van haar pleegdochter: ‘Dankjewel voor het mooie Sinterklaasgedicht!’
Marlene aan pleegkinderen: ‘Kracht, het is naar, maar je bent onderdeel van een groter geheel.’
Maartje aan Stichting Alexander: ‘Ik ben erg geïnspireerd door jullie werkvorm!’
Pleegkind zou toen zij op haar zevende in een pleeggezin kwam aan haar vriendinnetje hebben geschreven: ‘Ik laat alles op me afkomen.’
Geke aan de min Jeugdzaken: ‘Verdie en verstand in de j
Suzanne aan instellingen: ‘Blijf niet in een ivoren toren zitten: werk samen!’
Gideon aan een pleegkind op zijn stage: ‘Hoe gaat het nu? Ik heb gehoord dat je alweer een nieuw plekje nodig hebt. Wat vervelend!’
Erik: ‘Maak ple minder bureaucrat pleegouders niet je niet gek mak bezuiniging
Tiny aan haar pleegkinderen: ‘Ik denk dat het heel langzaam toch beter gaat worden voor kinderen in de jeugdzorg.’
nister van ep je met hart jeugdzorg.’
Bertus aan de politiek: ‘Pleegzorgbegeleiders hebben meer tijd nodig voor hun caseload. Hier moet de politiek geld voor vrijmaken.’
Nely aan haar pleegkind dat nu zelf moeder is maar waarmee ze geen contact meer heeft: ‘Dit is mijn nummer. Ik zou heel graag weer met je in contact komen.’
eegzorg tisch. Schrik t af en laat ken door gen.’
Jan aan zijn kinderen: ‘Papa houdt veel van je! Papa wil graag met je treinen.’
ONO-ONO MAGAZINE
Ann aan haar laatste pleegkind (van vier jaar): ‘We blijven altijd in je leven. We houden van jou van hier tot aan de maan en weer terug.’
Anne aan premier Rutte: ‘Hoe verwacht je dat pleegzorg en jeugdzorg hun werk kunnen doen als de caseload meer dan het dubbele is van wat volgens onderzoek mogelijk is?’
Stefan aan al zijn pleegouders: ‘Bedankt voor alle zorg die jullie gaven. Jullie hebben allemaal een persoonlijk stempel op mij gedrukt.’
Eline tegen een kind waaraan ze moet vertellen dat het naar een ander gezin moet: ‘Heel veel succes op je nieuwe plekje. Ik hoop dat het snel beter met je gaat.’
Esther aan de politiek: ‘Snijd niet te veel in het budget voor de jeugdzorg!’
Veerle aan haar ouders: ‘Jullie hebben de afgelopen jaren goed voor ons gezorgd. En ook voor de vele kinderen die het heel hard nodig hebben. Hier heb ik veel respect voor.’
30 PEOPLE, 30 DAYS
ONO-ONO MAGAZINE
30 People - 30 Days werd mede mogelijk gemaakt door Stichting Kinderpostzegels Nederland en uitgevoerd door Stichting Alexander. Ga voor meer informatie naar www. wennenineenpleeggezin.nl. Voor meer informatie over Stichting Kinderpostzegels Nederland en hun Pleegzorgprogramma, ga naar www. kinderpostzegels.nl. De denktank bestond uit: Erik Roest, Tiny Klaver, Marlene van Steensel, Anne Fluitman, Gideon Schaddelee, Eline Verschoor, Marja van Santen, Anja Wegdam, Maartje Gardeniers, Ann van Rijckevorsel , Bertus Wiggerts, Jan van de Kooi, Geke Benschop, Suzanne Aarts, Maureen Arntz, Nely Noorlander, Esther Hillebrand, Miriam Deijs, Veerle de Leede en Stefan Pruijn. En kreeg ondersteuning van: Adimka Uzozie, Kirti Zeijlmans, Margriet Wiersma, Elly Singer, Hans Lavoor, Arjan Bouma, Kitty Jurrius, Simone BommeljĂŠ, Ruud van der Graaf, Gijsbert Raadgever, Menno Bosma en Wouda van Iwaarden.
ONO-ONO MAGAZINE
ono-ono magazine on the spot ono-ono is Japans voor: zoveel mensen, zoveel woorden. Het onoono magazine on the spot-team zet de woorden van de deelnemers en beelden van jouw evenement kort na afloop om in een tijdschrift. Zo blijft jouw evenement leven. www.onoono.nl Neem voor jouw ono-ono magazine contact op met: Akimoto (grafische vormgeving) Gijsbert Raadgever (0651626041).
Het ono-ono team bestond deze keer uit: Redactie: Simone BommeljĂŠ, www.aliceinbusinessland.nl Eindredactie: Menno Bosma, www.mennobosma.nl Fotografie: Ruud van der Graaf, www.ruudvandergraaf.nl Vormgeving: Gijsbert Raadgever, www.akimoto.nl