Kin de ren op de vlu ch t aa n het wo ord
Hun ideeĂŤn over de situatie van kinderen in hun land van herkomst
UNICEF 17 november 2016 Brussel
Kinderen op de vlucht aan het woord EEN PROJECT VAN UNICEF BELGIË ‘What Do You Think?’ is een project van UNICEF België. Sinds de start in 1999 praten we met kinderen en jongeren in uiteenlopende kwetsbare situaties over hun uitdagingen en dromen. Zo werkten we met kinderen met een handicap, niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, kinderen in ziekenhuizen en psychiatrische instellingen, kinderen die in armoede leven… Hun boodschappen maken wij over aan Belgische beleidsmakers en het VN Kinderrechtencomité. Kinderen en jongeren hebben volgens het VN Kinderrechtenverdrag recht op inspraak. Het beleid moet hen dus betrekken als ervaringsdeskundigen bij problemen die hen aangaan.
‘What Do You Think?’ 50 MILJOEN ONTHEEMDE KINDEREN KRIJGEN EEN GEZICHT
Olivier Marquet, Directeur UNICEF België
2
Het woord was op 17 november 2016 aan 32 jongeren tussen 8 en 20 jaar uit negen verschillende landen: Afghanistan, Syrië, Eritrea, Guinee, Mauritanië, Democratische Republiek Congo, Irak, Mali en Hongarije. Het Brusselse jeugdtheater Bronks bood een mooi podium voor de boodschappen die zij (na eerdere voorbereiding) formuleerden samen met UNICEF en hun begeleiders van verschillende asielcentra, organisaties en OKAN-klassen. Tijdens het debat in de ochtend en creatieve workshops in de namiddag was de centrale vraag: wat zou jij doen om de situatie van kinderen en jongeren in jouw land van herkomst te verbeteren? Dankzij deze jongeren krijgen de 50 miljoen ontheemde kinderen een gezicht.
Sprekende cijfers over ontheemde kinderen 50% 1/3 28 van de wereldbevolking zijn kinderen
van de vluchtelingen zijn kinderen
miljoen
kinderen zijn op de vlucht voor geweld en conflict
50 miljoen
kinderen zijn wereldwijd ontheemd
17
miljoen
2015 100.000 niet- begeleide minderjarige vreemdelingen vroegen asiel aan in 78 landen
kinderen zijn ontheemd in eigen land
3X
meer dan in
2014
78
landen 3
Inhoudstafel “Wij zijn allereerst kinderen en jongeren, behandel ons ook zo”
6
2
IK VLUCHT EN NEEM MEE… P6
KINDEREN OP DE VLUCHT AAN HET WOORD
P2
P3
+
POSTER WAAR IS ONZE KINDERTIJD? WAAR IS ONZE TOEKOMST?
7
8
Sprekende Cijfers over ontheemde kinderen
VLUCHT REDENEN
P7
MUST SEE!
HOME
P8
10 12 MIJN LAND VAN HERKOMST P10
4
12
16 P12 WHAT
DO YOU DISLIKE, LIKE AND LOVE
P16
DE DAG VAN
20
13
BIJZO N BEGEL DERE EIDER S
P20
RAAD AAN KINDEREN
P13
22
14 HET LAND VAN MIJN DROMEN
P22
WHAT DO YOU THINK?
24
P14
P24
COLOFON 5
IK VL UC HT EN NE EM ME E..
M, 18 jaar, Syrië
“IK NEEM MIJN SCHOENEN MEE.’ DAARNA SERIEUS: ‘MEZELF, DAT IS HET BELANGRIJKST.”
S, Begeleider, 31 jaar, kunsttherapeut
“FAMILIE.”
O, 14 jaar, Mauritanië
“IK NEEM MIJN BROER MEE. HIJ IS DE ENIGE FAMILIE DIE IK HEB EN FAMILIE IS BELANGRIJK.”
Als je moet vluchten, wat neem je dan in ieder geval mee?
6
O, 13 jaar, Democratische Republiek Congo
O, Begeleider, 30 jaar, Mentor - Escale
“FAMILIE.”
“GELD, MEDICIJNEN, WATER EN PERSOONLIJKE ZAKEN.”
Must see! Must see: video door Robin Van Nuffel, www.memorylanevideo.be
Tijdens het debat op 17 november werden videoboodschappen met de jongeren opgenomen over hun ervaringen en hun wensen voor kinderen in hun land van herkomst. Bekijk de video op www.unicef.be
7
8
D is cr im in at ie
he k j i l e g n O
id
Geb rek aan ond erwi js
Deze posters werden samen met de jongeren gemaakt tijdens het debat op 17 december 2016.
Geweld
g n i l e t r Ma
id e h j i r v geen
Ma r t e l i n g
Ar
e d e mo
O nv ei li gh ei d
O or lo g
eidzorg
tie
Oorlog
gezondh
p Corru
Be
sn
ijd
t c i l f n Co
Vlucht redenen
9
en
is
MIJN LAND VAN HERKOMST Wat mis ik het meest? Wat vond ik helemaal niet leuk? En wat zou ik willen veranderen? Hoe ziet het land van mijn dromen er uit? WAT MIS IK HET MEEST ?
Tijdens de debatten blijkt dat de meerderheid van de jongeren het liefst terug wil naar hun land van herkomst zoals het was voor de oorlog. Ze missen hun familie, hun vrienden, hun buren, hun cultuur, de keuken, de feestelijkheden, de kleuren en geuren, bijvoorbeeld die van mango’s aan de boom.
“Ik vind de stem van jongeren heel belangrijk, daar zit revolutie in. We hebben met een nieuwe wereld te maken, daarvoor heb je nieuwe ideeën nodig Daar heb je jongeren voor nodig.” (Jongen, 14 jaar, Afghanistan) OORLOG, CONFLICT EN GEWELD
Oorlog, conflict en geweld hebben een enorme impact gehad op deze kinderen en jongeren. Een meisje van 10 jaar getuigt: “Oorlog is gruwelijk. Het zorgt voor trauma’s voor het leven. Kinderen zien hun ouders sterven. Kinderen worden kapot gemaakt.” Oorlog zorgt voor vernieling en dood. En oorlog heeft een impact op heel veel dingen: steden zijn vernield, basisvoorzieningen vallen weg, ouders verliezen hun werk, er is geen inkomen, kinderen moeten gaan werken, kunnen niet meer naar school, moeten in het leger. De kinderen zien hun leven zoals ze het kenden helemaal vernield worden. Alles wat ze kennen, waar ze van
10
houden, wordt vernield. Vooral de jongeren uit Afghanistan, Syrië, Irak en Eritrea hebben tijdens het debat veel over de oorlog gepraat. Maar ook de andere jongeren spraken over geweld waar kinderen elke dag mee te maken: op school, binnen hun familie, het opsluiten van kinderen, martelpraktijken, vrouwenbesnijdenis en kindhuwelijken. «In België worden kinderen niet opgesloten in de gevangenis, er is respect voor meisjes en men dwingt ze niet om vroeg te trouwen».
DISCRIMINATIE EN ONGELIJKHEID
Er werd ook heel openlijk over corruptie en discriminatie gesproken. De jongeren zijn allemaal overtuigd van één onmiskenbare waarheid, hoe onrechtvaardig die ook is. Voor een groot aantal kinderen uit de landen waar zij vandaan komen, hangt hun lot af van het simpele feit van in dat bepaalde land geboren te worden, of in een bepaalde regio, binnen een bepaalde familie, en behorend tot een bepaalde bevolkingsgroep. Of van een jongen of een meisje te zijn. De jongeren praten over levens die getekend zijn door ongelijkheid, onrechtvaardigheid en discriminatie. Ook over de impact die armoede heeft op hun leven wordt gesproken. En de kloof tussen arm en rijk. “Wie rijk is, kan alles kopen. Wie arm is, heeft geen rechten. Arme kinderen tellen niet mee.” De jongeren praten ook over het gebrek aan vrijheid: niet vrij je geloof kunnen kiezen, je eigen taal niet mogen spreken, niet kunnen opkomen voor je eigen mening. Later wil A. advocate worden om op te komen voor de
“Door wat wij meegemaakt hebben, hebben wij een veel sterkere blik op het leven. “
HOME “Oorlog zorgt voor vernieling en dood. “
“Kinderen worden kapot gemaakt.”
rechten van minderheden in haar land. F. droomt er van om goed voor haar kinderen te kunnen zorgen. R. droomt er van dat de kinderen in haar land zo luid zouden roepen om hulp dat het te horen is tot aan de andere kant van de wereld.
“Arme kinderen tellen niet mee.”
DE STEM VAN KINDEREN EN JONGEREN
De jongeren vinden het belangrijk hun stem te kunnen laten horen. Ze vinden het belangrijk om inspraak te hebben en mee te kunnen nadenken over hoe het anders kan.
“Kies een andere president, doe alles wat in je mogelijkheid ligt alsjeblieft, laat zien dat jullie bestaan, wees niet naïef, heb geen schrik!” (Meisje, 8 jaar, Democratische Republiek Congo)
11
WHAT DO YOU LIKE,
DISLIKE & LOVE?
“IK MIS MIJN OUDERS. IK HOUD NIET VAN DE OORLOG.IK HOUD VAN EEN VEILIG AFGHANISTAN.” (Jongen, 15 jaar, Afghanistan)
EEN BOM IN HUN HUIS GEPLAATST. ALS IK PRESIDENT VAN HONGARIJE WAS, ZOU IK DE POLITIE VERANDEREN IN AARDIGE MENSEN.” (Meisje, 11 jaar, Hongarije)
“TIJDENS DE OORLOG IN SYRIË KAN NIEMAND DE DEUR UIT. DE SCHOLEN WORDEN GEBOMBARDEERD. ELKE DAG WORDT DE OORLOG ERGER. ER ZIJN VEEL PROBLEMEN. MENSEN HOUDEN NIET VAN SYRIËRS, MAAR NIET IEDEREEN IS ZO. ZIJN KINDEREN VEROORDEELD OM MET EEN KALASJNIKOV TE SPELEN?” (Jongen, 17 jaar, Syrië)
“ALS JE ZIEK BENT, KUN JE NIET NAAR HET ZIEKENHUIS. ALS JE IEMAND DOODT MAAR GELD HEBT, HOEF JE NIET NAAR DE GEVANGENIS. GELD IS BELANGRIJKER DAN MENSENLEVENS. ARME KINDEREN TELLEN NIET MEE IN GUINEE. JE HEBT OOK GELD NODIG OM OP SCHOOL TE KUNNEN SLAGEN.” (Jongen, 16 jaar, Guinee)
“IN ERITREA KUNNEN DE KINDEREN DIE OP HET PLATTELAND LEVEN NIET NAAR SCHOOL. EEN ZWANGERE VROUW MOET THUIS BEVALLEN” (Meisje, 18 jaar, Eritrea) “DE POLITIE HOUDT NIET VAN ROMA. ZE HEBBEN DE NEEF VAN MIJN VADER, ZIJN VROUW EN KLEINE ZOONTJE VERMOORD. ZE HEBBEN
12
“IK WIL SYRIË TERUG ZOALS VROEGER. WE WAREN GEEN RIJK GEEN POPULAIR LAND. WE WAREN EEN GOED LAND, WAAR DE MENSEN GOED WAREN MET ELKAAR, WAAR MENSEN VAN ELKAAR HOUDEN.” (Meisje, 20 jaar, Syrië) “ONZE EIGEN TAAL EN EIGEN CULTUUR VINDEN WE LEUK. WE VINDEN DE WETGEVING NIET
LEUK. HET IS VERPLICHT OM NAAR HET LEGER TE GAAN VANAF 16 À 17 JAAR. ALS JE VROEGER MET SCHOOL STOPT, KAN JE ZELFS VROEGER GAAN. JE KAN HEEL LANG MOETEN WERKEN VOOR HET LEGER. ER IS WEINIG GENEESKUNDE. ALS JE ZIEK BENT HEB JE EEN PROBLEEM.” (Jongen, 17 jaar, Eritrea) “ALS WE IN ONZE EIGEN TAAL SPRAKEN OP SCHOOL (KOERDISCH) WERDEN WE ONDERDRUKT OF GESLAGEN.” (Meisje, 17 jaar, Syrië)
RAAD
AAN KINDEREN DIE OOK WILLEN VERTREKKEN Tijdens de vlucht worden de kinderen soms gescheiden van hun familie en blootgesteld aan heel wat gevaren en geweld. Welke raad zouden jullie geven aan andere jongeren die willen vertrekken? Zou je hen aanraden om te blijven of toch te vertrekken? Als ze vertrekken, waar moeten ze dan op letten? Zelf al was dit een heel delicate vraag, heel veel jongeren wilden hier graag hun mening over geven.
“Ik zou hen aanraden om naar hier te komen. Maar opgelet, de route is heel gevaarlijk. Ik zou hen zeggen dat ze moeten opletten voor de mensensmokkelaars die gewelddadig zijn en geld afpakken. “ (Jongen, 15 jaar, Afghanistan)
“Het is gevaarlijk om het land te verlaten en de weg door de Sahara is heel gevaarlijk. Je moet goed opletten en ‘s nachts stappen. Ik heb mensen zien sterven. “ (Meisje, 18 jaar, Eritrea)
“In Turkije heb ik gedurende 5 jaar moeten werken (van mijn 11 tot 16 jaar). Ik ben nu veilig hier, maar mijn zussen zitten nog steeds vast in Turkije. Mijn zus is 15 jaar en moet werken voor 200 euro per maand. Mijn kleine zusje van 8 jaar gaat niet naar school.” (Jongen, 17 jaar, Syrië)
“Ik zou hen zeggen om te komen want in België worden kinderen niet geslagen of gemarteld. België draagt zorg voor zijn kinderen. Ik ben fier om in België te zijn. Ze hebben er respect voor de rechten van kinderen.” (Jongen, 16 jaar, Guinee)
“Opgelet! Je moet emotioneel heel sterk zijn. Je moet verschillende talen kunnen spreken, sterk zijn, respect hebben voor mensen …“ (Jongen, 15 jaar, Afghanistan)
“Het is een goed idee om een land te ontvluchten waar je op twaalfjarige leeftijd gedwongen wordt om in het leger te gaan.” (Meisje, 18 jaar, Eritrea)
“Als iemand problemen heeft in Guinee zou ik zeggen om naar hier te komen, want hier kan je eten tot je geen honger meer hebt en hier krijg je geen slaag. In België respecteert men meisjes. Ze worden niet verplicht om te trouwen, er bestaan geen gedwongen huwelijken.” (Meisje, 17 jaar, Guinee)
“De mensensmokkelaars stelen ons geld, ze verplichten ons te werken.” (Jongen, 15 jaar, Afghanistan)
13
Het land van mijn dromen Het land van hun dromen is voor al de kinderen en jongeren zonder twijfel een land zonder oorlog, zonder geweld, zonder corruptie, zonder discriminatie maar ook een land waar ALLE kinderen beschermd worden en onderwijs van kwaliteit kunnen volgen. Als ware campagneleiders verbeelden de jongeren hun voorstellen en zetten hun belangrijkste boodschappen tijdens het debat kracht bij.
“Het grootste probleem is de oorlog. Stop de oorlog en alle problemen zijn opgelost.”
“ Als ik een toverstaf had, zou ik ziekenhuizen bouwen met goede medicijnen.” (Meisje, 8 jaar, Democratische Republiek Congo)
In mijn ideale land: • • • • • • • • • • • •
iedereen gelijk vrijheid veiligheid voor iedereen goed onderwijs goede leerkrachten meisje = jongen geen conflicten meer geen armoede iedereen heeft werk iedereen heeft een huis geen corruptie geen vrouwenbesnijdenis • ziekenhuizen • een geweldloze opvoeding
(Jongen, 17 jaar, Syrië)
“Mijn droomland…. Wij hebben de toekomst.”
“Mijn droomland… Iedereen is een ster!”
“Als ik president ben, moet iedereen vrij zijn, naar school gaan, een identiteitskaart hebben. Iedereen mag zijn wat hij wil (moslim, iets anders…). Iedereen zou open minded zijn.” (Jongen, 14 jaar, Afghanistan)
14
“In Afganistan moet het leven zo zijn met ziekenhuizen en scholen.”
“Mijn droomland… iedereen heeft recht op gezondheid en school!”
Tekeningen van hoop
“Mijn droomland… Iedereen is een ster!”
“We zijn sterren. We stralen. Van binnen zijn we prinsen en prinsessen.” 15
DE DAG VAN… HIER & DAAR
A, 10 jaar, Guinee 16
“DE DAG HIER IS BETER!” A, 10 jaar, Guinee
Op een leuke dag in Guinee zou A. vrij zijn van school. Hij vertelt: “Ik zou om zeven uur opstaan om te plukken, met mijn neven naar het strand te gaan en dolfijnen te kijken. Daarna zouden we samen Achécer eten: lamsvlees en een soort couscous met pindasaus.” In België gaat hij op een mooie zomermiddag het liefst na het eten van een sandwich naar de dieren en bij de rivier spelen in het Sefton park. “De dag hier is beter”, zegt A.
Z, 20 jaar: ‘SYRIË IS MIJN VADER EN BELGIË IS MIJN MOEDER’
“2015 WAS HET MOEILIJKSTE JAAR VAN MIJN LEVEN” Z, 20 jaar, Syrië
Z. heeft leuke momenten meegemaakt, maar ook veel trieste. Haar vader en moeder scheidden toen zij jong was. Hierdoor heeft ze haar moeder nooit gekend. Ze groeide op bij haar vader en oma. Haar vaders moeder was als een nieuwe moeder voor haar, zeker toen haar vader overleed toen ze tien was. Op zeventienjarige leeftijd vluchtte ze voor de oorlog naar België. Ze heeft geen woorden om oorlog te beschrijven. In 2015 deed ze een aanvraag voor haar oma, zodat die haar kon volgen. Z: “Ik droomde jarenlang van de dag dat ze zou komen om iets van de last van mijn rug te nemen.” Haar oma reisde door Turkije, Griekenland en Macedonië tot in Slovenië. Helaas stierf ze in Slovenië en werd ze daar begraven. Haar emotie onderdrukkend, vertelt Z: “Ze was alles voor mij. 2015 was het moeilijkste jaar van mijn
leven.” Z. stopte met school. Na een paar maanden ging ze door met hulp van vriendinnen en haar begeleider bij Mentor-Escale. Ze haalde haar inburgeringsdiploma en zit nu in het zesde jaar kantoor. Ze had nooit gedacht dat ze zo sterk kon zijn als in de periode dat haar oma stierf. “Ik dacht dat ik gek zou worden als mijn nieuwe moeder overleed, maar dat was niet zo.” Haar hart doet nog steeds pijn, maar ze hoopt dat ze haar oma weer ontmoet in het paradijs, “Inshallah”. Ook wenst ze dat haar vader haar als volwassene kon zien. Ze weet: “Mijn familie is fier op mij. Syrië zit nog in mijn hart.” “Syrië is mijn vader en België is mijn moeder. Ik ben keisterk geworden in België.” Als mensen anders naar haar kijken, omdat ze van Syrië komt zegt ze: “Alle vingers aan de hand zijn verschillend, maar ze zijn allemaal even belangrijk.” Z. wil België bedanken door haar diploma te behalen en daarna goed voor het land te werken: niet als vluchteling, maar als mens.
17
“IN AFGHANISTAN ZIJN MENSEN ALS VOGELS IN EEN KOOI” A.S. 15 jaar, Afghanistan
In Afganistan was voor A.S. de mooiste dag vrijdag omdat dat een vrije dag was. Vrijdagnamiddag vond hij minder, omdat de vrije dag dan bijna voorbij was. In België is maandag zijn favoriete dag, omdat hij dan kan studeren op school. En vrijdag is de ergste dag, omdat het dan weekend is. Hij zegt: “In Afghanistan vechten moslims tegen moslims. Mijn vaderland is niet “open minded”, zoals België. Mensen zijn als vogels in een kooi. Ze kunnen naar buiten kijken, maar er niet uit.” A.S. is blij in België, waar hij nu tien maanden is, want daar kun je leren en op een vriendelijke manier met elkaar praten. “De mensen die mij in mijn leven hielpen, heb ik in mijn hart gesloten.”
“WE ZIJN NOG JONG, MAAR HEBBEN WEINIG MOOIE DAGEN GEKEND” M, 15 jaar, en A, 17 jaar, Syrië (Aleppo)
“We konden geen genoeg krijgen van Aleppo, daar zijn geen woorden voor”, vertellen de zussen emotioneel. A: “Op een mooie dag in Syrië zouden we samen ontbijten, ook al hadden we weinig. Mijn moeder zou thuis zijn, mijn vader ging naar zijn werk en wij naar school. Daarna zouden we tot laat buitenspelen. De feesten, de geuren en kleuren van het land, die missen we.” M. en A. zijn Koerden. Zij werden anders dan anderen behandeld in Syrië, maar ook in Turkije waar ze eerst naar toe vluchten. Hun ervaring is dat Koerden moeten betalen voor hun rechten. Ze krijgen anders geen werk, hoge functies of fatsoenlijke lonen. “Alles was corrupt!“ 18
We hebben geleden onder racisme en discriminatie. Tijdens de oorlog in Syrië zagen de zusjes doden op straat. In Turkije werden ze mishandeld en moesten ze werken tot 12 uur per dag. Ze hebben niet van een veilige jeugd kunnen genieten. M. en A. willen dat mensen stoppen met ‘drie apen’ (horen, zien en zwijgen) te spelen. In België vinden ze het leven mooi en veilig. Helaas is hun familie nog in Syrië en zijn ze bang om die te verliezen. De meisjes danken België voor de steun. Ze prijzen het goede onderwijs met de lieve leerkrachten, de persvrijheid en de vrijheid voor vrouwen. “Hier word je als mens behandeld.” A. wil graag advocaat worden om te kunnen vechten voor mensenrechten, gelijkheid en veiligheid voor iedereen. Ook hopen ze ooit in hun eigen land te kunnen wonen: Koerdistan.
“ALS IK PRESIDENT WAS, DAN HIELP IK ALLE ARME MENSEN, IK ZOU HET LAND AANPASSEN EN IK ZOU ZORGEN DAT ALLES GOED GAAT. IK HEB OOK EEN TRAAN GETEKEND, DAT STELT DE OORLOG VOOR. IK HEB TWEE TEKENINGEN GEMAAKT MET HET GEZICHT VAN EEN VROUW EN EEN KLEIN MEISJE OM DE VERKRACHTINGEN IN CONGO VOOR TE STELLEN EN ZE ZEGGEN DAT HET NIET ALLEEN DE VROUWEN ZIJN DIE VERKRACHT WORDEN MAAR OOK DE KINDEREN” (R. 8 jaar, Democratische Republiek Congo)
19
Te a
m
un
ice
f
Bijzondere begeleiders 20
WAT GING VOORAF EN WAT VINDEN DE JONGERENBEGELEIDERS BIJZONDER? “De jongeren namen heel enthousiast deel aan de activiteiten” Corentin, Anne-Laure, Sylvie en Tatiana van le centre El Paso uit Gembloux
“De grote bereidheid om deel te nemen verraste ons”, vertellen de begeleider, kunsttherapeuten en vrijwilligers van El Paso. Soms deed de helft (twintig jongeren) van alle jongeren in het centrum mee. De medewerkers denken dat dat komt doordat de jongeren konden praten over wat hen écht bezighield. De jongeren werden in drie sessies voorbereid op het debat. Ze werkten heel actief mee aan de activiteiten. De meesten waren erg gemotiveerd om te spreken. Anderen tekenden liever. Het resultaat? Een boek met sterke getuigenissen en foto’s. “Dankzij ‘What Do You Think?’ konden we een gevoelig onderwerp aankaarten, bespreekbaar maken.”
“Nu hoorden we meer over hun achtergrond” Kristof van Fedasil-centrum Bevingen
In het asielcentrum van Bevingen besprak Kristof de centrale debatvragen met de twee jongeren die naar Brussel afreisden. “Hun verhalen, ambities en goede ideeën raken mij.” Volgens Kristof hebben begeleiders vaak een te neutraal beeld. “Nu hoorden we meer over de achtergrond van de jongeren.”
“De jongeren vonden het spannend om in de spotlights te staan” Maxim van Fedasil-centrum Poelkapelle
“De jongeren vonden het best spannend om zelf in de spotlights te staan”, constateert Maxim. Hij vindt het bijzonder dat zij hierdoor toch geen blad voor de mond namen tijdens het debat.
“Soms werden er wat traantjes gelaten”
Sandra en Sofie, leerkrachten van OKAN-klas Diest De leraressen gingen creatief aan de slag met hun klas. Ze maakten collages van de woordenstroom naar aanleiding van de debatvragen. “In het begin was het lastig en soms werden er wat traantjes gelaten.” Meer dan voorheen deelden de jongeren persoonlijke dingen, zoals foto’s, met Sandra en Sofie. Wat hen opviel, was dat alle jongeren verlangen naar hun eigen land, maar dan in vrede.
“De jongeren zijn het met elkaar eens zonder discussie!” Olivier, Mentor Escale
De jongeren hebben duidelijke ideeën en consensus over wat goed en slecht is: het zijn superhero’s. “Ze zijn het met elkaar eens zonder discussie!”, constateert Olivier licht verbaasd.
21
What do you think? UNICEF-BELEIDSMEDEWERKERS CHARLOTTE VAN DEN ABEELE EN MAUD DOMINICY, EN OLIVIER MARQUET, DIRECTEUR UNICEF BELGIË OVER ‘WHAT DO YOU THINK?’
“ALS WE DE MIGRATIECRISIS WILLEN AANPAKKEN, MOETEN WE ABOSLUUT DE SITUATIE VAN KINDEREN IN DE LANDEN VAN HERKOMST VERBETEREN EN ZORGEN DAT KINDEREN BETER BESCHERMD WORDEN EN IN VEILIGHEID KUNNEN OPGROEIEN.” Maud Dominicy
22
“MIJN DROOMLAND IS EEN LAND WAAR GEEN ONGELIJKHEID IS.” Charlotte van den Abeele WAT GING VOORAF?
Maud: “Als voorbereiding op het debat in Brussel bereidden de jongerenvertegenwoordigers met een grotere groep jongeren de volgende debatvraagstukken voor met een discussie of op creatieve wijze in hun asielcentrum, organisatie of OKAN-klas: • Waar houd ik van in mijn land van herkomst? • Waar houd ik niet van? • Hoe ziet mijn droomland eruit?
“DE VASTBERADENHEID EN KRACHT DIE VAN ZE UITGAAT, IS UNIEK. VOOR HEN EN VOOR ONZE SAMENLEVING WIL IK DAT ZE VOLLEDIG INGEBURGERD RAKEN.” Olivier Marquet
HOE REAGEREN BELEIDSMAKERS OP DE BOODSCHAPPEN VAN JONGEREN?
Charlotte: “We merken dat het veel sterker is om de jongeren zelf te laten vertellen wat er moet veranderen dan een algemeen rapport met veel cijfers en grafieken uit te brengen. Het wordt plots veel concreter, de vragen van de jongeren zijn directer. Daardoor zijn beleidsmakers meer geneigd te luisteren en mee te denken over wat er moet gebeuren ter verbetering.”
WAT WAS DE MOOISTE REACTIE DIE JULLIE KREGEN?
Charlotte: “Het mooiste is de veerkracht van de jongeren te zien. Hoe goed zij over (moeilijke) onderwerpen hun mening geven. Ze te zien groeien als ze hun verhaal vertellen, ook bij politici waar ze anders geen gehoor krijgen. Begeleiders zeiden al dat deelname hun nieuwe energie, inspiratie en waardering geeft, omdat ze de kans krijgen de problemen waar de jongeren dagelijks mee kampen zichtbaar te maken. Mooi is ook dat beleidsmakers tot actie overgaan na
aangesproken te zijn door de boodschap en de kracht van de stem van de jongeren.”
HOE ZIET JULLIE DROOMLAND ERUIT?
Charlotte: “Mijn droomland is een land waar geen ongelijkheid is. Waar iedereen evenveel kansen krijgt. Waar kinderen met respect worden behandeld en waar er echt naar kinderen wordt geluisterd. Waar kinderen met liefde worden behandeld en vrede en vriendschap tussen mensen centraal staat.” Olivier: “België is een droomland. Ik houd van een rijke cultuur als gevolg van een grote diversiteit aan mensen en godsdiensten.”
EN HET DROOMLAND VAN UNICEF?
Charlotte: “Het droomland van UNICEF is een land waar alle rechten van alle kinderen gerespecteerd worden. Een land waar extra aandacht is voor de meest kwetsbare kinderen en jongeren. Waar zij hun stem kunnen laten horen en volwaardig kunnen participeren in de samenleving.”
WAT IS JULLIE WENS VOOR DE JONGEREN?
Maud: “Dat de jongeren hun trauma’s kunnen verwerken. Dat ze een nieuw leven kunnen opbouwen, waar dat ook is, dat ze gelukkig zijn en alle kansen krijgen die ze verdienen. Dat jongeren die gescheiden zijn van hun familie snel met hen worden herenigd.”
IS ER NOG IETS DAT JE GRAAG KWIJT WILT?
Maud: “De jongeren zijn heel dankbaar dat ze in België zijn. Maar ze houden ook nog veel van hun land van herkomst. De meeste jongeren zijn gevlucht omwille van oorlog, geweld en discriminatie. Maar ook omdat ze op zoek zijn naar beter onderwijs, een toekomst. Als we de migratiecrisis willen aanpakken, moeten we absoluut de situatie van kinderen in de landen van herkomst verbeteren en zorgen dat kinderen beter beschermd worden en in veiligheid kunnen opgroeien. Dat ze naar school kunnen en kunnen genieten van een goede gezondheidszorg.” 23
Colofon Dit magazine is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van UNICEF België.
Coördinatie en redactie: Charlotte Van den Abeele Maud Dominicy
Met dank aan iedereen die heeft meegewerkt, vooral de jongeren en hun begeleiders.
Contact: info@unicef.be Meer info: www.unicef.be V.U: Unicef België, Olivier Marquet Keizerinlaan 66, 1000 Brussel
ono-ono magazine on the spot: www.ono-ono.nl Hoofdredactie: Simone Bommeljé Eindredactie: Menno Bosma Fotografie: Ruud van der Graaf Ontwerp: Martinique Salomons