online magazine voor en over de showsector
Blue Devils winnen DCI Finals Koen Otten zorgt voor Nederlands succes
Michèl Smeets: Van Antonius naar Rieu Een kijkje in de keuken bij Top Secret Verder: Een zeer uitgebreide DCI-special, Cees Beerens, Taptoe Delft, showschrijver Bart Tienpont en nog veel meer! Jaargang 3
Inhoudsopgave Voorwoord en KM nieuws De bonden zijn gefuseerd. En nu? In de droomkamer Blue Devils winnen DCI Finals Top Secret wil zich altijd blijven verbeteren Topkorpsen in het mooiste taptoetheater van Nederland PR is geen bijzaak Majestic lanceert eigen bekkenlijn Michel Smeets: Van Antonius naar Rieu Proud Event gaat niet door; ook geen Taptoe Leeuwarden DCI Special Koen is Wereldkampioen Een hele zomer keihard werken met maar één doel Dutch in DCI en de zware zomers van Talitha van de Wijngaard Respect is het toverwoord en het DCI-gevoel van Matthijs Verslag DCI Finals en een vergelijking met het WMC Koken en bakken voor de kampioenen Bart Tienpont, drijvende kracht achter Drumspirit Bezuinigingen in muziekonderwijs Exempel Empel bijt zich vast in nieuwe show Achter de Grenadiers en Jagers aan In het nieuw gestoken Almondegas zet Oranjelegioen op z’n kop To Tweet or not to Tweet Evaluatie WMC afgerond Jubal Zwolle droomt verder (Jong) KDO Groessen groeit en bloeit Jong Oranje IJsselmuiden ziet ledenaantallen verdubbelen Colofon
Gekiekt
De drummajors van de Blue Devils met de DCI Founders Trophy
25 t/m 28 september
Beleef de kleurrijke show rond Nederlandse militaire muziek waarin, mars-, moderne en klassieke muziek elkaar afwisselen. De Nationale Taptoe biedt u: - Een unieke muzikale show - Nederlandse en buitenlandse militaire muziek, - Orkesten en groepen van topniveau, - Entertainment, folklore en reflectie, - Puur Nederlandse traditie, - Een pakkende show van begin tot einde.
Ahoy Rotterdam
De Nationale Taptoe 2014 heeft als motto “Royal Tattoo” en zal in het teken staan van: 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden, 200 jaar Koninklijke Landmacht 200 jaar Koninklijke Marechaussee en tevens 60 jaar Nationale Taptoe Deelnemende orkesten: Alle orkesten van de Nederlandse Krijgsmacht Het Nederlands Politie Orkest (met Steel Band) The Royal Oman Police Band The Royal Armoured Corps Band De Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen
Data en tijden voorstellingen: Donderdag 25 september Vrijdag 26 september Zaterdag 27 september zondag 28 september
aanvang 20.00 uur aanvang 20.00 uur aanvang 14.00 uur aanvang 20.00 uur aanvang 14.00 uur
Bestel uw kaarten op: www.nationaletaptoe.nl
Inkijk programma 60ste Nationale Taptoe
Het Trompetter Korps van de Koninklijke Marechaussee zet in haar show het werk van de Koninklijke Marechaussee in de spotlights. Dit doen de musici met de compositie “Als het er op aankomt”. De samenwerking van het bereden Ere escorte te paard en het gemotoriseerde Ere -escorte op hun zware motoren belooft een prachtige show te worden Een forse stap verder in de tijd wordt gemaakt met een Caribisch feest door de steelbands van ondermeer het Nederlands politie Orkest , de Marinierskapel en het Rotterdams zomercarnaval. 200 jaar Landmacht brengt een aantal voormalige dienstplichtige tamboerkorpsen to leven, inclusief het Wielrijdersmuziekkorps, iedere keer weer een publiekslieveling wanneer zij het Taptoeveld oprijden!
Het programma van de 60e editie van de Nationale Taptoe staat in het teken van de viering van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden en 200 jaar Landmacht. In een doorlopend muzikaal verhaal zullen deze jubilea aan ons publiek worden gepresenteerd.
Het Korps Commandotroepen zorgt voor een pakkende realistische presentatie van hun kunnen. Spectaculaire afdalingen uit de nok van het dak van AHOY en acties vanuit hun modernste voertuigen in de Arena zullen iedereen bij de les houden.
Zo’n 80 toneelspelers en figuranten vullen de Arena in meerdere historische scènes muzikaal ondersteund door de Marinierskapel der Koninklijke Marine en de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers, de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen uit België en het Koper ensemble uit Luxemburg.
Stichting Nationale Taptoe info@nationaletaptoe.nl | 073 – 688 2337 | www.nationaletaptoe.nl
Voorwoord Cor vs Matthijs
Voorwoord
Matthijs en Cor bespreken de actualiteit Cor: Zo, het heeft ‘even’ tijd nodig gehad maar daar is ie dan: de achtste OTF. Matthijs: Ja, het werd wel weer tijd. Maar werk en privé gaan nog altijd voor de (vele) bezigheden in de showsector! En het is toch ook altijd een hele klus! Cor: Klopt! Moeten we eens vragen of er misschien mensen zijn die het leuk vinden om minimaal één artikel te verzorgen per editie? Dat maakt het een stuk eenvoudiger en tegelijk kleuriger en gevarieerder qua inhoud en ideeën. Matthijs: Dat is zeker een goed idee. Verderop zetten we een ‘vacature’. Maar dit is toch wel een heel speciale editie geworden. Cor: Ja, ja. Nu weet ik wel dat je het fantastisch naar je zin hebt gehad in de States. Toegegeven, ik ben ook wel ontzettend benieuwd naar al je impressies en ervaringen van de DCI World Championships. Matthijs: Het was echt fantastisch! Ik zag het altijd als hét mekka voor showkorps- en drumcorpsliefhebbers. En dat is het ook absoluut! Als je iets met showbands en/of
drumcorps hebt, dan moet je er gewoon een keer bij zijn. Je weet echt niet wat je ziet, voelt en hoort! Ook al was het een beetje een Amerikaans feestje. Cor: Leg eens uit dan? Matthijs: Het kostte nogal wat moeite om ook wat medewerking te krijgen van de organisatie. We zijn al maanden bezig met het regelen van een perskaart. We hebben nu wel de toezegging dat we ‘limited access’ hebben. De ‘I’ van DCI staat voor International. Nou, zo welkom voelden we ons niet. Maar gelukkig is het allemaal goedgekomen en werkten er in het stadion ontzettend aardige stewarts. We hebben kunnen maken, wat we wilden. Cor: En dat terwijl we hier in Nederland toch flink aan de weg timmeren en er veel Nederlanders die kant op gaan. Vreemd! Maar, er is meer dan DCI. Natuurlijk pakken we uit met een flinke special, maar daarnaast staat er in dit bomvolle nummer nog veel meer! Doorlezen tot het einde dus!
SCVK en KM succesvol samen tijdens netwerkdag in Nijkerk
H
et is alweer even geleden maar de netwerkdag van de Stichting Combinatie van Korpsen (SCVK) en de Stichting Korpsmuziek op zaterdag 15 maart in Nijkerk was een groot succes. Ongeveer driehonderd vertegenwoordigers van korpsen, organisaties en bonden kregen een interessant programma voorgeschoteld met een aantal workshops, optredens en netwerkmomenten.
De aanwezigen reageerden enthousiast op deze eerste netwerkdag. Volgens Hans Kloppert, voorzitter van Jubal Dordrecht, was het een goed georganiseerde bijeenkomst al had hij bij meer workshops aanwezig willen zijn. ‘Leuk om collega’s uit het veld bij elkaar te treffen’, zegt hij. KNMO-voorzitter Bart van Meijl liet weten: ‘Een fantastische bijeenkomst met betrokken bestuurders en leden van de diverse showkorpsen in Nederland. De KNMO is trots om ook voor Martin Timmer, voorzitter van de SCVK opende de deze sector aan de slag te gaan en het belang middag in het Corlaer College met een toespraak van deze verenigingen te benadrukken bij de over ‘samenwerkend vermogen’. Aansluitend gaf diverse relevante partijen waaronder de Vereniging Bart van Meijl, de voorzitter van de KNMO een korte Nederlandse Gemeenten en de politici in Den presentatie over de nieuwe structuur van de KNMO. Haag.’ Vervolgens konden de aanwezigen twee workshops volgen, die werden verzorgd door Korpsmuziek, Hans Gradussen van Taptoes.nl vond het een Steenbeek Muziek met Lefreque, Taptoes.nl, DCN, belangrijke dag voor de sector waarbij SCVK, WMC en Corps Style Concepts. Korpsmuziek en partners de toegevoegde waarde hebben bewezen. Henry Jongen van de NBvTM Na de sessies was het de beurt aan drie korpsen zegt: ‘Zeer mooi, goed georganiseerd, leerzaam, om hun in sommige gevallen nog volop in met veel mensen met verstand zaken verzameld ontwikkeling zijnde showproduct te laten zien in op een mooie locatie. Voor herhaling vatbaar’. Paul de sporthal van de scholengemeenschap. Het Doop van Corps Style Concepts sprak van een Pasveerkorps, Adest Musica en de Floraband nuttige dag waarbij er werd geluisterd naar elkaar waren gevraagd om de aankondiging zelf te doen en informatie gedeeld. ‘Goed initiatief’, aldus Doop. in plaats van de standaard speakertekst omdat Tot slot Frank Ranzijn, instructeur bij Adest Musica, iedere aanwezige die standaard kennis wel in huis ‘Ik vond het zeer goed om te zien hoe de gehele heeft. Eenmaal terug in de aula gaf DVS Katwijk ter sector leeft gezien het aantal aanwezigen’. afsluiting een wervelend concert met een DJ. De organisatie is uitermate tevreden over Korpsen en organisaties konden tijdens de het verloop en de hoge opkomst van deze netwerkdag een gratis stand neerzetten. Zo waren netwerkdag. Martin Timmer SCVK: ‘Zo zie je maar onder andere de Nationale Bond voor Tambourdat samenwerken kan leiden tot succes, iedereen maîtres (NBvTM), Thalita Vlaardingen en de was welkom op deze dag en dat zien we graag’. Tamboers en Pijpers van de Koninklijke Marine Cor Vosseberg van Stichting Korpsmuziek & On met een stand aanwezig. Ook sponsoren van the Front Magazine was blij dat de sector het de organisaties, zoals Walda Design en Seezo, initiatief weet te waarderen. ‘Samen zullen we stonden met hun stand in de aula van het Corlaer de ‘wegbezuinigde’ cultuur weer naar een hoger College. Niet te vergeten natuurlijk ook Taptoes.nl niveau moeten brengen, daar werken we graag en Korpsmuziek.nl aan mee.’
Doelgroep ShowMarsen Percussie (SMP)
De bonden zijn gefuseerd. En nu?
I
edereen weet inmiddels dat de muziekbonden begin dit jaar zijn gefuseerd. Voor iedereen die bij deze eerste regel al afhaakt, adviseren we toch even door te lezen. Reden waarom we dit schrijven is dat ‘de bonden’ er niet zo florissant bij staan in de showsector. Daarvoor zijn diverse redenen te noemen maar terug naar ‘negatief gedoe’ is waar de sector geen belang bij heeft. We moeten verder, vooruit naar de toekomst en dan is positivisme de beste remedie. Het is dan ook positief te noemen dat er binnen het fusieproces is afgesproken om een SMP-doelgroepenbeleid te vormen. Even in het kort: de bonden (soms nieuwe bonden) houden hun eigen regionale gezicht en daar binnen zijn er SMP vertegenwoordigers die zitting nemen in de landelijke SMP doelgroep. Deze landelijke SMP valt rechtstreeks onder de KNMO. Voorzitter van de landelijke SMP doelgroep is Cees Beerens en met
hem hielden we een interview. De KNMO-organisatie is een feit. Hoe gaat het op dit moment organisatorisch? De nieuwe op te richten bonden zijn grotendeels gevormd. De meeste bonden zijn al gereed, een enkele nog niet. Afgelopen maanden ben ik samen met de afgeslankte voormalige VNM/ KNFM commissie SMP doorgestart. De eerste doelgroep bijeenkomst hebben we 3 mei gehouden. De doelgroepcommissie is gevormd en in werking getreden, alle voormalige commissies zijn opgeheven. Er zijn werkafspraken gemaakt en er zal samenwerking gezocht worden met onder andere de ‘generieke
commissie educatie en opleidingen’ en waar mogelijk andere doelgroepen. Verder is besloten (voorlopig) 3 werkgroepen in het leven te roepen: De werkgroep NK wedstrijden, de werkgroep repertoriazaken en de werkgroep reglementen. Ter ondersteuning van de sector zal een technische commissie worden benoemd die gaat adviseren bij de verschillende aspecten van de ontwikkeling van de sector. De komende tijd worden de afspraken uitgewerkt en ingevuld. Overleg met alle partijen uit de sector zal gestart of hervat worden. Hoe verloopt het fusieproces verder, is er nog wel sprake van het fusieproces? Wat de doelgroep SMP betreft is de fusie afgerond. 2014 is een overgangsjaar, zaken die al lopen kunnen worden voortgezet en uitgevoerd, ontbrekende zaken zullen worden aangevuld. De nieuwe doelgroepcommissie hoopt ruim voor het einde van het jaar het werkplan voor 2015 te presenteren en in te richten. Welke rol speelt de landelijke SMP doelgroep? Wat zijn hun taken en verantwoordelijkheden? De SMP doelgroep heeft een inhoudelijke taak. Het ontwikkelen van de sector zowel op technisch als op artistiek gebied. Het takenpakket omvat onder andere: - Het (laten) ontwikkelen van opleidingen en lesmateriaal. - Organiseren van educatie, zoals workshops/clinics/ masterclasses en expertmeetings - Media en PR, bijdrage aan periodiek. - Ontwikkeling landelijke reglementering. - Concoursen en wedstrijden: het (laten) organiseren van concoursen en wedstrijden, afstemmen landelijke wedstrijdkalender en toewijzen juryleden aan evenementen. - Vaststellen en onderhouden landelijke jurylijst, beoordelen aspirant juryleden - Meeting en training concourscommissarissen en wedstrijdleiders. - Contacten met (inter)nationale organisaties, bijvoorbeeld WMC, SKO, MBE. - Organisatie van NK en deelname aan competities in MBE verband. - Organiseren van een congres voor de sector. Welke rol gaan regionale/provinciale SMPdoelgroepen spelen? De finetuning tussen de landelijke- en provinciale/ regionale doelgroepen SMP zal in de komende jaren gestalte krijgen. Vanuit de gedachte, landelijk wat
landelijk moet en decentraal wat decentraal kan, hebben de provinciale / regionale bonden een belangrijke taak. Zij zijn de eerste die communiceren met de ledenverenigingen en die input meenemen naar de landelijke doelgroepcommissie. Daar aangenomen voorstellen (besluiten) worden weer meegenomen naar de eigen achterban. Mijn persoonlijke inschatting is, dat gelet op het feit, dat we een relatief kleine doelgroep zijn, uiteindelijk toch vele zaken centraal zullen worden besloten en uitgerold. Zoals boven omschreven heeft de doelgroep als taak haar sector te ontwikkelen zowel op technisch als op artistiek gebied. Instrumenten daarbij zijn educatie en competitie. Met name die competitie leidt er toe, dat landelijke afspraken leidend zullen zijn. Ook houden we er rekening mee, gelet op historische ervaringen, dat bonden de krachten zullen bundelen om concoursen te organiseren om zo te komen tot goed bezette en financieel dekkende concoursen. Ook verwacht ik, dat samenwerking tussen bonden nodig zal zijn om de educatie- en ontwikkelingskosten te drukken. Hierin kan de landelijke doelgroep een belangrijke rol spelen. Wie zijn de voorzitters of contactpersonen en wat zijn hun taken en verantwoordelijkheden? Ondergetekende is de voorzitter van de doelgroepcommissie SMP. Verder zijn er nog geen specifieke taken toebedeeld. Komende maanden zullen de werkgroepen ingericht worden en taken en verantwoordelijkheden ingericht. Zijn alle regio’s inmiddels aan de slag gegaan met hun SMP doelgroepen? Tijdens de eerste vergadering bleek
dat nog niet ieder bond hiermee aan de slag is gegaan. Ik vertrouw erop, dat dit wel zal gebeuren. Dit is de verantwoordelijkheid van de regionale bondsafdelingen. Vervolgens hebben we een rondje gedaan langs de, deels nieuwe regionale bonden. Als eerste spraken we Aafke Spoelstra, SMP vertegenwoordiger van de OMF (Friesland). Spoelstra: ‘De eerste vergadering is me prima bevallen. Er heerste een goede positieve sfeer. Ik ben van origine gewend, dat alles centraal is geregeld is en dat vind ik prima. Ik heb tijdens de vergadering wel gemerkt sommige bonden daar toch moeite mee hebben en dat heeft gewoon tijd nodig. De doelgroep SMP is landelijke gezien zo klein, dat provinciaal wat mij betreft geen optie is. Ik heb er best een goed gevoel over, maar wil te snel en kijk naar de toekomst. Met respect, in de huidige SMP commissie zit veel grijs. We willen graag jonge bestuurders en die moet je volgens mij niet vermoeien met administratieve taken wat betreft concoursen etc. Daar hebben ze de tijd niet voor.’ Ook Jaap van Waveren hebben we om een reactie gevraagd. Van Waveren is onder andere bekend vanwege zijn inzet in de aanloop naar het doelgroepenbeleid en zijn activiteiten binnen het SKO. Nu is hij SMP vertegenwoordiger voor de regio’s Noord Holland en Utrecht (MNHU). Hij verwijst onmiddellijk naar het interview van hierboven terwijl wij benieuwd zijn hoe dit wordt uitgerold richting de verenigingen. Hij laat toch nog weten: ‘Officieel ben ik vertegenwoordiger van de MNHU voor de Landelijke doelgroep SMP. En vandaar uit zijn we het met de meeste zaken wel eens. Natuurlijk hoor je binnen je eigen bond t.a.v. enkele punten ook afwijkende standpunten.’ In Zeeland is op 27 mei de Zeeuwse Muziek Bond (ZMB) officieel van start gegaan. Een nieuw project is daar gelanceerd, het Zeeuwse Show en Marching Project. Bedoeling is om éénmalig een korps samen te stellen en daar een show voor- en mee te maken. Het project moet inspirerend werken voor de regio.
In Gelderland / Flevoland spraken we Wim van Norel. Hij is, samen met Patrice van Schie, verantwoordelijk voor de SMP in die twee provincies in de bond MBGF. Van Norel: ’De eerste vergadering van de doelgroep SMP is door mij bezocht. Deze eerste bespreking stond naar mijn mening vooral in het kader van het aftasten van elkaars mening / visie. De doelstellingen van weleer liepen als een rode draad door de gesprekken. Overigens heel begrijpelijk! Aanwijzen van concoursen landelijk coördineren prima maar dan wel met inachtneming van autonomiteit. Evenzo het toewijzen van juryteams. Met name Gelderland (MBGF) en Drenthe / Groningen ageerden tegen het landelijk toewijzen. Planning van datums prima, maar deze twee bonden willen liefst zelf bepalen hoe een juryteam wordt samengesteld en waar en wanneer een concours plaats vindt. Als MBGF denken wij mee in regio bijeenkomsten welke juist wél weer landelijk moeten worden georganiseerd’, aldus van Wim van Norel. Michiel Dijkman en Priscilla van Etten van de ZHBM (Zuid Holland) laten weten eerst met de muziekverenigingen om tafel te willen voor er ‘praktische acties’ aangegeven kunnen worden. Dat is gepland voor oktober. Aan de vertegenwoordigers te horen is er dus nog wel wat om overeen, of over heen te komen. Positief is dat men doelgroepgericht bezig is, dit in tegenstelling tot het verleden waarbij de korpsen het gevoel hadden een ‘aanhangsel’ te zijn waarover achter gesloten deuren besluiten werden genomen. Nu is de kans gekomen voor de korpsen zich te mengen in de discussie, aan te sluiten bij die regionale SMP gerichte bestuurders. Of natuurlijk om zelf zitting te nemen en mee te denken in de besluitvorming richting landelijk beleid. Uit Groningen, Limburg en Brabant hebben we helaas geen, of geen noemenswaardige reacties ontvangen uit SMP hoek. Wel kunnen we melden dat, behalve Limburg, men druk bezig is SMP vorm te geven. Zoals eerder gezegd is 2014 een overgangsjaar, het jaar van SMP vorming. Nu liggen er dus kansen!
In de droomkamer
Column van Cees Beerens, voorzitter SMP
E
en goede kennis vertelde me vorige week over de droomkamer van Walt Disney. Ik besloot deze direct te bezoeken. De droomkamer blijkt een gezellige concertzaal te zijn. Ik ben getuige van een concertconcours van een slagwerkensemble. Op het podium is een groep jonge muzikanten zich aan het voorbereiden. De instrumenten op hun plaats, bladmuziek op de lessenaars, alles is in orde. De muzikanten kijken nog even vluchtig over de partijen en popelen van ongeduld. De dirigent kijkt nog een keer naar zijn orkest en ziet de gespannen kopjes. Hij telt af en de concertzaal vult zich met aangename klanken. Het publiek wordt compleet verrast door het niveau en de beleving van de jonge groep. Naarmate het concert vordert verschijnt er een lach op het gezicht van de dirigent. Toen hij een jaar geleden met deze groep gestart is, hield hij dit niveau niet voor mogelijk. Vorige week heeft hij nog enkele dingen aangepast aan het werk en op deze manier het maximale uit de muzikanten gehaald. Samen zijn ze gegroeid en hebben ze het huidige niveau naar de te spelen werken vertaald. Het is muisstil in de zaal, de jury focust haar aandacht op het podium en voor ik het weet is het concert voorbij. Het publiek reageert enthousiast en complimenteert het orkest met een uitbundig applaus. Op het podium vloeit de spanning weg en neemt men de waardering in ontvangst. Vreugde alom. Eenmaal buiten de droomkamer word ik wakker. In een te kille sporthal organiseert de plaatselijke organisatie een concours. De
houten tribunes zijn uitgerold en onder een rijtje parasols heeft de jury plaatsgenomen. Een orkest is aan het opbouwen op de “akoestiek verbeterende” vloerbedekking. Enkele muzikanten zijn al klaar en kijken nog even op hun smartphone. De dirigent schuift nog even wat met zijn opstapje en de speaker leest de te spelen werken voor. De dirigent telt af en het concert begint. De hal klinkt toch wel anders dan de muzikanten ‘thuis’ gewend zijn en via de wanden weerkaatst het geluid om zich te mengen met het gespeelde werk. Het gezicht van de dirigent vertoont zorgelijke trekjes. Weliswaar heeft hij driekwart jaar geleden dit nummer uitgekozen om het ensemble een nieuwe uitdaging te bieden, inmiddels zijn ze zo ver, dat ze het als een “makkie” wegspelen. Het lijkt alsof ze de beleving en het elan een beetje verloren hebben en ze zich nu bijna laten verrassen door de weerkaatsingen van de hal. Een jurylid schrijft wat in de partituur en bladert snel door om weer “bij te zijn” . Het concert nadert een einde en er volgt een matig applaus. Ik draai mij om naar de tribune en zie, dat die nauwelijks bezet is. Het merendeel van de aanwezigen lijkt verbonden aan de optredende vereniging. De muzikanten zijn al weer aan het opruimen en de juryleden schrijven hun verslag. De zaal loopt leeg en vult zich weer met een nieuw ensemble en de meegereisde supporters. En ik…..ik ga terug naar de droomkamer.
Blue Devils winnen DCI Finals met recordscore
V
oor de zestiende keer in de historie hebben de Blue Devils uit Concord (California) de Drum Corps International World Championships gewonnen. Op zaterdag 9 augustus behaalden ze in het Lucas Oil Stadium in Indianapolis een recordscore van maar liefst 99.650 punten. Nog nooit behaalde een drumcorps in competitie zo’n hoge score. Niemand kon tippen aan hun show ‘Felliniesque’. Voor één Nederlander was het een bijzondere dag, want Koen Otten was onderdeel van de Blue Devils en mag zich nu wereldkampioen noemen. Aan de prestatie van de Blue Devils viel weinig af te doen. Op het grootste aantal onderdelen scoorde de Devils een ‘perfect 100’. Ook de Awards voor beste brass, visuele uitvoering, effect en guard werden binnengesleept. Santa Clara Vanguard kreeg de award voor best percussion. Achter de Blue Devils werden de Bluecoats en The Cadets tweede en derde. De top-5 werd compleet gemaakt door Santa Clara
Vanguard en Carolina Crown. Het publiek, zeker 30.000 man en vrouw sterk kreeg een zinderende Finals voorgeschoteld. Het niveau lag dit jaar volgend insiders erg hoog. De toevoeging van elektronica, het gebruik van decorstukken en het mogen bespelen van alle soorten koperinstrumenten zorgt ervoor dat in DCI drumcorps naar een volgend level wordt getild. Hieronder ziet u de uitslag van de Finals. Scores en recaps van alle wedstrijden kunt u terugvinden op www.dci.org/scores. 1 - Blue Devils - 2 - Bluecoats - 3 - Cadets - 4 - Santa Clara Vanguard - 5 - Carolina Crown - 6 - Cavaliers - 7 - Phantom Regiment - 8 - Blue Knights - 9 - Blue Stars - 10 - Boston Crusaders - 11 - Madison Scouts - 12 - Crossmen -
99.650 97.175 96.875 96.075 95.675 93.675 91.425 91.150 89.600 88.950 87.575 86.225
DCI World Championships: Een fantastische ervaring!
E
en fantastische ervaring. Dat kun je een bezoekje aan de DCI World Championships zeker noemen. Zie het als een ultieme vorm van het WMC-gevoel. Qua sfeer lijkt het daar wel een beetje op, alleen is het Lucas Oil Stadium veel en veel groter en zijn de shows van een fantastisch hoog niveau. Matthijs en Piet van Houten waren aanwezig bij de Finals en maakten voor Korpsmuziek.nl en On the Front een uitgebreid verslag en fotoreportage. We proberen in onze berichtgeving vooral ook in te gaan op de Nederlanders die in de afgelopen zomermaanden keihard hebben getraind om met hun corps de best mogelijke prestatie neer te zetten. Bekijk daarvoor verderop de special! We hopen dat de lezers van Korpsmuziek.nl en On the Front een impressie krijgen van het hoge niveau dat in de gehele DCI-competitie op het veld wordt neergelegd. En absoluut ook dat alle tien de ‘Dutch in DCI’ alle waardering verdienen voor de enorme inspanning die ze moeten leveren.
Top Secret probeert zich tijdens elke repetitie of elk optreden te verbeteren
Z
e traden een aantal keren op in Nederland en trokken telkens weer hordes publiek. Ook in het buitenland is het Top Secret Drum Corps uit het Zwitserse Basel nog steeds een graag geziene gast. Gezien een heel mooie ontwikkeling, die volgend jaar gaat plaatsvinden, voelde OTF Top Secret alvast aan de tand over hun organisatie en ervaringen. We spraken met Patrick Stalder, de projectmanager en lead-drummer van Top Secret. En over die ontwikkeling, daarvoor moet u Korpsmuziek en OTF in de gaten houden! Hoe is Top Secret ontstaan en welke ontwikkelingen heeft het drumcorps doorgemaakt? Het Top Secret Drum Corps heeft een zeer unieke drum stijl. Het is een mix tussen
de Schotse, Amerikaanse en de Basler rudimentale trommelstijl. We hebben een grote carnavalstraditie hier in Basel en een grote trommelscène. In 1991 hebben zeven vrienden van verschillende drumgilden de drumgroep Top Secret opgericht. Ze wilden meer en vooral ook op een andere manier – zeker in vergelijking met veel andere groepen in Basel – trommelen. Ze werden beter en beter en hadden veel succes! In 2001 trad Top Secret op tijdens Royal Nova Scotia Internationale Taptoe in Halifax. De producenten van de wereldberoemde Royal Edinburgh Military Tattoo ontdekten Top Secret en nodigde ons uit voor een deelname aan de befaamde Taptoe in 2013! De Top Secret Drum Group kreeg nieuwe leden en we hebben de groep uitgebreid naar het Top Secret Drum Corps!
Na een fantastische geschiedenis van 23 jaar fantastische gaan we terug naar onze roots en reizen we opnieuw naar Halifax voor deelname aan de Royal Nova Scotia Tattoo. En volgend jaar gaan we voor de vijfde keer naar Edinburgh. We traden daar ook op in 2003, 2006, 2009 en 2012. Top Secret probeert zich tijdens elke repetitie en elk optreden te verbeteren. Deze mentaliteit maakt dit drumcorps uniek en zorgt er ook voor dat het niveau hoog is. Wat maakt Top Secret zo succesvol? Om het succes van Top Secret uit te leggen, is heel lastig. Wij denken dat elke generatie van ons veel heeft geleerd van de ervaringen van de vorige generaties aan drummers. Ze hebben hun vaardigheden overgenomen. We hebben onze eigen stijl en onze eigen manier van repeteren. En dat maakt het soms ook wel lastig, want het gaat niet om professionele muzikanten, maar om leden die al hun vrije tijd in Top Secret steken. Dat kan alleen als je leeft voor je hobby en al je passie in het drumcorps steekt. Kunnen jullie uitleggen hoe Top Secret is georganiseerd? Eigenlijk hebben we vier onderdelen: de snareline, de bassline, de colorguard en de supportline.
Elke line heeft een leider. Er is ook een lid dat verantwoordelijk is voor het materiaal en de instrumenten. Tenslotte is er een ‘sheriff’, die het corps leidt tijdens trips en optredens. Bovenaan het corps staat de Corps Leader, die als het ware een adviserende rol vervult. Samen vormen ze de organisatie en leiden en organiseren het corps. Daarnaast is er nog een projectmanager, die op professionele basis voor het corps werkt. Hij is verantwoordelijk voor de administratie, de aanvragen voor optredens, merchandise, sponsoring, financiën en nog veel meer. Het effect is vaak fantastisch, maar is het nou zo moeilijk wat jullie doen? Zeker in vergelijking met andere corps en bands? Het is lastig te zeggen of het nou moeilijker of makkelijker is. Het is gewoon anders! Misschien hoef je bij Top Secret niet de beste drummer ter wereld te zijn. We zoeken wel iemand met een goede lichaamsbeheersing. Je moet flexibel zijn en beschikken over showmanship. Een lid van Top Secret moet beschikken over veel kwaliteiten en dat gaat verder dan alleen trommelvaardigheden.
Is het voor Top Secret moeilijk om altijd met iets nieuws te komen? O ja, dat is heel moeilijk! We proberen altijd nieuwe dingen en hebben veel ideeën, maar sommige zijn te ingewikkeld en anderen zijn niet goed genoeg voor wat we nastreven. En we moeten ook zeker rekening houden met de wensen van het publiek. En dus hebben we vrijwel altijd in onze shows een stokkengevecht, een ‘bend-over’ gedeelte en een deel waarin we stokken overgooien. Maar we proberen wel de muziek en choreografie van tijd tot tijd aan te passen om te blijven vernieuwen. Hoe vaak en hoe lang trainen jullie? Normaal gesproken trainen we elke maandag voor ongeveer 2,5 uur. Als we in voorbereiding zijn op grote optredens, schroeven we dat aantal op naar twee keer per week. Ook hebben we af en toe een repetitieweekend. Jullie zijn veelgevraagd. Hoeveel optredens heeft Top Secret per jaar en is er ook een maximum? Dit verschilt echt van jaar tot jaar. We kunnen
alleen niet het aantal vrije dagen van onze leden overschrijden. Gemiddeld zijn onze leden toch wel 15 tot 20 vrije dagen kwijt aan de optredens met Top Secret. Heeft Top Secret zijn eigen trainingsprogramma voor de jeugd Sinds 2010 heeft Top Secret een eigen drumschool. Je kunt daarin meedoen als je tussen de 11 en 18 jaar bent en al ervaring hebt binnen een Zwitserse trommelgilde- of club. Juist omdat we iets ‘anders’ doen, zijn we geen bedreiging voor andere drumscholen en –gildes. Maar we zoeken absoluut wel jongeren met ervaring en je hebt dan ook een bepaald niveau nodig voordat je toegelaten kunt worden. Tot slot: wat is voor dit jaar het hoogtepunt? In 2014 hebben we al fantastische optredens gehad in Londen en Peking. Maar de reis naar de Royal Nova Scotia Tattoo is niet alleen het grootste project, maar ook het hoogtepunt. We kijken er naar uit!
TAPTOE HELLEVOETSLUIS DRUM & BUGLE CORPS BEATRIX - HILVERSUM
20 SEPTEMBER 2014
twijk
Ka “DVS” -
ingen
- Vliss
band”
“Delta
pel
el” - Em
Maar liefst 7 topkorpsen zullen deelnemen aan dit unieke evenement op Voorne-Putten. Om alvast kennis te maken met de korpsen is er voorafgaand een Streetparade van 14:00 tot 17:00 uur. Start in het winkelcentrum de Struytse Hoeck en daarna loopt de parade door Hellevoetsluis naar het taptoeterrein.
eerdam
zuin” - L
“De Ba
neek do” - S “Adven
“Exemp
Stichting Taptoe Hellevoetsluis organiseert op 20 september 2014 de 2e editie van TAPTOE HELLEVOETSLUIS.
Taptoekaarten: in de voorverkoop € 17,50 aan de kassa € 20,00.
“S
luis
llevoets
do” - He
rescen empre C
taptoeterrein geopend vanaf 19.00 uur start programma: 20.00 uur plaats: scholengemeenschap Helinium, Fazantenlaan 1, Hellevoetsluis
kaarten verkrijgbaar via:
www.taptoehellevoetsluis.nl
Taptoe Delft: Topkorpsen in het mooiste taptoetheater van Nederland
D
e populariteit van Taptoe Delft blijft maar stijgen. En dat is niet voor niets, want het publiek kan op de aan de voet van de Nieuwe Kerk genieten van topkorpsen en het mooiste decor in Nederland Taptoeland. Binnenkort is het alweer bijna zover. Een paar weken voor de Taptoe vroegen we voorzitter Kees Garnaat naar de vorderingen van de voorbereidingen. Nog maar eventjes en jullie mogen los. Hoe staat het ervoor met de voorbereidingen? Wij zijn al bijna 2 jaar bezig met de voorbereiding van deze Taptoe. Direct na de vorige Taptoe Delft evalueren wij binnen de organisatie die taptoe en gaan we al weer snel door met de voorbereidingen voor de volgende editie. De afgelopen maanden zijn veel afspraken en draaiboeken gemaakt. Ook zijn alle vrijwilligers alweer gevraagd en geïnformeerd over hun taken. Vanaf nu is het eigenlijk de kunst om zo veel mogelijk het regiedraaiboek te volgen. Maar we komen natuurlijk altijd zaken tegen die op het laatst toch anders gaan dan verwacht. Zo bleek afgelopen week dat het reclamebedrijf waar wij busreclame hadden besteld ineens failliet was. Precies op het moment dat onze busreclame zou starten. Gelukkig zijn de activiteiten overgenomen door een ander bedrijf. Maar je moet op dat moment toch even bellen en nieuwe afspraken maken. Zulke dingen zijn nu eenmaal inherent aan zo’n grote organisatie als Taptoe Delft. Wat wordt volgens u het hoogtepunt van de Taptoe? Dat is iedere editie altijd weer moeilijk te zeggen. Natuurlijk heb je persoonlijke voorkeuren maar je weet nooit hoe het publiek reageert. Al vele edities hebben wij een eigen productie in de taptoe ‘het special item’. Er zijn jaren geweest dat we geen idee hadden
hoe het publiek op zo’n speciale show zouden reageren. En over het algemeen pakt dat altijd erg positief uit. Dit jaar hebben we voor het eerst een show die eigenlijk niets met muziek of taptoe te maken heeft. Dat is het optreden van het Britse motorteam de IMPS. We hebben hen ontmoet tijdens de IATO meeting vorig jaar in Edinburgh. Daar traden zij ook op en dat was erg indrukwekkend. Het zijn tenslotte allemaal kinderen van 5 tot 19 jaar oud. We hebben de IMPS naar Nederland gehaald omdat we altijd op zoek zijn naar variatie. In Edinburgh werkte hun optreden heel goed. Wij hopen met dit optreden ook in Delft een ‘ander type’ publiek te interesseren voor de Taptoe. Veel Taptoes programmeren naast showkorpsen ook andere acts. Wat is hiervan volgens u de meerwaarde? Zoals ik al zei willen wij met Taptoe Delft een breed publiek interesseren. Taptoe heeft
nog altijd een oubollig karakter in Nederland, terwijl bijvoorbeeld in Edinburgh 3 weken lang de tribunes uitverkocht zijn. Enerzijds is het dus om een breder publiek te interesseren, anderzijds ook om een andere vorm van cultuur (zang, dans) de kans te geven zich te presenteren in onze Taptoeshow. Is dat ook hoe jullie tot een interessant programma komen voor jong en oud? Zonder dat we afbreuk doen aan de kern van de taptoe, namelijk de presentatie van de mars en show willen we inderdaad onze taptoe wat breder neerzetten. Als je ziet hoeveel jongelui actief zijn in jeugdorkesten dan kan het niet anders dan dat zij ook geïnteresseerd zijn in onze taptoe. Maar het publiek, en zeker de jeugd, is verwend met alles wat via de media en internet tot hen komt. Vandaar dat wij in onze show moeten variëren. Een van de onderdelen is aangepast na de ramp met de MH17. Was dit een moeilijk besluit? Hoe gaat zo’n besluitvorming? We hebben daar binnen het bestuur natuurlijk wel uitvoerig over gesproken. Dat was best lastig. Vorig jaar al hadden wij het thema ‘Russische zang en dans’ gekozen. Sterker nog: we waren al volop aan het repeteren. En dan gebeurt er zo’n ramp en merk je dat er heel veel gevoelens loskomen in de samenleving. Wij willen geen politiek bedrijven, maar vonden het tegenover de slachtoffers, nabestaanden en iedereen die erbij betrokken is niet meer verantwoord om ‘Russische zang en dans’ in een vrolijk thema te presenteren. Gelukkig werkten we al met professionele groepen in het thema. Nadat we hen hadden verteld over ons besluit waren er binnen een week nieuwe ideeën. En na 3 weken was e.e.a. al aardig uitgewerkt. Dankzij enthousiaste medewerkers binnen onze eigen organisatie, maar zeker ook dankzij de dansgroep en de Douane Harmonie Nederland komt er nu een mooi ander special item. De dansgroep bestaat uit maar liefst 50 dansers die in verschillende kostuums
een mooie show gaan maken op muziek van het Douane Harmonie orkest. De repetities zijn alweer in volle gang. Wat is volgens u de grote kracht van Taptoe Delft, met dit jaar zelfs een derde voorstelling. Om te beginnen zijn dat de grote groep met immer enthousiaste vrijwilligers. We realiseren ons soms niet dat het best uniek is om zo’n groot evenement met louter vrijwilligers uit te voeren. Natuurlijk huren we voor bepaalde onderdelen bedrijven of gespecialiseerden in, zoals voor licht en geluid, vuurwerk en tribunefaciliteiten. Maar verder werken er vooraf zo’n 20 tot 25 mensen aan de voorbereidingen en tijdens het evenement komen daar nog ca. 100 vrijwilligers en ruim 100 ROC studenten bij voor de uitvoering. Wat de show betreft is de locatie zeker van groot belang. Taptoe Delft kan niet worden gehouden op een voetbalveld of parkeerterrein. Dan is het niet meer dé Taptoe Delft. Als je de Nieuwe Kerk als decor hebt, de oude koopmanshuizen en stadhuis rondom en je licht dat ook nog eens gekleurd en professioneel uit dan heb je al 50 procent van je kwaliteit te pakken. We noemen de markt van Delft niet voor niks ‘het mooiste taptoetheater van Nederland’. Als we daarin dan ook nog toporkesten laten optreden en bijzondere optreden laten verzorgen dan is de show compleet.
Foto’s: NO Studio Photography
PR is geen bijzaak
I
s het opgevallen? Dat je iets ziet of leest over een taptoe zonder dat je weet hoe laat die begint, welke deelnemers er zijn en waar je moet zijn? Op de redactie van Korpsmuziek of via social media komen té vaak die vragen. Er wordt gevraagd waarom we geen aandacht aan een bepaald evenement schenken of waarom het niet in de App-agenda staat. Als de betreffende organisatie de moeite niet neemt om zich te presenteren dan weten wij, maar belangrijker, weet het publiek het niet! Waar blijft de PR? Voorzitter Cor Vosseberg van Stichting Korpsmuziek: ‘Op 20 april hadden we twee Taptoes op de agenda staan terwijl er op Koningsdag dertien gehouden zijn. Na een week van contacten zoeken konden we er uiteindelijk negen promoten.’ Vanwaar die drukte? Drukte? We willen allemaal volle tribunes en drie rijden dik langs de lijn toch? Er zijn nog genoeg, te veel liever gezegd, taptoes, concerten, concoursen of showpresentaties die niet verder komen dan het plaatselijke dorpskrantje of een poster bij de lokale supermarkt. Je moet dan ook niet zeuren dat het moeilijk is om publiek te vinden. Potentieel publiek zit ook buiten je gezichtsveld. Iedereen is tegenwoordig mobiel genoeg om een stukje te rijden. Is het programma leuk of interessant genoeg dan willen mensen er best voor reizen. Denk groter.
Kan iedereen berichten insturen? Ik heb het niet alleen over onze eigen media zoals Korpsmuziek.nl of On the Front magazine. Dat is vakpers en natuurlijk ‘moet’ je daar als organisator een persbericht naar toe sturen. Maar er is meer. Kranten, nieuws- en Huis aan Huis bladen mag je niet vergeten. Zorg dat je er minimaal twee weken voor het evenement in komt te staan. Wat is een handige aanpak? Maak een stappenplan, wie stuur je wat en wat stuur je naar wie. Zorg voor een lijst met email adressen van kranten, nieuwspagina’s en cultuuragenda’s in de hele regio. Hou qua inhoud rekening met de mensen die het kunnen gaan lezen. Lokaal zal de inhoud of strekking van het bericht anders zijn dan regionaal en zeker landelijk. Hou ook rekening met het verschil tussen ‘gewone’ pers en vakpers. Wat zijn de valkuilen? Te makkelijk denken, doorborduren op oude gedachtes en denken dat het publiek vanzelf wel komt. De doodsteek voor de sector, je moet echt proactief zijn als PR. Nog een valkuil is dat men denkt dat “een ander” het wel doet. Als korpsmanager ligt ook een schone taak om te zorgen voor een goede promotie, ook bij evenementen waarvoor je ingehuurd wordt. Iedereen wil toch zorgen voor veel publiek langs de lijn en op een plein?
Z ATERDAG
6 JUNI 2015 1995 - 2015
6 juni 2015
1995-2015, EEN MIJLPAAL , 20 JA AR NJF. NEDERLANDS GROOTSTE MUZIEKEVENEMENT VOOR DE JEUGD. ZATERDAG 6 JUNI 2015 ZAL DE JUBILEUM-EDITIE PLAATSVINDEN VAN HET NATIONAAL JEUGDFESTIVAL EN HIERBIJ MAG UW JEUGDKORPS VANZELF NIET ONTBREKEN. LATEN WE ER EEN GROOTS MUZIEK-SPEKTAKEL VAN MAKEN.
MELD U NU REEDS AAN TOT DEELNAME VIA WWW.NATIONAALJEUGDFESTIVAL.NL
Majestic lanceert eigen bekkenlijn ‘Majic’
M
ajestic, het bedrijf uit Heerenveen dat al sinds jaar en dag hoogwaardig concert en mars slagwerk levert, heeft een belangrijke mijlpaal bereikt. Al langere tijd is het bedrijf op zoek naar bekkens die in kwalitatief opzicht een aanvulling zijn op de door haar geleverde slagwerkproducten. Pure bekkens voor een zeer betaalbare prijs, gemaakt uit passie voor het vak, omdat ze weten hoe belangrijk bekkens kunnen zijn voor de uiteindelijke uitvoering. Omdat dergelijke bekkens op de bestaande markt niet te vinden waren, hebben ze deze in samenwerking met Murat Diril laten produceren. De nieuwe bekkenlijn is inmiddels leverbaar onder de naam ‘Majic’. Nu zou men kunnen denken: “Nog meer bekkens op de markt die al zo vol is?” Inderdaad, om puur uit commercieel oogpunt wat bekkens te laten persen door een massaproducent en daar een merkje op te drukken, dat zou niets toevoegen. Daarom ging Majestic op zoek naar een ambachtelijke producent, iemand waarvan ze zeker wisten dat die hun wensen op het gebied van sound en geluidspectrum tot uitvoering zou kunnen brengen. Ze vonden deze producent in de persoon van Murat Diril uit het Turkse Samsun. Een begrip in de wereld van bekkens. Maar er zijn toch al zoveel mooie bekkens te koop? Klopt. Maar Majestic ging op zoek naar bekkens die speciaal geschikt zijn voor klassieke orkesten, ensembles, marchingbands en slagwerkgroepen. Bekkens met een zeer breed en rijk klankspectrum en met de zo bekende “wush sound”. Hand gehamerde, speciaal gestemde bekkens. En bekkens die al voorgeselecteerd zijn voor de eindgebruiker, want door het grote aanbod ziet men door de bomen het bos niet meer.
De sets zijn duidelijk van naam en klank en niet te uitgebreid. De bekkens zijn al perfect gestemd en volledig in balans, zodat ze als set prachtig familiair klinken. Anders dan bij andere fabrikanten, heeft Majestic de klank constant weten te houden. Twee identieke sets klinken dan ook echt hetzelfde. Speciaal gestemd, hand gehamerd en afgewogen. Het gewicht van de Majic bekkens is ook van groot belang geweest. Voor de marching bands heeft Majestic de ”Medium Light” bekkens ontwikkeld, gemakkelijk te bespelen zonder aan klank in te leveren. Ook zeer geschikt voor de jeugdbands, kleinere maten, maar met groot klankspectrum. ‘Majic’? Moet het niet ‘Magic’ zijn? De naam ‘Majic’ is weloverwogen gekozen. Je spreekt het uit als Magic. De jic klank komt voort uit een Hi Hat sound effect en uit de aanslag van bekkens. Jic spreekt men als slagwerker ook vaak uit als klank bij het oefenen van de partij. Bovendien wordt ‘Majic’ direct geassocieerd met Majestic. Voor de nieuwe bekkenlijn schreef en filmde Majestic een speciale ‘Majic song’. Een prachtige gelegenheid voor een eerste kennismaking met deze bekkens. Ga hiervoor naar het YouTube kanaal van Majestic Holland. Voor verkoop informatie gaat u naar www.majestic-percussion.com
Omschrijvingen als AA, ZBT, A8, XS, SBR, K of HHX of classics voor drumstel, wat zegt het de gebruiker? Dat heeft Majestic in haar “Majic” lijn overzichtelijk weten te houden.
Dit is een advertorial.
Michèl Smeets
Van Antonius naar Rieu Z ijn opa richtte Showband Antonius op en op 4-jarige leeftijd liep hij al mee met de slagwerksectie. Nu werkt hij vier dagen in de wegen bij André Rieu Studio’s. Michèl Smeets vult zijn tijd verder met het arrangeren van muziek, het schrijven van shows en het zelf nog optreden als toetsenist, zanger of trombonist. Een bezige bij dus, maar wij zijn vooral benieuwd naar de overeenkomsten tussen zijn werk voor showkorpsen en Andre Rieu.
Mijn naam is Michèl Smeets, 43 jaar en fulltime bezig met muziek. Van de 7 dagen in de week werk ik zo’n 4 dagen overdag bij André Rieu Studio’s. De avonduren en de weekenden worden gevuld met repetities, arrangeren, shows schrijven en regelmatig zelf optreden als toetsenist/zanger en trombonist in verschillende bands. In de vrije tijd die overblijft, zit ik veelal op de motor en uiteraard heeft het thuisfront ook nog een groot aandeel hierin.
Hoe ben je ooit de muziekwereld in gerold en hoe ben je bij André Rieu terecht gekomen? Gezien mijn opa één van de oprichters was van ‘Showband Antonius’ en mijn halve familie lid was van deze vereniging, ben ik vanzelf min of meer vrijwillig al op zeer jonge leeftijd lid gemaakt. Vanaf mijn 4de liep ik al mee met percussie en mijn rol als slagwerker heeft tot ongeveer mijn 12de geduurd. Daarna vond ik het tijd wat anders te gaan doen en ben ik begonnen op (ventiel) trombone en elektronisch orgel en ben ik ook verder gegaan met slagwerklessen op de muziekschool. Eigenlijk wist ik toen al dat ik naar het conservatorium wilde. Na het afronden van de studie ‘elektronische toetsinstrumenten’, schoolmuziek en bijvak trombone op het conservatorium in Maastricht heb ik een aantal jaren wat zitten ‘freewheelen’ en kon niet echt vast werk vinden. Om toch verder te komen, ben ik toen nog begonnen aan een PABO opleiding. In de afrondende fase van deze opleiding belde André Rieu om te vragen of ik bij hem op de muziekafdeling wilde komen werken. Ondertussen was ik ook begonnen met ‘Music Design Brunssum’, een bedrijfje dat zich bezig moest gaan houden met van alles en nog wat in de muziek.
Ondertussen ben ik alweer 16 jaar werkzaam bij André Rieu en heb daarnaast nog 2 verdere conservatorium opleidingen gevolgd (HAFABRA directie en trombone (lichte muziek). Wat is jouw rol en aandeel in zijn shows? Mijn aandeel in de shows is in eerste instantie het verzorgen van de arrangementen en bladmuziek voor het orkest en wereldwijd de rechten daarvan. Tijdens opnamen voor Dvd’s of TV specials ben ik ook wel werkzaam als regieassistent (partituurlezer) waarbij ik vanuit de bladmuziek de camera’s aanstuur welk shot/ instrument ze moeten ‘filmen’. Verder ben ik ook nog een aantal keren werkzaam geweest als één van de (technisch) producenten en ben ik de organisator en spil geweest bij de concerten van André met de ‘grootste fanfare
van Nederland’. Een project waaraan in 2010 in de Amsterdam ArenA zo’n kleine 800 koperblazers aan mee hebben gewerkt. Valt je baan als professioneel muzikant te combineren met je werkzaamheden voor amateurmuzikanten? Tot zover valt het wel goed te combineren, mijn baan bij André Rieu omvat 4 werkdagen tijdens kantooruren en de repetities van de (amateur)orkesten vinden veelal in de avond en weekend plaats dus dat bijt zich niet. Een knop omzetten gebeurt onbewust, ik ben daar niet mee bezig. Zijn er grote verschillen tussen beide werkzaamheden? Of misschien ook wel overeenkomsten in het werk? Het grootste verschil voor mij is dat ik bij de showorkesten een directe eindverantwoording heb. Als een product niet goed is, kan ik daar op ‘afgerekend’ worden. Bij André Rieu ben ik een radertje in het geheel en zelden verantwoordelijk hoe een eindproduct zich ontwikkelt. Verder is ook een groot verschil dat je bij André Rieu geen last hebt van slecht repetitiebezoek of missende muzikanten bij optredens. De muzikanten worden betaald en zijn er derhalve altijd. Als overeenkomst is
het zo dat in beide werelden de muzikanten hun vak / hobby met volle overgave uitoefenen waardoor ook de amateurorkesten zo nu en dan bijna een professioneel niveau halen. Probeer je stiekem wel eens wat showsector-invloeden te verweven in de shows van André Rieu? Eerlijk gezegd ben ik met deze vraag nooit bewust bezig geweest. Zowel bij Rieu als bij alle andere werkzaamheden probeer ik het beste naar boven te halen en wellicht dat daar wel eens een onbewuste ‘uitwisseling’ plaats vindt. Wat is de kracht van André Rieu zijn shows? De kracht van André is ook op een visueel attractieve manier klassieke muziek aan de man te brengen. Verder heeft hij de gedragsregels voor een klassiek concert los gelaten en mag het publiek meezingen, dansen en klappen wanneer ze daar zin in hebben. Daardoor heeft het in zich ervoor te zorgen dat wereldwijd het publiek altijd met een goed gevoel en lach zijn concerten verlaat. In showkorps termen zouden we vermelden dat hij minimaal een 9,5 voor General Effect op zijn cijferlijst zou hebben staan.
Wat is de kracht van showkorpsen? De kracht van showkorpsen was vooral hun diversiteit. Ik spreek hier in de verleden tijd daar ik het spijtig vind dat nog maar enkele korpsen in Nederland durven vast te houden aan hun oorspronkelijke identiteit en stijl. Het is voor mijn gevoel veel van hetzelfde geworden met voorspelbare thematiek en bijbehorende choreografie. Hiermee overigens niet gezegd dat de producten slechter zijn geworden, dit absoluut niet maar ‘afwisselender’ is het er bepaald niet op geworden. Kunnen ze iets van elkaar leren? Of zijn er aspecten die je in je dagelijkse werk voor Rieu gebruikt, die je hebt opgedaan in de showsector? Ik heb hier een tijdje over nagedacht maar kan zo niet direct op een concreet voorbeeld komen. Als er al iets te leren valt, zou dit voor de showorkesten zijn en dan vooral op commercieel en pr-gebied. Showorkesten moeten mijn inziens meer gerund gaan worden als commerciële bedrijven om financieel het hoofd boven water te kunnen houden. Ook PR is cruciaal en daar wordt door de showkorpsen ook niet (altijd) creatief en effectief gebruik van gemaakt. Een kijkje in de keuken bij bedrijven zoals André Rieu Productions zou dan als eyeopener kunnen werken.
Heb je nog een ontzettend wild idee dat je ooit eens met Rieu zou willen doen? Of met een showkorps? Eén van die wilde ideeën is al tot uitvoering gebracht en dat was met een grote kopergroep samenspelen met het orkest van André. Dit idee was al jaren eerder geboren na het beluisteren van ‘Pini di Roma’ van Otto Respighi. In het WMC jaar 2009 is dit plan in uitvoering gebracht met de ‘Vrijthofconcerten’. Zes Muziekwerken met 400 koperblazers op het Vrijthof, 36 extra koperblazers achter het orkest op de bühne en dat 6 concerten lang. In 2010 hebben we hetzelfde nog een keer gedaan in de Amsterdam ArenA. Gezien de grootte van de ArenA waren het aantal muzikanten in de zaal ‘opgeschroefd’ naar zo’n kleine 800. Voor de complete organisatie (arrangementen, logistiek, overnachting, catering etc.) was ik verantwoordelijk en had ik de coördinatie. Muzikanten uit heel Nederland van Showbands, Marchingbands en HAFABRA orkesten hebben hier toen aan meegewerkt, het was te gek! Met een showorkest heb ik ook nog wel wensen en ideeën maar die houd ik liever even voor mezelf! uit. Ik hou van die mentaliteit, ik ben zelf nooit van het ‘winnen’. Ik ben meer van het genieten.
Proud Event gaat niet door; voorbereidingen afgebroken
Ook geen Taptoe Leeuwarden in 2014!
D
e eerste editie van Proud Event, dat in het eerste weekend van oktober zou plaatsvinden in het Leeuwarder WTC Expo, gaat niet door. Op donderdag 10 juli heeft het stichtingsbestuur medewerkers en vrijwilligers van Proud Event ingelicht over het afblazen van het driedaagse evenement. Het stichtingsbestuur heeft vast moeten stellen dat er voor Proud niet een verantwoorde financiële dekking gerealiseerd kan worden. ‘Proud Event’ is voortgekomen uit de succesvolle reeks van taptoes die de Stichting Taptoe Leeuwarden gedurende veertig jaar in de stad organiseerde. De laatste jaren werd de organisatie van de taptoe steeds vaker geconfronteerd met uitdagingen om tot een sluitende begroting te komen. Op grond hiervan heeft het stichtingsbestuur al voor de jubileumtaptoe in 2013 besloten het over een andere boeg te gooien. Er werd samenwerking gezocht met andere vormen van cultuur en amateurkunst met als uitdaging om in oktober 2014 een geheel nieuw driedaags evenement te presenteren, waarin zang, dans, muziek en show gecombineerd zouden worden. Drie voorstellingen met elk een eigen karakter, maar met dwarsverbanden, toekomstgericht en met een grote rol voor jongeren. Het idee hierachter was onder meer dat de facilitaire kosten van de drie avondvoorstellingen gedeeld zouden kunnen worden, waardoor de onderdelen elkaar niet alleen in creatieve zin, maar ook in financiële zin zouden kunnen versterken. Een sterk programma met daarin optredens van kopstukken op het gebied van
zang, muziek, show en dans was intussen gereed alsmede een afsluiting in de vorm van een battle voor popkoren. In de aanloop heeft de organisatie echter andermaal ondervonden dat naast het enthousiasme van de mogelijke deelnemers en de toezeggingen van vaste partners, de opbrengsten uit fondsen, subsidies en sponsoring dermate achterbleven dat een verantwoorde financiële dekking niet mogelijk bleek. De teleurstelling over het noodgedwongen afblazen van Proud Event ondermedewerkers, vrijwilligers en bestuursleden is groot. Het stichtingsbestuur beraadt zich nu op de toekomst van ‘Proud Event’ en over een eventuele editie in 2015. ‘We zijn te enthousiast over wat we doen en kunnen, om het er nu zo maar bij te laten. We hebben ons als organisatie al veertig jaar bewezen en met het nieuwe concept denken we dat ‘Proud Event’ tot ver na Culturele Hoofdstad 2018 van betekenis kan zijn voor de cultuur in Leeuwarden, onze provincie en ver daarbuiten! We zijn echter ook realist. We kunnen dit niet alleen’, aldus het bestuur.
ut o n nke e d 'Wij
ox' b e of th
Denkt u zelf ook 'out of the box'? Wilt u vernieuwen? Zoekt u andere manieren om uw publiek te vermaken? Dan bent u bij aan het juiste adres. Wij kunnen uw evenement een beleving meegeven, die niet snel vergeten wordt. Onze specialiteit ligt op het gebied van het combineren van korpsmuziek, dans, theater en acrobatiek. U kunt ons onder de naam Event Inspirience inschakelen voor de meest uiteenlopende zaken. We ontwikkelen dé juiste act voor uw (bedrijfs)evenement en we zijn in staat een spectaculair evenement neer te zetten. Event Inspirience verzorgt maatwerk en we proberen aan al uw wensen te voldoen.
Hullenweg 9 9301 ZD RODEN Tel: 050-5010243 Mob: 06 55 166 236 Mail: info@2escape.nl Web: www.2escape.nl NIEUWE LEDEN ACTIE - CLUBKASACTIE MET BRIEFKAART - FOTOKAART AANBIEDING - 1 setje brief- / fotokaarten nu voor maar € 1,50! Inhoud 1 setje • 6 kaarten * • 6 enveloppen • Afmeting 10 x 15,5 cm • Verpakt in transparant zakje • Voor- en achterzijde GRATIS bedrukt met één regel tekst Bijvoorbeeld: “Nieuwe leden zijn van harte welkom!”
Het voordeel voor uw club! Voorbeeld 100 leden x 10 kaartsetjes om te verkopen voor € 3,00 per kaartsetje Inkoop: 1.000 setjes à € 1,50 = € 1.500,exclusief BTW Verkoop: 1.000 setjes à € 3,00 = € 3.000,-
* Kaarten Voor de samenstelling van de zes briefkaarten kunt u kiezen voor: ‘vrije keuze’ kaarten (keuze uit ruim assortiment briefkaarten) en/of fotokaart met team- / clubfoto (digitaal aangeleverd door de club) Uiteraard zijn andere ideeën om af te drukken op de brief- of fotokaart bespreekbaar!
Meer informatie Handelsagent Huizen Dit en Dat Bert Willemse 06 51 84 23 74 l.willemse@hetnet.nl
Special over de DCI w
world Championships
H
‘Onze’ Koen is Wereldkampioen!
et werd het beste moment van zijn leven. Na een fantastisch seizoen en drie topshows tijdens prelims, semis en finals werd de droom van Koen Otten werkelijkheid. De trompettist werd met zijn Blue Devils wereldkampioen. ‘Ik heb even geen woorden’, zei hij meteen na het bekendmaken van de scores in een interview met Korpsmuziek. ‘Ik denk dat het heel toevallig is dat het beste moment van mijn leven ook het beste moment in de geschiedenis van DCI is geweest. Ik heb geen woorden hoe ik me nu voel. Dit is echt ongelofelijk.’
treffen, want met de recordscore is hij meteen onderdeel van de geschiedenis. En het zou ook nog wel eens lang kunnen duren voordat een ander corps de hoge score van 99.650 zal verbeteren.
Koen Otten heeft zijn drumcorpsroots liggen bij Beatrix Hilversum. Ook bij die club werd verheugd gereageerd op de fantastische prestatie van hun lid. Veel andere Trix’-leden hadden de reis naar de VS gemaakt om hun maatje in actie te zien.
Korpsmuziek hield dus na de prijsuitreiking een interview met Koen Otten dat is terug te luisteren via deze link.
Het was voor Koen zijn eerste en meteen ook laatste jaar bij de Blue Devils. Wel zou je kunnen zeggen dat hij het minder kon
Koen is in de geschiedenis de zesde Nederlander die wereldkampioen wordt. Oscar Brusse (Blue Devils ‘96, ‘97, ‘99), Erhan Ercan (SCV ‘99), Timo Houtman (SCV ‘99), Marcel van Zanten (Cadets ‘11) en Talitha van de Wijngaard (Carolina Crown ’13) gingen hem voor, zo valt te lezen op de site van Dutch in DCI.
Ook spraken we met Dave Gibbs, de nuchtere corpsdirector van de Blue Devils.
Een hele zomer keihard werken met maar één doel
H
et beste uit jezelf halen en als groep keihard werken voor de best mogelijke show. Of je het gelooft of niet, in de overtuiging van bijna 100 procent van alle leden in het DCI-circuit is dat hun belangrijkste doel. Wie je ook vraagt: scores en de uitslag is bijna van ondergeschikt belang. Voordat we dieper in de DCI Finals duiken is het goed om onze lezers uit te leggen wat dat hele DCI-circuit eigenlijk nou precies inhoudt. Want het gaat er in de VS toch wel een beetje anders aan toe dan hier in Nederland. De diehard-drumcorpsfanatici kunnen dit stukje dan ook best wel overslaan. Voor lezers die nog weinig van ‘DCI’ afweten: lees vooral verder.
Het DCI-seizoen begint voor veel corps al in november of december als de eerste audities voor het nieuwe jaar worden gehouden. Binnen de DCI-regelementen geldt een leeftijdsgrens van 22 jaar en dus moeten de drumcorps elk jaar op zoek naar nieuwe leden. Bovendien streven de topcorps altijd naar een zo getalenteerd mogelijke groep. Deelname aan een auditiecamp is niet vanzelfsprekend, zeker niet als je je voor het eerst meldt bij een drumcorps moet je eerst wat van jezelf laten zien op videobeelden. Krijg je dan eenmaal de kans om langs te
komen bij een auditiecamp, dan sta je meestal tussen tientallen lotgenoten die soms strijden om enkele plekjes binnen de verschillende secties. Veel drumcorps organiseren meerdere auditiecamps en moeten het grootste deel van de auditanten teleurstellen. Natuurlijk zijn er leden (vets) die al één of meerdere jaren in het corps meelopen en als de ervaringen positief zijn, dan krijgen die over het algemeen voorrang. Voorbereiding en de basis Heb je eenmaal een ‘spot’ in het corps, dan zul je je ook tijdens de andere camps moeten bewijzen. Veel corps houden vanaf de winter bijna elke maand een camp waarbij veel aandacht is voor de basis op het gebied van spelen en marcheren. Zowel de manier van spelen als de wijze waarop wordt gemarcheerd wordt van het begin af aan gedefinieerd. Daarbij streven de corps naar absolute perfectie.
Move-in Vanaf ongeveer half mei krijgen de scholen in de VS vakantie en dan is er ook de zogenaamde ‘move-in’. Dat houdt in dat het corps definitief (onder licht voorbehoud) gevormd is en dat ze vanaf dat moment tot aan de Finals samen zullen zijn. Tijdens ‘spring training’ gaan de corps een paar week
aan de slag met het instuderen van de show. Repetitiedagen van twaalf uur (!!!) zijn hierbij echt geen uitzondering. In deze periode wordt op fysiek en mentaal vlak veel van de leden gevraagd. En de staff – zeker in de top - verwacht ondertussen dat je op topniveau blijft presteren, want zodra je prestaties en inzet achter blijven staat er zo een ander lid te wachten om je plek over te nemen.
Tour Half juni begint het DCI-contestseizoen. Verdeeld over de hele VS vinden meer dan 100 wedstrijden plaats. De drumcorps stappen in de bus en reizen het hele land door. Indrukwekkende konvooien gaan de weg op: meerdere bussen voor de 150 leden, instructieleden en vrijwilligers, trucks voor instrumenten en decorstukken en faciliteiten om te koken.
DCI-corps zijn complete bedrijven met mensen die de tour regelen, zorgen dat er onderdak is en vrijwilligers die ervoor zorgen dat 150 hongerige kids worden gevoed en af en toe een show kunnen lopen in een schoon uniform. ’s Nachts slapen Veel van de corps reizen ’s nachts. Als lid moet je maar zien dat je je slaap krijgt. Overdag wordt de tijd zo goed mogelijk benut door de show tijdens repetities verder te perfectioneren. Om de paar dagen doet een corps mee aan één van de vele wedstrijden in het land. Daarbij wordt gekeken naar een logische route en dat zorgt ervoor dat sommige corps elkaar tijdens wedstrijden wat vaker zien dan anderen, omdat ze voor bijvoorbeeld een tour hebben gekozen die zich richt op de oost- of westkust. Zo richting het einde van het seizoen neemt het aantal wedstrijden toe, waarbij de top elkaar vaker tegenkomt. Pas dan wordt ook duidelijk hoe de verhoudingen precies liggen. Het is ook de tijd dat de programma’s hun definitieve vorm krijgen. Gedurende het seizoen worden de shows flink doorontwikkeld, soms tot de laatste week aan toe. De DCI-kalender kent een aantal vaste punten. Zo komen de corps een week voor Finals samen in Allentown. Pas bij die wedstrijd kunnen de eerste voorzichtige voorspellingen over een eventuele winnaar worden gedaan. Hoewel er in die laatste week altijd nog veel kan veranderen. Want tot een paar uur voor Finals blijft het repetitieschema zwaar en wordt elk procentje energie gestoken in het perfectioneren van de show en de individuele uitvoering. Op de woensdag voor Finals, begin augustus, strijken de corps neer
in de omgeving van Indianapolis. ’s Middags is er in het centrum van de stad al een voorproefje op het spektakel, later die week. Tientallen leden doen mee aan de ‘individuals’. Sommige corps kiezen ervoor om nog extra te repeteren. Voor ons als verslaggevers een mooie gelegenheid om een repetitie van Blue Devils en Carolina Crown mee te pikken. Een dag eerder vinden overigens de Open Class Finals plaats. Finalsweek Op donderdag beginnen de Championships met de Prelims. De corps die in zowel de Open Class als de World Class meedoen, gaan dan met elkaar de strijd aan om een plekje in de Semifinals. Dit jaar streden 37 corps om 25 plekken in de halve finale. Op vrijdag gingen die 25 corps weer de strijd aan om 12 Finalsplekken. En de absolute apotheose van maandenlang hard werken vond plaats op die laatste zaterdag. Een dag waarbij het grootste deel van de muzikanten dus al is ‘uitgespeeld’ en waarbij de toppers de prijzen verdelen. Een dag waarbij het niveau ook ontzettend hoog ligt. Want als verslaggevers durven we bijna wel te stellen dat al die finalisten in de DCI-
competitie een behoorlijke kans zou maken op het winnen van het WMC. Zelfs een groot deel van de corps in de halve finale zouden kansrijk zijn. Het niveau in de top ligt op eenzame hoogte, maar ook daaronder worden prachtige programma’s gebracht en ligt het uitvoeringsniveau hoog. De wedstrijden in Indianapolis zijn dan ook overweldigend. Je verveelt je geen minuut, al moet je af en toe wel even bijkomen van alle prachtige shows die je ziet. Belangrijk is in ieder geval om te beseffen hoeveel honderden uren aan bloed, zweet en tranen er in al die shows zitten. De leden werken de hele zomer keihard met maar één doel. En dat is het beste uit zichzelf halen. Er kan maar één corps kampioen worden, dat weten ze dondersgoed. Maar die instelling zorgt er wel voor dat je tijdens Prelims, Semis en Finals gewoon tientallen topperformances te zien krijgt. Overweldigend. Meer weten over wat corpsleden meemaken tijdens zo’n tour? Kijk dan eens op de site van de Blue Devils, waar een tiental ‘roadmovies’ staan.
Awards: in alle soorten en maten
H
et DCI-circuit heeft ze in alle soorten en maten: prijzen. Zo is er niet alleen voor de winnaar een enorme bokaal weggelegd, maar krijgen ook afzonderlijke secties die het beste presteren een prijs. Bovendien delen de drumcorps ook nog eens Awards uit voor leden die extra waardering verdienen. De prijs die de winnaar van de DCI Finals krijgt is absoluut de beste, mooiste en grootste. De DCI bokaal is Een enorm houten kolos, die waarschijnlijk meteen weer in de kluis verdwijnt van de organisatie. Wel krijgt het corps een mooie kleinere versie van de prestigieuze bokaal. En natuurlijk is er die eeuwige roem: een DCI-titel telt en zal nooit worden vergeten. Naast de absolute hoofdprijs worden er tal van andere Awards uitgereikt na afloop van de Finals. Zo zijn er prijzen voor Best Percussion, Best Brass, Best Guard, Best Effect en Best Visual. Hierbij wordt gekeken naar het gemiddelde van het betreffende onderdeel tijdens zowel Prelims, Semifinals als Finals. Het corps dat op het onderdeel het hoogst scoort, krijgt de bijbehorende award. Dit jaar was de suprematie van de Blue Devils zo groot, dat het alleen de prijs voor Best Percussion niet won. Die ging naar Santa Clara Vanguard. Naast de officiÍle prijzen die worden vergeven tijdens DCI Finals, delen de corps ook prijzen uit voor leden die een voorbeeld zijn voor een ander. Zo kunnen nieuwelingen de prijs winnen voor best rookie en dingen de andere leden mee naar de prijs voor beste lid, al dan niet van het hele corps als de afzonderlijke secties. Dit jaar gingen er in ieder geval twee leden met zo’n award naar huis.
Dutch in DCI deelt opnieuw ‘scholarships’ uit
H
et valt niet mee om als Nederlander een zomer lang ‘DCI’ te lopen. Zo moeten veel leden meerdere tickets kopen om de camps te bezoeken. Ook vragen de corps een behoorlijke corpsfee van een paar duizend dollar. Waarvoor je overigens wel wekenlang een dak boven je hoofd hebt en te eten krijgt. Kosten die oplopen tot duizenden euro’s, maar die wel garant staan voor een fantastische ervaring. Om de Nederlanders in DCI tegemoet te komen, heeft de Dutch in DCI-foundation ook dit jaar weer een aantal Scholarships uitgereikt. Andrea Boot (Cadets), Koen Otten (Blue Devils), Anton Buitendijk (Phantom Regiment), Maarten Walraven (Spirit of Atlanta) en Erwin de Jong (Colts) kregen alle vijf een bedrag van 1000 euro als steun in de rug. Op de foto staat ook bestuurslid Marc Haarman. Belangstellenden die de ‘Dutch in DCI’ de komende jaren financieel willen steunen, kunnen meer informatie vinden op www.dutchindci.com. On the Front beveelt die stichting van harte bij u aan.
Nederlanders presteren uitstekend tijdens DCI World Championships
K
oen Otten mag dan de kersverse nieuwe Nederlandse DCI World Champion zijn, ook de andere Nederlandse deelnemers in DCI-competitie hebben uitstekend gepresteerd. Zo eindigden Andrea Boot (Cadets) en Jan Bakker en Talitha van de Wijngaard (beiden Carolina Crown) ook in de top-5 tijdens Finals. Koen Otten maakte bij de Blue Devils een droomjaar door. De trompettist, die lid is van Beatrix Hilversum, bleef ongeslagen en wist tijdens de Finals ook nog eens met zijn club de Best Brass Award binnen te slepen. ‘Dit is het beste dat me in mijn leven is overkomen’, zei Otten meteen na de prijsuitreiking in een interview met Korpsmuziek. Nog nooit haalde een drumcorps zo’n hoge score tijdens een DCI-wedstrijd. De Blue Devils, hun show Felliniesque en Koen Otten gaan de geschiedenisboeken in.
Guardlid Andrea Boot (Juliana Middelburg) streed het hele jaar - weliswaar op gepaste maar niet onoverbrugbare afstand - mee om de DCItitel. De Cadets konden het gat met de Blue Devils uiteindelijk niet dichten. Andrea zal zelfs een wat zure nasmaak hebben overgehouden aan de Finals, want op de laatste dag werden ze nog voorbijgestreefd door de Bluecoats. Toch bleek hun show ‘Promise, An American Portrait’ goed voor een fantastische derde plaats tijdens het WK. Een prachtige prestatie voor Andrea, die bij haar corps ook nog eens werd verkozen tot ‘Rookie van het jaar’. Jan Bakker (euphonium) en Talitha van de Wijngaard (guard) gingen met Carolina Crown als ‘defending champion’ de competitie aan en kwamen uiteindelijk uit op een ietwat teleurstellende vijfde plaats. En dat terwijl Crown ging voor het prolongeren van de titel. Out of this World was alleen misschien wel de favoriete show van het publiek, als je tenminste mocht afgaan op het applaus.
Age-out Jan Bakker (Showband Marum) deed twee jaar geleden ook al mee bij Crown en werd toen tweede. Helaas kon hij in het kampioensjaar niet
lopen, maar toch sloot hij zijn DCI-carrière bij Crown eervol af omdat de brass net achter de Blue Devils tweede werd op hun onderdeel. Talitha van de Wijngaard (Sensation Performance Ensemble) was dit jaar een van de dragende krachten van de guardgroepen en voor haar was dit jaar helemaal bijzonder. Ze werd namelijk verkozen tot ‘Guardlid van het Jaar’ van Crown. Een eervolle erkenning voor alle inzet die ze de laatste jaren bij Crown heeft laten zien.
Gerjo Bommelje is ook afkomstig van Juliana Middelburg en maakte samen met Anton Buitendijk (Jubal) een mooi jaar door bij Phantom Regiment. Deze voormalige DCI-kampioen bleef in Finals dan wel steken op een zevende plaats, maar had met Swan Lake een mooi programma. De lat lag dit jaar hoog, we zeggen het toch nog maar eens.
Erwin de Jong (Con Spirito) speelt al een aantal jaar bariton bij de Colts. Het is voor hem zijn tweede thuis en opnieuw had Erwin een mooi jaar, zo laat hij weten. Ook al was het even zuur dat ze op een tiende van een punt de Finals misten. Je leest verderop dit nummer meer over zijn ervaring. Evert Blaasse is het derde lid namens Juliana dat actief was in DCI. Met de Troopers liep hij een mooie show, die ook op veel reactie kon rekenen van het DCI-publiek. Met een veertiende plek in de rangschikking mag hij tevreden terugkijken. Maarten Walraven van Jubal speelde in de bassline van Spirit of Atlanta. Ook hij trainde een zomer keihard om het optimale uit hun show te halen. En ook Maarten kan terugkijken op een prachtige zomer. De nog jonge Bjorn Nahon (Juliana) maakte zijn debuut bij de Colts Cadets op tenor. Hij leerde dit jaar ontzettend veel. En volgens Bjorn smaakte dit seizoen naar meer. Die zien we zeker nog terug!
‘Dit was het beste DCI-seizoen ooit!’
D
Robby Overvliet is onder de indruk
eze zomer was voor mij persoonlijk mijn ‘25th anniversary’ in DCI en - mijn hemel - wat was het een bijzonder jaar. Regelmatig heb ik deze zomer teruggedacht aan de lange DCI reis die voor in 1989 begon als spelend lid. De ‘face of drumcorps’ is extreem geïnnoveerd in die kwart eeuw. Dit leidde wat mij betreft in 2014 tot het beste DCI seizoen ooit. Ook binnen het DCI-Juryteam werd deze zomer veel gesproken over de enorme kwaliteitsverbeteringen op vele vlakken. Natuurlijk is dat in eerste instantie te danken aan de corps zelf: de designteams hebben fenomenale ontwerpen op het veld weten te toveren. Binnen DCI is een aantal jaren geleden onder aanvoering van Michael Cesario een artistieke kanteling ingezet waarbij entertainment een grotere plaats binnen het jurysysteem heeft gekregen. Ik denk dat we daar zo langzamerhand met z’n alle de vruchten van aan het plukken zijn. Daar bovenop is drumcorps steeds atletischer aan het worden voor de deelnemers. De eisen die gesteld wordt aan de fysieke gesteldheid van de leden van het corps wordt nog steeds ieder jaar groter. Voor de designteams worden de mogelijkheden daarmee steeds groter en diverser. Vliegende performers, dansende brassspelers, op twee mondstukken spelende brass, acterende tubaspelers, percussion spelende colorguard. Noem maar op, je kunt het zo gek niet bedenken of een corps heeft zich er aan gewaagd in de afgelopen jaren. Een ding is zeker het gaat tegenwoordig veel verder dan just marching & playing zoals wij dat 25 jaar geleden deden. Ook voor ‘onze eigen’ Dutch in DCI is het ieder jaar weer harder knokken. Ten eerste om zichzelf een plaatsje te verwerven tussen de drumcorps elite en verder om het vervolgens allemaal bij te kunnen benen. Ik heb deze zomer weer van heel dichtbij mogen zien hoe ‘onze’ 10 Nederlanders die de keuze hebben gemaakt om in DCI mee
te doen, meegetrokken worden in een enorme kwaliteitsverbetering. Je ziet ze groeien, je ziet ze knokken, je ziet ze vallen, opstaan en doorzetten. Je ziet ze de tijd van hun leven hebben. Fantastisch en - geloof me - dat zijn levenslessen die een permanente positieve impact hebben op de persoonlijkheid en instelling van deze mensen! Waar dan ook precies de oorzaak ligt van ‘het beste jaar in DCI’, het was smullen voor het publiek. Vele bezoekersrecords werden gebroken en is het dus ook voor DCI smullen want meer bezoekers betekent meer dollars, betekent meer mogelijkheden om weer te investeren in leuke nieuwe dingen.
Ik zou zeggen richting DCI: ‘Keep up the good work, change is the only constant’. Voor wat betreft onze eigen bijdrage vanuit het kikkerlandje hoop ik dat ook wij de opgaande lijn van Dutch in DCI voort kunnen zetten. Voor onze jonge medelanders is het de tijd van hun leven. Voor Drumcorps in Nederland en Europa is het echt een noodzakelijk impuls. Een impuls die deze mensen door blijven geven aan onze activiteit door de unieke ervaring die ze mee terugnemen uit het ‘Mekka van Drumcorps’. Steun de huidige Dutch in DCI generatie en wordt lid van de Dutch in DCI Foundation via www.dutchindci.com.
‘Drumcorps is het zwaarste dat je ooit zult doen in je leven’ Talitha van de Wijngaard
D
rie jaar lang was Talitha van de Wijngaard één van de guardleden bij Carolina Crown. Ze presteerde in 2011, 2013 en 2014 op de toppen van haar kunnen. Met 2013 als hoogtepunt, zou je als buitenstaander denken. Maar Talitha leerde elk jaar veel en ging fysiek tot het uiterste om vooral zichzelf te ontwikkelen. OTF vroeg haar wat er fysiek en mentaal voor nodig is om een jaartje DCI te lopen. Kun je je eerst even kort voorstellen? Ik ben Talitha van de Wijngaard en ik ben 21 jaar. Ik heb 2,5 jaar als doktersassistente gewerkt en ga dit jaar starten met de lerarenopleiding Engels. Komende winter doe ik voor de 14e keer mee bij de winterguardgroep Sensation Performance Ensemble en dit was mijn derde en laatste zomer bij Carolina Crown. Het seizoen is inmiddels al bijna twee weken voorbij. Ben je alweer een beetje afgekickt? Ik ben wel weer blij om thuis te zijn bij mijn familie en vrienden. Het is wel weer erg lastig omschakelen. Je komt thuis en je komt na een paar maanden weer helemaal in een andere cultuur. Voor mij voelt het als een andere taal, andere mensen, anders eten en vooral: je hebt ineens weer allemaal verplichtingen. Ik kan inmiddels zeggen dat ik mijn beste
Talitha in actie tijdens Out of this
vrienden in Amerika heb en het is elke keer heel erg lastig om die allemaal achter te laten. Ik zie Amerika inmiddels als mijn tweede ‘thuis’ en ik heb daarom dus ook heimwee naar het leventje daar. Vorig jaar heb ik daar heel veel moeite mee gehad, dus ik hoop dat het dit jaar wat meevalt. Hoe kijk je terug op het afgelopen seizoen? Was het heel anders dan in andere jaren? Dit was voor mij weer een geweldig seizoen. Het was zwaarder dan vorig jaar. Dit jaar begon wat moeizaam maar we hebben uiteindelijk alles bereikt wat we wilden bereiken. Ik ben hartstikke trots op deze show en ik had dit voor geen goud willen missen. Kun je de lezers uitleggen hoe een seizoen verloopt en welke fysieke en mentale inspanningen dit vereist? Een seizoen bestaat eigenlijk uit drie delen. Je begint bij Crown met spring training en dat duurde dit jaar zo’n vier weken. Op spring training leer je de drill (choreografie) en de invulling van het guardwerk. De hele show zit er redelijk goed in na 4 weken en dan ga je op tour. Tijdens tour zit er nog een soort van tussengedeelte van een paar weken, waarin veel veranderingen in de show plaatsvinden. En dan heb je de laatste weken naar Finals toe.
s World (2014)
In die weken wordt vooral hard gewerkt aan de continuïteit van de show en het cleanen van het programma. Fysiek en mentaal moet je erg sterk zijn. Je traint de hele dag van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Je lichaam wordt moe en toch moet je jezelf pushen om door te gaan. En dat altijd voor de volle 100 procent.
Het is nooit een optie om een repetitie even niet voluit te gaan. Het is een ‘mental game’ . Je moet jezelf kunnen en willen overtuigen dat je het kan en wil. Zelfs op de dagen dat het onmogelijk lijkt. Ik ben er van overtuigd dat drumcorps het zwaarst is wat je ooit zult doen in je leven. Hoe bereid je je daar op voor als je nog in Nederland bent? Wat is er voor nodig om DCI te lopen? Uiteraard moet je auditie doen voor het corps waar jij wil gaan lopen. Het verschilt per sectie (brass, percussion of guard), op welke manier je je moet voorbereiden. Voor alle secties en zeker bij de guard gaat het erom dat je in shape bent. Ik ga altijd 3.5 maand intensief sporten. Je zult van tevoren conditie op moeten bouwen, want je wil uiteraard niet eindigen met een blessure. Maar ook als je in de VS bent, is het hard werken. De eerste weken gaan ze je eigenlijk gewoon klaarstomen om op tour te gaan. Bij Crown betekent dat hardlopen, buikspieren, opdrukken en nog veel meer. Het valt me op dat veel ‘Dutch in DCI’ zeggen dat het vooral draait om het beste uit jezelf te halen. Van een winnaarsmentaliteit is totaal geen sprake. Worden jullie daar een beetje gehersenspoeld? Hoe ontstaat die instelling? Bij Crown gebruiken ze de zin: ‘Developing life long excellence’. Dat wil zeggen dat bij Crown de belangrijkste doel is om jezelf zo te ontwikkelen dat je er de rest van je leven iets aan hebt. Crown is niet van het winnen, zo is ook de instelling niet. Je traint omdat je het beste uit jezelf wil halen en verder wil gaan dan wat jij dacht dat je grenzen waren. Bij Crown
Talitha in 2013, het jaar waarin Carolina Crown kampioen werd
willen we zo goed worden als we kunnen en dat laten zien aan het publiek. Wat de personen in de groene shirtjes (de juryleden) daar van denken maakt niet veel uit. Ik hou van die mentaliteit, ik ben zelf nooit van het ‘winnen’. Ik ben meer van het genieten. Jullie hadden dit jaar op de zondag na de Finals nog een bijeenkomst met alle leden. Veel clubs gaan al tien minuten na de prijsuitreiking uit elkaar. Wereldkampioenen zeggen elkaar meteen gedag en stappen op het vliegtuig. Dat
is toch eigenlijk ontzettend raar en hard? In Nederland kunnen we ons dat niet voorstellen: is dat toch een verschil in cultuur? Bij Crown is er inderdaad elk jaar een banquet. Dit is de dag na finals. Op de banquet worden alle leden, volunteers, admin en staff bedankt en krijgen alle age-outs de tijd om iets te zeggen. We krijgen samen een ontbijt voorgeschoteld en zingen voor de laatste keer het corpslied. Dit is het moment waarna je iedereen gedag zegt. Bij Crown krijg je de
mogelijkheid om nog na finals te blijven slapen in de housing site waar we die week verbleven. Ik denk niet dat veel corpsen die mogelijkheid bieden.
ervoor! Ga auditie doen bij een corps dat je aanspreekt: je zult er geen spijt van krijgen. Als je van hard werken houdt, is dit zeker iets wat je wil proberen.
Jij werd tijdens het banquet verkozen tot beste guardlid. Wat doet die erkenning met jou? Extra mooi omdat je age-out bent? Dat was voor mij heel speciaal. De ‘Best Guardmember Award’ wordt uitgereikt door de staff. Zij kiezen dus wie dit wint. De staffleden van Crown zijn mensen waar ik al jaren heel erg tegen op kijk en waar ik veel respect voor heb. Ik ben de andere jaren ook genomineerd geweest, wat iets is wat ik al heel speciaal vond. Dat ik deze award dit jaar gekregen heb maakt dat dus nog specialer. Ik vind het een hele eer en ik ben de staff ook heel erg dankbaar dat ik dit jaar weer tussen zoveel talent op het veld mocht staan.
Dit was je laatste jaar. En nu? Zien we je in Nederland nog op het veld? En heb je ook andere ambities? Bijvoorbeeld qua lesgeven? Dit was helaas mijn laatste jaar. Ik hoop dat ik het snel een plekje kan gaan geven. Ik had nog wel wat jaartjes willen lopen. Gelukkig loop ik zelf in de winter bij Sensation als lid maar ook als stafflid. Daarnaast ga ik mijn 5e jaar als stafflid in bij Avant Courir en geef ik al wat jaartjes in de zomer les bij Jubal Drum & Bugle Corps.
Wat is in al die jaren DCI de grootste les die je hebt geleerd? Er is niet maar één grote les die ik geleerd heb. In de drie jaar met Crown heb ik zo veel geleerd. Ik heb geleerd om hard te werken. Ik heb geleerd dat je je altijd voor de volle 100 procent moet geven. Ik heb geleerd om alles uit mezelf te halen. Ik kan zo nog wel doorgaan met wat ik allemaal geleerd heb. Ik ben veranderd als persoon en Crown heeft mij geleerd dat ik alles kan zijn wat ik wil zijn. ‘Teamwork makes the dream work!’ En waarom zou een ander DCI moeten gaan lopen als diegene daar het talent voor heeft? DCI lopen is voor mij een van de mooiste dingen die ik ooit heb meegemaakt in mijn leven. Ik heb er de beste vrienden aan overgehouden. Ik heb een tweede familie aan de andere kant van de wereld. Ik ben zo veel beter geworden in het gene waar ik voor kwam: colorguard. Als je er talent voor hebt en je wil graag DCI lopen, ga Talitha in 2011
Ik zal me in Nederland vooral gaan richten op lesgeven in de zomer, ik denk niet dat je mij ooit nog in de zomer op het veld gaat zien. Ik hoop in de toekomst ergens les te gaan geven in de zomer in Amerika, want dat lijkt me een geweldige ervaring. Ik heb veel doelen in het leven, dus wie weet waar je me nog tegen gaat komen!
Respect is het toverwoord!
R
espect: dat is tijdens de DCI World Championships eigenlijk het toverwoord. Zo kregen alle corps het respect van alle aanwezigen in het stadion. ‘Corpshooligans’? Die kennen ze in de het Lucas Oil Stadium niet. Indrukwekkend was ook het eerbetoon - meteen na de wedstrijden in Semifinals - voor de leden van de Hall of Fame, de zogenaamde ‘Dutch in DCI’ en de age-outs: de leden die voor het laatst mee mogen doen in het DCI-circuit. Dat schreven we eerder al op Korpsmuziek, maar toch willen we hier in On the Front ook nog aandacht aan besteden. Want drie dagen lang viel op dat er een groot onderling respect is. Zo klappen de tienduizenden toeschouwers bij elk corps hun handjes stuk en is er respect voor de inzet van alle muzikanten en dansers op het veld. Een supporter met een Blue Devils t-shirt en een Cavaliers-petje? Geen uitzondering. Zie je dat in Nederland? Iemand met een petje van Jubal en een shirt van Beatrix? Het woord ‘Corpshooligans’ – al dan niet met of zonder gastoeter – kennen ze in de VS niet. Kunnen we hier best nog wat van leren: onderling respect voor de prestatie van anderen! Trek tijdens een show vooral ook niet je mond
open. Als verslaggever wil je nog wel eens enthousiast of teleurgesteld een bepaalde passage bespreken. Maar dat wordt niet op prijs gesteld. Tijdens de shows ben je stil! En dus is het tijdens zachte passages ook af en toe ontzettend stil. Niks geen geroezemoes vanuit de hamburgerstand. Dat respect zie je ook terug onder leden, die elkaar zonder moeite feliciteren. En dat geldt ook voor de instructieleden en corpsdirectors. Die maken er tijdens de prijsuitreiking vooraan het veld een gezellige boel van. Indrukwekkend is het eerbetoon aan de leden van de DCI Hall of Fame. Zie het als een enorme eregalerij van personen die in het verleden (en vaak genoeg ook nog nu) veel hebben betekend voor de DCI-activiteit. Na de Semifinals worden de nieuwe leden van deze Hall of Fame in het zonnetje gezet. Bovendien worden alle aanwezige leden van de Hall of Fame het veld op gevraagd. De mensen die inmiddels zijn ontvallen worden geĂŤerd met een in memoriam. En zo krijgen ook de mensen die belangrijk zijn geweest voor de activiteit het respect dat ze verdienen.
Ook hier kunnen we best wat van leren. Zo zijn er in de laatste decennia veel mensen geweest die veel hebben betekend voor de showsector, maar nu een minder actieve rol vervullen. Mensen die bands en korpsen tot een hoog niveau hebben gebracht, jarenlang hun ziel en zaligheid in een vereniging hebben gestoken, als jurylid menig wedstrijd hebben bejureerd en zich hebben ingezet voor de ontwikkeling van onze hobby. Genoeg mensen om ook eens een mooie Nederlandse Hall of Fame uit de grond te stampen. Wie neemt het initiatief? Op die manier blijven de Hall of Fame leden in herinnering. Het is dan ook een prachtig symbool dat in de VS deze Hall of Fame-leden de age-outs hun herdenkingspin uitdelen. Binnen DCI geldt een leeftijdsgrens en iedereen die na dit jaar buiten die grens valt, mag na Semifinals het veld op tijdens de ageout-ceremonie. Ook dit is een prachtig eerbetoon aan muzikanten of guards die soms wel vijf of zes jaar lang meerdere maanden keihard hebben getraind om het publiek een fantastische show voor te schotelen. Mooi was ook het eerbetoon dat de winnaars van de scholarships van ‘Dutch in DCI’ kregen. Vijf Nederlandse jongeren kregen een beurs van 1000 dollar als steun voor het waarmaken van hun droom. Voor volle tribunes kregen ze hun podium en werd het scholarship uitgereikt.
Het DCI-gevoel van Matthijs van Houten
H
et DCI-gevoel, dat is bijna niet te beschrijven. Jarenlang zit ik YouTube af te sneupen voor filmpjes en draait DCI Fan Network - een groot netwerk vol met filmopnames van de shows van 1972 tot aan nu - overuren. Ontzettend leuk, maar pas als je hier bent, rondloopt en de muziek je om de oren vliegt, krijg je het echte DCIgevoel. Ongeveer tachtig brassinstrumenten die fullpower recht in je gezicht blazen. Verbluffende choreografieën met snelheid en intensiteit. Prachtige stille momenten en krachtige drumbreaks. En natuurlijk guardgroepen die vol overgave hun performance weggeven. Met dit maar een eervolle vermelding voor de bijzondere shows van Crown, Bluecoats en de Blue Devils. Met hun overigens zeer aantrekkelijke guard, die je volledig weet in te pakken tijdens de tweede helft van hun show. Of met kippenvel
op de tribune zitten omdat je weet dat in een van die topcorps een bekende van je loopt. Dat is het DCI-gevoel tijdens de show. Maar het DCI-gevoel is meer. Dat begint al zodra je tegen het immense stadion aanloopt. Onvoorstelbaar groot, hoog en imposant. Er passen zo’n 70.000 man in het stadion en tijdens de DCI Finals zitten er zo’n 30.000 man in het stadion. Een stadion met een dak en voorzien van airconditioning. Ook al is het buiten meer dan 25 graden, hier heb je een lange broek nodig. Perfect, want zo hebben
alle corps gelijke omstandigheden. Geen regen, zelfde temperatuur en onder kunstlicht.
Rondom het veld is een grote winkelstraat ingericht met shops van alle corps. Stickers, shirts, badges en petjes: alles is er te koop. En er wordt ook flink ingekocht. Prima, want voor de corps is het een extra steun en biedt het de mogelijkheid om de club in leven te houden.
filmcameraatje in de hand en juichend om de flitsende percussion oefeningen en indrukwekkende brass warming-ups. Het in een brasscirkel mogen zitten: prachtig. Overweldigd worden door het geluid van 80 toeters, maar nu wel heel dichtbij. Honderden supporters, dicht bij hun helden. Of van die figuren die steeds weer opduiken. Staan ze ineens, omdat ze een kennis hebben in de instructie, midden op het veld tijdens een repetitie. Helpen ze mee met het drooghouden van de pit tijdens een regenbui. Of belanden ze in de immense catacomben, samen met het corps dat erna het veld op moet. En daar is ook weer het respect. Want zodra het corps klaar is met hun warmingup, stappen ze in de bus en worden ze onder politiebegeleiding naar het stadion gebracht. Met loeiende sirenes. Alsof het supersterren zijn. Maar bovenal is het een gevoel van overweldigd worden. Groot, groter, grootst. Goed, beter, best. Mooi, mooier, mooist. En dat met een uitzinnig publiek dat waardering heeft voor elk corps. Elk optreden weer 150 kids die maandenlang hebben getraind om je als publiek, pers, stadionmedewerker of wie dan ook te vermaken. Zodat je met een ontzettend goed gevoel de deur uit loopt.
En dat kost nogal wat geld. Een konvooi van bijna tien vrachtwagens en bussen is geen uitzondering. Drie bussen voor de leden. Een bus voor de instructie. Een kooktrailer en vrachtwagens voor de instrumenten. Soms zelfs een truck voor alle decorstukken en ga zo maar door. Allemaal verzameld op een groot parkeerterrein waar het wemelt van de muzikanten, supporters en familieleden die na een maandenlange tour hun kroost weer kunnen zien. Het DCI-gevoel heeft ook te maken met respect, maar daar schreven we gisteren al over. Bijzonder is ook de warm-up area, iets verderop in een park. Corps doen er hun warming-up onder toeziend oog van honderden supporters. Allemaal met een
Dan kan een livestream nog zo mooi zijn. Maar ga er gewoon eens heen, dan beleef je het DCI-gevoel pas echt.
Directeur Dan Acheson over de internationale ontwikkelingen binnen de DCI-organisatie
J
aarlijks reizen vele tientallen jongeren uit de hele wereld naar de VS om daar onderdeel te zijn van één van de drumcorps binnen het DCI-circuit. Komende zomer wil Jubal voor drie weken de plas oversteken om daar mee te doen aan de wedstrijden. Maar heel erg ‘internationaal’ is het Drum Corps International-circuit niet. Daar wilden we het graag met de CEO van DCI, Dan Acheson, over hebben. Acheson heeft de dagelijkse leiding over DCI, dat zetelt in Indianapolis. Naast de DCIcontests, organiseren ze ook Soundsport en Drumline Battle: twee wedstrijdcircuits met minder regels op het gebied van instrumentarium en leeftijd.
On the Front is benieuwd wat DCI er verder aan doet om deelname van corps uit de hele wereld aan het wedstrijdcircuit te stimuleren. Niet alleen op individueel vlak, maar ook als je kijkt naar corps die richting de VS willen komen. Hoe duur het ook is voor veel corps. En natuurlijk maken de regels het lastiger om volwaardig mee te doen, als je oudere leden in je corps hebt. Als OTF-redactie vinden we namelijk wel dat als je een WK pretendeert te organiseren, dat een wedstrijd dan ook een internationaal karakter moet hebben. Klik hieronder voor het audio-interview van Matthijs van Houten met Dan Acheson, slechts een paar uur voor de DCI Finals.
Verslag Drum Corps International Finals
A
ls redactie hebben we lang getwijfeld of we op zowel Korpsmuziek.nl als in On the Front een uitgebreid verslag zouden gaan plaatsen van de optredens. Want het niveau ligt ontzettend hoog en wie zijn wij om een oordeel te vellen of honderden uren aan training. En toch hebben we tijdens de Finals een aantal woorden op papier gezet om de lezers een impressie te geven van wat er te zien valt. Hieronder volgt een korte samenvatting van dit verslag van Matthijs van Houten, zodat we er ook nog maar weer een paar foto’s bij kwijt kunnen. Het zijn impressies die in de korte tijd tussen de shows op papier zijn gezet. Voor een uitgebreider verslag verwijzen we naar de website van Korpsmuziek.nl. Het immense Lucas Oil Stadium is al even open als het publiek een mooi voorproefje krijgt op de competitie met de shows van Blue Devils B
(Open Class Champion) en het US Marine Drumcorps. Na een ‘eerbetoon’ aan de sponsoren is het dan toch echt tijd voor de apotheose van dit seizoen. De Crossmen trappen Finals af met hun show ‘A Gypsy Soul’. Een show die absoluut het gypsy-gevoel overbrengt, maar dat komt vooral door de sfeer in de muziek en guards die hun show doen in mooie zigeuneruniformen. Madison Scouts (Time Trip)
is altijd een publieksfavoriet en lijkt zich dan ook te richten op het vermaken van de tienduizenden bezoekers. Mooi is het trombone-combo en de afmars waarbij het halve corps al van het veld af is en twee olisten het programma mooi afsluiten. De Boston Crusaders nemen ons mee naar de Animal Farm. De guards dragen allerlei maskers en gedragen zich letterlijk beestachtig. We zien veel molens en hekken in de choreografie. Dit programma vraagt erg veel van de leden en daardoor zijn de intervallen niet altijd perfect en moeten sommige muzikanten flink rennen om hun set te halen. Waarbij ze soms bijna op hun snufferd gaan. Maar wel een interessant programma!
We gaan verder in competitie met een show die me tot dusver niet kon bekoren, maar dat is nu wel anders. De Blue Stars komen in volledig verhuiskostuum het veld op. Op het veld ligt een soort blauwdruk van een huis. Gedurende de show wordt het huis ingericht en probeert een jong stelletje het hun eigen huis te maken. Juist: Home is where the Heart is!
En dan nu een show waar we ontzettend naar uitkijken, want Phantom Regiment maakte tijdens Prelims en Semis flink indruk. Hun show Swan Lake laat zien hoe alle witte zwanen worden overmeesterd door zwarte zwaantjes. Gelukkig blijft er nog wel een wit koppeltje over. Gedurende de show veranderen secties in zwart. Dat wordt ingezet bij het slagwerk dat dreigend in zwart het veld opkomt. De focus wordt steeds zo gelegd dat er opeens weer een zwarte groep zwanen bij is. Een prachtige show, die wat mij betreft ook best meer zou verdienen dan een achtste plaats, ware het niet dat de lat erg hoog ligt!
Je hele leven dat voorbijflitst in een seconde. Een seconde die eeuwig lijkt te duren. Maar een ervaring, waarvan je je niet kunt voorstellen dat je die gaat meemaken. Een ervaring die je op een gegeven moment rust geeft. Waarbij je de herinneringen koestert. Dat is het verhaal dat de Blue Knights willen vertellen. En dat doen ze mooi! Bijvoorbeeld in
gesproken tekst en een aantal borden die de herinneringen mooi illustreren. Bijvoorbeeld de favoriete mapletree met gele bladeren. Of de handen van oma. En tal van andere plaatjes die mooie plekjes en herinneringen voorstellen. That one second!
Na een korte pauze gaan we meteen over naar het grote slotstuk van de Finals. En met de Cavaliers staat er een absolute grootmacht op het veld. Na een paar mindere jaren, hebben de Cavies weer een sterke show: Immortal. De Cavaliers gaan met dit programma weer een beetje terug naar hun roots. Je hoort de zeer kenmerkende sound, meteen al in een prachtig koraal waarmee de show wordt begonnen. Ook visueel zitten er weer zeer typerende Cavies-movements en transities in. Tegelijkertijd gaat dit drumcorps
wel met hun tijd mee als je kijkt naar hoe ze meer gebruik maken van decorstukken en versterking. Het is een aaneenschakeling van hoogtepunten. Van de marimba’s on the field (ga dat youtuben!) tot de solo van de euph. En absoluut ook de ontzettend vette drill richting het einde. En laten we het dan ook hebben over de fenomenale loopstijl, die ook volledig intact blijft op het moment dat de leden moeten sprinten om hun plek te halen.
Wauw. Out of this World. Zo heet de show niet alleen, maar dat is deze show van Carolina Crown. Wat een spektakel. Crown vertelt het verhaal van een lancering van een ruimtevlucht, dat op een gegeven moment in de problemen komt. Het contact raakt verloren en even wordt gevreesd voor het lot van de bemanning. Maar zo richting het einde van de show wordt het contact hersteld: Im coming Home! Ontzettend sterke brass, indrukwekkende drill, veel energie en mooie effecten. Een show waarmee Crown had kunnen strijden om de titel, ware het niet dat het corps eigenlijk nog een maand nodig had gehad om de show door te ontwikkelen en te cleanen. Maar genoten hebben we absoluut!
Santa Clara Vanguard heeft absoluut een topjaar met hun show Scheherazade. Ze nemen je volledig mee in de sferen van ‘1000 en een nacht’. Dat zie je terug in het decor (een Oosterse skyline en grote satijnen kussens, de uniformen (prachtig!) en in de sfeer van de muziek. De opener is ontzettend vet: helemaal als er met 22 trombones voluit wordt getoeterd. De trombones zien we vaker terug, maar het is vooral wat een gimmick. Daar waar de Madison Scouts er een prachtig tromboneensemble van maken, gebruikt Vanguard het instrument vooral als visueel object en om op dat moment even een andere klankkleur te genereren. Heel moeilijk wordt het niet. Vanguard heeft een snelle en intense drill, vaak op een klein oppervlak en dat zorgt voor een groot effect. Mooie show met prachtige sferen.
in allerlei aspecten. Dat begint al bij de aankondiging waarbij de speaker wordt ‘getilt’ met een pitchbend. Ook staan d’r leden in scheve lichaamshoudingen klaar en houden ze bijvoorbeeld hun instrument scheef, als ze niet spelen. Tilt is tot in de finesses doorgevoerd. Op het veld staan tientallen driehoekige podia, die in allerlei verschillende standen worden gebruikt. Je kunt ze draaien en ze zijn zo gemaakt dat je hem bijvoorbeeld op een punt kan zetten en de driehoek kunt kantelen terwijl er twee tenors op staan te soleren.
De Bluecoats hebben een fenomenaal einde als ze een akkoord inzetten en dit wordt overgenomen door een sample inclusief pitchbend. De brass zet opnieuw een akkoord in en weer volgt een pitchbend via de sample. Het slotakkoord is overweldigend en het allerlaatste statement is super!
Bloooooooooooo roept het hele publiek als de Bluecoats het veld opkomt. Ze brengen vanavond hun innovatieve show Tilt. En ‘tilt’ is wat je ook het hele programma terugziet
Voor iedereen die een mooie geschiedenisles over de VS wil hebben: check de show (Promise: An American Portrait) van de Cadets. Aan de hand van een verteller, met een fantastische stem, wordt je meegenomen in de geschiedenis van het machtige land. De crisis, oorlog, de industrialisatie, de toename van de macht en het uitkomen van de Amerikaanse droom: alles komt voorbij in deze mierzoete nationalistische show. Je moet er van houden en ik zeg eerlijk dat ik er nogal wat moeite mee heb. Maar technisch en artistiek is het van een hoog niveau.
Excellent, dat moet je zijn om de hoogste score te halen. En excellent zijn de Blue Devils tijdens hun show Felliniesque. Ze staan al het hele jaar onbedreigd bovenaan in de rankings en dat is terecht. Felliniesque klopt als een bus. Filmrollen die ronddraaien rond camera’s en andere decorstukken. Je waant je op een filmset met de Blue Devils als acteurs. Alles zit er in, veranderingen van stijl en sfeer, tempo, intensiteit, absurditeit en sensualiteit. Een dramatische ballad na een spetterend intro van een groep trompetten. Een feestje en een groep fantastische meiden die even later losgaan met hun tamboerijnen. Sexy en sensueel: de regie liet er in het stadion niets van zien op de schermen, maar de meiden pakken echt iedereen in. Het gaat maar door. Deze show heeft een ontzettend hoge moeilijkheidsgraad, maar de uitvoering is nagenoeg perfect. Op visueel en muzikaal vlak is dit een absolute topshow en er zal dan ook niemand aan twijfelen dat de Blue Devils vandaag met de titel naar huis gaan.
DCI of WMC, geen idee!
H
oeveel keer in je leven kun je meedoen aan het Wereld Muziek Concours in Kerkrade? Dat valt tegen, als je vier keer de grasmat wilt betreden dan heb je er al heel wat jaren op zitten. Als toeschouwer houd je het langer vol. Zeven keer heb ik er ondertussen opzitten, op en langs het veld en als toeschouwer. Door Piet van Houten Dit jaar ben ik voor het eerst naar de wedstrijden van Drum Corps International (DCI) in Indianapolis geweest. Als je wilt kun je daar jaarlijks naartoe. Als je fanatiek je hobby beoefent en je wilt dat op het hoogste niveau doen dan klinkt dat aantrekkelijk. Maar niets is minder waar, ik denk dat je vaker op de grasmat in Kerkrade kunt staan dan in Indianapolis. Maar dat heeft vooral met de leeftijdsgrens te maken.
Dit jaar was ik in de gelegenheid om het DCI eens van dichtbij mee te maken. Niet alleen als bezoeker, ook met ‘credentials’, waardoor het mogelijk werd om een kijkje te nemen in de keuken van het DCI en op het veld. Als fervent WMC-ganger is het dan onvermijdelijk om zaken eens te vergelijken. Niveau Beide wedstrijden pretenderen op het hoogste niveau, het wereldniveau, te opereren. Het WMC als Wereld Muziek Concours en de vaandelwinnaars verbasteren hun WMC titel vaak tot de titel Wereldkampioen. In Indianapolis wordt duidelijk aangegeven dat het een World Championship betreft.
Wat ik op het veld zag in Indianapolis is overweldigend. Met al mijn ervaring in de showwereld en als jurylid durf ik wel te stellen dat alle deelnemers die in de top twaalf komen tijdens de DCI wedstrijden, in staat zijn het WMC te winnen. Absolute top, spectaculair, vernieuwend en musiceren en bewegen op een hoog niveau. In Kerkrade heb ik altijd genoten van shows, soms ook met bewondering naar de prestaties gekeken. In Indianapolis heb ik alleen maar vol bewondering gekeken naar de presentaties in de Finals. Is alles zo goed in Amerika? Nou nee, ook daar zie je deelnemers tijdens de Prelims, die zeker achter blijven bij korpsen uit Nederland en de rest van de wereld. Maar de top van de ‘Open Class’, de tweede divisie, en het overgrote deel van de deelnemers in de ‘World Class’ van het DCI onderscheiden zich zeker van de rest van de wereld. Wereldwedstrijd Beide evenementen zijn wereld evenementen. Zowel in Kerkrade als in Indianapolis zie je deelnemers uit andere landen. In Kerkrade zijn de meeste deelnemers Nederlandse korpsen en in Indianapolis zie je toch voornamelijk Amerikaanse drumcorps. Toch vind ik het WMC meer een wereldwedstrijd dan het DCI. De grote verscheidenheid indeelnemers uit diverse landen, stijlen, culturen, is veel zichtbaarder in Kerkrade dan in de USA. De DCI-deelnemers uit andere landen (dit jaar uit Venezuela en Canada) zijn nauwelijks zichtbaar en doen ook niet mee met de prijzen. Er is een niveauverschil, waardoor ze niet het hoofdpodium, de Finals halen. Wat veel zichtbaarder is, is de deelname van buitenlandse spelers, binnen de Amerikaanse drumcorps. Nederland onderscheidt zicht daarin zelfs in positieve zin, door aandacht te schenken aan de ‘Dutch in DCI’. Door toedoen van de gelijknamige stichting treden zij na de halve finales op het veld voor het voetlicht door de uitreiking van ‘scholarships’. Dit verzorgd door onder andere Robbie Overvliet, een van de initiatiefnemers van deze stichting. Een geweldig initiatief, waarmee een aantal Nederlandse DCI-gangers financieel wordt gesteund.
Wereldkampioenschap Winnaars van de het WMC noemen zich wereldkampioen, er zijn er meerdere, in diverse klasses en op diverse niveaus. Tijdens taptoes kun je met regelmaat meerdere wereldkampioenen, eh.. WMCkampioenen, geprogrammeerd zien. In Indianapolis zijn er kampioenschappen in zowel de Open Class als de World Class te verdelen. Hoewel de corps uit de Open Class zich ook gewoon kunnen meten met die in de World Class. Waarna duidelijk is wie nu echt de absolute nummer één is: de World Champion. Daarnaast zijn er zeer eervolle plaatsen in de ‘ranking’ te behalen en is het voor sommige corps het doel om bijvoorbeeld de halve finale of de finale te halen. Tijdens beide wedstrijden heb ik niet het gevoel dat ik bij het echte wereldkampioenschap aanwezig ben. Waar is dat dan wel het geval? Bij de WAMSB-wedstrijden? Of de World Band Challenge in Italië? Zeker niet, als ik kijk naar de wedstrijden in Kerkrade en Indianapolis dan heb ik toch echt het gevoel dat ik bij wereldwedstrijden aanwezig ben. Maar beide voelen niet als een wereldkampioenschap. In Kerkrade mis ik de absolute wereldtop, waaronder de DCI korpsen en in Indianapolis mis ik de rest van de wereld. Daar bekruipt me zelfs hetzelfde gevoel wat Jillert Anema, schaatscoach, misschien had. Het is een spelletje, met regels, die er voor zorgen dat de DCI titels slechts terecht kunnen komen bij Amerikaanse deelnemers. Het is bijna niet mogelijk voor buitenlandse deelnemers om aan de eisen voor volwaardige deelname te kunnen voldoen. Het traject voorafgaande aan de Finals en de strikte leeftijdsgrenzen, maken deelname aan de ´echte wedstrijd` bijna onmogelijk. De DCI organisatie stelt dan wel dat ze rekening houden met buitenlandse deelnemers door het instellen van een zogenaamde ´International Class` en `Drumbattles`. Maar dat is slechts een surrogaat, je gaat nooit op voor de titel `World Champion`
Wat dat betreft biedt het WMC meer mogelijkheden om uit te groeien tot een wereldkampioenschap. Iedereen kan inschrijven en het zou een echt kampioenschap zijn als ook de beste drumcorps uit de VS zouden deelnemen. Een wereldkampioenschap moet wel leiden tot het benoemen van de allerbeste tot wereldkampioen. In de laatste editie heeft het WMC laten zien dat het beoordelingssysteem (OWS) daar zeker in kan bijdragen. Maar dan moet er wel een oplossing worden gevonden voor al die titels die te behalen zijn in Kerkrade. Wat dat betreft heeft het ‘rankingsysteem’ van het DCI mijn voorkeur. Voorlopig zullen we nog wel wat wereldkampioenschappen houden en zullen er nog heel wat ‘wereldkampioenen’ voorgesteld worden aan het publiek, wat daar dan vaak helemaal niets van snapt. Maar goed, wie weet, ik hoop dat de organisaties eens elkaar opzoeken en komen tot één wereldkampioenschap, zoals we dat ook hebben in de sportwereld. Kerkrade en Indianapolis Dan nog even een vergelijk tussen de beide steden. En vooral de sfeer die er hang. Beide plaatsen zijn provinciale stadjes. Oké, de skyline van Indianapolis is meer imponerend dan die van Kerkrade, maar verder zijn ze allebei even provinciaal. Het Lucas Oil stadium kan veel meer mensen herbergen dan het Roda JC stadion, maar de sfeer die er in en rond het stadion hangt, voelt wel een beetje hetzelfde aan.
In de VS heeft het publiek aandacht en respect voor iedere deelnemer, in Nederland gaan men toch wat meer voor eigen club, en dat merk je. Maar verder zijn die verschillen niet zo groot, ook daar is het een komen en gaan van korpsen en elkaar ontmoeten op het parkeerterrein. De merchandising is bij beide, alleen is het in het stadion van Indianapolis meer en groter, maar ja dat is alles in de VS. Kerkrade is weken in de ban van het WMC, en dat merk je ook als je de stad ingaat, de gezellige sfeer op het plein, de bezoekers op de terrassen, het ademt allemaal WMC uit. Dat is Indianapolis anders, even dacht ik wat een leuk feest op straat, bleek het een jaarlijkse feest voor politiemensen en brandweerlieden te zijn. Een breed aangekondigde afterparty in een horecagelegenheid blijkt meer een transfermarkt waar corpsdirecties hun nieuwe stafleden proberen in te kopen dan een gezellig gezamenlijk feestje. Het openingsfeest, voorafgaande aan de wedstrijden in het oude treinstation, is een saai feestje, met een krakkemikkige beeldpresentatie en geluidsinstallatie. En dan worden daar de nieuwe leden van de Hall of Fame gepresenteerd. Wat een tegenstelling met de organisatie van de wedstrijden in het stadion zelf. Wat het randgebeuren betreft vind ik dat Kerkrade veel meer sfeer biedt. Al met al, resumerend: WMC of DCI? Geen idee, beiden hebben veel, zijn een super evenement, dus ik weet het niet. WMC, nog even geduld. DCI, tja, daar kun je volgend jaar zo weer naar toe.
Koken en bakken voor de kampioenen
‘Hans en spandiensten in de USA’
H
ans Kloppert, voorzitter en contraspeler bij Jubal Dordrecht, is geen onbekende in de Nederlandse en internationale drumcorps-scene. De laatste weken konden we veel updates op zijn Facebook zien uit de VS, terwijl hij wekenlang onderdeel was van de Blue Devils. Hans vervult daar al jaren een bijzondere functie en we wilden hem na een aantal zeer drukke weken en een korte vakantie spreken over zijn bijzondere reis. Hans, wat heb je afgelopen zomer precies in de VS gedaan? Ik ben half juli afgereisd naar Houston, Texas, om met de Concord Blue Devils de rest van de DCI Tour als vrijwilliger mee te maken. Dit is voor mij mijn jaarlijkse portie DCI als kok in de Blue Devils Food Crew en BD-fotograaf tijdens de contests. Na DCI heb ik nog een aantal dagen bij familie in de staat Michigan doorgebracht. Ik heb de DCA show bezocht en ben ik bij vrienden in Rhode Island Matadors te gast geweest met wie ik 30 jaar geleden bij de R.I. Matadors (DCA, red.) gelopen heb. Drumcorps, reizen, koken en fotografie zijn vier van mijn grootste passies, dus is dit misschien wel de meest perfecte gelegenheid om die vier te combineren! Heerlijk een aantal weken op pad met het beste van het beste wat de drumcorpswereld te bieden heeft en dagelijks vol passie koken voor een man of 200. Dat je omgeving wel voor gek verklaard dat je zo betekent natuurlijk erg lange dagen maken goed als je hele vakantie opgeeft aan iets waar maar het geeft ook gigantisch veel voldoening. je de rest van het jaar ook al volop mee bezig bent, dat je eigenlijk full-time aan het werk bent Ik heb het grote voordeel als docent (Engels, en niet lekker een paar weken aan het strand red.) in het onderwijs werkzaam te zijn dus in Spanje gaat liggen of zo. Maar ja,.. het bloed ik heb in mijn zomervakantie voldoende tijd kruipt waar het niet gaan kan. ‘For the love of voor een dergelijk avontuur. Je wordt dan in the activity’, zeg ik altijd. In 1984 zag ik voor
het eerst DCI live. Sinds 1988 heb ik, op 1997 na, alle DCI Championships bijgewoond. Dat ene jaar had mijn nichtje in de staat Michigan haar bruiloft op DCI Finalsdag gepland. Toen most ik het stellen met alleen een bezoek aan DCI East in Allentown. Hoe lang loop je al rond bij de Blue Devils? En heb je ook andere ervaringen binnen het DCI-circuit? Nee, dit was zeker niet voor het eerst. Het jaar 2014 was alweer het achtste seizoen dat ik met de Blue Devils op tour ben geweest. In 2004 had ik privé een ‘break’ nodig. Ik moest er even tussenuit en heb toen contact opgenomen met Pete Emmons, manager en tour coördinator van Blue Devils, met het aanbod dat ik wel een week of zes als vrijwilliger op tour mee wilde voor hand en spandiensten, al gauw omgedoopt tot ‘Hans & spandiensten’. Ik werd direct in de kookploeg ingelijfd. Ìn 2006 en 2011 was ik natuurlijk zelf met Jubal in de States, als spelend lid en tour coördinator. Die seizoenen was mijn bijdrage aan de BD tour beperkt tot fotografie. Zo’n eerste jaar met Blue Devils op tour is natuurlijk extra bijzonder. Temeer omdat dat ook het eerste jaar was dat de Tour of Champions gehouden werd. Niet net zoals de laatste jaren onderdeel van de reguliere DCI Tour, maar een trip naar Californië in de week nà DCI Championships met alle DCI corps die tot dat jaar ooit het kampioenschap hadden gewonnen. Andere ervaringen binnen het DCI circuit? Als je bedoelt of ik ooit zelf DCI gelopen heb… Nee helaas niet. Achteraf heb ik daar erg veel spijt van. Ik heb wel drie seizoenen DCA senior corps gelopen. In 1984 bij de Rhode Island Matadors, in 1987 bij de Reading Buccaneers (vorig weekend opnieuw uitgeroepen tot DCA World Champions) en de Empire Statesmen in 1992. Bij DCI ben ik dus altijd alleen vrijwilliger geweest bij Blue Devils. Ik heb in al die jaren natuurlijk wel ontzettend veel contacten opgedaan binnen het DCI circuit, zowel binnen de organisatie als bij diverse DCI corps. Die zijn
erg goed van pas gekomen bij de organisatie van de vorige drie USA Tours die we met Jubal gedaan hebben en voor de trip die we voor 2015 op de agenda hebben staan. Ook als fotograaf langs de frontsideline leg je veel contacten met corps directors, staffleden en leden van de corps. Hoe ben je eigenlijk met de Blue Devils in aanraking gekomen? De Blue Devils ken ik al vanaf mijn eerste bezoeken aan de States. Ik kwam al gauw in contact met o.a. Pete Emmons en Gail Schultz. De Blue Devils winterguard was in 1989 bij ons in Dordrecht te gast. Toen Blue Devils in 2000 een trip naar Europa in de planning hadden ben ik door Pete Emmons en corps director Dave Gibbs persoonlijk benaderd om te assisteren met de organisatie van die Europatour. Ik heb me toen bezig gehouden met o.a. transport, bussen en een aantal optredens in Frankrijk. Zoals gezegd maak ik sinds 2004 deel uit van het vaste support staff team en dat smaakt nog steeds naar meer. Kun je uitleggen hoe een dag op tour er voor jou uitziet? Op de meeste dagen bereid je met het kookteam in Devils Food (de naam van de food truck) een viertal maaltijden: ontbijt, lunch, diner en snack. Telkens voor 180-200 personen. De dagindeling voor het kookteam hangt echter sterk af van het dagprogramma van het corps, of ze al dan niet een contest hebben die avond, of dat er een hele dag repetitie is gepland, hoe lang de reis ’s nachts geweest is. De contestdagen waren meestal het meest zenuwslopend omdat alle maaltijden elkaar dan snel opvolgden en we eigenlijk soms te weinig tijd hadden.
Alle foto’s in dit artikel zijn aangeleverd of gemaakt door Hans Kloppert
De dagen waarop het corps drie repetitieblokken heeft, dus de gehele dag repeteert en zich niet naar een volgende stad verplaatst zijn voor ons verreweg het langst. We staan als eersten op en gaan als laatsten naar bed. Als het corps om 08:00 uur gewekt wordt dan staan wij al om 06:00 uur al in de keuken Scrambled eggs te bakken, en een gigantische hoeveelheid bacon of sausage links in de oven te bereiden. Natuurlijk staan er diverse cereals op tafel, brood, PB&J, en de Nutella is niet aan te slepen! Als het corps het veld op gaat worden de tafels afgeruimd en zijn we al volop aan de lunch bezig en de eerste voorbereidingen voor het avondeten. Ikzelf nam naast de assistentie bij de reguliere maaltijden de gerechten voor de vegetariërs voor mijn rekening. Dat is eigenlijk mijn eerste tour al zo geboren. De vegetariërs moesten vaak genoegen nemen met een zogenaamde Bocaburger of groentenburger. Dat komt na een paar dagen ook je neus uit natuurlijk.
Zij moesten net zo kunnen genieten van de maaltijden als de rest van het corps. Dus met gevulde paprika’s, groentenlasagna, spinazieravioli’s, Indian curry met Tofu en dergelijke aten zij soms misschien nog wel beter dan de andere leden. Na de voorbereidingen gaan vier gigantische (18” x 26”x 7”) tot de rand toe gevulde aluminium ovenschalen de convectieovens in om door te garen. Het is echt ongelofelijk te zien hoeveel er door het corps iedere dag gegeten wordt. ’s Avonds laat na de repetitie (of na een retreat bij een contest) wordt er nog een snack geserveerd. Met de Cheese bagels en de Quesadilla’s hadden we het meest succes. Maar corn dogs zijn ook geliefd.
Gek genoeg was de ‘leftovers’ snack ook erg populair. Was er die avond een contest dan was ik natuurlijk meet mijn camera aan de voorlijn te vinden. Direct na de snack na een contest zorgde ik er altijd voor dat de foto’s van Blue Devils direct geupload werden naar de BD website in het Mediabox gedeelte. Na ‘lights out’ of als we onderweg gingen naar de volgende locatie was het meestal wel een uur of één dat we in onze bus nog een lekkere borrel of biertje dronken en uiteindelijk allemaal ons eigen bedje opzochten. Hoe belangrijk zijn vrijwilligers voor drumcorps? Vrijwilligers zijn absoluut onmisbaar voor een corps! Natuurlijk draait alles bij de DCI corps om de show die gebracht wordt, maar zonder die geoliede machine die support staff genoemd wordt en op de achtergrond actief is, is een goede tour echt onmogelijk. Corps als Blue Devils worden echt gerund als een bedrijf, met budgetten waar we in Europa alleen maar van kunnen dromen. Het Blue Devils konvooi bestaat uit maar liefst 11 voertuigen: 3 ledenbussen, een food truck, een equipment truck, een vrachtwagen voor een deel van de pit en de decors, een vrachtwagen met souvenir-/merchandisetrailer, drie entertainerbussen (één voor staff, één voor support staff (zie foto) en één voor admin/tour organisatie) en een motor home! Wat maakt het zo leuk om op tour te zijn? Dit is een all-in experience. Hele dagen niets
anders dan puur genieten! Zowel van de performance als de repetities, van de lol die we met de support staff onder elkaar hebben en de van gesprekjes met leden over van alles en nog wat. Van het harde werken in de food truck tot de nachtelijke ritten. Van een free day in San Antonio tot een bezoek aan een Laundr-O-mat. Het contact met de leden is ook geweldig. Ze zijn zeer geïnteresseerd in hoe het er in Europa in het drumcorps circuit aan toe gaat. Zij laten ons ook dagelijks weten hoe veel ze van de maaltijden genieten. Met welk gerecht of lekkernij had je het meest succes? Ik moest wel lachen toen ik op de avond dat
ik in Houston bij het corps aankwam door één van de staffleden hoorde roepen: ‘The food has just got better’. Ik sta er inmiddels een beetje om bekend dat ik wat meer kruiden en smaak aan sommige maaltijden toevoeg dan ze gewend zijn. Wat de warme maaltijden betreft heb ik ieder jaar absoluut het meest succes met mijn Aziatische gerechten: Teriyaki en Sweet & Sour stir fry. Het ene jaar met kip, maar dit jaar met Beef Brisket. Lekker veel knoflook ook! De vlag gaat uit als de eigen gemaakte pindasaus op tafel komt. Verder is mijn specialiteit daar het bakken – en vooral ook decoreren – van taarten. Om de dag of om de twee dagen komen er drie grote taarten op tafel bij het diner. Ieder jaar kies
Alle foto’s in dit artikel zijn aangeleverd of gemaakt door Hans Kloppert
ik voor de icing op de taarten afbeeldingen die met de show van dat seizoen te maken hebben. Dit jaar maakte ik onder andere het showlogo Felliniesque, maar ook het silhouette van Fellini, een regisseurstoel en de camera die in de show gebruikt wordt. De dubbele layer appeltaarten en chocoladetaarten met mandarijntjes deden het erg goed.
Na een hele zomer lang van die dikke American Pancakes te serveren vond ik het hoog tijd dat ze kennis maakten met hoe wij pannekoeken bakken. Dus ik ben tijdens Finalsweek een ochtend extra vroeg uit bed gegaan om beslag te maken voor echte flinterdunne crêpes. Drie uur bereidings-/ baktijd: 488 stuks. Smullen geblazen! Zijn er meer ‘vrijwilligers’ uit Nederland? Naast mijzelf waren nog drie andere Juballers op tour deze zomer. Mike Trotta (snare) heeft een aantal weken in de Blue Devils souvie stand geholpen. Mijn tuba-maatje Dane Jonkers was drie weken prop-assistent bij Phantom Regiment en Wouter Elstrod (pit instructeur) assisteerde bij Boston Crusaders in de keuken. Suryono Wiersma gaat al een paar jaar met Carolina Crown mee in de food truck. Verder was er een vijftal Beatrixleden die met Blue Stars als vrijwilliger mee waren.
Wat maakte dit seizoen bijzonder voor de BD en voor jezelf? Ieder jaar op tour met Blue Devils is voor mij bijzonder, net zo goed als ik ieder jaar met Jubal een bijzonder jaar vind! Dit jaar was voor mij geen uitzondering. Natuurlijk is het wel gaaf dat je deel uitmaakt van een wereldkampioenschapstitel en daar ook een klein steentje aan hebt mogen bijdragen. Dit jaar de zestiende DCI titel met een show waar nog heel lang en heel veel over gesproken gaat worden. Vergeleken met de afgelopen jaren was dit product gelukkig ook wat toegankelijker voor het publiek. Maar wát een performance! Een nieuwe record score. In november opnieuw een Championship ring,… mijn vijfde. Volgend jaar weer die kant op? Of ben je dan te druk met Jubal? Jazeker,… Volgend jaar wel weer naar DCI, maar dan inderdaad met Jubal. Dan ligt alle aandacht bij mijn eigen corps. Dat kan ook niet anders en ik zou ook niet anders willen, al balen ze daar bij Blue Devils wel van. Het wordt onze vierde DCI tour, waarin de focus nóg meer zal gaan liggen op deelname in de Open Class dan bij voorgaande trips.
De voorbereidingen zijn in volle gang. Al een tijdje eerlijk gezegd. Intern hebben we het besluit al eind vorig jaar genomen, en zijn we een spaarplan gestart. Afgelopen juni hebben we onze plannen wereldkundig gemaakt. Mijn weken in de States heb ik erg goed kunnen benutten om de bestaande contacten te versterken en vooral nieuwe contacten te leggen. De eerste afspraken zijn al gemaakt voor het beschikbaar stellen van instrumentarium in de States. Het ziet er naar uit dat we met dezelfde busmaatschappij zullen
dan naar bestuur@jubal.org, bezoek onze stand bij DCN en/of DCE en kom naar de open dag op zaterdag 18 oktober.
touren als in 2011. Hoe de route eruit gaat zien is op dit moment nog niet te zeggen. Dat hangt natuurlijk helemaal af van het aanbod aan contests in de weken dat we in Amerika zullen zijn. Volgens planning vertrekken we op 16 juli en vliegen we de dag na DCI Finals terug. We zullen OTF uiteraard op de hoogte houden van de ontwikkelingen. DCI CEO Dan Acheson en Open Class coördinator Dave Eddelman zijn in ieder geval razend enthousiast dat Jubal in 2015 weer van de partij is. Kunnen geïnteresseerden nog meedoen? Ja hoor! Interesse om deel uit te maken van Jubal in 2015 en mee op tour te gaan? Mail
Alle foto’s in dit artikel zijn aangeleverd of gemaakt door Hans Kloppert
Choreograaf Bart Tienpont Drijvende kracht achter Drumspirit
H
et Percussionensemble DrumSpirit uit Dadizele nam in april 2014 deel aan de de wereldkampioenschappen (WGI) indoor percussion in Dayton Ohio (VS). Zij waren de enige Europese unit die deel nam en deden dat met hun showproductie ‘In Flanders Fields’ was bijzonder succesvol. In de prelims werd Drumspirit twaalfde en dat was goed voor een deelname aan de zogeheten Finals waar ze de concurrenten “Ancient City” en “Bakersfield College” ook nog achter zich lieten. Het ultieme resultaat was een negende plaats met 90.325 punten. Hiermee overschreed DrumSpirit de magische grens van de 90 punten: een prestatie waarop zij met trots op kunnen terug blikken. Wij gingen praten met showdesigner Bart Tienpont die sinds 20 jaar de choreograaf is van dit vermaarde showkorps.
Hoe ben je ooit de muziek en later het showkorpsenwereldje ingerold? Dit moet mij thuis zijn ingegeven. Mijn vader was muzikaal. Hij speelde piano maar kon eigenlijk geen muziek lezen. Hij speelde puur op het gehoor en had dat geleerd van zijn oom. Hij was onderwijzer en begon de lesdag steeds met een zang stonde die hij uit het hoofd begeleidde. Vanaf het eerste leerjaar trok ik naar de muziekschool en in 1979 werd ik muzikant bij de fanfare “De Ware Vrienden” uit Zwevegem (Bart werd in 1972 geboren). Ik bespeelde de bugel en daarna de trompet. In 1986 werd ik lid van Showband “Calypso” uit Zwevegem. Onder impuls van de toenmalige show instructeur Johan Delacauw nam ik de beslissing om er alles aan te doen om mee te lopen in een top drum & bugle corps in de VS. In 1990 werd deze droom op 18-jarige leeftijd werkelijkheid. Ik was de derde Vlaming die de
plas over stak en werd lid (trompet) van “Dutch Boy” Drum & Bugle corps uit Kitchenar in Ontario Canada. In 1992 speelde ik euphonium en werd sectieverantwoordelijke. “Dutch Boy” was toen het eerste Canadees korps dat mocht meedingen in de Finale van de Drumcorps International (DCI) Wereldkampioenschappen. Hierdoor behoorde de band tot de absolute wereldtop van de showkorpsen. Kun je die ervaring uitleggen? Het eerste jaar was dit voor mij een echte ontdekking. Iets dat ik eigenlijk niet kon vatten op het moment zelf. Ik gleed mee (go with the flow) en probeerde zo goed mogelijk te repeteren om het gewenste niveau te behalen en mij te bewijzen. Pure motivatie en zelfdiscipline. Het jaar daarop ben ik veel bewuster naar DC getrokken. Het was eigenlijk
dankzij mijn Nederlandse vriend Marco Groeneveld dat ik opnieuw een kans kreeg. Budgettair was dit helemaal niet gepland. Marco was de toenmalige drum major van “Dutch Boy” en belde mij drie weken voor de tour op en zei dat ik mij geen zorgen moest maken over de financiële tussenkomst die je als lid moest betalen. Enkel het vliegticket was ter mijnen laste en geheel onverwacht liep ik dus een tweede seizoen bij “Dutch Boy”. De overstap van een Europees showkorps naar een DCI corps moet een grote stap geweest zijn? Johan Delacauw had mij vooraf redelijk goed voorbereid gebriefd. Wanneer je aankomt word je ook meegezogen in de sfeer van zelfdiscipline en motivatie in een professioneel kader. Je wordt er mee geconfronteerd maar je past je wel snel aan. Ik denk dat dit het geval is
voor alle Europese DCI-gangers. Je past je aan en terugkeren is geen optie. De stap van “Calypso” naar “Dutch Boy” was inderdaad gigantisch. Ik kon het behaalde niveau niet onmiddellijk halen. Maar ik kon blijven omdat men duidelijk zag dat ik door mijn doorgedreven inzet progressie maakte. Het tweede jaar beleefde ik zoals gezegd bewuster en ik werd als verantwoordelijke aangesteld voor de sectie euphoniums. Dat jaar werd de euphonium voor het eerst geïntroduceerd in de drumcorps wereld. Ik vond dit heel tof. Je moet weten dat deze periode in de States de rest van mijn leven heeft bepaald. Je wordt opeens volwassen en krijgt plots te maken met verantwoordelijkheden en het durven nemen van verantwoordelijkheid. Het blijft iets waarop ik mee weemoed terug kijk en dat doe ik licht ontroerd. Het heeft de basis gevormd van hoe ik in elkaar zit. Concreet vertaalt zich dit ook
showtechnisch vlak. There is no way back! Hoe reageerden je ouders op je wil om naar DCI te trekken? Ik was heel positief verrast. Ik zei hen ook niet dat ik graag zou willen gaan maar zei simpelweg: “Ik ga naar DCI”! Ze stemden in maar stelden wel de voorwaarde dat ik vakantiejobs moest doen en mijn geld daaraan zou spenderen. En dan keer je terug… Wat toen? Daarna heb ik gedurende drie seizoenen meegelopen met het Drum & Bugle corps “Blue Wave” uit IJmuiden Nederland (1990 tem 1991). In 1991 speelde ik nog bij de Kortrijkse Brassband en in ‘93 gaf ik les bij drumcorps “The Freeliners” uit Antwerpen. Eind 1994 werd ik gast instructeur bij de Deizelse drumband. De band maakte stappen in de richting van een show en dat beviel me. Het bestuur vroeg mij als vaste visual instructeur en dat ben ik nog steeds tot op vandaag.
Waarom ‘In Flanders Fields’ zo’n groot succes werd
in mijn werk (bio-ingenieur) waar ik in een onderzoeksomgeving werkzaam ben. Telkens als ik met een project bezig ben is terugkeren niet meer mogelijk. Je moet altijd vooruit kijken en denken aan probleemoplossing. Indien er zich een probleem voordoet moet je er een opportuniteit van maken in de plaats van het als een blokkade te zien. Als choreograaf kijk ik steeds vooruit. Je moet zorgen dat je je product waar maakt, zowel op muzikaal als
Dit jaar nam DrumSpirit voor de tweede maal deel aan de Indoor Percussion WGI Championships? WGI is de winteractiviteit voor alles wat met drumcorps gelinkt is. Er zijn drie onderdelen. Color guard (dans, vlag, ...), indoor percussion en sinds dit jaar is er de WGI Wind voor blaasinstrumenten koper en hout. In het indoor percussion circuit zijn er drie competities, de A Class, de Open Class en de World Class. Onderverdeeld in de categorie scholastic (units die verbonden zijn aan een school) en de independent (units die niet noodzakelijk verbonden zijn aan een school). In 2010 nam DrumSpirit deel aan de A Class. In maart 2014 namen we deel aan de WGI Regional contest in
Almere (NL) en kregen van de jury te horen dat onze show thuis hoorde in de open klasse! Dit had wel implicaties, we moesten een tandje bijsteken om goed te kunnen scoren in deze hogere klasse. We hadden stilzwijgend gehoopt om een finale plaats te bereiken want deze ging door in Dayton in dezelfde locatie als waar de World Class plaats vond. Een top locatie met zeer veel publieke belangstelling. We zijn binnen gekomen met een 12de positionering en tijdens de finale schoven we nog drie plaatsen op naar
waar iedereen zich doelloos bevond. In het derde deel (“Sleep”) brengen we onze ballade en is er een periode van rouw als een soort “Rest In Peace”. We gebruiken kaarsen die we opsteken en brengen ode aan de gesneuvelden. De show wordt gebracht op een decor vloer met daarop getekend de zo typerende poppy. In het laatste deel brengen we heldenhulde met muziek met een opzwepend karakter. Op het laatst herken je de Europese hymne “Ode an die Freude”. Tijdens WO I was Europa verdeeld maar evolueerde daarna naar een herenigd Europa waar het vredevol leven is. Hoe vertaal je de muziek en de emotie in een showdesign?
de negende plaats! Met onze score van meer dan 90 punten kwamen we in de hoogste punten box terecht. De tevredenheid was immens groot! Kun je iets meer vertellen over het showconcept “In Flanders Fields”. Het idee speelde reeds enkele jaren om iets te doen rond de herdenking van de Groote Oorlog. Het feit dat dit dan nog samen viel met ons tweede WGI avontuur gaf de doorslag. De show is gelinkt aan vier thema’s. Het eerste thema is “Boms a way”. Het tweede is “Battle Scars”, daarna volgt “Sleep” en “Heroes” is het vierde deel. In deel 1 krijgen we de confrontatie met het geweld en de wreedheid van de oorlog. Dit uit zich zowel in de muziek als de choreografie. Tijdens de intro is er een bominslag. Je hoort de bom binnen vallen (er is een fluittoon) en je ziet de bassdrums in een cirkel binnen komen en hoort de impact van de bom met een luide slag. In het tweede thema (“Battle Scars”) verbeelden we de littekens van de oorlog. Je ziet onder meer een gewonde soldaat die zich afvraagt “waarom ik”? De spelers zijn verspreid over het veld en tonen de impact van de wreedheid op het slagveld
Alles komt in de eerste plaats uit de compositie. Maarten Deschacht en Thomas Claessen hebben een heel goede compositie (arrangementen) geschreven die zich heel snel leende tot het visueel uitwerken van een sterke show. Nadat ik de muziek binnen kreeg deed ik een muziekanalyse waarbij ik al snel het creëren en het verwoorden van emoties kon bewerkstelligen. De staging (plaats op het veld van de verschillende secties bij de opeenvolgende passages) werden uitgetekend in functie van deze emoties. Op deze manier komt het product tot stand. Ik schreef de show maar toch is het echt teamwerk geweest waarbij er steeds ruimte was voor feedback van het design team. Scenario’s werden uitgewerkt en herwerkt en dit is mijns inziens het succes van deze choreografie. Iedereen kon op gelijk welk moment zijn mening open ventileren over wat hij voelde en wat hij zag. Op dat moment hebben we inzake instructie team een niveau bereikt die we nooit voorheen hebben bereikt. Twee zaken streefden wij na. De choreografie en de staging zijn belangrijk maar in de tweede plaats ook de expressie en de body moves van de spelers zelf. Ontzettend belangrijk in een indoor percussion show. Instructeur David Dewyn is daar een crack in. Hij kan vanuit zijn eigen gevoel uiting en expressie geven die er voor zorgt dat het plaatje klopt. Ook de communicatie naar de leden is belangrijk. Zij moeten geloven in de
rol die zij spelen en dat is de derde factor die een show uitstekend maken. Wanneer de leden hun rol begrijpen is het makkelijker om aan de show een extra niveau toe te kennen. Ik meen dat wij dit als instructie team hebben bereikt. We begrijpen stilzwijgend waar zaken nog moeten aangepakt worden en zijn complementair aan elkaar. Zodanig dat je op iedere topic opbouwende inbreng kunt geven vanuit ieders talent en ervaring. Het is de DrumSpirit show die het meest van alle klopt. Het meest werd verwerkt en hertekend (Bart schrijft de show digitaal met Pyware). Ik vermoed dat we wel 20 versies van deze show hebben gekend. De Amerikanen hebben de show gewaardeerd omdat wij iets totaal anders brachten dan de andere units. Uiteraard zijn er bepaalde invloeden, maar wij behielden onze eigenheid en dat werd op prijs gesteld.
Het winterseizoen zit er al even op, wat zijn de plannen voor de zomer? Wellicht deelname aan de Vlamo Showwedstrijden? Blijft ook voor ons ontzettend belangrijk. DrumSpirit zal zeker participeren. Mijn
inziens is het belangrijk dat alle showkorpsen deelnemen en hun product aan elkaar tonen. Onze vertegenwoordiging in Vlaanderen is iets dat we zeker willen in stand houden en de Vlamo Showwedstrijden zijn hier een essentieel onderdeel van. Een moment waar we onze fans en alle mensen die de showactiviteit genegen zijn, samen krijgen. Mijn inziens moet ieder showkorps die de mogelijkheid heeft, deelnemen onder welke vorm dan ook. Er zijn verschillende bezettingen maar het One World System (jureringssysteem) is gebaseerd op het Wat & Hoe principe. De juryleden zijn daar perfect van op de hoogte en dit laat toe om korpsen met verschillende samenstellingen te beoordelen. Het gaat niet over de verschillen, middels een goede compositie zijn deze perfect vergelijkbaar. Wat heb je in je muziekboek en wat haal je er uit volgens de mogelijkheden die je hebt en hoe vertaald zich dat in de uitvoering? Het Wat & Hoe principe is hierbij het fundament van het jurysysteem. Daarom ben ik er van overtuigd dat het One World System het enige systeem is dat toe laat om onze verschillende groepen met verschillende achtergronden met elkaar te vergelijken. DrumSpirit neemt deel aan de Vlamo Showwedstrijden 2014, er is geen weg terug! tekst: Geert Vanmaeckelberghe foto’s: DrumSpirit
Bezuinigingen in het muziekonderwijs: laten wij onze kinderen dommer worden?
W
at zijn we trots als muzikanten nu is gebleken dat we slimmer zijn dan anderen. Facebook stond vol met afbeeldingen en teksten dat we grotere hersenen zouden hebben dan nietmuzikanten en verenigingen gebruikten het gegeven massaal als middel om te proberen nieuwe leden te trekken. Maar is het wel zo dat ‘we’ slimmer zijn? En als dit al zo is, zal dit dan doorslaggevend zijn voor ouders om hun kinderen naar muziekverenigingen te sturen? Onlangs keek ik met bewondering naar de uniformpresentatie van SWJK, Stichting Samenwerkende Jeugdkorpsen uit Marum en Opende. Wat een mooie groep en wat een trots op de gezichten van deze kinderen. Een kort gevoel van geluk overspoelde me, maar tegelijkertijd realiseerde ik me al te goed dat de muziekverenigingen in snel tempo krimpen en vergrijzen. En het stopt niet bij ons. Schoolmuziek wordt steeds meer wegbezuinigd evenals subsidies voor instanties als het ICO. De afstand
tussen kinderen en muziek wordt steeds groter in de huidige snelle, digitale en vooral individualistische samenleving. Kan muziek echt slimmer maken? Om ons gelijk maar gerust te stellen: ja! Talloze wetenschappelijke onderzoeken hebben bewezen dat muziek een zeer positieve invloed heeft op de intelligentie en de sociale vaardigheden van kinderen. Door zelf muziek te maken wordt het intelligentiequotiĂŤnt van kinderen verhoogd en vooral het abstractievermogen en het analytisch denken sterk verbeterd. Het samen muziek maken zorgt daarnaast voor betere sociale en emotionele vaardigheden, meer zelfvertrouwen, groter groepsgevoel, meer discipline, verminderde agressiviteit en men kan beter tegen problemen en accepteert dingen makkelijker. Hoe komt dit? Uit hersenonderzoeken is gebleken, dat bij musicerende kinderen de linker hersenhelft waar de spraak en het intellect zich bevindt en de rechter hersenhelft die de gevoelstoestand
invult sterker met elkaar verbonden raken dan bij nietmusicerende kinderen. Deze resultaten ontstaan, doordat muziek maken een positieve en stimulerende werking heeft op de zogenaamde neuronale verbindingen. De neuronen worden geactiveerd waardoor er minder afsterven en er betere verbindingen ontstaan. Dat bepaalt uiteindelijk het intelligentieniveau van het kind. Daarnaast is er het feit dat er voor muziek en ruimtelijk inzicht dezelfde prikkelverwerking gebruikt wordt. Dat betekent dat wanneer je naar muziek luistert, niet alleen het muzikale centrum in de hersenen gestimuleerd wordt, maar ook het gedeelte dat verantwoordelijk is voor het ruimtelijk inzicht. Het veel luisteren naar muziek, of nog beter: het maken van muziek, zorgt voor een verbeterd ruimtelijk inzicht. Daarbij geldt dat hoe langer een kind muziek muziekles heeft, hoe groter het effect is. Leuk, maar als mijn kind nu eenmaal niet muzikaal is? Niet muzikale kinderen bestaan niet. Kinderen kunnen meer of minder muzikaal talent hebben, maar ze maken allemaal een muzikale ontwikkeling door en ieder kind heeft het vermogen en de aanleg om muziek te leren. Dit vermogen kan het krachtigst ontwikkeld worden vanaf de geboorte tot de leeftijd van negen jaar. Hoewel baby’s geboren worden met een bepaalde aanleg om muziek te leren, wordt deze aanleg sterk beïnvloed door de omgeving. De muzikale omgeving waarin een kind opgroeit is daarom essentieel voor zijn muzikale ontwikkeling. Ouders kunnen daarin veel doen. Zingen, spelen met beweging en dansen zijn communicatievormen tussen ouders en kinderen, die zowel de ontwikkeling van het muzikale vermogen als het aanleren van de moedertaal stimuleren. Recente onderzoeken van muziekpsychologen en -pedagogen hebben het bestaan van een overeenkomst aangetoond tussen de manier waarop kinderen leren praten en hoe ze muziek leren. Waarom is er dan geen muziek meer op school nu de positieve werking van muziek onomstotelijk bewezen is? Als we bovenstaande in acht nemen, rijst de vraag waarom schoolmuziek dan steeds meer wordt wegbezuinigd, niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland. Op de meeste basisscholen zijn muzieklessen niet meer vanzelfsprekend. Als er al iets gedaan wordt met muziek dan gebeurt dat meestal in de vorm van losse projecten, meestal verzorgd door de leerkracht zelf. Voor het tot stand brengen van echte muzikale ontwikkeling is dit onvoldoende. Daar is een langere leerlijn voor nodig. Een school kan hiervoor een speciaal
opgeleide muziekleraar inhuren of haar eigen leerkrachten verder specialiseren door het aanbieden van bijscholing op het gebied van lessen muziek maken of bewegen op muziek. In Berlijn zijn wetenschappers ervan overtuigd: muziekonderwijs moet terug op de basisschool. Jarenlang volgden onderzoekers kinderen tussen zes en twaalf jaar. Bij aanvang hadden de leerlingen eenzelfde IQ. Wat bleek: na zes jaar hadden de kinderen die muziekonderwijs genoten een hoger IQ dan de leerlingen die dit niet kregen. De Berlijnse onderzoekers zijn niet de enigen die pleiten voor goed muziekonderwijs. Jaap Wils: ‘Geen begrip voor bezuinigingen’ Jaap Wils is dirigent, instructeur en docent muziek met als specialisatie het Speciaal Onderwijs. Hij heeft een duidelijk standpunt. ‘Uiteraard heb ik geen begrip voor het bezuinigen op muziekonderwijs, het draagt bij aan de ontwikkeling van het kind. Nu is het niet alleen zo dat de subsidie ophoudt, maar scholen gebruiken de subsidie ook voor andere doeleinden. Als het maar íets met muziek te maken heeft gaat het voor muziek bestemde budget daar naartoe. Daarnaast vind ik het heel belangrijk dat ieder kind recht heeft om met elkaar muziek te maken. Het laten ervaren van met elkaar iets zingen, of met elkaar iets spelen, vind ik erg belangrijk.’ Om kinderen in aanraking te laten komen met muziek en daarmee de vergrijzing tegen te gaan en de toekomst van de vereniging zeker te stellen, kunnen muziekverenigingen zelf initiatieven ontplooien. Wachten
is raadzaam om hier als vereniging ten minste aanwezig te zijn, misschien is het nog leuker om zelf ook een stukje te spelen om de kinderen “lekker te maken”. Tot slot: muziek is nog leuker om te beleven dan er alleen maar naar te luisteren. En daarom vind ik dat iedereen er recht op heeft.’
tot ouders de kinderen komen brengen omdat er op school geen muziekonderwijs meer gegeven wordt, werkt zeker niet. Desondanks zijn het aantal verenigingen met een ledenwerf- beleid en helemaal het aantal verenigingen met een jeugd-ledenwerfbeleid beperkt. Er zijn echter succesvolle voorbeelden. Jaap Wils: ‘Ik heb voor verschillende muziekverenigingen projecten gedraaid. Binnenkort begin ik in mijn eigen dorp met een project. Ik heb begin dit jaar ook een project gedraaid in de gemeente Winsum. De muziekverenigingen in deze gemeente hebben de koppen bij elkaar gestoken en vervolgens de scholen een lessencyclus van acht weken aan te bieden met aansluitend een concert. Ik heb vervolgens de lessen gegeven. Met vooral zingen, maar ook het bespelen van ritme- en melodie-instrumenten, ben ik acht lessen bezig geweest. De kinderen vonden het heel erg leuk en waren ook zeer enthousiast aan het musiceren. Mijn advies daarom: bied de scholen een kant-en-klaar pakket van lessen aan. Maak het niet te duur, in Winsum betaalden de scholen of de ouders twee euro per leerling. Investeer dus in je jeugdleden. Ik zou voor de projecten wel professionals inhuren, een enthousiast lid is heel leuk maar biedt geen garantie op de vakbekwaamheid. Zorg dat de kinderen voldoende succeservaringen beleven en sluit daarom ook af met een concert. Het
Eerst oogsten, dan zaaien Verenigingen zouden een veel actievere rol kunnen innemen in het werven van jeugdleden. Het wegvallen van de gelden creeërt een ruimte tussen kinderen en muziek en die ruimte zouden we als verenigingen kunnen vullen. Belangrijk is het besef dat er eerst geïnvesteerd moet worden, alvorens er rendement komt. Dit vereist op zijn minst veel tijd, kennis en mankracht. Medewerking van basisscholen is daarnaast uiteraard een voorwaarde, maar we kunnen nu allemaal uitleggen wat muziek met en voor kinderen doet. Iedereen heeft recht op muziek Om terug te komen op de opening van dit artikel; wellicht een teleurstelling, maar voor volwassenen heeft het maken van muziek niet zo veel invloed op de hersenen, omdat de hersenen al uitgegroeid zijn. Maar wellicht bent u als kind begonnen met muziek maken, dan heeft u geluk. Bent u later begonnen, geniet dan gewoon van al het mooie dat muziek biedt. Want bovenal geldt; muziek geeft plezier en ontspanning en dat is leeftijdsloos. Laten we ons allemaal inzetten om zoveel mogelijk kinderen van onze hobby mee te laten genieten! De auteur: Anne-Lies Nienhuis is eigenaar van copywrite- en communicatiebureau ATA Communicatie en lid van Showband Marum.
Het lijkt wel alsof we een moord hebben gepleegd
Max Percussion diep door het stof na optreden in Nederland
Z
es maanden hadden ze hard gerepeteerd. Color Guard Nederland had hen uitgenodigd, maar er resteerde nog een belangrijk probleem: wie zal dat betalen, zoete Lieve Gerritje? Dus vroeg slagwerkgroep Max Percussion Theatre van de Satriwitthaya school aan voorzitter Tan Passakornnatee van de Ichitan Group de buitenlandse trip te sponsoren. En dat deed hij: Tan lapte 3,1 miljoen baht. De groep vertrok naar Nederland en won de eerste prijs in de categorie Marching World Class. Niet zo moeilijk want de groep was de enige deelnemer in die categorie, maar het applaus van het publiek in Eindhoven was er niet minder gemeend om. So far, so good. Maar toen de groep op 2 april terugkeerde in Thailand wachtte een koude douche. Op de social media circuleerde een geluidsopname met een gesprek van drie personen, waaronder de directeur van de school. De groep zou het bedrijf hebben gechanteerd om de sponsoring binnen te slepen, zo luidde de kritiek. Gisteren gingen de groepsleden tijdens een persconferentie, georganiseerd door de alumni vereniging van de school, diep door het stof. Ze boden hun excuses aan voor de ‘inappropriate’ manier waarop ze fondsen hadden geworven voor de trip. ‘Alle groepsleden zouden graag hun welgemeende excuses maken’, zei coach Anusorn Porn-neramitre, oud-leerling van de school. ‘We
accepteren dat we een fout hebben gemaakt. Als we terug in de tijd konden gaan, zouden we het niet weer doen. Dit is een dure les voor ons geweest. We hadden alleen een droom om aan de competitie mee te doen.’ Anusorn zei dat hij dankbaar was dat Tan de reis wilde sponsoren, maar hij zou graag persoonlijk de softdrink-magnaat zijn excuses willen aanbieden voor de problemen die de groep heeft veroorzaakt. ‘We proberen contact met hem op te nemen. Hopelijk vergeven de mensen ons voor wat we hebben gedaan en begrijpen ze waarom we het deden.’ Een lid van de 54 leerlingen tellende groep zegt zich nooit gerealiseerd te hebben dat ze de reputatie van de school zouden kunnen beschadigen omdat de groep juist het tegendeel beoogde. ‘Als ik weer kon kiezen, zou ik niet om het geld hebben gevraagd. Elke keer als ik mijn Facebookpagina open, moet ik huilen. Het lijkt wel of de groep een moord heeft gepleegd. Ik word uitgescholden, het voelt alsof ik geen Thai ben.’ (Bron: Bangkok Post, 8 april 2014)
Korpsmuziek en On the Front zoeken enthousiaste redactieleden! Korpsmuziek.nl en On the Front zijn altijd op zoek naar enthousiastelingen die meer voor de showsector willen betekenen en mee willen werken aan de website en het online magazine. Ben jij een uithangbord voor onze hobby en vind je het leuk om dat uit te dragen? Heb je ervaring in een showkorps? Hou jij alle ontwikkelingen in de sector in de gaten? Vind je het leuk om naar andere korpsen te kijken, met een positief kritische blik? Heb je aantoonbaar ervaring met schrijven? En wil je bijdragen aan On the Front en/of Korpsmuziek.nl? Neem dan snel contact op met Cor Vosseberg via info@onthefront.nl of c.vosseberg@korpsmuziek.nl. Zet je ervaring op papier en laat ons eventueel ook iets lezen. Wellicht kun je dan onderdeel worden van een vaste groep schrijvers die we kunnen inschakelen voor het maken van nieuwsberichten, informatieve artikelen en verslagen.
Exempel Empel bijt zich na succes op WMC vast in nieuwe show
E
lk WMC zijn er wel een aantal verrassingen en in 2013 steeg Exempel Empel op de marswedstrijden boven zichzelf uit. Met 90.38 punten werden ze zeer verdienstelijk zesde, vlak achter de traditionele marstoppers. Een prachtig uitgangspunt voor de komende jaren, maar we zijn benieuwd hoe ze dat gaan aanvliegen. Het was voor jullie een mooi WMC, maar wat nu? Het was zeker een mooi WMC! Een score van boven de 90 punten is iets waar we nog steeds trots op zijn. Er is dan ook hard voor gewerkt. Door de intensieve samenwerking tussen leden en instructie hebben we een grote stap vooruit gezet in kwaliteit op zowel muzikaal gebied als in de exercitie. We gaan deze stijgende lijn proberen voort te zetten. Mede ook door ons nieuw instructieteam met Harry Hollander (Muzikaal leider), Sander Bergman (Slagwerk) en RenĂŠ Ranzijn (Exercitie en show). Dit team mag zich samen met
de muzikanten van Exempel gaan vastbijten in de nieuwe show: Love Is All. Wat zijn jullie doelen? Op dit moment willen we ons meer gaan ontwikkelen op het gebied van de show. We willen showtechnisch een volgende stap zetten en dat zal Love Is All moeten aantonen. We gaan van een platte thema show naar een meer dynamisch concept show waarbij een echt verhaal wordt verteld. Zijn alle randvoorwaarden aanwezig om die te behalen? Dat kun je wel stellen. We hebben een bruisende club waar veel enthousiasme heerst. Talentvolle
muzikanten met veel energie die samen een hechte club vormen. Nu ook het instructieteam compleet is en er een prachtige show is geschreven door René Leckie en René Ranzijn kunnen wij niet wachten om de taptoevelden op te gaan. Hoe gaat het met ledenaanwas? Kun je kort uitleggen hoe jullie opleiding eruit ziet? We werken met drie V’s binnen onze club: veranderen, verjongen & vernieuwen. De jeugd is een essentieel onderdeel binnen
onze club en we zijn ook zeer trots op onze huidige jeugd opleiding. We hebben een opleidingsorkest voor beginnende muzikanten en Jong Exempel waar de gevorderde leerlingen in spelen als opstap naar de Marchingband. Jong Exempel is bij ons zeker geen ondergeschoven kindje. Enige jaren geleden is er voor gekozen om de opleiding met uitsluitend gediplomeerde docenten kwaliteit te waarborgen. Ze hebben hun eigen optredens en gaan binnenkort zelfs voor het eerst op concours. Ze nemen deel aan het NK Show in Vlissingen. Daarnaast vinden wij het ook belangrijk dat de aansluiting tot de Marchingband zo naadloos mogelijk is. Dit zie je in alles terug komen,
van de muziek tot de exercitie, de stokvoering van de slagwerkers tot het uniform dat zij vorig jaar hebben gepresenteerd. Alles is in lijn met de Marchingband. Wat verwachten jullie van de komende vier jaar? Plezier in het muziek maken staat bij ons voorop, en blijft bij ons voorop staan. Dit gaat echter heel erg goed samen met de muzikale en artistieke groei van Exempel. Deze ontwikkeling gaat niet per jaar of 4 jaar, maar is een continue proces.
Wat kunnen we bij het WMC in 2017 van jullie verwachten? Behouden van de 90 punten grens zou al meer dan mooi zijn. Natuurlijk gaan we ervan uit dat we gaan verbeteren. Alleen moeten we ook aantonen dat dit deze score geen lucky shot was. Verder moeten we nog kijken wat we willen brengen op de het volgende WMC. Zit er misschien een show in? Dat zijn vragen voor de komende tijd. Wat is de ultieme ambitie? De ultieme ambitie zit in de lol en het plezier die wij als Exempel leden hebben in onze hobby.
Achter de Regimentsfanfare ‘Garde Grenadiers en Jagers’ aan
D
e Regimentsfanfare ‘Garde Grenadiers en Jagers’ (RFGGJ) maakt deel uit van de Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’. De afgelopen periode hebben we de Regimentsfanfare Garde Grenadiers en Jagers zijdelings gevolgd tijdens hun optredens in Nederland en het buitenland. Kun je kort de fanfare voorstellen en iets over de geschiedenis vertellen? De Regimentsfanfare ‘Garde Grenadiers en Jagers’ (RFGGJ) is opgericht naar aanleiding van een reorganisatie op 1 januari 2005. Ze zijn operationeel sinds 6 september 2005 omdat de vulling toen compleet was. De hoofdtaken van de RFGGJ zijn beëdigingen, commando-overdrachten, herdenkingen. Te denken valt ook aan prinsjesdag en veteranendagen. Inmiddels heeft de RFGGJ met succes deelgenomen aan taptoes in Canada, Engeland, Noorwegen, Zweden, Finland, Malta, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en natuurlijk de Nationale Taptoe in Rotterdam. Naast deze taken, verzorgt de RFGGJ ook concerten en is ze de laatste tijd weer druk doende met educatieve projecten. Deze maand zijn jullie veel onderweg, is dat altijd zo of is dit gewoon een druk deel van het seizoen? In deze periode heeft de RFGGJ het druk. Dit is gelukkig niet altijd zo. In de maand april zijn er veel scholenprojecten verzorgd en op 6 mei zaten we in het vliegtuig voor een meerdaagse taptoe in Oslo. Dit heeft de RFGGJ gedaan in combinatie met de Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’ (KMKJWF). Bij terugkomst konden
wij ons weer opmaken voor de militaire bedevaart in Lourdes. Dat was even erg druk. Nu komen we niet bepaald in rustiger vaarwater... De maand juni stond bol van activiteiten in het kader van de veteranen met als hoogtepunt natuurlijk de Veteranendag op zaterdag 28 juni in Den Haag.
Onlangs stonden jullie op het programma bij Taptoe Oslo. Is dat een puur militaire Taptoe of zijn er ook burgerkorpsen aanwezig? De taptoe in Oslo is een goed georganiseerde taptoe met militaire orkesten vanuit de hele wereld. Dit jaar kwamen de deelnemers uit Amerika, Japan, Groot Brittannië, Denemarken, Zweden, Finland, Estland, Nederland en Noorwegen. Deze taptoe is te vergelijken met de Nationale Taptoe in Ahoy Rotterdam en de grote Duitse militaire taptoes. Het publiek is grandioos, de sfeer is uitmuntend en de taptoe leeft in Noorwegen. Was de taptoe jullie enige optreden of stond er meer op de agenda? ? Naast de taptoe, het evenement waar de
RFGGJ voor naar toe is gekomen, worden er ook andere optredens verzorgd. Zo werd er meegelopen in de streetparade met een gezamenlijk optreden voor het stadhuis van Oslo en werd er al een openluchtconcert gegeven voor het nationaal theater. Helaas was het weer een beetje spelbreker. Het regende veel en het was koud. ‘Gevlogen door de Franse luchtmacht’: hoe krijg je dat voor elkaar? Defensie heeft contacten met andere landen binnen de NATO. Als het reizen goedkoper en beter kan met een toestel van een ander NATO land, dan wordt daarvoor gekozen. Zo zijn wij naar Oslo gevlogen met een toestel van de Franse Luchtmacht.
Terug in Nederland: gelijk weer optreden of zijn jullie gaan toewerken naar een volgende buitenlandse reis? Militaire bedevaart in Lourdes is qua optreden een vreemde eend in de bijt. Optreden ten goede van de deelnemers in de ondersteuning van de missen en processies. Heel divers. Een extra opgave voor het koperkwintet van de RFGGJ: bij elke gelegenheid ondersteunde het koperkwintet de dienst, het begeleiden van de liederen en muzikale intermezzi. Nu terug in Nederland mochten wij gelijk verder met een tweetal grote herdenkingen (Emmen en Arnhem) en een commandooverdracht in Ermelo. Wij zitten niet stil. De optredens zijn divers. Zo openen wij de reeks Sonsbeekparkconcerten in Arnhem op hemelvaartsdag met een spetterend concert. Jullie slogan is: ‘Een wereldbaan! Je moet het maar kunnen!’ Kun je dit uitleggen? Een wereldbaan... je moet het maar kunnen... Dit is een knipoog naar de reclamespot van defensie, hoewel deze slogan in deze maand heel erg samengaat met de praktijk. Het vergt een grote flexibiliteit. Het is geen hobby, het is werk. Er wordt een prestatie verwacht, dag in, dag uit. Je moet in goede conditie verkeren en mentaal tegen een stootje kunnen. Daar wordt in de voorbereiding aan gewerkt. Je speelt ook niet zomaar bij een militair orkest. Naast het bezitten van een muzikaal vereist niveau word je vervolgens gescreend op tal van punten. Als je eenmaal door deze procedures heen bent, krijg je nog een militaire opleiding alvorens je daadwerkelijk meespeelt bij een militair orkest. Maar als je er eenmaal bij zit... dan heb je inderdaad een wereldbaan. Je moet het maar kunnen. De Regimentsfanfare ‘Garde Grenadiers en Jagers’ is actief op Facebook en op Twitter.
In het nieuw gestoken Veel nieuwe uniformen op de velden
H
Er zijn dit jaar heel wat korpsen die zichzelf in het nieuw hebben gestoken. Onder andere Irene Ede, de jeugd van Irene Ede, DVS Katwijk, Jong Holland Junioren, SWJK Marum/Opende, Oranje IJsselmuiden, Thalita Vlaardingen en de Rijnmondband komen met nieuwe uniformen op het veld. Hier ziet u een impressie van al deze nieuwe uniformen.
Jeugdshowband Irene Ede
Irene Ede
Jong Holland Zwijndrecht
Oranje IJsselmuiden
DVS Katwijk
SWJK Marum/Opende
Thalita Vlaardingen
Rijnmondband Schiedam
Sambaband Almondegas zet Oranjelegioen op z’n kop!
N
og voordat de Oranjekoorts in alle hevigheid losbarstte en het Nederlands Elftal een prachtige derde plaats behaalde, had Sambaband Almondegas uit Leeuwarden het zwaartepunt van het WK al achter de rug. Tijdens de laatste drie oefenwedstrijden van Oranje in aanloop naar het WK in Brazilië heeft Almondegas het Oranjelegioen opgezweept met swingend samba-slagwerk en is de ‘Oranjekoorts Thermometer’ flink opgelopen. Zowel voor, tijdens als na de wedstrijden tegen Ecuador, Ghana en Wales hebben de sambaritmes de heupen
doen swingen in de Amsterdam Arena en de Kuip in Rotterdam, Oranjefans samen met fans van de tegenstanders. Aanvankelijk was de sambaband uitgenodigd voor twee oefenwedstrijden, maar door de enthousiaste reacties van het publiek en sponsoren heeft de KNVB de optredens direct uitgebreid. Bedankt KNVB, het was een groot feest! Hierbij een impressie van de optredens. Meer filmpjes en foto’s zijn te vinden op Facebook en voor meer informatie of boekingen verwijzen wij u naar www. almondegas.nl.
‘To Tweet or not to Tweet’
That’s the question
W
at gebeurt er tijdens één internetminuut? Reken op maar liefst zes miljoen Facebook-views, 100.000 tweets en meer dan 200 miljoen verzonden e-mails. Een ongelooflijke stroom aan informatie. En alles is met maar één druk op de smartphone bereikbaar. Wat betekent dat voor een vereniging als Advendo. Van jong tot oud we kennen allemaal de voordelen van Social Media. Het is een grote bron van informatie. Contact leggen is eenvoudig en
informatie uitwisseling gaat razend snel. Iedereen is benaderbaar en kan reageren wanneer en met name hoe hij of zij dat graag wil. Informatie delen was nog nooit zo simpel. Op het eerste gezicht niets aan de hand. Maar reputaties van organisaties worden online besproken, dus wanneer je als organisatie online zichtbaar bent en de dialoog aangaat, heeft dat een positieve
invloed op je naamsbekendheid. Maar wat nu als de ‘buitenwereld’ niet positief communiceert over je organisatie. Naast dat alles wat online gezet wordt voor altijd online beschikbaar blijft, hebben veel Social Media websites hebben geen respect voor de privacy van de gebruikers en de mensen waarover op Social Media gesproken wordt. Zo kan (bewust of onbewust) verkeerd taalgebruik voor misverstanden zorgen, met als gevolg dat een in jaren zorgvuldig opgebouwde reputatie aan de hand van een paar ‘posts/ tweets’ in luttele minuten onherstelbaar onbeschadigd raakt. Moet het bestuur van vereniging Advendo Korpsen Sneek Social Media dan zien als een groot gevaar? Nee, in tegendeel. Het huidige bestuur onderkent het belang van Social Media en omarmt de kansen en mogelijkheden die Social Media ons biedt. Echter tegelijkertijd moeten wij oog hebben voor de negatieve kant van het gebruik van Social Media. Het bestuur is zich bewust dat zij mogelijk misbruik niet kan voorkomen, maar is wel overtuigd dat door het maken van heldere afspraken - vastgelegd in het Advendo Social Media protocol - de vereniging, de leden, en de vrijwilligers kan beschermen tegen de mogelijke negatieve gevolgen van verkeerd gebruik van Social Media. Het uitgangspunt van dit protocol is respect voor de vereniging en het iedereen in zijn of haar waarde laten. De gebruikers van Social Media dienen rekening te houden met de goede naam van de vereniging en de betrokken bij de vereniging. Bart van der Vliet, Public Relations Advendo Korpsen
A
dvendo heeft een aantal afspraken en gedragsregels en vanuit OTF zou het best goed kunnen zijn dat andere korpsen en bands hier eens goed naar kijken en er wellicht ook lering uit trekken. In het verleden zijn er op de sociale media wel een aantal incidenten geweest die de showkorpsensector hebben kunnen schaden en dat valt te voorkomen. Afspraken/gedragsregels • De sociale media accounts van Advendo mogen worden ingezet om kennis en informatie te delen met onze leden en andere geïnteresseerden. • Het is niet toegestaan om vertrouwelijke en/of schadelijke informatie te publiceren. • Het is niet toegestaan seksistische of racistische uitingen te publiceren. • Spreek respectvol over andere mensen/ organisaties/verenigingen • Controleer reacties van de volgers en zorg ervoor dat ze net zo correct en respectvol zijn als je eigen bijdrage. • Voor accountbeheerders is het belangrijk om zich bewust te zijn dat de gepubliceerde berichten voor onbepaalde tijd openbaar zullen zijn, ook na verwijdering van een bericht. • De gebruikers van de sociale media zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de inhoud welk hij of zij publiceert op het internet. • Respecteer copyright. Gebruik geen logo’s, beeldmateriaal of muziek zonder toestemming. • Plaats geen dingen waardoor je zelf of onze vereniging in de verlegenheid kan worden gebracht. • In geval een online discussie dreigt te ontsporen dient de accountbeheerder contact op te nemen met het bestuur van de vereniging
Evaluatie van het WMC is afgerond O
nlangs heeft de WMC organisatie de evaluatie van 2013 afgerond. Deze evaluatie die we publiceren is de ‘uitgeklede’ versie waarbij we meer toespitsen op de stadionwedstrijden. Het volledige document is via de WMC organisatie te lezen. Met een vrijwilligersbijeenkomst in GaiaZoo heeft de Stichting WMC Kerkrade de evaluatie van WMC 2013 afgesloten. Er werd inzicht gegeven in feiten en cijfers rond het festival dat in 2013 in Kerkrade plaats vond. Alle werkgroepen hebben de uitvoering van hun aandeel in de organisatie van het evenement kritisch onder de loep genomen. De aandachts- en verbeterpunten zullen uiteraard gebruikt worden bij de voorbereiding van het 18e WMC dat gehouden zal worden van 6 tot 31 juli 2017. Het “verhaal” van dit WMC is vastgelegd in een festivalverslag dat via de website van WMC wordt gepubliceerd. De Stichting als geheel kijkt tevreden terug op een succesvol evenement dat in totaal bijna 16.500 deelnemers en rond 310.000 bezoekers trok. De 221 bands en orkesten die hebben deelgenomen aan de wedstrijden waren afkomstig uit 30 landen en 4 continenten. De WMC organisatie was met het oog op het economisch klimaat in de aanloop naar het WMC sceptisch over het verwerven van voldoende inkomsten. Op voorhand werden daarom enkele grotere bezuinigingen doorgevoerd. Uiteindelijk vielen de bezoekersaantallen in het stadion enigszins tegen. Concertwedstrijden en concertcyclus waren echter goed bezocht. Uiteindelijk waren de inkomsten op het niveau dat was begroot. In combinatie met de kostenbeheersing heeft dat ertoe geleid dat het festival met een redelijk positief saldo kon worden afgesloten. Dat bedrag is volgens het bestuur
noodzakelijk om de tussentijdse activiteiten te bekostigen en nodig als buffer voor het 18e WMC in 2017. Zo staat er dit jaar een eerste Biënnale voor blazers geprogrammeerd in november en zal rond Hemelvaart 2015 het Europees Kampioenschap voor Blaaskapellen in Kerkrade worden georganiseerd. Om het internationale karakter van het wereld muziek concours te versterken is het bestuur begonnen met het organiseren van een permanente internationale raad van experts voor zowel concertwedstrijden als mars en show. Daarnaast zullen de succesvolle jeugdprojecten een vervolg krijgen. In 2015 zal daarom een internationaal zomerkamp voor jongere bandleden tot 18 jaar worden gehouden waar onder leiding van topexperts gezamenlijk gewerkt wordt aan mars en show. Er ligt een ambitieus programma dat de WMC organisatie wil realiseren. De stadion wedstrijden zijn in drie weekenden gehouden. Deze werden voor het eerst op basis van een nieuw reglement en het One World System (OWS) gejureerd. De verkorting van de wedstrijdperiode maakte een consistenter oordeel mogelijk door de jury die ook
voor deze wedstrijden bestond uit een team van internationaal erkende topexperts. De internationale selectiecriteria voor deelname aan Mars- en Showwedstrijden tijdens WMC worden steeds meer gestandaardiseerd. Deze wedstrijden hadden dit keer meer dan ooit een finalekarakter. Realisatie Er werden liefst 114 optredens verzorgd door de 85 deelnemende korpsen. Zij telden gezamenlijk 3.950 leden. 29 Deelnemers deden aan 2 onderdelen mee. Daardoor komt het aantal muzikanten op 5.340. De wedstrijden waren veelzijdig en hoogwaardig. De programmering was zodanig dat er in blokken werd gewerkt voor Mars- en Marsparade en voor de Showwedstrijden. Dat was in het belang van de jury maar minder in het belang van de bezoekers. Het finalekarakter van deze wedstrijden wordt bevestigd door het grote verschil in bezoekersaantallen tussen de eerste twee en het laatste weekend: De laatste wedstrijddag was het stadion uitverkocht. Het internationaal karakter van de wedstrijd wordt onderstreept door het gegeven dat er korpsen uit 13 landen en 3 continenten aanwezig waren. Heel bijzonder was dan ook dat niet zoals in de laatste 16 jaar sprake was van Nederlandse dominantie van de uitslagen bij de wedstrijden World Division Show. Tot grote verrassing van deelnemers en publiek werden alle podiumplaatsen bezet door Thaise bands. De onderdelen Mars- en Marsparade waren de podiumplaatsen vooral voor Nederlandse deelnemers. Ondanks de volle dagprogramma’s verliep de organisatie vlekkeloos. Het hoge niveau van de wedstrijden zorgden samen met het prachtige zomerweer voor menig kippenvelmoment. Toch was er ook een tegenvaller. Het bezoekersaantal bij deze wedstrijden blijft bij opeenvolgende edities gestaag dalen. Ofschoon de Mars- en Showwedstrijden in het stadion ook in de 17e editie van WMC verreweg de grootse publiekstrekker waren, bleef de teller steken rond 41.000 bezoekers. Dat is fors lager dan de verwachting die ontleend was aan 2009.
De voorgenomen prestatie is inhoudelijk gerealiseerd. Het aantal deelnemende korpsen en deelnemende musici was slechts een fractie lager dan geraamd. De internationale samenstelling van het deelnemersveld was tevredenstellend. Het geraamde aantal bezoekers is niet gehaald met de kanttekening dat er 2 wedstrijddagen minder waren. Gemiddeld waren er exclusief de personen met deelnemerskaart (gratis) rond 7.000 bezoekers per wedstrijddag. Er is door de ervaren vrijwilligers in bestuur en werkgroepen een prestatie van formaat geleverd. Dat mag met name blijken uit de positieve feedback van deelnemers en externe betrokkenen. Communicatie, PR en Marketing WMC heeft tijdig een professioneel bureau in de arm genomen voor de ontwikkeling van een communicatieplan en nieuwe huisstijl. De uitvoering van het communicatieplan is op onderdelen stroef en moeizaam verlopen. Dat had vooral te maken met nieuwe vrijwilligers in de werkgroep, gebrek aan eenduidige aansturing, het acuut moeten inspelen op veranderingen door het afzeggen van deelnemers en het vervallen van concerten en problemen in de software bij ticketing. Dit had in de aanloop naar het WMC een negatieve invloed. Door het stroomlijnen van de externe communicatie is, in combinatie met de uitstekende start van het festival, het tij ten goede gekeerd. Op bestuursniveau zullen alle ervaringen, waarderingen en inzichten die WMC 2013 heeft opgeleverd samen met de vele nabesprekingen die met relevante stakeholders zijn gevoerd en nog gevoerd zullen worden, moeten leiden tot het bepalen van de koers voor de toekomst. CIJFERS van de Mars- en Showwedstrijden 85 orkesten (Rodahal 72) 114 optredens (Rodahal 72) 40.902 bezoekers (Rodahal 13.112) Totaal aantal deelnemers event: 16.424 Totaal aantal bezoekers event: 308.552 (waarvan 223.220 gratis)
Jubal Zwolle droomt verder
O
ok in 2014 is Jubal Zwolle te zien met de prijswinnende show ‘Dreams: emotions of sleep’. Na het 60-jarig jubileum in 2011 en de aanschaf van nieuwe uniformen in 2012, richtte Jubal in 2013 zijn pijlen op een eigen show. Maar de vereniging is ook druk bezig met ledenwerving en het doorontwikkelen van de vereniging. Tijd om de PR-afdeling een paar vragen voor de voeten te werpen. Kun je kort iets vertellen over de vereniging, samenstelling en de bezetting? Jubal Zwolle bestaat officieel sinds 1951 en is sindsdien een vereniging die constant in ontwikkeling is. We doen niet alleen mee aan taptoes, maar zijn vooral ook vaak te zien tijdens optochten in Nederland en daarbuiten. We zijn een echte showband en het korps bestaat uit zo’n 40 muzikanten in drie secties: brass, percussion in drumcorps-stijl en de colorguards. De basisbezetting van de brass
is: trompetten, trombones, saxofoons, baritons en sousafoons. Het jeugdkorps Jong Jubal bestaat uit jongens en meisjes van 8 tot 16 jaar en heeft vrijwel dezelfde bezetting. Daarnaast hebben we de Muzikidz / Showkidz en het leerlingenorkest voor aanstormend muzikaal talent. Hoe komen jullie tot een thema voor een nieuwe show en hoe klinkt dat door in de muziek en de uitbeelding? Met onze huidige show ‘Dreams: emotions of sleep’ ging dat eigenlijk bijna vanzelf. In het showteam kwam naar voren dat we iets met dromen wilden doen, waarop dirigenten Marten van der Worp (brass) en Erik Alberts (percussion) meteen begonnen met het arrangeren van de muziek. De show vertelt het verhaal van een meisje dat van alles beleeft in haar dromen. In het begin van de show valt ze in slaap op de tedere klanken van ‘Lullaby’. Vervolgens beleeft ze allerlei dromen, waarin
er interactie is tussen haar en het korps, onder ander bij het nummer ‘Power of the dream’. Aan het einde van de show wordt ze wakker met een euforisch gevoel: ‘What a feeling!’. Jubal heeft voor het eerst een show helemaal op maat laten maken, en het resultaat mag er zijn. Niet alleen het publiek kan de afwisselende show waarderen, ook de jury in Schiedam beloonde het met 85,14 punten. In de show neemt Jubal het publiek mee in een droom vol emoties; van spanning en angst tot passie en liefde. Deze show is in 2014 te zien, bijvoorbeeld in Goor (20 september). Wie is/zijn er verantwoordelijk voor de showinstructie? De showinstructie doen we grotendeels zelf, met dank aan de tomeloze inzet van onze vrijwilligers. Voor het ontwerpen van de huidige show hebben we Theo Koppert-Holstein aangetrokken. Verder bestaat het showteam uit drum major Vincent Hagedoorn, guardinstructeurs Susanne der Kinderen en René van der Weide, Shirley Vos, dirigent Marten van der Worp en percussioninstructeur Erik Albers. Wat zijn de grootste uitdagingen de komende tijd of voor de langere termijn? De laatste jaren werken we hard aan het waarborgen van de continuïteit van de vereniging. Met behulp van verschillende commissies, zoals de PR- of de kledingcommissie, zorgen we ervoor dat het bestuur wordt ontlast van de nevenzaken en zich kan richten op de hoofdzaken. Dit loopt nu goed, maar om het verder uit te bouwen, hebben we meer vrijwilligers nodig. Zwolle is een grote stad, hoe gaat het met ledenwerving? Het is vrij lastig om nieuwe leden en jeugd aan te trekken,
want er is best veel concurrentie in Zwolle en omgeving. Niet alleen van muziekverenigingen, maar ook van sport- en hobbyverenigingen. We moeten ons dus constant laten zien, zodat potentiële (jeugd)leden ons herkennen en zich aanmelden. De jeugd kan vanaf ongeveer 7 jaar instromen bij de Muzikidz of Showkidz. Gemiddeld hebben we elk half jaar 15 nieuwe leerlingen, waarvan er ongeveer 10 doorgaan naar het leerlingenorkest. We zijn ongeveer 8 jaar geleden begonnen met de Muzikidz en Showkidz en het is mooi om te zien dat een aantal leerlingen van de eerste lichting nu helemaal is doorgestroomd naar het seniorenorkest. Heeft Zwolle als gemeente ook positieve invloeden op Jubal als vereniging? De gemeente Zwolle besteedt jaarlijks een bepaald bedrag aan cultuur. Hiervoor moeten wij een aanvraag indienen, maar in de regel ontvangen wij als vereniging ook een deel. Dit is voor ons een belangrijke inkomstenbron. Daarnaast sponsort de gemeente elk jaar de Week van de Amateurkunst, waar wij vaak ook een rol in spelen.
Showband (Jong) KDO Groessen groeit en bloeit
‘Jeugd aantrekken, boeien én behouden kan dus wel!’
S
inds het voorjaar van 2012 betreedt het jeugdkorps van Showband KDO Groessen de nationale taptoevelden. En dat doet het behoorlijk succesvol. Steeds vaker klinkt de naam Jong KDO Groessen op de Nederlandse taptoevelden en het aantal aanvragen groeit gestaag. Showband Jong KDO is hot en dat komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Net als bijna iedere muziekvereniging dreigde ook bij Showband KDO in het eerste decennium van deze eeuw de vergrijzing toe te slaan. Jonge mensen die muziek willen maken weten de weg naar geüniformeerde muziekverenigingen niet makkelijk te vinden. KDO had daar ook last van, niet in het minst doordat het kleine dorp Groessen,
waar KDO haar domicilie heeft, liefst drie muziekverenigingen en vier zangkoren telt. En dat in een gemeenschap met slechts 1.800 inwoners! KDO ging dus op zoek naar andere bronnen en kwam dankzij de alertheid van instructeur en tambour-maître Hans Verhoeks in aanraking met het landelijke project Music Kiddz. De ommekeer van de vergrijzing werd hiermee ingezet en thans is ruim 50 procent van het ledenaantal van de vereniging Showband KDO Groessen beneden de 25 jaar! Music Kiddz Dankzij Music Kiddz, dat KDO sinds 2009 organiseert en in de jaren daarna succesvol uitbouwde, heeft Showband KDO thans ruim 30 spelende kinderen en zijn er daarnaast nog 10 heel jonge kinderen in opleiding. Jonge
mensen interesseren in korpsmuziek en jonge leden werven kán dus wel! Voor degenen die niet bekend zijn met de opzet van Music Kiddz hier heel kort een uitleg: Met Music Kidzz bij KDO krijgen kinderen in tien geheel gratis lessen de gelegenheid kennis te maken met verschillende blaas- en slagwerkinstrumenten. Ook leren ze de allereerste beginselen van het notenschrift en zelfs de eerste stapjes op het gebied van exercitie. KDO is immers een showband! Tijdens en na Music Kiddz zijn er geen verplichtingen naar KDO toe, maar vanzelfsprekend hoopt KDO dat de kinderen in die lessen enthousiast zijn geworden en via KDO muziekonderwijs gaan volgen. Stappenplan Dit klinkt allemaal heel fantastisch, maar hoe vind en bereik je die kinderen? Showband KDO is daarbij niet over één nacht ijs gegaan en heeft een uitgebreid stappenplan gemaakt hoe jeugd te werven en te kunnen behouden. De eerste, en misschien wel meest belangrijke stap, is om actief scholen te bezoeken. Leden van het Music Kiddzteam van KDO bezoeken jaarlijks alle basisscholen in de regio. Een enorme klus, maar zoals is gebleken is dit wel de sleutel naar het succes. In een korte presentatie over Showband KDO, maar met name over hoe leuk het is om muziek te maken, worden kinderen geënthousiasmeerd om de Open Dag van KDO te bezoeken. Die Open Dag is stap 2 en zeker ook belangrijk. KDO verzorgt die dag demonstraties. De jeugd heeft hier natuurlijk de meest prominente rol. Alle bezoekers mogen zelf instrumenten uitproberen en proberen mee te lopen met een paar eenvoudige exercitie-oefeningen. De nadruk bij KDO ligt die dag op de vrijblijvendheid : Heeft een kind interesse in muziek maken dan kun dat bij ons via Music Kiddz helemaal gratis en zonder verdere verplichtingen in 10 lesjes er achter komen of het wat voor hem is. Een goede uitleg en voorlichting over wat men verwachten kan is essentieel. Dat deze formule werkt is duidelijk want in de afgelopen jaren hebben zo’n 100 kinderen aan Music Kiddz meegedaan en KDO heeft daar bijna 50 jeugdleden aan over gehouden! De gratis lessen van Music Kiddz zelf is stap 3. Kinderen die na Music Kiddz zich bij KDO als lid aanmelden krijgen binnen de vereniging muziekonderwijs. KDO heeft daarvoor gediplomeerde muziekdocenten in dienst en de kinderen krijgen veelal individueel les. Soms ook in klein groepsverband om het samenspelen al in een vroegtijdig stadium te stimuleren. Ook deze opzet komt voort uit het stappenplan. Als de kinderen een flink eind op weg
zijn voor hun HaFaBra diploma A mogen ze gaan ruiken aan het jeugdorkest Jong KDO. Langzaam maar zeker repeteren ze steeds meer mee en doen ze ook mee aan de show- en exercitierepetities. Op die manier is KDO erin geslaagd om maar drie jaar na de eerste Music Kiddz ‘JONG KDO’ als zelfstandig orkest voor het eerst op straat een optreden te laten verzorgen, compleet met eenvoudige showelementen en voorafgegaan door een binnen de eigen gelederen opgeleide, zeer jonge, vrouwelijk tambour-maître. Jong KDO Sinds dat eerste optreden is het hard gegaan met Jong KDO. De band ontwikkelde zich door en al snel werden er plannen gemaakt om een taptoeshow te gaan aanleren. Maar eerst werd het straatrepertoire uitgebreid met eigentijdse en door de kinderen zelf aangedragen muziek. Ook dat is belangrijk: geef kinderen inspraak in wat ze gaan spelen. Dat motiveert enorm. Ondertussen werden er diverse commissies ingesteld om de communicatie naar kinderen en ouders vorm te geven en, zeer belangrijk, om acties te ondernemen om Jong KDO in een nieuw, eigen uniform te steken. De in het leven geroepen Ouderraad heeft hierin een heel belangrijke rol gespeeld.
Een rol die ze overigens nog steeds met verve uitvoert en zonder welke het niet mogelijk zou zijn om deze nieuwe loot in de KDO familie de benodigde aandacht en begeleiding te geven. Het behoeft geen betoog dat er in de afgelopen jaren de nodige problemen voorbij kwamen en dat er bergen werk is verzet. Door soms snel opeenvolgende ontwikkelingen werd het bestuur en de leiding soms rechts ingehaald. Groeistuipen dus. Maar: arbeid loont en met vereende krachten en de steun van velen is het allemaal gelukt! In 2012, slechts 4 jaar na de eerste Music Kiddz, presenteerde de band haar eerste taptoeshow ‘Thriller’. Een volwaardige jeugdshow op muziek van Michael Jackson. De reacties waren direct lovend en inmiddels heeft Jong KDO al vele taptoevelden mogen betreden. Hoewel het allemaal prachtige ervaringen zijn geweest, was het voorlopig hoogtepunt toch wel de deelname aan de Indoor Holland Winter Taptoe in de Rijnhal te Arnhem. Voor een meer dan duizendkoppig publiek hield Jong KDO zich sterk staande en oogstte veel applaus en lof. Een prachtig
optreden en ook een prachtig afscheid voor de eerste vijf leden die de overstap naar de grote Showband KDO maakten. Dat brengt ons dan gelijk bij het belang van de jeugdband. Doorstroming Zonder jeugd zou de toekomst van Showband KDO er vermoedelijk veel minder rooskleurig uit zien. Het is dus belangrijk om die jeugd ook te blijven boeien en ze zo voor de vereniging te behouden. Het stappenplan voorziet er tenslotte dus ook in om de leden van Jong KDO geleidelijk te laten doorstromen naar de grote showband. Deze laatste stap is belangrijk en precair. Doe je het te vroeg of te snel, dan kan het ten koste gaan van het kind, van Jong KDO en ook van de showband. Wacht je te lang, dan kan dat ten koste gaan van de motivatie en dat is vooral bij jonge kinderen funest. Het is dus zaak om de jonge muzikanten zorgvuldig te begeleiden. In principe gaan kinderen die 14 jaar worden en die muzikaal en showtechnisch voldoende bagage hebben opgebouwd een overgangsjaar in. Dat betekent dat zij een jaar lang zowel bij
Jong KDO als met de showband repeteren. Eerst een tijdje alleen muzikaal maar al snel ook bij de exercities. Zodra het verantwoord is worden zij ook ingepast in de shows van de showband. Dit duale jaar heeft het voordeel dat de kinderen die al enige jaren bij Jong KDO spelen er een uitdaging bij krijgen. KDO heeft gemerkt dat ze daar een flinke boost van kregen waarmee ook het niveau binnen Jong KDO naar een hoger niveau steeg. Inmiddels zijn nu dus de eerste zelf opgeleide jonge muzikanten in de showband ingestroomd en staat Jong KDO voor de uitdaging om die aderlating op te vangen. Gelukkig blijft Music Kiddz succesvol en van daaruit zijn weer voldoende, jonge kinderen ingestroomd. De kinderen die nu ineens de oudsten zijn binnen Jong KDO voelen een nieuwe verantwoordelijkheid en ze pakken die rol prima op. Dat is een mooi fenomeen om waar te nemen, je ziet het op basisscholen bij nieuwe groep 8 leerlingen ook. Showband KDO KDO was, doordat het uniek is in de regio, altijd al een populaire band. Ieder jaar melden zich spontaan mensen uit de regio omdat ze graag in een showband willen spelen en lopen. De leeftijdsopbouw was ook al jaren aan het verjongen en dat was goed merkbaar in de ontwikkelingen op showtechnisch en muzikaal gebied. De extra instroom van nieuwe, goed opgeleide mensen vanuit Jong KDO geeft de showband nog meer nieuwe impulsen. Het straatrepertoire is aangepast en de streetshows zijn vernieuwd. En de huidige taptoeshow ‘Iedereen is van de wereld, en de wereld is van iedereen’ loopt nog als een trein.
kleurrijke vereniging als Showband KDO. In 2016 bestaat Showband KDO 50 jaar. Een jubileum dat natuurlijk gevierd zal worden. KDO streeft ernaar om de nieuwe show in het jubileumjaar in nieuwe uniformen te gaan uitvoeren. Voorwaar een flinke uitdaging voor het inmiddels 45 koppige korps. Maar voor het zover is maakt KDO zich op voor het seizoen 2014. Een seizoen waarin men weer in alle windstreken van ons land, en ook in België en Duitsland, te zien en te beluisteren zal zijn. Cyclus Hoewel Showband KDO al enige jaren succesvol is met het werven, opleiden, inpassen en doorstromen van nieuw, jong talent kan men niet achterover gaan leunen. KDO zit in een heel positieve flow maar het zal noodzakelijk blijven om actief nieuwe mensen aan te trekken en de hierboven beschreven stappen in een terugkerende cyclus te blijven volgen. KDO is dat ook vast van plan. Showband KDO Groessen heeft laten zien dat het dus ook in deze tijd nog kan: Jeugd aantrekken, boeien én behouden.
Inmiddels is de band begonnen met het instuderen van een nieuwe taptoeshow, Colors genaamd. Colors zal in 2015 het levenslicht zien en het belooft een spektakelshow te worden. De arrangementen zijn geschreven door Michel Smeets en Hans Verhoeks is druk bezig met de choreografie. Muziek en uitvoering staan in het teken van kleur. En dat past prima bij een Fotografie: Jacques Kok
Jong Oranje ziet ledenaantal in drie jaar verdubbelen
D
e jeugdband van Oranje IJsselmuiden groeide de laatste jaren flink door. De club bestaat inmiddels uit 41 kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 15 jaar. Met een mooie club begon men vorig jaar met het instuderen van een show en steeds vaker zien we ze terug op een Taptoe. On the Front is benieuwd hoe ze in IJsselmuiden de jeugdopleiding aanpakken en sprak met Heidy van den Brink.
het muziekinstrument mee naar huis, om zo ook de thuisstudie te bevorderen. Het project wordt afgesloten met een mini concert voor ouders en andere belangstellenden, waarbij de kinderen een certificaat van deelname ontvangen. Dat dit project succesvol is blijkt wel uit ons groeiende jeugdleden aantal. De afgelopen 3 jaar is Jong Oranje verdubbeld in ledenaantal, daar zijn wij als Jeugdbestuur erg trots op!
Wordt er gewerkt met diploma’s? Hoe werken jullie aan de aanwas van Als je lid wordt bij Oranje, wordt je direct nieuwe leden? aangemeld bij de muziekschool. Quintus, Wij organiseren 3 keer per jaar een ‘gratis’ centrum voor kunsteducatie in Kampen/ scholierenproject geheten S(c)oolkids IJsselmuiden. De kinderen gaan daar muziekonderwijs. Hierbij nodigen wij kinderen muziekonderwijs volgen en worden opgeleid van groep 4 en 5 uit om gedurende 10 voor hun HaFaBra diploma A. In tussentijd weken gratis kennis te maken met een krijgen de kinderen vanaf ongeveer 4 maanden muziekinstrument, krijgen ze de beginselen muziekles een uitnodiging om deel te nemen in van Algemene Muzikale Vorming en gaan het leerlingenorkest bij Jong Oranje. Hier wordt ze kennismaken met Oranje. De kinderen het samenspel bevorderd en wordt er kennis krijgen bij hun op school een presentatie van gemaakt met het leren spelen in een orkest met onze vereniging en een inschrijfformulier. De een dirigent. Tevens wordt de leerling ook 2x aangemelde kinderen worden uitgenodigd voor in de maand de eerste exercitie vaardigheden de introductieavond waar ze de verschillende bijgebracht. instrumenten mogen gaan bespelen en hun favoriete instrument mogen kiezen. Tijdens het Dit om de leerling goed voor te bereiden op de 10 weken durende project krijgen de kinderen marsvaardigheid. Indien het A-examen wordt
gehaald mogen de kinderen doorstromen naar het jeugdorkest en gaan zij mits zij voldoende muzikaal en exercitie niveau hebben meelopen en spelen met JOY (Jong Oranje IJsselmuiden). Om door te stromen naar het A-orkest zal het jeugdlid bij de muziekschool muziekles blijven volgen voor het halen van zijn of haar HaFaBra B-examen. Wat voor optredens worden zoal verzorgd? Op dit moment treedt Jong Oranje vooral op tijdens de verschillende optochten en parades die binnen de gemeente Kampen worden georganiseerd. Denk hierbij aan de lampionnenoptocht en andere festiviteiten tijdens Koningsdag, maar ook tijdens de slotavond van Avondvierdaagses in IJsselmuiden, Kampen, Heerde en Zwolle. Ook is Jong Oranje al sinds enkele jaren aanwezig tijdens het kinderbloemencorso in Vollenhove. Sinds 2013 heeft Jong Oranje ook een muzikale show en waren ze bij de taptoe in Putten voor eerst te zien en horen. Met hun show TV-Tunes laten ze een frisse, jeugdige choreografie zien op de verschillende bekende tv-melodieĂŤn. Denk hierbij aan JAG, A-team, Muppet Show en Beverly Hills 90210. Ook voor 2014 staan er inmiddels 2 taptoes op de agenda. Te weten op 3 mei, Taptoe Dronten en Taptoe Oldebroek. Is er wel eens deelgenomen aan een festival of concours? Ja, Jong Oranje heeft in 2011 voor het eerst deelgenomen aan het Jeugdfestival in Vlissingen en behaalde hier een prachtige 1e prijs, in 2013 werd er opnieuw deelgenomen en behaalden ze wederom een 1e prijs tijdens de marswedstrijden. Ook heeft Jong Oranje in 2012 deelgenomen aan een marsconcours in Kampen,
hierbij behaalden ze een 1e prijs en werden ze uitgenodigd voor het NK in Klundert. In januari 2013 nam het jeugdorkest hier tijdens de marswedstrijden aan deel en werden zij met 86,88 punt Nederlands Kampioen. Tevens hebben ze het erediploma van de KNFM in ontvangst mogen nemen voor het hoogst aantal punten, behaald op de mars wedstrijden van alle concoursen in de jeugddivisie in 2012. In 2014 zal Jong Oranje weer deelnemen aan het marsconcours in Kampen. Organiseert de vereniging andere activiteiten voor de jeugd? Oranje wil uitdragen dat muziek van en voor iedereen is, daar horen ook zeker andere activiteiten bij om de band met elkaar te versterken. Zo organiseren wij de laatste jaren een presentatie middag of avond waarbij ouders en andere belangstellenden als 1e de vorderingen en shows kunnen bewonderen of wordt er een voorspeelavond georganiseerd in ons eigen verenigingsgebouw. Verder is er al 2x deelgenomen aan de jeugddag in Rheden. Dit is ook als teambuildingsdag voor de jeugdleden en het met elkaar muziek maken, want dat doen ze graag! De activiteiten commissie organiseert elk jaar meerdere activiteiten voor de jeugd, van een jeugdkamp of jeugddag tot een filmavond of in de winter een sinterklaasavond. Ook heeft Jong Oranje al een aantal keer 4 avonden met muziek meegelopen met de 5km Avondvierdaagse in IJsselmuiden.
Colofon
C
or Vosseberg is 43 jaar en vooral bekend als de bedenker en beheerder van de website Korpsmuziek.nl. Als kleine jongen begon hij op snare en werd tambour-maĂŽtre van Jeugddrumfanfare Prinses Irene (Huizen) Hij verhuisde naar Leeuwarden en speelde in de Drumfanfare Vliegbasis Leeuwarden en bij CMV Oranje uit Minnertsga. In die tijd startte hij zijn idee, het huidige Korpsmuziek.nl. Zijn vrije tijd gaat op aan Andrea en Daphne, zijn vrouw en dochter. Naast Korpsmuziek.nl is Cor onder andere actief voor Takostu Stiens (jeugdfestival).
M
atthijs van Houten is 28 jaar en werkt als journalist en tekstschrijver bij het Groningse Persbureau Tammeling. Na vijf jaar lang bij Jeugdkorps Pasveer te hebben gespeeld, is hij in 2001 bij Showband Marum gaan trommelen. Na tien jaar snare te hebben gespeeld, heeft hij onlangs de overstap naar euphonium gemaakt. Matthijs is actief bij Showband Marum, Concordia Zevenhuizen en Jong Pasveer als visueel instructeur. De vrije tijd die over-blijft spendeert hij aan het bezoeken van wedstrijden van de basketballclub Donar en het maken van On the Front. HOOFDREDACTIE Matthijs van Houten SALES EN ADVERTENTIES Cor Vosseberg WEBSITE / MAIL www.onthefront.nl / info@onthefront.nl TWITTER @OTFMagazine
FOTOGRAFIE Piet en Matthijs van Houten, Jacques Kok, Dutch in DCI, Hans Kloppert, NO Studio Photography
ADVERTEREN? Neem contact op met Cor Vosseberg voor onze voordelige advertentie-tarieven. On the Front wordt 4 tot 6 keer per jaar uitgegeven en via internet GRATIS verspreid. Neem contact op met On the Front via info@onthefront.nl