10 minute read
In de gemeente brengt God alles weer samen
STEF SCHAGEN
Bij de schepping heeft God de mens voor relatie bestemd. Maar na de zondeval raakten alle relaties verstoord: met God en met elkaar. In Christus komt alles weer bij elkaar.
God heeft de mens bedoeld voor relatie. God zelf bestaat in relatie. Dat lezen we direct aan het begin van de Bijbel. Zevenmaal zegt God in Genesis 1: Er zij. Maar in vers 26 verandert ineens de toonzetting en klinkt er: Laten Wij. Het is net alsof je een gesprek hoort tussen de drie leden van de Godheid. Zij voeren een gesprek en nemen samen een besluit: “Laten Wij mensen maken.”
Alhoewel de Drie-eenheid voor ons lastig is om te vatten, laat de tekst zien dat God in relatie bestaat. Het verhaal van de Bijbel is vervolgens dat de mens, als zijn evenbeeld, ook voor relatie is bedoeld. Wij zijn allemaal deel van iets groters dan onszelf. Alles bestaat in relatie.
Verstoring
Dan komt de slang. Hij is listig (3:1). De boze weet dat hij, wanneer hij de relatie van de mens met God kan verstoren, Gods plan kan saboteren.
Slim weet hij de mens tot zonde te verleiden wanneer de vrouw van de verkeerde boom eet en ook haar man daarvan geeft.
Het allereerste dat gebeurt is dat de ogen van de mens opengaan voor zichzelf. De mens bemerkt dat hij naakt is (3:7). Godbewustzijn maakt plaats voor zelfbewustzijn. De mens komt ineens in het centrum van zijn aandacht. Schaamte verdrijft onbevangenheid, overgave aan God wordt vervangen door ongehoorzaamheid en aanbidding maakt plaats voor aversie nu individualisme het overneemt. De Bijbel vertelt ons wat wij nu weten: waar het ik regeert, daar komen ook alle andere ingrediënten en effecten van wat de Bijbel zonde noemt.
Alle relaties gingen op de helling. De eerste is de relatie met God. Maar Hij geeft niet op. Diezelfde avond zoekt God de mens op en roept om zijn nabijheid: "Waar ben je?" Die avond in Eden klinkt voor het eerst de roep van God om de mens die in de rest van de Bijbel blijft klinken. “Waarom verstop je je voor Mij? Ben je bang? Kom tevoorschijn! Ik wil met je spreken.” Zou er wanhoop hebben geklonken in zijn stem? In elk geval galmt die avond in Eden de roep van Gods hartsverlangen om de mens dichtbij te hebben.
Wij zijn allemaal deel van iets groters dan onszelf De vrede is verdwenen en jaloezie en woede zijn binnengetreden
Onderling
Wanneer God om de mens roept, komt Adam tevoorschijn en wanneer God vraagt wat er mis is gegaan, zegt Adam: De vrouw die U mij gegeven hebt, zij heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten (3:12). Deze vertaling doet recht aan de Hebreeuwse volgorde van de woorden, hoe Adam het zegt. Hij begint zijn antwoord met naar zijn vrouw te wijzen. Adam legt de hele schuld bij haar in plaats van de verantwoordelijkheid te nemen die hem in 1:26-28 was gegeven. Hij wilde wel de eerste zijn, maar toen even niet? Hij suggereert bovendien dat God hem een verkeerde vrouw heeft gegeven. Pas als laatste wijst hij naar zichzelf wanneer hij toegeeft dat hij zelf ook gegeten heeft.
Wanneer God zich vervolgens tot de vrouw wendt, zegt zij: De slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten (3:13). Is de vrouw hier eerlijker over haar zonde wanneer zij erkent dat zij verleid is? Maar ook zij legt de schuld eerst bij een ander (de slang), en niet bij zichzelf. Zij hadden ook naar God kunnen gaan, spijt kunnen betuigen en Hem om hulp kunnen vragen. Maar dat gebeurde niet. Hoe zou het afgelopen zijn als Adam ‘nee’ tegen Eva had gezegd toen zij hem de verboden vrucht aanbood?
Generaties
Vanaf dan lezen we in de Bijbel hoe alle relaties verstoord raken. Na de verstoring van de relatie van de mens met God en in zijn huwelijk, gaat het mis in hun gezin. Kaïn maakt een einde aan het leven van de rechtvaardige Abel. De vrede is verdwenen en jaloezie en woede zijn binnengetreden (Genesis 4). Daarna gaat het snel bergafwaarts en in Genesis 6 lezen wij dat de mens heel de aarde heeft vervuld met geweldenarij (6:11). Wat zal het op aarde onveilig zijn geweest. Was het toen al ‘ieder voor zich’?
Wanneer God besluit opnieuw te beginnen met Noach en zijn zonen, voel je de hoop dat het allemaal uitloopt op ‘pais en vree’. Maar vlak daarna gaat het opnieuw mis. Wanneer Cham zijn vader naakt in zijn tent ziet liggen en uitlacht, vervloekt Noach het nageslacht van zijn zoon (9:22-25). Er komt een vloek tussen de generaties, zou je kunnen zeggen.
En het gaat verder. We lezen hoe de mens zich in zijn hart verheft en een toren bouwt naar de hemel (Babel) in Genesis 11. God ziet het
en verstrooit de mens met een Babylonische spraakverwarring. Sindsdien begrijpen mensen elkaar niet meer. Er zijn cultuurverschillen. De relaties raken verstoord.
Herstel
Maar er is hoop. Door het verhaal van de Bijbel heen klinkt de profetische vooruitwijzing naar de komst van Jezus, de Vredevorst die alles weer bij elkaar brengt (Jesaja 9:5-6). De Bijbel vertelt niet alleen waar wij vandaan komen, maar ook waar het allemaal op uitloopt. Gods Woord voorspelt het herstel van alle relaties door Jezus. Hij zal afrekenen met de slang wiens kop Hij vermorzelt (Genesis 3:15). Hij zal vrede stichten wanneer Hij tussen de natiën eerlijk recht zal spreken (Micha 4:3). De relaties
tussen de generaties zullen hersteld worden wanneer Hij het hart van de vaderen terug zal voeren tot de kinderen en dat van de kinderen tot de vaderen, zei Maleachi als laatste profeet van de Tenach (Maleachi 4:6). Hij zal de relaties tussen de dieren en tussen mensen en dieren herstellen, voorspelde Jesaja: Het lam zal liggen met de wolf en de koe en berin zullen samen weiden. Een zuigeling zal spelen bij het hol van een adder maar niet gebeten worden (Jesaja 11:6-9). En de natiën zullen elkaar de oorlog niet meer leren, zei Micha. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen (4:2-4). De harmonie zal groot zijn wanneer de kennis van de Here de aarde zal bedekken zoals de wateren de bodem van de zee (Jesaja 11:9). Wat een heerlijk evangelie! Wat een vooruitzicht! Er zal geen oorlog meer zijn.
Je kunt je niet onderwerpen aan Christus zonder deel te worden van het grotere geheel van de gemeente
Gemeente
God begint met dat herstel in de gemeente. Hierover schrijft Paulus ook. Gods voornemen – wat niemand kan stoppen – is om in Christus alle dingen weer bijeen te brengen, schrijft hij aan de Efeziërs (1:9-20). Wat uit elkaar is gevallen wordt weer in elkaar gezet en wat gebroken is weer heel. Paulus schrijft er ook bij hoe: wees elkaar onderdanig in de vreze van Christus (5:21): in je huwelijk (5:22-33), in je gezin (6:1-4), op je werk (6:5-9) en in de kerk (5:8-20).
Onderdanigheid is een woord dat wij liever uit het woordenboek schrappen, maar je kunt je niet onderwerpen aan Christus zonder dat je deel wordt van het grotere geheel van de gemeente, zijn lichaam (Efeze 2:16). God wil je daarvoor inzetten.
Oei, hier moet ik eerlijk bekennen: dat is een uitdaging. Daar heb je de Heilige Geest bij nodig. Zijn er relaties waar je aan moet werken? Is het nodig om je trots opzij te zetten en het in orde te maken met iemand? Spreek je lelijk over anderen en moet je daarmee stoppen? Wanneer je aan je relaties werkt, verantwoordelijkheid neemt, werk je mee aan Gods bedoeling, zijn voornemen om alles bij elkaar te brengen. Hoe goed en lieflijk is het als broeders (en zusters) tezamen wonen. Daar stroomt de olie (Psalm 133). •
FRISSE KIJK OP OUDE WAARHEDEN
Marja Verschoor-Meijers
Tot welzijn van…
Welzijnsorganisaties in ons land worden geacht zich neutraal op te stellen. Soms vind ik dat best lastig, want het is overduidelijk dat alle mensen God nodig hebben.
Als zzp’er werk ik voor diverse overheidsorganisaties in onze regio, waaronder een welzijnsstichting. Welzijnswerk in Nederland is gericht op het bevorderen van het welzijn van mensen. Er worden diverse maatschappelijke diensten en voorzieningen aangeboden met als doel de lokale samenleving vorm te geven en kwetsbare mensen (weer) te laten deelnemen aan die samenleving. Een nobel streven natuurlijk en de problematiek en uitdagingen waar we daarbij tegenaan lopen maken dit werk boeiend. Als overheidsinstelling moet je je neutraal opstellen en voor iedereen toegankelijk zijn. En dat in het besef dat we niet werkelijk in volheid – in welzijn – kunnen leven zonder God!
Voldoende? Tja, eigenlijk net zoals het overduidelijk is dat wij als kerk niet echt kunnen functioneren en van maatschappelijke waarde zijn zonder de Heilige Geest. Ik moet helaas constateren dat we wat dat betreft vaak ook liever ‘neutraal’ blijven. Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. We ontkennen uiteraard het bestaan van de Heilige Geest niet en we zorgen er echt wel voor dat we Hem met grote regelmaat noemen in onze preken, liederen en erediensten. Maar is dat voldoende? Is dat praktisch genoeg, zou ik willen vragen. In 1 Korinthe 12:7 (HB) lezen we het volgende: De Geest openbaart Zich door elk van ons, tot welzijn van de hele gemeente. Een aantal dingen vallen mij op in dit vers. 1. De Heilige Geest openbaart zich, dat is veel meer dan alleen zijn naam noemen. Wie Hij is en wat Hij doet, is zichtbaar, hoorbaar en merkbaar! 2. Hij openbaart zich door elk van ons, dus niet alleen door de spreker, de muzikanten of de oudsten. Hij openbaart zich door de gaven die wij als gemeenteleden hebben gekregen. Over het profeteren staat bijvoorbeeld geschreven dat we dan ‘woorden spreken van opbouw en vermaning en troost’ (1 Korinthe 14:3). Stel je toch eens voor wat dat voor het welzijn van gemeenteleden zou doen. Dat is namelijk het doel. 3. Hij openbaart zich tot welzijn, dus niet tot afbraak of verdeling zullen we maar zeggen. Als we Hem ruimte geven om door ons heen te werken, is dat tot ons algemeen welbevinden. 4. Hij openbaart zich tot welzijn van de hele gemeente! Dus niet opdat één of twee leden een lekker aangenaam gevoel krijgen. De hele gemeente wordt opgebouwd, bemoedigd, aangespoord, geïnspireerd en gemotiveerd.
Ruimte Oh lieve mensen, laten we toch (meer) ruimte maken voor het werk van de Heilige Geest in onze samenkomsten. Wanneer werd er in jouw gemeente voor het laatst een woord van wijsheid, kennis of profetie gegeven door openbaring van de Heilige Geest? Hij openbaart aan ons de waarheid en wijsheid van God en dat hebben we zo nodig!
Want wijsheid brengt liefde voort en is een voedingsbodem voor vrede en welzijn (Spreuken 3:17, HTB). •
voor en wij volgen’
De bekendste christelijke beweging in Nederland, het Leger des Heils, vierde onlangs haar 135-jarige bestaan. “In al die jaren is ons motto hetzelfde gebleven, soep, zeep en redding,” vertelt commandant en geestelijk leider Hannelise Tvedt (66).
Het Leger des Heils in Nederland maakt deel uit van de wereldwijde Salvation Army-organisatie die in 1865 in Londen werd opgericht door William en Catherine Booth. William was vastbesloten om het evangelie te brengen bij de verschoppelingen van de toenmalige maatschappij. Al snel zag hij in dat armoede impact heeft op de keuzes die mensen in hun leven maken. Daarom bracht hij praktische hulpverlening en evangelisatie samen. Hij wilde de nood van deze mensen namelijk niet alleen maar tijdelijk verlichten, maar hen helpen om hun eigen situatie permanent te verbeteren. Daarvoor bedacht hij het motto ‘soup, soap and salvation’ – soep, zeep en redding. “Als we iemand eten geven (soep) en zorgen voor zijn basisbenodigdheden en waardigheid (zeep), dan zal hij meer ontvankelijk zijn voor het evangelie en de liefde van Christus (redding),” aldus William Booth.
Leger
“Dat is nog altijd ons motto,” vertelt Hannelise Tvedt, sinds 2018 territoriaal commandant van het Leger des Heils in Nederland,