1 minute read
DANKBAARHEID het GEVAAR van een GOED LEVEN
In Deuteronomium 8 herinnert Mozes het volk eraan dat, hoewel de woestijn een heftige tijd was, het toch de tijd was die zij nodig hadden als leerschool.
In het bijzonder was het de honger die hen 40 jaar lang leerde om te vertrouwen op Gods brood. Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de Heer uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. Denk aan de tocht die de Heer, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u laten buigen voor zijn macht en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet (Deuteronomium 8:1-2 NBV21).
Overvloed
Geloof werd niet gevormd door volle buiken en verzadigde magen. Het werd gevormd doordat het volk leerde om afhankelijk te zijn van het manna dat zes ochtenden in de week uit de lucht kwam – een voorziening die altijd voldoende was, ongeacht de hoeveelheid die werd ingezameld.
Maar als het volk aan de vooravond staat van de vervulling van Gods belofte aan Abraham, herinnert Mozes hen eraan dat de lessen van de tijden van beproeving spoedig zullen eindigen. Zij zijn op weg naar een land vol overvloed en die volheid is een geschenk van God. Wanneer u daar volop te eten hebt, dank de Heer, uw God, dan voor het goede land dat Hij u gegeven heeft (vers 10). Een ogenblik lijken Mozes’ woorden te bevestigen
Dankbaarheid verwondert zich over de Gever zelf, en dankzegging is aanbidding wat wij verwachten van de relatie tussen overvloed en dankbaarheid. Wanneer het leven op zijn best is, zo denken we, zullen we zeker het dankbaarste zijn. Dit is eigenlijk precies waarvoor de woorden van Mozes ook ons