8 minute read

Geestelijke strijd op Gods manier

JASON SOROSKI

GEESTELIJKE STRIJD OP GODS MANIER

De apostel Petrus was een man van actie en ook de andere discipelen leken te verwachten dat hij het voortouw nam. Toch moest Petrus op de harde manier leren hoe hij geestelijke strijd op de juiste manier moest voeren.

Jezus zei dat als we voor Hem leven, we tegenstand en verzet zullen ervaren. Dat zegt Hij heel duidelijk in Mattheüs 10:22: En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Als dat het geval is, en we door allen gehaat en aangevallen zullen worden, hoe kunnen we dan zo effectief mogelijk strijden voor de Heer? een voorbeeld voor iedereen die wil strijden voor Christus! In werkelijkheid was hij precies het tegenovergestelde. Hij werd helemaal niet geprezen. Jezus gaf hem geen compliment, maar een standje, zoals we lezen in vers 11: ‘Steek uw zwaard in de schede. De drinkbeker die de Vader Mij gegeven heeft, zal Ik die niet drinken?’

Ik vind het geen prettig idee dat ‘allen’ mij zullen haten, maar in een cultuur die zich in toenemende mate tegen Christus verzet, lijk ik geen andere keus te hebben. Als mensen je haten, zullen ze tegen je strijden en moet je voorbereid zijn om je te kunnen verdedigen. Net als velen voor mij, wil ik trouw opkomen voor mijn geloof en Christus ten koste van alles verdedigen. Toch is het gevaar groot dat we op de verkeerde manier strijden. Onze eerste reactie is vaak dat we boos of verontwaardigd terugslaan. Je hoeft maar op social media te kijken om te zien hoe vaak dat gebeurt.

OOR

Laten we kijken hoe Jezus hiermee omging. Het moment dat Hij werd verraden, kwam voor iedereen als een verrassing. Iedereen, behalve Jezus. Jezus wist wat er zou gebeuren en Hij wist hoe Hij daarmee moest omgaan. Petrus niet. Voordat de soldaten kwamen om Jezus te arresteren en voordat Judas de Heer verraadde met een kus, had Petrus nog gezworen dat hij bereid was om te strijden en sterven voor Jezus. Petrus dacht dat hij alles in huis had wat nodig was om wie dan ook te bestrijden die het waagde zijn Heer aan te vallen. Toen het zover was, deed hij dat dan ook. Hij deed het enige wat hij kon bedenken, namelijk zijn zwaard tevoorschijn halen en in de aanval gaan. Het probleem is dat hij dat op de verkeerde manier deed, en om de verkeerde redenen, waardoor hij de dingen alleen maar erger maakte.

Simon Petrus dan, die een zwaard had, trok dat, trof de dienaar van de hogepriester en sloeg zijn rechteroor af. En de naam van de dienaar was Malchus (Johannes 18:10). Toen Petrus zag dat zijn geloof werd bedreigd, stapte hij naar voren als strijder. Hierdoor lijkt hij een echte held,

ZWAARD

Petrus hoort Jezus niet zeggen: “Goed gedaan, trouwe knecht! Jij hebt die vent echt een lesje geleerd!” Nee, hij krijgt juist te horen dat hij verkeerd bezig is, dat hij werkt vanuit zijn eigen kracht in plaats vanuit de kracht van Christus. Petrus’ poging om op zijn eigen manier Jezus te verdedigen, bleek een slechte zet.

Volgens Mattheüs 26:52 zegt Jezus tegen Petrus: ‘Doe uw zwaard terug op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.’ Wat we hiervan leren, is dat onze strijd niet gericht moet zijn tegen vlees en bloed, maar tegen de machten van de duisternis (Efeze 6:12). Dit gaat in tegen onze neiging om erop in te hakken met ons zwaard om onze menselijke tegenstanders zoveel mogelijk te verwonden.

IK VIND HET GEEN PRETTIG IDEE DAT ‘ALLEN’ MIJ ZULLEN HATEN

Als we dat doen, hakken we misschien iemands oor af en zijn we trots op onszelf, alsof we iets te vieren hebben. Maar Jezus veroordeelt dit gedrag en gaat zelfs zover dat Hij de schade aan het oor van Malchus herstelt zoals het was voordat Petrus het eraf sloeg (Lukas 22:51). Zelfs op dat moment was Jezus niet gericht op dingen stukmaken en vernietigen, maar op genezing en herstel.

VERDEDIGEN

Jezus vraagt aan Petrus: ‘Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen?’

In zijn waanzinnige poging om Jezus te verdedigen lijkt Petrus helemaal te vergeten wie Jezus is. Ik ben bang dat wij soms dezelfde fout maken. Jezus vraagt van ons dat we sterk staan in het geloof en dat we onze geestelijke wapenrustig aandoen om te kunnen standhouden tegen de vijand, maar Hij heeft het niet nodig dat wij Hem ‘verdedigen’. Hij is de Almachtige God, de Eeuwige Vader, de Vredevorst. Hij is degene die alles schiep wat bestaat of ooit nog zal bestaan. Hij is prima in staat zichzelf te verdedigen tegen die ene persoon op Twitter die gemene dingen zegt over het christendom.

Natuurlijk moeten wij de waarheid spreken. We moeten bereid zijn om op te komen voor de redenen waarom wij geloven en de waarheid over Christus verkondigen in alles wat we doen. Maar laten we niet vergeten dat God machtiger is dan wij ons kunnen voorstellen en dat Hij de strijd voor ons voert, in plaats van andersom.

VOORDAT WE DE GEESTELIJKE STRIJD INGAAN, MOETEN WE STRIJDEN IN GEBED!

BIJBELKENNIS

Jezus vervolgt: ‘Hoe zouden anders de Schriften vervuld worden, die zeggen dat het zo geschieden moet?’ (Mattheüs 26:54). Lees jij dagelijks in je Bijbel? Paulus schrijft in Efeze 6:17 dat we de helm van de zaligheid moeten nemen en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord. Petrus had gelijk toen hij dacht te moeten vechten met een zwaard, maar hij gebruikte alleen het verkeerde zwaard. Bij het kiezen van onze wapens moeten we goed thuis zijn in Gods Woord en dat als wapen gebruiken.

Mensen in onze omgeving zullen Bijbelteksten uit hun verband rukken voor hun eigen doel, of zelfs volledig verdraaien. We moeten onszelf verdedigen en die aanvallen bestrijden door goed te weten wat Gods Woord zegt en daar met vertrouwen aan vasthouden. Onze Bijbelkennis en ons vermogen om zijn Woord goed te hanteren, zullen ons beschermen en in staat stellen anderen te beschermen tegen verkeerde ideeën die misschien goed klinken, maar die uiteindelijk leiden tot de dood.

GEBED

Jezus wist als enige wat er stond te gebeuren en hoe Hij moest reageren, omdat Hij de enige was die bad. Voordat we de geestelijke strijd ingaan, moeten we strijden in gebed! Door dat gebed kan God tot ons spreken en ons hart voorbereiden op wat er gaat gebeuren. Alles wat zonder gebed wordt gedaan, is gedoemd te mislukken, zoals we hebben gezien in Petrus’ zielige poging om ‘iets te doen’.

Terwijl Jezus vurig bidt tot zijn Vader, spoort Hij zijn leerlingen aan om datzelfde te doen en samen met Hem te bidden. Toch gaan ze slapen. En Hij kwam bij de discipelen en trof hen slapend aan en Hij zei tegen Petrus: ‘Kon u dan niet één uur met Mij waken?’ (Mattheüs 26:40). We kunnen niet wakker schrikken uit onze geestelijke (of lichamelijke) slaap en verwachten dat we meteen op scherp staan. Jezus roept ons net zozeer op om te bidden als zijn discipelen, want Hij weet dat we daardoor voorbereid zijn om tot het eind te kunnen standhouden tegen de listige streken van de duivel en de leugens van deze wereld.

Laten we leren van de vergissing die Petrus maakte. We strijden onze strijd in de kracht van Christus, door de kracht van gebed en het Woord van God. Als we op deze manier strijden, zijn we zeker van de overwinning en bereiken we de doelen van Gods koninkrijk. •

Jason Soroski is auteur en aanbiddingsleider in Colorado, Verenigde Staten.

UITGEVOGELD

VRAGEN DIE ALLES OP SCHERP ZETTEN

Soms krijg je een vraag die eenvoudig lijkt maar waarvan je gelijk al voelt dat het veel van je zal vragen. Het vergt moed om daar

“ja” op te zeggen.

Henk Stoorvogel

De vraag die ik kreeg van een Brits bedrijf was uitdagend: of ik me in twee maanden tijd een trainingsprogramma voor leiders eigen wilde maken om vervolgens die training aan directies van internationale bedrijven te geven. Ik moest het programma leren in het Engels, zodat ik het daarna kon geven in het Nederlands en het Duits.

Het zijn herkenbare situaties in mijn leven: dat er vragen komen waarvan je voelt dat ze het uiterste van je gaan vragen, maar waar je geen “nee” tegen wilt zeggen, omdat je er als mens en professional veel van kunt leren. Dus zei ik: “Ja, natuurlijk.”

En zo kwam het dat ik een paar weken geleden op een vroege donderdagochtend naar Duitsland reed. Ik had mijn Duits afgestoft en mijn training paraat. Ik had er zin in en was benieuwd hoe het me zou vergaan. Tegelijkertijd stond ik vol ‘aan’; ik moest me nu maar zien te redden.

Zoals het nogal eens gebeurt bij een nieuw avontuur: er ging van alles mis. De meeste mensen die ik die dag moest trainen, hadden hun huiswerk niet ingeleverd. Ik belandde in een file (die bestonden na corona toch niet meer?!). En eenmaal aangekomen op de trainingslocatie kreeg niemand de beamer aan de praat. Ik grapte tegen de deelnemers: “Dat is toch bijzonder, dan weten we hier met z’n allen alles over kernenergie - het ging hier om een uraniumverrijkingsbedrijf - maar we slagen er niet in een beamer aan de praat te krijgen.”

In mijn introductie legde ik uit dat ik met mijn zwagers graag in Duitsland kwam om vuurwerk te halen - toen dat nog mocht - en dat zij – de Duitsers – graag in Nederland kwamen om gaten te graven in ons strand. Na een spannende seconde schoten de eerste managers in de lach en al snel was het ijs gebroken. Het resulteerde in een prachtige, maar intensieve tweedaagse training die werd afgesloten met applaus van de deelnemers.

Soms krijg je van die vragen die alles op scherp zetten. Vragen waarbij je de neiging voelt om ze terzijde te schuiven. Vragen waarbij je je tegelijkertijd realiseert dat dit kansen zijn die je zullen helpen groeien op een manier die anders niet zou lukken. Jezus was een meester in het geven van dit soort uitdagingen. “Laten we naar de overkant varen.” “Kom, volg Mij.” De vraag klinkt maar eens in de zoveel tijd. Aan ons de keuze om ons reservoir van moed aan te spreken, onze vergeten vaardigheden af te stoffen en de stoute schoenen aan te trekken. •

Zoals het nogal eens gebeurt bij een nieuw avontuur: er ging van alles mis

This article is from: