30 minute read
DE REISMEIDEN
tegenover elke 110 vrouwen die slachtoffer van huiselij k geweld zij n, staan er 88 mannen.
Er zijn meerdere goede onderzoeken naar huiselijk geweld. Universiteiten doen er zelfstandig onderzoek naar maar de onderzoeken van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) zijn het meest toonaangevend, ook al omdat ze met vaste intervallen rapporteren.
Eind 2020 rapporteerde het CBS 1,2 miljoen slachtoff ers van huiselijk geweld. Maar het zijn er zeker veel meer want mensen jonger dan 16 jaar worden in dat onderzoek niet meegenomen. Zijn ze jonger dan 16, dan het gaat om kinderen en hanteren we daarvoor de term Kindermishandeling. De cijfers komen uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld die het CBS uitvoerde op verzoek van het WODC (Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is het kennisinstituut voor het ministerie van Justitie en Veiligheid)
Eerst maar eens over de defi nitie van huiselijk geweld:
Lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring; familielid, een huisgenoot, de echtgenoot of voormalig echtgenoot of een mantelzorger (Wmo 2015). Vormen van geweld in huiselijke kring: kindermishandeling, (ex-)partnergeweld, huwelijksdwang en eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling en vrouwelijke genitale verminking.
De groep waarover wordt gerapporteerd Het rapport spreekt van acht procent van de bevolking, ouder dan 16 jaar, resulterend in 1,2 miljoen personen. Dat brengt de gehele Nederlandse bevolking, ouder dan 16 jaar, op 15 miljoen personen. Zoals gezegd, zodra de media rapporteren over huiselijk geweld dan is de invalshoek al snel ‘huiselijk geweld tegen vrouwen’.
Zeker niet alleen vrouwen, ook mannen Huiselijk geweld is beslist niet alleen een iets met vrouwen als slachtoff er, sterker nog: tegenover elke 110 vrouwen die slachtoff er van huiselijk geweld zijn, staan er 88 mannen die hetzelfde overkomt. Het type huiselijke geweld varieert tussen mannen en vrouwen maar ook weer niet in de mate die je zou denken. Ook als het gaat om het begrip ‘geweld’ bestaan er misverstanden, er wordt al snel aan seksueel of in elk geval lichamelijk geweld gedacht, vooral bij vrouwen, en ook daar dwingen de cijfers tot een andere blik. Want het overgrote deel van huiselijk geweld valt in de categorie ‘dwingende controle’. De defi nitie die het CBS daarvoor geeft luidt:
Dwingende controle, ook wel coercive control genoemd, is een vorm van huiselijk geweld waarbij één persoon de ander sterk domineert. Het slachtoff er kan daarbij bepaalde vrijheden worden ontzegd door de ander, zoals het onderhouden van sociale contacten of het hebben van eigen geld en zelf te bepalen waaraan dit uit te geven. Ook kan de pleger dreigen zichzelf, het slachtoff er, of haar of zijn geliefden iets aan te doen. Het kan daarbij gaan om zowel fysiek als psychisch geweld. Alle vormen van dwingende controle hebben een zich herhalend, structureel karakter.
Dwingende controle – volgens de defi nitie hierboven - overkomt, volgens het rapport, 720.000 Nederlanders, het grootste deel is vrouw (5,4 procent van de doelgroep) maar het overkomt mannen net zo goed, maar minder (4,2 procent van de doelgroep).
Hoewel we daar voorzichtig mee moeten zijn is de verwachting gewettigd dat, als het gaat om vrouwen, met name een cultureel bepaalde achtergrond daarin vaak een rol kan spelen. Immers, de rol van vrouwen in een orthodox religieuze omgeving, dat kan de islam zijn maar op de Veluwe kan het ook een christelijk karakter hebben, valt dan samen met de defi nitie van huiselijk geweld. Stalking door de ex-partner Het komt vaker voor dan seksueel geweld maar het overkomt zowel mannen als vrouwen al zijn vrouwen in de meerderheid, 1,6 procent tegen 1 procent.
Tenslotte: seksueel geweld Seksueel geweld treft in huiselijke kring zo’n één procent van ons allen, bijna driemaal zoveel vrouwen als mannen maar ook hier: die mannen worden in de media vaak vergeten, toch gaat het om zo’n 90.000 personen.
Opmerkelijk Seksueel geweld komt met name voor bij jongeren: 47 procent van de vrouwen in de leeftijdscategorie 18 tot 24 jaar heeft ermee te maken gehad tegen 13 procent van de mannen in dezelfde leeftijd. Met name social media zijn vaak een plaats waar het gebeurt, het is dan het niet-fysieke seksuele geweld, dat wordt in het onderzoek ook meegenomen als het zich buiten de huiselijke kring afspeelt want het raakt natuurlijk direct de privéomgeving. Niet-fysieke en online seksuele intimidatie variëren van het (online) ontvangen van seksueel getinte opmerkingen of het voortdurend op een seksuele manier aangestaard worden, tot het moeten aanschouwen van seksuele handelingen of verspreiding van seksueel beeldmateriaal. Bij seksueel geweld worden zowel voorvallen binnen als buiten de huiselijke kring meegenomen.
Voorzichtige conclusies Huiselijk geweld is én van alle tijden én volledig onacceptabel. Het lijkt erop dat de grootste stappen kunnen worden gemaakt bij het aanpakken – door educatie en anders – van cultureel bepaalde achterstelling van vrouwen, vaak is de oorzaak religieus en/of etnisch. Een andere grote stap is het als social media niet langer een vrijplaats zijn voor het plaatsen van kwetsende en aanstootgevende zaken, daarvan zijn vooral jonge vrouwen het slachtoff er.
Deze twee ‘speerpunten’ aangepakt – zonder de rest uit het oogt verliezen – zouden grote stappen mogelijk maken.
Bij na dagelij ks bereiken ons via traditionele en social media cij fers en conclusies, regelmatig op basis van uitkomsten van al dan niet valide onderzoeken. Bij het gebruik van de termen ‘onderzoek’ en ‘uit onderzoek blij kt’ lij kt de boodschap betrouwbaar, vaak wordt dan verondersteld dat aan de gedeelde boodschap tenminste enig maar liefst heel veel gewicht moet worden toebedacht.
Vaker dan je zou willen is dat onterecht. Zo zijn de conclusies uit een onderzoek alleen serieus te nemen als zo’n onderzoek methodologisch goed is opgezet, bijvoorbeeld door de deelnemers aselect en voldoende representatief te kiezen, door de steekproef groot genoeg te laten zijn. Chargerend: als je 128 mensen hebt ondervraagd en denkt dat je daarmee te weten kwam wat de Nederlandse bevolking ergens van vindt, dan moet je terug naar de schoolbanken, het heeft niks met onderzoek te maken. Een rondje door een grote kroeg zou dan hebben volstaan.
Maar ook, als het onderzoek goed is opgezet en uitgevoerd, zijn de gehanteerde defi nities niet altijd voor iedereen duidelijk. Publicerende media zijn nogal jachtig, nieuws komt en gaat en natuurlijk worden er keuzes gemaakt. Wat bekt lekker? Dan vatten we in één kop en een stukje van een paar honderd woorden een onderzoek van 318 pagina’s en vele tienduizenden woorden samen. Zo werkt dat. Met de Feitenfi rma willen we in elk geval wat meer duiding brengen. O
We kijken allemaal films en kennen allemaal een aantal klassieke vrouwelijke filmpersonages. Van de moordlustige Bruid in Kill Bill tot de superslimme Hermelien in Harry Potter. Van superheld Wonder Woman tot de magische kinderjuffrouw Mary Poppins en van de rebelse Thelma & Louise tot tekenfilmprinses Mulan. Sommigen kregen direct een feministisch certificaat, terwijl bij anderen wat meer twijfels bestond. In deze nieuwe rubriek duiken we dieper in iconische vrouwelijke filmpersonages, want hoe representatief is hun karakter nou echt? Deze OPZIJ: de Disneyprinsessen.
Wie is er niet grootgebracht met Disney’s prinsessen? Zelf ben ik mid-jaren negentig geboren en naast Barbie waren de Disneyprinsessen mijn grote voorbeelden. Assepoester die zelfs op glazen muiltjes haar gracieuze zelf blijft, motiveerde mij telkens weer te oefenen op plastic hakjes uit de speelgoedwinkel. (Diezelfde hakjes waar vele kinderen hun enkels op verdraaiden, maar dat terzijde). Stiekem verlang ik nog altijd naar een prins Erik lookalike en ik vermoed dat Doornroosje, wiens haar na een flinke nachtrust nog steeds perfect in de krul zit, mijn drang om een dure Dyson te kopen heeft aangewakkerd. Het waren de heldinnen van mijn jeugd, maar inmiddels hebben meer Disney prinsessen hun intrede op het witte doek gedaan, zoals de avontuurlijke Vaiana en ijskoningin Elsa. De grote baljurken hebben plaatsgemaakt voor meer comfortabele outfits en de perfecte lichamen voor realistischere proporties. Het lijkt erop dat de Disneyprinsessen de afgelopen decennia een feministische groei doorgemaakt hebben. Hoe zit dat precies?
Een introductie in feministische film Voordat we inzoomen op de prinsessen eerst even een korte basiscursus in feministische filmrepresentatie. De meest bekende manier om films op seksisme te ‘testen’ is de Bechdeltest die in 2010 aan bekendheid won. Deze test gaat uit van een simpel principe waarbij in de film tenminste een gesprek tussen twee vrouwelijke personages moet plaatsvinden (1), die allebei een naam krijgen (2) en over iets anders spreken dan enkel een man (3). Een simpele test en toch slagen slechts bar weinig films ervoor. Schrikbarend, hoewel we niet moeten vergeten dat de test op sommige films ontoepasbaar is. Denk bijvoorbeeld aan een film met maar twee hoofdpersonages waarvan een een man is en de ander een vrouw. Het is zeker niet verkeerd films tegen de meetlat van de Bechdeltest te houden, maar probeer ook inzicht te krijgen in haar representatie door kritische vragen te stellen. Want hoe actief is het vrouwelijke personage nou echt? Hoe wordt zij in beeld gebracht? Ligt de focus op haar lichaam en haar vrouwelijkheid of de emotionele ontwikkeling die ze doormaakt. Let ook op haar backstory en de lagen die zijn aangebracht in haar persoonlijkheid. En om dit alles terug te brengen naar een oervraag die je jezelf te allen tijde kan stellen: wat herinner ik me na afloop van de film nou eigenlijk van het vrouwelijk karakter?
De mooisten van het land Laten we die simpele vraag eens toepassen op de eerste lichting prinsessenfilms. De eerste Disney- prinses die de bioscoopzalen bestormde was Sneeuwwitje. Wat herinneren we ons van haar? Sneeuwwitje is lief en zachtaardig, ze plukt bloemen, maakt met een grote glimlach het huis schoon van zeven dwergen met een persoonlijkheidsstoornis en eet in een (mogelijk ietwat naïeve bui) een giftige appel maar wordt gelukkig wakker gekust door een knappe prins. En met een huid zo wit als sneeuw, lippen zo rood als bloed en haar zo zwart als ebbenhout, wordt Sneeuwwitje nou ook niet bepaald beschreven in termen die veel verder reiken dan haar uiterlijk. Sterker nog, de film benadrukt meerdere malen dat zij de mooiste van het land is. Iets waar de koningin maar wat jaloers op is, want tja, als vrouw wil je maar één ding en dat is de mooiste zijn. Wat haar ontwikkeling in het verhaal is? Geen idee. Sneeuwwitje overkomt ‘dingen’, maar het is niet zo dat ze daar zelf een actieve rol in speelt. Nog minder actief is Doornroosje, oftewel de schone slaapster, die in 1959 op het witte doek verscheen. Wat ik me van haar personage herinner is misschien nog wel minder dan bij Sneeuwwitje, maar dat kan ook komen door haar screentijd, want in totaal is deze prinses slechts achttien minuten in beeld te zien. Een treurige score voor een film van bijna anderhalf uur. Als kritische kijker kan je je dan ook afvragen of zij wel echt de hoofdpersoon is van de film. Doet Assepoester, die ook tot deze eerste lichting prinsessen behoort, het dan beter? Anders dan de andere prinsessen heeft zij al iets meer een ‘doel’ voor ogen, namelijk naar het bal van de prins. Het maakt haar een actiever personage. Sneeuwwitje, Doornroosje en Assepoester: allen moeten gered worden door een man. Sneeuwwitje wordt gered van de jaloerse koningin die haar schoonheid wil, Doornroosje van een boze fee die haar vervloekt heeft en Assepoester van haar gemene stiefmoeder en stiefzusjes die haar als persoonlijke huiself behandelen. Dat is hoe de andere vrouwen in vroege Disneyprinsessenfilms worden neergezet: als slechteriken. Van vrouwen die elkaar steunen is hier nog geen sprake.
Nieuwsgierig en avontuurlijk maar zonder stem en met een Stockholmsyndroom Waar de eerste Disneyprinsessen vrij eendimensionaal blijven, zien we in de volgende lichting prinsessen met meer persoonlijkheid. De moedige Pocahontas die haar hart volgt en alles op alles zet om haar clan te beschermen en de strijdvaardige Mulan die zich voordoet als man om zo zelf het leger in te gaan. De personages zijn actiever en maken een ontwikkeling door en toch wordt ook deze lichting prinsessenfilms (op Mulan na) beschuldigd van vrouwelijke naïviteit, misogynie en seksisme. Belle zou met haar opmerkelijke verliefdheid voor het beest lijden aan het Stockholmsyndroom en waar Ariël begint als een jonge ondernemende zeemeermin die scheepswrakken verkent, eindigt ze in een trouwjurk veilig aan de arm van prins Erik. Hoewel ik zeker niet wil beweren dat dit de meest vooruitstrevende prinsessen zijn, verdienen ze naar mijn idee wel iets meer credits. Zowel bij Belle als bij Ariël horen we immers een schreeuw om de wereld buiten hun eigen
nest te ontdekken. Belles verlangen naar de wereld buiten haar dorp is getriggerd door de vele boeken die zij leest en Ariëls nieuwsgierigheid naar de mensenwereld door de menselijke objecten die zij verzamelt. Ariël roept het uit in het lied Part of My World: ‘I want more!’ Horen we hier een vrouw die passief afwacht of klinkt hier een vrouw die wil ondernemen, iemand met passie en dromen en die ons een kijkje geeft in haar ziel en naast haar verlangens ook haar angsten met ons deelt? Als we het hebben over driedimensionale karakters, dan scoort deze lichting Disneyprinsessen zeker meer punten dan de vorige lichting. En om even door te gaan op Ariël: Ja, zij verliest met het weggeven van haar stem ook een stukje van haar identiteit en ja, haar zwijgen is niet van hetzelfde soort als het zwijgen uit de feministische film De stilte rond Christine M. van Marleen Gorris. Maar als we even inzoomen op de eerste scène en zien dat de stemmen van Ariëls zussen onder leiding van orkestdirigent Sebastiaan worden ingezet als middel van vermaak voor de autoritaire koning Triton en het volk dan kan je je afvragen in hoeverre Ariels keuze zo destructief was. Lijnrecht tegenover De kleine zeemeermin staat Mulan, een prinses die nog altijd hoog in het lijstje met feministische prinsessen staat. Mulan laat zien hoe lastig het is om te ontsnappen aan stereotype genderrollen door zich te verkleden als man. De prinses in kwestie wordt gevierd om haar strijdvaardigheid en haar succes, maar laten we niet vergeten dat zij deze kwaliteiten enkel verkrijgt doordat zij zich ontdoet van het vrouwelijke in zichzelf en zich voordoet als man. En het vrouwelijke en het vrouwzijn worden daarmee niet echt in een positief daglicht gesteld. Is dat de boodschap die de film wil overbrengen?
Sisterhood en agency Gelukkig nam de emancipatie van Disney’s prinsessen sinds 2009 een vlucht. Dit begon naar mijn idee met The Princess and the Frog waar het karakter (voor het eerst een zwarte prinses) minder verlangt naar een man dan naar een eigen restaurant. Maar pas echt interessant wordt het bij de release van Frozen. Voor het eerst waren het niet de boze koninginnen, slechte feeën of moederfiguren (de Goede Fee uit Assepoester of de drie toverfeeën uit Doornroosje) die magie bedreven, maar de prinses zelf. En anders dan in de meeste prinsessenfilms zien we in Frozen geen strijdende vrouwen, maar zussen die voor elkaar door het vuur gaan en hun band belangrijker vinden dan welke man ook. Het is dan ook voor de eerste keer dat Disney een andere boodschap over ware liefde lijkt te communiceren. Waar dat in eerdere lichting prinsessenfilms altijd ging over de liefde van een prins, vindt Anna in Frozen geen liefde bij de berekenende Hans, ook niet bij de behulpzame Kristoff, maar bij haar zus. De film communiceert hier een sterke boodschap over sisterhood en over het belang als vrouw elkaar te helpen. Gelukkig heeft deze film wel geluisterd naar Michelle Obama’s
oproep dat vrouwen elkaar moeten steunen. Ondanks de gelaagde personages en de sterke boodschap over ware liefde en sisterhood zien we in Frozen nog steeds twee prinsessen die perfect passen in het keurslijf van een prinses zoals we die kennen met grote ogen, mooie jurken en een perfect, maar ook heel rank, lichaam. In de fi lm Vaiana komt daar voor het eerst verandering in en zien we een prinses met een meer realistische lichaamsverhouding, Maar dit is niet de enige reden dat Vaiana is gebombardeerd tot de absolute nummer één feministische prinses. Naast dat zij dapper en sterk is, is zij in haar avontuur niet degene die gered wordt maar degene die redt. Zo bevrijdt ze haar community van de hongersnood. Wat we bij Vaiana onthouden is dan ook niet haar grote glitterjurk, maar haar doorzettingsvermogen, passie, humor en agency. Dure krultangen én snelle raceauto’s Dan kom ik nu terug op de Bechdeltest waarvoor fi lms als Doornroosje, Assepoester en Belle en het Beest prima slagen. Latere – en naar mijn idee meer geëmancipeerde – fi lms zoals Mulan, The Princess and the Frog en Brave falen daarentegen. Dit is waarom de kwantitatieve Bechdeltest niet zonder een kwalitatieve fi lmanalyse kan, waarbij het vrouwelijk fi lmpersonage onder de loep wordt genomen. De Disneyprinsessenfi lms illustreren dat mooi. Een artikel schrijven over zoveel prinsessen is bijna niet te doen en toch is er een fi lm die het lukt alle prinsessen samen te brengen in een iconische scene met de meest ongerepte prinses van dit moment: Vanellope, een klein meisje met fl aporen, een krakerige kinderstem en een passie voor snelle auto’s. Of Vanellope een echte prinses is? De andere prinsessen zoeken het uit: want heeft zij magisch haar of magische handen? Praten dieren met haar? Heeft ze al een ‘true love’s kiss’ gehad? ‘Nee, nee en nee’. Maar is Vanellope dan wel een echte prinses? Rapunzel stelt de beslissende vraag: ‘Do people assume all your problems got solved because a big strong man showed up?’ Het is de eerste keer dat Vanellope ‘ja’ kan antwoorden. (Hoewel Ralph de logge antiheld nou niet bepaald een prins op het witte paard is). Nou dat is dan duidelijk: zij is een prinses! We kunnen nog zoveel schrijven over de evolutie van Disneyprinsessen, maar het feit dat Disney zelf een scène creëert waarin op humoristische en zelf-refl ectieve wijze met een knipoog wordt gereageerd op eerdere prinsessen, wijst op een toekomst waarbij nieuwe prinsessen ons niet alleen maar meer laten verlangen naar dure krultangen, maar ook naar snelle raceauto’s. O
Vakvrouw
Ze voelt een grote verantwoordelijkheid om verhalen te vertellen die we nog niet kennen, en dan met name de verschrikkelijke dingen die door oorlogen gebeuren. De bekroonde fotograaf Newsha Tavakolian (Teheran, 1981) vertelt over haar werk, haar grootste trots en feminisme in Iran én in Nederland.
DOOR MARLEEN HOGENDOORN
Ze is net weer begonnen met werken na een pauze van een paar jaar. Een gedwongen pauze was het. “Mijn werk is altijd erg druk, ik werk all the time. Ik reisde van Rusland naar Irak en Roemenië. Ik was in Nederland om mijn visum voor Amerika te regelen. Mijn man (de journalist Thomas Erdbrink - MH) was in Iran, hij belde me op een avond dat mijn vader onverwacht was overleden door een hartaanval. Ik moest de nacht alleen doorbrengen, heel naar was dat, de ochtend erna ben ik naar Iran gevlogen. Daar werd mijn werkvergunning ingenomen en ik moest een jaar blijven.” Even later brak corona wereldwijd uit. “Thomas was inmiddels weggegaan, dat moest van de krant waarvoor hij werkte. We waren twee jaar lang gedwongen gescheiden, af en toe zagen we elkaar, dat was heel intens.”
Wat heb je geleerd van die periode? “Thomas en ik zijn ruim twintig jaar samen, ik was negentien toen ik hem leerde kennen en twee jaar later trouwden we. Ik was altijd aan het reizen en nu moest ik thuis blijven en hij was weg. We realiseerden ons dat we meer dan ooit samen willen zijn. We complementeren elkaar. Ik was een tiener toen ik hem leerde kennen. Als je ouder wordt, ga je aan alles twijfelen. Doubt comes with age. Ik heb dat met alles. Maar door deze gedwongen scheiding realiseerde ik me dat hij het beste in mijn leven is.”
als hij dit interview leest. Wel grappig dat ik na twintig jaar pas zeker weet dat hij de ware is. Ik ben blij met deze uitkomst, want sommige stellen zijn juist door de pandemie uit elkaar gegaan.”
Hoe ben je fotograaf geworden? “Op de middelbare school was ik niet gelukkig. Ik was dyslectisch en in die tijd was er weinig over bekend. Lezen en schrijven ging heel moeizaam bij me. Ik was anders dan mijn leeftijdsgenoten. Op een dag zat ik in de tuin met mezelf te praten: wat wil je gaan doen? Je haat school, je hebt het niet naar je zin. Het was alsof ik elke dag naar de gevangenis moest. Ik besloot te stoppen. Mijn ouders zeiden nog ‘In your dreams’, maar ik ging gewoon niet meer. Mijn moeder stelde voor om naar Art School te gaan, ik hield immers van zingen. Door te zingen kan ik me uiten. Ik ben een verlegen persoon en krijg buikpijn
van de stress als ik ergens een praatje moet houden. Maar niet als ik zing. In Iran mag je naar zangles, maar als vrouw mag je niet zingen in het openbaar. Ik wilde iets doen waarin ik een prof kon worden. We hadden een camera thuis. ‘Ah, dan word ik fotograaf.’ Zo simpel was het. Zes maanden lang ging ik naar school en ik leerde traditioneel fotograferen: de composities, het licht en het printen. In de kelder bij mijn ouders maakte ik een dark room, waar ik foto’s ontwikkelde. “Op een dag deelde ik een taxi met een man, hij vroeg: ben jij een fotograaf? Ja, zei ik. Hij vertelde dat in Teheran een vrouwenkrant is, Women, waar ze fotografen nodig hebben. Ik ging er meteen heen en kon er gelijk beginnen. Het was een interessante periode in Iran, er waren studentenprotesten en politieke evenementen. Ik kon het allemaal verslaan.”
Naast de actualiteiten in Iran begon Newsha ook in het buitenland te werken. “Mijn eerste buitenlandse klus was het volgen van een groep jonge Iraniërs die met de trein naar Istanbul reisden. Die klus deed ik samen met Thomas, hij verkocht het aan de Revu. We gingen ook samen naar het noorden van Irak. Mijn moeder is een Koerd, ik spreek de taal ook. Daar zag ik Koerdische vrouwen vechten in de oorlog. Mijn camera was stuk, gelukkig kon ik er een lenen van een vriendin. De lens was helaas heel wijd, waardoor de foto’s niet helemaal goed werden. Desondanks was het een mooie ervaring.”
Natuurlijk ben ik een feminist.’
“Ik zie mezelf niet als oorlogsfotograaf. Als er een oorlog is, ben ik niet aan de frontlinie, maar ik kijk naar wat er gebeurt parallel aan de oorlog. Ik zie geen angst met een camera in mijn hand. Ik ben dapper, het is mijn safe place. De camera is als een filter tussen mij en de wereld, het houdt me veilig.”
Desondanks zie je nare dingen. “Dat klopt: oorlog, rampen en seksueel misbruik. Ik voel een verantwoordelijkheid om dit aan mensen te laten zien, vaak weten ze niet dat dit gebeurt. Toen ik acht jaar was, ben ik seksueel misbruikt. Dat heeft me gevormd tot wie ik nu ben, misschien kreeg ik er wel dyslexie van; alles is immers verbonden met elkaar. Tijdens oorlogen zijn vrouwen en kinderen vaak de eerste slachtoffers. Verkrachtingen worden vaak ingezet tijdens oorlogen. Het is zo oneerlijk en zo verschrikkelijk. Als je verkracht bent, is het alsof er een dief in je huis is geweest en die heeft alles meegenomen. Je moet er vaak stil over zijn, daar moeten we mee stoppen, vind ik. Zij deden dit je aan, jij moet niet stil zijn. Ik word er emotioneel van als ik erover praat of aan denk en daarom voel ik deze verantwoordelijkheid.”
Welk moment is je het meest bij gebleven? “Dat project heet A Thousand Words for a Picture I Never Took. Ik ontmoette in Koerdistan een jezidi-meisje van veertien jaar oud: Samiya. Ze was meegenomen van haar familie door Isis en aan een man verkocht in Falluja die haar als seksslaaf misbruikte. Op een dag kon ze vluchten en ze was weer terug bij haar familie. Ik wilde haar fotograferen en haar verhaal vertellen. Maar ze wilde zelf niet op de foto en haar moeder zei ook: What’s the point, nothing will change. Dat respecteerde ik. Ze bleef maar zeggen dat alles goed met haar was. Toen ik weg wilde gaan, kreeg ze een toeval. Ze viel op de grond en haar hele lichaam begon te schudden. Het schijnt dat jezidi’s dat vaker hebben als gevolg van de trauma’s die ze hebben opgelopen. Ik had nog nooit zoiets gezien. Ik wilde een foto maken ervan, die foto zou symbool staan voor de pijn die het meisje voelt door het verschrikkelijke wat haar is aangedaan. Maar dat deed ik niet. Ik hielp haar familie. Toen ze weer bijkwam na een paar minuten, deed ze haar haar goed en ging weer verder alsof er niks aan de hand was. Ik kon niet ademen, ik had nog nooit zoiets meegemaakt. Ik ging buiten zitten en moest er even van bijkomen. Samiya liep naar me toe, raakte mijn schouder aan en zei: Everything’s going to be OK.”
Moet je dan niet onwijs huilen? “Nee, je moet hiermee dealen. Ik zie dode mensen, getraumatiseerde kinderen en oorlogen van dichtbij. Wat heeft het voor zin om hierover te gaan huilen, het gaat niet om mij. Ik voel een power, a fire comes to me, het maakt me boos en daardoor maak ik mijn foto’s. Of ik erover praat? Nee en dat wil ik ook niet. Niemand van mijn familie of vrienden weet wat ik doe. Ze zien mijn werk, maar ik maak er geen fuss van. Je moet een manier vinden om ermee om te gaan, daar zijn oefeningen voor. Het is niet leuk om dit werk te doen, ik maak geen foto’s van happy things.”
Wat is jouw grootste trots? “Ik zit nu hier voor jou, ik ben 41 jaar. Ik heb alles gedaan wat ik heb willen doen. Dat is een geweldig gevoel. Ik heb veel fouten gemaakt: in mijn werk, in relaties. Maar ik heb nergens spijt van. Mijn grootste trots is dat ik in mijn leven niet bang ben geweest voor de dingen die ik heb gedaan. Fouten horen bij je succes, het is onderdeel van je reis en je leert ervan. Als ik uit het raam kijk en nadenk over het leven dan denk ik: zoveel fouten, maar ook zoveel goede dingen. I did it!”
Laten we het over feminisme hebben. Zie je jezelf als een feminist? Lacht weer luid: “Ik ben een vrouw zoals je ziet, met borsten en een vagina. Natuurlijk ben ik er een. In Iran wonen als feminist is lastig. Er zijn nog veel ongelijkheden voor vrouwen. Ik merk dat de jonge generatie vrouwen heel dapper is, ze vechten 24/7. Ook mannen worden meer aware. Hoe dan ook, ik wil geen woorden maar daden zien. In Iran noemen vrouwen zich geen feminist, maar ze zijn het wel. Er zijn steeds kleine stapjes voorwaarts, ik ben er optimistisch over.”
Je hebt ook een Nederlands paspoort. Hoe vind je het bij ons geregeld qua emancipatie? “Het is inderdaad mijn tweede huis, dus ik vind dat er wat van mag zeggen. Veel vrouwen werken parttime en klagen dat ze geen promotie krijgen. My dear, if you work parttime, you will never be on top. Kinderopvang is heel duur, ik snap het ook wel dat er parttime gewerkt wordt. De overheid zou daarom de opvang gratis moeten maken. “Toen ik in 2015 de Prins Claus Prijs kreeg, stond er in de krant: ‘Vrouw van Thomas Erdbrink wint prijs’. Ik kom uit Iran en win een prijs die niets te maken heeft met mijn man. Ik heb een eigen identiteit. Het deed me veel pijn. Ik heb me erover uitgesproken en gelukkig is het daarna niet meer gebeurd. Maar hoe gek: ik kom uit Iran waar vrouwen letterlijk moeten vechten voor hun rechten. En dan kom ik in Nederland waar vrouwen zoveel vrijheden hebben en dan word ik ‘de vrouw van’ genoemd. How confusing.” O
NEWSHA IN 100 WOORDEN
Naam Newsha Tavakolian Woont afwisselend in Iran en Nederland en reist over de hele wereld voor haar projecten Is fotograaf. En niet zomaar een: haar werk verscheen in The New York Times, Le Monde, Der Spiegel, National Geographic, NRC Handelsblad en Time Magazine. Haar werk werd onder andere tentoongesteld in Victoria & Albert Museum, Los Angeles County Museum of Art en het British Museum. En in 2016 won ze de Prins Claus Prijs in 2015 voor verdiensten op het gebied van cultuur en ontwikkeling. Ze is aangesloten bij het Magnum collectief. Fotografeerde Iraanse zangeressen (in Iran mogen vrouwen niet publiekelijk zingen) op fictieve cd-hoezen, kindsoldaten van Isis en Iran tijdens corona. En nog veel meer. De foto die ze maakte van haar zus in Iran gekleed in het zwart met rode bokshandschoenen aan is iconisch. Werkt “All the time.” Momenteel is ze gastcurator van het BredaPhoto Festival waarvoor ze de tentoonstelling Space to Breathe heeft samengesteld. Daarin combineert ze eigen werk met werk van verschillende makers uit de gehele wereld die haar geïnspireerd, geraakt of aan het denken gezet hebben en zo van betekenis zijn geweest voor haar eigen ontwikkeling als kunstenaar-fotograaf.
ONDER HAN DELEN
doe je zo
Drie op de vier vrouwen vindt het belangrijk om economisch zelfstandig te zijn. Toch lukt het tot dusver maar 64% van de vrouwen om de eigen broek op te houden. In de gloednieuwe rubriek ‘Goed met geld’ sparren we met deskundigen over essentiële thema’s die raken aan geld in de breedste zin van het woord. Deze keer: onderhandelen.
DOOR NOÉMI PRENT
Goed met geld
Verschillende onderzoeken laten zien: vrouwen zijn minder succesvol dan mannen in onderhandelen. Als vrouwen vragen om een salarisverhoging, wordt daar negatiever op gereageerd dan bij mannen, wees eerder onderzoek van de Harvard Universiteit uit. “Vrouwen, geld en onderhandelen is taboe,” begint onderhandelcoach Merel van der Wouden. “Als je erin duikt, ontdek je dat het supercomplex is. Je hebt te maken met zaken als de loonkloof bijvoorbeeld. We zitten in een vicieuze cirkel. De maatschappij is ingericht vanuit de man. Gedrag dat van mannen wel wordt geaccepteerd, wordt van vrouwen niet geaccepteerd.”
krijg je sowieso niets.’
Eigenwaarde
Financieel podcaster Rolien Magendans ziet ook dat het voor vrouwen moeilijker is om te onderhandelen dan voor mannen. “De overtuiging dat we minder waard zijn zit zo diep in ons hoofd. Het is wat mij betreft niet de schuld van de mannen, maar het ligt aan ons systeem. De overheid moet zorgtaken beter regelen en vrouwen anders gaan waarderen. Ik denk dat veel mannen het alleen maar fijn zouden vinden als ze meer tijd thuis met de kinderen kunnen doorbrengen.”
Wat vind ik mezelf eigenlijk waard, vroeg Magendans zich een paar jaar geleden af, toen ze midden in een carrièreswitch zat: “Eigenwaarde hangt nauw samen met financiële waarde. Wat zijn je persoonlijke kernwaarden bijvoorbeeld. En waar sta je in het leven? Dat klinkt misschien simpel, maar dat is de kern van hoe je uiteindelijk achter je financiële waarde komt. Pas dan kun je een onderhandeling goed insteken.” Daarbij is het zaak om te weten waar je goed in bent, een vraag die soms lastig te beantwoorden is. “Zorg dat je dit helder op een rij hebt. Ik ga hier graag over in gesprek met mijn vrienden. Zo leer ik mezelf beter kennen. Ik vraag hen dan bijvoorbeeld ook waarin ze denken dat ik nog kan groeien, dat werkt heel verhelderend en zo krijg ik een beter beeld van wat ik waard ben. Wat mij betreft is het echt tijd dat we meer gaan praten over waarde en hier met zijn allen transparanter over zijn.”
Aan de slag: onderzoek en visualiseer
Dat het voor veel vrouwen moeilijker is om te onderhandelen, betekent niet dat we maar bij de pakken neer moeten gaan zitten. “Als je niet onderhandelt, krijg je sowieso niets. Wij kunnen het verschil maken. Ga dus altijd onderhandelen en doe je vooronderzoek. Ik denk dat vrouwen vooral veel winst kunnen behalen als ze hun onderhandeltactieken onder de loep nemen”, aldus Van der Wouden.
Rol nooit halsoverkop een onderhandeling in, begint Magendans. Doe je huiswerk en visualiseer de onderhandeling al ver voordat deze plaats gaat vinden. “Probeer je het gesprek voor te stellen en hoe je daar zou willen staan. Hoe voorkom je bijvoorbeeld ook dat je het gesprek te persoonlijk op gaat vatten? Het is bewezen dat door een onderhandeling vooraf te visualiseren, je er zelfverzekerder in stapt. Zo kun je ook eventuele emoties beter onder controle houden.”
Maatwerk
“My way or the highway is een hele mannelijke onderhandelstrategie,” weet Van der Wouden. Op de lange termijn denk ik niet dat dat voor vrouwen de juiste aanpak is. Vrouwelijke kwaliteiten zoals inlevingsvermogen en communicatie-skills kunnen juist goed van pas komen bij een onderhandeling. Gebruik dat dus, want je hoeft echt geen bitch te worden tijdens zo’n gesprek.” Onderhandel op zo’n manier die bij jouw karakter past. “Blijf dicht bij jezelf, zonder dat je uit het oog verliest welke waarden je vertegenwoordigt en wat je belangrijk vindt om uit die onderhandeling te halen.”
Wat je niet moet zeggen
huizenprijzen zijn gestegen.’
Werkgevers en opdrachtgevers hebben precies niks te maken met jouw uitgavepatroon, benadrukt Van der Wouden. “Zeg niet: ik verdien een hoger salaris, want de huizenprijzen zijn gestegen. Of dat je begint over de inflatie. Ik kom veel cliënten tegen die zo redeneren en op die manier een onderhandeling in stappen. Maar je moet bedenken: wat is mijn meerwaarde in de business.” Het is ook niet altijd verstandig om jezelf te vergelijken met anderen. “Als jij precies hetzelfde doet als iemand anders en diegene krijgt meer, dan kun je het aankaarten. Maar daarop voortbordurend zou ik alsnog onderbouwen waarom je hetzelfde verdient. Soms is het ook zo dat een nieuw iemand in een soortgelijke rol meer verdient. Daar vallen mensen dan over, terwijl ik denk: die persoon heeft gewoon goed onderhandeld.”
De onderhandelcoach komt met nog een praktische onderhandeltip. “Pak een A4 en schrijf op wat je de
Rolien Magendans
(1981) Rolien Magendans bemachtigde jaren geleden haar droombaan als stewardess bij KLM. Ze vloog de hele wereld rond maar zocht daarnaast een nieuwe uitdaging. Op haar 39ste ging ze stagelopen bij podcastbedrijf Microphone Media. Zo begon onder meer haar podcast Hoeveel ben ik waard, waarin ze met allerlei verschillende mensen in gesprek gaat over waarde. Daar won ze in 2021 de Dutch Podcast Award in de categorie Zakelijk van BNR mee.