9 minute read

De stem VAN DE trans vrouw

Next Article
BOEK CADEAU

BOEK CADEAU

De versoepelde transgenderwet

lijkt er voorlopig toch niet te komen. Daarmee moest het makkelijker worden voor trans personen om het vinkje m of v in het paspoort aan te passen. Hoe is het om trans vrouw te zijn in Nederland? Opzij laat drie uiteenlopende trans stemmen klinken.

Remke Verdegem (1959) is voorlichter bij het COC in Leiden en begin dit jaar aangesteld als voorzitter van het Transgender Netwerk Nederland.

“Als kind wilde ik onzichtbaar zijn. Remke is een verlegen kind, dachten mijn ouders. Ik was toen al heel ongelukkig omdat ik niet kon zijn wie ik was, ook al was er toen geen woord voor. Het woord transgender bestond niet. Het enige dat ik me realiseerde was dat ik anders was dan mijn twee broers. Ik dacht dat het aan mij lag, dat er in mijn hoofd twee draadjes niet goed waren verbonden.”

“Toen ik vanuit Zoetermeer, een provinciestadje, in Amsterdam sociale wetenschappen ging studeren, zag ik voor het eerst trans mensen ‘in het wild’ op straat. In diezelfde periode was ik heel verliefd geworden op een meisje van de tennisvereniging in Zoetermeer. Ik dacht toen al: zij weet niet wie ik diep vanbinnen ben. Leuke jongen met een zacht karakter, dacht ze. Voordat we gingen samenwonen voelde ik mij genoodzaakt om mijn geheim met haar te delen, zij het in een afgezwakte vorm. Ik was toen al 25 jaar. Zij vond het wel oké, dacht mogelijk dat het een bevlieging was. We kregen twee kinderen en een keer per maand ging ik naar een trans bijeenkomst in Utrecht, gekleed als vrouw.”

“Ik leefde een dubbelleven. Op mijn werk was ik al verder uit de kast als trans vrouw. Als de kinderen op bed lagen lakte ik alvast mijn nagels en op weg naar mijn werk deed ik snel hakken aan. Eenmaal thuis moesten de make-up en nagellak er snel weer afgehaald worden; de kinderen mochten immers niets weten. Het dubbelleven viel me zwaar. Ik wilde open zijn en tegen de wil van mijn partner vertelde ik mijn dochter en zoon – destijds vijftien en twintig – over mijn geheim. Dat vonden ze heel ingewikkeld, er was boosheid en verdriet. Ik ging in transitie en dat was een lastige periode. Maar ik wist ook dat ik ze de tijd en de ruimte moest geven om te wennen aan het idee dat hun vader een vrouw is. Met mijn kinderen is het helemaal goed gekomen. Met mijn partner niet, zij dacht met een man getrouwd te zijn. Maar ik bleek een vrouw. Daar kon ik niets tegenin brengen. Zo zijn we uit elkaar gegaan, wel in harmonie. We spreken elkaar nog steeds dagelijks.”

“Ik maak me zorgen om geweld tegen trans vrouwen. Toen ik net in Alphen aan den Rijn woonde, had ik mijn eerste vrijgezellenfeestje als vrouw. Bij een goede vriendin in Utrecht. Ik pakte de één na laatste trein terug en zat in een lege coupé. Ik dacht: heerlijk, even mijn oortjes in na een druk feestje. Ik hoor gestommel en er staan opeens drie witte jongens voor me. Ik wist meteen dat het niet goed was. Ik wilde vluchten en sprong over de stoel, maar ik werd onderuit geschopt. Ik lag op de grond en ze hebben een halve minuut op me in geschopt. Instinctief bleef ik mijn hoofd beschermen. Ze sprongen uit de trein en ik heb geen idee meer hoe ik ben thuisgekomen. Ik heb geen aangifte gedaan, want ik wilde het achter me laten. Op dat moment werd ik hardhandig geconfronteerd met geweld tegen trans vrouwen.”

“Ik probeer de dialoog te zoeken met mensen die mij afwijzen.

Zo heb ik Caroline Franssen een paar jaar geleden via Twitter uitgenodigd om koffie met me te drinken. Dat wilde ze niet; ze heeft me geblokt. De oplossing ligt altijd in het gesprek. Vanuit de loopgraven kun je het niet met elkaar eens worden.”

“Heb jij ooit je paspoort moeten laten zien als je de kleedkamer in ging? Natuurlijk niet. Als iemand iets kwaads in de zin heeft, kan die persoon elke kleedkamer binnen stormen. De trans wet is betuttelend, daarom zijn die versoepelingen belangrijk. Alleen omdat je trans bent moet je verantwoorden hoe jij je identificeert bij een psychiater. Door deze deskundigen wordt zelf ook gezegd: wij kunnen alleen beoordelen of iemand toerekeningsvatbaar is. Als iemand zelf wel een gesprek wil met een psycholoog of psychiater is dat prima, maar stel het niet als voorwaarde om het juridische geslacht aan te passen.”

Trishanka Smaal (1981) groeide op bij een Hindoestaanse familie in het Surinaamse binnenland. Ze heeft twintig jaar carrière gemaakt bij Waternet en werkt nu als zelfstandig coach en spreker.

“In het bos waar ik opgroeide waren ceremonies en rituelen belangrijk. Al op mijn derde wist ik: er klopt iets niet. Mijn zusje en ik werden gebaad door mijn tantes en ik dacht dat wij hetzelfde waren. Maar dat was niet zo. Je kunt er op die leeftijd nog geen woorden aan geven, maar je weet: er klopt iets niet. Als mijn tante zich klaarmaakte, stond ik altijd te kijken. Dat lange haar, die lippenstift. Ik wilde ook zo mooi zijn. Het leven in het bos was zwaar. Er was fysiek en seksueel misbruik. Mijn vader probeerde mijn moeder te vermoorden en beroofde daarna zichzelf van het leven. Daarna moesten mijn zusje en ik verder opgroeien in internaten. Daar werden we verwaarloosd; het was overleven.

“Als tiener kwam ik met mijn moeder, bonusvader en zusje naar Nederland. Daar was ik veilig, maar ik was nog steeds een jongen. Ik voelde me vrouw, ik was een vrouw. Maar ik wist niet hoe ik dat uit moest leggen aan mensen. Ik leefde een leugen en wilde uit het leven stappen. Maar toen ik een fragment van een trans vrouw bij Oprah Winfrey zag dacht ik: dat ben ik. Tot mijn twintigste geloofde ik echt dat ik ziek was. Ik zag opeens dat ik ergens bij hoorde, ik had herkenning gevonden. Toen ging er een knop om en zette ik de eerste stappen om in transitie te gaan.”

“Ondertussen maakte ik carrière bij Waternet. Via de klantenservice heb ik mezelf omhooggewerkt tot teamleider. Ik heb moeilijke dossiers begeleid. Van tikgeit tot hr-manager en alles ertussenin. In die periode vond ook mijn transitie plaats. Ik heb veel te danken aan een man bij Waternet. Die man houdt van mij. Dankzij hem zat ik bijvoorbeeld als enige gekleurde trans vrouw in een volledig mannelijk MT. Hij zag dat je in een team juist mensen moet hebben die niet op je lijken.”

“Ik volg geen nieuws. Ik heb de televisie jaren geleden de deur uit gedaan. Ik heb wel naar de huidige transgenderwet gekeken en die maakt me verdrietig. Mijn transitie heeft veel verschillende fases gehad. Omdat ik niet in Nederland geboren ben, moest ik hiervoor naar Suriname. Voor mij was duidelijk dat ik die operatie wilde. Ik weet ook dat er mensen zijn die geen operatie willen. Maar die willen wel kunnen zeggen dat ze vrouw zijn. Voor die mensen betreur ik de gang van zaken. Wie gaat er voor jou bepalen of je vrouw bent? Uneducated people. Dit is een ding van de lange adem. Ik wil bruggen blijven bouwen.”

“Als trans vrouw worstel ik met de liefde. Mannen zien je als een fetisj, terwijl je gewoon een vrouw bent. ‘Met jou kan ik geen kinderen krijgen’, ‘met jou kan ik niet thuiskomen’, hoor ik dan. Dat doet pijn, ik ben een mens. Ik heb mijn eigen huis, ik hoef niet van je te eten en te drinken. Wat ik nodig heb is liefde. Ik date niet om te spelen, maar om een relatie op te bouwen. Ik vind de apps onveilig. Het draait alleen maar om geld verdienen.”

“Ik heb laatst tegen twee grote bedrijven nee gezegd voor een sprekersklus. Trans mensen worden steeds vaker gevraagd om te spreken, maar worden dan niet betaald. Een bedrijf benaderde mij voor de PRIDE month maar er was geen budget. Het is een farmaceutisch bedrijf; die hebben miljarden aan winst. Als je geen duizend euro kan betalen voor een optreden, vraag het dan niet. Als het een non-profitbedrijf was, dan was het anders. Witte mannen en vrouwen krijgen zo vijftienhonderd euro voor een optreden betaald. Maar mensen zoals ik, gekleurde mensen en vrouwen, lhbti’ers, wij worden niet gewaardeerd.”

“Ik vind het niet erg om voor dingen gevraagd te worden omdát ik trans vrouw ben. Ik kom uit het bos, toen ik opgroeide had ik geen representatie. Later leek het hoogst haalbare beroep als trans persoon sekswerk. Hell no, dacht ik. Ik word er blij van als ik gevraagd word om mijn verhaal te delen, om te laten zien dat het kan. Ik wil dat kinderen zoals ik weten dat ze erbij horen.”

Ellen Jansen (1984) is een Limburgse ondernemer. Ze werkte jarenlang in het zakenleven, startte succesvol een eigen bedrijf, maar toch klopte er iets niet. Twee jaar geleden ging ze in transitie.

“Hoe succesvoller ik als ondernemer werd, hoe ongelukkiger ik me voelde. Als kind speelde ik met poppen, liep ik in meisjeskleren rond. In mijn tijd bij het herendispuut zag ik Kelly van der Veer van Big Brother. Ik herkende me in haar, maar bij het dispuut werd er zo hard gelachen om Kelly. Ik durfde niets te zeggen. Maar ik wist eindelijk wat het was dat ik dat had. Tegelijkertijd dacht ik: als ik dit met mensen deel, wijzen ze me af en is het voorbij met mijn carrière.”

“Ik ben prestatiegedreven opgevoed en had een bucketlist voor ogen. Ik wilde per se een landelijk bedrijf, mijn master halen, een gezin stichten. Ik besloot mijn gevoelens opzij te schuiven en ging steeds vaker spiegels mijden. Verkleedsessies boden geen soelaas. Ik hield me ondertussen krampachtig vast aan mijn ‘bucketlist’, ik was zelfs verloofd met een meisje. Ondertussen belandde ik in een depressie. Toen besloot ik dat ik geen keuze meer had, ik moest in transitie.”

“Voor mensen met genderdysforie is de grootste angst om mensen te verliezen als ze dit delen. Ik vond het belangrijk om iedereen goed te informeren over mijn transitie. Op dat moment voerde ik veel gesprekken met zakelijke investeerders over mijn bedrijf en die wilde ik niet kwijtraken. Je kan niet opeens de boardroom van Vattenfall binnenlopen als mevrouw Jansen, zo werkt het gewoon niet. Ik ben twee maanden bezig geweest om iedereen te informeren. Mijn grootste vergissing was om hier bang voor te zijn. Het was juist een hele warme periode, vol begrip. Mijn investeerders zeiden dat ze alleen maar meer vertrouwen hadden om in mijn bedrijf te investeren.”

“Ondertussen ging mijn relatie wel voorbij. Toen ik aan de hormonen ging, switchte mijn interesse in meisjes naar mannen. Ik merkte dat ik spiergroei en baardgroei interessant ging vinden. We braken de verloving af. Mijn ex en ik zijn eerst nog vriendinnen gebleven, maar uiteindelijk hebben we toch afscheid van elkaar genomen. Het lag te gevoelig, er was te veel verleden.”

“Ik ben niet iemand die met regenboogvlaggen door de stad gaat lopen. Ik zit bij een dameskamer in Maastricht. Ik merk dat veel mensen tegen me zeggen: ik ben bij jou helemaal niet bezig met je trans achtergrond. Dat is omdat ik er geen aandacht op vestig. Het gaat zoveel over hokjes tegenwoordig, en daarmee benadruk je juist de verschillen. We zijn allemaal uniek en authentiek. Daar moet het veel meer over gaan. Ik denk dat de meeste mensen an sich geen moeite hebben met trans personen, maar wel als er constant de nadruk op gelegd wordt; dat roept weerstand op.”

“Ik vind het goed als er processen versoepeld worden voor trans personen. Maar ik kan de kritiek ook volgen. Het is geen adreswijziging. Ik vind het eigenlijk wel fijn dat er een deskundige tussen zit. Ik heb de gesprekken met psychologen als prettig ervaren. Het wordt vaak zwaarder gemaakt dan het in wezen is.”

“In mijn boek gebruik ik een quote van J.K. Rowling. Zij zegt: ‘It matters not what someone is born, but what they grow to be.’ Ik ken haar exacte uitspraken over trans personen niet. Maar als daar transfobe opvattingen bij zitten, dan doet dat mij natuurlijk pijn. Al denk ik dat het vaak een stukje onbegrip of onwetendheid is. Ik wil niet uithalen naar mensen en ik wil juist bruggen bouwen. Het wordt allemaal te veel vanuit agressie benaderd. Dat is naar mijn mening contraproductief. Het is dan ook om die reden dat ik mijn boek Eindelijk Ellen heb geschreven.

“Als trans vrouw denk ik altijd na over hoe ik me kleed. Ook cisgender vrouwen worden nagekeken met een te korte rok en te lange nagels. Het menselijk brein kan het dan niet classificeren als standaard. Als jij je controversieel kleedt, moet je niet gek opkijken als mensen daar op reageren. Ik denk niet dat ik me te veel aanpas aan de norm, we hebben nu eenmaal een brein dat bepaalt wat wel of niet netjes is. Natuurlijk moet iedereen zelf weten wat-ie draagt, maar dit is hoe ik het zie.” O

This article is from: