Osiris magazine

Page 1


Think it over...

Duurzaamheid heeft vele kanten; efficientie, afval, natuurbelasting, gedrag, energie, of economische winst. De één benadert het vanuit een sociaal perspectief, terwijl de ander meer kijkt naar technische hulpmiddelen. Iedereen heeft zo zijn eigen kijk op duurzaamheid en dit is dan ook het thema van dit eerste Osiris Magazine. Studenten, medewerkers en het College van Bestuur, allemaal hebben we onze eigen gedachte over hoe onze universiteit bij kan dragen aan een duurzamere wereld. Een greep uit al deze meningen komen in dit magazine naar voren. Laten we beginnen met wat feiten en foto’s om bij stil te staan. Lees, geniet en doe mee, want dit magazine is er voor jou en door jou! Namens de redactie, Lisanne Dölle

siriso

osiris

1 miljard mensen - tweemaal het aantal EU-burgers - wonen in stedelijke sloppenwijken.

De helft van de wereldbevolking woont in steden die nog geen 3% van het totale landoppervlak ter wereld beslaan.

Een plastic zakje is in 1 tel gefabriceerd, is 20 minuten in gebruik en doet er 100 tot 400 jaar over om te worden afgebroken. Teksten: National Geographic, planeet aarde 2008 2 www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine


Het waterverbruik is in de voorbije eeuw meer dan tweemaal zo snel gegroeid als het bevolkings aantal.

osiris

siriso

De 2 rijkste mensen op aarde hebben meer geld dan het bbp van de 45 armste landen bij elkaar.

In 200 jaar tijd is de wereldbevolking met 5,6 miljard mensen gegroeid.

Nederland bevindt zich in de top 5 van meest gelukkige landen ter wereld.

In 2005 maakten 806 miljoen mensen een internationale reis.

Er zijn 2 miljard mensen met een mobiele telefoon. Deze foto’s zijn gemaakt door Remco Addink of Lisanne DÜlle 3 www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine


Tijd voor een andere kijk op d Vo o rwo o r d

Duurzaamheid of duurzame ontwikkeling, vooral niet te verwarren met milieu en geitenwollen sokken, speelt een belangrijke en steeds groter wordende rol op onze universiteit. Sinds 1996 is de TU bezig om Duurzame Ontwikkeling te integreren in haar onderwijsprogramma’s met als resultaat dat het vandaag de dag in elke bachelor opleiding terug te vinden is en master studenten zich zelfs kunnen specialiseren in duurzame ontwikkeling. Elke toekomstige ingenieur wordt nu geconfronteerd met de gaten in de ozonlaag, het broeikaseffect en reboundeffecten in de vorm van Smarts en spaarlampen. Daarna wordt hij of zij middels de befaamde I-PAT formule uitgedaagd om binnen 50 jaar een factor 20 effectiever en efficiënter te ontwerpen.

siriso

osiris

Deze uitdaging is nu juist waar het ‘m in zit. Het is studenten ondertussen wel duidelijk dat ze in de toekomst belangrijk zijn voor het oplossen van de duurzaamheidsproblemen. De schreeuw om duurzaamheid weerklinkt namelijk uit alle hoeken en gaten van de maatschappij, die onder andere door Al Gore steeds bewuster wordt van haar consumptiegedrag. Daarnaast wordt de vraag vanuit het bedrijfsleven naar ‘duurzame’ ingenieurs steeds explicieter en is ‘vercradelen’ nu al het neologisme van het jaar. Maar hoe kunnen ‘onze’ studenten die uitdaging nou daadwerkelijk aangaan en echt duurzame bijdragen leveren? Wat we nodig hebben is een interdisciplinaire aanpak waarbij studenten al in hun bachelorfase verder leren denken dan ze gewend zijn en samen leren werken met studenten van andere faculteiten. Hierdoor zullen ze problemen vanuit meerdere perspectieven zien en met nieuwe, creatieve oplossingen komen. Het enthousiasme en de toewijding van de ‘disciplinaire’ docenten is hierbij van ongekend belang. Zij hebben de kennis en ervaring om duurzame ontwikkeling te koppelen aan de verschillende aspecten van hun eigen en andere vakgebieden en de praktijk. Ook dit magazine zal een cruciale rol spelen in de omslag in het denken en doen van de (toekomstige) Delftse ingenieurs. Het laat zien dat studenten meer willen, heel veel zien gebeuren en nog veel meer willen bereiken. Het geeft aan wat studenten interessant vinden en waar zij mogelijkheden en uitdagingen zien op interdisciplinair gebied. Hiermee biedt het magazine mogelijkheden voor kennisuitwisseling, ideeën en discussie en is het een blad, waar zowel de praktijk, het onderwijs als het onderzoek een plek vindt. Dit magazine kan docenten en onderzoekers uitdagen, colleges verlevendigen, discussies laten ontstaan en onderzoek in nieuw perspectief plaatsen. Ik weet zeker dat dit magazine iedereen die het leest, zal overtuigen van het nut, maar vooral de uitdaging van duurzame ontwikkeling. Dit magazine is het begin van een andere kijk op duurzaamheid.

Gertjan de Werk oprichter Osiris 4

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

8

12

18

22

Waste is b

Duurzame

Duurzame Master

34

40

F

Susta

Misbruik is geen argum

44

52


duurzaamheid Van het Bestuur

7

what the f*ck is duurzaamheid

basically stupid

10

Sustainable Randstad: a bout tour through green Netherland

Antarctica

20

rs aan de TU The best Ideas for a sustainable Tomorrow

ainable Sierra Leone

ment tegen juist gebruik

Living +

Duurzaamheid in je eigen huis 36

Students 4 Sustainability

Otec

KidsRights

56

30

Reviews

26

osiris

e TU Structuur

16

siriso

Osiris stelt voor...

Fokkema’s kijk

6

Prikbord

Colofon

Volgende keer

48

54

58

59

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

5


van het bestuur

siriso

osiris

Osiris is een interactief studentenplatform met als hoofddoel duurzame ontwikkeling concreet en aantrekkelijk te maken en het in de praktijk te brengen door verschillende partijen en disciplines bij elkaar te brengen. Wij willen duurzaamheid in Delft zichtbaarder en toegankelijker maken voor studenten en aan hen laten zien dat duurzaamheid leuk en uitdagend is. Wij willen studenten bewust maken van het belang van een duurzame samenleving en we willen laten zien dat ze samen met de mogelijkheden die de TU Delft heeft kunnen werken aan de uitdagingen die deze tijd biedt. Het bestuur van Osiris zorgt ervoor dat alle activiteiten in goede banen geleid worden, op deze pagina wordt het bestuur voorgesteld. De enthousiaste voorzitter van Osiris is Remco. Van huis uit is hij altijd al veel bezig geweest met duurzame systemen. Remco: “Ik vind het mooi om te zien hoe luxe en comfort met behulp van techniek ook duurzaam gerealiseerd kunnen worden. Soms kost dat wat meer moeite, maar tegelijkertijd is het een uitdaging. Met Osiris wil ik studenten stimuleren die uitdaging aan te gaan.” Krispijn vervult dit jaar de functie van secretaris binnen het bestuur van Osiris. Hij is vooral geïnteresseerd in de mogelijkheden die duurzaamheid biedt bij de bescherming van natuur en milieu. Krispijn: “De overheid mag best mag meer acht slaan op onderzoek naar duurzaamheid. Veel maatregelen ter bescherming van deze planeet voor de toekomstige generatie zijn niet zo onmogelijk als ze lijken. Studenten en bedrijven moeten hiervan meer doordrongen raken. Ik zie Nederland graag ‘beste jongetje van de klas’ worden als het gaat om duurzaamheid. En die benaming is dan voor de verandering eens niet negatief bedoeld!”

Wouter is de nieuwste aanwinst in het Osirisbestuur, als penningmeester en voorzitter van de duurzaamheidscommissie zal hij zich dit jaar inzetten voor Osiris. Wouter: “Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in duurzaamheid, Osiris is een goede manier voor mij om daar concreet mee bezig te zijn”. Wouter wil graag dat er met de resultaten van veelbelovende duurzame onderzoeken meer wordt gedaan: “Er moet meer follow-up komen van duurzaam onderzoek door studenten, er blijft nu teveel liggen. Ik wil studenten, docenten, bedrijven en het benodigde geld bij elkaar brengen om dat voor elkaar te krijgen.” Fabienne is dit jaar commissaris activiteiten. “Door mijn duurzame bachelor Sustainable Molecular Science & Technology en mijn master Chemical Engineering met vakken van Sustainable Energy Technology weet ik in theorie veel van duurzaamheid, maar het is leuk om ook eens praktisch bezig te zijn met duurzaamheid. Veel van onze (geplande) activiteiten worden gekenmerkt door interactie en zijn dus voor velen de perfecte plek om te beginnen met netwerken. Gezellig, maar ook handig als je verder wil in het ‘duurzaamheidswereldje’.” In het bestuur zorgt Guido voor de website. “Een duurzame samenleving is voor mij het ideaal. OSIRIS geeft mij de kans een concrete bijdrage te leveren om dit doel te bereiken.” Over zijn rol binnen het bestuur zegt hij: “Uitwisseling van informatie is de kern van OSIRIS. Daarbij speelt het Internet een belangrijke rol. Met geen enkel ander medium is het mogelijk om zoveel mensen zo makkelijk van zoveel informatie te voorzien.”

6

www.osiris.tudelft.nl - -mei 2008 osiris magazine www.osiris.tudelft.nl mei 2008 osiris magazing


osiris stelt voor..

e i s s i m m o C e n i Ma ga z

Een

platform voor duurzame ontwikkeling op de TU met als doel men-

sen informeren en activeren voor de mogelijkheden van duurzame ontwikkeling kan natuurlijk niet zonder een aansprekend magazine. Het Osiris magaaan de slag te gaan met alle mogelijkheden die de TU op dit gebied aanbiedt.

ling als een belangrijk agendapunt zien, maar toch elk anders met zijn of haar eigen ideologie. Iedereen heeft zo zijn of haar eigen kijk en kan een ander facet van duurzame ontwikkeling belichten.

Naast de redactie en de vaste leden van de commis-

sie worden we versterkt door vele geĂŻnteresseerden, adviseurs, schrijvers, vormgevers, etc. die elk een steentje bijdragen bij de totstandkoming van Osiris magazine.

osiris

De commissie bestaat uit een actieve groep studenten die allen de duurzame ontwikke-

siriso

zine, DIT magazine, moet studenten en docenten activeren en inspireren om

Natuurlijk zijn we blij met alle hulp, meningen en tips vanuit alle hoeken van de TU Delft!!! Schrijf of ontwerp jij graag , wil je werken aan een TU breed magazine en met duurzame ontwikkeling bezig zijn? Stuur dan een mailtje naar magazine@osiris.tudelft.nl�

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

7


b fo kkema''s a ki jk o p d uur za a m h ei d think it over

f

revo ti kniht

De balans tussen geven en nemen Als essentie van duurzaamheid erzoek Het College van Bestuur stelt het ond r in mee ds en onderwijs van de TU Delft stee tukags dienst van grote maatschappelijke vra niveau. aal tion rna inte ken op nationaal en CvB het ft gee n Op basis van vier speerpunte f. Pro eid. vorm aan haar kijk op duurzaamh van de Dr. Ir. Fokkema, de rector magnificus TU Delft vertelt... n dat je Bij duurzaamheid is al vaak gebleke en dan niet één probleem kan aanpakken ptoomsym menen dat alles is opgelost. Met amheid bestrijding kom je er niet. Duurza rbij het vergt een keten van beslissingen waa r de innaa dt wor van belang is, dat gekeken eel. De vloed van die beslissingen op het geh r een eerste generatie biobrandstoffen is daa die en toff nds gro goed voorbeeld van. De sche anti gig hier voor nodig zijn, leveren een rheen druk op de landbouwgrond die voo rmee beschikbaar was om mais te telen waa ; een den wor t onder andere tortilla’s gemaak a. erik belangrijke voedselbron in Zuid-Am aalde Ingrepen om te voorzien in een bep niet rd raa uite en (Westerse) behoefte mog sis) (ba in ten koste gaan van het voorzien is leven behoeften elders. Duurzaam leven r opin balans met de aarde en zorgen voo n tot nge lissi lossingen die in de keten van bes d goe echt duurzame effecten leiden. Kijk dus ingreep naar de gevolgen van je ‘duurzame’ t een moe n kete in de rest van de keten. Deze

8

soort ecologisch systeem zijn, waarin alles in balans is. Daar kunnen wij als tech nisc he universiteit aan bijdragen met onze tech niek, maar we moeten tegelijkertijd ook reke ning houden met het feit dat het een hee l proces is dat de technisc he wetensc happen overstijgt. Daarom is het belangrijkste aspect van duurzaamheid interdisciplinair ontwerpen. Studenten zien wat er nog nod ig is op deze wereld. Studenten bezitten de meest waarde volle eigenschap voor duurzame ontw ikkeling en dat is dat zij zien wat er nog mog elijk is op deze wereld. Het afgelopen lustrumjaar heeft getoond dat er op de univ ersiteit veel studenteninitiatieven aanwezig zijn zoals Osiris en Students4Sustainability en dat studenten daadwerkelijk iets willen doen. Studenten weten dat bij een waterp roject niet alleen kennis nodig is van water en stromingen, maar dat er ook kennis nodig is van infrastructuur en wetgeving. Draagv lak bij de lokale bevolking is essentieel, niet alleen voor de realisatie maar ook voor het behoud van het resultaat. Al de benodigde kennis hebben wij op de TU Delft in huis: computerwetenschappen van TI, procesorga nisatie van TBM, water van CiTG, mec han ische constructie van 3ME, enzovoorts. Stud enten kunnen in studieprojecten samen met studenten van andere disciplines die kennis in dit soort interdisciplinaire projecten toep assen. Een mooie bijkomstigheid is dat der gelijke projecten een visitekaartje voor onze universiteit zijn.

think it over - think it over - think it over


lag de Bij de projecten tijdens het TU lustrum at daar focus op duurzaamheid in Afrika, omd id ligt. Als ook voor ons een verantwoordelijkhe je over je t moe t, je echt duurzaam bezig ben andere grenzen kijken en kun je mensen op n. Voor continenten niet buiten beschouwing late voorzien de TU Delft staat bijdragen aan het samenale in basisbehoeften van de hele glob ige spanleving immers centraal. De aanwez politieke ningen in de wereld worden onder geen die zijn druk vergroot doordat er mensen r Daa er. toegang hebben tot energie en wat r we praligt dus een belangrijke missie, maa lingslanikke ontw r ten natuurlijk niet alleen ove , we land n den. We praten ook over ons eige agingen hebben zelf immers ook genoeg uitd astructuur, als het gaat om bijvoorbeeld infr wat dat is ld water en energie. De buitenwere heel veel betreft een groot laboratorium waar atiek aan problemen zijn. Om deze problem steentje een ar te pakken zullen we met elka erzoek bij moeten dragen en daar is ons ond energie dan ook op gericht. Van opslag van nprohaa met de en CO2 tot de reductie van htsdac aan ductie. Kortom, er zijn een aantal happelijk gebieden die niet alleen van wetensc voor het belang zijn, maar van cruciaal belang de. aar waarborgen van een duurzame duurzame De TU Delft heeft als leidraad voor en vier ontwikkeling in onderzoek en project eu, inmili , rgie speerpunten gedefinieerd: ene en wij will frastructuur en gezondheid. Hiermee agstukken ons onderzoek direct aan grote vra ons natioen n pele vanuit de samenleving kop het geOp naal en internationaal profileren. n op elk bied van energie doen wij onderzoeke speerpunt mogelijk vlak behalve kernfusie. Het ondheid gez gezondheid is gekozen omdat de belangen het welzijn van mensen een steeds en de rijker element wordt in de samenleving opede in n reke ingenieur niet (meer) kan ontb en weg ur, ratiekamer van morgen. Infrastructu TRAIL en connectiviteit zijn door middel van rnaast gekoppeld aan de universiteit. Daa van ied geb is veel onderzoek gericht op het ersiteit water en milieu, om als technisc he univ klimaateen bijdrage te kunnen leveren aan ken. Het pak te discussies en het probleem aan rkt plan college van bestuur zal een uitgewe vullen en presenteren om deze gebieden in te at niet omv n pla financieel te ondersteunen. Dit waarl alle onderzoeken, maar slec hts dat dee optimaal mee het college van bestuur meent

bij te kunnen dragen aan de oplossin g van de problematiek. Garanties kunnen we niet geven maar we kunnen zo wel help en om inzicht te krijgen in de complexiteit van duurzame ontwikkeling en het benade ren hier van. Het blijft natuurlijk zo dat wij als tech nische universiteit maar een gering dee l van de problematiek kunnen oplossen. Als we kijken naar de totale vergelijking en de keten van beslissingen die nodig is, dan is duurzaamheid binnen de wetensc hap nog niet volledig uitgekristalliseerd. De technisc he wetensc hap is essentieel voo r de ontwikkeling en uitvoering van duurza me ideeën. Er moeten effectieve duurza me technologieën komen om de groei van de wereld aan te kunnen. Want als we door zouden leven op de manier zoals we dat nu doen met de huidige bevolkingsgroei, dan hebben we 6 aardes nodig om te kun nen blijven bestaan. Er zal een moment kom en dat de aarde niet genoeg capaciteit heeft voor de mensheid om te kunnen overlev en. Dit punt is nog niet bereikt, maar we zullen veel moeten doen om dat te voorkom en. We moeten in de toekomst zodanig leven dat we van de aarde kunnen nemen, maar er vooral ook genoeg aan terug kun nen geven. Díe balans tussen geven en nem en, dat is de essentie van duurzaamheid! Om te kunnen praten over het begrip duurzaamheid is het noodzakelijk om jeze lf als student of docent de gelegenheid te geven om je verder te ontwikkelen, om meer kennis en vaardigheden op te doen. Deze kennis kan gebruikt worden in duurza me projecten in Nederland of in het buit enland. Natuurlijk wil je uiteindelijk een geslaagd project, maar durf wel vragen te stellen ook al lijkt het alsof je er niet gelijk uit komt en het eindresultaat alleen maar verder weg komt. Durf vragen te stel len over de toekomst want uiteindelijk is het jouw toekomst. Houd goed in je ach terhoofd: ‘hoe meer je betrokken blijft bij het stellen van de vragen en het (interdis ciplinair) vinden van de antwoorden, hoe beter de toekomst er uit ziet’.

Prof. Dr. Ir. J.T. Fokkema

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

9


t h i es t im m er ma ns

revo ti kniht

think it over

s i k c * F e h t t a ? d Wh i e h m a a z r duu Duurzaamheid is hip! Duurzaamheid is overal! In de Appie koop je eco-labeled wasmiddel of fair trade pindakaas. Thuis in je studentenkamer lees je, onder een spaarlamp die brandt op groene stroom, een boek, gemaakt van gerecycled papier. Niet alleen onder consumenten leeft het begrip; ook binnen het bedrijfsleven wordt steeds meer rekening gehouden met duurzaamheid. Maar wat is nou duurzaam? Waar komt het vandaan? En is duurzaamheid een hype of een uitgerangeerd restproduct van de hippies?

10

think it over - think it over - think it over


Menigeen verwart de term duurzaamheid met milieuvriendelijkheid. Het is echter veel meer dan dat. Zelfs de dikke van Dale geeft een be beperkte betekenis. De essentie in het begrip duurzaamheid ligt in de bewustheid van onszelf. Duurzaamheid gaat over dat wijzelf bewust zijn van het feit dat alles wat wij doen, gebruiken en maken in ons leven van invloed is op de natuur. Belangrijk daarbij is het uiteindelijke gevolg daarvan op onze wereld voor onze eigen generatie, maar ook voor toekomstige generaties. Eind jaren ’60 werd de Club van Rome opgericht door Europese wetenschappers om hun bezorgdheid over de toekomst van de wereld kenbaar te maken. Zij brachten in 1972 het rapport ‘Grenzen aan groei’ uit. Hoewel velen vonden dat hierin een ongefundeerd doemscenario van de snel oprakende voedsel- en grondstoffenvoorraad werd geschetst, werd het rapport inmens populair. Uiteindelijk zijn de voorspellingen op bijna geen enkel punt uitgekomen, maar het rapport heeft er wel voor gezorgd dat het milieu wereldwijd op de politieke agenda is komen te staan. De tegenwoordig gebruikte defintie van duurzaamheid komt uit het rapport ‘Our common future’ van de World Commission on Environment and Development van de Verenigde Naties. Deze publicatie van 1987 wordt ook wel het ‘Brundtland-rapport’ genoemd, naar de toenmalige voorzitster van de commissie. Hierin wordt beschreven dat bij duurzame ontwikkeling de sociale, economische en ecologische aspecten allen even zwaar meewegen. Duurzaamheid wordt daarom ook vaak voorgesteld door de drie P’s (triple P): people (mensen), planet (planeet) en profit (winst). Deze term komt uit het boek ‘Cannibal with Forks’ (1998) van John Elkington. De term people of ook wel het sociale aspect van duurzaamheid heeft betrekking op een rechtvaardige verdeling van het welzijn en de maatschappelijke ruimte voor iedereen om mee te doen in het leven. Hierbij moet je denken aan het voorzien in bepaalde basisbehoeften zoals voedsel, onderdak en een veilige leefomstandigheid. Maar ook het promoten van scholing, creativiteit en ontwikkeling en sociale betrokkenheid vallen daaronder. Een project als de promotie van het gebruik van en de fiets als werktransport is hiervan een voorbeeld. Maar je kan ook denken aan het opzetten van een mandenmaak bedrijfje voor Senegaleense vrouwen, die daardoor niet alleen inkomen genereren, maar ook hun eigenwaarde en zelfredzaamheid vergroten. De natuurlijke bronnen zijn niet onuitputtelijk. We maken ze sneller op dan dat ze aangevuld worden. Daarnaast hebben we we een enorme

berg aan afvalstoffen gecreëerd die alleen maar groter wordt. Ecologische duurzaamheid, ook wel ‘planet’, houdt onder andere in dat we milieuvriendelijkere grondstoffen gebruiken die makkelijker en sneller door de natuur worden afgebroken. Dit betekent ook dat we minder afhankelijk moeten worden van fossiele brandstoffen. Het ontwikkelen van voertuigen die rijden op waterstofcellen of het ontwerpen van zelfvoorzienende huizen zijn belangrijke bijdragen op dit gebied. Profit staat voor economische duurzaamheid. Deze derde p zorgt ervoor dat mensen worden voorzien in hun behoefte op het gebied van werk, productie en consumptie, maar dan met minimale gevolgen voor het milieu. Het heeft met name betrekking op het bedrijfsleven. Belangrijke factoren hierbij zijn: integratie van milieuaspecten in productontwerp, afvalvermindering bij productie, op een efficiëntere manier gebruik maken van gebouw, land en transporteren. Een voorbeeld is de ontwikkeling van een afvalsscheidingssysteem voor metalen, dat gebruik maakt van de verschillende magnetische eigenschappen van het te scheiden materiaal. De definitieve doorbraak van duurzaamheid kwam toen in 1992 tijdens de conferentie van Rio werd beslist een concreet actieprogramma voor duurzame ontwikkeling uit te werken: Agenda 21. Agenda 21 is een handboek met meer dan honderd programmaterreinen voor regeringen, VNinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De Wereldtop van Johannesburg in 2002 moest een vervolg geven aan de juiste ingeslagen weg. Deze, tot dan toe grootste VN-conferentie ooit, moest uitmonden op sterke concrete verbintentenissen op het gebied van duurzaam ondernemen. Dit betekent voor de rijke landen dat er drastische veranderingen in onze productie- en verbruikswijzen moeten plaatsvinden. Duurzaamheid werd steeds groter en populairder en uiteindelijk bereikte het ook de TUDelft, die in 2000 een eigen afstudeerrichting ontwikkelde: ‘technologie in duurzame ontwikkeling’. Het belang van duurzaamheid voor de toekomst wordt door steeds meer mensen gezien, hoewel het toepassen ervan niet eenvoudig is. Voor duurzaamheid bestaat immers geen programma met een kant en klare inhoud. Het is meer een noodzakelijk integraal proces dat plaatsvindt op alle vlakken in het leven en dat iedereen aangaat. De groenteboer op de hoek draagt eraan bij met zijn biologische appels, terwijl de minister beleidsplannen maakt in de tweede kamer. De toekomst zal zich alleen maar nog meer concentreren op duurzaamheid, want duurzaamheid is niet alleen een levensovertuiging, maar een noodzakelijkheid.

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

11


..

L i sa n n e D o l l e

Waste is basically stupid

revo ti kniht

think it over 12

Afval = voedsel, een term die bij steeds meer mensen vertrouwd in de oren klinkt. Als je er voor zorgt, dat afval niet meer schadelijk is en dat iedere creatie op enige moment weer input zal zijn voor iets anders, dan bestaat er geen afval meer. Als het aan Michael Braungart en William McDonough ligt is dat de toekomst. Dit principe, dat het duo heeft gedoopt tot het ‘Cradle to Cradle’ principe, lijkt een wereldwijde revolutie ontketend te hebben die ook Nederland niet ongemoeid laat.

Ontwerpers ontwerpen afval

Cradle to Cradle’, is een alternatief voor de manier waarop we op dit moment produceren en consumeren. Een alternatief waarbij de consument geen stapje terug hoeft te doen en waarbij de producent door intelligent te ontwerpen het milieu niet alleen spaart, maar zelfs bevordert en verrijkt. Het mooie is, dat C2C voor de consument de koppeling tussen duurzaamheid en schuldbesef doorbreekt en dat het de producent toont dat duurzaamheid hand in hand kan gaan met kostenbesparingen en winst. Is het je wel eens opgevallen dat wij mensen de enige wezens op deze planeet zijn, die schadelijk afval produceren en dat afval in de natuur verder niet voorkomt? Het Cradle to Cradle principe is eigenlijk heel simpel; kijk naar hoe de natuur het doet. Ontwerp uitsluitend nog intelligente producten, steden en gebouwen, gemaakt van volledig afbreekbare of herwinbare materialen, die steeds weer terug komen in biologische of technische kringlopen. Veilige restproducten worden zo weer voedsel voor de natuur, terwijl stoffen die niet afbreekbaar zijn hoogwaardige grondstoffen moeten worden voor de technosfeer. Net als bij een kersenboom, waarbij de overdaad aan bloesem weer als voedsel op de aarde valt. C2C is vooral een roep richting jonge ontwerpers.

Ontwerpers zijn de oorzaak van het huidige afval probleem, omdat zij producten ontwerpen die na gebruik afval worden. Dat kan ook anders. Braungart en McDonnough redeneren dat alles wat de mens maakt (en hoe de mens het maakt) kan worden uitgevoerd op een manier die geen afbreuk doet aan het natuurlijk ecosysteem. Ze splitsen deze cyclische gedachte in biocycli en technocycli. De biologische cyclus bevat organische componenten die wanneer het afval wordt bijvoorbeeld kunnen worden ingezet als ‘meststof’ voor de groei van gewassen. De technocyclus ziet er iets ingewikkelder uit. Waar McDonnough en Braungart regelmatig op hameren is dat het huidige recyclen werkelijk downcyclen is. Het gerecyclede product is van minderwaardige kwaliteit omdat meerdere soorten ‘grondstof’ zijn gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan hoe schrijfpapier wc papier wordt, of hoogwaardige kunststoffen als bankjes in een park belanden. Voor de technocycli zullen producten ontwikkeld moeten worden die met werkelijk gerecycled kunnen worden; hergebruik van de pure materie zonder ‘vervuiling’ en kwaliteitsdegradatie. Dit klinkt in theorie allemaal erg leuk, maar werkt het ook echt? Om te laten zien dat het C2C principe geen verre toekomst muziek hoeft te zijn, maar een ontwerpmethode van dit moment volgen hier voorbeelden van twee grote concerns die het C2C principe reeds hebben omarmd.

think it over - think it over - think it over


Nike: Het hoofdkantoor van Nike in Hilversum is van de hand van McDonough, maar veel belangrijker is nog, dat Nike op basis van het Cradle to Cradle principe inmiddels een nieuwe lijn op de markt heeft gebracht: Nike Considered. De schoenen uit deze lijn zijn van leer, katoen en jute. Ze zijn pvc vrij, bevatten geen chemische lijmstoffen en zijn met plantaardige middelen gelooid. Daarnaast is de schoen ‘clickable’ en dus heel gemakkelijk weer uit elkaar te halen waardoor onderdelen weer opnieuw als grondstof gebruikt kunnen worden. Het resultaat is dat er 63% minder afval ontstaat bij de productie. Er is 80% reductie van schadelijke lijmsoorten is en men heeft 37% minder energie nodig om een paar schoenen te maken.

Ford: Het zwaar vervuilde fabrieksterrein van Ford is door Braungart en McDonough onder handen genomen. Dit heeft zo’n 1,3 miljard dollar gekost, maar het terrein is inmiddels schoon en vriendelijk voor zijn omgeving. Deze milieu vriendelijke investering zal binnen enkele jaren zichzelf helemaal hebben terugverdiend. Bovendien is Ford nu ook bezig met het ontwerp voor een volledig afbreekbaar en herbruikbare auto. Het Ford model U is nu nog een prototype, maar het laat een duidelijk Ford’s kijk op de toekomst zien.

kieper je afval maar in de natuur Toch worden er ook flinke kantekeningen geplaatst bij de hele hype rondom Cradle to Cradle en zijn enkele kenners uiterst kritisch. Met name het ontbreken van het toepassen van levencyclusanalyses en het aanbod- in plaats

van vraaggestuurde levering van materialen zijn kritiekpunten. Ook kan je je afvragen of het goed is mensen aan te moedigen hun afval gewoon in de natuur te kieperen. Hoewel een verpakking of T-shirt volledig afbreekbaar kan zijn, moet je er toch eerst een paar weken tegenaan kijken voordat het volledig verteerd is. Ondanks deze kritiek zijn er vele studenten en bestuurder geïnspireerd geraakt door de cradle to cradle gedachte. Het moedigt mensen aan het eens anders te proberen, dus laten we deze positieve Cradle to Cradle fibe vooral proberen te behouden en laten we ons best doen aan het begrip daadwerkelijke invulling te geven. Lisanne is samen met 60 andere studenten op het Let’s Cradle symposium in Maastricht aanwezig geweest. Vind je het leuk om de essays van de andere 60 studenten ook te lezen, kijk dan op www.osiris.tudelft.nl

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

13


technologiedynamica en duurzame ontwikkeling

de duurzame sectie

revo ti kniht

think it over

Duurzame ontwikkeling is hot en zoals blijkt uit het thema van het TU-lustrum is duurzame ontwikkeling echt doorgedrongen tot alle gelederen van onze universiteit. Maar wat is nou eigenlijk duurzame ontwikkeling? Hoe doe je dat, duurzame ontwikkeling en hoe kan je nou concreet bijdragen aan duurzame ontwikkeling met technologie? Wat zijn de mogelijkheden en wat zijn de beperkingen van de (aanstaand) ingenieur? Bij de sectie Technologiedynamica en Duurzame Ontwikkeling houden we ons bezig met deze vragen en denken na hoe innovatie voor duurzaamheid te bevorderen is. We dragen bij aan integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs en onderzoek van de TU Delft. Zo hosten wij de TiDO aantekening, in de vorm van een bootweek en geven ruchtbaarheid aan de leukste en interessantste voorbeelden van DO via bijvoorbeeld lunchlezingen. In deze advertentie vind je een voorbeel van een van onze activiteiten. Voor meer informatie: www.tbm.tudelft.nl/tdo

Minor Duurzame Innovatie en Industriele Ecologie In deze minor staat de uitdaging die duurzame ontwikkeling voor de ingenieur vormt centraal. Je leert duurzaamheidsproblemen te analyseren in interdisciplinaire teams en je leert tools te gebruiken om de problemen te tackelen. Als team moet je met een duurzame technische oplossing komen voor een praktijkprobleem. Onderwerpen waar je aan kunt denken: CO2-opvang en opslag, decentrale energievoorziening, offshore windenergie, verduurzaming van ICT, bijdragen aan duurzame technische ontwikkeling van Azie en ontwikkelingslanden, ontwikkeling van duurzame bedrijfsterreinen of verbetering van industriĂŤle processen. Meer informatie is te vinden op blackboard, de minorcode is: WM-Mi-048-08 14

think it over - think it over - think it over


D o e m ee!! orm dat Osiris is een interactief studentenplatf aantrekkduurzame ontwikkeling concreet en en, dokelijk wil maken. Wij brengen student ideeën centen en bedrijfsleven bij elkaar om faciliteren en informatie uit te wisselen en we we activide discussie. Daarnaast organiseren rzame(re) teiten en projecten die concrete duu tom wij resultaten opleveren in de praktijk. Kor duurzame zijn hét communicatieplatform voor ontwikkeling van de TU Delft. lft werkt Om meer te kunnen bereiken binnen De arin ook Osiris met verschillende commissies wa jij actief kan worden:

Activiteitencommissie

bruist van De activiteitencommissie van Osiris ursies, disde wilde ideeën. Ze organiseren exc een duurcussies, workshops, reisjes en zelfs dat duurzaamheidsfestival om te laten zien zaamheid leuk en uitdagend is!

Magazinecommissie

t hier nu Osiris heeft haar eigen magazine, da op de TU. voor je ligt en gratis verspreid wordt r het uitDe commissie is verantwoordelijk voo met duurbrengen van dit blad, dat vol staat de TU om zame ideeën en ontwikkelingen op inspireren studenten en docenten te motiveren, erts interen activeren. Artikelen schrijven, exp coördineviewen, grafisc h ontwerpen en alles ren zijn bezigheden van de commissie.

Duurzaamheidscommissie

het vaanDe TU heeft duurzaamheid hoog in rzame del staan en wil dat we allemaal duu kijkt hoe ingenieurs worden. Deze commissie what you duurzaam de TU zelf is. “Practice TU en preach” is onze boodsc hap aan de t kleine commissieleden zetten zich in om me eigen TU stappen of grotere projecten onze hts uit, duurzamer te maken (computers ‘s nac lichten uit, etc).

Grafico

rzaamMensen geloven niet zomaar in duu l is de heid. Behalve een overtuigend verhaa angrijk: presentatie van dat verhaal erg bel hier een Osiris heeft veel mensen nodig om oorbeeld bijdrage aan te leveren, door bijv n en het posters te maken, flyers te ontwerpe jij gramagazine er gaaf uit te laten zien. Ben bijdrage fisc h en creatief ingesteld, wil je een je werk leveren aan duurzaamheid en wil je helpen in op de hele TU terug zien, kom dan de grafico! gen aan Heb jij interesse om actief bij te dra t van de duurzaamheid op de TU en in de res ! Kijk op wereld? Wordt dan actief bij Osiris www.osiris.tudelft.nl

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

15


A m bi ka Sa m ba siva n

Sustainable Randstad: a boat tour through Green Netherlands Colloquium on Technology in Sustainable Development, informally known as ‘Boat-week’ is offered as an elective to all TU Delft faculties. It takes place twice a year, once in April, in Dutch and the

erolpxe og

go explore

second one in October, conducted in English to include international students. The elective aims to act as a reflection on the basic knowledge generated about sustainable development within the University as well as an exposure to external stakeholders active in the field. The week spent together on a boat creates a ‘pressure-cooker’ atmosphere, where students spend time together formally and informally in relative isolation from the outside world. This brings people from different backgrounds and faculties closer, generating interesting discussions on topics related to sustainability.

16

go explore - go explore - go explore


The last Boat-week took place between the 8th and 12th of October, with 26(?) students in attendance. About half of these were international students. The trip began at the Waste Incineration Plant (AEB) in Amsterdam, where the students were were given a short tour of the plant. The rest of the week saw three other ‘day trips’, one to a sustainable community in Leidse Rijn, second, a visit to the World Port Center to get a sneak preview of the Maasvlakte Twee, the expansion of the port of Rotterdam and the last to the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment. Afternoons were taken up by lectures on various topics, including river water management, floating cities of the future, green research in the aerospace sector, sustainable entrepreneurship in the banking sector, design for developing countries, the role of oil and gas companies in the future and sustainable mobility. The boat meanwhile had travelled to and from Amsterdam, through Utrecht, Leiden and Rotterdam. The group worked on different issues in smaller teams throughout the week and presented their ideas to the rest. The teams were shuffled around constantly and this allowed everyone to get to

Afstudeervariant TiDO

know each other. The atmosphere on the boat was casual, relaxed and fun, kept buoyant by the two co-ordinators of the event, Gertjan de Werk and Tom van der Vroon from TBM. The final outcome of the elective was in the form of a project in a chosen area of interest, done in groups of four, on topics such as energy, transportation, industry, water and the North-South divide. The last night on the boat was taken over by our own OSIRIS, where the group was asked to think about making the University more ‘green’. Lots of ideas came up, ranging from organic Aula to incentives to switch to electric cars for students and staff. The next morning, the group left the boat reluctantly not only because getting back on land meant the week had come to an end but also because it meant going back to old routines and a massive pile-up of other work! In the end, most students gained greater understanding about the different perspectives on sustainability and the complex issues involved. However, the biggest learning from the Boat-week is that together it is possible to change the world armed with a vision and enthusiasm, one step at a time.

TiDo

Voor studenten van de TU Delft die zich verder willen verdiepen in duurzaamheid is de TiDO (Technologie in Duurzame Ontwikkeling) afstudeeraantekening onwikkeld. Studenten verkrijgen daarmee een DO appendix als aanvulling op het reguliere ingenieursdiploma. Deze afstudeervariant valt uiteen in drie onderdelen: 1. Een colloquium. Dit is een verplicht onderdeel van 4 ects. 2. Keuzevakken. Studenten dienen voor 11 ects keuzevakken te volgen, verdeeld over twee clusters (tenminste 5 ects elk). 3. Het afstuderen. Duurzame Ontwikkeling dient geïntegreerd te zijn in het afstuderen. De afstudeeraantekening wordt gecombineerd met een afstudeerrichting binnen de eigen discipline. De vrije keuzeruimte wordt ingezet om de DO aantekening te behalen. Het is ook mogelijk om in het buitenland te studeren met als onderwerp Duurzame Ontwikkeling. De eerste studenten hebben reeds in 2001 de afstudeeraantekening mogen ontvangen. Referenten Op iedere opleiding is een contactpersoon aanwezig, die studenten en anderen meer informatie over duurzame ontwikkeling op die faculteit kan geven en contact onderhoudt met de projectgroep. www.tudelft.nl/tido

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

17


Duurzame Structuur IO

ID5351 Applied Environmental Design ID5355 Environment and Design in Business ID5561 Product-Service Systems ID3051 Project/Ontwerpen 5 ID4050 Internationalisation ID5351 Applied Environment Design

TNW go explore

IO

erolpxe og

Ir. J.C. Diehl Dr.ir. S. Silvester Prof.ir. J.C. Brezet

EWI CiTG

TU Delft

3ME

Prof. dr. ir. A.H.M. Verkooijen Ir. H. Boonstra

WB5431-03 Life Cycle Engineering

BK TBM

Eva d e Vr i es

LR 3ME

LR

Prof.dr. W.J. Ockels Prof. J. Sinke

AE4-T39 Sustainable Mobility and Vehicle Design

EWI

Dr. ir. C. Paap Prof. dr. ir. F.W. Jansen Prof. dr. ir. A.W. Heemink Prof.ir. L. van der Sluis Dr.ir. G.C. Paap

ET4149 Solar Cells 18

go explore - go explore - go explore


TU Delft TBM

Dr.ir. G.P.J. Dijkema Dr.ir. K.F. Mulder Ir. G. de Werk Prof. dr. ir. W.A.H. Thissen Prof. mr. dr. E.F. ten Heuvelhof

BK6S010 Research & Design for Sustainable Development: Integraal Ontwerp/ Ontwikkelingsplan SPM9506 Fuel Cells WM0802 t/m 6 TU Project Safety Science SPM9750 Environmental Sustainability in the Built Environment EPA1431 Cross-cultural Management WM0321TU Milieufilosofie WM0615TU Milieu economie WM0771TU Technisch Milieurecht WM0801TU Introduction to Safety Science WM0903TU Technologie en mondiale ontwikkeling WM0904TU Special topics in sustainable technology development, Technology assessment or global development WM0909TU Technology Assessment: Technology, Society, Sustainability WM0630SET System Innovation and Strategic Niche Management SPM4353 Design of systems for integrated water TB351 Watersystemen en integraal waterbeheer TB353 Integratieperspectieven op ontwerp en operatie van energieconversie en industriĂŤle systemen SPM9401 Design and control of transport systems TB9421 Risk management TB9532 Integrated Process Management TB9534 Technology and economy of future energy systems

CiTG

Prof. dr. W.K. Korthals Altes Prof. dr. ir. K. van Breugel Prof.dr. S.M. Luthi Prof.dr.ir. R.J. Arts Prof.dr.ir. R.J. Arts Prof. dr. W.K. Korthals Altes Prof. dr. ir. K. van Breugel Dr.ir. A.L.A. Fraaij Dr.ir. M.W. Ertsen Prof.dr. S.M. Luthi

CT1310 Hydrologie CT3420 Sanitairy Engineering CT4100 Materials and ecological engineering CT4450 Integrated Water Management CT5304 Waterpower Engineering CT3360 Subsurface Management CT5420 Public Hygiene and Epidemiology CT5460 Ecology in Water Management CT5531 Waste Water Treatment 2 CT5560 Civil Engineering in Developing Countries CT5721 Environmental Impact Assessment (Condensed Version) CT5720 Environmental Impact Assessment EMEC-D/RE-06 Recycling

TNW

Prof.dr.ir. C.R. Kleijn Prof. dr. ir. M.C.M. van Loosdrecht Dr.ir. G. Korevaar Prof.dr.ir. A.W. Heemink

CH3311 Green Chemistry and Sustainable Molecular Science & Technology IE3301 Sustainable Processes and Products IE3320 Introduction to Renewable Energy Systems IE3330 Sustainability in the Built Environment BE3141TU Environmental Biotechnology CH3311 Green Chemistry and Sustainable Molecular Science & Technology CH3321 Introduction to Industrial Ecology CH3331 Sustainable Technology 1 CH3341 Duurzame Technologie 2 AP3141 D Environmental Physics CH3321 Introduction to Industrial Ecology IE3330 Sustainability in the Built Environment St3241 Chemie van IndustriĂŤle Anorganische Producten

BK

Prof. dr. ir. C.A.J. Duijvestein Prof.ir. J.J.M. Cauberg Prof.dr.ir. T.M. de Jong

AR0530 Smart & BioClimatic Design BK6S010 Research & Design for Sustainable Development: Integraal Ontwerp/ Ontwikkelingsplan AR2U070 Grondgebied / Territory AR0091 Research & Design, EnvironMENTAL Design (TiDO) AR0102 Research & Design, workshop AR0112 Sun, Wind, Water Calculations AR0190 Sustainable urban development / Stedelijke Duurzaamheid (TiDO) AR0530 Smart & bioclimatic design AR0891 Smart Architecture BK6S010 Research & Design for Sustainable Development: Integraal Ontwerp/ Ontwikkelingsplan AR2U010 Social Developments AR2U050 Atlas of the Rhineland: Spatial Patterns & Transformations AR0080 Research & Design for Sustainable Development: Sustainable Development Programme (TiDO) AR0891 Smart Architecture

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

19


Luisteraars van Sky Radio konden afgelopen zomer op de skyradio website een tip achterlaten voor een duurzamere wereld. De allerbeste tip leverde een unieke prijs op: een reis naar het stukje meest ongerepte natuur ter wereld;

De winnares is geworden: Lisanne Dölle. Lisanne studeert Industrieel Ontwerpen en is erg actief op het gebied van duurzaamheid. Zij is de terechte winnaar omdat ze de enige is die probeert veel meer mensen te beinvloeden aan de hand van concrete activiteiten binnen haar eigen invloedssfeer. Lisanne: “Als je ‘s avonds over de TU campus fietst, valt het je op dat er in veel verschillende faculteiten nog lichten branden. Als je vervolgens van je fiets stapt om even naar binnen te kijken, zie je dat ook de computers de hele nacht aan blijven staan! Dit moest veranderen vond ik en daarom heb ik een duurzaamheidscommissie opgericht op de universiteit.” “Het doel dat ik graag wilde bereiken met deze commissie is de TU Delft een duidelijke voorbeeldrol te laten vervullen op het gebied van duurzaamheid. Practice what you preach is onze boodschap aan de TU en we helpen graag zelf een handje mee om onze universiteit de meest duurzame van Nederland te maken.” Go explore - Go explore - Go explore


De duurzaamheidscommissie is ondertussen onder gebracht bij Osiris. “Het is fijn dat iemand binnen Osiris het voorvoor zittersschap heeft overgenomen, zodat deze commissie wordt voortgezet, want er is nog genoeg te doen!� Op 15 februari zijn Lisanne en haar vriend Remco vertrokken naar Antarctica. Het verslag van hun avonturen vindt je op:

www.osiris.tudelft.nl www.osiris.tudelft.nl


T im La m ba l la i s

D uur za m e ma st ers Klaar of bijna klaar met je bachelor… dan wordt het nu tijd om een master te kiezen. Heb je er wel eens aan gedacht om te gaan voor een duurzame master? Osiris heeft er twee die op de TU worden aangeboden voor je uitgelicht! Industrial Ecology

erolpxe og

go explore

People, planet and profit. Dat is de slogan van de duurzame master Industrial Ecology, waar meerdere disciplines elkaar ontmoeten om de oplossingen voor morgen te vinden. Techniek, natuurwetenschappen en sociale wetenschappen komen samen in een programma waarbinnen het draait om de impact die producten hebben op het milieu. De studenten worden getraind in analyse, methodologie, het ontwerpen en het implementeren van sociale activiteiten, waarbij de impact op het milieu zo klein mogelijk gehouden dient te worden. Voor meer informatie, mail naar industrialecology@tudelft.nl

it

n in complexite

te denke Vermogen om

idee van maar een vaag en lle a ik d ha , kwam stap na mijn ar Nederland e een logische m ek le “Voordat ik na et H s. a happelijk. ology (IE) w ar ook wetensc a m f, tie ea wat Industrial Ec cr is t vond ik trial design; he ten van IE zag, ep nc co en ën bachelor indus ent idee /nano-tec h, ag l begon en de io a b a , ry nm ic ee im m ik io b en de To ry, ooft veel voor omplexity theo el C b ir. en na e tio lin p lu ci vo is het re mende d gaan met g; IE is een opko er waarin wij om ni a m e d based modelin om t proeft de potentie ardevolle dat he he a w et H st . st ee m om et ek H to eren. complexiteit, kelijk te verand om te denken in en og de wereld wer rm ve t he ppen daarin te den heeft is ende wetensc ha ill ch rs gramma te bie u ve e d een genuamiek, en om rzaamheid op uu d e w en systemen en dyn e nn ku het militair zij deze studie bouwen, zonder er d on betrekken. Dank ijk el p p ken zal de er wetensc ha et systeem-den H t. m ko anceerde mani op l a g. Wat de lisme dat over me ontwikkelin a rz uu d e ig eco-fundamenta st een PhD zijn voor toekom ft studeren om es lij cc b su je t d to tij l n te ee eu sl ik nog ft, ik denk dat toekomst betre halen.” of een MBA te trial Ecology r, student Indus se a Fr w he tt a M

22

go explore - go explore - go explore


Sustainable Energy Technology (SET) Duurzame energie is volop in ontwikkeling. Er moet nog veel gebeuren voordat de economie volledig op duurzame energie kan draaien en om dat te laten gebeuren zijn duurzame ingenieurs van groot belang. Bij SET krijgen studenten de kans om energietechnoloog te worden met brede kennis en vaardigheden om deze duurzame ontwikkeling te ondersteunen. SET is een 3TU opleiding waar studenten van bijna alle faculteiten zich voor kunnen inschrijven. Door de 3TU samenwerking van Delft, Eindhoven en Twente kan de student gebruik maken van alle voordelen en specialisaties die de universiteiten te bieden hebben.Tijdens de master plaats je duurzame energiebronnen, zoals als wind-, zonne- en biomassaenerige, binnen een kritische maatschappelijke en politieke context. Maar ook sociale, economische, ethische en omgevingsaspecten komen aan de orde. Het SET programma heeft veel te bieden voor de geïnteresseerde student! Voor meer informatie, mail J.Zoetelief@tudelft.nl

Iedereen als w

innaar

“Een van de mee st interessante projecten waar hebben, was he we aan gewer t project voor Sm kt art Energy Prod dracht was het ucts. De opuitvinden, het cr eëren van een toeristenbranc he product, dat de en met name ho tels kan helpen zame manier en op een duurergie te bespa ren. Als oplossin aangedragen g hebben wij “An Integrated Wireless System the Tourism Ma incorporating in rket & Promotin to g Sustainable D tentials & Requi evelopment Po rements”. Oftew el een systeem controle heeft ov dat bij een hote er het verbruik l van water, gas zodat het verb en elektriciteit, ruik kan worden gereduceerd. D ten zijn allema raadloze appa al met elkaar ve rarbonden en gev aan een comput en de data doo er die hen alle r maal controleer aan de oplossin t. Het innovatie g is dat de kla ve nt, die voor ee kan bepalen ho n week komt, zelf e zuinig hij omg aat met water alle lic hten aan, en energie. Alti lang douchen, jd hi j ziet het verbru daardoor mee ik en wordt zich r bewust van ho e duurzaam zijn hoteleigenaar gedrag is. Ook krijgt een over de zicht van het ve het om draait. rb ruik en dit is wa Door dit overzi a r ch t za zamer gaan ged l de hoteleigen aar zich duurragen om meer winst te behale klant zou dan b n. Een zuinige ijvoorbeeld kort ing kunnen krijg 40 procent ener en . Zo kan er wel gie bespaard worden. Zowel als milieu zijn hi klant, hoteleigen erbij dus winaa aar rs.” George Krintir as, student Sust ainable Energy Technology

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

23


MINOR SUSTAINABLE DESIGN

BY THE FACULTY OF INDUSTRIAL DESIGN

A minor for optimists who believe that human ingenuity can solve most environmental problems This minor gives an overview of available tools, methods and strategies for the development and marketing of sustainable innovations. Based on the triple-i approach: Inspiration, Information and Innovation. THE COURSES: INSPIRATIONS FOR SUSTAINABLE DESIGN AND BUSINESS (7,5 ects). Practical, inspiring approaches to sustainable design and business. We will explore popular concepts such as Cradle to Cradle, biomimicry and Base of the Pyramid. With a guest lecture series. THE SCIENCE OF SUSTAINABLE DESIGN (7,5 ects). State of the art information on sustainable design methods and tools and environmental technologies. TWO EXPLORE LABS (2 x 7,5 ects). Design and development of prototypes, models and/or business plans for sustainable innovations. START 1 SEPTEMBER 2008, 30 ECTS. Sign up at: www.minors.tudelft.nl - Details at: www.minorsustainabledesign.nl - More information: minorsd-io@tudelft.nl INSPIRATION, INFORMATION AND INNOVATION: PROJECT R128: A zero emission house by architect and engineer Werner Sobek. The house features triple glazing, heat accumulation in the ground underneath and a solar cell rooftop. AIRQUARIUM BY AXEL THALLEMER, FESTO: A light and efficient structure, the airquarium looks like a huge drop of water. This inflatable building is 32 meters in diameter and 8 meters high. The translucent roof is made of a glass fibre reinforced rubber. XO LAPTOP: The mission of the One Laptop per Child association is to develop a lowcost laptop—the XO Laptop—to revolutionize how we educate the world’s children. The XO can be hand charged via a crank, pedal or pull-cord— or recharged by a directly connected solar panel. NON STOP SHOES BY EMILI PADRÓS: The Non Stop Shoes can be charged during the day: the more the individual walks, the more energy they store. Once at home, the energy can be used to power different household items (model).


Vanaf september 2008 zullen op verschillende faculteiten minoren worden aangeboden om verbreding of diepgang voor de studenten mogelijk te maken. Wij spraken met Conny Bakker, één van de oprichters van de minor Sustainable Design op de faculteit industrieel ontwerpen. Enkele weken geleden stonden er in de kranten artikelen over de vraag naar duurzaamheids expertise op de arbeidsmarkt. “De arbeidsmarkt vraagt om mensen die iets willen en al iets kunnen met duurzame ontwikkeling. Na deze minor kunnen de studenten zich zeker een expert noemen op het gebied van duurzame ontwikkeling.” De eisen die gesteld worden aan duurzame ontwikkeling kun je niet alleen zien als beperkend, maar ze dagen ook uit tot creativiteit. Binnen het bedrijfsleven wordt dit steeds verder opgepikt als new business, een nieuwe duurzame richting. “Ik merk in mijn omgeving heel sterk dat mensen het óf als heel positief zien, óf als restrictief, beperkend in hun vrijheid. In deze minor zal het op een optimistische manier worden neergezet, want juist daar ligt de uitdaging.” Sommige studenten verwachten een oplossing, een vast lijstje met dingen die je moet doen. “Sustainability is een houding, een attitude. Je bedenkt een product, tot en met het afdanken. Een geheel nieuw product concept!” Om aan te sluiten op het onderwijs op Industrieel Ontwerpen zal de minor de drie thema’s aanpakken die binnen IO centraal staan; mobility, health en living. “De thema’s haken in op het dagelijks leven van de studenten, waardoor de aanpak niet vanuit de industrie en technologie komt, maar gestuurd wordt door het dagelijkse leven van de mensen. Dat is het startpunt en vandaar uit kun je met innovatieve ideeën komen.” De structuur van de minor is opgebouwd vanuit de Triple I gedachte; Inspiratie, Informatie en Innovatie. Het inspiratievak is gebaseerd op bestaande theorieën en visies. “Er zijn heel veel design georiënteerde visies opgekomen de afgelopen jaren, zoals cradle to cradle, lightness en smart architecture.” Tijdens de colleges worden deze visies behandeld met behulp van voorbeelden. Het Informatievak is meer gericht op

kennisoverdracht: basiskennis, milieukennis, materialenkennis, etc. Veel inspirerende lessen waar de studenten ruimte krijgen om van elkaar te leren. “Het is ontzettend belangrijk dat de disciplines worden gekoppeld om duurzaamheid te bereiken. In de praktijk is dit ook heel belangrijk, alleen het samenwerken zal al een uitdaging op zich kunnen zijn.” Tenslotte zijn er twee ontwerpvakken die de innovatie binnen de minor belichten. Waarbij de eerste voornamelijk is gericht op de analyse van producten; leren waar de milieupijn zit en hoe een nieuw product op de markt wordt gezet. “De studenten leren om als een bedrijf te denken. Directeuren en managers vertellen vanuit hun benadering wat zij tegen komen in de praktijk.” Het tweede ontwerpvak is gericht op een groot ontwerpproject binnen één van de thema’s. ”Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan het ontwikkelen van een alternatief mobiliteit concept. Dit kan dicht bij de bestaande werkelijkheid gehouden worden, maar er mag ook gekeken worden naar grotere uitdagingen.” Het kan naar heel veel kanten gaan maar uiteindelijk draait het om productontwikkeling en het proces. Het gaat erom dat de studenten iets leren en dit in de praktijk kunnen brengen. Er is een mogelijkheid dat niet alle studenten die zich inschrijven voor deze minor ontwerpers zijn, vandaar dat er twee lijnen in de ontwerpvakken zitten. “Ik wil die twee lijnen zoveel mogelijk naast elkaar hebben lopen zodat mensen de ontwerp- of businesskant op kunnen binnen het project. Bij het ontwerpen gaat het om het verbeteren van een product op een duurzame manier en dit kunnen we vanuit de verschillende disciplines versterken.” Voor meer informatie over deze minor zie: www.minorsustainabledesign.nl

N i ek St ukje

Sustainable Design

Conny Bakker studeerde in 1989 af op de faculteit Industrieel Ontwerpen. Dit was precies het jaar dat voor het eerst in de krant berichten verschenen over het gat in de ozonlaag en het bestaan van het broeikaseffect. Op dat moment besefte ze dat hier in haar hele studietijd geen aandacht aan was besteedt. Maar door deze berichten raakte ze geïnspireerd en organiseerde een aantal goed bezochte lezingen. “Dit liet duidelijk zien dat het onderwerp in die tijd zeker al leefde.” Na haar afstuderen deed Conny Bakker promotie bij TNO op het gebied van milieu informatie voor ontwerpers en richtte O2, vereniging van milieubewuste ontwerpers, op.

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

25


:

The Best Ideas for a Sustainable ti ngised

design it

Tomorrow

26

design it - design it - design it


Sustainability is often a difficult concept to grasp, espe especially when it is outlined in broad principles. It is often necessary to create and understanding of the notion of ‘sustainability’ as a discipline in its own right and to increincre ase awareness, not only amongst a public audience but even within the engineering and scientific community. This is precisely what competitions and prizes attempt to do. Prizes confer recognition on individuals already busy in the field of sustainability while competitions bring enthuenthu siasts together in order to take up a seemingly impossible challenge and solve the problem in a way that is supe superior to fellow participants. TU Delft students have shown that they are up to the challenge to create a sustainable tomorrow as seen from the outstanding achievements of 2007. www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

27


A m bi ka Sa m ba siva n ti ngised

design it

The most talked about recognition for the UniUni versity has been winning the World Solar ChalChal lenge. This event is held every two years with teams competing from more than 30 councoun tries, racing down Stuart Highway that cuts right across Australia. The solar cars compete under extreme weather conditions, having to navigate between other traffic on the road – the notorious road trains, as well as crossing kangaroos and other obstacles. The Nuon Solar Team was under considerable pressure to defend their title, an honour they have won the past three times. Their entry for 2007 was the pearl white Nuna4, weighing in at hardly 200 kilograms. In order to comply with stricter guidelines this year, Nuna4 underwent something of an extreme makeover compared to its predecessors bringing down its energy consumption at par with that of a vacuum cleaner. Nuna4 was designed by a group of eleven stustu dents from TU Delft, whose diversity in terms of educational and cultural background can be seen as their strongest feature. The students hope to use the solar car to demonstrate the broad range of solar energy applications.

bled persons to earn a living while being mobile. The end product, a wheelchair combined with point-of-purchase facilities, won the Toon van Tuijl Design Prize. The Toon van Tuijl Design Prize was inaugurated in 2007 during the Dutch Design Prizes Exhibition, and is aimed specially at products that have an impact on the socio-economic circumstances of people in developing countries. A key component of envisioning a sustainable future is to develop equitable solutions for the less developed and resource scarce regions of the world. The DEMO prize, awarded by TU Delft, contributes to education and research at the University by developing, constructing and maintaining unique experimental set-ups, prototypes and instruments. The 2007 prize was given to Evgenia Rabinovitch for the project, ‘Drink from the wind’ (‘Het drinken van de wind’’). The aim of the project is to design – on a small scale – a sustainable and robust solution for the problem of the lack of potable water in developing countries. A project feasibility study was used to investigate the potential for combining small-scaled reverse osmosis installations and wind energy to desalinate ocean water at a capacity of 5 cubic metres per day. Industrial processes have been constantly upgraded and improved by research in the light of increased awareness of sustainability issues. Dr Maaike Kroon won the first prize in the DSM Science & Technology Awards (North) 2007, for her PhD thesis entitled ‘Combined reactions and separations using ionic liquids and carbon dioxide’. Dr Kroon has succeeded in developing a novel, widely applicable process set-up that makes it possible to produce fine chemicals and pharmaceuticals in an economically attractive and environmentally benign way, with less waste generation and lower energy consumption. The Dow Energy Prize has been an initiative of Dow Benelux since 1985 and has been awarded to particularly deserving individuals for

While the Nuna4 draws up a vision of mobility in the future, even today, a significant numnum ber of people have difficulties moving from one place to another. High-Spot was a project executed in Ghana by a team of students from Industrial Design Engineering to enable disadisa

28

design it - design it - design it


the promotion of sustainable development in the process industry. Last year, its sister prize, the Dow Dissertation Prize has been given to a TU Delft alumnus, Dr.ir. Pepijn Pronk for his work on sustainable cooling technology. He works at present at the research and development department at Corus. Urban planners and architects have traditionally been pioneers in incorporating sustainable thinking into their work. Max Rink shared the 2007 Archiprix award for his project, ‘Maja Turg: a market for Tallinn’. The project concentrated on a zone of the old town centre of Tallin in Estonia, where the forces of commercialization and neglect threaten its current existence. Max Rink envisioned the market becoming a concentration of urban activity, as a place where local culture flourishes – in short, the antithesis of a shopping mall. Graduating students, Francisco Adão da Fonseca and Francesco Marullo received special mention at the awards ceremony.

emissions and adapting to changing urban needs. The duo have been invited to present their project at the WorldExpo 2010 in Shangai and the UNESCO exhibition in Paris in 2008. To round off the impressive display of prizes won by TU Delft students and alumni are Industrial designers Thomas van den Groenendaal and Yoeri Nagtegaal who have recently won the Young Business Award 2007 for their design, Evening Breeze, an air-conditioned canopy bed that not only saves energy, but also provides superior comfort. From Civil Engineering to Industrial Design, students at this University have proven time and again that young and ambitious people can make a substantial contribution towards technological innovation and a sustainable future. When a dash of competitive spirit added to the equation, TU Delft student have shown that they have the creativity, technical competence and resilience to be winners.

De Klimaatshow is a television program hosted on Nederland 2. The show allows young professionals to display their plans for a safe and sustainable Netherlands in 2050. Alumni Rutger de Graaf and Bart van Bueren from Civil Engineering at the TU Delft were adjudged winners of the very first Klimaatshow. They designed a floating city that aimed at pushing back CO2

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

29


Xa n d er C o r n el i s Xavi er Sa n G io r g i Wo r a p o n g Ma n upi pat p o n g

Architecture and Modernity - DWELLING

ti ngised

design it

Living + GARDEN At the Masters of Architecture at the TU-Delft, Architecture and Modernity is the specialization which questions, investigates and reinvents the development of the human habitat in rela relation to the complex and changing demands of modern living. Living + is one of the studios within this specialization. In this studio dwellings are redesigned to incorporate and facilitate innovative living concepts. The + stands for the combination of living with a second theme such as work, noise, leisure, parking, sports etc. In Fedwelbruary 2007 we began developing a new way to organize our dwel ling (concept) which evolved from the combination Living + Garden.

30

design it - design it - design it


Hortus aquam purgat: the concept: During our investigation we found that in contemporary society, the garden is primarily used as an outdoor or surrounding decorative element of our living. However, historically the garden (nature) was an intrinsic part of the human dwelling and vice versa. It provided man with life: fruits, shelter, burning wood and so on. When humanity started to manage its life (needs) by organizing nature, it thus started to destroy nature and the direct relation between them. In our project we envisioned a reestablishment of the collaboration between the dwelling and the ‘garden’ (nature) where both work together and profit from each other.

Concept diagram

During our research we focused on water as the “profitable” link between dwelling and garden (nature). We became fascinated by the fact that both need water for their survival but in a different and complementary way. Humans need clean water for drinking, showering, food preparation etc., its use producing grey and black water, unsuitable for the human being. By contrast, the garden (nature) is naturally part of an ecosystem which to a certain extent must extract its building blocks from “contaminated” water and, by doing so, filters it to clean ‘drinkable’ water. The above mentioned collaboration may be possible in real nature but is the principle also applicable within our gardens? The Canadian biologist ‘John Todd’ developed a technology called ‘Living Machine™’ that mimics a natural water cleaning process in a time span of only five days. The technology incorporates helpful bacteria, fungi, plants, snails, clams, and fish that thrive by breaking down and digesting the organic pollutants in the water. This clean, simple approach efficiently transforms waste water and sewage into water, clean enough to be recycled for reuse. In the Emmen Zoo they make use of such a machine. With our team we organized a fieldtrip to see how the water from the water animal basins and public toilets is filte-

Cleaning process diagram

red and being reused again. The technology consists of several successive steps which roughly can be divided in three main stages. First we have the ‘separation stage’ where the bigger biomass is separated from the flow and the odor of the water is neutralized. After this the ‘basic treatment’ occurs, where plants, fungi, fish etc. take care of the finer cleaning process, filtering the water up to tertiary usage. By adding an extra ‘polishing step’ using reed beds, coal filters and UV filters we can achieve drinkable standards. The cleaning water process shaped and defined almost every aspect of the architecture of our building and of the individual dwellings. So we can speak of process architecture. Each stage has its own prescriptions and requirements and we sought for the most logical position for the respective functions within or outside of the building. The ‘separation stage’, where all the sewage is collected (quite a lot), doesn’t need light and it functions at its best with higher temperatures. From a functional (earth insulation) and constructional (amount of weight) point of view the most logical location to place this stage is in the basement where the construction is merged with the foundations of the building, thus collaborating on this level too. From this stage the dirty water is pumped up by screws on the outside of the building into the second stage. The ‘basic treatment stage’ plays a very important role in both cleaning as well as in visualizing the process which is taking place. Plants need a lot of light to function at their best; placing them in the west, south and east façade will make them catch as much light as possible and at the same time show

1. Emmen Zoo, Emmen 2. Smugglers resort, Vermond

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

31


Xa n d er C o r n el i s Xavi er Sa n G io r g i Wo r a p o n g Ma n upi pat p o n g Interior Dwelling type 1 of 4

form triangles together with the piping and floor slabs and thus stabilize and fix the construction.

the

ti ngised

design it

Facade - construction

cleaning process to the outside world. Because in winter plants go to sleep, it is necessary to position them in a greenhouse; in our building a double façade, catching the heat of the sun during winter. This functions as insulation and in summer, acting as a heat buffer between outside and inside. The outer façade of glass is structurally carried and stabilized by gutters which guide the water along the plants which rest in them and the pipes which bring the diluted water (see stage 3) into the dwellings. The gutters, which are inclined to let the water flow naturally by gravity pull,

To be certain that the water, after disinfection, doesn’t get infected again, we have placed the ‘polishing step’ inside the individual dwellings. Coal filters and UV filters are located at each point where water is being extracted. So the water is disinfected as you turn on the tap. As the stream of water comes into the dwelling it both holds the reed beds as organizes the dwellings plan. The wet functions are plugged in this stream and in itself it also forms an architectural element which can be used as a physical or visual obstacle/ instrument. Water which isn’t used will flow out of the dwelling on the inside or north side of the building where it dilutes the water which flows out of the basic treatment and then falls down in the dilutation pond after which it is filtered and pumped up by pipes back into stage 3. This dilutation step is essential for bringing water to a cleaner and higher standard before it is filtered and pumped up into the polishing stage. The water which is used will go back straight to the separation stage.

Plan dwelling type 2 of 4

32

design it - design it - design it

Plan dwelling type 2 of 4


As the process is continued and repeated over and over again, new water has to be added. One reason is that some water vaporizes and is being used by the garden plants during the whole cleaning process. A second reason is that, after having filtered the same water many times within a closed system, it could cause certain allergic reactions to some people or eventually become contaminated. These requirements are reflected in the location of the building at the border of the Amsterdam Ij, a waterway across the central railway station in Amsterdam. At that location we can provide the system with fresh water from the river when there is no or not enough rainfall which is collected in the dillutation pond Fascinating is to see that only one percent of the planet’s water is drinkable. With population growth and increased pollution, water is becoming more scarce every day. Our Living + concept deals with this in a direct way. By closing the gap between the polluter and the pollution it makes one more aware of the impact of one’s life style. It also not only cleans the residents’ waste water but, because it is not a closed system and input from other water sources is needed, it also cleans the water in its direct surroundings.

Furthermore, the building has the capacity to clean water of many more dwellings, and will thrive on the added nutrients. When we look to the future we can imagine a role for buildings such as this becoming an integral and functional part of the neighborhood by providing such services as the treatment of wastewater. In the Studio Living + we picked the garden as an approach to reinvent the way we live and how dwellings are organized within the context of these two elements. Our aim was to put the garden on a higher plane; looking for an application of the garden that is more than just a space next to our house where you can sit in the summertime. We found that the garden can be conceived as a water filtering system. Through the different stages and sections in the cleaning process, the garden has the ability to filter waste water and bring it back to the level of drinking water. Also technically it proved feasible that the respective stages and functions can be designed as a cleaning living machine, which can be integrated in the surroundings of the building, within the building and in the individual dwellings, thus organizing and shaping our living.

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

33


A nta l va n Ko l c k El i n e va n B eest Pa ul va n d er B o o r.

Exp edi t io n Susta i na b l e Si er r a L eo n e

ti ngised

design it

“What kind of person is a person that does not make the world better?” Perhaps a somewhat idealistic statement, but it makes a lot more sense when you face the facts of Sierra Leone, being a world on its own. It is a country twice the size of the Netherlands with a rich and large variety of nature and ecosystems. As rich as the nature in the green country as poorly developed are the people. Whereas the Netherlands take the 10th place on the Human Development Sierra Leone takes the 177th and last place.

Last summer, we - 4 students from the TU Delft - visited Sierra Leone on a trip sponsored by YACHT and our destination was the small village of Yele, which lies in the heart of the country. On our arrival we discovered the vast amount of natural resources: the green landscape covered with palm trees, lots of clear blue rivers and colorful tropical fruits. Amid this richness of natural resources, in this paradise-like environment, lies a window of opportunities for sustainable development. These opportunities lie in the enormous potential for social and economic development of the region by sharing the small amount of additional technological know-

how needed to deploy the available resources. The goal of our visit was to bring our engineering skills to Sierra Leone and find out how the resources in the country could be used for sustainable development. At the time of our arrival, the Dutch-based Lion Heart Foundation was already well on the way with a project called “Best of Both Worlds”. The aim of this

project is to boost the local palm oil industry by building an oil mill to increase the efficiency of the palm oil production process (compared to existing methods). Ultimately the palm-oil mill is used to generate financial resources to support a hospital fifty kilometers from Yele. Our

34

design it - design it - design it


mission was to provide this mill with energy. There is a variety of ways to produce power sustainable. We could look at wind turbines, solar cells, biomass, geothermal power, etcetera. However, the natural resources that are so abundant in Sierra Leone, pointed to a solution that has been used for thousands of years and is much less revolutionary from a technological point of view: hydropower. The Teye river flows right through Yele, the village where the palm oil mill will be built. The water that flows through the Teye varies greatly due to the yearly alternation between the dry season and the rainy season. Our task was to investigate the possibilities of the Teye to provide power for the palm oil mill and energy for the people in the village, and perhaps also for additional facilities such as a water purification plant, street lights, small industries,

etc. The mission was a big challenge; we were 4 students with a different background, studying applied physics, industrial design and aerospace engineering. To give you an idea, below is a part of the July 28th 2007 entry of our weblog : At the time of writing, work on the hydropower plant has made a lot of progress. We have gotten into some adventures such as arranging a boat to do measurements on the river. Prepared with a laptop (water-protected with plastic) we arrived at the river side where two determined rowers invited us to get into their hollow tree called ‘boat’. The ‘paddles’ were (‘used to be’ is niet wat hier bedoel te zeggen) shovels and stop-signs! Eventually everything turned out right and our GPS computer measured our movements on the river and the differences in height of the water. In the meantime, we have also had two dinners with the local people of Yele where we took the opportunity to listen to their ideas and suggestions about the hydro electric power plant. Another bright moment in these rainy days was our walk through Yele during which we had to create a detailed map including all electricity poles

in the village. The enthusiasm of the people running out of their houses to meet us while shouting “Opoto, opoto” (“White man, white man”) was heartwarming. It is evident that the project entailed not just the engineering aspects of the project but also the experience of being in a world so far from our own. We learned many things from the expedition; first of all that most of the ingredients for sustainable development are present in Sierra Leone and all they need is a cook. For example the Teye river is not the only river in the country. In fact Sierra Leone is traversed by countless rivers and streams that flow through the country like arteries, each of which is an untapped energy source. Secondly, we have learned that we could really make the world a better place and not stick to ideological dreaming, especially in developing regions where natural resources are abundant. Coming from the Netherlands, where we use 6500 kWh per year per person, it is not hard to deploy the potential of Sierra Leone realizing that an average Sierra Leonean consumes 37 kWh per year, a staggering 175 times less. It is for these reasons that we have chosen to continue our project after the initial research phase and realize the hydroelectric power plant in Yele. We hope that it will serve as a blue print for the rest of the country.

sustsierraleone@gmail.com www.expeditionsierraleone.com

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

35


Energie-efficiĂŤntie en duurzaamheid in gebouw en omgeving

dlrow eht otni

into the world

Meewerken aan vraagstukken die er toe doen. Die bovendien bepalend

38

zijn voor de toekomst. Opgaven zoals adaptatie aan klimaatverandering, energietransitie, CO2neutrale steden en gebouwgebonden energiebeleid. Daar dragen wij als adviseurs van BuildDesk aan bij. Samen met onze klanten werken wij aan energie-efficiĂŤntie

en duurzaamheid in gebouw en omgeving door het verbinden van kennis, ervaring en mensen. Benieuwd geraakt? Kijk op www.builddesk.nl of neem direct contact op met mevrouw Thea Schoonbrood.

into the world - into the world - into the world


BuildDesk Interviews Hanneke Manders Ik ben in 2005 afgestudeerd in de richting stedenbouw aan de faculteit Bouwkunde. Tijdens mijn studie interesseerde ik mij al voor duurzaamheid en heb dan ook hieraan gerelateerde vakken gevolgd, zoals de TiDO Bootweek. Eind 2006 ben ik bij BOOM-Duijvestein gaan werken, wat nu BuildDesk heet. Dat kende ik via Kees Duijvestein, professor duurzaam bouwen op Bouwkunde en oprichter van het bureau. Als stedenbouwkundige heb je een brede opleiding, en bij BuildDesk wordt ik dan ook breed ingezet. Ik voer projecten uit op ruimtelijk gebied, maar ook beleidsmatige projecten. Zoals CO2-neutrale steden, een project waarbij we voor Heerhugowaard, Apeldoorn en Tilburg hebben gekeken wat ze moeten doen om CO2-neutraal te worden. Als ingenieur ben je getraind om analytisch te denken. Dit vermogen kunnen we overal inzetten. Binnen het bedrijf zijn veel verschillende disciplines aanwezig, zoals biologen en communicatie-experts, maar ook stedenbouwkundigen of werktuigbouwkundigen. De verschillende disciplines vullen elkaar goed aan, de Delftse ingenieurs spelen hier zeker ook een belangrijke rol in. Ik heb bewust voor BuildDesk gekozen. Ik vind het erg belangrijk dat er meer aandacht komt voor duurzaamheid en ik wil daar mijn steentje aan bijdragen. Veel mensen hebben nog steeds een beeld van ‘geitenwollensokken’. Maar vaak is aan een gebouw niet eens te zien dat het duurzaam gebouwd is. Ik zie het als een uitdaging om mensen de kansen van duurzaamheid in te laten zien en ze te ondersteunen bij de uitvoering hiervan.

Johan Gijsman Van 1988 tot 1994 heb ik aan de faculteit Civiele Techniek gestudeerd, met als afstudeerrichting Utiliteitsbouw. Mijn loopbaan ben ik, zoals zoveel ‘Delftenaren’, begonnen in een technische omgeving. Al vrij snel na de start van mijn loopbaan ben ik in managementfuncties terechtgekomen: in eerste instantie als projectmanager. Op dit moment ben ik algemeen directeur van BuildDesk Benelux. En dat bevalt me uitstekend: BuildDesk is een team van fantastische mensen: inspirerend, met veel kennis en competenties, én met een kritische blik. Eerlijk gezegd gebruik ik nog maar een zeer klein deel van vakken die ik in Delft heb gevolgd. Maar veel belangrijker is dat je in je studententijd voor het eerst volledig verantwoordelijk was voor je eigen doen en laten. Niemand heeft zoveel vrijheid als een student. En dan komt het toch aan op de balans: genieten, leren, en doelen realiseren. Daarnaast heb ik nog dagelijks profijt van het analyserend vermogen. Veel dingen kun je snel doorzien, ook al is de informatie niet compleet of erg complex. Ik was reeds werkzaam bij een multinational die doorhad dat de markt voor energie-efficiëntie en duurzaamheid zich erg snel ontwikkeld. Het oude imago van de ‘geitenwollen sok’ wordt in rap tempo achtergelaten, en er zijn geweldige mogelijkheden in deze markt. En dat vind ik uitermate spannend: hoe kunnen we werken aan een wereld waarin onze welvaart verbetert, zonder dat dit leidt tot schade aan onze planeet? Op een manier die ook bedrijfseconomisch interessant is. Wat mij betreft ‘the best of both worlds’. www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

39


Da n i el l e va n d er En d e

Opiniestuk

M i s b r ui k i s g een a r g um ent t eg en jui st g e b r ui k

dlrow eht otni

into the world

De romeinen zeiden het al: Abusus non tollit usum, ofwel misbruik is geen argument tegen juist gebruik. Een wijze uitspraak die wij ons vandaag de dag ter harte zouden moeten nemen. Van alle kanten bereikt ons nieuws over smeltende ijskappen, hongersnoden en overstromingen. Reden? Een uitgeputte aarde vol broekasgassen. Oplossing? Een grote gedragsverandering voor alle 6,5 miljard bewoners.

Onlangs ging Marianne Thieme wereldwijd met haar boodschap in “Meat the Truth”: een vegetarier in een Hummer is beter voor de aarde dan een fietsende carnivoor. Een conclusie die door veel mensen niet al te hartelijk werd ontvangen: Nederlanders zijn geen grootverbruikers van vlees, toch ziet het merendeel nog steeds het liefst een vleesmaaltijd op zijn bord liggen – ook als dat vlees voor natte voeten zorgt op termijn. De vergelijking van Thieme, hoewel in uitstoot en verbruik nagerekend door grote instanties, gaat aan één ding voorbij: het begrip “noodzaak.” Voedsel is noodzakelijk voor ons bestaan, mobiliteit niet. Hoewel wij het zo ervaren, is het geen levensbehoefte ons sneller voort te bewegen dan 20, 25 km/h. Toch zijn we allemaal graag mobiel. Ook op andere zaken willen we weinig toegeven. Neem elektrische verlichting: onze opa’s en oma’s zijn de eerste generatie die ermee opgegroeide. Daarvoor redde de aarde het zonder. Zo ook internet, mobiele telefoons, de dagelijkse wake-up douche en zonvakanties aan costa’s, riviera’s en côte’s. Wees eerlijk: we zondigen allemaal als het op een duurzame, energiezuinige en uitstootvriendelijke samenleving aan komt. Onze grootste angst is dat we het met minder comfort moeten stellen! Terugkomend op “Meat the Truth”: het uitgangspunt is dat niemand duurzaam leeft. De ene zonde is alleen wat minder erg dan de ander. Als we genoeg positieve (ook wel “CO2 neutrale”) acties ondernemen, bereiken we heel misschien ooit het walhalla van ongelimiteerde consumptie zonder schuldgevoel.

Want we weten het liever niet: nog enkele decennia en de olie is op, Delftenaren gaan zwemmen en de Chinezen stikken in de smog omdat ze onze luxeproducten maken. Onze consumptie veranderen willen we niet. We zijn gelukkig, geluk wat we niet willen opgeven als we geen direct voordeel hebben. Sterker nog, nu de gletsjers smelten, de lucht verzadigd raakt met CO2, de Noordpool verdwijnt… Waarom dan niet nu genieten? Over dertig jaar is alles anders - we weten hoe we nu leven, en houden dat graag zo. Onze ogen echt sluiten kunnen we niet, dus passen we kleine dingen aan: veel gepresenteerde oplossingen voor onze problemen worden gevonden in minderen en compenseren. Een auto compenseer je door je op Valess te storten, vliegen door een boom te planten. Compensatie om het slechte gedrag iets beter te maken. Deze denkwijze bevalt ons wel. Hoewel we de problemen zien, grijpen we onze kans: nog even naar de costa’s, voordat malaria door zet. Nog even naar het regenwoud vliegen, voordat het gekapt is. Nog even snel op wintersport, voor het niet meer kan – als we maar genoeg compenseren moet het allemaal kunnen. Gedurende die wintersport merkten we het eerst de gevolgen van consumeren: De winter van 2006-2007 was een voorteken: skigebieden waren gesloten, de bergen met sneeuw werden mierenhopen van mensen op wit van slechte kwaliteit. Gelukkig viel er in december 2007 alleen al meer sneeuw dan in het hele voorgaande seizoen (het valt allemaal wel mee... hopen we). Toch, wie weet was dit wel de laatste keer.

Anders plant ik morgen wel een boom

40

into the world - into the world - into the world


met minimale CO2 emissie. Je bent beter bezig dan de slechtst mogelijke optie – dus waarom zou je erover denken de fiets te pakken? Het op de weegschaal leggen van milieu-onvriendelijkheid gedrag levert een situatie op waarbij mensen stoppen met verder kijken.

O o k i k b en een st r ui svo g el, i k sc h r i jf di t st uk o p een b esn ee uwd e F r a nse a l p - n i et ec h t m il i e u b e wust!

de weinige sporen van een nederlandse winter op oud afval

Laat ik ook maar meteen bekennen, ook ik ben een struisvogel en wellicht is dat wel de duidelijkste illustratie van mijn punt: De basis van dit stuk is geschreven op een Franse Alp. Weinig milieubewust, ik weet het. Zoals veel mensen weet ik dat aardig te vergoelijken. We zijn hier met drie auto’s voor vijftien mensen – minder comfortabel, wél zo zuinig mogelijk. Mijn koelkast en vriezer thuis zijn leeg en uit. In dat huis is geen gloeilamp te vinden, staat de kachel uit als ik er niet ben en ik eet

H et wa l ha l la va n o n g el im i t eer d e c o nsum p t i e b er ei ken we wel l ic h t o o i t a ls we ma a r C O 22 n e ut r a a l g en o eg z i jn. braaf maar drie dagen per week vlees. Dat ene weekje wintersport heb ik al voor vertrek gecompenseerd. Dus denk ik graag dat mij geen blaam treft. En anders plant ik morgen nog een boom. Compensatie is het credo. Compensatie voortkomend uit de aanname dat ieder mens uiteindelijk zondes begaat tegen onze planeet. Een aanname is echter geen wet. Zoals in het Engels zo mooi gezegd wordt: “assumptions are the mother of all fuck-ups”. De aanname gaat namelijk uit van het slechts mogelijke alternatief. Zolang we ons beter gedragen dan dat zijn we goed bezig. We vervangen onze oude ketel voor een met een hoog rendement – maar blijven stoken tot 21 graden. Als we heel goedwillend zijn, kiezen we voor 20 graden – een beetje kouder kan ook nog wel. Maar een dikke trui aan doen? Op het moment dat de buurman een SUV rijdt met een 6 liter V12, kun je jezelf op de borst kloppen met je 1.0 liter boodschappenwagentje

Een mooi voorbeeld hiervan zijn de energielabels die ooit zijn afgesproken voor huishoudelijke apparatuur, zoals Radar eind 2007 behandelde. Tien jaar geleden werd een gemiddeld apparaat als C-klasse gekozen. De consument bleek gevoelig voor dit energielabel. De fabrikant die het meest zuinige apparaat maakte, was gegarandeerd van klandizie. Vandaag is bijna elk apparaat de A-klasse binnengedrongen. Volgens onze standaard zijn ze “het minst slecht”dus waarom zou men nog door ontwikkelen? Datzelfde gevaar lopen wij, als consument én als ingenieur: zolang we maar beter leven dan voorheen, is het goed. Een zuinigere koelkast, een paar spaarlampen, een waterbesparende douche… Gelukkig dat mensen dit doen, maar het zou jammer zijn als het hierbij blijft. Die gezellige spaarlamp in de gang kan natuurlijk ook gewoon uit. Minder gezellig, wel beter. Elke ochtend douchen is stiekem helemaal niet nodig en zelfs beter voor de huid. De dagelijkse boodschappen doen met de auto, dat kan ook in één keer of op de fiets. Om terug te komen op de boodschap van Marianne Thieme: waarom wordt er niet gewoon gesteld dat vlees eten slecht is? Ja, het belangrijk een referentiekader te bieden aan het publiek, een tonnetje CO2 spreekt niet tot de verbeelding. Dat referentiekader zo inrichten dat de ene zonde compenseert, is niet de juiste boodschap. Een beetje minder is altijd goed, maar laat het niet leiden tot een verlaagd bewustzijn als het gaat om echte veranderingen van ons gedrag! huid. En dagelijks de boodschappen doen met de auto, dat kan ook in één keer of op de fiets. Om terug te komen op de boodschap van Ma¬rianne Thieme: waarom wordt er niet gewoon gesteld dat vlees eten slecht is? Natuurlijk is het belangrijk een referentiekader te bieden aan het publiek: termen als zoveel ton CO2 en zoveel procent verzuring van het grondwater zeggen weinig voor wie zich niet verdiept in duurzaamheid. Dat referentiekader zo in te richten dat de ene zonde de ander kan com¬penseren, is echter niet de juiste boodschap. Een beetje minder is altijd goed, maar laat het niet leiden tot een verlaagd bewustzijn als het gaat om echte veranderingen van ons gedrag!

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

41


Het Osiris Magazine thuis ontvangen? Dat ka n op via ! Geef je n aam e maga n ‘thuis z bezor ine@osiri adres geg gen m s e agazi .tudelft.nl o vens ne’. vv We vr agen je voor het d hiervoor ee ek n krijgt het O ken van d bijdrage va e s n thuis gestu iris magaz verzendko â‚Ź9,50 ur in st nooit meer d, zodat je e dan 3x en. Je een h oeft te zeker wee per jaar t dat misse je er n!

waar kennis werkt

voorkant

onderzoek|sustainability|fluid mechanics mechanical engineering|control engineering process control|thermodynamics|onderwijs cost analysis|nanotechnology|solid state physics|biomedical engineering| off-shore

werkervaring opdoen..?! systems&control|hybrid building|urbanism aerodynamics|petrochemicals|reaction TU Delft studenten |applied earth sciences kinetics|ecologie|ergonomics|technology risk analysis|sustainability|applied research Mekelweg 3 2628 CC Delft

Tel 015 2788786 Fax 015 2788696

Info@StuD.nl www.StuD.nl


Voor de verdere professionalisering en uitbreiding van ons bureau zijn wij op zoek naar een enthousiaste:

ONTWERPER ELEKTROTECHNIEK / WERKTUIGBOUWKUNDE De ontwerper ontwerpt in teamverband gecompliceerde technische installaties en werkt dit uit in schetsmatige tekeningen, technische omschrijvingen en bijbehorende kostenraming en/of begroting. Hij / zij geeft, in technische zin, leiding aan de tekenaars en beoordeelt en corrigeert waar nodig het door derden verrichte ontwerp-, teken- en begrotingswerk. De ontwerper ondersteunt intern maar ook extern de projectleiders en adviseurs.

ONTWERPER ENERGIE & MILIEU De ontwerper Energie & Milieu verricht studies en haalbaarheidsonderzoeken op het gebied van duurzaamheid, energiebesparing, bouwfysica en innovatieve installatieconcepten. Hij / zij draagt intern en extern bij aan de implementatie van nieuwe concepten binnen de adviespraktijk en de projectteams. Het werkterrein betreft het uitvoeren van simulaties ter advisering van de opdrachtgever en architect, en het onderhouden van contacten met overheidsinstanties en externe bureaus.

Techniplan Adviseurs is een onafhan-

Voor beide functies zoeken wij iemand met redactionele vaardigheden en inzicht in technische en administratieve projectwerkzaamheden. Hij / zij is commercieel en representatief en heeft een afgeronde universitaire of hbo-opleiding, bij voorkeur aangevuld met relevante werkervaring op het gebied van technische installaties. Hij / zij heeft de ambitie om door middel van een intern en extern opleidingsprogramma door te groeien naar projectleider of adviseur.

kelijk raadgevend ingenieursbureau in de utiliteitsbouw, woningbouw en industrie. Gesitueerd in Rotterdam zijn onze 40 medewerkers verdeeld over de vakgebieden Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Energie & Milieu. Vanaf de oprichting in 1978 wordt techniek vertaald in praktische, effectieve oplossingen.

Ge誰nteresseerd? Stuur je curriculum vitae en sollicitatiebrief naar: Techniplan Adviseurs bv t.a.v. Mirjam van der Velden Postbus 8280 3009 AG Rotterdam telefoon: 010 - 456 2311 mirjam.van.der.velden@techniplan.nl

De basis hiervoor is integratie van kennis en een hechte samenwerking

Voor meer informatie over onze organisatie en projecten zie www.techniplan.nl.

met alle bij het ontwerp- en bouwproces betrokken partijen.

Daarnaast zijn wij altijd op zoek naar enthousiaste afstudeerders en/of stagiaires!

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

43


A r n o ud R o zen da a l

The X-factory Het is zeker niet de eerste keer dat studenten zich storten op een ontwik ontwikkelingsproject. Wel is de X-factory het eerste initiatief dat ontstaat uit een samenwerking tussen een hulporganisatie KidsRights, en de TU Delft. Samen gaan zij voor werkgelegenheid zorgen in de sloppenwijken van Johannesburg, Zuid-Afrika.

dlrow eht otni

into the world

Het is zeker niet de eerste keer dat studenten zich storten op een ontwikkelingsproject. Wel is de X-factory het eerste initiatief dat ontstaat uit een samenwerking tussen een hulporganisatie KidsRights, en de TU Delft. Samen gaan zij voor werkgelegenheid zorgen in de sloppenwijken van Johannesburg, Zuid-Afrika. In deze X-factory in de buurt van Johannesburg zal binnen een jaar een consumentenproduct geproduceerd worden door lokale kansarme Zuid-Afrikanen. Het product wordt onder begeleiding van ir. Kees Nauta ontworpen door studenten van Industrieel Ontwerpen uit Delft. Het is de bedoeling dat dit consumentenproduct in grote getale op de Nederlandse markt wordt verkocht en begin volgend jaar in de townships vervolvan de band rolt. De gemaakte winst zal vervol gens voor de volledige 100% terug vloeien naar lokale KidsRights projecten. Van het ontwerpen van het product tot en met de opening van de techfabriek wordt een film gemaakt, waarin de tech enthousinische studenten die hun kennis en enthousi asme inzetten voor een betere en duurzamere wereld centraal zullen staan.

van de armste gebieden in de wereld. Werkgelegenheid is essentieel om de bewoners van de townships uit hun isolement te halen. In deze fabriek werken namelijk 50 ongeschoolde, vaak met hiv geïnfecteerde, lokalen. Zij kunnen met hun salaris elk 10 mensen onderhouden. Zo creëert deze fabriek levensonderhoud voor een gehele community van 500 mensen. Bij dit project wordt veel aandacht besteed aan opleiding, kwaliteit van de werknemers en sociale ondersteuning. De mensen in de townships kunnen dankzij het werk in de knuffelfabriek weer een bestaan opbouwen. Het doel is om uiteindelijk de regie van the Cuddle Company volledig in Afrikaanse handen te geven.

werkgeleDe X-factory zorgt voor structurele werkgele genheid en geld, iets wat hard nodig is in dit gebied. De fabriek is een zogenaamd ‘incomebevolgenerating project’ waardoor de lokale bevol king door het hebben van een baan en salaris, zelfstandig wordt en de mogelijkheid krijgt om met haar loon voedsel en medicijnen te kopen. toeZo kunnen ze zorgdragen voor hun eigen toe komst. The Cuddle Company beDe X-factory is naar model van een reeds be staand KidsRights project: the Cuddle Company. Afgelopen november is in de sloppenwijk van Johannesburg een knuffelfabriek geopend. In Afrideze fabriek wordt nu door ongeschoolde Afri kanen de knuffel ‘ZeP’ gemaakt, die vervolgens op de Nederlandse markt wordt verkocht. Het is een voorbeeld van hoe op professionele wijze werkgelegenheid gecreëerd kan worden in één

44

Doordat de knuffel in Afrika gemaakt wordt en hier in het rijken Westerse wordt verkocht kan de fabriek succesvol draaien. Deze Zep is momenteel te koop in de Nederlandse warenhuizen als de Bijenkorf, de Blokker en de Bruna. De winst van de fabriek vloeit vervolgens voor de volle 100% naar een plaatselijk KidsRights project in Zuid-Afrika

into the world - into the world - into the world


dat steun geeft aan meer dan 700 wezen. Zij krijgen dankzij the Cuddle Company voeding, medicijnen en scholing. Daarnaast krijgt elk kansarm kind een knuffel voor iedere knuffel die hier verkocht wordt; ‘knuffel hier, knuffel daar’. Sharing your talents Initiatiefnemer Arnoud Rozendaal vertelt hoe het idee voor deze X-facotry tot stand is gekomen: “Al pratend met mijn buurman, Robert Baruch, bestuurslid van KidsRights, kwamen tot de gedachte dat het fantastisch zou zijn als het enthousiasme, de kennis en de vaardigheden van studenten kan worden ingezet voor ontwikkelingsprojecten. In mijn ogen is studeren ook een stukje maatschappelijk bewustzijn creëren. Daarnaast zijn studenten jong en open-minded en zouden bij ontwikkelingsprojecten een stimulerende en innoverende rol kunnen spelen. Geïnspireerd door de initiatieven van KidsRights en de gedachte van ‘sharing your talents’ besefte ik, dat ik ook mijn technische kennis en enthousiasme kon inzetten om iets te veranderen in de wereld.” Robert vertelde Arnoud over The Cuddle Company en zo was het idee geboren om samen met de TU Delft een fabriek te bouwen in Zuid Afrika. In deze fabriek gaat niet alleen een TU product geproduceerd worden, ook kunnen studenten vervolgens bij deze fabriek een stage vervullen. Voor de Rector Magnificus, de heer Fokkema is de X-factory de mogelijkheid om het lustrumthema van de TU: “Sustainability with een focus on Africa” inhoud en een vervolg te geven. Voor de TU is dit de kans om zich te profileren als maatschappelijk betrokken universiteit, die samen met studenten een duurzaam ontwikkelingsproject opzet. Inmiddels is het idee uitgegroeid tot een serieus plan en zijn we verschillende trajecten ingegaan.

menleving. Ze geeft direct hulp aan kinderen door lokale, goedlopende projecten te ondersteunen. Zoals Nobelprijswinnaar bischop Desmond Tutu het treffend zei: “KidsRights seeks to Give a Voice to het Voiceless”. KidsRights wordt actief gesteund door vele Nobelprijswinnaars en heeft daarnaast een Adviesraad met veel bekende namen uit het Nederlandse en Internationale bedrijfsleven (ABN, PriceWaterhouse Coopers, Akzo Nobel etc). Door haar unieke wereldwijde netwerk heeft KidsRights zich in enkele jaren internationaal op de kaart gezet. In tot nu toe tien landen heeft KidsRights projecten lopen. KidsRights onderscheidt zich van andere hulporganisaties doordat elke gegeven euro ook werkelijk voor 100% naar het ondersteunde project gaat. De beperkte overheadkosten worden namelijk gedekt door haar Founders. Naast ontwikkelingshulp zoekt KidsRights ook media aandacht om maatschappelijk bewustzijn te creëren. The International Children’s Peace Prize, die elk jaar in de Ridderzaal wordt uitgereikt aan een kind dat een heroïsche daad heeft verricht, is hier een goed voorbeeld van. In 2006 werd deze prijs door oud-president van Zuid-Afrika en Nobelprijswinnaar Frederik de Klerk uitgereikt aan Indiase ex-kindslaaf Om Prakesh, die 500 kinderen uit de mijnen bevrijdde en ze een geboorteakte gaf. Die avond organiseerde KidsRights een groot benefiet concert op de Dam met vele bekende artiesten en een live uitzending op Nederland1. Afgelopen jaar werd deze prijs uitgereikt aan Thandiwe, een 16jarige scholiere uit Zambia die ervoor gezorgd heeft dat grote groepen kinderen weer naar school kunnen.

Studenten ontwerpen een product Om een juist product te vinden zijn verschillende trajecten ingezet. Zo zullen 24 IO-studenten de komende 10 weken voor hun Bachelor eindproject een product ontwerpen voor deze fabriek. Het product moet een consumentenproduct zijn met een knipoog; duurzaam zijn; en het moet geproduceerd kunnen worden door voornamelijk ongeschoold personeel. Daarnaast mogen de investeringen in productiemiddelen niet meer dan 500.000 euro kosten. Het meest geschikte product wordt tijdens een benefietdiner gepresenteerd en in productie genomen. Wie is KidsRights KidsRights is een Nederlandse non-profit organisatie die zich inzet voor de meest kwetsbare kinderen: zij die leven aan de rand van de sa-

Lees de volgende keer meer over KidsRights in het Osiris Magazine.

Kijk voor meer informatie op: www.kidsrights.info en www.zepactie.nl www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

45


OTEC

Ocean Thermal Engergy Conversion

Industrial Ecology STudentenproject in samenwerking met Cumae BV De Ocean Thermal Energy Conversion techniek maakt gebruik van het natuurlijk thermisch potentieel van de oceaan om energie te produceren. Als deel van de Masters Industrial Ecology (TU Delft en Universiteit Leiden) werd er een multidisciplinair onderzoekproject gestart. In een enthousiaste en dynamische samenwerking werd er aan het project gewerkt. Het project doel: Een werkend demonstratie model van de OTEC techniek te realiseren voor de Wereld Expositie te Sjanghai in 2010. Elias de Valk, Govert Phillipe, Ruben Lindenburg en Jens Blokland – 2e jaars studenten MSc Programme Industrial Ecology

dlrow eht otni

into the world

In het laatste jaar van de Masters Industrial Ecology werd ons gevraagd een onderwerp uitkiezen voor een multidisciplinair onderzoeksproject. ConverWij kozen voor Ocean Thermal Energy Conver sion (OTEC) als een van de interessante opties. In een studententeam van 4 man sterk gingen we vervolgens een samenwerkingsverband aan met de opdrachtgever het ingenieursbureau Cumea te Arnhem en Dr. Kas Hemmes van de faculteit Techniek Bestuur en Management (TBM) van de TU Delft. 2010 Wereld Expositie te Sjanghai Na een enthousiaste ontmoeting in Arnhem met Ir. Tom den Hartog en Ir. René Prop, de directeur van ingenieursbureau Cumae, werd de opdracht duidelijk. Cumae ziet het potentieel van OTEC als een duurzamere energie technologie en stelde zich de taak deze te promoten. Het koos daarvoor de 2010 Wereld Expositie te Sjanghai waarin een werkend model van de OTEC technologie moest komen te staan. Wij waren dus het eerste studenten team dat zou bijdragen aan dit onderzoekstraject. De vraag aan ons was dit project te starten en een basis te leggen voor toekomstige studenten teams. OTEC De Ocean Thermal Energy Conversion (OTEC) techniek maakt gebruik van het natuurlijk thermisch potentieel van de oceaan om energie te

46

winnen. De warmte van het oppervlakte water en het koude van de dieper gelegen oceaan worden elektrigebruikt om via een turbine en generator elektri zogeciteit te genereren. Dit gebeurt volgens de zoge naamde Kalina Cyclus (een soort Organic Rankine Cycle). Door grote hoeveelheden warm en koud water rond te pompen kan er genoeg elektriciteit thergeproduceerd worden. Doordat de zon dit ther misch gradiënt instant houdt is deze energiebron in principe hernieuwbaar. Industrial Ecology en OTEC In het onderzoeksgebied van Industrial Ecology (IE) wordt de relatie tussen techniek en ecologie onderzocht. Het doel van IE is tot een duurzamere ontwikkeling van de samenleving te komen. De methodology hiervoor is de industriële productie ecosyssystemen (techniek) te organiseren zoals ecosys temen (ecologie). De gedachte hierachter is dat er in de natuur geen echt afval bestaat; de materiële cycli zijn gesloten en het afval van de een dient als voedsel voor de ander. Niet alleen is verlaging van de milieudruk een belangrijk thema in Industrial Ecology maar ook de sociale en economische kant van zaken zijn van belang. Een dergelijke holistisch perspectief in combinatie met systeemdenken staat centraal in onze studie. Na een eerste verkenning van de OTEC technologie werd het duidelijk dat we ons eerst moesten richten op de OTEC techniek zelf, met de vraag welke aspecten een rol spelen bij een potentiële implementatie van de OTEC techniek. Aanvankelijk gefocussed op het OTEC model, gingen we nu de toepasbaarheid van OTEC onderzoeken op de technische-, economische-, ecologische- en sociale aspecten. Al snel begonnen we te realiseren dat de OTEC techniek zich uitstekend leende om een aantal concepten uit het gebied van Industrial Ecology toe te passen, met name het sluiten van materiaal kringlopen (“Closing the Loops”) en het ecologische concept van symbiose. Zo bleek het mogelijk te zijn om bijvoorbeeld de energie productie van een OTEC installatie anderhalf keer te vergroten door gebruik te maken van het natuurlijke zout gradient tussen oppervlakte en diep oceanisch water. Deze combinatie van OTEC en ‘Blue Energy’ verlaagde tegelijker tijd de nodige benodigde investering per eenheid geproduceerde

into the world - into the world - into the world


elektriciteit. Een toekomstig OTEC systeem kan worden gezien als een producent van niet alleen elektriciteit maar ook van bruikbaar oceaan water. Gebruikmakend van het opgepompte water bleken er vele andere industrieëlle toepassing te zijn die goed en voordelig gekoppeld konden worden aan het OTEC systeem (‘Symbiosis”). Drinkwater bereiding en het gebruik van het thermisch potentiaal (koude) voor goedkopere en mileuvriendelijkere airconditioning zijn een paar voorbeelden. Door het koppelen van OTEC met meerdere industrieëlle toepassing kunnen er naast economische ook ecologische en sociale voordelen behaald worden. Net zoals vele duurzame technologien heeft OTEC ook minder positieve aspecten. Een aantal voorbeelden zijn; beïnvloeding van de natuurlijke oceanische staat door het rondpompen van grote hoeveelheden water met voorzienbare en onvoorzienbare consequenties; elektriciteit productie via OTEC is nu nog aan de dure kant zijn in vergelijking met conventionele fossiele brandstof routes; de toekomstige implementatie van OTEC is grotendeels afhankelijk van buitenlandse investeringen, kennis en expertise, doordat ontwikkelingslanden het hoogste thermisch potentieel bezitten. Het voordeel van interdisciplinariteit binnen een dergelijk onderzoek was dat we een completer beeld konden produceren wat nou precies de

positieve en minder positieve effecten van OTEC implementatie waren op verschillende gebieden. Het is altijd belangrijk dat zulk verschillende aspecten van een dergelijke techniek onderzocht, erkend en meegenomen worden in beslissingsmomenten. Zeker als we echt in de richting van duurzaamheid willen bewegen. Een reëel project Een van de dingen die ons, als studentengroep, is bijgebleven, is de samenwerking met een enthousiast en open bedrijf. Je werkt dan samen aan iets praktisch en reëels waarvoor je beide interesse hebt. Dat is altijd leuk en inspirerend. Dat werd ook duidelijk in de waardering die zowel vanuit de universiteit als door Cumae voor ons project werd uitgesproken. Als je geïnteresseerd bent in meer of diepgaandere informatie over dit project, neem dan gerust contact op met de coördinator van de opleiding: Dr. Ir. Gijsbert (G.) Korevaar of Dr. Kas Hemmes 015 2783659 015-2781650 g.korevaar@tudelft.nl k.hemmes@tudelft.nl www.industrialecology.nl

The engineering company CUMAE has taken the initiative to present a working demonstration of the OTEC technology on the world Expo in Shanghai in 2010. TU Delft students from all faculties are invited to work in project groups or on their own on the various aspects of the OTEC technology, the implementation of the technology and the realization of the demonstration at the world Expo. The student work will be part of their regular curriculum and accordingly rewarded with study credits (ects). Bachelor as well as Masters projects may be defined. A group of four industrial ecology students has already finished the first project. For more information please contact: Dr. Kas Hemmes TU Delft fac. TPM section T&DO room C 1.160

Ocean Thermal Energy Conversion In tropical oceans a temperature difference of about 22 - 25 degrees Celsius exists between the surface layers and the ocean water at about 1 km depth. The ocean thermal energy conversion process uses this temperature difference to operate a heat engine, which produces electric power. In spite of the thermodynamically determined low efficiency of the process the amount of energy provided by the sun to heat the oceans is so plentiful that potentially the world electricity demand could amply be supplied by OTEC.

jaffalaan 5 NL-2628BX DELFT THE NETHERLANDS tel: 31-15-2781650 fax: 31-15-2783177 k.hemmes@tudelft.nl Ir. Tom den Hartog Tom.den.Hartog@cumae.nl www.cumae.nl

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

47


T im La m ba l la i s

Nibe Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie Geïnterviewde: directeur en oprichter Michiel Haas

dlrow eht otni

into the world

Wat is het NIBE? Het NIBE is een adviesbureau dat ook onderzoek doet. Wij houden ons bezig met alle duurzaamheid die te maken heeft met “bouwen, werken en wonen”. We doen werk voor de rijksoverheid, gemeenten, projectontwikkelaars en af en toe begeleiden we ook particulieren. We geven advies over hoe duurzaam bouwproducten zijn. Dit doen we de hele cyclus van een bouwproduct te bekijken, van productie en vervoer tot slijtage. We vergelijken de cycli van verschillende bouwproducten en kunnen dan zeggen hoe duurzaam de opdrachtgever kan bouwen met een bepaald budget. We gebruiken een methode die op greencalc lijkt, maar terwijl greencalc naar het gebouw als geheel kijkt, kijken wij dus naar bouwproducten. Wat we daarnaast ook doen is de harmonisatie van de rekenmethoden. De resultaten van verschillende rekenmethoden om duurzaamheid te meten, worden dan vergelijkbaar. Als iets een bepaald effect heeft moet het bij alle instrumenten eenzelfde percentage verandering geven. Een voorbeeld van zo’n rekenmethode is onze Materiaal Prestatie Norm die nu veel gebruikt wordt. Hoe is het NIBE ontstaan? Ik ben van huis uit architect en heb het NIBE in

48

1990 opgericht. Ik had 12 jaar gewerkt als architect en was al bezig met de VIBA (Vereniging Integrale Bio-Logische Architectuur). In het buitenland waren er al instituten die lijken op het NIBE en het leek me een goed idee om een Nederlandse variant op te richten. Niet dat we nu een onderdeel zijn van een groot netwerk, het NIBE is helemaal afhankelijk. Ik begon met mijn vrouw in een hutje van 25 vierkante meter in de tuin. Het NIBE groeide en nu zitten we al 16 jaar in een mooi groot pand met de status van monument. Het pand is helaas helemaal niet duurzaam, de verwarming maakt overuren in de winter. We zijn op zoek naar huisvesting die wel duurzaam verantwoord is en we verhuizen waarschijnlijk naar een gerenoveerde watertoren met onder andere een eigen windmolen. We hopen daar een milieu-index van 819 te halen. Ter vergelijking: een normaal gebouw haalt slechts een milieu-index van 130! Welke rol ziet het NIBE voor zichzelf en voor duurzaamheid in de bouwsector? Ik denk dat het een hele leuke en spannende tijd is. De bouwsector verandert maar langzaam, terwijl er vanuit bedrijven opeens veel vraag is naar duurzame gebouwen. Daar heeft de sector (nog) geen antwoord op. Het zorgt allemaal voor wat verwarring. TNT wil bijvoorbeeld een milieu-index halen van 1000, terwijl 130 nu normaal is en 250 goed is! Als het gebouw helemaal CO2 neutraal is haalt het een index van 500, dus nog steeds maar de helft. Dit soort signalen vanuit de markt dwingt de bouwsector zich te veranderen en dat biedt veel mogelijkheden voor architecten. Dat er meer vraag is naar duurzame gebouwen, komt trouwens niet alleen door de duurzaamheidshype. Er zijn tegenwoordig langere huurcontracten, bijvoorbeeld van 15 en 20 jaar. Bij zulke lange contracten gaan exploitatiekosten, zoals onderhoud en beheer, een belangrijke rol spelen. De stichtingskosten, dus het bouwen van het gebouw, worden minder belangrijk. Daardoor wordt duurzaam bouwen voordeliger. Met huurcontracten van 5 jaar zijn de stichtingskos-

into the world - into the world - into the world


ten belangrijker en is duurzaam bouwen gewoon niet voordelig. De trend is dat de grotere spelers op de markt hogere (duurzaamheid)eisen stellen hebaan hun gebouwen. Dat is ook logisch, zij heb exploitatieben het meest te winnen bij lagere exploitatie kosten. Deze trend verspreidt zich nu langzaam naar de minder grote bedrijven. Wat je ook ziet is dat we in Nederland te maken hebben met een leegstand van kantoren, niet omdat we te veel kantoren hebben, maar omdat de leegstaande kwakantoren gewoonweg niet van de gewenste kwa liteit zijn. Architecten kunnen zulke kantoren een nieuwe bestemming geven, renoveren en weer de kwaliteit geven die de markt wenst. Hoe staat het met de multidisciplinariteit? Het nasamenwerken met de civiele ingenieurs en na tuurkundigen? Een architect is in staat veel verder te gaan qua omduurzaamheid dan enig ander specialist, om dat esthetica ook een vorm van duurzaamheid is. Iets wat mooi is, daar gaan mensen zich aan hechten, dat blijft lang overeind staan. Iets dat lelijk is wordt afgebroken en dan maakt het niet uit hoe duurzaam het gebouwd is, het is maar even blijven staan. De esthetica is essentieel en hier ligt de nadrukkelijke rol van de architect. De projectontwikkelaar bepaalt de rest en heeft de rol van de architect op andere terreinen teruggedrongen. Wat vindt het NIBE van de duurzaamheidshype zelf? Ontzettend spannend. Het zou jammer zijn als de belangstelling voor duurzaamheid in 2 jaar weer helemaal weg is, dat mag niet gebeuren. Maar de klimaatproblemen zijn zo groot en zichtbaar dat het merendeel van de mensen er wel van overtuigd is dat er nu echt wat moet gebeuren. Het bewustzijn over duurzaamheid zal hoe dan ook niet meer naar nul teruggaan. Al Gore heeft gedaan wat tot nu toe niemand voor elkaar kreeg en daar heb ik bewondering voor. Hij heeft een duurzame trend in gang gezet die nog wel even zal duren. Wat voor effect heeft duurzaam bouwen op de gebruikers van de gebouwen? Onze ervaring is dat de gebruikers zich bewuster worden van duurzaamheid en het meer in hun eigen leven toe gaan passen. Je bent je er bewust van dat je beter met de natuur omgaat en dat geeft op een bepaalde manier voldoening. Je krijgt het gevoel dat je je steentje bijdraagt. Bovendien praten we elkaar druk aan, druk om ook je steentje bij te dragen, dat is goed. Overigens is het wel zo dat men niet bereid is comfort op te

geven in ruil voor duurzaamheid. Voor de douche werd bijvoorbeeld een waterbesparende douchekop uitgevonden. Die wilde niemand hebben, want het gaf niet hetzelfde comfortabele gevoel als een normale douchekop. Iemand anders heeft daarna de stoomdouche uitgevonden, waarbij er in plaats van waterstralen stoomstralen gebruikt worden. Dat geeft hetzelfde goede gevoel als een normale douchekop, maar het gebruikt maar 2 liter water in plaats van 26 รก 50 liter! De stoomdouche willen de mensen wel hebben. De TU Delft kent de Tido aantekening, dat wil zeggen dat de student bij zijn afstudeerproject extra aandacht heeft besteed aan de duurzame aspecten. Wat voor toegevoegde waarde heeft een Tido aantekening na de studie denkt u? Een Tido aantekening is een grote plus. We merken dat een stage bij het NIBE goed op het cv staat, omdat werkgevers op zoek zijn naar mensen met interesse in duurzaamheid. Er is immers steeds meer en meer vraag naar duurzame gebouwen en de markt moet zich hierbij aansluiten. Er is gewoon steeds meer behoefte aan mensen met kennis van duurzaam bouwen. Wat wilt u nog meegeven aan de studenten? Geniet van je studietijd en probeer zoveel mogelijk kennis mee te pikken. Zoek de grenzen op van de kennis die er is, laat de bekende paden los. Er valt nog zoveel te ontdekken, zeker op het gebied van duurzaamheid, laat dat niet aan je voorbijgaan.

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

49


4

St ud ent s Susta i na bil i t y

dlrow eht otni

into the world

Het clichébeeld van geitenwollensokken-types of CO2-beperkende bomenplanters heeft menig student wel bij het woord duurzaamheid. Noem daar nog Afrika bij en die types staan tussen de hongerige kindjes. Het 33e Lustrumjaar van de TU Delft, met als thema Duurzaamheid en Afrika heeft laten zien dat duurzaamheid in ontwikkelingslanden veel meer is dan dat. Duurzaamheid draait om mensen, om hun leefomgeving én om zaken doen. Een positieve uitkomst van het lustrumjaar van de TU was in ieder geval dat Students 4 Sustainability een vliegende start heeft gekregen en nu keihard doorgaat! De core business van S4S is een brug slaan tussen de studenten hier in Delft en de duurzame TU-projecten in ontwikkelingslanden. Dit doet S4S door studenten te vragen om twee euro per maand te doneren. S4S investeert dit in projecten in ontwikkelingslanden waar de Delftse techniek centraal staat om zo duurzame, zelfonderhoudende ondernemingen ter plaatse op te zetten. Zo wordt de kennis van hier daadwerkelijk toegepast op plekken waar dat hard nodig is. Studenten en medewerkers zien op deze manier met eigen ogen dat ze veel kunnen bereiken met hun kennis, ook in landen die niet veel lijken op het onze. Het enthousiasme onder donateurs werd direct duidelijk tijdens het zomerfestival. Met

50

de €17.720 van de kaartverkoop en 230 donateurs in één klap maakte S4S een goede start. Inmiddels heeft Students 4 Sustainability drie projecten, die praktisch, divers en aansprekend zijn. Op de volgende pagina’s zie je wat er al bereikt is met deze projecten. Sinds januari is er een nieuw, enthousiast bestuur aangetrokken dat verder gaat met het voortzetten van het succes van S4S. Zij hebben als doel dit jaar de 1000ste donateur te verwelkomen. Bovendien zal er aan gewerkt worden om iedere donateurs-euro te laten verdubbelen door het bedrijfsleven. “Dat betekent dat er vanaf dan (€2 * 1000studenten * de verdubbelaar * 12 maanden) €48.000 per jaar binnen komt. Daar kunnen we heel veel goeds mee doen!”

into the world - into the world - into the world


Voorzitter: Bouwe Hoekstra Bij mijn studie Mijnbouw kom je veel onderzoek tegen voor Westerse bedrijven. Ik vind het enorm interessant om die Delftse techniek gebruikt te zien worden. Heel gemakkelijk had ik in het hokje “mijnbouw” kunnen blijven, toch ben ik gaan kijken buiten mijn straatje. Iets betekenen als student voor de wereld is niet heel makkelijk: aangezien mijn echte professie en specialisatie nog moet komen. Maar met S4S kan ik me inzetten om de TU te laten zien dat er mogelijkheden zijn en gecreëerd moeten worden in Afrika. Mijn taak binnen het schitterende S4S Bestuur 2008 is die van voorzitter, een verantwoordelijke taak waar ik erg veel zin, energie en tijd in wil steken

Secretaris: Danielle van der Ende Als alweer 5e jaars student Industrieel Ontwerpen vind ik de commerciele kant van techniek geweldig. Techniek is echter veel meer dan alleen een nieuwe brug of auto, het is een antwoord op veel van de huidige problemen die spelen op mondiale schaal. De wereld is te mooi om te laten verwelken en te klein om te denken dat onze invloed bij onze landsgrenzen ophoudt. Delftse ingenieurs hebben genoeg kennis om mooie producten te maken, die zo min mogelijk schade aan onze leefomgeving toebrengen. Er ligt een grote uitdaging op het gebied van People, Planet én Profit! En in het kader van “practice what you preach” is commentaar leveren natuurlijk erg makkelijk, maar echt, zo moeilijk is het niet om ook écht iets te doen met je kennis!

Penningmeester: Philip Boontje Philip Boontje is de naam, de achternaam is fries, mocht u erdoor aan mijn serieusheid gaan twijfelen. Ik zal het jaar 2008 doorgaan als de penningmeester van S4S naast zaken als incasso’s, begrotingen, het jaarverslag en dergelijke, zal ik hoofdverantwoordelijke worden voor de S4S website. Ik zie het onder andere als mijn doel om alle financiële zaken zo transparant mogelijk te houden en realistisch te blijven omtrent investeringen en mogelijke risico’s betreffende de projecten. Kortom, geld is mooi.

Commissaris Projecten: Martijn van Loon S4S geeft mij de mogelijkheid om vanuit Delft het beeld wat om Afrika zwermt te veranderen. Ik geloof in co-creatie en ben daarom juist benieuwd naar de ervaringen van de Afrikaanse ondernemer. Alleen met slimme producten, waar ik me ook tijdens mijn studie Industrieel Ontwerpen mee bezig houd, kun je duurzaamheid een gezicht geven in Afrika én de rest van de wereld. Noem het idealisme, maar met een juiste portie naïviteit forceer je vooruitgang. Dus kom maar op met die voorstellen en projecten waar je over hoort, ideeën zijn altijd welkom, dan laat ik jullie zien wat wij van Afrika kunnen leren!

Commissaris Extern: Lisanne Dolle Als commissaris extern houd ik me vooral bezig met de Delftse kant van Students 4 Sustainability. Naamsbekendheid en donateurs is niet het enige waar het om draait. S4S wil laten zien dat duurzaamheid een coole lifestyle is waar iedereen student aan mee zou moeten doen. Ik zal me inzetten voor het enthousiastmeren van ons team met vrijwilligers en dit waar mogelijk uitbreiden. Samen met mijn bestuursleden, dit team van vrijwilligers en onze huidige donateurs ga ik er voor zorgen dat we dit jaar de 1000ste donateur welkom kunnen heten.

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

51


dlrow eht otni

into the world

t Nu word xtractor. e E d h n c r ie z ta de S ange n a , a n v e g p n o li e rk tontwikk ine te ve . e produk nier is de mac h r e e ing in s d h s r c e e a c v -m ma d pro in de te o s d e r fo b e Cassave p e te o s d t ken wat ft geinve ity en nie S4S hee het bedrijf geke od secur fo p o n t ij e z samen m ren nog geric ht e o b te s e me

Ghana M ove S4S invest s ee coรถrdinere rt in het salaris van n regionale coรถrdinato len maken van gehandicapte straatverk r Korsah. van de tr Naast het opers, zo icycles en gevonden ekt hij nie verkopers zijn, kan d uwe bedri enthousiasmeren e voor de v e organis n jven die g erk atie zelfst ebruik wil andig dra oop van hun prod ucten. Wa aien. nneer dez e

52

into the world - into the world - into the world


WaterPro S4S inv ject Somaliela esteert nd in d water b etaalba e opstartkoste n van e ar maa van dit en b kt voor project d e plaatse edrijfje dat me bekend lijke be gemaak volking. t Delftse tec hn t. iek sc ho Binnenk o ort wor dt concr n drinkete invu lling

Help mee om Delftse techniek te laten werken in ontwikkelingslanden en word donateur. Ga naar www.s4s.tudelft.nl of stuur onderstaande donateurskaart op naar: mekelweg 8 2628 CE Delft

www.s4s.tudelft.nl

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

53


Animals save the planet!

It’s not easy to be green!

Zin in een avondje duurzaam ontspannen?Opwww.animalssavetheplanet.com vind je komische filmpjes die ieder een mooie boodschap met zich mee dragen.

- kermit the frog

www.goodies.nl

Win Win Win! Wat als... je n ooit meer een stopcontact hoeft te zoeken?

Niet meer afha nkelijk zijn van stroom uit het stopcontact , maar altijd ge bruik kunnen maken van die oneindige e nergiebron: de zon... Je mo biel altijd en o ve ral opladen door een kleine zonnelader. Of wat als je lic ht kunt make n zonder dat je d a t terug ziet op je energ ierekening? He t is mogelijk en jij kan kans maken op zo’n zonnelader voor je telefoo n, of een opwin dbare zaklamp.

Heb je een leuke tip of weetje voor op het prikbord? Laat het ons weten doo r te mailen naar: magazine@osiris.tudelft.nl

Om dit magazi ne ook volgend e keer weer vol met nieuwe, interessante art ikelen te zetten, hebben we jouw hulp no dig. Stuur dus je tips, idee ën voor een art ikel of interessante uitjes om op de agend a te zetten naar magazine @osiris.tudelft. nl. De eerste 10 inzenders kr ijgen een van b eide producten, besc hikbaa r gesteld door Eneco.

www.llink.nl Tree Hugger TreeHugger is the leading media outlet dedicated to driving sustainability mainstream. Partial to a modern aesthetic, they strive to be a one-stop shop for green news, solutions, and product information.look at www.treehugger.com

Steeds m De vraag ook steed lende par gerealisee wil je zelf bestuur@o


www.climafutura.nl

t i u s e j t e gro a c i t c r a t An

-

Lustrumboeken Nog geen lustrumboek? De TU heeft in het kader van haar 33e lustrum een boek uitgebracht. Dit boek - you can’t just blame the crocodile - is gratis af te halen bij het service punt van je eigen faculteit.

l n . t l a s t e g . www

Vanaf september zijn we weer op zoek naar nieuwe bestuursleden. Lijkt het je leuk dit een jaar te doen, stuur dan een motivatie naar: bestuur@osiris.tudelft.nl

meer studen ten hebben b ehoefte aan g naar een m meer duurza aster die du amheid in hu urzaamheid ds groter. O n studie. als hoofd fo siris wil graa cus heeft wo g op deze b rtijen in gesp rd t dan ehoefte insp rek te gaan elen door me om te kijken erd kan word t verschilof deze mast en. Heb jij oo er op korte te k behoefte a actief bijdra rmijn a n een duurza gen in het re me master o aliseren hierv osiris.tudelft. f an... laat het nl ons dan wete n!


N i ek St ukje

Reviews Boeken | Films | Docu

siriso

osiris 56

Duurzaam Ontwikkelen …. Een wereldkans Annemarie Rakhorst Paperback | 215 Pagina’s | Scriptum ISBN: 9789055945696 Is duurzaam ontwikkelen een hype? Of is het een noodzakelijk antwoord op de grote vraagstukken van de wereld van vandaag: klimaatverandering, uitputtende energievoorraden en een steeds grotere kloof tussen arm en rijk. Eén ding is zeker: het is de hoogste tijd om wakker te worden en er zelf iets aan te doen. In ‘Duurzaam ontwikkelen… een wereldkans’ laat Anne-Marie Rakhorst aan de hand van aansprekende visies, producten en technieken zien welke kentering zich afspeelt in de industrie, de energievoorziening, het consumentengedrag en de politieke arena. Zij maakt duidelijk dat inzetten op duurzame ontwikkeling een wereldkans is, die we moeten aangrijpen om Planet, People en Profit weer in balans te brengen. De auteur schetst een duurzame wereld, waarin consuminderen en doemdenken niet thuishoren. Haar boek is een bewust optimistisch pleidooi om duurzaam vorm te geven aan een nieuwe wereld vol kansen en een goede, leefbare toekomst voor iedereen. Een ongemakkelijke waarheid Al Gore Paperback | 325 Pagina’s | Uitgeverij Meulenhoff ISBN: 9789029078672 Lange tijd was Al Gore een roepende in de woestijn. Hij was een van de weinige prominente politici die het broeikaseffect consequent aan de orde stelden. Nu delen bijna alle wetenschappers zijn zorg. Maar dat is dan ook na recordhittegolven, smeltende ijskappen in Groenland en Antarctica, steeds kleiner wordende gletsjers, droogten, overstromingen, bosbranden en verwoestende tornado’s. Gores onconventionele boek bevat de laatste wetenschappelijke inzichten, onthutsende foto’s, satellietbeelden, kaarten en grafieken, dit alles om te laten zien dat het broeikaseffect werkelijk bestáát. Foto’s van gletsjers van een paar jaar geleden en nu laten confronterend zien wat de gevolgen van het opwarmen van de aarde zijn. Net als de foto’s van de beroemde berg de Kilimanjaro, die in zo’n dertig jaar tijd veel van haar sneeuw verloren heeft. Door middel van persoonlijke anekdotes en observaties over hoe het broeikaseffect een centraal thema in zijn leven is geworden, laat Al Gore in Een ongemakkelijke waarheid zien dat het broeikaseffect niet iets is wat alleen wetenschappers of politici aangaat: het is een morele kwestie en we hebben de verantwoordelijkheid er iets aan te doen. In zijn boek beschrijft hij met alarmerende overtuigingskracht dat het broeikaseffect rampzalige gevolgen heeft als we het tij niet keren. Wij zijn aan zet om verandering aan te brengen in onze huidige leefwijze en het broeikaseffect tegen te gaan. De planeet verkeert in een noodsituatie, maar tegelijk vormt deze crisis een spirituele, ethische en morele uitdaging om het gevaar af te wenden.

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine


Earth De bioscoopfilm is een logisch uitvloeisel van het succes van de serie ‘Planet Earth’. In ‘Earth’ worden vooral beelden uit de serie ‘Planet Earth’ gebruikt, aangevuld met spectaculair nieuw, nog niet eerder vertoond beeldmateriaal. Het uiteindelijke resultaat mag er zijn en is bij vlagen verbluffend. Het verschijnsel migratie loopt in principe als een rode draad door het verhaal van deze documentaire. Tussendoor wijst voice-over Patrick Stewart er geregeld op dat we momenteel door onze destructieve en veeleisende levenswijze het gevaar lopen al het moois dat in deze film voorbijkomt definitief te verliezen, maar de film krijgt nergens een drammerig karakter. Doel is overduidelijk om de beelden te laten spreken en zo de mensen te overtuigen van het feit dat de natuurlijke rijkdom die onze aarde te bieden heeft het verdient om beschermd en gekoesterd te worden. Het overkoepelende verhaal is rijk aan informatie, maar desondanks teruggebracht tot ook voor de leek begrijpelijke proporties. Lichte simplificaties of niet geheel duidelijke verbanden tussen bepaalde gekozen fragmenten of ecosystemen liggen soms enigszins op de loer, maar gezien het format van deze productie zijn dergelijke minpuntjes grotendeels onvermijdelijk en niet storend. ‘Earth’ is een ode aan het leven die de natuur in veel van haar facetten op een fraaie, imponerende en overweldigende manier presenteert. ‘Earth’ is een overweldigende productie en een ware lust voor de zintuigen. Haarscherpe close-ups, overweldigende panorama’s, glasheldere kleuren en een meeslepende soundtrack maken het zien van deze film tot een memorabele ervaring. Zonder meer een must voor alle natuurliefhebbers.

www.osiris.tudelft.nl - mei 2008 osiris magazine

siriso

osiris

The 11th hour Angst is een slechte raadgever. Het is dus zaak je door de ‘feiten’ niet bang te laten maken. Eén feit is dat het niet zo lekker gaat met onze natuurlijke wereld, de aarde. Een ander feit is, dat dat voor een deel door ons komt. Een derde feit is, dat wij er iets aan kunnen doen, maar wellicht is dat minder dan we hopen, of toch niet? Een van de vele sprekers in ‘The 11th Hour’ zegt dat het er uiteindelijk op neer komt twee keuzes te maken, te weten: van jezelf te houden en van de wereld om je heen te houden. In ‘The 11th Hour’ worden we er met feitjes en weetjes, gevoelens, gissingen en soms emotionele statements grondig aan herinnerd. Er wordt niet veel wetenschappelijk onderbouwd, maar dat kan ook niet in zo’n korte tijd. Het is de boodschap waar het om draait met veel beelden en precies de juiste muziek voor het juiste gevoel. Vele bekende gezichten uit het veld, of uit andere, vergelijkbare documentaires, komen ons het bekende verhaal nog eens uitleggen. The 11th hour is mede geproduceerd door Leonardo DiCaprio en geregisseerd door Leila Conners Petersen en Nadia Conners, die eerder twee korte milieufilms met DiCaprio maakten. Deze laatste is niet alleen een bekende filmacteur, maar werpt zich ook steeds duidelijker op als milieuactivist. De boodschap van ‘The 11th Hour’ is: dit gaat ons allemaal aan, handel nu, voordat het te laat is. Voor sommigen is de boodschap een zure appel om doorheen te bijten, maar voor wie verder durft te kijken, propageert de film ook een saamhorigheid die religieuze en economische drijfveren ons niet konden brengen, want er is namelijk werkelijk niemand voor wie deze boodschap niet geldt, de gezondheid van de aarde gaat ons immers allemaal aan.

57


Colofon

Osiris Magazine

is een uitgave van Osiris – Platform voor duurzame ontwikkeling - en verschijnt 3 maal per jaar. Osiris informeert en activeert studenten, docenten en medewerkers van de TU Delft op het gebied van duurzame ontwikkeling. Het Osiris Magazine wordt gratis verspreid onder de netwerkers van het platform en op alle faculteiten van de TU Delft.

Redactie:

Lisanne Dölle, hoofdredacteur Niek Stukje, eindredacteur Danielle van der Ende, secretaris Freya Ruijs/ Xavier San Giorgi, lay-out Eva de Vries, logistiek

Redactie-adres:

Stichting Osiris Kamer C1.090 Jaffalaan 5 2628 BX Delft magazine@osiris.tudelft.nl www.osiris.tudelft.nl

Vormgeving: De vormgeving van dit magazine is tot stand gekomen onder leiding van Freya Ruys met behulp van het volgende team van ontwerpers; Xavier san Giorgi, Danish Ahmed en Mischa Meekes.

Schrijvers poule: De inhoud van dit magazine is mede tot stand gekomen met behulp van de volgende schrijvers uit onze schrijvers poule: Tim Lamballais, Ambika Sambasivan, Mariska van Rijswijk en Thies Timmermans. Vind je het leuk deel uit te gaan maken van deze schrijvers poule, mail dan je gegevens dan door naar magazine@osiris.tudelft.nl.

Met dank aan:

De TU Delft, Gertjan de Werk, Rector Magnificus de heer Fokkema, Marco Waas, Guido Jetten, Beatrijs Voorneman en iedereen die heeft geholpen dit magazine e verspreiden.

Advertentieverkoop: Dit magazine wordt financieel mogelijk gemaakt door de verkoop van advertenties. Heeft uw bedrijf

of instelling duurzaamheid hoog in het vaandel, dan bestaat de mogelijkheid in dit magazine te adverteren. Neem hiervoor contact op met Lisanne Dölle door te mailen naar magazine@osiris.tudelft.nl t.a.v. Advertentie Osiris magazine. Ondanks alle zorg die aan deze uitgave is besteed, blijven vergissingen mogelijk. Uitgever en auteurs kunnen daar echter geen aansprakelijkheid aanvaarden. Niets uit deze opgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Osiris. Dit magazine werd mede mogelijk gemaakt door:



Osiris is een interactief studentenplatform dat duurzame ontwikkeling concreet en aantrekkelijk wil maken. Wij brengen studenten, docenten en bedrijfsleven bij elkaar om ideeën en informatie uit te wisselen en we faciliteren de discussie. Daarnaast organiseren we activiteiten en projecten die concrete duurzame(re) resultaten opleveren in de praktijk. Kortom wij zijn hét communicatieplatform voor duurzame ontwikkeling van de TU Delft. Om meer te kunnen bereiken binnen Delft werkt Osiris met verschillende commissies waarin ook jij actief kan worden:

Activiteitencommissie

De activiteitencommissie van Osiris bruist van de wilde ideeën. Ze organiseren excursies, discussies, workshops, reisjes en zelfs een duurzaamheidsfestival om te laten zien dat duurzaamheid leuk en uitdagend is!

Magazinecommissie

Osiris heeft haar eigen magazine, dat hier nu voor je ligt en gratis verspreid wordt op de TU. De commissie is verantwoordelijk voor het uitbrengen van dit blad, dat vol staat met duurzame ideeën en ontwikkelingen op de TU om studenten en docenten te motiveren, inspireren en activeren. Artikelen schrijven, experts interviewen, grafisch ontwerpen en alles coördineren zijn bezigheden van de commissie.

Duurzaamheidscommissie

De TU heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan en wil dat we allemaal duurzame ingenieurs worden. Deze commissie kijkt hoe duurzaam de TU zelf is. “Practice what you preach” is onze bood boodschap aan de TU en commissieleden zetten zich in om met kleine stappen of grotere projecten onze eigen TU duurzamer te maken (computers ‘s nachts uit, lichten uit, etc).

Grafico

Mensen geloven niet zomaar in duurzaamheid. Behalve een overtuigend verhaal is de presentatie van dat verhaal erg belangrijk: Osiris heeft veel mensen nodig om hier een bijdrage aan te leveren, door bijvoorbeeld posters te maken, flyers te ontwerpen en het magazine er gaaf uit te laten zien. Ben jij grafisch en creatief ingesteld, wil je een bijdrage leveren aan duurzaamheid en wil je je werk op de hele TU terug zien, kom dan helpen in de grafico! Heb jij interesse om actief bij te dragen aan duurzaamheid op de TU en in de rest van de wereld? Wordt dan actief bij Osiris! Kijk op www.osiris.tudelft.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.