Balans magazine 1 2016

Page 1

perspectief voor ieder kind

Uitgave van Ouder vereniging Balans • 29 e jaargang • € 6,95

nr

1

december 2015 / januari 2016

THEMANUMMER

TERUGBLIK OP EEN JAAR TRANSITIE JEUGDHULP

GAD MAN GET DA TEKE LA’S NEN

FAMILIE BOLHUIS EN MARTIN VAN RIJN OVER ZORG, FINANCIËN, PRIVACY DYSLEXIE: MEER AANDACHT VOOR SOCIAAL-EMOTIONELE BETEKENIS ADHD: ‘EEN GOEDE AANPAK BEGINT BIJ BEGRIP’ EN VERDER: CARLA DIK-FABER (CU), ZWEMMER MARC, KUNSTENAAR BARRY, LEZING HOOGBEGAAFDHEID


internetopvoeding

at gebeurt net zo

ve ervaringen naar

aakt je wegwijs.

opstaan. Daar begepast is binnen de rouwt op wat goed normaal gesproken er je ’s avonds aan t met de kinderen, nen dat ze je verbaal geleerd hebben.

e online wereld beerste gedeelte de en van ouders en mediaopvoeding, ps en handige oeool en thuis. In het men de mogelijke e wereld aan bod. anvullende tips van gitale wijkagent, de en seksuologe, leerkinderen zelf!

wi e b e l en

Monique Thoonsen en Carmen Lamp

Onder redactie van Heidi Meijer & Natasja Hoogerheide

2016

pica

en friemelen

VERBORGEN REGELS

s in de kla

Autisme-dagkalender: 366 tips, eyeopeners en energizers Dagkalender VR 2015 voorkant.indd 1

Over de invloed van zintuiglijke prikkelverwerking op leren

23/09/15 16:04

‘De dagelijkse tip, aanwijzing of regel geeft elk kind houvast en ook een reden om erover na te denken of erover te praten.’ Zorg Primair

Deze editie van de Verborgen regels dagkalender wordt gemaakt in samenwerking met de stichting Leven met Autisme. Onder redactie van: Heidi Meijer en Natasja Hoogerheide

Nieuw

‘Dit boek is erg praktisch, je kunt de duidelijke aanwijzingen zo in de klas gebruiken. Fijn om met een andere bril naar gedrag te kijken, zonder labeltjes te plakken.’ Carola Meijer, Intern begeleider bij Stichting Flore Monique Thoonsen en Carmen Lamp paperback | 228 pagina’s | Full colour ISBN 9789491806575 | € 24,95

Kalender met ringband | 372 pagina’s | ISBN 9789491806636 | € 15,95

SAMEN DE ONLINE WERELD VERKENNEN

t je naar prachtige

Verborgen regels dagkalender 2016

NIELS BAAS

NE NEN

Nieuw

Nieuw

Nieuw

Hulpwaaier

Mijn

DYSLEXIE doe-gids

We je mogen online samen gaan ontdekken Werd bij jou dyslexie vastgesteld of denk dat je kenmerken de omgaan? kennis die we van dyslexie hebt? Wil je er beter meemet leren Benaljehebben uit de offline wereld. Datthuis is ooken de meest waarop zoek naar hulp bij moeilijkheden en problemen op school? Dan is deze doe-gids helemaal voor Hijkinderen kundevolleiets kennis die jou! we aan staat vol doe-opdrachten die je alleen of samen je ouders, nen geven.met Zij beheersen de techniek, wij (zorg)leerkracht of begeleider kunt uitvoeren. deze doe- en -normen. kennen deMet gedragsvormen gids ga je stapsgewijs op weg om de Kinderen moeilijkheden aan als: te ‘Waar kan ik stellen vragen pakken, maar ontdek je ook jouw sterktes zodat je er zelf het wel en niet veilig mijn mobiele nummer beste van kunt maken! invullen?’, ‘Wat moet ik doen als iemand

Kijk binnenin en ontdek:

NIELS BAAS

me uitscheldt?’ en ‘Ik durf iemand niet zo goed te blokkeren; wat moet ik doen?’ Als

je goed zijn diten allemaal vragen die • Doe-opdrachten waarbij je jezelf beter leertkijkt, kennen begrijpen. eigenlijk niets metloopt de online wereld te maWat vind je fijn om te doen? Wat kun je goed? Wat moeilijk? hebben. Welke maatregelen kunnen je helpen ken thuis en in Daarover de klas? vragen de kinderen elkaar immers veel liever om hulp. Maar als • Oefeningen om de kenmerken van dyslexie bij jou in kaart te brengen. Heb je een diagnose? Hoe uit dyslexiehet zich bij jou? misgaat, bijvoorbeeld in het geval van • Jouw eigen supertips om te overleven. een WhatsApp-kettingbrief, dan hebben Welke sticordi-maatregelen helpen jou je positief zehet jou best? nodig.Hoe Het kun lijkt me dus goed als je doorzetten? Hoe hou je je werkplek netjes? … afrekent met de aanname: ‘Ik voor altijd • Je grootste supporters en hoe je ze kunt bedanken. kan mijn kind pas helpen als ik zelf genoeg

SAMEN DE ONLINE WERELD VERKENNEN

Mijn

DYSLEXIE

doe-gids

van die wereld weet.’ Die aanname is niet

Ontdek binnenin ook de ‘ik-kan-het-kaartjes’. Op deze kaartjes alleen onwaar, maar werkt ook contraprovind je leuke gedachten en tips die je kunnen helpen om het ductief in het mediawijs maken van je kind. jou thuis of op school makkelijker te maken. Ook al gaat het soms wat moeilijk, je leert dat je dit kan ‘overleven’! Fragment uit: Samen de online wereld

verkennen EEN REISGIDS VOOR Deze doe-gids sluit aan bij De dyslexie survivalgids, die in heel toegankelijke taal vertelt wat dyslexie is. IN DE KLAS EN THUIS

PICA ABIMO

Bieke Santermans

www.abimo.be 25/08/15 12:55

515340_459_O_Mijn_dyslexie_doe-gids.indd All Pages

10/12/15 9:45 AM

Deze reisgids voor de online wereld beantwoordt de meest gestelde vragen van ouders en leerkrachten omtrent mediaopvoeding, en biedt praktische tips en handige oefeningen voor op school en thuis.

Werd bij jou dyslexie vastgesteld of denk je dat je kenmerken van dyslexie hebt? Dan is deze doe-gids helemaal iets voor jou! Hij staat vol doe-opdrachten die je alleen of samen met je ouders, leerkracht of begeleider kunt uitvoeren.

Niels Baas | paperback met flappen 224 pagina’s | ISBN 9789491806353 | € 26,95

Paperback | 28 pagina’s | ISBN 9789462344594 € 4,95

Voor meer info of bestellen:

www.uitgeverijpica.nl

De Hulpwaaier AD(H)D in de klas is een handig middel voor leerkrachten en andere professionals die werken met kinderen met ADHD. Op een overzichtelijke manier, gerangschikt op kleur, staan tips en strategieën in de verschillende secties, waaronder leeromgeving, communicatie en gedrag. De waaier is geschikt voor zowel PO als VO.

144 pagina’s | 20 x 8 cm | € 14,95

o! eur 5 f3 ) ana rland v g e n d Ne ndi rze nnen e v bi tis Gra Alleen (


advertentie

• Ouderbegeleiding, oudertraining • Behandeling: CGT, EMDR etc. • IPG (intensieve psychiatrische gezinsbehandeling) • Psycho-educatie • Spelbegeleiding • PMT: individueel en PMT SOVA groepen, SOVA voor pubers • Schoolbegeleiding • Diagnostisch en psychiatrisch onderzoek

info@jeugdengezin.com Bezoekadres: Joris Ivenslaan 187 1325 RJ Almere 06-24704628/06-24705068

Contracten met de gemeenten in Flevoland, vanaf 2016 ook met andere regio’s

Een ieder die dat wil, kan genieten van dit huis, de rust, natuur en omgeving. Villefranche de Lonchat

Villamblard

La Force Bergerac Velines Sigoulles

Lalinde

Beaumont Issignac Montpazier Villefranche du Perigord

VillaFranche is te huur voor vakantie, het geven van workshops, coaching, of voor gezinnen met bijzondere kinderen (adhd en aan autisme verwante stoornissen). Het huis met het inpandige appartement is geschikt voor 10 personen. Daarnaast is er de mogelijkheid om 6 tenten te plaatsen.

www.villafranche.nl

Sarkow_ADV_ADHD_90x125 10-2013_Opmaak 1 05-11-13 11:05 Pagina 1

Protac producten Producten die helpen om te kalmeren, de zintuigen te stimuleren en het lichaamsgevoel te verbeteren. Uitstekende werking bij: - slaapproblemen - onrust - concentratieproblemen

Vraag nu op 2 weken !! f proe ! Onze producten worden onder andere gebruikt bij:

Ubbo Emmiussingel 110 ∙ 9711BK Groningen ∙ 050-3185142 Ketelstraat 22 ∙ Veendam Gemeenteplein 35 ∙ Heerenveen Hoofdstraat 176 ∙ 9982 AK Uithuizermeeden

NATUURLIJK ! 1 november opent ons nieuwe logeerhuis de ANNA’S HOEVE

Een veilige plek voor uw kind! Maximaal 6 kinderen beleven de natuur, verzorgen en knuffelen de dieren en leren omgaan met hun talent Info of aanmelden? bel 06 340 17919 of mail info@natuurtalent.eu wij bieden ook weekendlogeeropvang in de natuur kijk op: www.natuurtalent.eu

- ADHD - Autisme - Sensorische informatieverwerking - ADD

Voor een uitgebreid overzicht van de ballendekens, ballenvesten en de ballenstoel kunt u onze website bezoeken: www.sarkow.nl Voor meerdere informatie kunt u altijd contact met ons opnemen. Wij helpen u graag verder.

Sarkow b.v. revalidatiehulpmiddelen

Klokhoek 16B 3833 GX Leusden T: 033-432 00 44 E: info@sarkow.nl W: www.sarkow.nl


INHOUD

THEMA TERUGBLIK OP EEN JAAR TRANSITIE JEUGDHULP

31

Met: de familie Bolhuis, het Landelijk Platform GGZ, een jeugd- en gezinsteam bij Curium-LUMC, kinderpsychiater Robert Vermeiren, Kinderombudsman Marc Dullaert, gemeenteambtenaar Evelyn Kamann, Ido Weijers (hoogleraar Jeugdbescherming) en staatssecretaris Martin van Rijn. 31

10

21

52

HET KIND

DE OUDER

DE PROFESSIONAL

ADHD: TOOLS VOOR OUDERS ‘Goede aanpak door begrip’ Esther ten Brink 14

OUDERBLOG ‘Feest van begrip en vertrouwen’ Sietske Boonstra 9

DYSLEXIE: TOOLS VOOR ­DOCENTEN Belang van sociaal emotionele ­ontwikkeling – Hanneke Wentink 18

PORTRETTEN UIT 2015… Marc Evers en Barry van der Rijt 21

BIJ ONS THUIS Moeder Bianca en haar drie zoons: ‘Oh, dat heeft mijn kind ook weleens’, zeggen ze dan. 10

DE BALANSLEZING Onderwijsadviseur Dick Verwij over hoogbegaafde (onder)presteerders 27

OP DE COVER Manon Bolhuis (9), met dyslexie. Hoopt dat ‘zorg in natura’ in 2016 wordt verlengd. 4

BALANS 1-2016

COLUMN C. DIK-FABER, Tweede Kamerlid ChristenUnie 51 DE BALANS ACADEMY Het programma in 2016 55


BRIEF Gemeenten maken te weinig gebruik van specialistische kennis van de GGZ op het gebied van ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en ( jong) volwassenen. Ze werken onvoldoende samen met belangenbehartigers van deze doelgroepen, als Balans en de NVA. De cliënt, vaak lid van een van onze verenigingen, staat nauwelijks centraal. Bovendien is de financiering, sinds de transitie van de zorg naar de gemeenten per afgelopen januari, ontoereikend. Zowel vanuit de gemeenten voor het reguliere aanbod, als vanuit de zorgverzekeraars op het gebied van preventie. Met als gevolg: geen perspectief voor kwetsbare kinderen, die met de juiste hulp juist wél een normaal leven kunnen leiden. Onlangs schreef ik de leden van de Tweede Kamer een brief met deze strekking. Aanleiding was de voorgenomen sluiting van vijf logeerhuizen van het Leo Kannerhuis in Nijmegen. Voor ons dé druppel: dagelijks ontvangen wij – Balans en de NVA – zorgelijke berichten van leden én niet-leden over bereikte budgetplafonds, het stoppen van gespecialiseerde hulp, wachttijden die oplopen, instellingen die op omvallen staan, gebrek aan kennis binnen gemeenten, ook over privacywetgeving.

51

EN VERDER COLUMNS OUDERBLOG SIETSKE ONDERWIJSJURISTE KATINKA BERICHT VAN ARGA POLITIEK COLUMNIST C. DIK-FABER PSYCHIATER MORI

9 17 47 51 61

ELKE MAAND BALANS ACTUEEL 6 BIJ ONS THUIS 10 DE BALANSLEZING 27 IN VERTROUWEN 48 OVER THUISZITTERS 52 BOEKENRUBRIEK 56 BALANS ZOEK&VIND 60 BALANS IN ’T LAND 62 SERVICE 66

Vandaar deze brief, waarin we de Tweede Kamer dringend om aandacht vroegen voor alle problematiek die is ontstaan door de transitie Jeugdhulp. En ook om steun. Dat de NOS (we stuurden de redactie in Hilversum een kopie) de brief direct ‘oppakte’, waardoor we nog diezelfde avond in het Acht uur Journaal waren, geeft de betekenis van deze breed gedragen, maatschappelijke zorg aan. We weten nu dat de logeerhuizen, door een nieuwe landelijke financiële constructie, hoogstwaarschijnlijk open blijven. We hebben onze reden van bestaan wel geduid, daar in Den Haag. En daar gaan we voor: uw belangen voor en achter de schermen behartigen. Om dit werk te kunnen blijven doen, is uw steun, uw lidmaatschap daarom heel hard nodig. Samen staan we sterker. In het belang van uw kind en al die andere kinderen met specifieke onderwijs- en zorgbehoeften. Een goed 2016. Swanet Woldhuis directeur – Oudervereniging Balans & NVA

BALANS 1-2016

5


BALANS ACTUEEL

PROBLEMEN RONDOM JEUGDHULP NEMEN TOE Het aantal problemen rondom de jeugdhulp neemt in ernst en omvang toe. Dit blijkt uit de derde kwartaalrapportage van de Monitor Transitie Jeugd. In de maanden juli, augustus en september kwamen er 89 meldingen binnen over zaken die misgaan in de jeugdhulp. Meer dan in het eerste halfjaar van 2015, kwamen er meldingen binnen waaruit blijkt dat het recht op

privacy regelmatig wordt geschonden. Zo wordt ouders gevraagd toestemming te verlenen om de dossiers van hun kind aan te leveren of op te vragen. Als zij dit weigeren, wordt de hulp in sommige gevallen niet verleend. Een ander veelvoorkomend probleem is dat veel ouders niet weten dat ze recht hebben op onafhankelijke cliëntenondersteuning. Dit wordt vaak niet verteld door

VINGERAFDRUK VAN HET BREIN Een vingerafdruk maken van het brein; Amerikaanse hersen­ wetenschappers is het gelukt. Door middel van een speciale MRI-scan wisten ze de communicatie tussen verschillende hersengebieden in kaart te brengen. De wetenschappers hopen dat deze ‘vingerafdruk’ in de toekomst gebruikt kan worden voor een betere diagnose en inzicht in het verloop en de behandeling van breinaandoeningen als autisme, schizo­ frenie en ADHD. Bron: www.radio1.nl

de gemeente of hulpverlener. Daarnaast blijkt dat de cliëntenondersteuning die de gemeente organiseert, niet altijd onafhankelijk is. Zo zijn er voorbeelden waarbij de consulent die helpt bij het in kaart brengen van de hulpvraag en de ondersteuningsmogelijkheden, ook het besluit moet nemen over de toewijzing. Naast bovenstaande nieuwe problemen, blijven ook oude knelpunten bestaan. Zo laat de informatievoorziening

nog vaak te wensen over en moeten sommige ouders nog altijd maandenlang wachten op de indicatie van hun kind. De Monitor Transitie Jeugd bestaat uit Zorgbelang, Uw Ouderplatform, Ieder(In), MEE Nederland, LOC en Landelijk Platform GGz. Tot eind 2016 brengen zij ieder kwartaal een rapportage uit. Bronnen: www.monitortransitiejeugd.nl, www.ggznieuws.nl

ZORGVERZEKERING VIA BALANS/NVA Ook voor 2016 is het mogelijk om via Balans/NVA een collectieve zorgverzekering af te sluiten. Gekozen kan worden voor Delta Lloyd of OHRA Online Gemak. Bij Delta Lloyd krijgt men acht procent korting op de basisverzekering en tien procent korting op de aanvullende (tandarts)verzekeringen. OHRA Online Gemak geeft 8,8 % korting. Beide zorgverzekeringen zijn restitutie-polissen: de verzekeringnemer heeft altijd vrije zorgkeuze. Daarnaast is er geen medische selectie voor de aanvullende verzekeringen. Kijk voor meer informatie op www.balansdigitaal.nl

LINK VAN DE MAAND

hetkind.org/2015/09/29/luc-stevens-op-onderwijsavond

LEERLINGEN ZIJN OP DE EERSTE PLAATS KIND Waarom? Orthopedagoog Natasja de Kroon blikt terug op de lezing van NIVOZoprichter Luc Stevens tijdens de eerste avond van de nieuwe reeks onderwijsavonden in Heerenveen. Tijdens zijn betoog benadrukt 6

BALANS 1-2016

Stevens de belangrijke rol van leerkrachten. Niet de methode, maar de leerkrachten zelf moeten volgens hem de regie hebben over het leerproces. Ook benadrukt Stevens dat je als leerkracht in eerste instantie met een kind

te maken hebt, daarna pas met een leerling. Kinderen willen spelen, bewegen, onderzoeken en plezier hebben. Het is belangrijk om in deze behoeftes te voorzien. In ons huidige onderwijssysteem wordt dit vaak

vergeten en wordt kinderlijk gedrag als lastig en ongeïnteresseerd geduid. Volgens Stevens is het aan de leerkrachten om talenten te ontdekken, ook van kinderen die zich niet aanpassen. Bron: hetkind.org


HUMAAN JEUGDBELEID Vanaf het begin houden we bij de Balans­ redactie de ontwikkelingen binnen de transitie Jeugdhulp intensief bij. Om ze met ‘hoor en wederhoor’ zo waarachtig mogelijk te verslaan in dit themanummer, onder de titel: ‘Terugblik op een jaar transitie Jeugdhulp’. Wat we hoorden over deze grootschalige stelselwijziging loog er in 2015 niet om. Bij de steunpunten van Balans, op congressen, in vakbladen en de media. Bladen kopten: Bezuinigingen te snel en te veel (Binnenlands Bestuur); Geen budgetten meer voor jeugd ggz (GGZ Nieuws); Oproep aan wethouders: zet jongeren niet klem tussen loketten (Nieuwsflits Jeugdzorg Nederland); Kinderen wachten maanden op behandeling Jeugdpsychiatrie (Nationale Zorggids). En: Gemeenten schenden privacy kinderen met psychische problemen, aldus onlangs nog in een artikel in de Volkskrant. Vanwaar deze – voor ouders van en kinderen met een specifieke zorgvraag – tergende omstandigheden? Ido Weijers, hoogleraar Kinderbescherming, vat de oorzaken glashelder samen op pag. 40. Hij spreekt over ‘...een moordend tempo van invoering, geringe ervaring en kennis binnen gemeenten, een ontbrekende infrastructuur; over het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat aangaf dat de behoefte aan jeugdzorg in 2015 juist toenam; over zorgproblemen die verergerden, escaleerden met een overvolle crisesopvang tot gevolg. Over wijkteams, die amper weten

hoe er met zaken als privacy en het medisch beroepsgeheim moeten worden omgesprongen.’ Natuurlijk, we komen uit een ‘versnipperd zorgsysteem’ zoals Martin van Rijn, staatssecretaris van VWS, het in het interview op pag. 44 omschrijft. Dat systeem kon efficiënter. En begrijpelijk, de implementatie van een dergelijke decentralisatie kost tijd. Echter, de conclusie kan niet anders zijn: de randvoorwaarden om deze operatie uit te kunnen voeren hadden – vooraf – beter moeten zijn. Want: dit jaar is er nog maar 120 miljoen bezuinigd en terwijl het nieuwe systeem nog niet eens op orde is, staat de volgende bezuinigingsgolf ons te wachten: 300 miljoen in 2016. Om een jaar later, in 2017, nog eens 450 miljoen te korten op Jeugdhulp. Bij elkaar opgeteld betreft het een bezuiniging van 970 miljoen op een macrobudget van 3,3 miljard. Meer tijd had wel degelijk geholpen om de herinrichting beter te laten aansluiten bij de behoeften van kinderen die een beroep doen op Jeugdhulp. En: tijd = geld! Want de kinderen die nu onvoldoende hulp krijgen, sterker nog: langer moeten wachten, zullen langer in het zorgcircuit blijven. Met alle oplopende kosten van dien. Over humaan jeugdbeleid geschreven. Beatrice Keunen, hoofdredacteur

OPVOEDEN Ik heb een hekel aan verjaardagsvisites. Ik weet nooit wat ik moet zeggen.

Ik gebruikte laatst CCleaner voor m’n cookies; was ik meteen ook m’n ongeldige sleutels kwijt. Handig joh!

Zo moeilijk is het toch niet? Vertel gewoon iets over wat jou interesseert.

Patricia Bouwhuis schreef een boek met korte stripverhaaltjes over haar zoon Marc met Asperger, met na elk avontuur een uitleg over het onderwerp dat aan de orde kwam. Meer info: www.uitgeverijpica.nl, € 18,95.

BALANS 1-2016

7


SCHOLEN STAAN OPEN VOOR ADVIEZEN GESCHILLENCOMMISSIE

JULIA MET AUTISME IN SESAMSTRAAT (VS)

Schoolbesturen staan open voor de adviezen van de Geschillencommissie passend onderwijs. Dit blijkt uit het eerste jaarverslag, over het schooljaar 2014-2015. De Commissie is bevoegd om geschillen te behandelen over de toelating, het ontwikkelingsperspectief en de verwijdering van leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs die extra ondersteuning nodig hebben. Het afgelopen schooljaar ontving de Commissie 51 verzoekschriften, waarbij in ruim 23 procent van de gevallen sprake was van (langdurige) thuiszitproblematiek.

In Amerika heeft Sesamstraat er een nieuwe, bijzondere bewoner bij: Julia, een meisje met autisme. Het meisje met oranje haar en grote groene ogen biedt volgens de makers van Sesamstraat herkenning voor kinderen die zelf met autisme te maken hebben of die dit kennen uit hun omgeving. Of en wanneer Julia naar Nederland komt, is vooralsnog onbekend.

De Commissie deed in totaal 31 uitspraken en verklaarde hierbij 20 verzoekschriften gegrond. Naast de uitspraken, bevat het verslag ook belangrijke bevindingen. Zo blijkt dat de zorgplicht en het ontwikkelingsperspectief nog regelmatig een struikelblok vormen. Veel voorgelegde kwesties zijn inmiddels opgelost. In bijna alle gevallen heeft het schoolbestuur het uitgebrachte advies van de commissie overgenomen. Bron: Jaarverslag Geschillen­ commissie Passend Onderwijs

Bron: www.rtlnieuws.nl

Hét tijdschrift voor kinderen met leer- of gedragsproblemen

• • Voor en door kinderen • Augustus 2015

En hun broertjes, zusjes en vrienden

Tips voor op school

Gijs houdt van rugby

De Techniekfabriek

Cover BK augustus 2 2015.indd 1

Balans Kids adv def.indd 3

8

BALANS 1-2016

Bent u lid van Balans?

Dan kunt u voor maar €18,00 per jaar een combi-abonnement afsluiten. U ontvangt dan 8 keer per jaar BalansKIDS bij uw BalansMagazine. Aanmelden: www.balansdigitaal.nl of stuur een mail naar info@balansdigitaal.nl

26-07-15 15:31

18-10-15 23:25


OUDERBLOG • SIETSKE BOONSTRA

FEEST? De ambulant begeleider van Nick vindt dat de begeleiding op het mbo begint met het ‘in kaart brengen van de problemen en het erkennen en benoemen van zijn beperking’. Want alleen als je weet wat PDD-NOS inhoudt, kun je ermee leren omgaan. “Het moet er langzaam in worden geslepen, en het kan soms jaren duren voordat het kwartje valt,” zegt hij. “Maar dan wordt het ook feest!” Ik heb geen idee wat hij ermee bedoelt. Misschien dat als je maar vaak genoeg tegen iemand zegt dat hij een beperking heeft, die persoon dat dan ook zelf gaat geloven? Of dat als je maar lang genoeg over je problemen praat, ze vanzelf overgaan? Dat klinkt niet als een feestje dat ik graag zou willen bijwonen. Want het gaat voortdurend over de zwakke punten van Nick. Dat hij beter moet leren communiceren, dat hij meer voor zichzelf moet opkomen en dat hij beter moet leren plannen en organiseren. Ja, ja, dat weten we nu wel. Maar daar krijgt hij die extra begeleiding toch voor?

Anita Veenkerk (56) woont samen

Hoe help je een kind het beste? Door voortdurend tegen hem aan te praten over zijn ‘beperking’ – en dan ook nog op een dermate abstracte manier dat er geen touw aan vast te knopen is – of door aan te sluiten bij zijn belevingswereld? Door praktische en haalbare doelen te stellen? En door hem te laten zien hoe je dat doet, dat beter leren plannen en organiseren?

met Theo. Samen hebben ze twee kinderen: Sam (25) en Nick (22). Anita heeft al eerder over Nick geschreven in Balans Magazine toen hij na een moeizame tijd op het speciaal onderwijs helemaal opbloeide op het reguliere vmbo. Anita, tekstschrijver/ redacteur van beroep, houdt van lezen, paardrijden en tuinieren.

“Nee, zo werkt dat niet,” zegt de ambulant begeleider. Hij denkt in processen. En dan begint hij weer aan een van zijn lange verhandelingen, waarbij ik de draad al snel weer kwijt ben. En ik vraag me af waarom hij dit doet. Om indruk te maken? Maar wat zégt hij nu eigenlijk? En als ík er al niets van snap, snapt Nick het dan wel? “Ik luister gewoon niet,” zegt mijn zoon als we het er

een keer over hebben, “het is toch allemaal onzin wat die man zegt.” Nou, je bent mooi klaar met zo’n hulp-verlener. En eigenlijk gaat het nog niet eens zozeer om de wollige, onbegrijpelijke taal die hij gebruikt. Het gaat misschien nog wel meer om zijn houding: die zelfvoldane ‘je-hoeft-mij-niets-te-vertellen-want-ik-hebzelf-ook-een-kind-met-een-beperking’houding. Zo intimiderend ook: “Ik ben geen psycholoog of psychiater, maar ik ken die criteria op mijn duimpje, en ik herken ze allemaal bij Nick.”

‘ALS ÍK ER NIKS VAN SNAP, SNAPT NICK HET DAN WEL?’ Ja, vind je het gek, denk ik. Zodra Nick het woord ‘beperking’ hoort, doet hij al niet meer mee. Hij sluit zich er helemaal voor af. Hou nu eens op met dat gezeur over criteria, problemen en beperkingen, zou ik tegen de man willen zeggen, daar maak je het alleen maar erger mee. Wel eens gehoord van afstemming? Van inlevingsvermogen, van passie, bezieling? Ik wil een ambulant begeleider die zich in mijn kind verdiept, die naar zijn mogelijkheden kijkt, die in hem gelóóft. Iemand die hem weet te inspireren en die hem stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. Volgens mij zou het moeten beginnen met een vertrouwensband met de persoon die je begeleidt. Dán wordt het pas een feest. Een feest van begrip, ondersteuning en vertrouwen. Dan ben ik de eerste die de slingers ophangt.

BALANS 1-2016

9


10

BALANS 1-2016


OUDERS • BIJ ONS THUIS PORTRET VAN EEN BALANS-GEZIN

‘OH, DAT HEEFT MIJN KIND OOK WEL EENS,’ ZEGGEN ZE DAN… Tekst: Maria van Amerongen Fotografie: Joris den Blaauwen

Door haar eigen autisme (ass) begrijpt alleenstaande moeder Bianca (39) haar kinderen Mike (14, ass, angststoornis, dyslexie), Jake (8, onderzoek naar ass en ADHD) en Kyle (1, medisch kinderdagverblijf) goed. “Natuurlijk vertonen ze moeilijk gedrag. Maar het zijn ook diamantjes. Lief, sociaal. Dat zie en voel je als je ze door en door kent.” Dat de buitenwereld soms niet begrijpt wat autisme precies inhoudt, is iets waar Bianca moeite mee heeft. Het is een onderwerp in haar leven waar ze steeds op terugkomt. Er is weinig begrip, weinig acceptatie voor haar beperkingen en die van haar kinderen. “Als ik mensen over mezelf en mijn kinderen vertel, reageren ze vaak wat lauw. Het lijkt wel of ze niet goed naar je luisteren. Ze denken niet door, staan er vaak niet voor open. ‘Oh, dat heeft mijn kind ook weleens,’ zeggen ze dan... Ze beginnen direct over de film Rainman. Ze denken dat je niets snapt en geloven niet wat je zegt.” Om die reden heeft Bianca geen contact meer met haar familie. Volgens haar konden ze niet omgaan met het autisme van de gezinsleden. Ze wilden tikken uitdelen en begonnen de kinderen te kleineren. “Dat wilde ik absoluut niet.” Bianca vindt het onbegrip tegenover haar kinderen buitenshuis

moeilijk. Over een woede-aanval in een winkel van een van haar kinderen: “Dat bestempelen sommige mensen als asociaal gedrag. Ze denken dan dat ik niet kan opvoeden. We zijn in het verleden ooit een supermarkt uitgezet toen Jake aan het gillen was. En dan moest ik de volgende dag toch weer terug naar die zaak. Dat valt niet altijd mee.” BIJSTAND Doordat Bianca kinderen met ass heeft, is ze, zegt ze, altijd voor hen thuisgebleven. Door heftige gebeurtenissen in haar leven en dat van de kinderen is ze uiteindelijk in de bijstand beland. Daardoor moet het gezin van weinig geld zien rond te komen. Armoede loopt als een rode draad door het leven van Bianca en haar gezin. Vaak moet ze de kinderen teleurstellen in hun wensen, er is geen geld. “Ook al zitten we in deze moeilijke omstandig

BALANS 1-2016

11


heden, waardoor mijn kinderen soms erg verdrietig zijn, ik kan ze toch goed troosten. Ik begrijp ze, met al hun beperkingen. Dat komt doordat ik zelf autisme heb. Het lijkt een nadeel, maar echt, het voelt voor mij als een voordeel.” BLIJF VAN MIJN LIJF-HUIS Door relaties met zogenoemde ‘foute’ mannen die vaak maar kort in Bianca’s leven bleven, is ze onlangs met haar kinderen in een Blijf van mijn Lijf-huis beland. “De laatste man veranderde als een blad aan de boom toen we bij hem introkken. Hij bedreigde ons voortdurend. En ik had voortdurend blauwe plekken omdat hij mij vaak vastgreep. De kinderen vonden hem heel eng. Elke nacht lag ik

‘IK BEGRIJP ZE DOOR MIJN AUTISME’ wakker, doodsbang als ik was dat hij ze ’s nachts wat zou aandoen. Op een dag zijn we weggegaan, gevlucht. De kinderen waren blij dat ze veilig waren, al was het niet altijd even makkelijk in het Blijf van mijn Lijf-huis. Door mijn autisme communiceer ik namelijk niet goed met de buitenwereld. Ik weet vaak niet wat ik aan mensen heb: maken ze nou een grapje, zijn ze serieus, sarcastisch? Probleem is dat mensen niets aan je zien. Dat is af en toe lastig.” BOZE BUIEN Inmiddels weer in een nieuwe woning, vertelt Bianca dat de kinderen zich nu veilig voelen, lekker bij mama. Jake gaat aardig goed, zolang hij maar volgens het planbord kan leven: daar staat alles op wat hem die dag te wachten staat. Mike is door Bianca minder goed te bereiken, hij heeft een eigen beeld van hoe dingen zijn en gaan. Daarbij is hij moeilijk te overtuigen dat zaken ook anders kunnen zijn. Hij krijgt dan vrijwel altijd een boze bui. Zo beweerde hij bijvoorbeeld eens dat mensen het in de oorlog niet zo arm hadden. “Dan zeg ik dat ik van de oudere buurman heb gehoord dat ze zo veel honger hadden, dat ze zelfs bloembollen aten. Dat gelooft hij dan niet. Met als gevolg dat hij de trap op stampt naar boven en met de deuren smijt.” Voor dit soort problemen praat Mike eens per week bij een jeugdinstelling, voor uitleg over zijn autisme. “Maar nu komt hij er niet meer zo vaak als 12


vroeger. Hij is ouder, snapt zichzelf beter. Ondanks het feit dat hij daar niet veel praat, weten ze toch heel wat uit hem te krijgen.” Ook krijgt Mike sociale vaardigheidstraining. En zowel Jake als Mike volgden fysiotherapie, om meer zelfvertrouwen te krijgen. “Toen ze de bal beter leerden gooien en vangen, kregen ze meer vertrouwen in hun eigen kunnen.” Hoewel Bianca zo ook haar onzekerheden kent, krijgt ze van hulpverleners positieve feedback. “Bij de jeugdinstelling zeiden ze dat ik mijn kinderen goed opvoed. Mike moest eigenlijk naar een internaat, omdat hij zulk moeilijk gedrag vertoonde, maar dat heb ik afgewezen. Ik wilde het zelf doen, ik had er vertrouwen in dat ik het kon. Eigenlijk is dat het enige vertrouwen in mezelf dat ik heb: dat ik goed met mijn kinderen kan omgaan. Natuurlijk was het moeilijk. Zo sliep Mike ’s nachts niet lang en slaapwandelde hij. En Kyle gooide zichzelf door zijn boosheid op de grond en deed zich daarmee onbewust pijn.” ROLLENSPELLEN Wat Bianca moeilijk vindt, is dat de twee oudste broers onderling veel conflicten hebben. Als Jake een spelletje niet snapt, wordt Mike boos. Dan vallen er harde woorden. “Dat is pittig,” vindt ze. Om daaraan te werken, praat Bianca veel met haar kinderen en speelt ze ook rollenspellen om dingen

‘IK KREEG ALS KIND GEEN HULP, ZIJ WEL. HET KOMT GOED’ te verduidelijken. Ze kijkt hoe anderen het doen, kopieert dat en past het zelf toe. Dat heeft vaak effect, merkt ze. “Zo kijken we op zondagmiddag met z’n allen de jeugdfilm op NPO 3. Dan zie je in een scène hoe twee kinderen ruzie maken en dat de één dan begint te huilen. ‘Kijk,’ zeg ik dan tegen mijn jongens, ‘ze huilt omdat ze bedroefd is. Hoe zou jij het vinden als jullie onderling ruzie maken en je bent er zo verdrietig door dat je moet huilen?’ Dan zien Mike en Jake ineens de mogelijke gevolgen van hun geruzie. Dat werkt echt heel goed. Zo doe ik het al jaren.”

Ondanks de moeilijkheden in haar leven, blijft Bianca optimistisch. Omdat haar werkervaring is verouderd, volgt ze een opleiding tot digitaal rechercheur. Dat geeft haar kans op een baan in de toekomst. Ze vindt het ook mooi dat haar kinderen zo hun best doen om ‘normaal’ gedrag te leren. “Ze kunnen zo sociaal zijn en lief, het zijn echte mamakindjes. Soms zeggen ze harde woorden tegen mij, maar dan klinkt het, als ze weer helemaal bijgekomen zijn: ‘Sorry mama, ik bedoel het niet zo, je weet toch dat ik heel veel van je houd hè.’ Ze willen voor me zorgen als ik oud ben, zeggen ze, heel lief. Ze willen van alles voor me kopen als ze later werken, zo mooi. Ze komen er wel. Ik redde het vroeger als kind zonder hulp, zij hebben nu wel hulp. Het komt goed.”

BALANS 1-2016

13


ADHD

Begeleiding bij ADHD

‘SAMEN MET OUDERS DE PUZZEL LEGGEN’ Tekst: Renate van der Zee

Als ouders te horen krijgen dat hun kind ADHD heeft, weten ze in feite nog niets. Want elk kind met ADHD is anders en heeft weer andere begeleiding nodig. Dat zegt psychotherapeute Esther ten Brink. Zij begeleidt ouders van kinderen met ADHD en vertelt hoe ze daarbij te werk gaat. “Een goede aanpak begint altijd met begrip.” Welke vaardigheden hebben ouders van een kind met ADHD nodig om het goed te kunnen aansturen? Ten Brink: “Die vraag kun je niet zomaar beantwoorden. Want elk kind met ADHD heeft weer andere problematiek. Alleen de diagnose ADHD geeft ouders onvoldoende houvast voor wat ze dan voor hun kinderen zouden moeten doen. Als je googelt op ADHD krijg je vijf miljoen tips. Maar ouders kunnen deze niet allemaal uitvoeren en veel van die tips slaan nergens op in het geval van dat ene specifieke kind. Ouders moeten allereerst weten waarom bepaalde dingen niet goed gaan bij hun kind. Dan kunnen ze er gericht op inspelen. Als je precies weet wat er aan de hand is, kun je soms met een kleine ingreep 14

BALANS 1-2016

al veel winst behalen. Je moet dus eerst nauwkeurig kijken welke vaardigheden bij het kind minder goed zijn ontwikkeld. Is er een aandachtsprobleem? Dan zijn er verschillende dingen mogelijk. Het kind kan met zijn hoofd in de mist zitten op momenten dat hij moet opletten. Maar hij kan ook in een soort hyperstand staan, waardoor alle prikkels tegelijk binnenkomen. En er kan iets misgaan in de informatieverwerking, zodat hij er geen volgorde in kan herkennen. En hoe zit het met de emoties? Bij sommige kinderen met ADHD kunnen die te hoog oplopen. Er kunnen ook dingen misgaan op het gebied van de motivatie. Het kost kinderen met ADHD vaak meer moeite taakjes vol te houden die ze saai of moeilijk vinden.


En dan kunnen er ook nog problemen zijn met het werkgeheugen. Het kind slaat informatie onvoldoende op of kan die niet terugvinden in zijn hoofd als hij die nodig heeft. En om rustig in je werkgeheugen te kunnen zoeken naar een goed antwoord of een goede gedragsrespons, moet je wel eerst op je rem kunnen staan, anders zeg of doe je het eerste wat in je hoofd op komt. Ten slotte is er nog de schakelknop. Sommige kinderen vinden het moeilijk om te zien dat een situatie is veranderd, waardoor ze iets anders moeten doen dan normaal. Bijvoorbeeld opmerken dat je moeder hoofdpijn heeft, waardoor het nu niet zo handig is om die grap uit te halen. Kinderen met autisme hebben meer problemen met dat

‘JE MOET ALS OUDER GOED WETEN WAT ER SCHEELT, OM ADEQUAAT TE HANDELEN’ soort flexibiliteit, bij kinderen met ADHD zie je meer werkgeheugen- en remproblemen. Maar je hebt ook kinderen die op alle drie de terreinen problemen hebben. Dat moet je als ouder dus eerst goed weten, voor je adequaat kunt handelen. Want je kind heeft iets heel anders nodig als hij met aandachtsproblemen worstelt, dan als hij een probleem met zijn innerlijke rem heeft.” Hoe gaat u te werk bij het begeleiden van ouders? “Ik probeer eerst samen met hen de puzzel te leggen. We proberen te achterhalen: waarom doet het kind zoals hij doet? ADHD is alleen een naam die je geeft aan het gedrag, maar die naam zegt niets over het waarom van het gedrag. Om daar achter te komen, observeer ik het kind op school en thuis. Ik stel het kind en de ouders allerlei vragen. Soms laat ik het kind ook een aantal taken doen om beter te snappen waar het misgaat. Taken

waarbij ik bijvoorbeeld de aandacht of de rem onderzoek. Zodat ik daar wat meer zicht op krijg. Nadat ik heb geobserveerd, ga ik met de ouders in gesprek. Vanochtend had ik bijvoorbeeld een moeder van een kind met een remprobleem in de praktijk. Als er in de interactie met andere kinderen iets gebeurt dat hij niet leuk vindt, lukt het hem twee keer om op de rem te staan, maar de derde keer geeft hij een mep. En in dit geval had hij een ander kind een mep met een stuk hout gegeven. Ik ga dan samen met die moeder bedenken wat haar kind nodig heeft, zodat hij die stap niet meer zet. En dat werk ik samen met haar uit. Wat zou hem nou kunnen helpen? We kijken eerst hoe we de omstandigheden kunnen optimaliseren, zodat de kans kleiner is dat hij in de problemen komt. En we kijken hoe we zijn motivatie kunnen verhogen waardoor hij makkelijker op de rem gaat staan. Als het kind duidelijk weet wat er op het spel staat – een flinke sanctie als het misgaat, een beloning als het goed gaat – wordt het makkelijker om op die rem te stappen. Vervolgens kijken we: welke vaardigheden moet het kind erbij leren om zich beter te redden in zo’n situatie? In dit geval besloten we het kind te leren dat er twee keuzes zijn: weglopen of hulp zoeken. Dat ga ik dan met hem oefenen in rollenspelletjes. En zijn moeder gaat erop letten of hij deze vaardigheid kan toepassen, bijvoorbeeld tijdens de interactie met zijn broertje. Vervolgens ga ik hem ook de vaardigheid leren om emoties bij zichzelf te herkennen. Zit mijn thermometer nog in het groen? Staat hij op oranje of zit ik al in het rood? Hij leert dat hij altijd moet weglopen, als hij in het rood zit. Zo kun je bij ieder probleem het kind vaardigheden leren waardoor je de kans vergroot dat het in de toekomst beter gaat. Of het nu gaat om tijd leren inschatten of keuzes maken of welke andere vaardigheid dan ook. En dan is er nog de vraag: hoe kunnen we de onderliggende functie, bijvoorbeeld die rem zelf, trainen? Want als je die verbetert, zal je dat op veel

BALANS 1-2016

15


Esther ten Brink

terreinen terugzien. Dus ook als je kind op zijn beurt moet wachten of moet luisteren naar een instructie. Om de kinderen daarmee ‘vlieguren’ te laten maken, hebben we computerprogramma’s ontwikkeld, waarmee ze die functies kunnen trainen. Ze doen dan computerspelletjes die bijvoorbeeld over die rem gaan, zodat ze uiteindelijk begrijpen wat die rem is. Ik denk met de ouders na over de vraag: hoe kun je de situatie zo inrichten dat je kind succesvoller wordt? Als je weet dat je kind een remprobleem heeft, helpt het als je de regels over boos worden overal in je huis aan de muur plakt. Die regels zijn: je mag jezelf geen pijn doen, je mag een ander geen pijn doen en je mag geen dingen kapot maken. Als je die overal aan de muur plakt, zorg je dat die regels steeds ‘online’ blijven. Ouders spelen een belangrijke rol bij het motiveren van hun kind om zich aan die regels te houden. Door heel duidelijke afspraken met hun kind te maken en hem te belonen als het lukt. En ze kunnen hun kind steunen en helpen bij het aanleren van de vaardigheden die nodig zijn. De oefeningetjes die ik met het kind doe, doen de ouders thuis met hem. Het gaat er bij mijn werk dus om dat ouders zoveel mogelijk begrijpen waarom dingen niet lukken en dat we dat vervolgens ook uitleggen aan het kind. Zodat hij gemotiveerd wordt om mee te werken.” Is uw aanpak de afgelopen tijd veranderd? “Voorheen hadden we vooral oudertraining. Die

16

BALANS 1-2016

richtte zich op het veranderen van de situatie, zodat de kans kleiner werd dat dingen mislukten en de kans groter dat ze wel lukten. Maar inmiddels zijn we een stap verder. We trainen specifieke vaardigheden bij het kind en de executieve functies die daar nog onder liggen. Via computerspelletjes bijvoorbeeld. Over die mogelijkheden is de laatste tien jaar veel meer bekend geworden. Er is de afgelopen tijd veel verbeterd in de begeleiding van ouders. Maar helaas komt het toch nog steeds voor dat ouders de diagnose ADHD krijgen, wat algemene uitleg erover en dan een medicatieadvies voor het kind. Wat ik doe, gaat veel verder dan dat.

‘KINDEREN TRAINEN HUN EXECUTIEVE FUNCTIES VIA SPECIALE COMPUTERSPELLETJES’ Mijn werk is erop gericht dat ouders volledig doorgronden waarom dingen misgaan en zien dat het echt geen onwil is van hun kind. Ik maak vaak mee dat wanneer ze zien hoe moeilijk het kind de trainingstaken op de computer vindt, ze opeens een veel beter beeld krijgen van de problematiek. Ze zeggen dan: ‘Nu begrijp ik echt waarom het zo moeilijk voor hem is’. Een goede aanpak begint altijd met begrip. En acceptatie. En dan zijn ouders ook echt bereid hun kind te gaan helpen. Dat doen ze de hele tijd al, maar vaak niet op de meest effectieve manier.”

Esther ten Brink is co-auteur van het boek ‘Zelfregulatie. Diagnostiek en behandeling van executieve functies bij kinderen’ (trainershandleiding en werkboek, uitgeverij LannooCampus, 2014).

Meer informatie over computerspelletjes om kinderen met ADHD te trainen: www.gamingandtraining.nl


COLUMN • JURIDISCH ADVIES

LEERRECHT Zomer 2015. Ik zit aan een ronde tafel in de Tweede Kamer. De Kamerleden willen worden geïnformeerd over de voortgang passend onderwijs. Iedereen maakt zich zorgen. Voor het eerst lijken de verschillen tussen bestuurders, docenten en ouders weg te vallen; de zorgen worden unaniem gedeeld. Dat geeft lucht, geen verwijten over en weer, maar echte betrokkenheid bij de grote groepen leerlingen die uitvallen. De Wet Passend Onderwijs zou de wereld veranderen. De zorgplicht voor scholen, ook voor kinderen met een beperking, zou alle kinderen kansen bieden. Niets lijkt minder waar. Ik zie de Kamerleden wegzakken, zie hun teleurstelling en wanhoop. Als dit niet werkt, wat dan wel? En dan komt er een vraag aan mij van Paul van Meenen, woordvoerder onderwijs voor D’66. Hij is de opvolger van Boris van der Ham met wie ik zeer intensief heb gevochten voor de rechtspositie van ouders bij het wetgevingstraject Passend Onderwijs. Van Meenen is voormalig schoolbestuurder en ik heb met hem stevig de degens gekruist bij de invoering van een leenstelsel voor studenten. We zijn aan elkaar gewaagd, kun je zeggen. Onderwijsjurist Katinka Slump behandelt in de komende nummers in haar columns onder meer diverse uitspraken van de Geschillencommissie Passend Onderwijs

Met enige aarzeling richt hij zijn vraag aan mij. “Hoewel ik liever de discussie met mevrouw Slump uit de weg ga, wil ik haar nu toch een vraag stellen,’’zegt hij. “Kunt u mij uitleggen wat het verschil is tussen leerplicht

en leerrecht?” Op dat moment weet ik dat mijn antwoord essentieel kan zijn. Immers de vraag die nu wordt gesteld is de kern van alles, is de angel in veel problemen waar­ tegen wij nu aanlopen. In de korte tijd die ik heb, probeer ik zo helder mogelijk te zijn en ik zie dat hij mij begrijpt. Najaar 2015. De begrotingsdebatten voor onderwijs zijn aan de gang. Ik hang achter mijn laptop en luister met een half oor naar wat er in de Tweede Kamer wordt gezegd. Tot de motie van Van Meenen aan bod komt. Ik hoor daar Paul van Meenen met

‘HIER IS GESCHIEDENIS GESCHREVEN’ verve het leerrecht verdedigen richting de staatssecretaris en de minister. Ik had het niet beter kunnen doen. Ik kan mijn geluk niet op als ik hoor dat de motie breed wordt gesteund door Loes Ypma (PvdA), Michel Rog (CDA), Tjitske Siderius (SP) en Rik Grashoff (GroenLinks). Als ik afgelopen november op Twitter lees dat de motie Van Meenen voor een leerrecht is aangenomen weet ik: hier is geschiedenis geschreven. De jarenlange strijd voor het recht op onderwijs is niet voor niets geweest. Dit is het begin, waarvan acte!

BALANS 1-2016

17


DYSLEXIE

‘EEN NEGATIEF ZELFBEELD HEEFT INVLOED OP JE HELE LEVEN’ Tekst: Anouk van Westerloo

Hanneke Wentink is specialist op het gebied van (laag)geletterdheid en dyslexie. Zij schreef zelf de eerste protocollen dyslexie voor het basis- en speciaal onderwijs. Maar is zo’n protocol voor een leraar genoeg? Wentink: “Vooral aan de sociaal-emotionele kant van dyslexie moet meer aandacht worden besteed.” Een dyslexieprotocol alleen is niet genoeg? “Op zich staat in dat protocol wat je moet doen, maar wat ik merk is dat scholen het nogal rigide gebruiken. Vooral het stappenplan en de toets­ kalender. Dat komt ook wel door het ‘opbrengst­ gericht werken’ en de vergoedingsregeling dyslexie, waardoor mensen denken dat alles heel strak moet worden gevolgd. Jammer is alleen dat er wel veel wordt getoetst, maar dat er vervolgens met de uitkomsten te weinig wordt gedaan. Voor adequate begeleiding moet je vooral kijken naar het kind, en onderwijs op maat geven. En dat staat niet in een boekje. Je moet vroeg signaleren en goed luisteren naar ouders. Dyslexie wordt vaak van ouder op kind doorgegeven. Ouders zien soms al in een vroeg stadium dat er bij hun kind mogelijk sprake is van dyslexie, omdat ze bepaald gedrag herkennen uit de eigen kindertijd. Ik zie dat veel leraren het desondanks ‘de tijd geven’. Maar bij heel ernstige 18

BALANS 1-2016

dyslexie ben je dan te laat. Bij veel kinderen is dan al faalangst ontwikkeld. Ze voelen al vroeg dat ze niet kunnen meekomen en dat heeft verstrekkende gevolgen. Ze passen hun zelfbeeld aan en dat heeft zelfs op volwassen leeftijd nog gevolgen; op hun maatschappelijk functioneren, hun loopbaan, zelfs op hun gezondheid. In groep 3 is vroegtijdige signalering belangrijk maar ook als het zich pas later manifesteert, in groep 5 als de teksten moeilijker worden. Dyslexie kan op verschillende momenten in de basisschooltijd (opnieuw) belemmerend werken, omdat de taken en de teksten ingewikkelder worden. Eigenlijk moet er vooral aan de sociaal-emotionele kant van dyslexie meer aandacht worden besteed.” En dan hebben we het vooral over faalangst en een negatief zelfbeeld? “Niet alleen dat, maar ook buikpijn, schoolangst, je


buitengesloten voelen, gepest worden, schaamte, je ongelukkig voelen, boos zijn, gefrustreerd, depressief, teleurgesteld; allemaal heftige emoties. Er is voor de basisschool wel een psycho-educatieaanpak, ‘Jesse heeft dyslexie’ bijvoorbeeld, maar dan zijn de problemen er al. Je wilt ze natuurlijk voorkomen. Dus als leerkracht moet je zoveel mogelijk preventief werken. Niet te vroeg loslaten bij het oefenen. Goed samen optrekken, zodat het leesproces zoveel mogelijk kan automatiseren. En, ook heel belangrijk, als een kind dyslexie blijkt te hebben: wat doe je inhoudelijk nu echt aan begeleiding? Er zijn nog steeds dwaalwegen helaas. Het beeld­denken popt weer op, en de Xlens en nog meer niet bewezen therapieën. Dat is heel hardnekkig en moeilijk te beïnvloeden, omdat Pabo-studenten zelfs van hun eigen mentoren te horen krijgen dat het werkt.”

Waarom is dat dan belangrijk? “Dat is veiliger, zeker als een kind faalangst heeft. Je moet alle leesbeurten voorbereiden. Het model van de leerkracht is daarbij ontzettend belangrijk. Dat is uitgebreid onderzocht. Kinderen met dyslexie moeten heel vaak het goede voorbeeld zien en horen, daar leren ze van. Ze leren niets van zélf een beetje ploeteren door zo’n boekje.”

Houden leraren zich dan bezig met dat soort alternatieven? “Leerkrachten moeten ouders adviseren. Als ouders tijdens een tienminutengesprek vragen of zo’n bril zin heeft en de leraar zegt van wel, dan schaffen ouders die aan.”

Ging het vroeger beter met lezen? “Nee, niet per se. Er was misschien meer tijd, maar we zien in de landelijke leesresultaten niet dat het nu echt veel slechter gaat dan bijvoorbeeld twintig

Maar als ouders zelf overtuigd zijn dat het hun kind helpt, kun je dat als leraar dan tegenhouden in de klas? “Nee, maar je kunt wel zeggen: ‘Weet u dat het geen effect heeft?’ Leerkrachten moeten weten dat het niet wetenschappelijk bewezen is. Net zoals hersengym of trampolinespringen niet helpen bij dyslexie. Dit soort alternatieve aanpakken zijn zonde van de tijd; we weten al heel lang dat het vooral belangrijk is om heel veel te oefenen met lezen. Er moeten veel leeskilometers worden gemaakt, er is goede instructie nodig en je moet de leerlingen niet te snel loslaten. Ik zie bijvoorbeeld nog steeds dat er leesbeurten worden gegeven, terwijl we al een tijdje weten dat de leerkracht moet beginnen met voorlezen, met voordoen; de leerkracht is het model. Daarna doe je het samen en vervolgens doet een kind het alleen.”

Ze leren dus door het ‘af te kijken’? “Ja, en dan moeten ze daarna veel oefenen voor het ‘inslijpen’. Maar dan moet je wel zeker weten dat ze het goed doen. Als een kind te snel wordt losgelaten, kan hij zich – door veel te oefenen – juist een verkeerde manier van lezen aanleren. Het heeft veel te maken met tijd en met de ingewikkelde groepen die leerkrachten nu hebben, maar het gaat wel ten koste van een kind.”

‘ZE LEREN NIETS VAN ZÉLF PLOETEREN DOOR ZO’N BOEKJE’ jaar geleden. Wel is het vak van de leerkracht ingewikkelder geworden. Veel meer kinderen hebben een label en moeten door Passend Onderwijs extra begeleiding krijgen. We eisen steeds meer van leerkrachten. Ze moeten aan ontzettend veel voldoen, de vakliteratuur bijhouden, van alles weten over dyslexie maar ook over dyscalculie, ADHD en autisme en ook nog veel administratie bijhouden. En ondertussen krijgen ze steeds minder tijd, grotere groepen en minder handen in de klas. Zo komt er heel veel druk te staan op de oefentijd. Het wordt echt een zwaar

BALANS 1-2016

19


beroep en er wordt van buitenaf veel over je werk bepaald.” Bent u vóór het idee om speciale leerkrachten op het lezen te zetten in groep 3? “Als dat morgen kan, zou ik dat direct adviseren! Een specialist in de school op het gebied van lezen, helpt altijd. En co-teaching – dat een leraar het kunstje kan afkijken van een specialist – is ook heel effectief. In het verleden hadden we daar remedial teachers voor, die met kleine groepjes in de klas werkten zodat leerkrachten daar ook weer van konden leren. Maar die zijn helaas vrijwel allemaal wegbezuinigd. Ook in het speciaal onderwijs zijn bijna alle logopedisten weg, terwijl veel kinderen een taalprobleem hebben. Het onderwijs wordt vanuit de overheid wel heel erg uitgekleed.’’ “Dyslexie is nooit helemaal op te lossen. Heel veel leesproblemen echter wel. Zeker als je ervan uitgaat dat zo’n vier procent van de populatie echt dyslexie heeft, dan is er toch nog een hele grote groep die je wel kunt helpen. Mijn overtuiging is dan ook dat er veel meer kinderen beter kunnen leren lezen dan nu het geval is. Ik geef onder meer nascholing aan leerkrachten die werken met kinderen met een verstandelijke beperking. Met een IQ boven de 50

Dr. Hanneke Wentink is spraak- en taalpatholoog/ logopedist en lector functionele geletterdheid bij het Kenniscentrum Onderwijsinnovatie van Saxion Hogeschool. Ze is specialist op het gebied van (laag)geletterdheid en dyslexie. Als projectmanager bij het Expertisecentrum Nederlands ontwikkelde zij materialen voor het onderwijs op het gebied van lees­ problemen en dyslexie. Wentink heeft onder meer de eerste reeks protocollen leesproblemen en dyslexie voor het regulier en speciaal basisonderwijs en de bijbehorende katernen voor het speciaal onderwijs geschreven.

20

BALANS 1-2016

lijken de meeste kinderen gewoon te kunnen leren lezen. Het heeft ook weinig met intelligentie te maken. Vroeger werd er aan lezen voor deze groep kinderen weinig aandacht besteed; als ze maar gelukkig zijn... Maar door te kunnen lezen, krijgen ze ongelooflijk veel meer mogelijkheden. Het vergroot hun wereld.”

‘HET MODEL VAN DE LEERKRACHT IS BELANGRIJK BIJ LEREN LEZEN’ Bent u een beetje hoopvol over de toekomst van het onderwijs? “We zitten op een kantelpunt, er staat iets te veranderen. Ik denk dat we binnenkort gaan inzien dat we de laatste jaren veel expertise hebben verloren. Iedere leraar en onderwijsadviseur moest ‘generalist’ zijn, want dan was je ‘breed inzetbaar’. Maar de expertise verdween. Er is zoveel kennis. We weten heel goed hoe het werkt met leren lezen. Nu moeten we het alleen nog gewoon doen. Daarvoor heb je meer handen nodig in het onderwijs en meer aandacht voor de specialist. Door Passend Onderwijs is dat pijnlijk duidelijk geworden.” Wordt Passend Onderwijs dan misschien een katalysator voor verandering? “Ik denk het wel. We zien nu beter wat er mis is. Ik heb het idee dat het onderwijs zogezegd haar plafond nu wel heeft bereikt. De rek is eruit. Er staan versleten bureaustoelen en oude computers in de klas en als de kleur van Zwarte Piet verandert, zien we dat pas over tien jaar in de schoolboeken terug omdat er tussentijds geen nieuwe methode wordt aangeschaft. En dat is echt niet overdreven. Ook het aantal thuiszittende kinderen neemt sinds Passend Onderwijs niet af, terwijl dat wel het idee was. En dat gaat ook niet gebeuren zolang je die kinderen niets te bieden hebt. Goed onderwijs is de toekomst van je land. We hebben er weinig geld voor over…”


PORTRETTEN

2015. HET JAAR VAN BARRY EN MARC Tekst: Geert Bors Foto: Joris den Blaauwen

Marc Evers en Barry van der Rijt. Een paralympisch zwemkampioen met autisme en een succesvolle videokunstenaar met ADHD. 2015 was voor beiden een topjaar. Marc: “Voor mensen met een beperking wordt vaak beslist wat ze kunnen worden. Dat wil ik openbreken.”

BALANS 1-2016

21


Videokunstenaar Barry van der Rijt (40)

‘IK WIL MEZELF DE-DIAGNOSTICEREN’ 22

BALANS 1-2016


Barry’s 2015… Barry werd op zijn 27e gediagnosticeerd met ADHD en speelt in zijn werk met (over)diagnosticering. Dit jaar slaagde de crowdfunding voor zijn kunstboek Exquisite Errors, waarvoor hoogleraar Trudy Dehue het voorwoord schreef. Het project heeft al veel aandacht gekregen, zowel uit de medisch-psychologische hoek als uit de kunstwereld. “Twee jaar geleden zat ik een digitaal filmpje te kijken, dat een fractie van een seconde haperde. Ik zag streepjes, kleurtjes, een afwijking in de textuur van de film. Ik probeerde of ik dat beeld langer op mijn scherm kon laten staan. Mijn hart sloeg over. Dit was prachtig, maar waar keek ik nou precies naar? Niet lang daarna begon ik uit te zoeken hoe ik dat soort verstoringen zelf kon maken. Een jaar lang verloor ik me in de wereld van de codec errors. Meer dan duizend verzamelde ik er. Als ik ermee bezig was, voelde ik me lekker. Het had iets koortsachtigs en tegelijkertijd kwam er een grote rust over me. Omdat ik vooraf niet kon voorspellen hoe het beeld eruit kwam te zien, kon ik als een kind zo blij worden, wanneer zich weer een heel nieuw type verstoring aandiende. Het enige probleem was: wat moest ik met al die beelden? Meestal valt me als kunstenaar wel iets in, maar nu niet. Ik raakte depressief, ook omdat ik in die tijd was afgestudeerd en er een goede vriend overleed. Om die depressie beter te begrijpen, besloot ik in de bieb de DSM te lenen, het bekende psychiatrische diagnoseboek. Dat bleek een gouden greep. Ik kende dat gevoel van depressie al. Op mijn 27e ben ik gediagnosticeerd met ADHD – een late diagnose. In eerste instantie voelde ik een grote opluchting, maar van de voorgeschreven ritalin kreeg ik hartkloppingen en werd ik een zombie. Belangrijker was het besef dat ik in een carrière zat die me niet paste. Toen ik uit mijn bestaan als ICT’er stapte, zwakten een hoop van de symptomen af. Niet dat ik opeens wél kon plannen, maar het uitte zich niet meer op een problematische manier. Ik koos voor de kunstacademie. Lezend in de DSM, schrok ik: voor élke vorm van een-beetje-anders-zijn bleek er een diagnose. Een disorder. En toen viel me in dat die beelden die ik gemaakt had, ook afwijkingen van de norm waren. Ik ging ze bij elkaar zetten: golfjes bij golfjes, strepen bij strepen. Alleen kende ik er geen

negatieve labels, geen disorders aan toe. Ik schepte zo ordes van schitterende afwijkingen, als kritiek op psychiatrische overdiagnosticering. Dit jaar is het snel gegaan: mijn crowdfunding slaagde en in november is mijn boek Exquisite Errors gepubliceerd. Veel media hebben over mijn boek geschreven. En aan de Radboud Universiteit mocht ik een lezing geven voor een groep zorgverleners die zich afvragen hoe om te gaan met de tsunami aan diagnoses. Ik kreeg daar te horen dat ze het fijn vonden om te zien dat er mensen zijn die hun diagnose omkeren en er hun kracht van weten te maken.

‘MIJN TIP AAN OUDERS: LUISTER NAAR JE HART’ Voor 2016 heb ik al een stuk of drie, vier nieuwe projecten liggen. Een van die ideeën is om een documentaire te maken, waarin ik wil uitzoeken of ik mezelf kan de-diagnosticeren. Nu ik op een manier leef en werk, waarin mijn anders-zijn minder ‘last’ veroorzaakt, wil ik vaststellen of de officiële tests een ander resultaat laten zien. En of mijn ADHD daarmee uit mijn patiëntendossier kan verdwijnen. Dat is geen zorg voor mij, maar ik ben zo bang dat kinderen van nu met een diagnose over tien jaar niet worden toegelaten tot een vervolgopleiding omdat die gegevens dan voor iedereen beschikbaar zijn. Mijn tip aan ouders: luister naar je hart. Als jij vindt, dat jouw kind op zijn eigen manier prima meedoet in de wereld, laat de medische machine dan buiten de deur. Kijk waar je kind blij van wordt en laat hem veel spelen en bouwen: het gaat erom wat er uit het kind zelf komt. Laat je kind zo breed mogelijk kennis maken met wat de wereld te bieden heeft. En ga ten slotte niet geloven in je label: ik heb nooit tegen mezelf gezegd dat ik iets niet kon.”

BALANS 1-2016

23


Marcs 2015... In april verscheen de longread ‘The Great Marc Evers’ van journalist Ivo van Woerden. Het boek begint bij een psychiater die de ouders van de driejarige Marc een weinig hoopvolle toekomst voorspiegelt en die eindigt bij het Paralympisch Goud dat Marc in 2012 haalt in Londen. Dit jaar werd Marc ambassadeur voor de NVA. De trainingen voor de Spelen in Rio volgend jaar zijn in volle gang. “Mijn diagnose kwam toen ik drie jaar was. Autisme en een verstandelijke beperking. Ik weet daar niks meer van. De prognose was slecht: ik zou niet zindelijk worden, nooit tegen een bal trappen, nooit leren praten, niks. Ze wilden dagopvang voor me gaan regelen, maar gelukkig waren mijn ouders eigenwijs: die wilden dat ik naar school ging. Ouders moeten een kind op een gegeven moment vertellen wat er aan de hand is. Dat durven ze vaak niet. Ik ben er zelf over begonnen, aan de keukentafel. ‘Papa, ik ben anders hè?’ ‘Klopt, jongen.’ ‘Iemand op school vertelde dat wij een klap van de molen gehad hebben.’ ‘Ja, je bent anders, jongen.’ Toen ik het wist, kon ik het makkelijker accepteren. Ze zeggen weleens: ‘Ouders kiezen hun kinderen niet uit, maar kinderen wel hun ouders’. Dat is gelovig geleuter, maar wel leuk. We zijn losjes met elkaar. Ik draaide gewoon mee in het gezin. Wel wat aangepast, helaas, met pictogrammen en zo maar toch. Mijn ouders vochten om me op school te krijgen en mijn oudste broer nam me veel mee naar buiten, naar de dingen die hij ging doen.

‘KIJK NAAR WAT IEMAND WÉL KAN’ Vroeger was ik bang voor water, zeggen ze. Maar mijn vader vond het belangrijk dat ik leerde zwemmen in een waterrijk land. Oma bracht me altijd. Pas op mijn negende had ik mijn A-diploma. Daarna ging het snel. Na C werd er gevraagd of ik wilde wedstrijdzwemmen, maar ik ging liever zwemvaardigheid doen. Toen ik daar veel harder zwom dan de rest, zeiden mijn begeleiders: ‘Probeer dat wedstrijdzwemmen toch maar.’ Ik was toen twaalf. 24

BALANS 1-2016

Een jaar later won ik bij het NK vijf gouden medailles bij de junioren. Ik ging trainen in Lisse en daarna ook in Haarlem. Mijn Haarlemse trainer, Wim ten Wolde, loodste me naar de Spelen van Londen. Hij was van de discipline. Intussen zwom ik ook bij de Nederlandse Bond. Nu is bondscoach Mark Faber mijn trainer. Met Wim heb ik nog steeds een goede band. De opbouw naar Londen was vreselijk. Als ik eraan terugdenk – de wekker om 4:15 uur, de lange dagen, de pijn – dan gruwel ik. Maar ik doe dingen op karakter. In Londen miste mijn belangrijkste concurrent het keerpunt. Hij had zijn zenuwen niet in bedwang. Zelf zit ik op yoga en ik dacht ook: ik heb niks te verliezen. Toen werd ik kampioen en haalde ik het wereldrecord. Ik was de gelukkigste jongen van de wereld. Vorig seizoen ging niet lekker. Ik had twijfels in mijn hoofd. ‘Je ziet te veel zwarte beren,’ zegt mijn vader dan. Ik heb ook ruzie gehad met de bondscoach, maar ik denk dat het goed is dat we eerlijk zijn geweest. Ook een bondscoach is geen hooggeleerde: we leren allemaal. Eind oktober heb ik op het Open Nederlands Kampioenschap de minuutgrens op mijn rug doorbroken. Dat geeft onwijs veel vertrouwen. Een Rus heeft nu mijn oude wereldrecord en hij is mijn grootste concurrent op de Spelen in Rio. Ik ga binnenkort zelfstandig wonen in Zeist. Dat is dichter bij Amersfoort, waar ik train. Zwemmen is een beetje een truttensport, maar ik train met andere jongens met een handicap en we zijn echt mannen onder elkaar. Heel lomp, veel harde grappen over elkaars beperking. Voor mensen met een beperking wordt vaak beslist wat ze kunnen worden. Dat wil ik openbreken, ook met die longread. Niet iedereen wordt topsporter, maar je kunt wel proberen het maximale uit iemand te halen. Kijk naar wat iemand wél kan: ik word geen piloot, ik heb nu wel een rijbewijs. Je moet optimist zijn, een realistische optimist.”


Zwemmer Marc Evers (24)

‘JE MOET EEN ­REALISTISCHE ­OPTIMIST ZIJN’

BALANS 1-2016

25


Ni

eu w

advertentie

Verstaat uw kind het digibord wel goed? De leerkracht is goed hoorbaar via de solo-apparatuur, maar wordt het digitale schoolbord wel verstaan? Het digibord speelt een centrale rol in de les, maar de speakers van het bord zijn vaak van matige kwaliteit! Speciaal voor gebruikers van Phonak solo-apparatuur is er de audioHub, de extra zender voor de digibord. Leerkracht en digibord zijn nu beide perfect hoorbaar via de solo! Informeer naar de mogelijkheid van financiering door de ambulante dienst. Vergoeding door de zorgverzekeraar is ook een mogelijkheid, een aanvullende motivatie door een audioloog is dan vereist. Kijk voor meer informatie op www.phonaksolo.nl

Roger_audiohub_A5_Nov.2015.indd 1

9-11-2015 15:33:44

Het vlot geschreven relaas van een moeder die hoop en troost geeft aan iedereen die in een wereld verkeert waar weinig ‘gewoon’ is.

Dit boek geeft ouders de waardering die ze verdienen en respecteert de echte experts: mensen met autisme.

Informatie en bestellen via www.hogrefe.nl


BLOG • ROBERT VERMEIREN

‘VOOR DEZE KINDEREN MOET ZORG BESCHIKBAAR ZIJN’

Robert Vermeiren is hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie LUMC, hoogleraar forensische jeugd­ psychiatrie VUMC en directeur Patiëntenzorg Curium LUMC. Deze blog is (uitgebreider) ook te lezen op blogs.kenniscentrum-kjp.nl Bron: blogs.kenniscentrum-kjp.nl

Of we een jongetje snel kunnen zien, mailt een betrokken gemeente-ambtenaar ons. Het kind is nog geen tien jaar en uit doodswensen. Maanden wachten op een eerste gesprek is geen optie. Ambtenaren die ons mailen als hen schrijnende situaties ter ore komen, het is sinds afgelopen januari geen uitzondering. Bij navraag blijkt de zorg voor dit jongetje gelukkig al geregeld. Curium-LUMC heeft competente medewerkers aan de telefoon, die gericht navragen en urgentie weten in te schatten. Een jong kind met zelfmoordgedachten, daar regelen zij iets voor. Bijna wekelijks zien we ouders en kinderen ‘tussendoor’. Wie niet in crisis aangemeld wordt, moet daarentegen helaas maanden wachten. Onvermijdelijk. Dit jaar is het aantal aanmeldingen gelijk gebleven, terwijl het aantal medewerkers bij Curium-LUMC fors is verminderd. Het is niet niets om een kind in crisis te zien. Moeten meemaken dat een kind zijn leven wil beëindigen, dat het de boel kort en klein heeft geslagen, dat het weigert te eten... Herhaalde crisissen leiden maar al te vaak tot hopeloosheid, voor het kind en het gezin, maar ook voor de hulpverlener die investeert in hun toekomst. De impact op de behandelaren mag niet worden onderschat. Vorige week meldde een medewerker me dat ze in één week maar liefst drie crisisconsulten had gedaan. Het is daarom niet verwonderlijk dat verschillende medewerkers de laatste jaren werk verzuimen door de psychische druk. Vaker dan voorheen worden kinderen via andere medisch specialisten (vooral psychiaters en kinderartsen) naar ons verwezen. Bijna veertig procent van alle verwijzingen dit jaar. Kinderen die bij ons komen, vertonen complexere problemen. Lichte en milde

klachten gaan naar de jeugd- en gezinsteams, zwaardere zorg komt bij de specialist. Die verschuiving naar zwaardere zorg gaat hand in hand met een verschuiving naar ambulante hulp. Curium-LUMC heeft in de voorbije jaren dertig procent van zijn bedden afgebouwd. Kinderen thuis hulp bieden, dat verkiezen we. De keerzijde is dat het vaker leidt tot een crisisconsult. Als de klachten tijdelijk toenemen, roept de omgeving acuut onze hulp in.

‘WIE NIET IN CRISIS WORDT AANGEMELD, MOET MAANDEN WACHTEN’ Volgend jaar, in 2016, moet het weer met een pak financiering minder, tien tot twintig procent. Soms word ik hierdoor ook moedeloos. Terwijl de ene ambtenaar ons besparingen aankondigt, ontvangen we van diens betrokken collega (uit een andere regio) mail. Je weet wel, over dat nog geen tienjarig jongetje met zelfmoordgedachten, dat absoluut niet kan wachten. Om die reden ben ik verheugd dat de GGZ-sector samen met de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten een brief stuurde aan de Tweede Kamer. Gezamenlijk uitten zij hun zorgen over de bezuinigingen, eenzijdig opgelegd door de rijksoverheid. Niemand wil immers dat gezinnen in nood verstoken blijven van hulp, dat er mails moeten worden verstuurd omdat een kind in crisis verkeert. Voor deze kinderen moet zorg gewoon beschikbaar zijn.

BALANS 1-2016

27


BALANS LEZING

HOOGBEGAAFDE (ONDER)PRESTEERDERS Tekst: Renate van der Zee Fotografie: Iowah Foto-Grafisch

Een hoogbegaafd kind, al dan niet met ontwikkelingsproblemen, kind behaalt niet altijd hoge cijfers op school. Dat zegt Dick Verwij, onderwijsadviseur en specialist hoogbegaafdheid. “Het is verstandig om bij kleuters al te kijken of ze hoogbegaafd zijn.” Wat is hoogbegaafdheid eigenlijk? Verwij: “Letterlijk betekent het dat iemand een hoge mate van intelligentie bezit; een IQ van boven de 130. Maar het is veel meer dan dat. Wil je echt spreken van hoogbegaafdheid, dan zie je naast de hoge intelligentie ook een hoge mate van taakgerichtheid en creativiteit. Hoogbegaafde kinderen zijn erg gedreven om met originele oplossingen voor problemen te komen, eigen manieren te verzinnen om dingen voor elkaar te krijgen en bepaalde interessegebieden uit te diepen. Doorgaans doorvoelen hoogbegaafde kinderen zaken dieper en beleven ze dingen intenser. Daardoor missen ze weleens aansluiting met leeftijdgenoten.” Hoe komt dat? “Ze ontwikkelen zich meestal sneller en lopen sociaal-emotioneel nogal eens voor op hun leeftijdgenoten. Ze denken vaak dieper en intenser na over dingen waar andere kinderen nog helemaal niet mee bezig zijn. Hun gevoel voor humor is vaak verder ontwikkeld, waardoor andere kinderen hen niet begrijpen. En zij snappen op hun beurt niet hoe andere kinderen met elkaar en met hen omgaan, want zij hanteren andere standaarden.” Wat voor problemen komen hoogbegaafde kinderen tegen op school? “De lesstof sluit vaak niet aan bij hun niveau. Het 28

BALANS 1-2016

gaat voor hen te langzaam, dingen worden te veel herhaald. Zo leren ze van jongs af aan dat ze niet zo hard hoeven te werken. Ze raken eraan gewend dat ze alles goed kunnen en leren onvoldoende dat falen ook bij het leven hoort. Daardoor ontwikkelen ze vrij vaak een bepaalde mate van perfectionisme. Ze willen dingen meteen perfect doen. En dan zie je dat ze snel afhaken als iets niet lukt en dat ze uitdagingen uit de weg gaan als ze vermoeden dat het niet in één keer gaat lukken.” Hoe kun je die problemen vóór zijn? “Een waardevolle tip voor ouders is: complimenteer je slimme kind niet te veel op zijn intelligentie. Ouders zijn snel geneigd om te zeggen: ‘Wat ben je toch slim’. Daardoor leert het kind dat het draait om ergens heel goed in zijn, dat alleen het eindresultaat telt. Ouders zouden daarentegen meer aandacht moeten besteden aan het proces achter de goede cijfers: heeft het kind hard gewerkt, heeft het zijn best gedaan? Als je je kind op zijn inzet complimenteert, ontwikkelt het een veel gezondere levenshouding. Zeg: ‘Ik kan zien dat je er hard aan hebt gewerkt’ in plaats van: ‘Wat ben je toch slim’.” Wat moeten scholen in huis hebben voor hoogbegaafde kinderen? “Leerstof die aansluit op hun niveau. Zodat ze leren dat sommige dingen moeilijk zijn, dat je er hard


“Wat het bij deze kinderen zo moeilijk maakt, is dat ze wel een hoge intelligentie hebben, maar daarnaast ook een beperking die verhindert dat ze tot prestaties komen die op hun niveau liggen. Stel, een hoogbegaafd kind heeft dyslexie. Dan kan dat kind wel heel veel, maar omdat veel lesstof heel talig wordt aangeboden, zie je dat niet terug in de prestaties op school. Gelukkig spelen scholen hier steeds beter op in. Er is nu speciaal lesmateriaal voor hoogbegaafde kinderen met dyslexie.”

voor moet werken en dat je daar dan iets mee opbouwt. Gemiddeld begaafde kinderen leren allerlei vaardigheden aan: dat je op tijd moet beginnen aan een taak en dat je je soms langere tijd moet concentreren om iets te snappen. Als hoogbegaafde kinderen geen lesstof op hun niveau krijgen, leren ze dat ze ergens maar met een half oog naar hoeven te kijken en dat ze best ook halverwege kunnen beginnen. Ze leren dan onvoldoende praktische vaardigheden aan. Bovendien moet een school leerkrachten hebben die dit herkennen in kinderen en hen daarbij ook kunnen helpen.” Komt het vaak voor dat hoogbegaafde kinderen ook ADHD of dyslexie hebben? “Ja, dat komt zeker voor. Maar wat je ook ziet, is dat hoogbegaafde kinderen die lesstof krijgen onder hun niveau, gedrag vertonen dat lijkt op ADHD, maar voortkomt uit het feit dat ze zich stierlijk vervelen en gefrustreerd zijn omdat ze niet worden uitgedaagd. Ik ben zelf zo’n jongetje geweest. Het ging bij mij heel makkelijk op school en ik was ook verschrikkelijk druk. Dat was uit verveling. Ik zeg altijd tegen docenten dat als kinderen druk gedrag vertonen, een hoge intelligentie ook weleens het probleem kan zijn. Dan zie je dat de ADHD-achtige symptomen verdwijnen als ze lesstof op hun niveau krijgen.” Als het gaat om hoogbegaafde kinderen die wel degelijk ADHD hebben of een leerbeperking zoals dyslexie, waar lopen de ouders dan tegenaan?

Het is dus heel belangrijk dat scholen snel in de gaten hebben dat ze met een hoogbegaafd kind te maken hebben. “Absoluut. Het is verstandig om daar bij kleuters al naar te kijken. Daar zijn signaleringsinstrumenten voor die scholen kunnen gebruiken. Dan kunnen ze meteen beginnen om op een goed niveau werkjes aan het kind aan te bieden.” Als een kind een beperking heeft, is het dan niet lastig om te bepalen of hij hoogbegaafd is? “Ja, dat klopt. Want voor een IQ-test moet je veel lezen en als je dan dyslexie hebt, kun je de vragen niet goed begrijpen en dan komt het juiste IQ niet naar boven. Net zoals ADHD kan zorgen voor verminderde schoolprestaties. Een kind kan dan tegelijkertijd hoogbegaafd zijn maar toch gemiddelde of beneden gemiddelde scores halen. Dan

‘COMPLIMENTEER JE SLIMME KIND NIET TE VEEL OP ZIJN INTELLIGENTIE’ denkt men vaak: hij kan nooit slim zijn. Maar het is niet zo dat kinderen die heel slim zijn, altijd goed presteren op school. Dat geldt ook voor hoog­ begaafde kinderen zonder een beperking. Als ze lange tijd onder hun niveau zijn bediend, kunnen ze gaan onderpresteren, omdat ze ongemotiveerd zijn geraakt. Ik zeg altijd: een kind met hoge Cito-scores hoeft niet altijd hoogbegaafd te zijn en een hoogbegaafd kind hoeft niet altijd hoge Cito-scores te hebben.”

BALANS 1-2016

29


advertentie

Kurzweil: de beste kans die u een kind met dysle e kunt geven Kurzweil software maakt zelfredzaam, geeft zelfvertrouwen en zorgt voor betere leerresultaten. Tienduizenden kinderen werken er al mee.

u Dit gunt d er kin toch ied n met ee leem leerprob

Kurzweil wordt succesvol ingezet bij lees- en spellingproblemen, taalontwikkelingsstoornis (TOS), autisme (ASS), ADHD en andere Special Educational Needs (SEN). Kurzweil is geschikt voor PC, Mac, iPad, iPhone en (binnenkort) Android tablet. NIEUW: U kunt nu een voordelig maandabonnement nemen. Altijd verzekerd van de laatste versie voor de laagste kosten.

www.lexima.nl/kurzweil info@lexima.nl | tel: 033 - 434 8000

Balans Magazine - Kurzweil [07-11-2015] .indd 1

9-10-2015 13:58:06

www.decoolekikker.nl NIEUW FAALANGST REDUCTIE SPEL

-

Aandacht en begrip voor het hele gezin Individuele begeleiding mogelijk Gestructureerd recreatieprogramma Verhuur van dassenhomes en hutten- Kamperen met privé sanitair Motorikpark

2016: THEMAWEKEN - 20 aug aug 15

OPGEKIKKERD! Weg met die bange gedachtes! Verander ze in opkikkertjes! Zo kun je moeilijke situaties beter aan!

18 juli - 23 juli Proef de natuur 25 juli - 30 juli Expeditie Reestdal 1 aug - 6 aug De tijdmachine 8 aug -13 aug Avonturenweek

Wereldweek 22 aug - 27 aug l de muizenvanger van’t Reestda 29 aug - 3 sept Bob de bouwer

Boek online bij Camping ‘t Reestdal

www.reestdal.nl Dé ontspannen vakantie voor iedereen!


THEMA • TERUGBLIK TRANSITIE JEUGDHULP

De familie Bolhuis

‘ZOVEEL ZORGEN EN NU NOG MEER ERBIJ’ Tekst: Sigrid Starremans Fotografie: Joris den Blaauwen

Hoe is de transitie Jeugdhulp het afgelopen jaar verlopen? Balans voerde keukentafelgesprekken met diverse betrokkenen. De familie Bolhuis uit Groningen is, onder meer, ontevreden over de ondeskundigheid van de ambtenaren. Vader Arjan: “Het ergste vind ik dat je als ouders niet wordt ontzorgd. Je hebt al zoveel zorgen en je krijgt er nu nog meer bij.” Wat heb je vandaag gedaan? Waar is je rooster? Wat voor huiswerk heb je? Robin (14), de zoon van Arjan en Renate Bolhuis, doet vmbo-basis en krijgt iedere dag na school persoonlijke begeleiding. “Robin heeft PDD-NOS en ernstige dyslexie,”

verklaart Renate. “Hij is redelijk slim maar pikt door zijn dyslexie weinig op. Ook heeft hij veel moeite met structureren en plannen. Maar vanwege die begeleiding, heeft hij zijn huiswerk grotendeels af als hij thuiskomt.” “Kregen we deze begeleiding niet,

BALANS 1-2016

31


dan zou een van ons minstens een uur per dag bezig zijn om hem aan te sporen zijn huiswerk te maken,” voegt Arjan toe. “En dan hebben we nog maar één kind gehad. Want we hebben nog drie kinderen die veel zorg en aandacht nodig hebben. Werd ons geen zorg uit handen genomen, dan zouden we helemaal gek worden.” HETZELFDE SPELLETJE Renate en Arjan vertellen hun verhaal aan de grote keukentafel. Hun vier kinderen vertoeven in de huiskamer. Af en toe komen ze de keuken binnen om iets te vragen. Arjan is accountmanager voor een bedrijf in gebouwbeheersystemen. Renate doet twee dagen per week de financiële administratie bij een loonbedrijf. Naast Robin, hebben ze nog een zoon Mark (17) en een tweeling, Manon en Kirsten (9). Mark is zeer moeilijk lerend en heeft ADD. De tweeling zit nog op het (gewone) basisonderwijs maar komt daar niet goed mee. Onlangs is geconstateerd dat Manon dyslectisch is. Mark zit op een praktijkschool en krijgt één keer in de veertien dagen individuele begeleiding. “Mark is een pleaser, hij vindt het moeilijk om zelf dingen te ondernemen,” vertelt Renate. “Met zijn begeleider gaat hij iets leuks doen: bootje varen of naar de bibliotheek. Dan moet hij nadenken over vragen als: wat moet je daarvoor regelen, wat kost het, wat zijn de openingstijden? Wij hebben deze zorg aange-

32

BALANS 1-2016

vraagd toen de puberteit naderde,” vervolgt ze. “Deze kinderen zijn onder meer verslavings­gevoelig en komen vaker in de criminaliteit terecht. Niet dat dat bij ons speelde, maar we willen wel al het mogelijke doen om het te voorkomen.” Voor Robin zou het ook goed zijn om dergelijke begeleiding te krijgen, denken ze. Arjan: “Als je niks met hem onderneemt, speelt hij iedere keer hetzelfde spelletje op zijn laptop.” Tot begin van dit jaar ging Robin naar speciale spelmiddagen, Renate en Arjan stopten die zorg uit voorzorg omdat ze niet wisten wat er komend jaar ging gebeuren. “Hij werd ook wel wat groot voor die middagen,” erkent Renate. “Maar ik heb de zorg voornamelijk gestopt vanwege de komende veranderingen.” SNIJDEN De familie Bolhuis betaalt de zorg voor de kinderen al jaren vanuit pgb’s. Alleen Manon krijgt, voor begeleiding voor haar dyslexie, zorg in natura. In de voorafgaande jaren kreeg de familie ‘een grote zak met geld’, waarvan ze zelf de zorg konden inkopen en bekostigen. “Overigens was dat altijd te veel,” vertelt Renate. “Wij stortten een groot deel van het geld weer terug.” Vanwege de transitie viel er eind 2014 een brief van de gemeente bij de familie op de deurmat. Daarin stond dat de familie tien weken van tevoren een uitnodiging van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) zou krijgen als in 2015 de beschikkingen


afliepen. De beschikkingen liepen eind maart af. Een uitnodiging van het CJG heeft de familie echter nooit gekregen. Renate: “Toen heb ik zelf maar eens contact opgenomen. Ik heb de gemeente gebeld, het CJG en de Sociale Verzekeringsbank. Ik heb met zoveel mensen gesproken. Mijn vraag was iedere keer: ‘Waar kan ik mijn indicatie laten verlengen?’ Het antwoord was altijd: ‘Dat weten wij niet, daarvoor moet je niet bij ons zijn.’ Pas na drie weken kreeg ik eindelijk een mevrouw aan de lijn bij het CJG die me beloofde het juiste formulier naar me toe te sturen.” Vanaf dat moment begint voor de familie Bolhuis een onzekere periode. Na de invulling van het ( juiste) formulier volgt er redelijk snel een keukentafelgesprek. Renate: “Dat was op zich een fijn gesprek. Het waren twee medewerkers van MEE, dus mensen die wisten waar we het over hadden. Ze luisterden echt naar ons verhaal en snapten ook dat we zorg nodig hebben. Maar een van de eerste dingen die ze zeiden, was wel: ‘We moeten snijden, je krijgt minder’. ” Vervolgens duurde het tot half juni voordat ze wisten of de aangevraagde zorg wel werd toegekend. In de tussentijd liet de familie de zorg doorlopen, met de mogelijkheid in het achterhoofd dat (een deel van) de kosten misschien moesten worden terugbetaald. In de uiteindelijke beslissing staat dat de familie minder geld en minder uren zorg krijgt toegekend. Onder meer de uren van Renate, die ook als zorgverlener staat geregistreerd, worden verminderd. Haar uurtarief gaat van 15 euro naar 8,66 euro. Zoals ze al hadden voorzien, blijkt persoonlijke begeleiding voor Robin niet mogelijk. Ook de zorg in natura, de dyslexie-begeleiding voor Manon, blijkt teruggeschroefd te zijn van één keer in de twee naar één keer in de drie weken. Arjan: “Als het erom spant of ze wel of niet op de basisschool mag blijven, kan dat uur van invloed zijn.” Renate ergert zich ook aan de berichtgeving in de media hierover. “Dan lees je dat de wachtlijsten niet langer zijn geworden voor dit soort zorg. Dat klopt ja, maar er staat dan niet bij dat de zorg wel minder is geworden.” AANMANING Renate en Arjan begrijpen best dat er bezuinigingen nodig zijn en dat om die reden wellicht niet alle zorg meer kan worden gegeven. Wat hen wel stoort, is de ondeskundigheid van de ambtenaren, de onduidelijke gang van zaken en de onzekerheid en het extra werk waar gezinnen nu mee worden

opgezadeld. Zo staat het pgb van de familie Bolhuis nu niet meer op hun eigen rekening maar op die van de Sociale Verzekeringsbank. “Maar wij blijven wel verantwoordelijk voor de betalingen,” verklaart Renate. “Ik moet alle rekeningen inscannen en doormailen. En toen er een keer een rekening niet was betaald, kreeg ik een aanmaning van de zorgverlener. Terwijl ik daar eigenlijk niks mee kan: want ja, ik betaal die rekeningen niet meer. Ook werd ik een keer gebeld door een medewerker van de Sociale Verzekeringsbank die meldde dat ik over mijn budget heen was gegaan. Ik heb dat uitgezocht en alle betaalde bedragen bij elkaar opgeteld. Het bleek niet te kloppen. Ik zit soms hele middagen boven om dit soort zaken uit te zoeken. Ze gebruiken mij als spil terwijl ik nergens meer controle over heb.” Een andere verandering die Arjan en Renate zorgen baart, is dat de gemeente het tarief van de zorgverleners ook zo ongeveer heeft gehalveerd. De familie Bolhuis wordt nu geacht om voor 37,50 euro per uur orthopedagogische medewerkers in te schakelen. “Die medewerkers kosten veel meer,” zegt Renate. “Het is alsof je ziekenhuiszorg met huisartsenzorg wilt bekostigen.” Renate heeft echter al gezien dat ze niet in de rode cijfers hoeft uit te komen als ze de normale tarieven declareert. De gemeente heeft namelijk de zorg voor alle weken voor het jaar toegekend, terwijl sommige weken uitvallen vanwege de vakanties. Renate: “Mijn vraag is echter: mag ik het totaalbedrag zelf op een andere manier verdelen dan de gemeente heeft gedaan? Of moet ik straks het restant op het

BALANS 1-2016

33


toegekende uurtarief bijbetalen?” Renate pakte wederom de telefoon om contact op te nemen met de gemeente. Dat verliep weer niet vlotjes. Uiteindelijk kreeg ze iemand aan de lijn die haar vertelde dat ze de facturen waarschijnlijk wel op die manier mag declareren. Renate is er echter niet helemaal gerust op. “Misschien dat de gemeente dit jaar nog soepel is, ook vanwege de mislukkingen met de uitbetaling van de pgb’s. Maar daarna gaan ze zich wellicht strak aan de toegekende tarieven houden. De mensen bij de gemeente denken behoorlijk zwart-wit.”

ANDERE OUDERS Renate en Arjan zijn mondig. Bovendien heeft Renate, ook vanwege haar werk, veel kennis van cijfers en inzicht in financiën. Maar ze vragen zich vaak af: hoe pakken andere ouders dit aan? Arjan: “Voor ouders die niet zo mondig zijn en weinig financieel inzicht hebben, is dit niet te doen. Die krijgen wellicht daardoor niet de zorg waar ze recht op hebben. Je moet zelf alles heel goed bijhouden. Waarom hebben gezinnen geen vaste contactpersoon waar ze alle vragen kunnen neerleggen? Het ergste vind ik dat je als ouders niet wordt ontzorgd. Je hebt al zoveel zorgen en je krijgt er nu nog meer bij.”

De belangenbehartiger ‘PRIVACY CLIËNTEN IN GEVAAR’ Marjolein Schipper, beleidsmedewerker Jeugd bij het Landelijk Platform GGZ, constateert dat er nog vele verbeteringen nodig zijn in de Jeugdhulp. “Het dieptepunt van het afgelopen jaar vind ik dat de privacy van cliënten ernstig in gevaar is.” Marjolein: “Er zijn veel verschillen tussen gemeenten als het gaat om de kwaliteit van de geboden zorg. Sommige gemeenten hebben het zo goed georganiseerd dat we geheel tevreden zijn. Maar dat is lang niet overal zo. In veel gemeenten gaat nog steeds veel aandacht en geld naar het inrichten van de administratieve processen. Gaat het om de inhoud van de zorg, dan worden alleen vragen gesteld als: hoeveel kost het? En hoe kan het goedkoper? Kennis in de toegang is essentieel en die is lang niet overal voldoende. Soms worden vrijwilligers of ‘de buurvrouw’ ingezet als de oplossing bij een ernstig probleem. Ik ben een groot voorstander voor de inzet van het netwerk, maar dan wel omdat het past bij de cliënten, niet omdat het moet. Vaak wordt hiervoor gekozen omdat het de goedkoopste oplossing is. In vele gevallen blijkt goedkoop dan overigens duurkoop. Als problemen niet goed worden aangepakt en escaleren, zijn een paar gesprekken vaak niet meer voldoende maar is uiteindelijk zwaardere zorg nodig.

34

BALANS 1-2016

Wat zeer zorgelijk is, is dat er niet overal voldoende passende zorg is ingekocht voor ouders met kinderen met complexe problematiek. In vele gevallen worden ouders van het kastje naar de muur gestuurd en duurt het lang voordat de juiste indicatie wordt gesteld. En als dan bekend is welke zorg ingezet moet worden, is er regelmatig sprake van – soms wel maandenlange – wachtlijsten. Dat kan echt niet. Als je een been breekt, wordt ook niet gezegd: “Wacht maar vijf weken op je gips.” Juist deze kinderen moeten onmiddellijk zorg krijgen! Het principe van ‘één gezin, één plan, één regisseur’ is ook nog niet op orde. In sommige gemeenten zijn nog steeds veel partijen actief rondom een gezin die van elkaar niet weten wat ze doen. Als er meer afstemming komt, vooral ook tussen onderwijs en zorg, denk ik dat er efficiënter en wellicht ook goedkoper kan worden gewerkt. Het dieptepunt van het afgelopen jaar vind ik ten slotte dat de privacy van cliënten ernstig in gevaar is. Behandelaren in de GGZ hebben beroepsgeheim, toch vragen gemeenten hen om dossiers van hun cliënten op te sturen, anders volgt er geen goedkeuring voor de zorg. Welke ambtenaren het dossier kunnen inzien en hoelang die gegevens bewaard blijven, is niet bekend. Positief is dat het op sommige plekken wel goed gaat. Gemeenten zouden meer van elkaar moeten leren en ervaringen uitwisselen.”


De Kinderombudsman ‘ERNSTIGE ZORGEN OVER WACHTLIJSTEN’ Kinderombudsman Marc Dullaert bracht begin november het tweede rapport uit over de decentralisatie van jeugdhulp naar de gemeenten. Hij onderzocht of kinderen nog steeds de zorg en hulp krijgen waar ze recht op hebben. Zijn bevindingen zijn somber. “We krijgen te veel signalen binnen dat het organisatiebelang zwaarder weegt dan het belang van het kind.” “Laat ik beginnen met het goede nieuws. Ouders en kinderen die al in een bestaand traject zitten, geven een hoog rapportcijfer, namelijk een 7,4, voor de hulp die ze krijgen. Een compliment aan de jeugdhulpverleners is dus beslist op zijn plaats. Onze zorgen betreffen de nieuwe intreders en ouders van kinderen die een herindicatie krijgen. We signaleren dat gemeenten daarbij sterk sturen op kostenbesparing. Ook wordt er veel gesteggeld tussen gemeenten over het woonplaatsbeginsel. Moet gemeente A of B nou de rekening betalen? Verder is er vaker discussie over welke wet van toepassing is op de geboden hulp en uit welk potje deze moet worden betaald. Door dit soort situaties krijgen kinderen niet altijd op tijd de juiste hulp. Laat ik een concreet voorbeeld geven. De huisarts en een psychiater hebben geconstateerd dat een jongen van zestien een langdurig klinisch traject in dient te gaan. Aanvankelijk gaat de gemeente

daarmee akkoord. Maar het besluit wordt herroepen als blijkt dat het betreffende traject niet in de regio is. De gemeente biedt vervolgens een ander traject aan dat minder geschikt en goedkoper is. Als de ouders protest aantekenen, krijgen ze als reactie: ‘Het is gewoon een lastige puber en weet u wel wat ons dat allemaal kost?’ Helaas zijn dit soort situaties geen incidenten, gemeenten gaan te vaak op de stoel van de hulpverlener zitten. Verder maken we ons ernstig zorgen over de wachtlijsten die op allerlei plekken ontstaan. Sommige gezinnen komen eerst op de wachtlijst voor een keukentafelgesprek en daarna weer op een nieuwe wachtlijst voor een behandeling. Het mag niet zo zijn dat kinderen te lang moeten wachten op een behandeling. Als straks de herindicaties gaan plaatsvinden, ontstaan er wellicht weer nieuwe opstoppingen. Een van de aanbevelingen die ik aan de gemeenten heb gedaan, is om het belang van het kind voorop te stellen en niet de kosten het zwaarst te laten wegen. Daarnaast adviseer ik gemeenten om in de beschikking te laten zien welke afweging is gemaakt bij de keuze voor het traject. In veel gevallen is die informatie nu niet transparant. Verder adviseer ik de rijksoverheid om in te grijpen in deze situatie. Zij is tenslotte systeemverantwoordelijk.”

BALANS 1-2016

35


THEMA • TERUGBLIK TRANSITIE JEUGDHULP

Hoogleraar Weijers: ‘Behoefte aan jeugdzorg is toegenomen’

‘MEER ARMOEDE­ BELEID DAN ­JEUGDHULP’ Tekst: Sigrid Starremans

Een moordend tempo, geringe ervaring en kennis binnen gemeenten, een ontbrekende infrastructuur. Eind 2014 schreef Ido Weijers, hoogleraar Jeugdbescherming aan de Universiteit Utrecht, een somber stuk over de decentralisatie Jeugdhulp naar de gemeenten. Hoe kijkt hij terug op een jaar jeugdzorgtransitie? “Het is armoedebeleid in plaats van Jeugdhulp.” In zijn stuk ‘Zwarte pieten met de zorg’ schetste Ido Weijers vorig jaar november een somber beeld over de aankomende transitie Jeugdhulp. Hij bracht in herinnering dat diverse partijen in het veld herhaaldelijk hadden gewaarschuwd voor het moordende tempo waarin drie decentralisaties werden doorgevoerd. Forse veranderingen, die bovendien ook nog eens gepaard gingen met drastische bezuinigingen. Volgens Weijers was er veel meer tijd nodig om de zaken goed te regelen en werd de problematiek mateloos onderschat. Een goede infrastructuur ontbrak, deskundigen voorzagen een administratieve en financiële chaos. Volgens Weijers stevenden we met open ogen af op een ramp en was er geen enkele reden om aan te nemen dat het goed zou komen. Is die voorspelling uitgekomen? Weijers: “Helaas wel. Op alle terreinen die ik destijds als risico heb aangemerkt, zie ik negatieve ontwikkelingen. De financiële en administratieve 36

BALANS 1-2016

chaos, die ook door veel deskundigen was voorspeld, is inderdaad ontstaan. Omdat gemeenten pas op het laatste moment te horen kregen hoeveel budget ze ter beschikking hadden, hebben ze veel te weinig zorg ingekocht. Veel jeugdzorginstellingen komen niet uit met dat budget en sommige zijn daardoor al omgevallen. Andere instellingen waren al snel door het karige budget heen. Het gevolg was dat de wachtlijsten, die de Commissie Geluk1 ook al had voorspeld, binnen een halfjaar weer terug waren. Terwijl we die voorheen juist met succes hadden teruggedrongen. Verder heeft er een verschuiving plaatsgevonden van hulpverleners naar boekhouders. Jeugdzorgaanbieders moeten nu soms wel met veertig, vijftig gemeenten onderhandelen die allemaal voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Ook de regelgeving is hartstikke ingewikkeld. Instellingen zijn daardoor gedwongen om meer administratief personeel aan te nemen en een stop te zetten op de instroom van pedagogische medewerkers. En


dan heb ik het er niet eens over dat vele hulpverleners maandenlang niet zijn uitbetaald. Het ironische is dat uit een analyse van het CBS, het Centraal Bureau voor de Statistiek, blijkt dat de behoefte aan jeugdzorg alleen maar is toegenomen. Hoe dat komt, weten we niet. Maar de veronderstelling die achter de filosofie van de transitie zit, dat het allemaal wel wat minder kan, is voorlopig nog niet uitgekomen.” U schreef dat duizenden zorgafhankelijken zich, helaas met reden, zorgen maakten over wat hen te wachten stond. Hoe is dat gegaan in de jeugdhulpverlening? Krijgen gezinnen en kinderen wel de zorg die ze nodig hebben? “Veel mensen lopen tegen problemen aan, zo bleek uit de ‘aandacht voor iedereen’ monitor (AVI), die afgelopen zomer werd gepubliceerd. Velen weten niet waar ze moeten zijn voor een gesprek met de gemeente. Ook zijn veel mensen er niet van op de hoogte dat ze onafhankelijke cliëntondersteuning kunnen krijgen. En het duurt vaak veel te lang voordat ze horen op welke zorg ze recht hebben. Verder zijn er talloze signalen dat veel gemeenten aarzelen met de inzet van specialistische zorg. De indruk is dat er te lang aangerommeld wordt met kinderen op een niet-specialistisch niveau. Er wordt gezegd: ‘Ach, een gesprekje is wel goed genoeg’. Of: ‘Ga jij maar gewoon naar school, dan raak je wel over je depressie heen’. Daardoor verergeren de problemen totdat ze escaleren en er ter plekke iets moet gebeuren. Wat je ziet, is dat de crisisopvang op diverse plekken overvol is geraakt. Terwijl dat een laatste oplossing zou moeten zijn.” Maken gemeenten wel genoeg gebruik van de expertise van jeugdzorgmedewerkers? “Het idee achter de transitie Jeugdhulp is, onder meer, dat de wijkteams een inschatting maken van de ernst van de problematiek. Lichte problematiek kunnen zij in behandeling nemen. Gaat het om ernstigere problematiek, dan verwijzen ze door naar de specialistische zorg. Maar om een goed onderscheid te kunnen maken tussen lichte en

zware problematiek, moet je specialisten inzetten. Mijn indruk is dat dat op veel plaatsen niet gebeurt. De wijkteams kampen vaak met een gebrek aan deskundigheid. Dat lijkt niet alleen in de kleine, maar ook in de grote steden zo te zijn.” Waarom wordt er geen gebruik gemaakt van die expertise? Zijn die medewerkers te duur? “Het is een centenkwestie inderdaad. Maar het is ook een visie, namelijk: mensen prikkelen om

‘SINDS DE TRANSITIE ZIJN DE WACHTLIJSTEN WEER TERUG’ zelfstandiger en meer zelfredzaam te worden. Een goed voorbeeld van hoe het ernstig mis kan gaan, was een incident in Zoetermeer een paar maanden geleden. Daar stierf een jongen aan een etterende wond, in een gezin waarvan zowel de ouders als de kinderen licht verstandelijk beperkt zijn. De William Schrikker Groep had al geconstateerd dat het gezin niet zonder structurele begeleiding kon en onder meer een schoonmaakhulp nodig had. De moeder had een konijnengekte. Het huis was een totale bende, er lag overal poep. Het wijkteam vond twee maanden begeleiding echter wel genoeg en wilde

BALANS 1-2016

37


dat het gezin het daarna weer zelf zou proberen. Het oordeel van de William Schrikker Groep, en dat zijn bij uitstek de mensen die weten hoe ze dit

‘ER WORDT TE LANG AANGEROMMELD, DE CRISISOPVANG RAAKT OVERVOL’ soort gezinnen moeten begeleiden, werd in de wind geslagen. Dat heeft ertoe geleid dat zoiets simpels als een etterende wond, die niet behandeld werd, die jongen fataal is geworden.” Heeft het moordende tempo van de invoering, en de tijd die ontbrak om alles goed voor te bereiden, voor nog meer onaangename verrassingen gezorgd? “Op het juridische vlak blijkt een aantal zaken niet goed geregeld. Zo weten de mensen in de wijkteams amper hoe je omgaat met zaken als privacy en het medisch beroepsgeheim. De gemeente beschikt over veel gegevens van burgers, ze weten bijvoorbeeld of iemand een uitkering heeft of huurtoeslag krijgt. Wat er nu gebeurt, is dat sommige gemeenten mensen onder druk zetten als ze van mening zijn dat de opvoeding niet goed verloopt. Dan wordt er bijvoorbeeld gedreigd om de uitkering stop te zetten als mensen niet willen meewerken. Vroeger moesten de instanties naar de rechter voor dit soort zaken. Maar omdat de gemeente de beschikking heeft over alle gegevens en middelen hoeft dat niet meer. Ook meent de gemeente dat ze het recht heeft om het beroepsgeheim van medici te doorbreken. Er wordt dus naar huisartsen en psychiaters gebeld om dossiers op te vragen. Gelukkig hebben de Landelijke Huisartsen Vereniging en de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten hier protest tegen aangetekend. Ook het College Bescherming Persoonsgegevens heeft gezegd dat dit zo niet kan. Er is nu herstelwetgeving op gang gekomen om ervoor te zorgen dat er enigszins fatsoenlijk met de privacy wordt omgegaan. Overigens heeft het CBP hier al lange tijd van tevoren voor gewaarschuwd. Maar er is gewoon gewacht totdat de situatie onhoudbaar werd.” 38

BALANS 1-2016

Wat vindt u eigenlijk van de transitie? “Ik ben het ermee eens dat sommige zaken moesten worden veranderd. Mijn zorg lag echter bij het gebrek aan voorbereiding. We hadden eerst een aantal pilots moeten draaien en moeten uitzoeken wat wel en niet werkt. Die hadden ongetwijfeld geleid tot bijstelling van de plannen. Dan was er ook meer tijd geweest om de administratie en de automatisering goed op orde te brengen. Iedereen, zorgverzekeraars, hulpverleners en hoogleraren, heeft aangegeven dat het tempo te hoog lag. Maar nee, het moest allemaal ‘snel-snel’ gebeuren omdat er moest worden bezuinigd.” Wat moet er gebeuren om de situatie te ­verbeteren? “Ten eerste moet er geld bij. Het is nu meer armoedebeleid dan jeugdzorg. Er is schreeuwende behoefte aan meer plekken en handen in de Jeugdhulp. Helaas heeft niemand het daarover. De gedachte is nog steeds dat de sector zichzelf wel redt. Ook moet er reparatiewetgeving op gang komen, onder meer op het gebied van de privacy, waarover nog steeds zorgen bestaan. Verder wordt er nu een opleiding ontwikkeld voor wijkregisseurs. Dat is goed, maar het is merkwaardig dat dit achteraf gebeurt.

‘HET MOEST ALLEMAAL ‘SNEL-SNEL’ GEBEUREN VANWEGE BEZUINIGINGEN’ Al met al denk ik dat we nog een paar jaar nodig zullen hebben om de slechte start goed te maken. Er zijn nu mensen die particuliere oplossingen gaan zoeken omdat ze niet in de jeugdhulpmolen terecht willen komen. Wellicht dat sommige politici daar blij mee zijn. In een welvarend land als Nederland vind ik dat echter gruwelijk.” Ido Weijers’ blogs zijn te volgen op www.pedagogiek.nu

1 De Commissie Geluk is de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd die landelijk over de voortgang rapporteert.


De kinderpsychiater ‘DE BUREAUCRATIE IS ENORM’ Er gaat te veel geld naar de administratie en de zorg is te versnipperd. Dat vindt Robert Vermeiren, voorzitter van de afdeling Kinderpsychiatrie van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie. “Kinderen moeten overal dezelfde behandeling kunnen krijgen.” “In de ene regio zijn wachtlijsten, in de andere zijn ze er niet. In de ene gemeente zitten specialisten in het wijkteam, in de andere zijn het mensen die van alles een beetje weten. Wat het effect van de transitie op de kwaliteit van de zorg is, weten we gewoon niet. Het is overal anders. Er is geen peil op te trekken en dat is zorgelijk. Wat we wel weten, is dat er ontzettend veel geld gaat naar de administratie. De bureaucratie is enorm. Voorheen hadden we één facturatiesysteem, nu doet iedere gemeente het op zijn eigen manier. En dat levert behandelaren ontzettend veel extra werk op. Mensen raken daar ontmoedigd van en dat begrijp ik ook. We hebben ons vak geleerd om mensen te helpen, niet om papieren in te vullen. In dat kader maak ik me extra zorgen om de vrijgevestigden die geen administratieve hulp hebben. Sommigen zijn er om die reden al mee gestopt of zijn zich gaan richten op volwassenen.

ondersteun ik. Alleen moet je dan de tijd nemen om de eerste lijn en de wijkteams goed op te bouwen. Nu zijn er vanaf december 2014 tot januari 2015 honderden wijkteams bij gekomen die plotseling moesten beginnen. Bovendien is de transitie gepaard gegaan met een enorme bezuiniging. De ervaringen in Denemarken, waar ze een vergelijkbaar systeem hebben, leren dat je in de beginjaren juist moet investeren in een dergelijk proces. Uiteindelijk kan de zorg dan goedkoper omdat de wijkteams meer aankunnen en de doorstroom naar de specialistische zorg automatisch krimpt. Wat er nu moet gebeuren? Ik snap dat gemeenten verschillend zijn en beleidsvrijheid willen hebben. De zorg is nu echter te versnipperd. Er moeten in elk geval standaarden komen voor één facturatiesysteem. Het is nergens voor nodig dat die overal verschillend zijn. Dat geldt ook voor de toewijzing van zorg en de behandeling. Een kind met ADHD in Capelle aan den IJsel hoeft geen andere behandeling te krijgen dan een kind in Maastricht met dezelfde aandoening. Verder moet er heel goed worden gekeken naar de vraag: wat is er voor nodig om de wijkteams succesvol te maken? Ik sluit niet uit dat er dan tijdelijk meer geld moet worden geïnvesteerd.”

Het idee om stevige jeugdteams op te zetten die laagdrempelige hulp dicht bij huis geven en de instr oom naar de specialistische zorg beperken,

BALANS 1-2016

39


THEMA • TERUGBLIK TRANSITIE JEUGDHULP

‘Gemeenten veel beleidsvrijheid’

LVVP: ‘PRIVACY KINDEREN WORDT GESCHONDEN’ Tekst: Anouk van Westerloo

Bijna een jaar na de transitie van de Jeugdhulp naar de gemeenten zijn er nog steeds behoorlijk wat zaken die ouders en zorgverleners zorgen baren. Zo is het onderwerp privacy een heikel punt. Volgens direct betrokkenen gaan er bij veel gemeenten op dat punt dingen mis. Onlangs heeft de LVVP, de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten, een onderzoek naar Jeugdhulp gedaan onder de eigen leden. Daarbij kwamen behoorlijk wat misstanden aan het licht. Annemarie van der Meer is beleidsmedewerker bij de LVVP en heeft onder meer het dossier Jeugdwet in haar portefeuille: “Er gaan verschillende dingen mis. Sinds augustus is een ministeriële regeling van kracht die bepaalde zaken rondom privacy regelt, maar daarin zit een onzorgvuldigheid. Er staat bijvoorbeeld niet in dat alleen een medisch adviseur inzage mag hebben in het behandelplan, zoals in de zorgverzekeringswet voor volwassenen wel is geregeld. Zo’n medisch adviseur is op de hoogte van het beroepsgeheim en weet hoe hij met de privacy van patiënten moet omgaan. Zeker bij kleinere gemeenten weten we dat die geen medisch adviseur in dienst hebben. Veel gemeenten zeggen dan dat al hun medewerkers een eed hebben afgelegd, dus dat de privacy toch is gewaarborgd, maar wij vinden dat van een totaal andere orde dan het medisch beroepsgeheim. Bovendien wordt een herindicatie nu soms uitgevoerd door een gemeente-ambtenaar die daar niet voor is opgeleid. Sommige gemeenten 40

BALANS 1-2016

gaan op de stoel van de behandelaar zitten, en dat kan nooit de bedoeling zijn. We zien nu helaas waar we op voorhand al onze zorgen over hebben geuit, dus voordat de transitie werd ingezet. De privacy is in de aanloop gewoon geen prioriteit geweest.” VERPLICHT INFORMATIE AFGEVEN Niet alleen wordt niet altijd een medisch adviseur ingeschakeld, ook de procedures die gelden voor het opvragen van medische dossiers worden niet altijd gevolgd. Van der Meer: “Sommige gemeenten slaan stappen over. Ze willen controleren of de zorg die zij moeten vergoeden ook echt is verleend. Als je dat wilt doen, moet je een bepaald stappenplan volgen. Eerst doe je een administratieve controle, je vraagt bijvoorbeeld inzage in de agenda van de behandelaar. Vervolgens, als je dat niet genoeg vindt, volgt een materiële controle. Dan kun je bijvoorbeeld de verwijsbrief opvragen. Pas daarna, als er nog steeds twijfels zijn, kun je het behandelplan opvragen. Sommige gemeenten gaan meteen naar stap 3 en zeggen er dan soms ook nog bij dat de zorg niet wordt vergoed als de gevraagde informatie niet op tafel komt. Bovendien wordt niet altijd duidelijk verteld wie er bij een gezin thuis het


keukentafelgesprek komt voeren en inzage wil in het dossier. Is dat een gezondheidszorgpsycholoog, ingehuurd door de gemeente, is dat een maatschappelijk werker of zomaar een medewerker? Dat maakt nogal verschil.” Iets dergelijks als in het voorbeeld van Van der Meer, gebeurde Andrea Bullard. Om hulp te krijgen voor haar zoon moest er eerst een diagnose komen. De kinderarts, die haar zoon al zag, heeft daar toen haast achter gezet. In het eerste keukentafelgesprek in mei dit jaar, nog vóór er een diagnose lag, werd Andrea duidelijk gemaakt dat ze geen huishoudelijke hulp kon krijgen, en ook geen pgb. Andrea: “Ik vroeg helemaal niet om huishoudelijke hulp. Ik wilde hulp voor mijn zoon. Hoe kon deze professional beslissen dat er geen pgb kwam? Er was zelfs nog geen diagnose gesteld. Mij is nog steeds niet duidelijk welke functie deze mevrouw had. Een soort consulente? Zeker geen psycholoog of psychiater. Ze had wel inzage in het medisch dossier van mijn kind. Ze wilde alle rapporten van de psychiater zien, anders zou de zorg niet doorgaan. En ik was zelfs verplicht om al die informatie ook vrij te geven aan de schoolarts, die ik nog nooit van mijn leven heb gezien. Mijn zoon, die sinds september is gediagnosticeerd met asperger, heeft al een kinderarts, een kinderpsycholoog, een kinderpsychiater en een begeleider. Wat moet ik met die schoolarts? En waarom moet die het dossier hebben van een kind dat hij nog nooit heeft gezien?” VRIJWILLIG Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) erkent dat de regels rondom privacy niet door iedere gemeente even strikt worden gevolgd. “Als gemeenten zomaar dossiers opvragen en daarbij zeggen dat er anders geen hulp kan worden geboden, dan zitten ze echt fout. Dat mag niet,” zegt Hans Versteeg van de VNG. “Als gemeenten toestemming vragen, in de

zin van de Wet bescherming persoonsgegevens, dan moet die informatie echt vrijwillig worden gegeven. En als er een soort dreigement achter schuil gaat, is dat heel kwalijk. Als wij dat horen van gemeenten, zijn we daar ook duidelijk in: dat mag en kan niet. Maar toch ligt het privacyvraagstuk wat genuanceerder. Het is niet altijd ondubbelzinnig, veel dingen zijn afwegingen. Je moet als gemeente nu de afweging maken tussen zo min mogelijk gegevens uitwisselen om de privacy te beschermen, en aan de andere kant heb je gegevens nodig om een goede beoordeling te kunnen maken om de rechtmatige besteding van geld te kunnen vaststellen. In de wet staat dat je ‘proportioneel’ gegevens moet opvragen. Maar wanneer is het dan te veel en wanneer te weinig? Dat zijn nieuwe vraagstukken waar gemeenten mee te maken krijgen. Volgens de wet moet je transparant zijn, maar moet dat altijd vooraf? Of is het in sommige gevallen ook achteraf mogelijk? Binnen de kaders van de wet is er dus nog behoorlijk wat vrijheid om afwegingen te maken, en bij gemeenten speelt nu vooral: hoe doe je dat? Ik ontken niet dat er ook sommige gemeenten zijn die buiten de kaders treden, maar ik denk dat het in vrijwel alle gevallen niet doelbewust is en vaak met de beste bedoelingen. Uiteraard moeten dat soort fouten worden gecorrigeerd. Zo horen wij van gemeente-ambtenaren die dossiers of aantekeningen over een gezin opslaan op de cloud op internet, of via een google-account versturen. Dat kan echt niet. Daar moeten we met zijn allen van leren.” ONGELIJKHEID Een ongewenst gevolg is volgens de LVVP dat sommige ouders ervoor kiezen om dan maar de zorg voor hun kind zelf te betalen, en zo de privacy van hun kind en het gezin te waarborgen. Van der Meer: “Dat betekent dus dat je ongelijkheid krijgt in de zorg. Dat de privacy alleen nog kan worden gewaarborgd voor mensen met geld.”

Ook voor de VNG zou dat een ongewenste situatie zijn. Wettelijk is het volgens de VNG en ook volgens het ministerie van VWS allemaal goed genoeg geregeld met de privacy. Versteeg: “De vraag is alleen of je voldoende mogelijkheden hebt om daar toezicht op te houden en in te grijpen als gemeenten dat niet doen.” ONVOLDOENDE WAARBORGEN Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) ziet dat anders. “Er zijn onvoldoende privacy-waarborgen ingebouwd voor zowel de Jeugdhulp als het sociaal domein,” stelt een woordvoerster. “Ook zijn er gegevensverwerkingen niet geregeld. De wetgever heeft hier steken laten vallen.” Het CBP heeft al verschillende malen geadviseerd dit beter in de wet te regelen. Ook moest

‘PRIVACY IS IN DE AANLOOP GEEN PRIORITEIT GEWEEST’ de financiële afhandeling van jeugdzorg worden verbeterd. De wet wordt inmiddels op dit laatste punt aangepast. Tot die tijd heeft het CBP ingestemd met een tijdelijke ministeriële regeling, onder strikte voorwaarden. KINDERZIEKTES Voor de LVVP is het lastig om grip te krijgen op het privacyprobleem, mede doordat gemeenten veel beleidsvrijheid hebben. Van der Meer: “We zien wel dat de VNG en gemeenten zich ook zorgen maken en het probleem erkennen, maar ondertussen wordt de privacy van kinderen wel op grote schaal geschonden. De VNG heeft factsheets ontwikkeld waar gemeenten mee aan de slag kunnen, maar ze kunnen gemeenten nergens toe verplichten. Er zijn naar aanleiding van brieven die wij naar de Tweede Kamer hebben gestuurd, Kamervragen gesteld aan staatssecretaris Van Rijn, maar die

BALANS 1-2016

41


reageerde nogal defensief en lauw. Het zijn ‘kinderziektes’, zegt hij. ‘De gemeenten zouden moeten weten hoe het moet, en dat het hier en daar nog hapert is niet gek bij zo’n grote operatie als deze transitie.’ Maar het CBP heeft destijds al gezegd dat ‘kinderziektes’ in het systeem geen excuus mogen zijn voor het schenden van privacy. Buiten dat moet je aan kinderziektes wel actief iets doen om ze weg te krijgen, en het is voor de mensen die er nu de dupe van zijn wel heel vervelend. Zeker omdat het hier om kinderen gaat die nog hun leven voor zich hebben. Met dit soort gevoelige informatie moet je zeer zorgvuldig omgaan.” Bij Andrea uit Landgraaf is de zorgvuldigheid in elk geval ver te zoeken geweest. Andrea: “Ten eerste kreeg ik nooit degene die ons dossier behandelt direct aan de lijn. Ik kreeg een receptionist, waar ik dan het hele verhaal aan moest vertellen, die verbond me vervolgens door met iemand anders, die ik ook weer alles moest vertellen. En iedereen kon zo via de computer in ons dossier kijken. Dat klopt toch niet? En toen we eindelijk het behandelplan kregen thuisgestuurd, bleken er enveloppen verwisseld. Ik kreeg het behandelplan van een heel ander gezin, met niet alleen het medische dossier van het kind, maar ook dat van de moeder, inclusief namen, BSN-nummers, werkgevers, telefoonnummers, e-mailadressen en het huisadres. En waar ons behandelplan is gebleven? De gemeente weet het niet. Misschien wel bij een gezin dat mijn zoon kent via school? Wie zal het zeggen?” TRANSPARANTIE Wat kun je nu als ouder doen als je zorg nodig hebt voor je kind, en je twijfelt of wat de gemeente van je wil weten wel nodig is? Wat zijn je rechten? Welke informatie moet je wel en welke hoef je niet te geven? Het CBP is er duidelijk over. De woordvoerster: “Vaststaat dat gemeenten zich óók aan de Wet bescherming persoonsgegevens moeten houden. Daarbij mogen zij niet meer gegevens gebruiken dan noodzakelijk. En mogen zij de verzamelde persoonsgegevens niet zomaar voor een ander doel gebruiken. Ook moeten gemeenten de verzamelde persoonsgegevens goed beveiligen. Verder moeten gemeenten mensen goed informeren over wat zij met hun gegevens doen. En mensen de mogelijkheid geven hun privacy-rechten uit te oefenen.” 42

BALANS 1-2016

Volgens Hans Versteeg van de VNG moet je als gemeente mensen zo goed mogelijk informeren, en zelf goed nadenken over elke vraag om informatie die je stelt. “Als je als gemeente niet goed kunt uitleggen aan een gezin welke informatie je precies nodig hebt, waarvoor je dat wilt gebruiken en wie er allemaal inzage in zal hebben, dan kun je ervan uitgaan dat je fout zit. En als ouder moet je die vragen dus ook stellen aan de gemeente. Als je geen bevredigend antwoord krijgt, dan moet je het niet doen. Dat de gemeente je dan uitsluit van zorg, mag pertinent niet. Overigens denk ik dat veel ouders best bereid zijn om informatie te geven, als ze maar duidelijk wordt uitgelegd waar dat voor nodig is en wie er inzage hebben. Transparantie is heel belangrijk. En misschien nog wel belangrijker is het vertrouwen dat mensen kunnen kwijtraken als je niet transparant bent. Als er geen vertrouwen is tussen een cliënt en de gemeente, dan is de hulpverlening bij voorbaat al gedoemd te mislukken. Op dit punt zien we overigens wel winst. Praktisch alle gemeenten hebben inmiddels folders waarin ze de gang van zaken uitleggen aan de betrokken gezinnen. Ik zie dat er dingen verbeteren, maar het zal een kwestie zijn van een lange adem. Het blijft mensenwerk en het zal nooit voor honderd procent goed gaan.”

De Wet bescherming persoonsgegevens biedt volgens het CBP weliswaar ruimte voor afwegingen, maar is op een aantal punten ook héél duidelijk: 1-Niet meer gegevens opvragen dan noodzakelijk. In het geval van Andrea betekent het, dat zeker niet zomaar een heel dossier kon worden opgevraagd. 2-Toestemming moet altijd vrij zijn. Je kunt dus niet worden verplicht ergens mee in te stemmen. Bovendien kun je alleen echt ergens mee instemmen als je weet wat de bedoeling is van het delen van de gegevens. 3-Transparant zijn over waarom je welke gegevens over wie verwerkt. Andrea had verteld moeten worden wat de functie van de mevrouw was die het keukentafelgesprek voerde, met welk doel zij de gegevens over haar zoontje verwerkt en welke gegevens daar specifiek voor nodig zijn. Lees meer over privacy en de wet: www.cbpweb.nl


De gemeente-ambtenaar ‘WIJ STELLEN KWALITEIT ECHT VOOROP’ Volgens Evelyn Kamann, programma-manager Jeugdhulp Lelystad, heeft de transitie vele pluspunten. Al verlopen de processen nog niet altijd vlekkeloos. “Ik vind niet dat de transitie te snel is ingevoerd. Er is al jaren van tevoren over gesproken. Hoeveel tijd je ook zou hebben, vlak voor een deadline wordt zo’n situatie altijd hectisch. Ik denk dat het goed is geweest dat de plannen op een gegeven moment zijn doorgezet. Anders had de onzekerheid voor de cliënten nog langer geduurd. Als ik in Lelystad kijk, dan zie ik dat er betrekkelijke rust is. Heel positief is ook dat wij weinig klachten en bezwaren van cliënten hebben binnengekregen gedurende het jaar. In Lelystad hebben we veel geïnvesteerd in expertise aan de voorkant van de zorg, dus in de jeugd- en gezinsteams. Bij ons zitten daar echt professionals uit de jeugdzorg in, en ook bijvoorbeeld gedragsdeskundigen. Vroeger zaten hulpverleners met verschillende expertises verspreid over de provincie en verschillende instellingen. Nu zitten ze bij elkaar in een team en kunnen ze gebruik maken van elkaars kwaliteiten. De schotten tussen verschillende typen zorg zijn weggevallen. De lijnen zijn korter. Er is veel meer maatwerk mogelijk en meer ruimte om bij de vraag van gezinnen aan te

sluiten. De gesprekken tussen ouders en professionals lopen over het algemeen goed. De ouders stellen samen met de professional het plan op. De ouders zijn de baas over het plan, zij weten waar ze behoefte aan hebben en dat is leidend. Tenminste dat is de weg die we op willen gaan. We zijn nu driekwart jaar bezig, het gaat nog niet in alle gevallen vlekkeloos. Ook de ‘één gezin, één plan, één regisseur’-gedachte is nog niet altijd realiteit. Het beeld dat gemeenten te veel sturen op kostenbesparing, vind ik voor Lelystad niet herkenbaar. Wij stellen echt de kwaliteit voorop. Het is wel zo dat niet altijd meer alles mogelijk is. Je moet het met elkaar wel kritisch hebben over de vraag: wanneer is goed, goed genoeg? Qua budget denk ik dat we net wel of net niet uitkomen aan het eind van het jaar. Wij zijn eerder in het nieuws geweest vanwege vermeende financiële tekorten maar dat had te maken met de contracten met GGZ-instellingen: de ene instelling had te weinig geld gekregen en de andere te veel. Ouders hebben daar geen last van gehad. We zijn er nog niet. Maar ik denk dat we echt beter uitkomen dan waar we vandaan komen als we dat gesprek met elkaar blijven voeren en de knel­ punten weten te benoemen en te verbeteren.”

BALANS 1-2016

43


THEMA • TERUGBLIK TRANSITIE JEUGDHULP

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS):

‘IDEALE ZORG VOOR OUDERS EN KINDEREN NOG NIET BEREIKT’ Tekst: Beatrice Keunen Fotografie: Ministerie VWS

Hoe kijkt Martin van Rijn, als staatssecretaris ‘syteem-verantwoordelijk’ voor de landelijke stelselwijziging, terug naar de decentralisatie Jeugdhulp naar de gemeenten? ‘Als er signalen zijn van wachtlijsten, bellen we daar achteraan.’

44

Terugkijkend op het afgelopen jaar, hoe beoordeelt u dan de snelheid waarmee deze invoering gepaard ging? “Ik ben ervan overtuigd dat meer tijd geen oplossing biedt in dit soort situaties. Dan worden lastige vraagstukken nog steeds vooruitgeschoven tot er echt een knoop moet worden doorgehakt.”

wijkteams waarin professionals met verschillende achtergronden samen de hulp regelen voor kinderen en gezinnen die het nodig hebben. Natuurlijk loopt dat nog niet overal vlekkeloos. In ieder geval is het een grote stap vooruit als je terugkijkt naar het zeer versnipperde systeem dat we hadden.”

De gemeenten moesten zich door de snelheid van de decentralisatie, zo werd in het veld van de GGZ gezegd, meer richten op administratieve taken. Daarmee kwam de zorg voor kinderen en jeugdigen met een ontwikkelingsprobleem in het gedrang… “Ik zie dat anders. Natuurlijk kwam er veel af op ouders en kinderen, professionals en gemeenten in dit eerste jaar. Maar we moeten ook niet vergeten dat er voor kinderen en gezinnen in veel gevallen nog niet zoveel veranderde door het overgangsrecht. Nu zien we overal in Nederland hoe de nieuwe aanpak zich verder ontwikkelt. Veelal met

Hoeveel is er dit jaar landelijk gezien concreet bespaard op Jeugdhulp? “Dit jaar is er in totaal drie procent minder budget beschikbaar voor alle jeugdzorg in vergelijking met vorig jaar. Dan heb je het over 120 miloen euro. Dat is een heel beperkte besparing. Zeker als je bedenkt dat allerlei zaken veel efficiënter kunnen worden geregeld als niet vijf of tien hulpverleners naast elkaar het beste proberen te doen voor een kind of gezin, maar als er goed gecoördineerd wordt samengewerkt vanuit één plan met één regisseur die het overzicht heeft.”

BALANS 1-2016


Wij horen via instellingen binnen het openbaar bestuur en de GGZ dat het juist extra geld kostte, deze transitie. Wat denkt u? “Natuurlijk zijn er extra kosten gemoeid met de overgang van het ene systeem naar het andere. Je moet ook niet alleen naar het overgangsjaar kijken, maar op de langere termijn. Laten we niet vergeten dat we uit een systeem komen dat heel versnipperd was en veel te wensen overliet als het ging om de kwaliteit van de hulp en de veiligheid van kwetsbare kinderen. Dat hebben we nu achter ons gelaten. Maar de ideale zorg voor kinderen en gezinnen hebben we daarmee natuurlijk niet in één keer bereikt. Dat kost tijd. Net zoals het tijd kost om efficiënter te werken en met minder geld betere Jeugdhulp te realiseren. Daarom worden de bezuinigingen ook over een aantal jaar en niet in één keer doorgevoerd.” Het Landelijk Platform GGZ zegt dat de privacy ‘ernstig in gevaar is’. Herkent u dit signaal uit de praktijk? En waar zit volgens u de oplossing? “Er zijn in de wetsbehandeling hele strikte afspraken gemaakt over het uitwisselen van en de toegang tot privacygevoelige informatie in het jeugdstelsel. Professionals en gemeenten moeten zich aan die afspraken houden. Dat zal niet overal in één keer zonder incident gaan. Maar ik vind ‘ernstig in gevaar’ een term die geen recht doet aan de strenge regels. Laten we er vooral praktisch mee omgaan. Stap bij signalen dat het niet goed gaat met privacygevoelige informatie naar de gemeenteraad. Melden bij mij kan natuurlijk ook. Als ik namen en rugnummers heb, spreek ik gemeenten daarop aan.” Een moeder, die aan het woord komt in ons magazine, schrijft dat ze onlangs het dossier van een buurtgenoot ontving vanuit de gemeente. Verkeerd geadresseerd... “Dat is een heel raar incident dat natuurlijk niet zou mogen voorkomen. Daar moet de gemeente op worden aangesproken. Ik hoop dat de gemeenteraad dat al heeft gedaan.” De Kinderombudsman schrijft dat de rijksoverheid ‘systeemverantwoordelijk’ is voor de wachtlijsten die het afgelopen jaar zijn ontstaan. Kinderen moeten wachten op hulp. Gezinnen

krijgen niet de hulp die nodig is. Gaat u ten aanzien hiervan ingrijpen in het systeem? En hoe? “Kinderen die met spoed hulp nodig hebben, moeten die hulp natuurlijk direct kunnen krijgen. Daar zijn ook afspraken over met gemeenten. Mogelijke wachtlijsten en wachttijden zijn een doorlopend punt van aandacht in mijn contacten

‘NATUURLIJK LOOPT HET NOG NIET OVERAL VLEKKELOOS’ met gemeenten en aanbieders. Vergeet niet, we zijn pas tien maanden onderweg met de Jeugdwet dus je moet betrokkenen de ruimte geven om te wennen aan de nieuwe manier van samenwerken. Maar ik houd tien vingers aan de pols. Als er signalen zijn van wachtlijsten, bellen we daar achteraan om te kijken wat er aan de hand is. Om helder te krijgen hoe gemeenten en aanbieders in die regio dat snel vlot kunnen trekken.” Gemeente-ambtenaren en wijkregisseurs beschikken ontoereikend over kennis van GGZ-problematiek en over de inhoud van het medisch beroepsgeheim. Welk aanbod gaat u hen doen? “Natuurlijk is het belangrijk dat ambtenaren zich goed verdiepen in de materie. Maar ze hoeven geen deskundigen te worden, dat moeten ze vooral aan de professionals overlaten.”

BALANS 1-2016

45


De professional ‘ALS HULPVERLENER KUN JE DIRECT HANDELEN’ Mirjam de Mooij kreeg begeleiding via het jeugd- en gezinsteam voor haar zoon Ivo. “We hadden veel indianenverhalen gehoord maar het was allemaal prima geregeld.” Moeilijk contact maken met andere kinderen, driftbuien, bijten, zich afsluiten. Ivo heeft al sinds zijn vierde jaar problemen op school en thuis. Op zijn zesde werd bij Curium-LUMC Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie de diagnose autisme gesteld. “Ivo zit nu op het speciaal basisonderwijs,” vertelt zijn moeder Mirjam de Mooij. “Dat gaat heel goed. Voor verdere begeleiding konden wij twee kanten op: óf individuele therapie óf begeleiding om de druk op het hele gezin te verminderen.” Mirjam koos, in overleg met de behandelaren, voor de laatste optie. “Ivo is sfeerbepalend in het gezin,” verklaart ze. “Bovendien legt hij veel druk op zijn oudere broertje van elf dat ook autisme heeft. Het was belangrijk om balans te creëren in ons gezin.” Mirjam werd verwezen naar Nelleke Zutt van het kersverse jeugd- en gezinsteam van Oegstgeest. Nelleke was geen onbekende, bij Curium was ze een van de behandelaren van Ivo. Sinds dit jaar maakt ze ook, als gezinswerker, deel uit van het jeugd- en gezinsteam. In een keukentafelgesprek bij Mirjam thuis werd vastgelegd wat de hulpvraag was en welke aanpak het beste zou werken. In veel

46

BALANS 1-2016

gevallen koppelt Nelleke de hulpvraag terug naar haar collega’s (met andere specialismen) maar nu was dat niet nodig. “De hulpvraag was heel helder en duidelijk, ik ben direct gestart met het zoeken van begeleiding,” vertelt Nelleke. “Dat vind ik ook zo fijn aan deze werkwijze. De lijntjes met de ouders zijn kort en als hulpverlener kun je direct handelen. Vroeger, toen Bureau Jeugdzorg nog tussen een dergelijke aanvraag zat, duurde zo’n traject vaak veel langer.” Voor Ivo werd drie keer per week gespecialiseerde begeleiding na schooltijd aangevraagd. Ook komt er nu één keer per week een ambulant begeleider bij het gezin thuis. De aanvraag voor de begeleiding verliep niet helemaal vlotjes. Mirjam: “Het budget van de gemeente was al op. Er moest een nieuwe aanvraag worden ingediend, daarom moesten we een paar weken wachten. Maar die wachttijd was maar kort in mijn beleving. Met andere trajecten, bijvoorbeeld om een plek te krijgen voor Passend Onderwijs, ben je veel langer bezig.” Mirjam is tevreden, ze vindt het proces snel en goed verlopen. “We hadden allemaal indianenverhalen gehoord over de jeugdteams maar het was allemaal prima geregeld.” Mirjam mag zich gelukkig prijzen want inmiddels is het geld echt op voor de begeleiding en is er een aannamestop van kracht.


COLUMN • BERICHT VAN ARGA ARGA PATERNOTTE

JEUGDZORG: GELIJK KRIJGEN, MAAR NIET BLIJ Altijd als ik een rapport tegenkom over de toestanden in de Jeugdhulp, of ouders hoor vertellen dat ze in de hulpverlening zonder enig resultaat met hun kind van het kastje naar de muur worden gestuurd, strijden bij mij twee reacties om voorrang. De eerste: ‘Zie je wel, we hebben het voorspeld, dit kon niet goed gaan. Je kunt niet een stelselwijziging doorvoeren en tegelijkertijd flink bezuinigen.’ De ‘we’ waren niet de minsten. Het waren de Kinderombudsman, de zorgverzekeraars, professionals uit de jeugdzorg, en ja ik deed voor Balans mee. Ik zag die hele operatie ook somber in. ‘We’ hadden dus wel degelijk gelijk toen we probeerden de nieuwe Jeugdwet tegen te houden of op z’n minst uit te stellen. ‘We’ hadden het bij het rechte eind toen we beweerden dat de leden van de Tweede Kamer zich zoet lieten houden met praatjes als ‘hulp dicht bij huis’, ‘participatiesamenleving’, ‘hulpvragers in hun kracht zetten’ en meer van dat fraais.

Arga Paternotte is voormalig hoofdredacteur van Balans Magazine en tegenwoordig adviseur van de oudervereniging.

De tweede: fijn dat we gelijk hebben? Nou nee. Want het gaat wel om onze jeugd. Ik moet bij de zorgelijke berichten in de media vaak denken aan het gesprek dat kinder- en jeugdpsychiater Menno Oosterhoff en ik hadden met mevrouw Loes Ypma die dit dossier beheerde voor de PvdA-fractie in de Tweede Kamer. Wij probeerden haar warm te maken om alsnog te proberen de JeugdGGZ buiten de hele operatie te houden en de expertise binnen deze (medische) sector te behouden. Nou, dat was een onbegonnen zaak. Zonder naar ons te luisteren – ze kende

die verhalen al lang -maakte ze ons duidelijk dat ze ervan overtuigd was dat het allemaal goed zou komen. Ik kreeg warempel nog een soort uitbrander dat ik, met mijn geschrijf, die ouders veel te ongerust maakte. Het is nu ruim een jaar geleden. Zou mevrouw Ypma, en met haar alle voorstem-

‘IK ZOU MET MIJN GESCHRIJF OUDERS VEEL TE ONGERUST MAKEN’ mers in de Tweede en Eerste Kamer, bij alle zorgelijke berichten in de media nog weleens aan de stemming voor die wet denken? Zouden ze zich misschien een heel klein beetje achter de oren krabben als ze horen dat er zorginstellingen omvallen of wachtlijsten ontstaan omdat ze door hun budget heen zijn? Dat de medische geheimhouding nog steeds niet is geregeld, de keukentafelwerkers alle medische gegevens van de gezinnen eisen onder dreiging van het verstoken blijven van hulp? Dat ouders van wijkteams te horen krijgen daar helemaal niet te mogen aankloppen, omdat ze daarvoor eerst bij de gemeente langs moeten? En er dus alleen maar uitvoerende lagen zijn bijgekomen? Of was het voor hen een doodgewone deal met de coalitiepartners? Arme kinderen en ouders die daarvan de dupe zijn.

BALANS 1-2016

47


OUDER • IN VERTROUWEN

‘ÍK MOEST IETS ­VERANDEREN’ De naam van de auteur is bekend bij de redactie.

Petra (39) en haar man Jochem (44, dyslexie) hebben samen drie meiden: Saskia (17, MCDD), Fenna (14, dyslexie) en Maartje (12). Naast haar baan in de hulpverlening, was Petra jarenlang de ‘motor’ van het gezin. Een jaar geleden kreeg ze een burn-out. “Vorig jaar, vlak voor de zomervakantie, kreeg ik last van hartkloppingen. Zo onverwachts als ze kwamen, verdwenen ze ook weer, dus heb ik ze genegeerd. De zomer ging voorbij en ik merkte dat ik me toch niet helemaal goed voelde. Ik kon steeds minder, was sneller vermoeid en collega’s begonnen te vragen of het wel goed ging. Eenmaal bij de huisarts bleek er van alles mis. Mijn bloeddruk was te hoog, ik sliep slecht, transpireerde en mijn kortetermijngeheugen liet me in de steek. Onder de douche wist ik niet meer of ik mij gewassen had; ik liet de sleutels in de voordeur hangen en gesprekken drongen niet tot mij door. Ook kon ik mij niet goed concentreren en raakte ik sneller geïrriteerd. De diagnose volgde snel: ik had een burn-out. Terugkijkend waren er al vroeg voortekenen. De eerste kwam zestien jaar geleden. Ik was nog bezig met mijn opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Daar werd ik helemaal doorgelicht en werd er gewaarschuwd voor overbelasting. Ik trok mij hier toen weinig van aan en ging aan het werk. PUZZELSTUKJES Na jarenlang werkzaam te zijn geweest als oppasmoeder en thuisbegeleider van kinderen met 48

BALANS 1-2016

autisme en ADHD, kwam ik in strijd met mijzelf. Ik verleende hulp aan andere gezinnen, terwijl Saskia net de diagnose MCDD had gekregen. Die diagnose was prettig, omdat de puzzelstukjes hierdoor op hun plaats vielen en we haar betere hulp konden bieden. Maar ik kreeg het idee dat ik mijzelf meer moest verdelen. Vijf jaar geleden ben ik van baan geswitcht. Ik kwam terecht op de administratieve afdeling van de Jeugdgezondheidszorg bij de GGD en groeide door tot senior medewerker. Mijn nieuwe werk voorzag mij lange tijd van energie om thuis weer een leuke moeder te zijn. Toch bleek dit niet altijd voldoende. Terwijl er voor Saskia handvatten kwamen en zij tot en met haar eindexamen havo gebruik kon maken van een rugzakje, was het in het geval van Fenna lastiger om de juiste hulp te krijgen. Na veel aandringen en touwtrekken van onze kant werd zij in groep 6 gediagnosticeerd met ernstige dyslexie. Ondanks deze duidelijkheid, bleef de basisschool een gevecht. Omdat wij de eersten met dit label binnen school waren, was het werken met hulpmiddelen als het programma Kurzweil een experiment. Ook werd Fenna, mede vanwege haar dyslexie, gepest.


Door de stress thuis en doordat hij zichzelf herkende in Fenna’s situatie, belandde mijn echtgenoot Jochem rond Fenna’s diagnose in een depressie. Hierdoor nam de druk op mijn schouders toe. Samen met een psycholoog leerde Jochem zijn beperkingen en die van ons gezin te begrijpen en te verwerken. Ik ging meer werken en hij minder, zodat altijd één van ons thuis is. De taakverdeling is hierdoor nu beter in balans. SOCIAAL Hoewel Fenna groep 8 niet heeft kunnen afmaken, gaat ze nu al drie jaar met veel plezier naar de middelbare school. Hier wordt alle hulp geboden en heeft ze zich kunnen ontwikkelen tot een sociaal meisje. Ondanks dat ze op school hulp krijgt, moet ik haar nog wel dagelijks helpen met haar huiswerk. Daarnaast loopt Fenna thuis nog vaak op haar tenen om Saskia te vriend te houden. Wat het lastig maakt, is dat MCDD voor Saskia betekent dat ze niet kan omgaan met plotselinge veranderingen. Onverwachte gebeurtenissen zorgen ervoor dat ze in paniek raakt, waardoor ze vreemde beslissingen kan nemen en de gevolgen hiervan niet inziet. Haar emoties zijn heftig en wisselen elkaar soms zonder duidelijke aanleiding snel af. Emoties van anderen vindt Saskia lastig, waardoor ze haar zusjes vaak niet begrijpt. Waar Fenna geneigd is op haar tenen te lopen, gaat Maartje het gevecht juist aan. Dit is niet altijd even makkelijk. Omdat de MCDD van Saskia van ons allemaal veel vraagt, is de hulp via het pgb meer dan welkom. Dankzij dit budget kan Saskia eens in de maand naar haar logeergezin en bestaat de mogelijkheid tot individuele begeleiding. Helaas gaat ook de pgb-aanvraag sinds de nieuwe Jeugdwet gepaard met veel stress. Terwijl ik herstellende was van mijn burn-out, was ik urenlang bezig met het verzamelen van evaluatieverslagen, invullen van formulieren, mailen, bellen en ga zo maar door. Ondanks dat ik overal op tijd mee kwam en er bovenop zat, ging er telkens van

alles mis. Reiskosten werden niet uitbetaald, bedragen klopten niet en wanneer ik de SVB of de gemeente belde, werd er opgehangen wegens topdrukte. Datgene wat juist tot stressvermindering zou moeten leiden, kostte nu ontzettend veel energie. GRENZEN AANGEVEN Mijn burn-out liet mij inzien dat ík iets moest gaan veranderen. Door middel van hapto-therapie en paardencoaching leerde ik veel over mijn eigen gedrag en over hoe ik in het leven sta. Ik ontdekte dat ik altijd bezig ben met anderen, maar dat ik eigenlijk pas goed voor hen kan zorgen als ik eerst voor mezelf zorg. Ik weet nu wat mijn verantwoordelijkheden zijn en durf ze te nemen. Waar ik dit vroeger nooit kon, geef ik nu mijn grenzen aan. De rust in mezelf en mijn zelfvertrouwen zijn door dit proces enorm gegroeid. De afgelopen periode heb ik geleerd hoe belangrijk het is om niet alles alleen te willen doen. Door een netwerk om ons gezin heen te bouwen, kan ik tegenwoordig vaker een momentje voor mezelf

‘IK HEB GELEERD OM NIET ALLES ALLEEN TE WILLEN DOEN’ nemen. Even met een kop thee en een krantje aan de keukentafel is vaak al genoeg. Wat mij de komende tijd ook meer rust zal geven, is het goede nieuws dat we onlangs kregen van onze gemeente. Doordat ze nog niet zo ver is met het pgb hoeven we voorlopig geen herindicatie aan te vragen. Geen langdurige oplossing, maar toch: het voelt als een geschenk uit de hemel. De zorg gaat voorlopig gewoon door en ik hoef er even geen energie in te steken. Meer tijd om iets vaker achterover te leunen. En te genieten van die kop thee.”

BALANS 1-2016

49


advertentie

eye q omega 3 en 6 “Geef ze goede bagage mee!“ r!

oo h Slim

Eye Q bevat hoogwaardige, zuivere visolie met EPA & DHA en teunisbloemolie met GLA in de bijzondere verhouding EPA 9 : DHA 3 : GLA 1

EPA 9

PRO Verkrijgbaar in verpakking met 60 en 210 capsules. Eye Q Chew: 180 kauwcapsules met aardbeiensmaak. Eye Q liquid: 200 ml vloeibaar met citrussmaak.

BEER

DHA 3

GLA1

Meer informatie of een probeerverpakking* aanvragen?

NU

E info@springfieldnutra.com • T 0186 - 626 173 Volg ons ook op Facebook.com/springfieldnutra

*De probeerverpakking bevat enkele capsules om te zien of uw kind ze lust.

De Eye Q producten zijn onder andere verkrijgbaar bij gezondheidswinkels, zoals Gezond & Wel, De Tuinen, Vitaminstore, DIO en via DA en apothekers.


DE POLITIEK • CARLA DIK-FABER

KANTTEKENINGEN BIJ TRANSITIEJAAR Als moeder van een 11-jarige (bijna) puberdochter maak ik me weleens zorgen. Stiekem denk ik: wat was het leven als kind ‘vroeger’ overzichtelijk. Maar ook nu redden kinderen in ons land zich in overgrote meerderheid prima. Alle gemopper over de ‘generatie grenzeloos’ en de ‘achterbank­ generatie’ ten spijt, gaat het best goed met hen. Uit een rapport van Unicef blijkt zelfs dat kinderen het beste af zijn in Nederland. Dat neemt niet weg dat in veel gezinnen kinderen een steun in de rug nodig hebben. Daarvoor is Jeugdhulp.

Carla Dik-Faber is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Ze is woordvoerder zorg en ­medische ethiek, landbouw en voedsel, natuur en water, milieu en energie en cultuur. Ze draagt hierbij het columnstokje over aan Nine Kooiman, woordvoerder Jeugdzorg voor de SP.

Ik maak me hier veel zorgen over. Net als u, veronderstel ik. Ik zit er bovenop om ervoor te zorgen dat zaken zo snel mogelijk beter gaan en dat onze kinderen en jongeren in de tussentijd niet in de knel komen. Dat zij juist volop mee kunnen doen op school en op het werk.

‘VOOR DEZE KINDEREN IS ONZE SAMENLEVING ERG INGEWIKKELD GEWORDEN’

Sinds begin dit jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Nederland. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat hulp dichtbij kinderen wordt georganiseerd. De gemeente is daartoe het beste in staat. Overal in het land worden nu sociale wijkteams opgezet. Waar voorheen instanties langs elkaar heen werkten, geldt nu ‘Eén gezin, één plan, één regisseur’. Door onze inzet is het Familiegroepsplan wettelijk verankerd. Samen wordt gekeken wat een kind, de familie en het sociale netwerk zelf kunnen oppakken.

Daarvoor is soms niet meer dan net dat kleine steuntje in de rug nodig. Kinderen met bijvoorbeeld het syndroom van Down worden daarin nogal eens ónderschat, omdat artsen en wetenschappers in het rond roepen dat dit ‘een zeer ernstige aandoening’ is. Kinderen met een ontwikkelingsstoornis of lichte vorm van autisme worden nogal eens óverschat, omdat hun beperking voor buitenstaanders niet direct opvalt. Daar ligt op dit moment mijn grootste zorg.

Een belangrijke voorwaarde voor ons was – en is – dat er continuïteit van hulpverlening is en geen kinderen tussen wal en schip vallen. Daarover zijn heldere afspraken gemaakt. Niet voor niets is dit jaar een transitiejaar. Toch gaat nog lang niet alles goed. Gemeenten en zorgverzekeraars kissebissen over wie welke hulp moet betalen. Er is een overkill aan bureaucratie. Persoonsgebonden budgetten zijn niet altijd toegankelijk of toereikend. En dan is er nog de eigen bijdrage in de jeugd-GGZ.

Voor deze kinderen is onze samenleving erg ingewikkeld geworden. En ja, het gaat hen lukken om mee te doen. Maar dan is ondersteuning wel nodig. Steun vanuit het gezin, de school, de gemeente en zorgprofessionals. In alle tumult over de hervormingen in de zorg wil ik deze kinderen niet uit het oog verliezen. Ze horen er helemaal bij en dat mogen ze weten. Laten we daarom samen blijven gaan voor die samenleving waar ze een eigen plek hebben. Een samenleving die écht inclusief is.

BALANS 1-2016

51


THUISZITTERS

Bijzonder Interventie Team Schoolgang

B!TS: ‘THUISZITTER WEER NAAR SCHOOL’ Tekst: Maria van Amerongen Foto: Shutterstock

Op het Rotterdamse Passer College loopt nu vier jaar het B!TS-project. Door individueel thuisonderwijs, begeleiding van leerling én ouders, lukt het B!TS om vrijwel iedere langdurige thuiszitter weer naar school te krijgen. Inmiddels wordt het project landelijk aangeboden.

De dagindeling van een thuiszitter is vaak compleet verstoord. Tot diep in de nacht gamen; overdag te moe om op te staan. Op het voortgezet speciaal onderwijs van het Rotterdamse Passer College bestaat er hoop voor deze kinderen om veilig terug te keren naar school. Daar draait al vier jaar het B!TS-project, het Bijzondere Interventie Team Schoolgang. Volgens Marjan van Dijl, coördinator van het project en onderwijsmanager, is het bedoeld voor kinderen die al langer thuiszitten door angst en minder goede sociale vaardigheden door hun autisme of ADHD. “Ze hebben schade opgelopen in het reguliere onderwijs: ze zijn gepest of hebben faalangst. We proberen die leerlingen door goede begeleiding terug naar school te halen.” Die begeleiding bestaat uit drie delen: onderwijs aan de leerling, begeleiding van de leerling en begeleiding van de ouders. Door individueel (thuis) 52

BALANS 1-2016

onderwijs wordt gezorgd dat de leerling geen verdere leerachterstand oploopt. Daarnaast is er aandacht voor goed leren en plannen. Door succeservaringen op te doen, gaat de leerling al positiever naar school kijken. Voor de thuiszitters is er een speciale B!TS-klas, waarin ze dagdelen of uren verschijnen. Daar wordt gewerkt aan het vergroten van zelfvertrouwen, zelfkennis, weerbaarheid, inzicht in eigen mogelijkheden en beperkingen en studievaardigheden. “De leerlingen zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Voorheen werd de leerling in een bestaande klas geplaatst, en dat ging niet altijd even makkelijk: hij of zij is een vreemde eend in de bijt en voelt zich daardoor niet prettig. In de B!TS-klas zitten alle niveaus bij elkaar en worden juist sociale contacten tot stand gebracht door bijvoorbeeld een theemiddag of gezamenlijk koken.” Het B!TS-project behandelt ongeveer vijftien


leerlingen per jaar, die vervolgens weer uitstromen naar vervolgonderwijs binnen het Passercollege of elders. De enkele keer dat dit niet lukt, krijgt de leerling een ontheffing en komt hij definitief thuis te zitten. Van Dijl: “Het is niet in alle gevallen mogelijk om een leerling terug in school te krijgen.” GEDRAGSTHERAPIE B!TS is meer dan onderwijs alleen, het omvat ook zorg voor de jongeren. Er is altijd nauw overleg met de behandelaar als de leerling elders in behandeling is. Binnen de school is er ook de mogelijkheid om de leerlingen te helpen via cognitieve gedragstherapie. In individuele gesprekken gaan ze op zoek naar de oorzaken van hun angstgevoelens en hoe ze hier het beste mee om kunnen gaan. Stap voor stap leert de leerling weer te functioneren in de klas. Cordula van Haersma Buma is orthopedagooggeneralist en cognitief gedragstherapeut bij het B!TS-project. Ze begeleidt oudergroepen en individuele leerlingen. “Ik pluis met de jongere uit hoe hij denkt over school. We kijken of die gedachten wel kloppen, we dagen de gedachten uit en proberen

dan nieuwe te formuleren. Zo krijgt de leerling inzicht in zijn gedachtenwereld en hoe hij hier zelf invloed op kan uitoefenen.” Verder wordt besproken hoe angsten kunnen worden overwonnen door datgene te leren doen wat juist de angst oproept. Het succes is wisselend, vertelt Van Haersma Buma. “Soms gaat het redelijk, soms moet je het echt heel rustig opbouwen. Het

‘KLEINE STAPPEN ZETTEN, KAN BETER WERKEN’ succes hangt af van het resultaat van drie dingen: de combinatie van ouderbijeenkomsten, leerlingen die hun angsten moeten overwinnen en onderwijs dat zo goed mogelijk op maat moet worden gemaakt. Als bijvoorbeeld de gang naar school moeizaam loopt, moet de leerling eerst meer thuis in de schoolboeken duiken en daarna pas af en toe een uurtje naar school gaan. De een neemt kleine stapjes, de ander grotere.”

BALANS 1-2016

53


THUISZITTERS JORDY EN MARTIJN

Moeder Diana met thuiszitter Jordy (16, ass, MCDD):

‘JORDY HEEFT AMPER TOEKOMST’ Jordy zou ‘te complex’ zijn om goed te begeleiden. Maar volgens zijn moeder wil hij dolgraag naar school. ‘Het is schrijnend.’ “Jordy is al drie jaar thuis, en heeft leerplichtontheffing. De gemeente heeft nauwelijks gekeken of er iets passends voor hem is. Hij heeft een-op-een begeleiding nodig. Op het speciaal basisonderwijs ging het met begeleiding nog redelijk goed, en ook in de brugklas van het vso. Maar daarna werd er meer van hem verwacht. Vooral biologie bleek

een groot probleem. Al vrij snel kwam de school met het argument dat ze Jordy niet konden bieden wat hij nodig heeft. Al zat hij maar met drie kinderen in de klas, toch ging het niet. Hij kreeg veel huiswerk, werd overvraagd, raakte overprikkeld, kon zich niet concentreren. Soms werd hij gefixeerd op de grond, in de houdgreep, en raakte hij helemaal door het dolle heen. De school­ inspecteur kwam erbij, maar een-op-een onderwijs kon niet. Na twee van die ervaringen, volgde een schorsing. Met de leerplichtambtenaar

en school werd besloten dat hij een leerplichtontheffing kreeg. Gevolg: Jordy kwam thuis te zitten. Conclusie: Jordy is te complex om goed te kunnen begeleiden. Maar hij wil dolgraag naar school. Nu gaat hij doordeweeks naar de dagopvang. Knutselen, zwemmen, uitstapjes, dat werk. De toekomst zie ik zwaar in. Hij volgt geen onderwijs, behaalt geen diploma’s en heeft dus amper toekomst. Niemand onderneemt actie. Het is schrijnend.”

Moeder Willy met thuiszitter Martijn (13, ADHD en ass):

‘MARTIJN IS PIENTER GENOEG VOOR SCHOOL’

Martijn heeft een gedeeltelijke leerplichtontheffing. Zijn moeder voelt zich door instanties gedwongen een algehele ontheffing aan te vragen. ‘Dan is alle hoop vervlogen.’ “Vroeger zat Martijn op een medisch kinderdagverblijf, daarna sluisde hij door naar het speciaal onderwijs. Dat was een chaotische school: te grote klassen, negatieve gesprekken over je kind. Ze zeiden dat er geen enkele school in Nederland bestond die geschikt was voor mijn zoon. Martijn moest naar kleinschalig onderwijs, maar

54

BALANS 1-2016

dat bestond niet. Het was gewoon een belediging. Op zijn tweede school praatten ze ook al zo. Ik vond dat ze hem aan het leren moesten krijgen, maar ze trokken hun handen ervan af. Een lastpak was het, dat zeiden ze ons. Via de leerplichtambtenaar heb ik gedeeltelijke ontheffing aangevraagd, en voor halve dagen les. Maar vervolgens werd Martijn gepest en de leraar kon het niet aan. Onze zoon kwam thuis te zitten. Op een zorgboerderij krijgt hij twee uurtjes les maar er is nauwelijks lesmateriaal. Terwijl ze juist meer hadden toegezegd. Martijn is pienter genoeg

om te leren. Zo zie ik geen toekomst. Hij heeft toch recht op onderwijs? Maar Den Haag stikt van de regeltjes, het lijkt wel of er niets mogelijk is. Binnenkort heb ik een gesprek met de leerplichtambtenaar, de gemeente en de zorgboerderij. Ik weet niet wat ik daarvan moet verwachten. Ik heb twee keer met de schoolconsulent gepraat, maar ze kan me niet meer helpen, zegt ze. En het Samenwerkingsverband hier in de regio heeft haar handen compleet van Martijn afgetrokken. Ze wil dat ik algehele ontheffing van de leerplicht aanvraag, maar dat doe ik niet. Dan is alle hoop vervlogen.”


academy • ‘HET KIND CENTRAAL’ • ONTMOET NIEUWE NETWERKEN • WORKSHOPS VAN INHOUDELIJK HOOG NIVEAU • DE NIEUWSTE INZICHTEN

DÉ PLEK VOOR TRAININGEN, WORKSHOPS, LEZINGEN EN ­BIJEENKOMSTEN OVER LEER- EN GEDRAGSSTOORNISSEN. VOOR OUDERS, ONDERWIJS EN ZORGPROFESSIONALS. WETENSCHAP, KENNIS, ERVARING EN DE VERSCHILLENDE ­PERSPECTIEVEN VANUIT ZORG, ONDERWIJS, K ­ INDEREN EN OUDERS KOMEN HIER SAMEN. PROGRAMMA 2016 Dinsdag 12 januari

Donderdag 18 februari

Start cursus Ouderpower (Hoofddorp)

Lezing/workshop over autisme in de peutertijd (De Bilt)

Donderdag 28 januari

Eind februari

Lezing Hoogbegaafde leerlingen in het onderwijs (De Bilt)

Lezing over DCD (De Bilt)

Woensdag 3 februari

Zaterdag 19 maart

Start cursus Samen Sterk (Haarlem)

Cursus Dyslexie & Engels voor ouders (De Bilt)

Zaterdag 6 februari

Cursus Dyslexie & Engels voor ouders (De Bilt)

Update agenda: www.balansdigitaal.nl/academy

BALANS 1-2016

55


BOEKEN EN FILM Annonay Andersson, Bernadette Wijnker

GOED WORDEN IN STRESS Als de titel van dit artikel voor gefronste wenkbrauwen zorgt, geen zorgen. Uitleg over de ‘dubbelzinnigheid’ ervan volgt. Maar eerst de relevantie van het thema: ouders van kinderen met ontwikkelingsstoornissen staan voor grote uitdagingen en hebben daarom geregeld zorgen en angsten: stress. De bovengemiddelde zorgvraag kan zelfs uitmonden in een echtscheiding of tot uitputting leiden. Die zorgen wegnemen kunnen wij helaas niet, maar er is nu informatie over hoe je ermee om kunt gaan, die voor veel verlichting kan zorgen. Sterker nog: die radicale invloed kan hebben op het welzijn. Het begint en eindigt allemaal met mindsets. De Amerikaanse gezondheidspsycholoog Kelly McGonigal predikte jarenlang dat stress slecht is en adviseerde haar patiënten dan ook om stress zoveel mogelijk te vermijden. Die overtuiging is niet ongewoon, je zou die zelfs algemeen aanvaard kunnen noemen. Totdat ze las over een onderzoek waarin dertigduizend Amerikanen was gevraagd hoeveel stress ze ervoeren en hoe schadelijk ze dachten dat dit was. Acht jaar later bleek dat mensen met een verhoogd stressniveau een veel groter risico hadden om te overlijden, maar alleen als ze overtuigd waren dat stress hun gezondheid schaadde. McGonigal kon het niet loslaten en maakte er haar specialisatie van. DE BETEKENIS VAN STRESS Haar boek Sterker met stress is een stoomcursus in de nieuwe stresswetenschap, waarbij inzichten worden gedeeld aan de hand van verhalen en anekdotes uit de studies waaruit ze voortkomen, aangevuld met praktische oefeningen of strategieën om anders te denken en om te gaan met stress. De schrijfster definieert stress bewust heel breed als ‘wat zich voordoet wanneer iets waar je om geeft op het spel staat’. Dat betekent dat het zowel kan gaan om frustraties in het verkeer als om rouwen 56

BALANS 1-2016

om het verlies van een dierbare, maar dat de impact van stress vooral te maken heeft met welke betekenis je eraan geeft. Een van de eerste stappen is volgens de schrijfster het aanvaarden van de fysieke reacties bij stress, eigenlijk net zoals bij meditatie of mindfulness: ‘Anders dan veel mensen denken, gaat het bij mindfulness niet om ontspanning of om ontsnappen aan de stress van de dag. Het betreft het vermogen om aandacht te hebben voor alle gedachten, sensaties en emoties die zich voordoen en deze te aanvaarden’. Voorbij het aanvaarden blijkt het zelfs aanbevolen om de lichamelijke sensaties van het lichaam bij stress te omarmen, door je bijvoorbeeld bewust te worden dat het lichaam je in optimale staat brengt om te reageren op de situatie. Oorspronkelijk werd gedacht dat bij angst of spanning alleen de fysiologische vecht- of vluchtreactie bestond, die de oermens in staat stelde om te reageren op levensbedreigende situaties. Maar er blijkt ook sprake te zijn van andere reactiepatronen die meer van toepassing zijn in het leven anno nu en bovendien aan te leren zijn. Zo is er de uitdagingsrespons (challenge response) die het zelfver-


Sterker met stress Waarom stress goed voor je is en hoe je er goed in wordt Kelly McGonigal (2015) Uitgeverij Nieuwezijds, prijs € 19,95, 284 pag. ISBN 9789057124419

trouwen vergroot, aanzet tot handelen en helpt je te leren van ervaring. En de zorg- en steunrespons (tend and befriend response) die leidt tot een toename van zorgzaamheid, samenwerking en compassie. Fascinerend is bovendien dat deze respons zich misschien wel heeft ontwikkeld om ons te helpen bij het beschermen van onze nakomelingen. Ouderschap maakt ons, volgens McGonigal, tot krachtigere en sterkere mensen.

normaal aspect van het leven, als een kans om te groeien, en niet te geloven dat het mogelijk of zelfs wenselijk is om een volledig stressvrij, veilig leven te hebben. Deze verzameling houdingen ten aanzien van stress wordt bij elkaar ook wel ‘flinkheid’ (hardiness) genoemd: ‘De moed om te groeien van stress’. Het voordeel van ‘flink zijn’ is vastgesteld in allerlei omstandigheden, waaronder bijvoorbeeld ook bij het opvoeden van een kind met autisme.

DE STRESSPARADOX Ouderschap staat – vanzelfsprekend – hoog in de lijst van grootste stressoren in het leven, en is een voorbeeld van de stressparadox: een hoog stressniveau dat samenhangt met zowel leed als welbevinden. McGonigal benadrukt dat geluk vooral te maken heeft met welke zingeving er wordt gegeven aan het leven: een gelukkig leven is niet stressvrij en een stressvrij leven garandeert geen geluk. ‘Wanneer de meest genoemde bronnen van stress in het leven van mensen gedeeltelijk samenvallen met de belangrijkste bronnen van zingeving, moge duidelijk zijn dat stress zelfs kan bijdragen aan het welbevinden’. Met andere woorden: ouderschap in al zijn facetten omarmen, kan helpen de moeilijke periodes makkelijker door te komen. Wat daarin natuurlijk belemmerend kan zijn, is het gevoel er alleen voor te staan, zoals soms het geval is in uitdagende opvoedingssituaties. McGonigal laat zien dat er in zulke gevallen ook concrete manieren zijn om anders te denken en te handelen waardoor verlichting mogelijk is.

STRESS TOESTAAN Een samenvatting van het boek volstaat bij lange na niet om de grote implicaties en bevindingen in dit boek te beschrijven, maar deze woorden van de schrijfster vatten het mooi samen: ‘Het gaat er niet om dat je onaangedaan blijft bij tegenslag of onverstoord bij moeilijkheden, maar stress toestaat om de innerlijke menselijke krachten van moed, verbinding en groei in je wakker te maken’.

Om ‘goed’ te worden in stress raadt de onderzoekster onder meer aan om stress te zien als een

Sterker met stress is zowel verrassend, inzichtelijk, wetenschappelijk onderbouwd en praktisch toepasbaar als algeheel transformerend. Het Balansexemplaar valt bijna uit z’n voegen van alle onderstrepingen en post-its. Kortom, als de gefronste wenkbrauwen bij het lezen van de titel inmiddels hebben plaatsgemaakt voor een nieuwsgierige blik, is het meer dan de moeite waard het hele boek te lezen. (AA)

Kelly McGonigal is gezondheidspsycholoog en docent aan Stanford University. Haar TedTalk ‘Hoe stress je vriend kan worden’ van juni 2013 is al meer dan 9 miljoen keer bekeken.

BALANS 1-2016

57


BOEKEN EN FILM Annonay Andersson, Bernadette Wijnker

KINDEREN MET AUTISME VEILIG ONLINE

Kinderen met autisme veilig online Nicola Lonie (2015) Uitgeverij LannooCampus, prijs € 19,99, 1e druk 128 pag. ISBN 9789401426084

In dit boek staan praktische tips en handvatten voor alle ouders om hun kind te begeleiden bij het veilig ‘online gaan’. Bijzonder aan dit boek is dat er ook tips in staan die specifiek gericht zijn op de begeleiding van kinderen en jongeren met autisme in algemene zin. Zij hebben vaak meer moeite om sociale signalen goed te interpreteren. Dit maakt hen online extra kwetsbaar. Tegelijkertijd kan internet juist voor hen een zeer nuttig leerhulpmiddel zijn met veel sociale en educatieve voordelen. Deze praktische gids verschaft alle informatie die

nodig is om het computergebruik van je kind te controleren en hem te helpen op een veilige manier zijn weg te vinden op websites, in chatrooms en op sociale media. Ook begrippen als grooming, cyberpesten, internetverslaving en hacken komen aan bod. De risico’s en waarschuwingssignalen worden uiteengezet aan de hand van heldere adviezen en voorbeelden uit het dagelijks leven. Nicola Lonie, auteur en zelf moeder van een autistische tienerzoon, heeft tien jaar ervaring als IT-specialist en webmaster voor een grote

liefdadigheidsinstelling op het gebied van autisme. Voor diverse scholen heeft ze online-veiligheidscursussen ontworpen en gepresenteerd voor kinderen met autisme en ADHD. Momenteel werkt ze als consultant op dat gebied. Het boek is het vijftiende deel van de reeks Kinderpsychologie in Praktijk. Psychologen, (ortho)pedagogen en kinderpsychiaters beschrijven op een toegankelijke manier de nieuwste wetenschappelijke inzichten over verschillende problemen bij kinderen en jongeren. (BW)

TOS EN IK

TOS en ik Verhalen over een taalontwikkelingsstoornis en hoe dat voelt Diënne Kamphuis & Laurien Hermsen (2015) Uitgeverij De Spreekhoorn, prijs: € 15,00, 1e druk, 77 pag. ISBN 9789090288352

58

BALANS 1-2016

In 2013 raakten twee ambulant begeleiders uit het speciaal onderwijs cluster 2 in gesprek. Ze vonden dat er een gebrek aan concreet materiaal was om aan leraren, ouders en kinderen uit te leggen wat een taalont­ wikkelingsstoornis precies is. Spontaan ontstond het idee om een boekje te maken dat aan deze behoefte kon voldoen. Dat resulteerde in TOS en ik, een boekje bestaande uit korte verhalen, aangevuld met tips om met deze problematiek om te gaan. De afkorting TOS staat voor taalontwikkelingsstoornis, gedefinieerd als een beperking in taalbegrip en/of

taalproductie, waarbij de taalproblemen niet verklaard kunnen worden door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke of sociaal-emotionele problemen. De auteurs hebben ervoor gekozen om theorieën over het ontstaan, de ontwikkeling en het omgaan met taalontwikkelingsproblemen achterwege te laten ten bate van de praktische inzetbaarheid van het boekje. En het moet gezegd: het is bijzonder toegankelijk en prachtig geïllustreerd door een meisje die de problemen van binnenuit kent. Je blijft maar bladeren, om meer ontroe-

rende, treffende en grappige verhalen te lezen en de kleurige verbeelding ervan te bewonderen. Het boekje beslaat allerlei dagelijks thema’s en situaties, van zwemlessen en lezen tot samenwerken en verjaardagsfeestjes. Overal wordt gecommuniceerd, dus overal zijn voorbeelden van miscommunicatie. Dat betekent ook dat het dagelijks leven een energierovende opgave kan worden voor kinderen met deze problematiek, vandaar dat de auteurs bovenal hún perspectief hebben willen weergeven. En dat is ze uitermate goed gelukt. (AA)


OUDERSCHAP IN ONTWIKKELING Carolien Gravesteijn schreef in het kader van de aanvaarding van het lectoraat ‘Ouderschap & Ouderbegeleiding’ aan de Hogeschool Leiden, de rede ‘Ouderschap in Ontwikkeling’. Het gelijknamige boekje is een uitgebreide versie van haar rede. De lector signaleert dat iedereen, overal, wel een mening heeft over opvoeden, die het complexe onderwerp vaak geen recht doet en het vaak te simpel afschildert. Gravesteijn wil in haar lectoraat graag bewust aandacht schenken aan het perspectief van ouders. Ze niet alleen aanspreken als

opvoeder - ze signaleert dat ouderschap vaak wordt gelijkgesteld aan opvoeden en ‘succes’ wordt afgeleid uit hoe een kind zich ontwikkelt - maar ook als mens. Daarbij hoort ook het bewaken van het welzijn en het volgen van de ontwikkeling van ouderschap. De auteur houdt kortom een pleidooi voor investeren in ouderwelzijn in plaats van ouderadviezen. In haar lectoraat wil zij de krachten bundelen van ouders, professionals en wetenschappers om wat zij het ‘gewone’ opvoeden noemt, te versterken. Het boekje bestaat uit drie

bondige hoofdstukken over visie op ouderschap door de jaren heen, ouderschap in ontwikkeling en ouderwelzijn. Een kort, maar belangrijk boekje dat een heldere analyse geeft van de geschiedenis van ouderschap en de huidige opvattingen erover. Maar bovenal zijn nut bewijst door essentiële vragen te stellen en handvatten te bieden voor het vergroten van het ouderwelzijn. (AA)

Ouderschap in Ontwikkeling De kracht van alledaags ouderschap Carolien Gravesteijn (2015) Uitgeverij SWP, prijs € 13,75, 63 pag. ISBN 9789088506093

X+Y, OVER WISKUNDE EN DE LIEFDE X+Y is een hartverwarmende Britse speelfilm, waarin de hoofdrol wordt gespeeld door tiener Nathan met een vorm van autisme. Na de plotselinge dood van zijn vader trekt Nathan zich terug in zijn eigen veilige wereldje. Anderen houdt hij op afstand, zelfs zijn moeder Julie. Zijn leven verandert compleet, als zijn uitzonderlijke talent voor cijfers wordt ontdekt door zijn leraar mr. Humphrey’s. Die bezorgt

hem een plek in de Britse ploeg voor de Internationale Wiskunde Olympiade. Maar bij de training in Taiwan komt hij voor nieuwe uitdagingen te staan, vooral na zijn ontmoeting met de aantrekkelijke Zhang Mei, een van de Taiwanese tegenstanders.

X+Y is onlangs uitgebracht in verschillende Nederlandse bioscopen.

BALANS 1-2016

59


Hét platform voor het zoeken, vinden & waarderen van gespecialiseerde aanbieders

LED U KR ENKORT IJ I KOR GT ALS NG: T L I I N DE G LIEFS T 50% VAN M EN AA . U ZIC REGISTR R EERT H ME KOR T TI BALA NGSCO D NSLI D201 E: 6.

een plek waar ik zorgboerderijen “ Eindelijk kan vinden en vergelijken. ”

HANS, VADER VAN MAX (9)

een compleet overzicht van zwemscholen “ Prettig; waar ik uit kan kiezen. ” zo’n plek waar ik ouders bij hun hulpvraag “ Fijn! naar kan verwijzen. ” te zien welke evenementen bij “ Waardevol ons in de buurt plaatsvinden. ” betrouwbare plek waar ik mijn “ Een praktijk duidelijk kan presenteren. ” bereiken wij een groot en gericht “ Hiermee publiek voor onze begeleide vakanties. ” mooie manier om meer cliënten “ Een over onze methode te vertellen. ”

INGE, MOEDER VAN LOTTE (4)

MANON, JUF SBO, GROEP 5

JAN, OPA VAN MYRTHE (7)

JANNEKE, PSYCHOLOOG

INEKE, ONDERNEMER

ALEXANDER, BEHANDELAAR

WAT DOEN WE? EN WAAROM? Door ingrijpende, landelijke wijzigingen binnen onderwijs en zorg merken wij dat het voor ouders en verzorgers steeds lastiger is om de juiste hulp te vinden. Daarom hebben wij Balans Zoek&Vind gelanceerd. Vanaf nu helpen we daarmee consument én aanbieder. Balans Zoek&Vind is hét platform waar aanbieders van zorg, onderwijs of aanbieders in algemeen, met als specialisme ontwikkelingsstoornissen, gevonden kunnen worden door de 60

BALANS 1-2016

bezoekers van onze websites. Ben je consument? Dan krijg je een helder overzicht en keuzemogelijkheid. Als aanbieder krijg je een mooi podium om jezelf in de spotlights te zetten. Kortom; Balans Zoek&Vind verbindt. Meer informatie? Wil je jouw praktijk of organisatie aanmelden? Ga naar www.balanszoekenvind.nl


COLUMN • DE PSYCHIATRIE MORI VAN DEN BERGH

GEMEENTEN: GOEDKOOP IS DUURKOOP! Op dit moment zijn de gemeenten, met opnieuw een bezuinigingsopdracht, in onderhandeling met de zorgaanbieders in hun regio over de te leveren zorg in 2016. Tijdens een teamvergadering legt onze manager uit dat een van de gemeenten een zodanig laag tarief biedt voor 2016, dat wij nooit met een sluitende begroting intensieve zorg aan huis, dus ambulante hulp, kunnen leveren. Hij is dan ook niet van plan in te gaan op dit aanbod. Het doet me goed dat hij onze missie in het oog houdt tijdens die onderhandelingen, maar het doet me verdriet dat we bij het verlies van een contract een groep mensen moeten uitsluiten van behandeling.

Mori van den Bergh is

We raken er immers steeds meer van overtuigd dat mensen op maat behandelen in de eigen omgeving het meest winst­ gevend is voor hun gezondheid. Daarbij, we kunnen steeds meer en kwalitatief betere ambulante hulp verlenen. Ook bij complexe psychiatrische problematiek. Grote GGZinstellingen nemen hierin hun verantwoordelijkheid omdat zij beschikken over onder meer een 24-uurs bereikbaarheidssysteem.

kinder- en jeugdpsychiater bij Altrecht in Utrecht.

Zelf werken wij sinds anderhalf jaar met een ‘outreachend’ team. We richten ons in de zorg aan kinderen en gezinnen op het herstel van basale zaken als slapen, dagritme en eten. Het kan goed werken als de reguliere poliklinische behandeling niet toereikend is of vastloopt, of om een opname te voorkomen. Deze intensieve vorm van zorg wordt geleverd op een

behandelcontract met de gemeente waar het kind woont. Er ontstaat in het teamoverleg een discussie. Want hoe kunnen we werken in een situatie waarin je niet weet of je een patiënt die je nu ziet en aan huis een behandeling biedt, in januari nog wel in zorg kan houden?

‘HOE LEGGEN WE UIT DAT BELEID MAAKT DAT WIJ NIET KUNNEN BEHANDELEN?’ Gaan we mensen dan nu al terugverwijzen naar de gemeente? En hoe leggen we uit dat beleid van een gemeente maakt dat wij niet kunnen behandelen? Misschien moeten we beginnen de gemeenten uit te leggen dat ‘stepped care’ - getrapte zorg passend bij de ernst van de problematiek - een groot goed is, maar wel een prijs heeft als de problematiek en daarmee de interventie complexer wordt. Wanneer we dure klinische zorg in de GGZ willen verminderen, moeten we juist investeren in ambulante behandelvormen, wat de burgers van een gemeente de kans geeft in hun eigen omgeving de zorg te ontvangen die ze nodig hebben. Gemeenten, kies eieren voor je geld, want uiteindelijk is goedkoop duurkoop!

BALANS 1-2016

61


balans in ‘t land

de Afdelingen van balans De landelijke vereniging Balans is onderverdeeld in 26 regionale afdelingen. Elke afdeling heeft een kader van vrijwillige ervarings­ deskundigen, meestal ouders. Per afdeling worden er activiteiten georganiseerd. In deze rubriek een overzicht van de activiteiten in de komende maanden. CONTACTPERSONEN Bij elke afdeling zijn ook de namen van de regionale contactpersonen vermeld. Vóór de naam van elke contactpersoon is een letter afgedrukt. Daaraan kunt u zien over welk probleem u hem of haar kunt bellen: A=ADHD, P=PDD-NOS, D=Dyslexie, N=NLD, O=Onderwijs, R=Reken­problemen/Dyscalculie. Achter de letter kan nog een cijfer staan. Dat betekent dat de contactpersoon vooral kan worden gebeld over problemen in een bepaalde leeftijdsgroep. 1=0-6 jaar, 2=6-12 jaar, 3=12-18 jaar, 4=18-23 jaar, 5=volwassenen.

Groningen Secretariaat: mw. Karin Lanenga karin.lanenga@balansregionaal.nl

Friesland D mw. A. Frieswijk 0513 - 62 57 81 ADD mw. M. Veenstra 0512 - 35 15 20 A Y. Bakker 0515 - 57 97 51 P mw. R. van Oosten 058 - 213 12 39 Contactadres van de afdeling: balansfriesland@gmail.com

Drenthe D mw. A. van der Meer 0592 - 26 56 55 aavdmeer@xs4all.nl

Zwolle-Salland AD mw. D. Bartels 06 - 462 389 57 danielle.bartels@balansregionaal.nl Lotgenotencontact – spreekuur Als ouder van een kind met AD(H)D, PDD-NOS, dyslexie of een andere ontwikkelingsstoornis bij leren en/of gedrag loop je af en toe tegen problemen aan. Dan kan het prettig zijn om hierover te praten met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. De afdeling ZwolleSalland houdt een lotgenotenspreekuur.

Voor wie? Het spreekuur is vooral bedoeld om ervaringen uit te wisselen en in gesprek te gaan met ervaringsdeskundigen die actief zijn bij de werkgroep Balans Deventer. Bij eventuele vragen over hulp kan de vrijwilliger direct contact leggen met de medewerker van de Wijkwinkel. 62

BALANS 1-2016

Door wie? Het spreekuur wordt gehouden door ervaringsdeskundigen van de werkgroep Deventer van Oudervereniging Balans (afdeling Zwolle-Salland). Waar en wanneer? Het spreekuur vindt plaats in de bibliotheek van Wijkwinkel Colmschate, Flora 259, 7422 LP Deventer. Hiervoor dient u een afspraak te maken via de Wijkwinkel Colmschate: 0570-510295 of met een van de andere wijkwinkels (zie: www.wijkwinkeldeventer.nl). Filmochtenden bij het Autisme Informatie Centrum Steenwijkerland • vrijdag 22 januari 2016: film ‘Wat is er met dit kind aan de hand’ • vrijdag 19 februari 2016: film ‘Als autisme niet opvalt’ Beschrijvingen van deze films vindt u op www.autisme.nl (onder Activiteiten­ kalender Overijssel). Locatie: AIC Steenwijkerland, CJG, Mr. Z. ter Steghestraat 9, 8331 KG Steenwijk. Tijd: 9.45 of 10.45 uur. Toegang: gratis (per film is er plaats voor maximaal 8 personen). Aanmelden (met vermelding van gewenst tijdstip) via: aicsteenwijkerland@ gmail.com of 06-24129063. Themabijeenkomst van AIC Steenwijkerland Thema: ‘Partner met ASS. Intimiteit en seksualiteit’. Spreker: Margreet Hamming, Praktijk Introspect. Datum: dinsdag 9 februari 2016. Locatie: Zorgboerderij Maargies Hoeve, Kallenkote 19, 8345 HB Kallenkote. Tijd: 19.30 - 21.30 uur (zaal open 19.00). Entree (incl. 2 x koffie/thee): voor leden van NVA en Balans € 3,00 / voor niet-leden € 4,00. Aanmelden: via aicsteenwijkerland@ gmail.com of 06-24129063.


HET PROEFNUMMER DAT U NU BEKIJKT, IS VERSCHENEN IN DECEMBER 2015. DE AFGEDRUKTE GEGEVENS VAN CONTACTPERSONEN KUNNEN INMIDDELS GEWIJZIGD ZIJN. KIJK VOOR DE NIEUWSTE INFORMATIE IN HET MEEST RECENTE NUMMER VAN BALANS MAGAZINE. OF MAIL NAAR redactie@balansdigitaal.nl

AUTISME EVENEMENT Op 2 april 2016 organiseert AIC Steen-­ wijkerland een Autisme Evenement. Met een informatiemarkt, lezingen, de ASS Belevingstent en vertoning van de NVA-voorlichtingsfilms. Meer informatie op www.autisme.nl (regio Overijssel).

Twente A/ASS3,4 mw. M. Vlasblom 085 - 876 97 28 D/A/DCD1-3 mw. J. Donga 053 - 750 62 59 ASS/O1-5 mw. E. Dogger 053 - 432 77 32 ernadogger@ziggo.nl Contactpersoon: Erna Dogger 053 - 432 77 32 ernadogger@ziggo.nl

Achterhoek Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl Als u uw e-mailadres aan ons doorgeeft, dan houden wij u via e-mail op de hoogte van onze activiteiten.

Veluwe Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl Contactpersoon Dyslexie per e-mail: mw. R. de Lange, roeliedelange@ hotmail.com

Arnhem Contactpersoon: dhr. M. van Dorp 06 - 36 144 557 balanswerkgroeparnhem@gmail.com

NijmegenRivierenland N mw. M. Holzmüller 0344 - 69 22 88 A mw. A. Vermeulen 0487 - 57 25 03 (bij voorkeur tussen 20.00 en 22.00 uur) Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl

Het Gooi en Omstreken D mw. M. Koopmans 06 - 2298 5548 DR dhr. M. de Haan 035 - 526 73 66 bekend met cluster-4 problemen. Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl

Oostelijk Utrecht Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl

Westelijk Utrecht Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl Overstap naar het middelbaar onderwijs, voor kinderen met dyslexie, AD(H)D, ASS Een informatieve avond over de overstap van het basisonderwijs naar het

middelbaar onderwijs voor kinderen die extra begeleiding nodig (kunnen) hebben. Programma: • Waar let je op bij het kiezen van een school: informatie van oudervereniging Balans. • Zorg op de middelbare school: door een zorgcoördinator van een VOschool. • Passend onderwijs en het VO: door een spreker van Sterk VO. • Vroeg oriënteren voor goede begeleiding van je kind: door ouders van AutiPassend Onderwijs. • Kinderforum: kinderen die de overstap al gemaakt hebben, delen hun ervaringen. Er is veel gelegenheid tot het stellen van vragen aan de verschillende sprekers. Datum: 7 januari 2016. Locatie: Groenhorstcollege Maartensdijk, Dierenriem 2, Maartensdijk. Tijd: 19.30 - 21.30 uur. Toegang: € 5,- voor leden / € 7,50 voor niet-leden. Tickets bestelt u via de web­site van Balans: www.balansdigitaal.nl /overstap Meer info: west.utrecht@ balansregionaal.nl Voorlichting op uw school? Wilt u tijdens een studiedag voorlichting over een specifiek onderwerp? Wilt u voor uw studenten een interactief uur met praktijkvoorbeelden over een specifieke ontwikkelingsstoornis? Of uw school beschikbaar stellen voor een voorlichtingsavond? Onze vrijwilligers zijn door hun eigen ervaringen met hun kinderen deskundig. Ze geven voorlichting en concrete adviezen die inzichten zullen geven waarop verder gebouwd kan worden. Bel of mail voor informatie: Ineke Loots of Nicolette Vach via west.utrecht@balansregionaal.nl.

BALANS 1-2016

63


balans in ‘t land

A=ADHD, P=PDD-NOS, D=Dyslexie, N=NLD, O=Onderwijs, R=Rekenproblemen/Dyscalculie 1=0-6 jaar, 2=6-12 jaar, 3=12-18 jaar, 4=18-23 jaar, 5=volwassenen

Noord-HollandNoord A/P/D mw. M. Boots 0229 - 57 24 17 mary.boots@balansregionaal.nl P/ASS mw. M. Pelt 0226 - 35 57 32 marian.pelt@balansregionaal.nl Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl

Kennemerland D/R/A mw. H. Dankelman 06 - 292 00 786 Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl

uw werk behoefte aan meer informatie over kinderen met gedrags- en ont­ wikkelingsproblemen? Wij verzorgen presentaties over verschillende onderwerpen waar ouders en kinderen met problemen op het gebied van leren en/of gedrag en hun omgeving tegenaan lopen. Interesse? Mail: info@ balansrijnland.nl.

Groot Den Haag A mw. L. Regeer 06 - 212 684 87 D/R/O mw. A. Mennes 070 - 399 89 61 mennesjmla@gmail.com Secretariaat: mw. C. Pille, Emmastraat 18, 2282 AP RIJSWIJK c.pille@hetnet.nl

Groot Rotterdam

Secretariaat: al uw vragen, opmerkingen en verzoeken: balans.groot.amsterdam@gmail.com

Secretariaat: mw. C. van Bommel, Patrijsstraat 45, 3291 XN STRIJEN Groot.rotterdam@balansregionaal.nl Contactpersoon via e-mail: Vragen over ADHD en Asperger kunt u mailen naar zwackhalen@scarlet.nl

Rijnland

Facebook: https://nl-nl.facebook.com/ balansgrootrotterdam

Groot Amsterdam

Contactpersoon: mw. T. Volkers Postadres: Verdistraat 227, 2324 KE LEIDEN info@balansrijnland.nl Facebook: www.facebook.com/pages/ Balans-afdeling-Rijnland/ 301117949951623?ref=bookmarks Presentaties op verzoek Wilt u een presentatie op uw school, bijvoorbeeld tijdens een ouder- of informatieavond? Of heeft u vanwege 64

BALANS 1-2016

‘Als ouder ben je geen toeschouwer meer’ Tijdens een ouderavond zal Johan Cahuzak, na een korte introductie over zijn eigen leven en werk, een heldere uiteenzetting geven over het puberbrein. Geen medische verhandeling maar een praktisch verhaal met veel smakelijke voorbeelden. Er wordt gesproken over groepsdruk, zelf­ controle, overzicht en gevaarlijke uitdagingen. Daarna een paar verhalen

die Johan ook gebruikt in zijn theaterprogramma’s. Deze verhalen worden gevolgd door een aantal handige tips. Het derde gedeelte gaat over het boek ‘De 5 talen van de liefde van pubers’. Daarin wordt aan de hand van vijf punten getoond hoe je als ouder/ opvoeder pubers kunt bereiken. Het eerste deel van de avond wordt afgesloten met een paar scènes uit Johans educatieve cabaretvoorstellingen, eventueel aangevuld met “De over­ spannen leraar”. Dan volgt het gespreksforum met vragen die eigenlijk hand­ vatten zijn. Toeschouwers worden deelnemers want “Wie een kind heeft, is geen toeschouwer meer.” En natuurlijk, helemaal aan het eind, is er nog het slotgedicht op maat, over de avond en de onderwerpen die voorbij kwamen. Datum: 21 januari 2016. Locatie: Penta College De Oude Maas, De Ritte 2, 3201 LE Spijkenisse. Tijd: 19.30 uur. Meer info en tickets vindt u via de Facebook-pagina van Balans Groot Rotterdam.

Zuid-Holland-Oost A4,5 dhr. V. Schillevoort 0182 - 54 60 54 (graag na 19.00 uur ’s avonds) AP1-3 mw. A. Nijhuis 06 - 103 657 79 (m.u.v. dinsdag- en donderdagochtend) Secretariaat: mw. A. van de Berg, pvandeberg01@hetnet.nl

Zeeland D mw. J. de Groot 0113 - 35 17 25 Secretariaat: mw. J. de Groot, Trumanlaan 31, 4463 WR GOES 0113 - 35 17 25 balanszeeland@live.nl


HET PROEFNUMMER DAT U NU BEKIJKT, IS VERSCHENEN IN DECEMBER 2015. DE AFGEDRUKTE GEGEVENS VAN CONTACTPERSONEN KUNNEN INMIDDELS GEWIJZIGD ZIJN. KIJK VOOR DE NIEUWSTE INFORMATIE IN HET MEEST RECENTE NUMMER VAN BALANS MAGAZINE. OF MAIL NAAR redactie@balansdigitaal.nl

West-Brabant

Limburg

Secretariaat: mw. I. Dhaeze, balanswestbrabant@ziggo.nl Facebook: www.facebook.com/ BalansAfdelingWestBrabant

D mw. G. van Rhee 0455 - 31 18 70 Secretariaat: mw. G. van Rhee 0455 - 31 18 70 van-rhee@versatel.nl

Midden-Brabant Kerngroep Den Bosch: balansdenbosch@zonnet.nl Kerngroep Waalwijk: Balanswaalwijk@outlook.com Kerngroep Tilburg: kerngroep.tilburg@balansregionaal.nl Facebook: www.facebook.com/ BalansMiddenBrabant Twitter Kerngroep Den Bosch: https://twitter.com/balansdenbosch Gratis inloop Elke laatste woensdag van de maand van 14.00-16.00 uur is er een inloop in de Bibliotheek in Drunen, met uitzondering van de schoolvakanties. Toegang: gratis.

Noord-OostBrabant Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl

Zuid-Oost-Brabant Secretariaat: p/a Landelijk Bureau Balans, Weltevreden 4a, 3731 AL DE BILT 030 - 225 50 50; afdelingen@ balansdigitaal.nl

Flevoland Secretariaat: mw. G. Oving, Hoornstraat 7, 1324 SH ALMERE balansflevoland@gmail.com Facebook: www.facebook.com/ BalansFlevoland Twitter: https://twitter.com/ BalansFlevoland Inloopavonden ADHD Heeft u een kind met ADHD? Heeft u zelf ADHD? Bent u als professional betrokken bij kinderen en volwassenen met ADHD? Iedereen heeft wel eens de behoefte aan het delen van ervaringen met anderen. U bent van harte welkom van 19.00 - 20.45 uur in de oude Bieb van Zeewolde, op de laatste vrijdagen van de oneven maanden. De komende tijd nog op: 29-1, 25-3 en 27-5. U kunt terecht voor vragen, folders en contact met lotgenoten. Inloop is gratis, consumpties zijn voor eigen rekening. Koffie-ochtenden in Almere “Aan andere ouders hoef ik niet zoveel uit te leggen. Zij begrijpen wat je bedoelt” “Die tip ga ik straks thuis meteen uitproberen.” Dit zijn uitspraken van ouders tijdens de koffie-ochtenden die elke eerste woensdag van de maand (m.u.v. feest­ dagen en schoolvakanties) gehouden worden. Zij hebben allemaal te maken met een kind met een ontwikkelings-

stoornis in leren en/of gedrag en hebben behoefte daar met andere ouders en professionals over te praten. De koffieochtenden worden georganiseerd door vrijwilligers van Balans Flevoland, werkgroep Almere. U kunt er terecht voor vragen, folders en contact met lotgenoten. Koffie en thee staan klaar! Data: 6 januari, 3 februari, 9 maart, 6 april en 1 juni. Locatie: Haagbeukweg 42, 1326 CP Almere-Stad. Tijd: 9.30 - 11.30 uur. Toegang: € 1,Aanmelden verplicht: nee Meer info: mail naar balans.flevoland@ balansregionaal.nl

Chat en Forum op www.balansdigitaal.nl Service voor leden van Balans. Ga naar www.balansdigitaal.nl en log in op Mijn Balans, met uw e-mailadres en wachtwoord. Via Mijn Balans of via de button rechts op uw scherm kunt u naar forum of chat gaan. Vier avonden in de week is er een chatmoderator aanwezig die u wegwijs maakt op de chat. • Maandag van 20.00 tot 21.00 uur: PDD-NOS, McDD, ADHD, Bipolaire stoornis, Passend Onderwijs (moderator: Scooby) • Dinsdag van 21.00 tot 22.00 uur: PDD-NOS, Angststoornis, Mantelzorg en PGB (moderator: Paardebloem) • Woensdag van 20.00 tot 21.00 uur: ADHD, ADD, Angststoornis, Dyslexie (moderator: Daphy) • Donderdag van 20.00 tot 21.00 uur: Asperger, PDD-NOS en hoog­ begaafdheid (moderator: Pemla)

BALANS 1-2016

65


GEPLAND IN EEN VAN DE KOMENDE NUMMERS VAN BALANS MAGAZINE

THEMA: HECHTINGSSTOORNIS. DE BETEKENIS VAN & HANDVATTEN BIJ: • De zoektocht van de familie Groenewegen • Auteurs Anniek Thoomes en Willem de Jong over tools in respectievelijk zorg en onderwijs • De wetenschap over het belang van hechting/ vertrouwen

EN VERDER: BIJ ADHD: HET EUROPEES ONDERZOEK ‘MIND’. DYSLEXIE: DE ‘DYSLEXIE-ERVARING’ VAN MARTIJN. BALANSLEZING: DCD. OVER MOTORISCHE VAARDIGHEDEN. ALS ALTIJD IN BALANS MAGAZINE: DE THUISZITTER, DE POLITIEK: DE SP, BIJ ONS THUIS

SERVICE Balans is de landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag. Balans biedt ouders informatie, contact en belangenbehartiging bij de overheid en partijen binnen zorg en onderwijs. LID WORDEN? Lid worden kan eenvoudig via de website www.balansdigitaal.nl. Voordelen voor ouders en professionals uit zorg en onderwijs: • Acht keer per jaar het informatieve en inspirerende blad Balans Magazine • Exclusieve toegang tot alle informatie op de website • Contact met andere leden via het forum en chat • Aantrekkelijke ledenkortingen op boeken, folders, brochures en producten uit de webwinkel • Mogelijkheid van collectieve ziektekosten­verzekeringen via Balans • Aantrekkelijke kortingen op toegang, activiteiten en symposia van ­Balans Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Op de website kunt u inloggen via ‘Mijn Balans’. Hier kunt u uw persoonlijke gegevens beheren. Opzeggen van het lidmaatschap moet per e-mail (info@ balansdigitaal.nl) of schriftelijk en uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het lidmaatschapsjaar (zie adresgegevens).

66

BALANS 1-2016

Yasmine Jade en Esther Groenewegen in ‘Bij ons thuis’

COLOFON TARIEVEN Kosten lidmaatschap - jaarlijks tot wederopzegging: Ouders: € 49; Studenten: € 34; Scholen/ gemeenten/ (zorg-)instellingen: € 65; Vanaf een derde abonnement € 40 Combi-abonnement met BalansKIDS (€ 18) en/of Impuls & Woortblind Magazine (€18); Losse nummers € 6,95. Bestellen via: redactie@balansdigitaal.nl Excl. verzendkosten. Bent u al lid van Impuls & Woortblind, de NVA en/of de ADF-stichting, dan krijgt u als nieuw lid of abonnee korting. VRAGEN? Heeft u vragen over gedragsstoornissen, leerproblemen of over Passend Onderwijs? Bel dan onze Advies- en Informatielijn: (0900) 20 200 65 en/of (0800) 5010. U kunt ook een contactformulier invullen via de button ‘Stel een vraag’ op al onze Steunpunten: Steunpunt Dyslexie, Steunpunt ADHD, Steunpunt Forensische Zorg en Steunpunt Passend Onderwijs. Open: ma-vr 9.30 – 15.00 uur. ADRESGEGEVENS Post- en bezoekadres: Weltevreden 4A 3731 AL De Bilt Telefoon: 030 225 50 50 E-mail: info@balansdigitaal.nl Website: www.balansdigitaal.nl

HOOFDREDACTIE Beatrice Keunen

DRUK Senefelder Misset, Doetinchem

EINDREDACTIE Jurgen Breeman, Anouk van Westerloo

ADVERTENTIES Jetvertising bv, Postbus 1890, 2280 DW Rijs­wijk tel. 070 - 399 00 00, fax 070 - 390 24 88 E-mail: info@jetvertising.nl Internet: www.jetvertising.nl

WEBREDACTIE Vala van den Boomen Melanie Rietbroek REDACTIE-SECRETARIAAT Luciënne Karlas MEDEWERKERS Annonay Andersson, Maria van Amerongen, Sietske Boonstra, Geert Bors, Joris den Blaauwen, Patricia Bouwhuis, Carla Dik-Faber, Lisa Hekman, Marjon Labordus, Arga Paternotte, Inge Pont, Katinka Slump, Peter Snaterse, Sigrid Starremans, Swanet Woldhuis, Renate van der Zee UITGAVE Balans Publicaties

Wij benadrukken dat Balans geen verantwoordelijkheid draagt voor de inhoud van de – afgedrukte en bijgesloten – advertenties. Het feit dat wij reclame afdrukken of bijsluiten voor bepaalde producten of ­diensten, betekent niet dat wij deze bij u aanbevelen. U dient zelf te beoordelen of de geadverteerde producten / diensten voor u van belang kunnen zijn. Eventuele negatieve ervaringen kunt u mailen naar info@balansdigitaal.nl © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toe­stemming van de redactie.

Redactieadres Balans Magazine Weltevreden 4A, 3731 AL De Bilt E-mail: redactie@balansdigitaal.nl Tel. 030 - 225 50 50

ISSN 1872-0560

FOTO OMSLAG Joris den Blaauwen

Het februarinummer van Balans ­Magazine verschijnt in week 6.

VORMGEVING BeeldinZicht, Rotterdam Peter Snaterse


advertentie

De website www.adhdenjij.nl is onderverdeeld in de volgende thema´s: Over ADHD

De website www.adhdenjij.nl is vernieuwd! Aangevuld met 60 ondersteunende materialen van het internationale programma ADHD Together. Speciaal ontwikkeld voor ouders, verzorgers en leerkrachten die kinderen met ADHD willen helpen.

• ADHD bespreken • ADHD diagnose en management • De impact van ADHD • Stigma van ADHD aanpakken

Coaching tools: 20 presentaties beschikbaar

Op school

Discussiegidsen: 18 praktische handleidingen, voorbereiding op gesprekken tussen ouders en leerkrachten

• In de klas • Omgaan met verandering • Gedrag managen Leren leven en werken • Eigenwaarde opbouwen • Omgaan met gevoelens • Vriendschappen • Planning en organisatorische vaardigheden • Klaar met school, hoe verder?

Tools: 15 praktische opdrachten om uit te printen

Strips: 6 strips die herkenbare situaties laten zien

Alle materialen zijn via de website te bekijken en te downloaden

Voorbeeldbrief: 1 voorbeeldbrief ter introductie van uw kind bij overgang naar een nieuwe school/leerkracht

Materialen Nieuwe vrienden

Stemmingsthermometer Vaardigheid: instructies opvolgen

Belongingsmuur

Wat ADHD betekent voor een kind op school en thuis - voorbeelden

Meer informatie Gevoel woordenzoeker

• European ADHD awareness taskforce • Overige links • SHIRE • ADHD-Europe Deze website is ontwikkeld in samenwerking met de European ADHD Awareness Taskforce en financieel mogelijk gemaakt door Shire. Het ADHD Together materiaal is deels afkomstig uit het originele ADHD ondersteuningspakket, waaraan ADHD-Europe ook heeft meegewerkt.

Feedback geven over de voortgang Een kind prijzen na een positieve prestatie in de klas kan erg goed zijn voor de motivatie en kan:

Op je beurt wachten Om hulp vragen Relevante vragen stellen Niemand onderbreken Huiswerk afmaken

M X M L R Q S Z T V Q

O Z D V E R V E E L D

P T M M B C E R V V Z

P H D O O D L N Z B J

E N O M W E T N A U M

R S M M G R I N Z E A

I R F E O U G I E R B

G T N T F D Z A A Y J

Q D S Y P O M E K Z A

V E R D R I E T I G W

L I W R J N X M O E F

Planning

thuis t h

School

Klokken

Georganiseerd zijn Op tijd zijn Op je plek blijven zitten

Extra’s • Animatie ADHD en het brein • ADHD ondersteuningspakket in PDF boekvorm

Strawinskylaan 659, 1077 XX Amsterdam. E-mail: benelux@shire.com

BEN/LO/ADHD/14/0007

• 60 verschillende materialen om te bekijken, te downloaden en uit te printen


BETER BIJ DE LES Training voor kinderen met zwakke executieve functies

‘Wat moest ik ook alweer doen?’, maar niet kunnen beginnen met het werk of halverwege het werk afhaken. Het zijn herkenbare situaties voor kinderen met executieve functie-problemen.

“Ik merk dat ik nu ook in de klas dingen beter kan onthouden. Bijvoorbeeld als de juf een instructie heeft gegeven, kan ik nu sneller aan de slag”

Training van vaardigheden en werkgeheugen Beter bij de les is een training in executieve functies en leerstrategieën, voor basisschoolkinderen vanaf 8 jaar met zwakke executieve functies, zoals kinderen met AD(H)D en leerproblemen. Deze kinderen hebben vaak problemen met het werkgeheugen, plannen en andere functies, waardoor ze veel ondersteuning en sturing van de leerkracht nodig hebben bij het maken van schoolopdrachten. Met Beter bij de les worden vaardigheden en werkgeheugen getraind. Individueel en op school De training kan individueel per leerling op school worden gegeven en is eenvoudig toepasbaar met ondersteuning van een werkboek, oefenen luistermateriaal. Bewezen effectief Beter bij de les is ontwikkeld door een projectteam van de Bascule kinderpsychiatrie en is bewezen effectief. Dit blijkt uit een onderzoek in de praktijk door de Universiteit van Amsterdam bij een groot aantal scholen en kinderen.

Joris, 10 jaar Leden projectteam: Drs. Marthe van der Donk, Dr. Anne-Claire HiemstraBeernink, Dr. Ariane Tjeenk, Drs. Jan Geelhoed, Drs. Jehanne Vieijra, Prof. dr. em. Aryan van der Leij, Dr. Ramón Lindauer.

BETER BIJ DE LES

BETER BIJ DE LES

BETER BIJ DE LES

werkboek

handleiding

trainingsmateriaal en luisterbestanden

ISBN 978 94 014 2552 0 – € 24,99

ISBN 978 94 014 2551 3 – € 29,99

ISBN 978 94 014 3237 5

De boeken, het trainingsmateriaal en een uitgebreide informatiebrochure over Beter bij de les zijn verkrijgbaar via www.lannoocampus.nl en bij de boekhandel.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.