OUDERVERENIGING BALANS | JAARGANG 30 | NR.3 | MEI 2017
03
informeert & inspireert
MAGAZINE VOOR OUD ERS, OND ERWIJS- EN ZORGPROFESSIONALS
ʻIs ADHD een HERSENZIEKTE?ʼ BOSMAN & VAN DER LEIJ: twee hoogleraren over dyslexie BALANS-ENQUÊTE DYSLEXIE: BEKOSTIGING IS KNELPUNT!
NAAR DE
BRUGKLAS! EN VERDER:
‘LIFE, ANIMATED’ ONTROERT • KARIN STRAUS (VVD) OVER PO • MOEDER POULIEN OVER ‘AUTISME-VERANTWOORD’ ETEN
HET PICA ONDERWIJSCONGRES 2017 20 SEPTEMBER 2017
Met inspirerende keynotes van Marcel Schmeier en Kees van Overveld!
Schrijf je in via picacongressen.nl
Basisschooleditie
Doe-gids
1001 VERBORGEN REGELS Hulpwaaier. Een schat aan tips, eyeopeners en energizers hulpwaaier Verborgen Regels.indd 1
22/03/2017 17:27
NIEUW Deze hulpwaaier is een verzameling van de belangrijkste en handigste verborgen regels die de afgelopen jaren op de dagkalenders zijn verschenen. Rekening houdend met de doelgroep is er naast een kleurrijke versie ook een prikkelarme editie van de hulpwaaier. 1001 verborgen regels – hulpwaaier Binnenwerk in kleur: ISBN 9789491806971 Prikkelarm, binnenwerk zwart-wit: ISBN 9789492525192 € 14,95 per stuk
Helpende gedachten
De Doe-gidsen zijn bedoeld voor kinderen zelf. Stapsgewijs gaan ze op weg om de moeilijkheden aan te pakken, maar leren ze vooral ook te kijken naar hun sterke kanten. De gids staat vol doe-opdrachten die kinderen alleen of samen met ouders, (zorg)leerkracht of begeleider kunnen uitvoeren. Vera Winckelmans A5 | paperback, geniet ISBN 9789462346253 | € 4,95
Lezergame leesbox
Time Timer MOD Sprint
55 positieve hulpkaarten pica
Helpende gedachten
www.uitgeverijpica.nl
Helpende gedachten
Helpende gedachten Met welke helpende gedachte kun jij je prettiger voelen, of een beter resultaat halen? Kies één of meer kaartjes uit, schrijf zelf een helpende gedachte op een van de lege kaartjes, of trek er een aantal zonder te kijken. Wat is de beste? Probeer die gedachte de komende week uit. De Helpende-gedachtekaartjes kun je gebruiken in een coachingsgesprek of inzetten bij Kids’ Skills, Mission Possible of Teken je gesprek. Ook kun je een van de kaartjes meegeven; door het bij zich te dragen, wordt het kind of de jongere in lastige situaties gesteund door de positieve gedachte op het kaartje. Vanaf 6 jaar.
Helpende gedachten
Adinda de Vreede
9 789491 806117
www.uitgeverijpica.nl
Met welke helpende gedachte kun jij je prettiger voelen, of een beter resultaat halen? De helpende-gedachtenkaartjes kun je gebruiken in een coachingsgesprek, thuis en/of in de klas. Ook kun je een kind of jongere een kaartje meegeven als positieve stimulans.
Met Lezergame stimuleer je élke jonge lezer, met de spannende avonturen van Run, Bit en Zip. Je kunt de leestraining klassikaal of in kleine groepjes inzetten. De boxen bevatten 6 boekjes voor de prijs van 5. Leesbox 2 is speciaal bestemd voor iets oudere lezers met leesmoeilijkheden of een laag AVIniveau.
Met de Time Timer MOD maak je eenvoudig inzichtelijk hoeveel tijd er nog is om bijvoorbeeld een bepaalde taak uit te voeren. De Time Timer MOD is bedoeld voor individueel gebruik en makkelijk mee te nemen naar verschillende activiteiten.
Adinda de Vreede 55 kaarten in doosje ISBN 9789491806117 | € 12,50
Martine Ceyssens | Illustrator: Eric Bouwens Stevige box met 6 boekjes en leeshulp ISBN 9789463245263 | € 45,00
Formaat: 8 x 8 cm | Time Timer MOD Sprint-editie met siliconen hoesje € 47,50
doosje Helpende gedachten stans 2016.indd 1
14/11/2016 17:10
Voor meer info of bestellen:
www.uitgeverijpica.nl
! uro 5e 3 af d) van erlan g n d Ne ndi rze nnen e v bi tis Gra Alleen (
WIJ ZIJN
BALANS
Oudervereniging Balans versterkt de positie van kinderen en jongeren met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag. Dat doen we door uitwisseling van kennis en ervaringen tussen ouders, onderwijs, zorgprofessionals en wetenschap. We zijn een platform voor actuele informatie, professionele belangenbehartiging én we ondersteunen en bevorderen onderling contact. Perspectief voor ieder kind, dat is waar we voor staan. Balans verenigt ouders, onderwijs,
•Balans Digitale Nieuwsbrief
Nieuwe leden zijn
zorgprofessionals en wetenschap.
•Gratis of met korting naar lezingen,
van harte welkom.
En wie lid is van Balans profiteert
bijeenkomsten, oudercursussen van
Kent u iemand - een ouder, een
van de volgende voordelen:
Balans Academy bij u in de buurt.
zorgprofessional, een onderwijs-
•Balans Magazine (6 x per jaar) met nieuws, feiten, tips, achtergrondverhalen en informatie over (wetenschappelijke) ontwikkelingen.
•Kortingsabonnement BalansKIDS
professional - die Balans nog
•25% plaatsingskorting op het (zorg)
niet kent? Tip uw collega of
aanbiedersplatform Zoek&Vind. •Toegang tot het forum.
buren. Meer informatie: balansdigitaal.nl
Landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag Weltevreden 4A | 3731 AL De Bilt | +31 (0)30 225 50 50 | info@balansdigitaal.nl | balansdigitaal.nl.
INHOUD
10
12
KINDEREN
OUDERS
‘Into freerunning’
‘Alsof eten uit de pot sprong’
THUISZITTER Jesse (14) 10 KLASSENFEESTJES tegen uitsluiting
‘Mijn eerste feestje ooit!’
53
OUDERCOLUMN
16
PROFESSIONALS
DYSLEXIE 16 Van der Leij en Bosman over oorzaken leerprobleem ADHD 28 Hoogman en Batstra over (on)zin van link met kleine hersenen BALANSLEZING Schrijf! 42 Hoe schrijven je kan helpen
9
BIJ ONS THUIS
12 ‘Hechte familieband geeft kracht’ BALANS-ENQUÊTE 22 Hulpmiddelen niet beschikbaar voor elk kind met dyslexie
THEMA: NAAR DE BRUGKLAS! 34 BM03 • 2017 Thema: Van PO naar VO Pagina 34 - 41
4 BM | mei 2017
‘NAAR DE MIDDELBARE’: 34 over de valkuilen TOOLS VOOR OUDERS: 39 goede voorbereiding is essentieel
Columnist Anton Horeweg 41 portretteert zijn leerlingen in groep 8
STAAT ONDERWIJS
EN VERDER COLUMNS
Oudercolumn Poulien Docent Anton Horeweg Politica Karin Straus Actrice Ilse Krabben
ELKE MAAND
Word lid van Balans Balans Actueel Balans College Tour 2017 BalansAcademy Zoek&Vind Boek & Beeld Balans in 't Land Gepland, service & colofon
9 41 45 52
3 6 27 27 44 50 56 58
BALANSDIGITAAL.NL IS VERNIEUWD!
De nieuwe website is online, met duidelijke informatie, actueel nieuws en tips & tricks! Met een overzichtelijk ingericht forum om met elkaar ervaringen en inzichten te delen. Bovendien leest u ons vernieuwde magazine voortaan gemakkelijk online. Ontdek ook boekentips. U vindt alle informatie van onze Academy duidelijk op een rij. De regionale en landelijke evenementen zijn vindbaar op datum. Kortom, welkom ouders, onderwijs- en zorgprofessionals op balansdigitaal.nl
Trots zijn we op de gerestylede BM die u nu in handen heeft! Frisser en expressiever qua vorm. Qua inhoud, als altijd, verdiepend, betrokken en betrouwbaar. Een belangrijk medium om met u te communiceren over de lobby die wij voor en namens u doen. Want na de totstandkoming van het zogenoemde Instemmingsrecht voor ouders in het onderwijs en ons pleidooi voor de wijziging in de WOOZ - waardoor dyslexie-software door de overheid wordt vergoed - is onze lobby nu gericht op De staat van het Onderwijs, het gelijknamige jaarverslag 2016 van de Inspectie van het Onderwijs dat begin april uitkwam. Ook diezelfde dag verscheen - en alle Balansleden ontvingen deze digitaal - een extra BM: STAAT ONDERWIJS. Het betreft een inhoudelijke reactie op het inspectie-rapport, dat qua invalshoek geheel ervan verschilt. Wat Balans betreft moet enkel de kwaliteit van het onderwijs beter. Natuurlijk, kansenongelijkheid zal een rol spelen in de talent-ontwikkeling van leerlingen, zoals de inspectie schrijft. Maar ook die lost zich op als de kwaliteit van de onderwijsprofessionals verbetert, als juist deze beroepsgroep de kans krijgt zich naar een hoger plan te ontwikkelen. Hoe kan een leerkracht goed onderwijs bieden aan een leerling. Dát is de vraag die wat ons betreft centraal staat. Wat heeft die docent daarvoor nodig de komende jaren? Bijscholing, meer autonomie voor de klas, minder administratie, kleinere klassen, meer klassenassistenten; daarin moet de overheid onderwijsgeld investeren, zo simpel is het te duiden. Het antwoord op die centrale vraag moet niet langer op zich laten wachten. Dat komt zeker de leerlingen uit de Balansdoelgroep - denk hierbij ook aan de (verborgen) thuiszitters - niet ten goede omdat onderwijs dat hen past, daarmee uitblijft. En we weten dat er nog tachtig miljoen aan budget ‘ergens op een plank in Den Haag ligt’. OC&W, gebruik die om de visie op Passend Onderwijs aan te scherpen en te vertalen in concreet beleid.
Swanet Woldhuis
BALANS�ONLINE
Directeur Oudervereniging Balans en NVA 5 BM | mei 2017
ACTUEEL
RVS: ‘DRUK KIND NIET GELIJK AAN MEDICATIE’ Met drukke kinderen hoef je niet altijd naar de dokter. Als deze kinderen thuis en op school meer ruimte krijgen voor gedrag dat bij hun leeftijd kan horen, krijgen waarschijnlijk veel minder kinderen ten onrechte medicatie voorgeschreven. Dat stelt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). De oorzaak kan dieper liggen, bijvoorbeeld in hoge maatschappelijke verwachtingen, aldus de RVS. Die vindt dat er meer moet worden geinvesteerd in realistische verwachtingen. Want een zorgeloze jeugd, snelle carrière, blijmoedig ouderschap en gezond oud worden is niet voor iedereen weggelegd. ‘We moeten het meer hebben over de rol van leraren, werkgevers en maatschappelijk werkers. Zij zijn bij uitstek de mensen die kunnen voorkomen dat mensen te snel of onnodig in het medische circuit terechtkomen,’ aldus de raad in het advies Recept voor maatschappelijk probleem, dat onlangs werd overhandigd aan demissionair minister Jet Bussemaker (OC&W). Bron: nu.nl
OPROEP
WWWAUW... BALANSDIGITAAL.NL IS VERNIEUWD!
Welkom ouders, onderwijsen zorgprofessionals!
EVENT MIND:
LAST MAN STANDING OPSTAAN TEGEN LANGE GGZ-WACHTLIJSTEN Op zaterdag 24 juni doen driehonderd mensen mee aan het nieuwe event Last Man Standing van MIND. Tijdens dit evenement proberen ze zes uur lang op een boomstam in het IJsselmeer te staan. Waarom? Voor al die mensen met psychische problemen die momenteel op lange wachtlijsten terechtkomen als ze hulp zoeken. MIND en de honderden deelnemers willen Nederland wakker schudden en de aandacht vestigen op al die mensen die dringend hulp nodig hebben, maar het niet (op tijd) krijgen. De wachtlijsten voor hulp in de GGz zijn opgelopen van een half jaar tot een jaar, bijvoorbeeld bij autisme en persoonlijkheidsstoornissen. De behandeling van een vroegkinderlijk trauma duurt zelfs langer dan een jaar. Dit verschilt per provincie. In mei 2016 schreef MIND - toen nog Landelijk Platform GGz - al een brief naar de Tweede Kamer met het verzoek om een concrete aanpak om de wachttijden te verkorten. In juni 2016 bleek dat de helft van de huisartspraktijken noodgedwongen een wachtlijst heeft ingesteld voor mensen die vragen om psychische hulp. Wie deel wil nemen aan Last Man Standing en ook nog wil opstaan voor mensen met psychische problemen, kan zich aanmelden via lastmanstanding.nl. Bron: GGZ Nieuws
6 BM | mei 2017
ACTUEEL TRANSITIE AUTORITEIT JEUGD:
JEUGDHULP IN GEDRANG De decentralisatie moest verbetering brengen voor de Jeugdhulp: integraal, toegankelijk en dicht bij het kind. Meer preventie, slimmere samenwerking en een einde aan verkokering doordat alle jeugdhulpvormen nu onder één opdrachtgever vallen: de gemeente. Van dat ideaal zien we twee jaar na de decentralisatie helaas nog te weinig terug. Dit vindt GGZ Nederland in reactie op de derde jaarrapportage van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ). De TAJ constateert dat door administratieve lastendruk, liquiditeitsproblemen en de inkoop, met name de aanbieders van (hoog) specialistische zorg fors onder druk staan. Daardoor is er geen ruimte meer voor vernieuwing.
En de Jeugdhulp komt in het gedrang. Net zoals de TAJ ziet GGZ Nederland dat er brede steun is voor de overgang van de jeugdhulp naar gemeenten. Die moet er ook voor zorgen dat er minder vaak dure specialistische hulp wordt ingeschakeld. Maar te veel tijd en energie en dus ook geld, gaan naar randzaken. Naar regio’s die uit elkaar vallen, naar bureaucratie en naar foute verwijzingen.
De beoogde verandering blijft achter. De administratieve lastendruk voor zowel gemeenten als aanbieders is een van de drie hoofdproblemen die echt moeten worden opgelost, stelt TAJ-voorzitter Marjanne Sint in een toelichting op de rapportage Zorgen voor de jeugd. Aanbieders van specialistische hulp werken met veel verschillende gemeenten samen en hebben vaak met allerlei verschillende contracten en regelingen te maken. Dat kost geld en energie. De gemeenten moeten voortaan dezelfde regels gebruiken, vindt de TAJ. In het uiterste geval, moet het Rijk die opleggen. Als er niets verandert, dreigen sommige gebieden straks van de Jeugdhulp te zijn verstoken, waarschuwt de TAJ. Bron: ggznederland.nl
MUZIKAAL TALENT MET ADHD Veel mensen met ADHD zijn muzikaal. Zo ook deze tien artiesten, schrijft artiestennieuws.nl. Velen weten de positieve aspecten van ADHD, zoals een flinke dosis creativiteit, intuïtie en energie voor zich te laten werken in hun weg naar succes. Het betekent overigens niet dat alle mensen met ADD/ADHD muzikaal zijn. Laat deze tien musici je inspireren om je talenten te benutten: Justin Timberlake, Justin Bieber, Adam Levine, will.i.am, Charly Luske, DJ-ster Paris
7 BM | mei 2017
Hilton, Will Smith, Solange Knowles en de overleden Kurt Cobain en Wolfgang Amadeus Mozart. Mozart was een getalenteerde componist, pianist, violist en dirigent. Zijn karakter is omschreven als dat van een uiterst drukke en chaotische grappenmaker, die het leven niet te serieus nam. Hij componeerde met behulp van zijn hyperfocus prachtige muziekstukken. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, kunnen ADHD-ers zich soms heel goed concentreren. Deze hyperfocus werkt alleen niet op commando en komt alleen voor bij de uitvoering van taken die voor de ADHD-er interessant zijn. Bron: artiestennieuws.nl
7 BM | mei 2017
WWWAUW... BALANSDIGITAAL.NL IS VERNIEUWD! Welkom op onze nieuwe website. DĂŠ online plek met duidelijke informatie, actueel nieuws en tips & tricks. Met een overzichtelijk ingericht forum om met elkaar ervaringen en inzichten te delen. Bovendien leest u ons vernieuwde magazine voortaan makkelijk online. Ontdek ook Boekentips en alle informatie van onze Academy duidelijk op een rij. Evenementen regionaal en landelijk zijn vindbaar op datum. Kortom, welkom ouders, onderwijs- en zorgprofessionals op balansdigitaal.nl.
Landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag Weltevreden 4A | 3731 AL De Bilt | +31 (0)30 225 50 50 | info@balansdigitaal.nl | balansdigitaal.nl.
COLUMN OUDERBLOG
Liever shoarma & patat! Stel je voor, je bent ontspannen aan het werk in de tuin. Het is droog, het zonnetje schijnt. Tevreden haal je wat onkruid tussen de aardbeienplantjes vandaan, en op dat moment springt er een kikker tevoorschijn. Je hart bonst in je keel van schrik. Houd dit beeld even vast, en ik vertel je zo wat dit met ons avondeten heeft te maken. Koken is bij ons thuis een redelijk onmogelijke opgave. Iedere avond probeer ik iets nieuws. Vraag ik aan de meiden wat ze graag eten dan is het antwoord standaard: shoarma & patat. Oké, koken is niet bepaald mijn favoriete hobby, en het wordt er ook niet leuker op door opmerkingen als: ‘Dat lust ik niet’ of ‘Er zit iets doorheen’. Toen Jessica klein was, was het voor ons gezin nog ingewikkelder. Ze durfde ‘iets’ niet te eten als ze niet wist uit welk pak het kwam, of van welk merk het was. En dan moest het ook nog op mama’s manier klaar worden gemaakt, anders at ze het gewoon niet. Alles moest gescheiden worden gepresenteerd. En vooral niets gestampt! Ze had zo haar vaste merken en vaak nam ze haar eigen eten en drinken mee op visite. Als de leverancier de verpakking veranderde, dus niet de inhoud, brak bij ons de stress los.
Poulien (40) en Fred (46, dyslexie) hebben drie kinderen: Jessica (18, McDD), Lisanne (16, dyslexie), en Mireille (14). Poulien is seniormedewerker bij de GGD regio Utrecht afdeling Jeugdgezondheidszorg. Haar echtgenoot Fred is commercieel medewerker. Hond Roef, opgeleid tot autisme begeleidingshond, en paard Samantha horen ook bij de familie.
ZE OPENT DE PAN: DIT IS NIET AUTISMEVERANTWOORD!
Afgelopen week maakte ik Kip uit het pannetje: kip, aardappelschijfjes, verschillende groenten en spekjes. Alles opgebakken en door elkaar gehusseld. Jessica tilt de deksel op: ‘Dit is niet autisme-verantwoord!’ Toch smult ze van de maaltijd. Kijk ik naast me, ligt bij Lisanne het eten opeens geheel gescheiden verspreid over haar bordje. Kip en spek in de ene; de groenten in de andere hoek. Vanavond schep ik hardgekookte eitjes door de spinazie. Het is droog, het zonnetje schijnt en Mireille opent de pan met spinazie. Ze slaakt een kreet alsof er een kikker uit de spinazie springt! Met bonzend hart in haar keel kijkt ze me verschrikt aan: ‘Er zit een ei door de spinazie!’ Moet ik serieus blijven of lachen, ik weet het niet meer. We hebben hier aan tafel allemaal wel eens iets 'autistisch' in ons…
9 BM | mei 2017
THUISZITTERS
‘KINDEREN ALS JESSE ZIJN SPIEGEL VOOR SAMENLEVING’ Na anderhalf jaar thuiszitten kon Jesse (nu 14, dyslexie, hoogbegaafd, hoogsensitief) vorig jaar terecht bij Feniks Talent. Hij vond er veel: een begeleider die hem serieus nam, contact met andere jongeren. Maar geen leerondersteuning, want daarvoor moest hij ingeschreven staan bij een school. Terwijl Jesses autonome leren doorgaat, schreef moeder Ingrid Verkuil een boek met de veelzeggende titel Mogen zijn wie je bent, dat is geluk! TEKST: GEERT BORS FOTOGRAFIE: JORIS DEN BLAAUWEN
̓W
e zijn een jaar verder en Jesse zit nog steeds thuis. Een heel team hebben we voor hem bij elkaar gehad: het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de leerplichtambtenaar, het samenwerkingsverband. Ook burgemeester en wethouder zijn gevraagd. Maar niemand komt eruit. De volgende stap is de Onderwijszorgconsulent. Die is nu net bezig en daar hebben we nog geen advies van. Iedereen werkt mee, maar het samenwerkingsverband doet moeilijk. Het CJG geeft wel een PGB af, maar dat is voor zorg en niet voor onderwijs. Het samenwerkingsverband wil nieuw dossieronderzoek en kan daarna pas advies uitbrengen. Misschien als we mee zouden
10 BM | mei 2017
werken richting speciaal onderwijs… Maar daar is Jesse niet aan toe. Voor hem moet er nu echt maatwerk, gepersonaliseerd leren, komen. Liefst zou hij naar een Democratische School gaan, maar voor particulier onderwijs hebben we het geld niet. Ik merk nu al jaren dat er te veel naar de ouders of het kind wordt gewezen, terwijl het schoolsysteem zélf niet voor ieder kind past. Ook als ik ouders begeleid, zie ik hoe die dikwijls een hele delegatie vanuit het onderwijs tegenover zich krijgen. Er wordt te snel op psychiatrische stoornissen aangestuurd, terwijl dit vaak niet nodig is. Ik kijk naar een kind en accepteer zijn eigenheid. Het onderwijssysteem gaat nog te veel uit van een norm, waaraan deze kinderen
THUISZITTERS
Accepteer eigenheid van een kind
niet kunnen voldoen. Mijn boek gaat over de klokkenluidersfunctie van ‘kinderen met labels’: ik zie hen als een spiegel voor onze samenleving. Vorig jaar was Jesse nog erg bezig met zijn reptielen en spinnen. Inmiddels is hij een echte puber en verschuiven zijn interesses. Hij is helemaal into freerunning. Zijn trainer begrijpt zijn behoefte aan avontuur, vrijheid en bewegen. Jesse heeft zijn enthousiasme voor zijn nieuwe sport ook overgebracht naar Feniks Talent. Met andere jongeren heeft hij een lokaal mogen inrichten met parkoers en graffiti op de muren. Ondanks dat hij erg hecht aan het sociale contact met leeftijdgenoten daar, gaat hij stoppen bij Feniks: hij wil zijn certificaten gaan halen om freerunning-assistent te worden. Mijn boek heb ik geschreven voor een brede doelgroep, van ouders en leerkrachten tot hulpverleners, instanties en de politiek. Wat er nodig is, is dat ouders zich verenigen om samen sterk te staan.’ Meer informatie over Ingrid Verkuils boek Mogen zijn wie je bent, dat is geluk! vind je op gaafkind.nl
11 BM | mei 2017
BIJ ONS THUIS • PORTRET VAN EEN BALANSGEZIN
HECHTE FAMILIEBAND geeft ons KRACHT Vader Arjan Sluijer (43) en zijn vrouw Bianca (38) hebben samen een hoveniersbedrijf. Ze hebben twee kinderen, Niels (13, ADHD en MCDD) en Mirthe (10). Bianca: ‘Ik voel me dagelijks gesteund door de hechte familieband die wij hebben.’ TEKST: ANNE VAN HEES FOTOGRAFIE: JORIS DEN BLAAUWEN
12 BM | mei 2017
BIJ ONS THUIS • PORTRET VAN EEN BALANSGEZIN
A
rjan en ik zijn al heel lang samen. We zijn vijftien jaar getrouwd maar kennen elkaar al twintig jaar. We onderhouden onze relatie vooral door de kleine momenten samen. Zoals bij het avondeten, als we de dag doornemen. Op feestdagen trekken we er altijd samen op uit. Arjan is eigen baas, ik doe de bedrijfsadministratie en verzorg de kinderen. Niels heeft daar baat bij. Hij is slim en we vragen hem regelmatig klussen voor ons te doen, zoals het graven van een vijver bij een klant. Dat doet hij maar al te graag. We zijn verhuisd van een woonwijk naar het ‘buitenleven’, met paarden, pony’s en kippen om ons heen. Er is hier veel ruimte en altijd wat te doen. Niels heeft een brommer, een quad en sinds kort zelfs een auto om zich mee uit te leven op ons eigen terrein, en om er zelf aan te sleutelen. Die ruimte heeft een positieve uitwerking op hem. Naast ons wonen mijn schoonouders. De opa van Niels en Mirthe is boer en daar is ook altijd veel werk te doen. Hooi binnenhalen? Geen punt voor Niels. Hij doet het graag en geniet enorm van het contact met zijn opa.’
ZUID-FRANKRIJK ’’s Zomers gaan we al jaren naar een groot huis in Zuid-Frankrijk. We vinden het fijn daar twee weken samen te zijn, met andere familieleden. Niels weet precies wat hij daar kan verwachten. Dat is erg belangrijk voor hem. Hij wil ieder jaar weer bepaalde plekken bezoeken en dezelfde activiteiten ondernemen. Dat doen we dan ook. Ook thuis komt hij graag op bekende plaatsen; nieuwe mensen, activiteiten en omgevingen zijn lastig voor hem. Vaak raadplegen we samen Google Maps om alvast een indruk te krijgen van een nieuwe plek. Want
het helpt als Niels zich goed kan voorbereiden. Het meest hete hangijzer van het jaar is Sinterklaas. Meestal neem ik hem mee om inkopen te doen, zodat hij weet wat hij krijgt.’
BROER-ZUS RELATIE ’Mirthe is heel anders. Als ik niet oplet, ben ik geneigd ook haar voor te bereiden op nieuwe situaties. ‘Mam, ik hou wel van een verrassing,’ zegt ze dan. Ze is optimistisch en heel zelfstandig, zeker gezien haar leeftijd. Wellicht komt dit omdat Niels haar broer is, en zij daardoor meer op zichzelf wordt teruggeworpen. Ik probeer haar initiatieven zoveel mogelijk te ondersteunen. Zoals de balletles waar ze van geniet maar die niet in de buurt wordt gegeven. Ik rijd haar er graag naar toe. Niels en Mirthe hebben een fijne broer-zus relatie. Ze kunnen over het algemeen goed met elkaar overweg en vliegen elkaar regelmatig in de haren. Mirthe weet precies hoe ze Niels op de kast krijgt en andersom ook. Mirthe voelt situaties echter
Veiligheid op school is essentieel voor groei 13 BM | mei 2017
BIJ ONS THUIS • PORTRET VAN EEN BALANSGEZIN
beter aan, ze overziet eerder de gevolgen en kan daardoor ook eerder en beter gas terugnemen. Niels niet, die gaat door.’
CONTEXT BIEDEN ‘Bij Niels plaats ik, wat hij meemaakt, in een context. Dat helpt hem gebeurtenissen te begrijpen. Hij kan goed vertellen hoe hij zich voelt en wat hij vindt. Hij geeft ook hele pakkende beschrijvingen van wat er in hem leeft. Zo vertelde hij als zesjarige al dat hij zich soms een steen voelt die van een berg afrolt en die niet in staat is zichzelf te stoppen. Dit zelfinzicht helpt hem om even weg te lopen uit een situatie wanneer dit nodig is. Die context is met name belangrijk als hij zich tekort gedaan voelt. Als hij op school een duw heeft
Niels’ zelfvertrouwen groeide in het speciaal onderwijs
gekregen. Hij ziet dan alleen de ander die hem geduwd heeft. Ik vertel hem dan dat er op dat moment nog vijftig kinderen in de gang liepen waar het gebeurde en dat er allerlei redenen kunnen zijn waarom dat kind hem uiteindelijk duwde. Dit helpt Niels om ervaringen te kunnen plaatsen.’
PEUTERSPEELZAAL ‘Ik had al snel door dat Niels anders was dan andere kinderen. Hij wist op jonge leeftijd al veel meer dan zijn leeftijdgenoten. Bij de peuterspeelzaal wilde hij almaar hetzelfde doen. Mocht-ie niet met auto’s spelen, dan hadden de leidster en Niels een vervelende ochtend. In de kleuterklas dacht hij te gaan leren. Maar dat viel tegen. Het waren twee dramatische jaren voor hem. Misschien kwam het door het Daltononderwijs, waar zelfstandig werken belangrijk is. We lieten hem testen in groep 3 en daaruit bleek dat Niels ADHD heeft. ‘Maar er is meer aan de hand,’ werd ook direct gezegd. Ze wisten alleen niet wat. Hoewel de school Niels nog niet had opgegeven, besloten wij twee jaar later om hem naar het speciaal basisonderwijs over te plaatsen. Het was een lastig besluit, we wisten niet of we er goed aan deden. Het was de juiste beslissing, bleek al snel! Niels zijn zelfvertrouwen is er enorm gegroeid. Daar ontdekte hij dat er veel meer en veel grotere verschillen tussen kinderen zijn en ook hoorde hij daar bij de ‘lichtere gevallen’. ‘Wel werd er - mede door de charmes die Niels in de strijd gooide bij zijn juffen - cognitief minder van hem verwacht dan hij aankon. Nu zit hij op het speciaal voortgezet onderwijs (VSO) en heeft hij een mannelijke leraar waar hij de hele dag bij in de klas zit. Deze man verwacht van hem dat hij het maximale eruit haalt, en dat betaalt zich uit: het niveau van Niels is enorm gestegen. Ook de keuze voor het VSO was lastig. We hadden een indicatie nodig en daarmee krijgt je kind toch een stempel. Ook gaf dit aanleiding hem opnieuw te laten testen. Niels kreeg de diagnose MCDD erbij.
BIJ ONS THUIS • PORTRET VAN EEN BALANSGEZIN
Samen in de zon, met een kop koffie. Heerlijk We waren bang dat dit stempel hem zou blijven achtervolgen. Nu zien we dat hij helemaal op z’n plaats zit. De veiligheid, essentieel voor groei, wordt ook hier geboden. Zo heeft hij een vaste mentor en zit hij met maar tien kinderen in de klas.’
POSITIEF ‘Ik sta positief in het leven, net als onze dochter. Natuurlijk maak ik me ook wel eens zorgen over wat allemaal nog niet lukt, en ik vind het soms lastig om mijn kinderen los te laten. Ik zie ook dat we nog een weg te gaan hebben met Niels. Maar ik weet dat ‘pushen’ niet werkt. Ik houd het doel voor ogen - dat Niels een gelukkig en zelfstandig leven krijgt - en zoek dan naar stappen die daarheen kunnen leiden. Ik ervaar dat het werkt. Dat Niels nog niet zo
lang geleden een dag, of een halve dag nodig had om zich over een escalatie heen te zetten, die tijd is voorbij. Nu trekt hij zich meestal slechts enkele minuten terug. Dat is een vooruitgang. Ik voel me enorm gesteund door de sterke familieband die wij hebben. We hoeven maar te bellen en er staat direct iemand voor ons klaar. Vooral ook onze beide ouders zijn heel belangrijk. De vele logeeradressen die we daardoor hebben, zorgen ervoor dat we met ieder kind apart iets kunnen doen of dat Arjan en ik even met z’n tweeën kunnen zijn. Dat hoeft voor mij helemaal niet groots of uitbundig te zijn; samen in de zon zitten met een kop koffie, heerlijk. Ik geniet van de kleine dingen in het leven.’
BALANSKIDS Hét tijdschrift voor kinderen met leer- en/of gedragsproblemen En hun broertjes, zusjes en vrienden! Bent u lid van BALANS? Dan kunt u voor € 18,- per jaar een combi-abonnement afsluiten. U ontvangt dan 6 x per jaar BalansKIDS bij uw BM. Aanmelden: www.balansdigitaal.nl of stuur een mail naar: info@balansdigitaal.nl
15 BM | mei 2017
DUBBELINTERVIEW DYSLEXIE
‘KINDLEIDEND ONDERWIJS,
DAAR MOETEN WE NAAR TOE’ De berichtgeving over dyslexie kan nogal verwarrend zijn. De begrippen dyslexie en leesproblemen worden door elkaar gebruikt. En zou dyslexie echt door het onderwijs komen, zoals onlangs in het AD werd beweerd? Twee hoogleraren die zich al decennia met het onderwerp bezighouden, buigen zich over de kwestie. TEKST: ANOUK VAN WESTERLOO FOTOGRAFIE: JORIS DEN BLAAUWEN
O
nlangs kopte het AD: ‘Dyslexie is het gevolg van slecht onderwijs’. Reden voor het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie om dat te weerspreken in een persbericht. Dyslexie komt NIET door slecht onderwijs, schrijft het Instituut. Sterker nog, voor kinderen met dyslexie kan zelfs het beste onderwijs geen oplossing bieden. Hoogleraar Anna Bosman, die in het bewuste artikel werd geïnterviewd, en emeritus hoogleraar Aryan van der Leij zijn beiden autoriteiten op het gebied van dyslexie. Op welke punten kunnen de twee hoogleraren het met elkaar eens zijn?
ANNA BOSMAN:
Binnen een jaar bijgespijkerd? Dan is er geen sprake van dyslexie 16 BM | mei 2017
Aryan van der Leij heeft eerder gezegd: Dyslexie is wat je overhoudt, als je laaggeletterdheid hebt bestreden, met alle mogelijke middelen. Dan moet de conclusie toch zijn dat dyslexie niet door slecht onderwijs kan komen? Anna: ‘Het hoge percentage kinderen met leesproblemen, dat komt door het onderwijs. Om dyslexie vast te stellen wordt onder andere het resistentiecriterium gehanteerd. Dat wil zeggen dat een kind het na zoveel uren bijles toch niet redt. Maar we testen niet hoe effectief het onderwijs is geweest! Er zijn bovendien bureaus waar kinderen in een jaar tijd worden bijgespijkerd tot een B-niveau. Niets ten nadele van die bureaus, want die kinderen zijn enorm geholpen. Maar als een kind zo snel te helpen is, heeft het in mijn optiek geen dyslexie maar slecht onderwijs gehad. Het grootste probleem is dat het ministerie leerkrachten zo ontzettend veel taken opgeeft. In groep 3 en 4 moet je je bezighouden met een paar onderwerpen: lezen, rekenen en ’s middags nog wat leuke dingen. Maar kom niet in die klassen al aan met burgerschapskunde en dat soort waanzin. Minstens een uur per dag lezen en minstens een uur per dag rekenen, en veel meer oefenen met de kinderen samen. De methodes zijn tegenwoordig allemaal gebaseerd op korte instructie, weinig oefenen en veel individueel
Aryan van der Leij: ‘Het is een illusie dat alle kinderen hetzelfde zijn, sommige hebben méér nodig’
werken. En dan ook nog eens in groepjes bij elkaar, de helft met de rug naar de leerkracht toe, ze zitten elkaar voortdurend af te leiden.’
Aryan: ‘En dan heb je ook nog niveaugroepen. Alle zwakkere leerlingen zitten bij elkaar. Die leren niets van elkaar. Langzamerhand krijg je een flinke tegenbeweging, maar dat is al zo’n twintig jaar aan de gang. Het model van directe instructie onderschrijven we allemaal in het onderwijs. Dat heeft drie panelen: klassikale uitleg, begeleide oefening en zelfstandigheid. Maar vooral het belang van de begeleide oefening wordt enorm onderschat. Die is voor sommige leerlingen ook helemaal niet nodig, maar voor de leerlingen waar wij het over hebben, is dat heel anders. Feedback is essen-
tieel. Dus die begeleide oefening moet je intensiveren. En dan hebben we het over ongeveer een kwart van de klas die dat nodig heeft. Dus vijf à zes leerlingen. Het is de illusie van het kindvolgende onderwijs, het kind leert het vanzelf wel…’
Anna: ‘Het is heel belangrijk dat je de kinderen veel meer met de hele groep laat doen. Kinderen vinden dat ook heel leuk, om met z’n allen iets op te zeggen. Nu moeten ze zich in de klas voortdurend zelf motiveren. Er wordt zoveel effectieve instructie- en leertijd verspild.’
17 BM | mei 2017
DUBBELINTERVIEW DYSLEXIE • VERVOLG
Aryan: ‘Gewoon stampen, leren door te doen en te herhalen, zoals het in de jaren vijftig ging.’ Maar vroeger was toch niet alles beter, hè? En toen waren er ook kinderen met dyslexie en leesproblemen. Aryan: ‘Nee, dat klopt. Naast het kindvolgend systeem zoals het nu is, is het klassikale systeem net zo goed een illusie. Want toen ik in de klas zat, zaten er nog achtenveertig andere kinderen naast me. Er zijn toen ook heel wat kinderen ‘gemist’. Maar we keken wel allemaal de leraar aan, en we moesten tafels stampen. Maar ook toen ging er een hoop tijd verloren. Moest je een kwartier in de rij staan bij de leerkracht om een vraag te stellen. Kindleidend onderwijs, daar moeten we naartoe!’
Anna: ‘En in het huidige systeem verlies je niet alleen tijd doordat kinderen elkaar afleiden. Denk alleen al aan andere leraren die even de klas inlopen om iets te vragen. Er is onderzocht wat het effect daarvan is. Na zo’n verstoring duurt het bij kinderen die goed leren al drie minuten voordat ze weer aan het werk gaan. Bij zwakkere leerlingen duurt dat wel zeven of acht minuten! Moet je je voorstellen dat zoiets twee keer per les gebeurt! We creëren zelf problemen door het zo luidruchtig te maken in de klas.’
Aryan: ‘Als het klassikale systeem zich als een individueel systeem gaat gedragen, dan mis je de voordelen en kapitaliseer je de nadelen. Je hebt namelijk heel weinig tijd voor individuele instructie. Dus als een kind meer tijd nodig heeft, dan moet je het laten nablijven. Of naar de lenteschool of de zomerschool sturen!’ Dat kun je die kinderen toch niet aandoen? Aryan: ‘En dat is nu precies de verkeerde reactie. Natuurlijk kun je dat kinderen aandoen! Op de zomerschool krijgen kinderen die leer- of leeszwak zijn twee van de zes weken extra les. Volgens experimenten voorkomt dat drie kwart van de zittenblijvers. Je geeft ze extra tijd, vrijwel individuele aandacht en de gelegenheid om meer begeleid te oefenen. Het is een illusie dat alle kinderen hetzelfde zijn. Iedereen weet dat dit niet zo is. Sommige kinderen hebben méér nodig, en sommige ook minder. Ik ben een groot voorstander van de zomerscholen.’ Wat weten we over het percentage laaggeletterden van de tijd van het klassikaal onderwijs ten opzichte van nu? Aryan: ‘Het is niet veel veranderd. Eind negentiende eeuw was zo’n vijftien procent van de Nederlandse bevolking analfabeet. Nadat in 1901 de leerplicht werd ingevoerd is
ARYAN VAN DER LEIJ:
Alle leerkrachten universitair scholen, dat is een goed begin! 18 BM | mei 2017
ANNA BOSMAN:
Taal door de strot duwen heeft geen zin
En dat wordt de oplossing, net als in Finland? Alle docenten universitair geschoold? Anna: ‘Dat is één deel van de oplossing.’
Aryan: ‘Het punt is wel, gaan jouw studenten ook echt het onderwijs in na hun opleiding? Ik heb me laten vertellen dat in Finland veel mensen leerkracht willen worden, maar in Nederland is het niet zo populair.’ Anna: ‘Het heeft daar een heel hoge status,
dat verminderd. Maar nog steeds bleef tien tot twaalf procent functioneel analfabeet. Ondertiteling gaat dan bijvoorbeeld te snel en brieven schrijven is moeilijk. In 1984 was er een peilingsonderzoek. Tien procent van de kinderen kon geen simpel briefje schrijven. Dat was een shock destijds. In 2016 is het opnieuw bekeken en was het nog steeds ongeveer hetzelfde. Er zijn sinds de jaren tachtig allemaal actieplannen geweest, maar één ding is niet veranderd. Het eigenlijke probleem: de opleiding van de leraar. In Finland heeft een minister van onderwijs in de jaren zeventig een radicale verandering doorgevoerd. Hij vond dat Finland een ontwikkelingsland was op het gebied van onderwijs. En nu, een generatie later, stijgt Finland in de internationale vergelijkingen. Alle leerkrachten zijn daar nu universitair geschoold. Kinderen gaan van hun zevende tot hun zestiende naar school, zonder overgang van basisnaar voortgezet onderwijs. Er is geen overgangsdrempel, er wordt niet of nauwelijks getoetst en er is geen inspectie.’
Anna: ‘Briljant! Helemaal wat ik ook graag zou willen. In
maar ze worden niet per se beter betaald. Het is een heel gewild beroep. Het is ook minder zwaar. Ze hebben niet al die administratieve rompslomp en de schooldagen zijn kort.’
Aryan: ‘Het zou mooi zijn als dat de regel wordt in Nederland, dat alle leerkrachten universitair geschoold moeten zijn. Dan duurt het wel een generatie voordat je dat voor elkaar hebt, maar je moet een keer beginnen…’ Is preventie volgens jullie beiden de beste remedie tegen leesproblemen? Anna: ‘Ja, absoluut. Maar niet te vroeg. Ik wil er wel voor pleiten om met zeven jaar pas met lezen en spelling te beginnen. Zoals ze in Finland en in de rest van Scandinavië doen. In de kleuterklas kun je best bezig zijn met taal. Zodra kinderen iets met letters willen, moet je dat vooral aanmoedigen. Maar het heeft niet zoveel zin om het door de strot te duwen. Sommigen willen het nog niet.’
september beginnen wij daarom met de eerste universitaire pabo. De opleiding heet: Pedagogische Wetenschap voor Primair Onderwijs.’ 19 BM | mei 2017
DUBBELINTERVIEW DYSLEXIE • VERVOLG
‘HAAL IN GROEP 2 RISICOLEERLINGEN ERUIT EN BIEDT HEN PREVENTIEF LEESONDERWIJS’ Aryan: ‘Ik ben het daar niet mee eens. Met leren
Anna: ‘Dat klopt, als je kinderen in die eerste paar jaar een
fietsen en zwemmen denken we ook niet zo, dan worden die kinderen ook allemaal op een bepaalde leeftijd in het diepe gegooid. Laten we uitgaan van het systeem dat we hebben, anders wordt het nog ingewikkelder. Ik denk dat als je kinderen die risico lopen op leesproblemen er in groep 2 uithaalt en ze een preventieve methode geeft twee jaar lang, dan voorkom je zittenblijven en dyslexiediagnoses en gaat het leesniveau omhoog. Die hele 25 procent onderkant qua lezen heb je dan niet meer. Alleen de ernstigste gevallen, en dat is zo’n 3,5 procent, hou je over. En als je er vroeg bij bent, voorkom je ook nog de zijeffecten als een negatief zelfbeeld en faalangst.’
grotere woordenschat zou kunnen bijbrengen, heb je al heel veel gewonnen.’
Anna: ‘Daar ben ik het wel mee eens, en tegelijkertijd denk ik dat we dat percentage nog meer kunnen terugbrengen. Ik ga uit van één procent kinderen die leren lezen en spellen extreem moeilijk vinden.’
Aryan: ‘Maar het belangrijkste bij de taalontwikkeling ligt eigenlijk al veel eerder. Dat is het aanbod van taaluitingen in de eerste drie, vier jaar van het leven van een kind.’
20 BM | mei 2017
Aryan: ‘Dat gaat je de eerste drie jaar niet lukken vanuit het onderwijs, tenzij vroege- en voorschoolse educatie nog intensiever en gerichter wordt ingezet. Als kinderen met vier jaar op de basisschool terechtkomen, dan heeft de school een compenserende functie. Ze moeten het gat
DUBBELINTERVIEW DYSLEXIE • VERVOLG
dichten dat er bij sommige kinderen bestaat. Dus niet laten spelen tot ze er zelf aan toe zijn, want dat geven kinderen niet altijd zelf aan…’ Oké, dus alleen kinderen die al een bepaald niveau hebben mogen nog spelen in de kleuterklas? Anna: ‘Iedereen mag spelen, maar dat spelen moet je inzetten. Je moet alles ondertitelen. Als een kind ergens mee speelt, vraag je: ‘Hoe heet dat?’ Maar als er een onderwijsassistente bijstaat die zelf nauwelijks Nederlands spreekt en bijvoorbeeld zegt: ‘Doe jij maar even ophangen die jasje’. Hou op, verschrikkelijk!’
Aryan: ‘Dat gat van de taalachterstand dat je wil dichten in groep 1 en 2 is gigantisch. Als de één er een uur over doet om iets te leren, heeft een ander daar vijf uur voor nodig.’ Maar jullie willen toch niet beweren dat kinderen met dyslexie altijd uit een omgeving komen die niet stimulerend is? Aryan: ‘Nee, zeker niet. Het kan natuurlijk wel, maar dit gaat om kinderen die straks laaggeletterd van school komen terwijl dat niet zou hoeven.’
Prof. dr. Anna Bosman is hoogleraar ‘Dynamiek van leren en ontwikkeling’ en directeur van het onderwijsinstituut pedagogische wetenschappen en onderwijskunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Al vele jaren houdt zij zich bezig met de effectiviteit van onderwijs en leermethodes.
Anna: ‘Bij kinderen met ernstige lees- en spellingproblemen valt het gat niet zo makkelijk te compenseren. Dit gaat over een ander gat: het taalvaardigheidsniveau dat doorwerkt in taalvaardig lezen. Hoe meer woorden je kent, hoe beter je een tekst begrijpt. En als je de teksten beter begrijpt, ga je vanzelf meer lezen, waardoor je een vaardiger lezer wordt. Het is een zichzelf versterkend systeem. Het begint allemaal bij het onderwijs. Ik vind echt dat als je elk jaar in één klas drie kinderen met ernstige lees- en spellingproblemen hebt zitten, dat je dan meteen iets aan je onderwijsmethode moet doen. En die drie kinderen die externe hulp nodig hebben voor hun leesproblemen, kosten de maatschappij twaalfduizend euro per jaar. Dan denk ik: geef dat geld aan mij en dan leid ik de leraren op zo’n manier op dat de hele klas ervan profiteert.’
Prof. dr. Aryan van der Leij is emeritus hoogleraar Orthopedagogiek (in het bijzonder leerproblemen) aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is expert in dyslexie en leesproblemen, veelgevraagd spreker op congressen en heeft het leeshulpprogramma ‘Bouw!’ helpen ontwikkelen.
21 BM | mei 2017
VERENIGINGSNIEUWS • BALANS
25.000 KINDEREN
MET DYSLEXIE KRIJGEN GEEN HULPMIDDELEN OP SCHOOL GEEN DYSLEXIESOFTWARE OP BIJNA DE HELFT VAN DE BASISSCHOLEN Vijfenveertig procent van de circa 55.000 leerlingen met dyslexie in het basisonderwijs werkt op school niet met een hulpmiddel, omdat hun school dit niet ter beschikking stelt. Dit blijkt uit een peiling die Balans onlangs onder 124 ouders van leerlingen met dyslexie hield.
1,16
37%
Er is miljard budget voor zorgleerlingen in Passend Onderwijs. Niemand weet precies waar dit aan wordt besteed
van de leerlingen met dyslexie ontvangt niet de hulpmiddelen waar zij recht op hebben
3000
scholen gebruiken geen ondersteunende software voor dyslexie
22 BM | mei 2017
VERENIGINGSNIEUWS • BALANS
Voor 82 procent van de leerlingen met een dyslexieverklaring is door de behandelaar een dyslexie-hulpmiddel voorgeschreven. Toch werkt slechts 55 procent op school daadwerkelijk met zo’n hulpmiddel. Ruim de helft daarvan gebruikt het hulpmiddel ook thuis.
WERKT UW KIND MET EEN DYSLEXIE-HULPMIDDEL?
JA, op school en thuis
De gebruikte dyslexie-hulpmiddelen werden in ruim zestig procent van de gevallen betaald door de school (soms met bijbetaling door ouders) en in 39 procent door de ouders. Van de leerlingen die met een voorgeschreven hulpmiddel werken, werkt driekwart met passende dyslexiesoftware zoals Kurzweil (53 procent), Sprint (13 procent) of Claroread (8 procent) en 17 procent met een Daisy-voorleesapparaat. De rest krijgt diverse ‘oplossingen’ zoals iPad, dyslexiebril of flitskaarten.
JA, alleen op school JA, alleen thuis NEE
LEERLINGEN MET DYSLEXIE IN HET BASISONDERWIJS DIE TOEGANG HEBBEN TOT EEN HULPMIDDEL
Van de groep die geen hulpmiddel gebruikte, gaf 95 procent van de ouders aan dat hun kind waarschijnlijk of zeer waarschijnlijk wel een hulpmiddel zou gebruiken als het werd vergoed.
Geprojecteerd naar landelijk niveau zouden deze bevindingen betekenen dat zo’n vijfentwintigduizend leerlingen in het basisonderwijs ten onrechte geen dyslexie-hulpmiddel krijgen, vooral vanwege financiële beperkingen. Dat is ernstig omdat deze leerlingen dat hulpmiddel wel nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen, gelet op het feit dat behandelaars deze ondersteuning bij ruim tachtig procent voorschrijven.
50.000 AANTAL LEERLINGEN
Gevraagd naar de redenen waarom hun kind geen hulpmiddel gebruikt, gaven de meeste ouders financiële beperkingen als oorzaak: 52 procent zegt dat de school het niet wil betalen en 51 procent vindt het zelf te duur. Daarnaast gaf 53 procent aan dat de school een hulpmiddel niet nodig vindt, terwijl slechts 8 procent van de ouders het niet nodig vindt. Het standpunt van scholen steekt schril af bij dat van behandelaars en ouders.
60.000
10.087 23.594
40.000
19.347
30.000 20.000
45.953
32.447
6.264 NEE
20.342
10.000 0
Hulpmiddel voorgeschreven
Op een school met hulpmiddelen
25.611
Werkt met een hulpmiddel
Voor Balans voldoende reden om de kwestie aan de orde te stellen bij demissionair staatssecretaris Sander Dekker. Balans is van mening dat ouders in staat moeten worden gesteld om zelf het noodzakelijke hulpmiddel aan te schaffen en roept Dekker daarom op om dit wettelijk mogelijk te maken via het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap. Dan kunnen ouders 23 BM | mei 2017
JA
via het UWV een vergoeding krijgen, net zoals dat kan voor hulpmiddelen bij bijvoorbeeld slechtziendheid. In zijn reactie schrijft de staatssecretaris: 'Laat ik vooropstellen dat leerlingen met dyslexie in het onderwijs de ondersteuning moeten krijgen die zij nodig hebben. Hoe die ondersteuning eruit ziet, kan per leerling verschillen. Waar de ene leerling voldoende heeft aan een half uur extra tijd of het gebruik van spellingscontrole is voor de andere leerling meer nodig. Dat kan een Daisyspeler zijn of het gebruik van dyslexiesoftware. Met de op de leerling afgestemde faciliteiten, profiteert de leerling met dyslexie beter van het geboden onderwijs.' De staatssecretaris stelt verder: 'Het moet duidelijk zijn dat scholen leerlingen met dyslexie moeten ondersteunen met de faciliteiten die nodig zijn. Scholen hebben budget voor de aanschaf van leermiddelen, remediërende programma's en ondersteunende materialen, zoals dyslexiesoftware.' En hij vervolgt met: 'Ik ben het met u eens dat talent benut moet worden en leerlingen het onderwijs moeten krijgen dat past bij hun mogelijkheden, ook kinderen met dyslexie. Met de voorzieningen die reeds voor hen beschikbaar zijn, is dit ook mogelijk.' Balans is blij met deze duidelijke uitspraak. Maar daarmee is het probleem niet opgelost. Op korte termijn heeft Balans een gesprek op het ministerie om te praten over de maatregelen die nodig zijn. Het mag niet zo zijn dat leerlingen een leerachterstand oplopen en misschien wel de aansluiting op het juiste voortgezet onderwijstype missen, omdat ze van hun school geen dyslexiesoftware krijgen!
24 BM | mei 2017
45% VAN DE BASI
DYSLEXIE
De prevalentie leerlingen met dyslexie op basisscholen, dus de mate waarin dyslexie voorkomt, varieert van 0 tot 27 procent in de relevante groepen 5 tot en met 8, het gemiddelde is 6,6 procent. Slechts 51 procent van de scholen werkt met dyslexiesoftware, 45 procent niet en 3 procent van de scholen heeft geen leerlingen met dyslexie. Op de scholen die met dyslexiesoftware werken, kan ruim 60 procent van de leerlingen met dyslexie beschikken over passende software. Dit zijn de uitkomsten van een recente enquête onder 325 intern begeleiders waarvoor DUO Onderwijsonderzoek de dataverzameling verzorgde en Lexima de data-analyse uitvoerde.
‘Zijn juf wil er direct mee aan de slag. De directrice geeft al weken geen antwoord op mijn verzoek’ Gevraagd naar de redenen waarom scholen niet met dyslexiesoftware werken, werd door een kwart van de intern begeleiders aangegeven dat de school niet over voldoende budget beschikt, 20 procent verwacht geen meerwaarde, 19 procent zegt heel weinig
3 is nodig om alle Slechts miljoen
leerlingen met dyslexiesoftware ondersteuning te bieden
dyslectische leerlingen te hebben, 18 procent meent dat zijn leerlingen geen hulpmiddel nodig hebben en 2 procent vindt het de verantwoordelijkheid van ouders. De rest geeft vooral redenen van praktische aard, zoals ‘we zijn in de uitzoekfase’, ‘ons netwerk is nog niet op orde’, ‘we hebben nog geen beleid’ of ‘we missen de kennis’. Van de scholen die met
VERENIGINGSNIEUWS • BALANS
SSCHOLEN ZET GEEN SOFTWARE IN ‘Ik probeer al jaren hulpmiddelen te krijgen. Het enige wat mijn zoon heeft, is een gratis app die niet werkt’ ‘Ik zou graag willen dat mijn kind met bijvoorbeeld Kurzweil leert werken, maar krijg hier geen medewerking voor. Enige optie is het zelf aanschaffen’
Onlangs verscheen Staat Onderwijs, een extra BM, die digitaal aan alle leden werd gestuurd. Invalshoek: de kwaliteit van het onderwijs moet verbeteren, om elke leerling een passend aanbod te kunnen doen. Het betekent onderwijs-op-maat en daarbinnen valt ook de beschikbaarheid van dyslexiesoftware voor wie dat nodig heeft in zijn of haar ontwikkeling. Staat Onderwijs niet ontvangen? Mail naar: redactie@balansdigitaal.nl en u ontvangt een exemplaar.
dyslexiesoftware werken gaf 52 procent aan Kurzweil te gebruiken, 20 procent Sprint, 8 procent Claroread. Andere keuzes werden door minder dan 5 procent genoemd. Uit dit verkennend onderzoek mag voorzichtig worden geconcludeerd dat circa 55.000 leerlingen in het basisonderwijs de diagnose dyslexie hebben en dat daarvan ruim 20.000 leerlingen
op ca. 3.700 scholen met passende dyslexiesoftware werken (63% van hun leerlingen met dyslexie). Ruim 3.400 basisscholen zetten helemaal geen dyslexiesoftware in en lijken daarmee achter te lopen op de implementatie van de Masterplan Dyslexie-protocollen. Uit een recente peiling van oudervereniging Balans is gebleken dat behandelaars voor 82 procent van
de leerlingen met dyslexie een passend hulpmiddel voorschrijven/ adviseren. Meer dan vijfentwintigduizend leerlingen met dyslexie in het basisonderwijs krijgen dus ten onrechte niet het hulpmiddel dat ze nodig hebben om onderwijs goed te kunnen volgen. Dat is een zorgelijke constatering.
25 BM | mei 2017
ADVERTENTIE
Concentratie in de klas Hoe kan mijn kind minder snel afgeleid zijn in de klas? Het trainen van het werkgeheugen zou een oplossing kunnen zijn! Is hij/zij aan het worstelen met het afronden van schooltaken, met name lezen en rekenen? Dan is een verminderd werkgeheugen waarschijnlijk de oorzaak. Werkgeheugen-trainen met persoonlijke begeleiding Elk kind is anders. Daarom wordt Cogmed alleen aangeboden met een persoonlijke coach. Iemand die de training kan afstemmen op jouw specifieke situatie. De coach kan daarbij de voortgang bekijken en je van een steuntje in de rug voorzien als je dat even nodig hebt!
KIJK OP WWW.COGMED.NL Voor meer informatie en het volledige Cogmed Coach aanbod. VRAGEN Stuur een mail naar cogmed-nl@pearson.com
www.kinderplanborden.nl Specialisten in de buurt Iedere ouder wil het beste voor zijn kind. En ieder kind hoort in zijn vertrouwde omgeving op te groeien en naar school te gaan. Entrea is er voor specialistische gezinsbehandeling en opvoedondersteuning, zodra dat nodig is. Thuis, op school en in de wijk. We benutten de kracht van de samenwerking van kind, ouders en sociale omgeving, waardoor het gezin zonder hulp verder kan.
T 024 - 37 80 806 W www.entrea.nl E info@entrea.nl 26 BM | mei 2017
BALANS COLLEGE TOUR BALANS BESTAAT 30 JAAR! Ter gelegenheid van dit jubileum organiseert de oudervereniging dit jaar de BALANS COLLEGE TOUR.
en concentratieproblemen, dyslexie, motorische vaardigheden, het kinderbrein en mindful ouderschap. OPROEP
In elf regio’s worden vijf lezingen georganiseerd voor ouders, onderwijs- en zorgprofessionals. Doel: kennis en vaardigheden uitwisselen over ontwikkelingsproblematiek bij kinderen, jeugd en jongvolwassenen. THEMA’S zijn onder meer: plannen & organiseren, druk gedrag
Aan samenwerkingsverbanden, bibliotheken, wijkteams en overige belangstellenden: wilt u de Balans College Tour op uw locatie ontvangen? Neem dan contact met ons op via Hilone Dinnissen, projectleider BalansAcademy: Hilone.dinnissen@balansdigitaal.nl. MEER INFO is binnenkort te vinden op balansdigitaal.nl
Landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag. Weltevreden 4A | 3731 AL De Bilt +31 (0)30 225 50 50 | info@balansdigitaal.nl balansdigitaal.nl.
mei t/m juli 2017 DÉ PLEK VOOR TRAININGEN, WORKSHOPS & LEZINGEN OVER LEER- EN ONTWIKKELINGSPROBLEMEN De Bilt: 20 mei 2017 CURSUS DYSLEXIE EN ENGELS DOOR CAROLIEN POELS De Bilt: 29 mei LEZING AUTISME ANDERS BEKEKEN DOOR SUZANNE AGTERBERG-ROUWHORST Tijdens deze lezing komen de belangrijkste thema’s aan bod die ‘onder de waterspiegel’ spelen bij kinderen met autisme. De Bilt: 30 mei AUTISME-BELEVINGSWANDELING DOOR MARC BEEK Voor iedereen die ‘leven met autisme in onze maatschappij’ op een verhalende manier wil ervaren en beter wil leren kennen.
DE TIJDEN & DE NIEUWSTE ACTIVITEITEN VINDT U OP
BALANSACADEMY.NL
De Bilt: 2 juni BASISTRAINING BEGRIP VOOR AUTISME DOOR JASPER KOK-ROOSJEN EN MARC BEEK Je leert dat autisme zich bij ieder persoon anders uit en dat het kan variëren met de leeftijd, de dag en zelfs het uur. Ieder persoon met autisme is uniek.
�UITGELICHT�
De Bilt: 23 juni JE WOORDJE KLAAR DOOR MARTINE BAADENHUIJSEN EN SANNE KANSELAAR Cursus voor ouders die sterker in hun schoenen willen staan tegen reacties en (voor)oordelen uit de omgeving.
Dyslexie en Engels
De Bilt: 20 mei Carolien Poels
Voor kinderen met dyslexie is Engels een moeilijke taal om te leren. Veel woorden zien er in de Engelse taal heel anders uit dan dat ze worden uitgesproken. Tijdens deze Oudercursus Dyslexie en Engels krijg je uitleg over hoe het Engelse klanksysteem in elkaar zit en wat de valkuilen zijn. Daarnaast krijg je vooral veel informatie over hoe je je kind het beste kunt helpen met het leren van Engels en op welke manier je je kind kunt motiveren. Er is aandacht voor woordjes leren, luisteren, spreken en lezen.
27 BM | mei 2017
WETENSCHAP • HERSENONDERZOEK
AD HD
‘IS ADHD EEN
Mensen met ADHD hebben gemiddeld kleinere hersenen dan mensen zonder die stoornis. Dat blijkt uit een studie van neurowetenschapper Martine Hoogman, onderzoeker aan het Radboudumc, die 3200 hersenscans met elkaar vergeleek. Maar dat betekent nog niet dat, zoals de kranten meteen beweerden, ADHD ‘gewoon een hersenziekte’ is. Aan het woord: Martine Hoogman en Laura Batstra, psycholoog en onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. Batstra plaatst kritische kanttekeningen bij het onderzoek van Hoogman. TEKST: RENATE VAN DER ZEE FOTOGRAFIE: PRIVÉ
Martine Hoogman: ‘Wetenschappers doen al jaren hersenonderzoek bij mensen met ADHD, maar die studies zijn vaak klein omdat onderzoek met hersenscans heel duur is. DaarMartine Hoogman, neurowetenschapper door vallen de resulen onderzoeker aan taten telkens anders het Radboudumc. uit: de ene keer komt er uit dat er verschillen zijn tussen de hersenen van mensen met en zonder ADHD, de andere keer niet. Wij besloten opnieuw naar 23 onderzoeken te kijken die wereldwijd zijn uitgevoerd. Bij elkaar hebben we 3200 hersenscans op dezelfde manier bekeken. We hebben daarbij gefocust op zeven hersenregio’s. En in vijf van die regio’s vonden we inderdaad verschillen tussen mensen met en zonder
28 BM | mei 2017
ADHD: gemiddeld zijn die regio’s kleiner bij mensen met ADHD. Het is belangrijk te vermelden dat het hier gaat om een gemiddelde. Het is dus niet zo dat die hersenregio’s bij alle mensen met ADHD kleiner zijn. Er is veel individuele variëteit. De verschillen zijn ook nog eens heel klein. Maar ze zijn wel vergelijkbaar met de verschillen die je in de hersenen ziet van mensen met andere psychiatrische stoornissen zoals depressie, schizofrenie en bipolariteit: die hebben ook andere hersenvolumes.’ Toen de resultaten van uw onderzoek verschenen, kopte een landelijke krant meteen dat ADHD ‘gewoon een hersenziekte’ is. Kun je dat inderdaad zo stellen? ‘Nee, die krantenkop gaat veel te kort door de bocht. Wij laten zien dat er verschillen zijn tussen de hersenen van mensen met
en zonder ADHD-wat overigens niet nieuw is, dat is al veel langer bekend. Hersenafwijkingen spelen zeker een rol bij ADHD. Maar er is veel discussie over wat nou eigenlijk de definitie van een hersenziekte is. Moeten er dan bij iedereen met ADHD afwijkingen in de hersenen te zien zijn? We weten dat er veel verschillen zijn tussen mensen met ADHD. Niet iedereen heeft dezelfde symptomen. Er zijn bepaalde cognitieve beperkingen, maar die gelden niet voor iedereen. Zo zal het waarschijnlijk ook zijn in de hersenen. Bij de een vinden we afwijkingen en bij de ander niet.’ Maar je kunt dus wel zeggen dat mensen met ADHD gemiddeld kleinere hersenen hebben? ‘Ja. Alleen zijn de verschillen minimaal en weten we nog niet zo goed wat ze eigenlijk betekenen. We moeten nog veel meer onder-
WETENSCHAP • HERSENONDERZOEK
HERSENZIEKTE?’ zoek doen. We gaan bijvoorbeeld kijken of er nog meer gebieden in de hersenen anders zijn. Er zijn aanwijzingen dat de verschillen daar groter zijn.’ In welk hersengebied zag u tijdens uw onderzoek de grootste verschillen? ‘In de amygdala. Als je al kunt spreken van ‘groot’, want de verschillen zijn nog steeds heel klein. Maar de meest consistente verschillen vonden we in het striatum, het gebied dat betrokken is bij impulsief gedrag en het omgaan met beloning en straf. Die verschillen zijn in andere onderzoeken ook steeds gevonden. Dat gebied is over de jaren heen het vaakst in verband gebracht met ADHD.’ De amygdala is het gebied dat betrokken is bij het herkennen van emoties bij andere mensen. Is dat niet verrassend, want bij ADHD denken we toch vooral aan een aandachtsstoornis? ‘Ja, maar er zijn ook aanwijzingen dat sommige mensen met ADHD ook minder goed zijn in het herkennen van emoties bij anderen. Gedragsstudies hebben dat al aangetoond. Het is belangrijk om dat te weten voor het in kaart brengen van het emotionele spectrum.’
Wat hebben we er nu concreet aan om te weten dat mensen met ADHD gemiddeld iets kleinere hersenen hebben? ‘Op praktisch niveau kunnen we er niets mee. We kunnen niet aan een hersenscan aflezen of iemand wel of geen ADHD heeft. Maar als het ging om hersenstudies bij mensen met ADHD, hadden we tot nog toe altijd te maken met te kleine onderzoeksgroepen, waardoor er onzekerheid heerste. Nu hebben we voor het eerst naar een heel grote groep gekeken en hebben we alle scans op dezelfde manier geanalyseerd. Dus de factoren die zouden kunnen zorgen voor onduidelijkheid over wat nou precies verschillend is, zijn eruit gehaald. Onderzoekers proberen nog steeds te begrijpen wat ADHD precies is, en daar hebben we nu wat meer aanwijzingen voor gevonden.’ Er zijn ook mensen die zeggen dat ADHD niet bestaat… ‘Ja, dat is een beetje een persoonlijke frustratie van me. Altijd als ik zeg: ik doe onderzoek naar ADHD, zijn er mensen die roepen: dat bestaat toch helemaal niet, dat is gewoon een kwestie van een slechte opvoeding. Ik kan daar echt boos om worden. Als je onderzoek doet naar bijvoorbeeld depressiviteit, dan zegt niemand dat dat niet bestaat. Terwijl uit
Hoogman: ‘ADHD in de hersenen? Er is veel individuele variëteit. En de verschillen zijn klein’ onderzoek blijkt dat er vergelijkbare verschillen in de hersenen zijn bij beide stoornissen. De verschillen zitten weliswaar op andere plekken, maar ze zijn in grootte vergelijkbaar. Dus waarom zouden we anders doen over mensen met ADHD dan over mensen met een depressie?’ ‘Er doen veel verhalen de ronde over ADHD en er is veel onduidelijkheid over wat het nu precies is. Het blijft moeilijk, omdat het zo’n heterogene stoornis is. Er is variëteit op zoveel niveaus. Niet iedereen met ADHD is hyperactief, niet iedereen heeft concentratieproblemen, niet iedereen is impulsief. Maar we weten dat er echt iets aan de hand is, want mensen met ADHD hebben aantoonbare problemen op meerdere vlakken.
29 BM | mei 2017
WETENSCHAP • HERSENONDERZOEK
Martine Hoogman • vervolg Ik heb een jongere broer met ADHD en ik heb gezien wat voor impact dat heeft op een persoon, op zijn ontwikkeling, op het gezinsleven en op zijn carrière. Ik zou heel graag meer helderheid
verschaffen, al is het alleen maar voor mijn broer. Het was voor hem niet gemakkelijk zijn weg te vinden in de maatschappij, maar uiteindelijk is het gelukt. Inmiddels is hij wel 35, dus het heeft eventjes geduurd. Meer duidelijkheid over wat ADHD nou eigenlijk is, lijkt mij van groot belang voor mensen die ermee worstelen.’ Wat is de volgende stap in uw onderzoek? ‘We hebben zeven hersengebieden bekeken, maar we zijn ook bezig te kijken naar de dikte van de hersenschors. En naar de connecties tussen de hersengebieden, omdat er aanwijzingen zijn dat daar ook ver-
schillen in zijn. Ik probeer het hele brein in kaart te brengen: waar de verschillen precies zitten en hoe groot ze zijn en voor welke specifieke groepen ze gelden. Ik ga verder kijken naar de cognitieve problemen die mensen met ADHD hebben en of er ook positieve eigenschappen zijn die we in verband kunnen brengen met ADHD. Omdat daar zo vaak over wordt gesproken.’ Er wordt vaak gezegd dat mensen met ADHD creatiever zijn. ‘Daar is nog maar heel weinig onderzoek naar gedaan. Dus zijn we begonnen met focussen op creativiteit bij mensen met ADHD. Eerst maar eens om vast te stellen
‘ONDERZOEK HOUDT Laura Batstra, psycholoog en onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen, plaatst kritische kanttekeningen bij het onderzoek van Martine Hoogman. ‘Met dit soort informatie houden we de hersenmythe in stand.’ TEKST: RENATE VAN DER ZEE FOTOGRAFIE: REYER BOXEM Laura Batstra: ‘‘ADHD op vijf plekken in de hersenen zichtbaar’ en ‘Groot internationaal onderzoek bevestigt hersenverschillen bij ADHD’ - dat stond te lezen in het persbericht dat het Radboudumc rondstuurde naar aanleiding van het onderzoek van Martine Hoogman. Zo zijn de onderzoeksresultaten naar buiten gebracht. Ik vind dat zorgelijk. We moeten kinderen niet vertellen dat ze een hersenziekte hebben terwijl dat niet zo is. De resultaten van Hoogman laten namelijk zien dat ADHD niét zichtbaar is in de hersenen. Want je kunt niet aan een hersenscan aflezen of iemand wel of geen ADHD heeft. En als je het wel zou kunnen zien, dan
30 BM | mei 2017
betekent dat nog niet dat het een ziekte is. Mensen met de diagnose ADHD hebben geen kleinere hersenen. Hoogman vond minimale verschillen op groepsniveau en dat zegt helemaal niets over individuen. In zo’n groep zitten heel wat mensen met ADHD die geen kleinere hersenen hebben. En er zijn veel mensen zonder ADHD die wel kleinere hersenen hebben. In het persbericht van het Radboudumc wordt gedaan alsof deze verschillen voor alle mensen met ADHD gelden, terwijl ze voor de meerderheid niet gelden.’ Wat is voor u het grootste punt van zorg? ‘Dat we met dit soort informatie de hersenmythe in
WETENSCHAP • HERSENONDERZOEK
of ze inderdaad creatiever zijn. Het is belangrijk om dat te weten omdat je dan een ingang hebt om een betere opleiding te kiezen of een baan die beter bij je past.’ Hoe doet u daar onderzoek naar? ‘We geven mensen met ADHD creativiteitstaken en kijken dan simpelweg hoe ze scoren. We geven ze ook aandachtstaken en impulsiviteitstaken om te kijken of er verbanden zijn tussen die functies. En daarnaast doen we hersenscans om te kijken of we hersengebieden kunnen linken
aan die functies, zodat we beter begrijpen wat het betekent als we verschillen vinden in de hersenen. Want dat is natuurlijk de grootste vraag.’ Critici zeggen: dit is allemaal flauwekul want die verschillen tussen de hersenen van mensen met en zonder ADHD zijn zo klein, daar kun je helemaal niets uit afleiden. ‘Ik snap wel dat dat wordt gezegd. We hebben het over een gemiddeld verschil. Op individueel niveau is er niets over te zeggen. Waarschijnlijk is er een groep mensen met ADHD die niet afwijkt op hersenvolume. Maar we hebben wel degelijk een gemiddeld
verschil gevonden, dus je kunt niet zeggen dat er niets aan de hand is. Je kunt er over discussiëren wat het dan precies betekent, maar dat moeten we dan eerst onderzoeken. Ik hoopte met dit onderzoek meer duidelijkheid te verschaffen, maar het heeft vooral veel nieuwe vragen opgeroepen. Dus ja, laat ik maar gewoon doorgaan met mijn werk.’
HERSENMYTHE IN STAND’ stand houden. Veel mensen denken dat iedereen met een diagnose een probleem heeft in het brein, maar daar is geen bewijs voor. Er is meer bewijs voor het omgekeerde, namelijk dat het in de hersenen niet te zien is. Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen probleem is. Ik ontken het probleem absoluut niet. Ik concludeer alleen dat het niet primair voortkomt uit de hersenen.’ Waar heeft ADHD dan volgens u mee te maken? ‘Ik denk dat het te maken heeft met heel veel factoren. Er is nooit één enkele oorzaak. Als je stelt dat ADHD een hersenprobleem is, loop je het gevaar dat veel factoren onderbelicht blijven. Ik denk aan maatschappelijke factoren. De prestatienormen op school, de overbelasting in het onderwijs en het feit dat er in onze maatschappij weinig ruimte is voor kinderen die anders zijn. Ik denk dat we juist moeten sleutelen aan de maatschappelijke factoren in plaats van te focussen op de hersenen van kinderen. Daar gaan we echt niet
de oplossing vinden. Wat er tegenwoordig op scholen gebeurt, is een heel belangrijke factor. De druk op leerkrachten om te zorgen dat leerlingen goed presteren, is enorm groot. Maar ze staan wel voor heel grote klassen. Ga dan maar eens leuk om met de stuiterballen in de klas. Een ander ding is dat veel ouders erg blij zijn als hun kind de diagnose ADHD krijgt, want dat betekent dat ze eindelijk begrip kunnen verwachten. Als je een lastig kind hebt, word je daar door je omgeving vaak keihard op afgerekend. Dat is heel erg voor
Batstra: ‘ADHD in de hersenen? Dat kun je niet aflezen aan een scan’ ouders. Maar als je kunt zeggen dat je kind simpelweg een hersenprobleem heeft, dan heb je het bewijs in handen: zie je wel, hij is geen klier en ik doe het als ouder ook niet verkeerd.’
31 BM | mei 2017
Nieuw van Nieuwezijds ADVERTENTIE
psychologie | opvoeding | onderwijs | kinderboeken Rouw bij kinderen en jongeren biedt
Deze geheel geactualiseerde editie van Gedrag in uitvoering bevat herkenbare voorbeelden uit het dagelijks leven van kinderen tussen de en jaar, maar ook praktische tips voor ouders, leerkrachten en jongeren voor het versterken van executieve functies.
handreikingen om kinderen en jongeren te steunen bij het rouwproces. ‘Een unieke gids voor iedereen die rouwende kinderen wil steunen.’ – Prof. dr. Caroline Braet
ISBN | â‚Ź , | verschijnt mei
ISBN | â‚Ź ,
‘Belangrijk om te herkennen, te erkennen en er vervolgens naar te handelen. Het vervolg is dat je je echt verdiept in een gerichte aanpak en de uitvoering ervan.’ – Zorg Primair over Zoveel meer
‘Een briljant boek, vlot geschreven en zeer geschikt voor jongeren met dit syndroom, een eyeopener ook voor ouders, familie, leerkrachten en begeleiders.’ – deBoekensalon.nl over Seks, drugs en
dan dyslexie
Asperger
ISBN | â‚Ź ,
ISBN | â‚Ź ,
Met de eenvoudige stapvoor-stap uitleg en leuke programmeeropdrachten uit Super Scratch
Programmeeravontuur! ontwerpen
Ruby is een klein meisje met een grote fantasie. In
Hello Ruby: de grote reis door de computer
(en spelen!) kinderen in een middag hun eigen computerspellen.
leren kinderen samen met Ruby hoe een computer werkt. Boordevol leuke knutselopdrachten en spelletjes.
ISBN | â‚Ź ,
ISBN | â‚Ź ,
Deze boeken zijn verkrijgbaar in de boekhandel. Voor meer informatie zie www.nieuwezijds.nl.
WETENSCHAP • HERSENONDERZOEK
‘ONDERZOEK HOUDT HERSENMYTHE IN STAND’
DÉ PLEK VOOR TRAININGEN, WORKSHOPS & LEZINGEN OVER LEER- EN ONTWIKKELINGSPROBLEMEN
Maar het is toch fijn voor ouders als ze dat kunnen zeggen? ‘Jawel, maar daarmee ontsla je de omgeving van de verantwoordelijkheid om mensen met pittige kinderen te ondersteunen in plaats van te bekritiseren. Ouders die horen dat hun kind ADHD heeft, zeggen vaak opgelucht: nu weten we wat er aan de hand is. Maar met zo’n diagnose geef je het gedrag alleen maar een naam. Je hebt de oorzaak van het gedrag dan nog niet te pakken. Je weet verder nog helemaal niets. Met de diagnose ADHD ontheffen we de omgeving van de plicht zich beter te verhouden tot lastige kinderen en naar zichzelf te kijken en te bedenken wat zij zouden kunnen bijdragen. Als je zegt dat ADHD vooral in de hersenen zit, dan maak je kinderen tot eigenaar van het probleem. Een ADHD-diagnose legt de oorzaak voor de stoornis helemaal bij het kind. Dat is onterecht, want er zijn ook oorzaken buiten het kind. Bovendien vraag ik me af: wat doet dat eigenlijk met een kind dat zo’n diagnose krijgt?’ Er zijn nog steeds mensen die zeggen: het ligt aan de opvoeding. Wat vindt u daar van? ‘Dat ik kritisch ben, wil niet zeggen dat ik denk dat ADHD een opvoedprobleem is. Ik ben niet kritisch ten opzichte van de ouders. Maar ik zeg wel: sommige kinderen zijn gewoon pittig en sommige ouders hebben gewoon niet veel energie over om op een adequate wijze met die pittige kinderen om te gaan. Dat kun je hen lang niet altijd kwalijk nemen. Ik heb het over ouders die bijvoorbeeld financiële problemen hebben. Uit onderzoek blijkt dat bij kinderen die in arme gezinnen opgroeien twee keer zo vaak de diagnose ADHD wordt gesteld. Het is gewoon zo dat als je geld hebt, je meer mogelijkheden hebt en minder zorgen.
OUDERCURSUS
Dyslexie & Engels Voor kinderen met dyslexie is Engels een moeilijke taal om te leren. Veel woorden zien er in de Engelse taal heel anders uit dan dat ze worden uitgesproken. Tijdens deze Oudercursus Dyslexie en Engels krijg je uitleg over hoe het Engelse klanksysteem in elkaar zit en wat de valkuilen zijn. Daarnaast krijg je vooral veel informatie over hoe je je kind het beste kunt helpen met het leren van Engels en op welke manier je je kind kunt motiveren. Er is aandacht voor woordjes leren, luisteren, spreken en lezen. De training wordt gegeven door Carolien Poels. Zij werkt als lerares Engels op verschillende locaties en heeft zich gespecialiseerd in dyslexie en beelddenken. Ze begeleidt veel studenten met spelling en grammatica. Uiteraard verzorgt BalansAcademy deze dag de koffie, thee en een uitgebreide lunch.
KIJK VOOR DE JUISTE LOCATIE, AANVANGSTIJD & TOEGANGSPRIJS OP BALANSACADEMY.NL
ADVERTENTIE
Armoede, hoge eisen, weinig tolerantie voor kinderen die anders zijn, al deze en veel meer factoren spelen een rol als we het over ADHD hebben.'
33 BM | mei 2017 Molendrift_adv7_grey.indd 1
04-04-17 13:44
THEMA
34 BM | mei 2017
THEMA
HOE VERWERK JE AL DIE NIEUWE PRIKKELS?
‘NAAR DE MIDDELBARE’ EEN FIKSE STAP! De overgang naar de brugklas is voor alle kinderen een fikse stap. Voor kinderen met een ontwikkelingsprobleem is het helemaal spannend. BM inventariseerde de valkuilen mede aan de hand van reeds eerder verschenen artikelen. TEKST: RENATE VAN DER ZEE
35 BM | mei 2017
THEMA
H
et is een enorme verandering in het leven van ieder kind: de overgang van de lagere school naar de middelbare school. Maar voor kinderen met een ontwikkelingsprobleem is het helemaal spannend. Voor hen zijn de veranderingen heel groot.
Kinderen met autisme, maar ook die met ADHD, kunnen er bijvoorbeeld erg tegenop zien om hun veilige basisschool te verlaten. Zij hechten nu eenmaal aan regelmaat en vaste routines en hebben vaak al moeite met kleine veranderingen. Op de basisschool hadden ze één leerkracht en dat gaf hen zekerheid.
Van lokaal wisselen… lastig voor jongere met ASS Vaak was het toen al niet makkelijk als er opeens een invalleerkracht voor de klas stond. Maar op de middelbare school krijgen ze te maken met allerlei verschillende leraren, met ieder een eigen onderwijsstijl.
36 BM | mei 2017
Ze krijgen ook te maken met een hele klas vol leerlingen die ze nog niet kennen - terwijl sociale vaardigheden niet hun sterkste punt zijn. En wat het nog lastiger maakt, is dat hun medeleerlingen pubers zijn, die anders kunnen reageren dan basisschoolleerlingen: ze vertonen vaak onvoorspelbaar gedrag. Het is voor veel ‘gewone’ kinderen al niet makkelijk hun weg daarin te vinden, maar voor kinderen met autisme is het nog moeilijker. Een kind met ADHD vaart, net als een kind met autisme, wel bij structuur. Die is er op de basisschool. De juf kent het kind door en door, en weet hoe ze het beste met de stuiterbal van de klas moet omgaan. Maar op de middelbare school krijgt die stuiterbal te maken met leraren die hem nog moeten leren kennen. Wat de middelbare school specifiek voor kinderen met ADHD tot een ingewikkelde omgeving maakt, is dat ze veel meer kansen krijgen om achter hun impulsen aan te gaan.
Ze gaan immers van lokaal naar lokaal en hun omgeving verandert voortdurend. TAKEN INGEWIKKELDER Op de middelbare school zijn de taken die de kinderen krijgen ingewikkelder. Dat is beslist een uitdaging voor de leerlingen die zich minder goed kunnen concentreren. Het kan voor ADHD’ers al een hele opgave zijn om elke dag de juiste boeken bij zich te hebben. Het is ook een hele opgave om tijdens de les met een ingewikkelde taak aan de gang te gaan als je snel bent afgeleid en voortdurend aan andere dingen denkt. En dan nog iets anders: deze brugklassers komen terecht in een voor hen totaal nieuw gebouw. Sommige kinderen met autisme en ADHD zijn overgevoelig voor zintuiglijke prikkels. Als het in de gangen van hun nieuwe school bijvoorbeeld erg galmt of er zijn oude TL-buizen die voortdurend knipperen, dan kan hen dat een onveilig of onbehaaglijk gevoel geven. Meer algemeen gesproken: op een middelbare school
THEMA
komen allerlei nieuwe prikkels op je af. En ga daar maar eens mee dealen als je het al moeilijk vindt om basisschool-prikkels te verwerken. Dan is er ook nog het huiswerk. Kinderen met een ontwikkelingsstoornis vinden het vaak niet gemakkelijk om goed bij te houden wat er aan huiswerk wordt opgegeven in de klas. Maar er wordt ook van hen verwacht dat ze kunnen plannen en dat ze in de gaten houden wanneer ze bijvoorbeeld moeten beginnen met leren voor die aardrijkskunderepetitie. Ouders vragen zich terecht af: als mijn kind zoveel moeite heeft met plannen, gaat het dan wel lukken met al dat huiswerk? Verliest hij het overzicht niet?
snel de weg in het schoolgebouw? Hoe kom ik van het ene lokaal naar het andere? Hoe werkt een kluisje?
ZELFSTANDIGHEID VERWACHT De middelbare school verwacht van leerlingen meer zelfstandigheid. Het is niet eenvoudig om daar meteen goed in mee te gaan als je een ontwikkelingsstoornis hebt. De andere manier van werken op de middelbare school kan dit soort kinderen voor vraagstukken stellen waar ze echt mee kunnen zitten. Vragen als: Hoe pak ik elke ochtend mijn tas goed in? Hoe vind ik
Het lijken eenvoudige vragen, maar voor deze kinderen gaat het allemaal niet vanzelf. Ze kunnen zich van tevoren soms moeilijk een beeld vormen van wat er op de middelbare school van hen zal worden gevraagd. Ze overzien het allemaal minder goed dan kinderen zonder diagnose. Grip krijgen op de veranderingen is voor hen belangrijk, willen ze erop kunnen vertrouwen dat het allemaal gaat lukken. Ook over het sociale aspect van het naar
de middelbare school gaan, maken ouders van kinderen met een diagnose zich vaak zorgen en dat is niet onterecht. Het is voor deze kinderen niet altijd
De juiste boeken bij je hebben‌ lastig voor kind met ADHD makkelijk contact te leggen. Omgaan met kritiek en met situaties waarin je niet wordt begrepen, kan een behoorlijke uitdaging zijn.
37 BM | mei 2017
THEMA
Ouders vragen zich af: zal mijn zoon met autisme zich wel kunnen handhaven te midden van stevig puberende middelbare scholieren? Misschien krijgt hij wel te maken met pesten. Zal de school daar voldoende aandacht voor hebben? Zullen de docenten rekening houden met het feit dat mijn dochter ADHD heeft, weten ze wel goed genoeg wat die stoornis inhoudt? Nieuwe leerkrachten, nieuwe mede-leerlingen, een nieuw, soms veel groter gebouw, zelf naar school fietsen, bergen huiswerk, meer verantwoordelijkheid. Het zijn allemaal fikse
Juf op basisschool kent stuiterbal door en door
38 BM | mei 2017
veranderingen. Het gevolg is dat kinderen met een diagnose het gevoel krijgen opeens minder houvast te hebben. En dat kan ontregelend werken. INTENSIEVE BEGELEIDING De overgang van de basisschool naar de middelbare school is dan ook voor behandelaars een herkenbaar moment waarop kinderen met een stoornis opnieuw in de problemen kunnen komen. Sommige kinderen kunnen zelfs nieuwe klachten ontwikkelen. Ze kunnen angstig worden, zich terugtrekken, niet meer naar school willen. Ze kunnen ook lichamelijke klachten krijgen, zoals hoofdpijn en buikpijn. Ze kunnen drukker worden dan ze al waren. En als er erg veel dingen misgaan op de nieuwe school en ze veel faal-ervaringen krijgen, kunnen ze zelfs depressief worden.
Een ander punt is dat sommige kinderen op de middelbare school opeens geen medicatie meer willen slikken omdat ze zich ervoor schamen. Het is dus uitermate belangrijk om een kind met een diagnose dat naar de middelbare school gaat, niet zomaar een sprong in het diepe te laten maken. Maar er is ook geen reden om je overdreven zorgen te maken. Met de juiste aandacht hoeft het helemaal niet verkeerd te gaan. Jeugdpsychiater Catrien Reichart schat dat het bij tien tot twintig procent van de kinderen met een stoornis misgaat. Met de overgrote meerderheid van die kinderen gaat het dus goed. Als je als ouder je kind intensief begeleidt en de nieuwe school goed op de hoogte brengt van wat er met je kind aan de hand is, dan zou het weleens heel erg kunnen meevallen.
THEMA va n P O naar VO
GOEDE VOORBEREIDING DOET WONDEREN
LAAT JE KIND EEN DAGJE MEELOPEN
Ouders van kinderen met een ontwikkelingsprobleem die op het punt staan naar de middelbare school te gaan, maken zich vaak zorgen. Dat is zeker niet onterecht. Maar veel problemen zijn te voorkomen door de overstap zorgvuldig voor te bereiden, je kind goed in de gaten te houden en op tijd aan de bel te trekken als het niet goed lijkt te gaan.
1
Het begint met de schoolkeuze. Kies een school waar je kind zich op zijn gemak voelt - dat kan een intuïtieve keuze zijn. Maar het is daarnaast zeker belangrijk om te kijken of de leerkrachten en de schoolleiding echt betrokken zijn. Sommige scholen zijn beter toegerust op kinderen met ontwikkelingsstoornissen dan andere. Overleg daarom met de basisschool welke middelbare school voor jouw kind geschikt zou kunnen zijn. Ga na of die school basiskennis in huis heeft. Als het bijvoorbeeld om autisme gaat, behoren de docenten echt te weten dat deze kinderen moeite hebben met plannen, dat ze taal vaak letterlijk nemen, sociaal niet zo vaardig zijn en overgevoelig zijn voor prikkels.
2
Wat soms helpt, is doelen stellen. Leg uit aan je kind: dit is het gedrag dat we van je verwachten. Hoe gaan we daar naartoe? Het helpt om dat heel duidelijk te benoemen en in stappen te werken.
4
Gaat het goed? Doe een stapje terug
3
Het is fijn voor je kind als hij al voor de zomervakantie weet waar hij terechtkomt. Zorg dus dat hij de weg kent, fiets samen met hem naar school bijvoorbeeld, en laat hem een dagje meelopen op de school als dat kan. Het is goed om van tevoren veel uit te leggen aan je kind. Vertel uitgebreid hoe een schooldag op de middelbare school eruit gaat zien.
Stel de nieuwe school goed op de hoogte van wat er met je kind aan de hand is. Je kunt bijvoorbeeld een lijstje maken met tips voor de docenten waarin je uitlegt wat de bijzondere eigenschappen van je kind zijn. Vergeet niet ook te vermelden waar je kind goed in is. Sommige ouders denken: ik wil niet dat mijn kind bij voorbaat al met een etiket naar zijn nieuwe school gaat. Maar als er sprake is van serieuze klachten, is het echt heel belangrijk dat de school daarvan op de hoogte is. Het is het beste om al vroeg met de nieuwe school in gesprek te gaan om te overleggen hoe de overstap voor jouw kind zo makkelijk mogelijk kan worden gemaakt. Tijdens zo’n gesprek kun je ook verwachtingen over en weer op elkaar afstemmen.
5
Trek niet na drie dagen al aan de bel omdat je bang bent dat het mis gaat. Je kind moet wennen, dat is normaal.
39 BM | mei 2017
THEMA va n P O naar VO
GOEDE VOORBEREIDING DOET WONDEREN
TIPS VOOR OUDERS
6
Als je kind eenmaal is begonnen op de nieuwe school moet je een balans zoeken tussen helpen en beschermen aan de ene kant, en loslaten zodat je kind de kans krijgt van zijn fouten te leren. Je kunt in het begin van het schooljaar een aantal keren meefietsen met je kind, dat kan veiligheid bieden, maar maak er geen gewoonte van. Zorg dat er thuis structuur is. Plan bijvoorbeeld samen met je kind het huiswerk en houd in de gaten dat hij het inlevert. Maak zijn bureau overzichtelijk met bakjes voor wat er op de verschillende dagen van de week moet gebeuren. Als het goed gaat, doe dan een stapje terug en geef je kind meer zelfstandigheid. Op een gegeven moment kun je weer een stapje terug doen. Dat is moeilijk, want je kind kan de fout in gaan. Maar dat gebeurt ook bij kinderen die zich ‘normaal’ ontwikkelen. Dat hoort er gewoon bij.
7
Wat betreft het sociale aspect is het een mooi idee om het kind in de klas te laten vertellen over wat hem anders maakt. Zo kun je pesten voor zijn. Medeleerlingen begrijpen dan waarom je kind soms bepaald gedrag vertoont en zullen het minder snel ‘raar’ vinden.
40 BM | mei 2017
9
Voer regelmatig gesprekken met de mentor van je kind. Het is belangrijk om regelmatig met de school te evalueren hoe het gaat.
10
ADHD of ASS? Heeft de nieuwe school basiskennis in huis?
8
Een kind met een ontwikkelingsprobleem heeft vrijwel altijd hulp nodig bij het noteren van zijn huiswerk en het plannen daarvan. Het kan helpen als de docent of een medeleerling aan het eind van de les zijn agenda controleert. Maar niet alle docenten hebben daar begrip voor. Begeleiding van een huiswerkinstituut kan een goede oplossing zijn.
Als het toch misgaat: veel middelbare scholen hebben mensen in dienst die daar alert op zijn. Die kunnen een schoolcoach in de arm nemen om samen met je kind te kijken hoe hij het beste kan worden ondersteund. Wat er ook gebeurt: het is belangrijk dat je kind naar school blijft gaan, want als het eenmaal thuis zit, wordt het steeds moeilijker om weer terug te gaan naar school. Blijf je kind daarin stimuleren. Ga op school praten over wat er kan worden veranderd zodat hij bijvoorbeeld minder onder druk staat. Blijf praten met je kind en geef hem de ruimte om te zeggen dat hij het niet naar zijn zin heeft. Hij komt in de puberteit en dat betekent vaak dat hij niet meer zoveel wil vertellen en een beetje dwars wordt. Geef hem die vrijheid, het hoeft niet altijd een slecht teken te zijn. Maar als je kind werkelijk nergens meer plezier in heeft en echt voortdurend chagrijnig is, dan moet je je wel zorgen maken.
THEMA COLUMN DE DOCENT
Reis naar het onbekende Stel je voor: er wordt ’s morgens aangebeld en er staat een auto voor de deur met een chauffeur die je naar een onbekende bestemming zegt te gaan vervoeren. ‘Vertrouw op mij’, is alles wat hij wil loslaten. Je hebt geen idee wat er gaat gebeuren, je weet alleen dat je geen nee kunt zeggen. Hoe zou dat voelen? Best eng toch? Zo voelt dat ook een beetje voor kinderen met autisme die de basisschool gaan verlaten en zo voelt het dus ook voor Sam, die over een paar maanden naar de brugklas moet. Hij ligt er nu al wakker van, zegt zijn moeder. Op school is hij iets sneller geïrriteerd. Heel anders gaat Matthijs ermee om. Vol bravoure schreeuwt hij dat hij deze 'piepschool' allang zat is. Nee, de overstap kan hem niet snel genoeg gaan. Werken doet hij nauwelijks meer, want hij gaat toch weg. Daar hebben natuurlijk meer achtstegroepers last van, maar bij Matthijs, die ADHD heeft, is alles net een tikje extremer. Hij is nu dus nog drukker en nog minder geneigd om veel moeite te doen dan anders. En dan Myrthe, het stilste meisje van de klas. Letterlijk, want Myrthe praat niet op school. Ze kan wel praten, maar op school doet ze dat niet. Gelukkig weten de leerkrachten hier dat ze selectief mutisme heeft, maar hoe dit volgend jaar nou moet weet niemand. Ook Myrthe niet. Thuis praat ze wel en ze heeft tegen haar moeder gezegd dat ze echt, echt, echt niet naar de middelbare school durft. Simon durft wel, maar bij hem is het andersom: de middelbare school zei dat ze hem echt, echt, echt niet aannemen. Voor moeilijke kinderen als Simon is er geen plek. Simon heeft namelijk ODD en is niet makkelijk in de omgang. Toch moet ook Simon volgend jaar naar het voortgezet onderwijs. En dan is er nog de meester. Hij gaat natuurlijk ook niet naar de middelbare school… maar hij zou wat graag meegaan met zijn zorgenkindjes. Het zijn immers stuk voor stuk prachtkinderen, die wel eens lastig zijn maar veel vaker ontzettend leuk. Eigenlijk gewoon ‘kinderen’. Hier op school zagen ze dat wel, maar nu moet er worden gezocht naar een vo-school die dat ook ziet. Een school die het onderwijs passend maakt in plaats van het kind probeert passend te maken. Als je er een gevonden hebt, is-ie gemakkelijk te herkennen. Het is een school die tijd steekt in de kennismaking, die staat voor een warme overdracht met de basisschool. Ze zijn er wel hoor, maar je moet ze soms met een lantaarntje zoeken.
ANTON HOREWEG is leerkracht en auteur van het boek ‘Gedragsproblemen in de klas’. Hij is ook gedragsspecialist en geeft lezingen op scholen en congressen. Voor BM schrijft hij over zijn belevenissen in de klas. Gedragsproblemenindeklas.nl.
MATTHIJS MET ADHD IS 'PIEPSCHOOL' ALLANG ZAT
VOOR INFO OVER TRAININGEN/LEZINGEN DOOR ANTON HOREWEG: BALANSACADEMY.NL
41 BM | mei 2017
BALANSLEZING ‘ D E Z I N VA N S C H R I J V E N ’
‘Schrijf met je hart’ Almaar meer ouders melden zich voor het schrijven van de Oudercolumn in BalansMagazine. Reden voor de redactie om Noor van Wassenaer te vragen voor de Balanslezing. Ze bedacht als eerste in Nederland het Persoonlijk Document, waarin een breed publiek het eigen (levens)verhaal laat optekenen of verfilmen. Welke tools gebruikt zij daarbij, en wat kunnen ouders - die over hun eigen ervaringen willen schrijven - daarvan leren? TEKST: GEERT BORS Hoe zou jij de lezer van ons blad aanraden te beginnen met schrijven? ‘Ik ga ervan uit dat ieder mens iets te vertellen heeft. Je motieven om eraan te beginnen kunnen heftig zijn, maar je kunt ook gaan vertellen omdat je daar zin in hebt. En of je nou daadwerkelijk gaat schrijven of liever een filmopname maakt, wat belangrijk is, is dat je jezelf in een structuur zet. Plan twee momenten in de week. Wat helpt is, om dat op twee dagen achter elkaar te doen, want dan zit je goed in je onderwerp. Die uren zijn er voor jou: geen afspraken, je kind slaapt of is bij de opvang; schuif desnoods een pizza in de oven, want vanmiddag schrijft papa of mama. Maak een lijst van onderwerpen en pak op waar je aan toe bent. En dient zich op andere dagen inspiratie aan? Zorg dan voor een notitieblok om een snelle aantekening te maken.’
42 BM | mei 2017
Dat klinkt heel stimulerend. Is het handig om een publiek voor ogen te houden als je gaat schrijven? ‘Ja, dat is belangrijk: voor wie ga ik vertellen? Alleen voor mezelf? Voor mijn partner? Voor mijn kind met ADHD of autisme? Voor de andere kinderen in het gezin? Als die ‘voor wie’-vraag beantwoord is, komt de vorm vanzelf. Er zijn mensen die denken: ik ga ermee naar een uitgever. Dat mag, als je maar beseft dat een uitgeverij duizend manuscripten per week krijgt.’
Is het nodig van jezelf te weten dat je ‘kunt schrijven’? ‘Nee. Is je grammatica niet op orde of vindt een kennis dat je het niet goed doet? Laat dat geen belemmering zijn. Het is jouw verhaal.’
Wat gebeurt er als je gaat schrijven? Gaat het om verwerking of is dat een te platte term?
En raad jij ouders dan aan om zo te schrijven dat hun kind het ook kan lezen - nu of later?
‘Je kunt het verwerking noemen. Tegen mensen die zelden schrijven, zeg ik vaak: schrijf aan jezelf. Je kunt het altijd nog ombouwen naar iets voor anderen. Wat ik zie gebeuren als bijvoorbeeld een mantelzorger of een ouder gaat schrijven, is dat je ontdekt hoe er zich rode draden door je leven geweven hebben. Het kan zomaar gebeuren dat je jezelf opeens hoort. Hoe kwetsbaarder je durft te zijn, hoe meer je fouten aan jezelf durft te bekennen, dat lucht op een of andere manier op. Mensen met zelfkennis en zelfspot kunnen over oceanen zwemmen. Die kunnen ook de moeilijke momenten met meer energie aan. Je ontdekt veerkracht in jezelf en dat is heerlijk om te voelen.’
‘Zeker. Neem die mantelzorger, die dol is op haar partner, maar voor wie het ook een beproefde liefde is. Wat mij betreft mag je dan best een keer pardonexpres een printje laten slingeren van een passage over ‘Ik mis door de situatie dit en dat zo aan hem’ of ‘Ik zou graag de zorg een dag overlaten aan een ander’. Kijk dan maar wat het oplevert als je partner zo’n printje onder ogen krijgt. Wat wel belangrijk is, is dat je de ander heel laat - zeker ook bij kinderen. Je mag oprecht zijn, maar wees constructief. Schrijf eerlijk over jouw gevoel van teleurstelling of gemis, maar niet als je niet kunt inzien dat de ander echt een ander mens is. Met zijn eigen karakter, zijn eigen zorgen. Ga ervan uit dat iedereen zijn best doet, ook jouw kind.’
Is het goed om datgene wat je in de relatie met je kind tegenkomt rechtstreeks tot onderwerp te maken? Of is het beter dat zijdelings te adresseren? ‘Dat verschilt per mens. Begin gewoon. Met een herinnering, die hij of zij leuk vindt. Maar gun het jezelf om jezelf te zijn. Vertel met je hart, zoek woorden om uit te leggen hoe jij het ervaart en durf te graven.’
In een interview met de Telegraaf zei je dat, wanneer een lezer zich herkent in een verhaal, dat ook ‘erkend voelen’ betekent. Heb je een voorbeeld over ouders en kinderen?
‘Legio. Over de jongvolwassen jongen, die het manuscript van zijn biologische vader kreeg. Hij was opgegroeid in een lief gezin, maar er was hem nooit verteld dat hij een buitenechtelijk kind was. En nu schreef die vader hem over zijn carrière als muzikant. Die jongen had D I N S D A G 3 0 M E I � D E B I LT � I N L O O P : 1 9 . 0 0 U U R zijn hele jeugd de drang gevoeld muziek te maken AANMELDEN & MEER INFORMATIE: Balansacademy.nl in een gezin dat helemaal niet zo muzikaal was, en las nu dat zijn vader ‘zonder muziek niet kon Balanslezing: ‘De zin van schrijven’ wordt dinsdag 30 mei gehouden leven’. Die jongen voelde van 19.30 - 21.30 uur bij Oudervereniging Balans, opeens: ik ben een zoon Weltevreden 4a, De Bilt. Voor leden zijn hieraan geen kosten van iemand. Hij bood verbonden. Niet-leden betalen 10,- euro. daarmee die jongen een nieuw houvast. En dat is Schrijven, om gevoelens, ervaringen en feiten te ordenen. toch de droom van iedere Het werkt verhelderend. Schrijven, puur voor de eigen ontspanning. ouder: je kind houvast te Voor jezelf of ten behoeve van anderen. geven.’ Wát de motieven ook zijn om te schrijven, Schrijf!
BALANSLEZING DOOR: NOOR VAN WASSENAER
43 BM | mei 2017
AL SPECIA S-LEDEN:
VOOR
BALAN
25%
ELDING BIJ AANM VIND & OP ZOEK
BALANS
ZOEK&VIND Door ingrijpende, landelijke wijzigingen binnen onder-
lingsproblemen, kunnen worden gevonden door de
wijs en zorg merken wij dat het voor ouders en verzor-
bezoekers van onze websites. Ben je consument? Dan
gers steeds lastiger is om de juiste hulp te vinden. Daar-
krijg je een helder overzicht en keuzemogelijkheid. Als
om hebben wij Zoek&Vind gelanceerd. Vanaf nu helpen
aanbieder krijg je een mooi podium om jezelf in de
we daarmee consument ĂŠn aanbieder. Zoek&Vind is hĂŠt
spotlights te zetten. Kortom: Zoek&Vind verbindt.
platform waar aanbieders van zorg, onderwijs of aan-
Meer informatie? Wil je jouw praktijk of organisatie
bieders in het algemeen, met als specialisme ontwikke-
aanmelden? Ga naar Balanszoekenvind.nl.
Landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag Weltevreden 4A | 3731 AL De Bilt | +31 (0)30 225 50 50 | info@balansdigitaal.nl | balansdigitaal.nl.
COLUMN DE HAAGSE POLITIEK
‘Passend Onderwijs moét beter’ Na 6,5 jaar Kamerlidmaatschap zit het er op voor mij. Terugblikkend kan ik stellen dat de afgelopen jaren veel is bereikt, maar dat er ook nog veel te verbeteren valt. Voor Passend Onderwijs geldt hetzelfde. Passend Onderwijs is een complex dossier en dus is het logisch dat het niet in één keer zonder problemen kan worden ingevoerd. Toch ben ik niet ontevreden met de eerste stappen die worden gezet, alhoewel het dus slechts eerste stappen zijn. We kijken veel meer dan voorheen naar wat leerlingen wél kunnen en vinden daarmee vaker voor hen een passende plek in het onderwijs. Maar ondanks de vele mooie voorbeelden van Passend Onderwijs in de praktijk, moet het echt nog wel beter. Om van Passend Onderwijs een blijvend succes te maken is blijvende aandacht nodig, waarbij het belang van het kind altijd het uitgangspunt is. Als we het kind centraal stellen, in plaats van de bureaucratie of het budget, dan kunnen we echt komen tot dit onderwijs voor ieder kind. Of je nu dyslexie hebt, hoogbegaafd bent of meervoudig gehandicapt, iedereen verdient het best mogelijke onderwijs. Het mag in Nederland niet zo zijn dat talent wordt verspild of dat er kinderen buiten de boot vallen. Onderwijs op maat zou voor elk kind een oplossing moeten bieden. Nog te vaak krijgen we echter signalen van ouders die het gevoel hebben dat die oplossing er voor hun kind niet is. Deze casussen stralen negatief af op al het positieve dat binnen passend onderwijs gebeurt. En als we dit niet oplossen, doen we alle inspanningen van de onderwijsprofessionals tekort. Problemen aanstippen is dus niet genoeg, oplossingen worden gevraagd. Zo worden er wat mij betreft nog te gemakkelijk vrijstellingen van de leerplicht gegeven. Leerlingen komen dan thuis te zitten in plaats van dat zij naar school gaan. Passend Onderwijs biedt echter, veel meer dan in het verleden, mogelijkheden om via maatwerk tot oplossingen te komen. De ‘leerplichtambtenaar 2.0’ zou er op moeten toezien dat er via dit maatwerk ook daadwerkelijk naar een oplossing wordt gezocht en dat niet te snel de handdoek in de ring wordt gegooid. Onderwijs waarin ieder kind binnen zijn/haar mogelijkheden zijn/haar talenten kan ontplooien en waarbinnen niemand achter blijft, dát is de stip op de horizon. We zijn een eind op weg, maar het kan echt nog beter. De afgelopen jaren is er in de politiek veel aandacht geweest maar deze aandacht blijft nodig om Passend Onderwijs verder te verbeteren. Het heeft het in zich om goed onderwijs voor iedereen mogelijk te maken. En dat is wat alle kinderen in Nederland verdienen.
KARIN STRAUS was tot 23 maart Tweede Kamerlid voor de VVD. Op de valreep, zo vlak voor de verkiezingen, schreef zij voor Balans Magazine deze afscheidscolumn over de stand van zaken betreffende Passend Onderwijs in Nederland. Ze was woordvoerster Onderwijs. Roelof Bisschop (SGP) schrijft in de volgende BM over Passend Onderwijs.
STEL KIND IN PLAATS VAN BUDGET CENTRAAL
45 BM | mei 2017
AUTISME
‘BEGRIP LEIDT TOT ACCEPTATIE’ NIEUW BOEK OVER ASS VOOR BREED PUBLIEK Om meer begrip te krijgen voor autisme schreef neurowetenschapper Marcia Goddard er een helder, toegankelijk boek over: ‘Anders denken’. Ze vraagt daarin onder meer aandacht voor de ‘verborgen talenten’ van mensen met autisme. Een pleidooi daarom voor onderzoek-op-maat per kind. Marcia: ‘We moeten verder kijken dan alleen die sociale onhandigheid.’ TEKST: RENATE VAN DER ZEE FOTOGRAFIE: ANNE VAN GELDER
H
oe kwam u, als neurowetenschapper, op het idee om een populairwetenschappelijk boek te schrijven over autisme? ‘In 2015 deed ik mee aan FameLab, een communicatiewedstrijd voor wetenschappers. Je moet dan in drie minuten tijd je onderzoek aan het publiek uitleggen. Ik sprak over mijn hersenonderzoek bij jongens met autisme en hoe die een heel ander hersenparcours afleggen
“Mensen snappen niet wat autisme is” om emoties te herkennen dan jongens zonder autisme. Ik won de wedstrijd. Iemand uit de zaal benaderde mij toen met de vraag of ik een 46 BM | mei 2017
boek wilde schrijven over autisme. Eerst dacht ik: dat kan ik helemaal niet. Maar ik heb altijd al schrijfster willen worden, dus uiteindelijk heb ik het toch gedaan.’
Wat was uw doel bij het schrijven van dat boek? ‘Begrip kweken. Ik heb veel kinderen met autisme in het gezin begeleid en zag hoe ze vastliepen in het dagelijks leven. Het was praktische begeleiding: kinderen leren zelfstandiger te worden, bijvoorbeeld door met ze naar de winkel te gaan en dat soort dingen. Ik merkte dat die kinderen op veel onbegrip stuitten. Mensen snappen niet wat autisme is of ze hebben er een heel vastomlijnd idee over. Ze denken bijvoorbeeld dat alle autisten net zo zijn als Sheldon uit The Big Bang Theory of zoals Raymond uit Rain Man. Maar dat beeld gaat voor lang niet alle autisten op. Autisme is een heel brede stoornis. Ook in biologische zin. Niet alleen het gedrag maar ook de hersenen van mensen met autisme verschillen van elkaar. Dat heb ik door hersenonderzoek ontdekt. Er is niet één autist, nee, de stoornis uit zich op duizenden verschillende manieren.’
DR. MARCIA GODDARD Neurowetenschapper
Biologische bewijs bestaat voor verschillen tussen mensen met autisme Maar mensen met autisme hebben toch wel dingen gemeen? ‘Ze hebben gemeen dat ze allemaal sociaal beperkt zijn en moeite hebben met inschatten van wat andere mensen voelen en denken. Ze hebben ook allemaal problemen met communicatie: hun taalontwikkeling verloopt anders. En ze hebben heel specifieke interesses, die je zou kunnen omschrijven als obsessies. Maar de mate waarin deze eigenschappen zich uiten, verschilt enorm. Ik vond het belangrijk hier meer over uit te leggen aan een breed publiek omdat begrip leidt tot acceptatie. Mensen gaan makkelijker met elkaar om als ze elkaar begrijpen. Maar er waren geen boeken die aan een breed publiek uitlegden wat autisme nou precies is. Er waren wel boeken voor ouders en studenten maar geen populair-wetenschappelijk boek.’
U heeft voor uw promotie verschillende hersenonderzoeken gedaan naar jongens met autisme. Kunt u daar iets meer over vertellen? ‘Eén van die onderzoeken betrof het herkennen van emoties bij anderen, want daar hebben mensen met autisme moeite mee. Ik keek welke hersengebieden actief waren bij twee
verschillende groepen jongens met autisme: jongens met autisme vanwege een extra x-chromosoom en jongens met autisme zonder een bekende oorzaak. Daaruit bleek dat bij de ene groep jongens met autisme een ander hersengebied actief was bij het herkennen van emoties, dan bij de andere groep. Dat was het biologische bewijs dat er grote verschillen zijn tussen mensen met autisme.’
U bepleit dan ook vurig om kinderen met autisme geen standaardbehandeling te geven, maar een behandeling op maat. ‘Er zou meer aandacht moeten zijn voor het individuele kind en zijn mogelijkheden. Dat zou moeten beginnen met een neuropsychologisch onderzoek dat inzicht geeft in de sterke en zwakke kanten van het kind. Ik heb het over een test die inzicht geeft in hoe goed bepaalde hersenfuncties zijn ontwikkeld, waaruit we kunnen afleiden waar zo’n kind goed in is of kan worden. Zo’n test kan enorm helpen bij de behandeling en hoeft niet duur te zijn. Het wordt op sommige plekken wel gedaan, maar het zou standaard moeten worden. Als ouders van kinderen met autisme daar massaal om zouden roepen, zou dat ook kunnen. Op de lange termijn levert het namelijk geld op. 47 BM | mei 2017
AUTISME
Want als zo’n kind een behandeling krijgt die gericht is op het ontwikkelen van zijn specifieke talenten, dan kan hij later gaan werken. In plaats van een leven lang thuis te zitten met een uitkering, wat nu nog veel te vaak gebeurt.’
U heeft het in uw boek over de verborgen talenten van mensen met autisme. Wat zijn die talenten? ‘Velen zijn in staat om heel systematisch en analytisch te denken. Ze hebben vaak een scherp oog voor details en kunnen goed planmatig werken. Dat zijn talenten die bij de ontwikkeling van computersystemen goed van pas kunnen komen. Er is een tekort op de arbeidsmarkt, maar mensen met autisme worden over het hoofd gezien, terwijl die heel waardevol kunnen zijn voor die branche.
Een bedrijf als Microsoft begrijpt dat. Die hebben de sollicitatieprocedure voor dit soort werknemers aangepast. Die komen niet op één sollicitatiegesprek, maar draaien twee weken mee, zodat ze kunnen laten zien wat ze kunnen. Dat werkt veel beter en dat is geen liefdadigheid van Microsoft. Ze weten dat er talenten onder die mensen zitten. Mensen met autisme kunnen kennis vaak heel goed opslaan, beter dan wij. Een fotografisch geheugen komt veel bij hen voor. En ze zijn heel goed in het opsporen van kleine foutjes doordat ze zo’n oog voor detail hebben. Maar omdat hun sociale vaardigheden niet goed zijn, komen ze niet door de sollicitatieprocedure heen. Dat kan en moet anders. Ik zou graag iedereen willen oproepen om verder te kijken dan die sociale onhandigheid.’
ADVERTENTIE
Roger voor onderwijs TM
De brug naar beter verstaan
Om op de hoogte te blijven van de snelle veranderingen in de leeromgeving, biedt de nieuwe portfolio van Roger voor onderwijs verschillende intuïtieve oplossingen die gemakkelijk te gebruiken zijn en die speciaal zijn ontworpen voor iedere soort les. Dankzij producten zoals de intuïtieve Touchscreen Mic voor leerkrachten, de handige Pass-around-microfoon voor medeleerlingen en de veelzijdige Multimedia Hub wordt het eenvoudiger dan ooit voor slechthorende kinderen om zich te concentreren op wat daadwerkelijk van belang is. Hiermee kunnen zij beter verstaan, volledig deelnemen aan activiteiten en meer leren. Kijk voor meer informatie op www.phonaksolo.nl
48 BM | mei 2017
KENNISPLEIN LEZERSVRAGEN: van Louise, moeder uit Driebergen
Prof. Dr. J.E.H. van Luit, Professor of dyscalculia, hoogleraar diagnostiek en behandeling van kinderen met dyscalculie, directeur Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen, hoofd Dyscalculie Expertisecentrum Nederland, klinisch psycholoog BIG en orthopedagoog-generalist NVO.
Q A
1
3
Mijn kind in groep 4 heeft moeite met rekenen. Haar cijfers blijven, ondanks grote inzet, matig. Wanneer moeten wij aan dyscalculie denken? In groep 4 is het nog te vroeg om aan dyscalculie te denken, omdat het ook een gevolg van vertraagde ontwikkeling in brede zin kan zijn. Wel is het goed om als school beleid te hebben op basis waarvan rekenzwakke kinderen extra ondersteuning krijgen van een remedial teacher of een spoor-3 leraar (zie Protocol Ernstige RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie; Van Groenestijn et al., 2011). Voor een diagnose t.z.t. is immers een van de criteria ‘te weinig profiteren van goede hulp’. Die goede hulp en extra rekentijd kan dan al in groep 4 en/of 5 worden ingezet. Dat geeft dan ook gelijk een beeld of de leerling daadwerkelijk zwak is of dat het onderwijs tot dan toe niet goed bij de mogelijkheden van de leerling heeft aangesloten.
Faalangst door dyscalculie... onze dochter is al nerveus als ze rekensommen ziét. Hoe kunnen wij haar weerbaar maken als het om rekenen gaat?
2
Zit dyscalculie ergens verborgen in het brein? Is het genetisch bepaald? En zo ja, hoe kun je het zo aansturen dat het zich positief ontwikkelt? Dyscalculie kent een aantal oorzaken, die brein gerelateerd zijn, en separaat of in combinatie aanwezig. Het gaat dan om een gebrek aan planning (van de aanpak van een rekenopdracht), tekort aan (reken)aandacht, beperkte benoemsnelheid met name van cijfers, en beperkt verbaal en/of visueel-ruimtelijk geheugen. Erfelijkheidsonderzoek laat zien dat vooral vaders met dyscalculie een tien keer zo grote kans hebben op een kind met dyscalculie in vergelijking met vaders die geen dyscalculie hebben. Bij moeders met dyscalculie is een dergelijke grotere kans niet gevonden. Dyscalculie is niet te verhelpen. Je kunt door veel tijd te investeren in oefenen en gerichte remedial teaching er wel voor zorgen dat het rekenen iets verbetert ten opzichte van een steeds verder teruglopende rekenontwikkeling in de eigen klas waar gebruik wordt gemaakt van de reguliere methode en instructie.
Weerbaar maken is aan de school/ remedial teacher of bij ernstige faalangst aan een gedragsdeskundige. Het gaat dan met name om het leren accepteren van de stoornis. School en remedial teacher kunnen faalangst reduceren door bijvoorbeeld aangepaste toetsen aan te bieden, succeservaringen zichtbaar te maken, pre-teaching aan te reiken, hulpmiddelen toe te staan en dergelijke. Een gespecialiseerde gedragsdeskundige (zie: kwaliteitsinstituutdyscalculie.nl of ambulatorium.nu) kan een faalangstige leerling leren omgaan met de stoornis en het zelfbeeld in een positieve richting proberen om te buigen.
Heeft u ook een vraag? Mail naar: redactie@balansdigitaal.nl
49 BM | mei 2017
Meer contact tussen ouders, kind en school Er is over het tienerbrein al veel geschreven, maar tussen alle uitersten in het naturenurturedebat neemt Het Tienerbrein van Jelle Jolles een genuanceerde middenpositie in: genetische codes beschrijven alleen maar het ‘bouwplan’ van een kind, stelt Jolles. Onze hersenen ‘zijn een stuur-orgaan en intermediëren tussen omgevingsprikkels en lichamelijke processen’ (pag. 77). Dat past bij Jolles, die zelf als neurowetenschapper en klinisch neuro-psycholoog ook in het midden staat, tussen
wetenschap en praktijk in. Het boek van Jolles gaat dan ook over de hele ontwikkeling van adolescenten, gebaseerd op neuropsychologische inzichten. In klare taal behandelt hij uiteenlopende thema’s: van de verschillende fasen in de adolescentie, en de verschillen tussen jongens en meisjes, tot de rol van sporten, die van ouders en leraren. Jolles bezit naast veel kennis over de tiener, ook een visie op de toepassing van die inzichten. Hij is optimistisch (‘een traag groeiende boom kan ook de hoogste
worden’) en ziet een grote rol weggelegd voor volwassenen in de omgeving van het kind. In een interview van 24 november jl. met de Volkskrant zegt hij daarover: ‘Ik zou graag een vorm van onderwijs zien waarin veel meer contact is tussen ouder, kind en leraar. Niet alleen ouderavonden waar je zeven minuten met de leraar praat, maar úren. Liefst met het kind erbij.’ Een uitvoerig en degelijk handboek, inclusief fraaie adviezen, voor iedereen die over tieners wil leren.
Het Tienerbrein Over de adolescent tussen biologie en omgeving Jelle Jolles (2016) Uitgeverij Amsterdam University Press 1e druk Prijs € 24,95 Aantal pagina's 424 ISBN 9789462983984
PRAKTISCHE OPVOEDTIPS UIT SPIRITUELE HOEK
Opvoeden in het NU, Kinderen grootbrengen met rust en aandacht Susan Stiffelman (2015) (vertaald door Katja Kaiser uit het Engels) Uitgeverij: AnkhHermes Prijs: €20,00 | 1e druk Aantal pagina’s: 288 ISBN 99789020212204
Geïnspireerd door de inzichten uit het boek De kracht van het NU van Eckhart Tolle, schreef de Amerikaanse opvoeddeskundige Susan Stiffelman Opvoeden in het NU, over bewust opvoeden. Haar kerngedachte is dat het ouderschap een ‘spirituele oefening’ kan zijn en dat kinderen juist ‘leraren’ zijn, die ouders veel kunnen leren. Vaak gaat dat leren over oude patronen en pijnen, schrijft ze. Haar boodschap is dat een goede relatie met je kind tot stand komt door oprechte betrokkenheid en oplettendheid, waardoor je jezelf ook meer kunt openstellen ‘voor de liefde, de kennis en de vreugde die het avontuur van opvoeden je kunnen brengen’. Kernwoorden daarbij zijn liefde voor
jezelf, empathie, kwetsbaarheid, medeleven, geluk creëren van binnenuit, gezonde communicatie en de daad bij het woord voegen. Je moet als lezer natuurlijk openstaan voor enige spiritualiteit of een andere kijk op opvoeden wil het boek van deze opvoed-deskundige je aanspreken, maar ook de sceptische lezer zal merken dat de bemoedigende opvoedverhalen (de kern van het boek) heel aards zijn en dat er praktische (ja, echt!) oplossingen worden geboden. Stiffelman laat in haar voorbeelden bekwaamheid, rust en realisme zien, wat je als lezer achterlaat met een (hernieuwd?) gevoel van vertrouwen in jezelf en je kind.
BOEKEN OVER LEER- & GEDRAGSSTOORNISSEN UIT DEZE RUBRIEK KUNNEN WORDEN BESTELD VIA: BALANSSHOP.COM 50 BM | mei 2017
SAMENSTELLING ANNONAY ANDERSSON
PILLEN OF CHILLEN? Ruim vier procent van de kinderen tussen de vijf en vijftien jaar slikte in 2015 een variant van methylfenidaat. Hoewel dat aantal nog steeds stijgt, gaat die stijging gelukkig steeds minder hard (bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen, augustus 2016). In toenemende mate is er interesse voor alternatieve methoden om de symptomen van ADHD te doen verminderen. In de Bodhitv-documentaire Pillen of chillen? is daar aandacht voor en worden medicatie en mindfulness (voor kinderen én ouders) met elkaar vergeleken. Het thema is ontleend aan het onderzoek ‘ADHD: Meditatie of Medicatie?’ van de UvA en UvA-minds (afdeling specialistische GGZ binnen de UvA). In de uitzending
zien we promovendus Renée Meppelink, onderzoekster Esther de Bruin en hoogleraar orthopedagogiek Susan Bögels aan het werk met de kinderen en ouders. Ze vertellen (zonder voice-over) zelf wat ze van de behandeling en diagnose vinden. Dokter: ‘Hoe zou je het vinden als het wat rustiger in je hoofd wordt?’ Jongen: ‘Dan raak ik al m’n mooie ideeën kwijt.’ Hoewel mindfulness veelbelovende resultaten laat zien, wordt ook getoond hoe de prestatiedruk en smallere marge van wat wordt gezien als ‘normaal’ gedrag, druk legt op ouders om toch te grijpen naar de snellere interventie, namelijk de medicatie.
'Prachtfilm over kwetsbaarheid bij autisme' ‘Met zo’n hoofdpersoon kan een film eigenlijk niet mislukken’, schreef De Volkskrant onlangs over de Oscargenomineerde documentaire Life, Animated. Dat was cynisch bedoeld, maar ik zou het serieus willen stellen en eraan willen toevoegen: en met bijrollen voor de ouders van de hoofdpersoon al helemaal niet.
Documentaire: Life, Animated Regie: Roger Ross Williams (2016) Met: Owen Suskind, Ron Suskind, Cornelia Suskind 92 min. Zie filmvandaag.nl
Over de film: Owen Suskind is een 23-jarige jongeman met autisme. Op tweejarige leeftijd stopt hij met praten. Totdat zijn ouders een paar jaar later een manier vinden om hem weer aan het praten te krijgen, via zijn grootste hobby: Disney-
films. Owen kent vrijwel alle (!) dialogen in de Disneyfilms uit zijn hoofd en ontleent er zijn eigen belevingswereld aan. In de film blikken Owens ouders terug op zijn kindertijd, vol met onbegrip van de buitenwereld. Toch vertelt de film vooral een optimistisch verhaal over een veerkrachtige familie die Owen op weg naar volwassenheid bijstaat. Ook gaat de film over Owens ouders zelf, over vader Ron en moeder Cornelia, die alle zeilen bijzetten om hun zoon te begrijpen. Ze zetten zelfs een nieuwe therapie op de kaart, die is ontleend aan hun werkwijze: affinity-therapie. Deze behandeling ziet autisme-preoccupaties
als aanknopingspunten voor communicatie, in plaats van als obsessies die moeten worden genegeerd. De innemende en grappige Owen, wil bovenal graag (weer) een vriendin. Gedurende de promotietour van de film maakte hij dat kenbaar door elke Q&Asessie af te sluiten met een oproep: ‘Ik zoek een vriendin die in de buurt van Boston woont en van Disneyfilms houdt. Wie kent haar?’ Life, Animated, gebaseerd op het gelijknamige boek geschreven door vader, is kortom een hartverwarmende film die de kwetsbaarheid van mensen met autisme en hun familie mooi in beeld brengt.
51 BM | mei 2017
COLUMN ILSE KRABBEN
'Best friend' van jezelf Een spannende overgang is het, de overstap naar de brugklas. Een fase waarin je juist ook op zoek bent naar je eigen identiteit. Daarom ben je extra kwetsbaar en kan het in je voordeel werken als je de eigen sterke en zwakke kanten steeds beter leert kennen. Je kunt dan tijdig aangeven op school en thuis wat je nodig hebt. Ook is het de leeftijd waarop je niet geheel kunt kiezen wat je zou willen doen. Er zijn vakken die je moet doen ondanks het feit dat je er totaal geen interesse in hebt. Daar ligt voor iemand met AD(H)D de echte uitdaging. Dat is het ‘terrein’ waarop we ons extreem tot bijna niet kunnen concentreren. Wanneer iets echter wél onze interesse wekt, is het een heel ander verhaal. Ook dat weten we. Om het vol te houden, en de vakken te kunnen doen waarin je geen interesse hebt, is het belangrijk naast school dingen te doen die niet moeten maar juist leuk zijn. ILSE KRABBEN (26) kreeg op 15-jarige leeftijd de diagnose ADD. Ze doorliep de Internationale Theaterschool in Parijs. Haar eerste solovoorstelling, nu on tour, gaat over ADHD. (Facebook: myelectrichouse). Voor BM schrijft Ilse over het omgaan met haar ADD, en over de tools die zij zelf hanteert.
Ikzelf vluchtte continu het dak op van de school. Daar was het rustig en had ik de ruimte om te dromen en mezelf te zijn. In een vervolgopleiding was ik ook zelden aanwezig. Ik snapte niet waarom ik aanwezig moest zijn. Tot ik een stageplek vond op een werkplek die direct mijn interesse trok. In één klap maakte ik drie keer zoveel uren als alle andere leerlingen. Ik was er dag en nacht mee bezig. Op de middelbare school kreeg ik de diagnose ADD. Ik had op dat moment graag geweten wat ik nu weet. Dan had ik anders naar de diagnose gekeken; deze meer als een kans gezien dan als een probleem. Ook had ik serieuzer genomen dat er een verschil is tussen het brein van iemand met en iemand zonder ADHD. Als je je daarin verdiept kun je zelf tools bedenken om er beter mee om te gaan. Hoe je kijkt naar jezelf kan grote impact hebben. Je krijgt meer zelfkennis, wordt krachtiger, gaat doen waar je goed in bent, in plaats van iets na te streven waarvoor je niet bent ‘gemaakt’. Goed voor jezelf zorgen en best friend van jezelf zijn, ook dat werkt productief. Werken en gezond worstelen is goed, maar ik denk niet dat je productiever wordt door te lijden. Hoe meer je voor jezelf zorgt, hoe meer je je omgeving hebt te geven. Iemand uit India vertelde me dat dit de basisfilosofie is die iedereen daar op school en thuis van kinds af aan leert. Een mooie taak voor ons onderwijs, ook in de overgang naar de brugklas.
OP HET DAK VAN DE SCHOOL KON IK MEZELF ZIJN
52 BM | mei 2017
BALANS BELICHT
DIT IS MIJN EERSTE FEESTJE
OOIT!
Laura Batstra, universitair hoofddocent orthopedagogiek aan de universiteit van Groningen, ontmoette op het kinderfeestje van haar zoon een meisje dat nog nooit eerder op een feestje was geweest. Ze was zรณ blij dit nu eens mee te maken. De blijdschap van het meisje raakte Laura. TEKST: JOYCE VAN DEN BOGAARD FOTOGRAFIE: ISTOCK
KLASSENFEESTJES TEGEN UITSLUITING
53 BM | mei 2017
BALANS BELICHT
Z
e zocht naar een manier om geen enkel kind, al dan niet met ontwikkelingsproblemen, meer buiten te laten sluiten op feestjes. En om tegelijkertijd volwassenen aan het denken te zetten over dit onderwerp. Het resultaat: een project om scholen en ouders te stimuleren een paar keer per jaar feestjes te geven voor de hele klas. Laura gaf zelf, samen met muziekdocent Wim Venema, de aftrap en organiseerde een kinderfeestje. Het werd een groot succes. Maar hoe regel je dit als school of ouders nou zelf? Journalist Joyce van den Bogaard sprak met Laura over haar plan en drijfveren.
Waarom dacht je aan klassenfeestjes? ‘Jaren geleden gaf ik een feestje voor de hele klas van mijn oudste zoon. Hij werd toen 7 of 8. Op dat moment vond ik dat vooral leuk voor hem. Tijdens dat feestje kwam er een meisje naar me toe: ‘Dit is mijn eerste feestje ooit en ik ben zo ontzettend blij dat ik mocht komen! Mijn broertje had vorig jaar zijn eerste feestje, en nu heb ik er ook één’. Dat meisje plantte het zaadje voor dit project, want ze is me altijd bijgebleven. Haar opgetogenheid was ontroerend en schrijnend tegelijk.’
‘De meeste kinderen willen niets liever dan gewoon zijn’
‘In de huidige tijd zijn we erg geneigd om zowel problemen als oplossingen op het niveau van het individu te beschouwen. Dus als een kind geen aansluiting vindt in de klas, dan gaan we dat kind screenen op stoornissen als autisme, angst of ADHD. Vervolgens laten we allerlei interventies los op het kind en zijn ouders. Het nadeel van dit individuele diagnosticeren en behandelen is dat het de buitenbeentjes nog eens extra in een uitzonderingspositie plaatst. Terwijl de meeste kinderen niets liever willen dan ‘gewoon zijn’. Het elegante van klassenfeestjes is dat het op een onopvallende manier iets doet voor kwetsbare kinderen. In mijn ogen valt er nog heel veel winst te behalen met initiatieven die de maatschappij toleranter en kindvriendelijker maken; er is alleen weinig oog voor die mogelijkheden omdat we zo gevangen zitten in het stoornisdenken.’
Kinderpostzegels stelt 15.000 euro beschikbaar. Waar gaat dit geld naartoe? ‘Om beleidsmakers ervan te overtuigen dat het zinvol is om behalve in individuele aanpakken ook te investeren in het optimaliseren van de context waarin kinderen opgroeien, hebben we ‘bewijs’ 54 BM | mei 2017
nodig. Om goed te kunnen evalueren of klassenfeestjes een manier zijn om sociale uitsluiting te verminderen, stellen we een senior onderzoeker aan met veel kennis en kunde op het gebied van dit type onderzoek. Verder gaat een deel van het geld naar de klassenfeestjes zelf, om in ieder geval gedurende het project de kosten voor ouders laag te houden. Na het project hopen we dat gemeenten inspringen voor gezinnen met een krappe portemonnee.’
Hoe is de reactie geweest van scholen en vooral ook ouders? Stuit je op veel weerstand? ‘Over het algemeen reageren mensen positief op het idee. Er zijn ook een paar reacties geweest van ouders die dit soort feestjes niet zien zitten. En dat hoeft natuurlijk ook niet. Klassenfeestjes moeten bij het kind en bij de ouders passen. Sommigen houden meer van kleinschalige verjaardagspartijtjes. Het gaat ons er ook niet om dat iedereen altijd de hele klas uitnodigt, maar dat het wat váker gebeurt. Een inclusief klassenfeestje organiseren kan daarnaast een manier zijn om ertussen te komen. Als een ‘buitenbeentje’ zélf het initiatief neemt, kan er ook iets positiefs ontstaan in de klas.’
KLASSENFEESTJES TEGEN UITSLUITING
Hoe ga je om met de weerstand waar je soms op stuit (‘Ik bepaal zelf wel of ik een feestje geef voor mijn kind’, etc.) ‘Meeveren. Een ieder bepaalt inderdaad voor zichzelf of het bij hem/haar en het kind past. En kleinschalige feestjes moeten natuurlijk ook blijven bestaan! Ik heb wel moeite met de stelling dat kinderen er hard van worden als ze gepest worden of buiten de groep liggen. Dat is bagatelliseren, ontkennen en wegkijken en dat moeten we in mijn ogen nou juist niet doen als volwassenen.’
Hoe zijn de reacties van de kinderen tot nu toe geweest? ‘Muziekdocent Wim Venema, de andere initiatiefnemer van dit project, en ik hebben inmiddels een
paar keer proefgedraaid door klassenfeestjes te organiseren voor onze eigen kinderen. Deze feestjes waren een groot succes. ‘Het leukste feestje ooit,’ heb ik een paar keer gehoord. Opvallend is dat de kinderen juist die momenten waarop ikzelf in paniek dreigde te raken omdat het zo’n zooitje was, het allerleukst vonden. Volwassenen kijken toch anders tegen chaos aan dan kinderen.’
Hoe zouden anderen dit idee in hun eigen schoolpraktijk of omgeving kunnen organiseren? ‘Eén van de doelen van dit project is het schrijven van een handleiding voor het organiseren van klassenfeestjes. Hierin staan allerlei tips en ideeën. Deze wordt na afloop van het project in september volgend jaar gratis ter beschikking gesteld aan ouders, scholen,
gemeenten en andere geïnteresseerden. Dan is het onderzoek afgerond, zodat we daar ook iets over kunnen zeggen, en dan hebben we ervaring met ruim tien feestjes op basis waarvan we vast nog meer tips kunnen geven. Ik heb niet de illusie dat een paar feestjes het leven van buitenbeentjes drastisch om kunnen gooien. Wat ik wel hoop te bereiken is dat we met een dergelijk project volwassenen aan het denken kunnen zetten. We kunnen allemaal iets doen voor kinderen die moeilijk zijn of het moeilijk hebben. In Scandinavië is het uitnodigen van de hele klas al veel meer gemeengoed, met de gedachte erachter om sociale uitsluiting te voorkomen en kinderen al op jonge leeftijd te leren dat iedereen erbij hoort.’
Bron: Dit artikel verscheen onlangs in uitgebreidere versie op het online-platform hetkind.org, verbonden aan het Nederlands Instituut voor Opvoedzaken (NIVOZ): hetkind.org/kinderfeestjes
55 BM | mei 2017
ACTIVITEITEN � IN HET LAND
BALANS IN HET LAND Een greep uit het aanbod van activiteiten georganiseerd door vrijwilligers van de regionale afdelingen van Balans. Soms staan evenementen vermeld van Autisme Info Centra van de Nederlandse Vereniging voor Autisme. GELDERLAND Inloopavond Dyslexie
Op vrijdagavond 19 mei organiseren Balans afdeling Veluwe, Centraal Nederland en Bibliotheek Noordwest Veluwe een inloopavond voor ouders en hun kinderen over dyslexie. Wilt u meer weten over dyslexie? Met deskundigen van Balans en Centraal Nederland praten over lees- en leerproblemen en ervaring uitwisselen? Of wilt u meer weten over wat de Bibliotheek aan mogelijkheden heeft voor kinderen met leesproblemen? Kom dan 19 mei naar de inloopavond die gehouden wordt in Bibliotheek Putten. Locatie: Bibliotheek Putten, Brinkstraat 56, 3881 BT Putten. Tijd: 18.30 - 20.30 uur. De toegang is gratis. Meer informatie: Bibliotheek Putten, tel.: 085 - 273 3575.
FRIESLAND Thema-avond ‘Hoogsensitiviteit en de verschillen t.o.v. ASS en ADHD’ Balans afdeling Friesland organiseert op maandag 22 mei een lezing door Esther Bergsma, expert op het gebied van hoogsensitiviteit. Een lezing voor ouders, leerkrachten en
56 BM | mei 2017
zorgprofessionals. Gedrag van hoogsensitieve kinderen (zoals woedeaanvallen, dromerigheid en/of verlegenheid) wordt soms geïnterpreteerd als autisme (ASS) of ADHD. Ondanks de overeenkomsten in gedrag zijn de verschillen tussen deze diagnoses en hoogsensitiviteit echter aanzienlijk. Tijdens deze lezing vertelt Esther Bergsma hoe je hoogsensitieve kinderen herkent, wat de verschillen zijn met kinderen met autisme en ADHD en hoe je om kunt gaan met hoogsensitieve kinderen die lastig gedrag vertonen. Datum: 22 mei. Locatie: ROC Friese Poort, Splitting 21/23, gebouw C, 9202 LC Drachten. Tijd: 19.45 - 21.45 uur (inloop vanaf 19.30). Kosten: € 10,- voor niet-leden, € 5,- voor leden Balans/NVA. Tickets kunt u bestellen op Balansacademy.nl of via de regiopagina van Friesland op Balansdigitaal.nl
ZUID-HOLLAND Thema-avond ‘Gamen bij Autisme en ADHD’ Computers, gamen, sociale media: wat doet dat met kinderen, en wat met kinderen
die autisme of ADHD hebben? En hoe stel je je op als ouder? Open communicatie en grenzen stellen, maar hoe dan? Daarover spreekt Jantine van der Plas, preventiemedewerker van Brijder Verslavingszorg op een thema-avond van Balans Rijnland in Alphen aan den Rijn. Datum: 30 mei 2017. Locatie: Groene Hart Leerpark, Prinses Beatrixlaan 4, 2404 XC Alphen a/d Rijn. Tijd: ontvangst en boekentafel vanaf 19.30 uur; aanvang lezing om 20.00 uur. Kosten: € 5,- voor leden Balans/NVA en studenten; € 9,- voor overigen, inclusief koffie/thee. Aanmelden: bij Tineke Valentijn, e-mail info@balansrijnland.nl
OVERIJSSEL Thema-avond TaalOntwikkelingStoornis Balans afdeling Twente organiseert een thema-avond TOS (Taal Ontwikkelings Stoornis) in samenwerking met Kentalis. De bijeenkomst is interessant voor ouders/ verzorgers, leerkrachten, kinderopvang, studenten en hulpverleners. Datum: 31 mei. Locatie: Theater Prismare
Enschede, Roomweg 167, 7523 BM Enschede. Tijd: 19.30 - 21.30 uur. Toegang: leden € 5,-. Niet-leden € 10,Aanmelden: via de website Balansdigitaal.nl Meer info: ernadogger@ziggo.nl
GELDERLAND Vooraankondiging themaavond over verslaving
Op 7 juni 2017 houdt Balans Veluwe een thema-avond met verslavingsdeskundige Reinout Wiers. Wiers is hoogleraar Ontwikkelings-psychopathologie & Faculteitshoogleraar FMG aan de Universiteit van Amsterdam. Datum: 7 juni. Locatie: Dok Zuid, 1e Wormenseweg 460, 7333 GZ Apeldoorn. Informatie over de inhoud van de lezing, tijdstip, kosten en aanmelding vindt u op Balansdigitaal.nl
AIC Steenwijkerland Filmochtend Het Autisme Info Centrum Steenwijkerland in Steenwijk organiseert elke 6 tot 8 weken een filmochtend. Op deze ochtend kan op twee tijdstippen een
ACTIVITEITEN � IN HET LAND
NVA-voorlichtingsfilm bekeken worden. De laatste filmochtend van dit seizoen wordt gehouden op vrijdag 7 juli. Op het programma staat dan de film Van Pi-man naar student. Portret van een student met autisme. Datum: 7 juli. Locatie: AIC Steenwijkerland, CJG, Mr. Z. ter Steghestraat 9, 8331 KG Steenwijk. Tijd: 9.45 uur of 10.45 uur (naar keuze). Toegang: gratis; per film is plaats voor max. 8 personen. Aanmelden: (zeer gewenst, met vermelding van gewenst tijdstip) via: aicsteenwijkerland@gmail. com of tel.: 06 - 24129063.
AIC Steenwijkerland Gespreksgroep voor ouders van kinderen t/m 15 jaar
GELDERLAND Balans Achterhoek zoekt vrijwilligers!
Het Autisme Informatiecentrum Steenwijkerland (onderdeel van de NVA) heeft een gespreksgroep, 1x in de zes weken op vrijdagochtend, voor (groot)ouders/ verzorgers van kinderen met ASS en/of AD(H)D in de leeftijd tot en met 15 jaar. Heeft u hier belangstelling voor? Aanmelden: aicsteenwijkerland@gmail.com of langskomen tijdens de opening van het AIC op vrijdagochtend in de oneven schoolweken m.u.v. de schoolvakanties. Het AIC Steenwijkerland is geopend van 9.00 - 12.00 uur. Adres: Huiskamer CJG, Mr. Z. ter Steghestraat 9, 8331 KG Steenwijk.
Als vrijwilliger bij Balans van de kerngroep Achterhoek ben ik op zoek naar hulp. Het gaat om hulp bij het organiseren van avonden voor ouders van kinderen met Autisme, ADHD, ADD, ODD, enz. Dit kan een avond met een spreker zijn, maar ook een avond om ervaringen met ouders uit te wisselen. En als er iemand is die ideeën heeft om een avond te vullen zijn die natuurlijk altijd welkom. Bent u een ouder van een of meer kinderen met autisme, ADHD, ADD, ODD enz. en wilt u mij helpen? Mail dan naar: info@balansacademy.nl.
Ilona van Zanten
BA L A N S � O N L I N E
WEBSITES
Kijk voor de complete agenda op Balansdigitaal.nl. Informatie over landelijke activiteiten vindt u ook op de website: Balansacademy.nl
CONTACTPERSONEN
Vrijwilligers van Balans zijn actief in bijna elke provincie. In sommige provincies bestaan meerdere kerngroepen. Een compleet overzicht van Balanscontactpersonen vindt u in onderstaand kader.
CONTACTPERSONEN VAN BALANS IN DE REGIO FRIESLAND
Theresa Visser balansfriesland@gmail.com 0517 - 23 15 22
DRENTHE
Thea Kester theakester@hotmail.com
OVERIJSSEL
• Kerngroep Deventer Angelique Bergsma angelique2811@gmail.com Facebook: ‘Balans werkgroep Deventer’ • Kerngroep Twente Erna Dogger ernadogger@ziggo.nl Facebook: Oudervereniging Balans Regio Twente • Kerngroep Zwolle-Salland Danielle Bartels 06 - 462 389 57
danielle.bartels@ balansregionaal.nl
ZUID-HOLLAND
Marie Claire van der Stap mcvanderstap@hotmail.nl Cora Wielinga corawielinga@gmail.com
• Kerngroep Rijnland T. Volkers info@balansrijnland.nl Facebook: balans-afdeling-rijnland • Kerngroep Den Haag Lilian Regeer 06 - 212 684 87 lilianregeer@casema.nl • Kerngroep Rotterdam Corinne Vinks corinnevinks@outlook.com
NOORD-HOLLAND
NOORD-BRABANT
GELDERLAND
• Kerngroep Veluwe Tineke van den Broecke rvandenbroecke@online.nl
UTRECHT
• Kerngroep Kennemerland H. Dankelman 06 - 292 007 86 • Kerngroep Amsterdam Jovita Bos balans.groot.amsterdam@ gmail.com
LIMBURG
Gertie van Rhee 045 - 531 18 70 gertievanrhee@gmail.com
FLEVOLAND
balansflevoland@gmail.com Facebook: Balansflevoland
• Kerngroep Den Bosch balansdenbosch@gmail.com Twitter: BalansDenBosch • Kerngroep Waalwijk Balanswaalwijk@outlook.com • Kerngroep Tilburg balanskerngroeptilburg@ gmail.com. Facebook: BalansMiddenBrabant
57 BM | mei 2017
IN HET VOLGEND MAGAZINE
(onderwerpen onder voorbehoud)
BM
BM04 verschijnt medio juli 2017
THEMA:
VERANTWOORDE VOEDING:
In 'Bij ons Thuis': Indy (11) en Noa (8)
hype of waarheid?
: VOEDING
• TRACE-studie:
Vermindert specifieke voeding ADHD-klachten?
E? EEN HYP
• Kids met ADHD:
EN VERDER
Wat vinden ze nou zélf van een dieet?
• Ouders en diëtiste:
Over verantwoord eten thuis. Hoe doe je dat?
SERVICE Balans is de landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag. Balans biedt ouders informatie, contact en belangenbehartiging bij de overheid en partijen binnen zorg en onderwijs. LID WORDEN? Lid worden kan eenvoudig via de website www.balansdigitaal.nl. Voordelen voor ouders en professionals uit zorg en onderwijs: • Zes keer per jaar het informatieve en inspirerende blad Balans Magazine. • Exclusieve toegang tot alle informatie op de website. • Contact met andere leden via het forum. • Mogelijkheid van collectieve ziektekostenverzekeringen via Balans. 58 BM | mei 2017
ADHD
•Over autisme en ADHD in één persoon schreef ervaringsdeskundige Josine Bouwmans een boek. •De lesmethode Druk in de Klas: inzichten aan docenten.
• Aantrekkelijke kortingen op toegang, activiteiten en symposia van Balans. Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Op de website kunt u inloggen via ‘Mijn Balans’. Hier kunt u uw persoonlijke gegevens beheren. Opzeggen van het lidmaatschap: per e-mail (info@balansdigitaal.nl) of schriftelijk en uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het lidmaatschapsjaar (zie adresgegevens). TARIEVEN Kosten lidmaatschap - jaarlijks tot wederopzegging: Ouders: € 49,Studenten: € 34,Scholen/gemeenten/ (zorg-)instellingen: € 100,Bent u al lid van Impuls & Woortblind, of de NVA, dan krijgt u als nieuw lid of abonnee korting.
DYSLEXIE
Cees Vernooy over het opsporen van dyslexie en hoe je ouders, leerlingen en docenten daarbij kunt helpen.
Abonnement op BalansKIDS (€ 18,-) en/of Impuls & Woortblind Magazine (€18,-).
COLOFON
VRAGEN Heeft u als lid van Balans een inhoudelijke vraag over ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag of over (passend) onderwijs, en kunt u deze informatie niet op onze website vinden? Neem dan contact met ons op via het speciale contactformulier van Balans Advies op de contactpagina. Uw vraag wordt dan beantwoord door de vrijwillige medewerkers van het mailteam. Voor telefonisch consult: kijk op Balansdigitaal.nl voor de laatste informatie.
Eindredactie Jurgen Breeman.
ADRESGEGEVENS Post- en bezoekadres: Weltevreden 4A, 3731 AL De Bilt, Telefoon: 030 225 50 50. E-mail: info@balansdigitaal.nl. Website: balansdigitaal.nl
Hoofdredactie Beatrice Keunen.
Auteurs Annonay Andersson, Joyce van den Boogaard, Geert Bors, Poulien van Dam, Hilone Dinnissen, Anne van Hees, Anton Horeweg, Marjon Labordus, Karin Straus, Anouk van Westerloo, Swanet Woldhuis, Renate van der Zee. Fotografie Joris den Blaauwen. Vormgeving Nicolien van der Gugten Communicatie, Utrecht. Vragen, opmerkingen en/of tips voor de redactie? redactie@balansdigitaal.nl
DRUK Senefelder Misset, Doetinchem. ADVERTENTIES Jetvertising bv, Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk tel.: 070 - 399 00 00 fax: 070 - 390 24 88 E-mail: info@jetvertising.nl Internet: www.jetvertising.nl Wij benadrukken dat Balans geen verantwoordelijkheid draagt voor de inhoud van de - afgedrukte en bijgesloten advertenties. Het feit dat wij reclame afdrukken of bijsluiten voor bepaalde producten of diensten, betekent niet dat wij deze bij u aanbevelen. © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de redactie. ISSN 1872-0560
ONZE NIEUWSTE TITELS VOOR ZORGPROFESSIONALS EN OUDERS HANDBOEK DYSLEXIEONDERZOEK
TROOSTKAARTEN VOOR KINDEREN EN JONGEREN
Wim Van den Broeck (Red.)
Katrien Vanhauwaert en Cindy Verhulst
In Handboek dyslexieonderzoek geven de auteurs het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van dyslexie op bevattelijk weer. Ze gaan in op de diagnose, erfelijkheid, hersenonderzoek, cognitieve oorzaken, preventie en de behandeling van dyslexie. Het boek is daardoor uitstekend geschikt als handboek voor opleidingen maar ook bijzonder informatief voor al wie professioneel betrokken is bij dyslexie. In bijna alle hoofdstukken wordt de relatie tussen theorie en praktijk ter harte genomen. Het boek vergt geen speciale voorkennis en biedt de nodige verdieping in de materie.
Wat als een kind lijdt onder de ziekte van een familielid? Wat als een kind een dierbare verliest? Wat als je een kind wil steunen of troosten, maar niet weet hoe? De troostkaarten kunnen helpen. De troostkaarten zijn een middel om contact te maken: ze zetten de deur open voor verdere gesprekken. Zich gehoord en gesteund voelen is enorm krachtig in een verwerkingsproces, zeker voor kinderen. Elk van de kaarten bevat een opdracht. Die kan een handvat zijn voor de verzender om de juiste woorden te vinden, of het kan een creatieve verwerkingsopdracht zijn voor de ontvanger.
ISBN 9789462925670 // 176 blz. // €23,50
ISBN 9789462927162 // 32 blz., 24 kaarten // €19,99
KLEUTERS DIE NÉT IETS MEER KUNNEN
DIAGNOSTIEK BIJ KINDEREN, JONGEREN EN GEZINNEN
Ann Meersman en Kristin Stroobandt
(Verwacht: 31 mei 2017) Als kleuterleider, opvoeder of ouder aan de slag gaan met een kind met een ontwikkelingsvoorsprong is een boeiende uitdaging. Zo’n kleuter kan nét iets meer aan. Dit boek verduidelijkt wat een ontwikkelingsvoorsprong bij kleuters kan inhouden. Meer dan 400 tips en voorbeelden zetten kleuterleiders, opvoeders en ouders op weg om een speelse, krachtige en uitdagende leeromgeving te creëren. De tips sluiten aan bij de verschillende speel- en leerplekken of “hoeken” die in kleuterklassen ingericht zijn: taal-, winkel-, puzzel-, denk-, reken-, huis-, ontdek-, boeken-, teken- en zelfs een filosofiehoek. ISBN 9789463441230 // 256 blz. // €24,99
DEEL IV: SPECIFIEKE KLACHTEN ONDER DE LOEP Guy Bosmans , Patricia Bijttebier , Ilse Noens en Laurence Claes
(Verwacht: 31 mei 2017) Dit boek is het vierde in een reeks waarmee de auteurs hulpverleners willen informeren over het diagnostische proces en over recente inzichten in de (ontwikkeling van) gedrags- en emotionele problemen die de diagnosticus nodig heeft om een kwaliteitsvol diagnostisch onderzoek uit te voeren. In dit vierde en laatste deel zoomen de auteurs in op diagnostiek bij een breed scala aan specifieke klachten. Deze klachten kunnen te maken hebben met emotionele problemen zoals angst, depressie, eetstoornissen en (niet-) suïcidale zelfbeschadiging, maar ook met gedragsproblemen zoals hechtingsstoornissen, overmatig gamen, of met ontwikkelingsgerelateerde problemen zoals ADHD of autismespectrumstoornis. ISBN 9789463441513 // 208 blz. // €24,50
Meer interessante titels en online bestellen: www.uitgeverijacco.nl, of de erkende (online) boekhandel. Voor directe bestellingen neem contact op met: info@uitgeverijacco.nl.
Opvoeden van je kind met ADHD of autisme & Autisme en ADHD in één persoon Handvatten voor ouders, maar ook professionals, om beter te communiceren, grenzen te trekken, te handelen en vooral ook vol te houden in de opvoeding van hun kind met ADHD of autisme. ✓
✓ ✓
Met o.a. puberbrein en ontwikkelingsproblemen, communicatie en motivatie, vriendschappen, relaties en seksualiteit, onderwijs en communicatie op school Geschreven in samenwerking met oudervereniging Balans Sluit aan bij de cursus Ouderpower van Balans DRS. MARIJE KUIN is GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut bij Psychologenpraktijk Kuin. DRS. ANNEKE E. EENHOORN is senior psychotherapeut, gz-psycholoog en klinisch psycholoog bij Stichting de Praktijk. ARGA PATERNOTTE † was hoofdredacteur van Balans Magazine en adviseur bij oudervereniging Balans.
Pittige pubers 208 pagina's | isbn 978 94 014 2890 3 | € 19,99
De combinatie van autisme en ADHD komt veel voor, maar wordt in de kinderleeftijd vaak over het hoofd gezien. Josine Bouwmans, een vrouw met autisme en ADHD, beschrijft haar persoonlijke zoektocht naar eenheid. Haar beschrijvingen worden door twee vooraanstaande wetenschappers op het gebied van autisme en ADHD, Ina van BerckelaerOnnes en Sander Begeer, theoretisch ingekaderd en toegelicht. ✓
✓
Verrassende nieuwe inzichten voor iedereen die meer wil weten over autisme en ADHD, mensen die hiermee kampen, hun naasten en hun hulpverleners Geschreven in samenwerking met oudervereniging Balans JOSINE BOUWMANS studeerde biologie en religiewetenschappen en heeft ASS en ADHD. PROF. DR. INA VAN BERCKELAER-ONNES is emeritus hoogleraar Orthopedagogiek aan de Universiteit van Leiden DR. SANDER BEGEER is universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam
Autisme en ADHD in één persoon 109 pagina's | isbn 978 94 014 2893 4 | € 19,99
BESTEL VIA DE (ONLINE) BOEKHANDEL OF WWW.LANNOOCAMPUS.NL Op de hoogte blijven van nieuwe boeken, kortingen & acties van LannooCampus? Schrijf je in voor onze e-mailnieuwsbrief op www.lannoocampus.nl LANNOOCAMPUS
@LANNOOCAMPUSNL