Help(t) onderzoek in het mbo?! Onderzoek(end werken) brug tussen veranderende beroeps- en onderwijspraktijk
VISUELE NOTULEN Preconferentie CVI: MBO Lectoraat Kenniskring lectoren/hoogleraren beroepsonderwijs 6 april 2016 • 9.50 uur tot 12.20 uur • Martiniplaza 9727 KB Groningen
Inhoud
Spelregels ‘Wereldcafé’ preconferentie onderzoek in het mbo • •
Er zijn drie gespreksrondes van 30 minuten. Gebruik het tafelkleed om aantekeningen te maken, schetsen, tekenen
• • •
Eerste ronde: exploreren Ronde twee: verbindingen maken, zoeken naar conclusies. Ronde drie: delen we de conclusie en hoe verder…
Proloog: Henk Ritzen
3
Contouren OC&W
6
Tafel B: Marc van der Meer en Ellen Klatter
7
Tafel C: Marcel van der Klink en Paulo Moekotte
12
Tafel D: Ruud Klarus en Marjolanda Hendriksen
19
Tafel E: Elly de Bruijn en Anna Veeneman
26
Epiloog: Marc van der Meer
33
De rol van onderzoek in het mbo Proloog Henk Ritzen
• Ministerie van Onderwijs wil een brug slaan tussen onderzoek en onderwijspraktijk ’Naar analogie van het hbo heeft de minister de ervaring dat een lector een brug kan slaan tussen onderzoek en praktijk. Tegelijkertijd brengt de lector focus aan in de keuzes van instellingen en draagt hiermee bij aan de onderwijskwaliteit. Het mbo kent een dergelijke functie bijna niet en hoe kan dit veranderen?’ • MBO-instellingen willen oplossingen voor hun praktijkproblemen ’Gaat het alleen om de oplossing van een praktijkprobleem, of willen we vanuit ’de wetenschap’ een duurzaam antwoord krijgen op het praktijkprobleem? Willen we ons ook richten op het professionaliseren van docenten en teams? Al onderzoekend en werkend ontwikkel je misschien binnen je eigen context van het ROC een mbo-lectoraat, of practoraat: een pragmatische aanpak.’
• Onderzoekers: verrichten onderzoek in de ROC’s ’Lectoren en hoogleraren beroepsonderwijs beschikken over veel onderzoekservaring. Hoe pakken zij in de ROC’s praktijkgericht onderzoek op? Hoe betrekken zij docenten erbij? Welke onderzoekende aanpakken gebruiken ze? Is de brug tussen veranderende beroeps- en onderwijspraktijk de heilige graal van de mbo lector?’
oer, B n e d essen/ c Peter o r p e Keuz Lector nleren a a b p o Lo bant a r B t s e ROC W
oet onm o b m het oek in z r e (ontwikd e n d ‘O n a a end zijn n u waliteit. e t k s s r ij w de r e ond an de) v pliciete g n im li e e k d , n luite et aans o m n docen t a e v H n ë ie eor elciete th li p x e enten h n d e u t s Elvira C n ggen e le offetti, P t o lo ten b len. e rojectle e n k ik T w t e n c o e h e g ider Zor t n e h i d e ic l k we a ij t pen z b r g D a r a enthe C mag d te k ie e c o li o z p r l e lege de im Ond ‘Ik denk et mag h ’: n d n e t a e r t docen cen ten en s lijk ’schu van do m n e e e g tudente r in o ll n n e e t d ll s e r rzoeken n een w ste n e g a veronde r d at e houdin n, v k e ll u e n t n s en nem g aan z ht ie s ic s ll u e c w e is n ouden , dus op die ter d en gaan nieuwe n geven e r d r a o a o o staan v ntwikke ijn, m oor en antw lingen vallig z e v lg o e e o n w e r d t n a c ij o n e b u ja, o dere in en niet dir novatie ok aansluit d ij lt s g a e l e n e n o w v p t e en staa randerin het moe n. Ik we eam.’ t t e h e a t n n ll e ROC’s iet hoe va s n r e c h n et bij zit, maa co r heb we dat er s l de indru teeds m k vindt in eer ond het mbo erzoek . Maar h plaatshet ond et is we erzoek l anders in het h dan denk da b o e n unive t het me r siteit. Ik er prakt tenscha ijkgerich ppelijk t is, geen onderzo weonderzo e k . W etensch ek is to appelijk ch heel langrijk erg liter is dat h a tuur en et onde beMbo-on r z o e k betrouw derzoek baar is. moet w maar h el betro et gaat u wbaar z eerst vo ijn, onderzo o r a l o m te le ek in de r e n hoe praktijk Ik denk moet pla dat daa atsvinde r de foc n. us moe t liggen .’
Focus Hoe kan onderzoek(end werken) deze uitdaging aangaan en voor de mbo-instelling van meerwaarde zijn? Hoe kan onderzoek(end werken) in een ROC worden georganiseerd en welke eisen worden hieraan gesteld?
CBO
ay, E a B r e t Pie
en inge d r o w t h moet ec o b er gem t t a e w h n in oek n zie on late ‘Onderz o w hten op e ic G r r l. e e e d mid sm s steed zet als n e etekent lg b o t v r a e D v . n je rwijs n beurt, e et onde h n etten e a z v t e n o e r m ete ht lijn krac het verb z in oek is a t z n r e e c d o n d e . O dat je d aliseren n io r criteria s e s k e f e o o r z p r de et ls de on hem mo a l o en vav e id d e r h a r a a a w b n betrouw leen da ld e e eetje af b r b o o n v e ij e b t, ook hanteer tuurlijk a n ls je bijt g A . n t a g h o t o Da k be rdt liditeit. nderzoe o t e eeld wo h d t e e g m k e je rzo an van wat et onde h t rzoek a a e d d t n il o w t e ld et h bo voorbee dan mo , n e in het m s n n e e s m n r e e m ing met me oen. De ld o ersteun v d n n e o is f e o s ijn, kwaliteit t kan waam z k e b cent da in o r d a a o d b em moeten ook ort dat elk ie je n k n n u t k Ik de want da krijgen. , t ie /of met n n e k o n o e t t a tor geef ten, lec a en dat r o t c a r p en met s.’ ganiser anisatie g r o e ig cht ECBO-a
rks
Bas De
en contour n a v e ak t een spr nuit he a ‘Er is g v t a a or n pract el kanw o voor ee z t d ie ie. Dit b et minis H minister . n e t al knelpun regiona n e e sen als l ora eeert vo t n a h ieven, r t ia it in terie ale df (region ie t c e ale inbe p n s io g per e r g, g” ersterkin v le naliserin a n io g e gio r “ t rijhanteer e Z . n de v ) a g v n din le epa zet r het b o o v g en op in k t h oo ic r e in den bij d a r g s id he toraat.’ c a r p n Peter van ee
s
ourens
‘Team is organis teuning atorisch h e v t a de kern m nuit het b o naast d en ond van minister e RIF-g e rzoek is ie H , e e t ld o en, is n nderzoe belangr handen u al vo k van e ijk. in de vo o e r d n lector ragen a rm van agenda a k de lerar n het ve an bij. Daarin enrbeteren d e r z w o v o ekend v an het o rdt voo zet op p ermoge ral inge nrofessio n B elangrij van een naliserin teampe k g vanuit is om d ROC. rspectie e docen een f e f s , s o io m t n en te p dat team aliseren mbo wo ros in het rden ge in het onderzo zien als v e r r ic hten va ek, ond scharnie voor ve n erzoek randerin r p u n v t k a an de k n het on g en ve waliteit rnieuwin derwijs verbete g.’ mooi zij ren. He n om o t zou n d e r z oek voo ten op t r studen e neme n in de Peter Lourens keuzed elen.’ ‘Onders
Bas Derks en
Louren
Peter L
Wat zijn de contouren voor mbo-practoraten? • Slecht/goed nieuws: er is geen beleid….. dus alles nog mogelijk... • Nadeel: er ligt nog niet veel dat het ministerie kan faciliteren… • Belang regionale samenwerking in netwerken opzetten en daarin met de partners de zwaartepunten bepalen… • Eerste taak mbo: opleiden van beroepskrachten, en daarbij ook onderzoekende kennisstructuur. Lerarenagenda en Workforce…
’De vrijheidsgraden ten aanzien van de inrichting van
r r is mee E . k e o z der e voor on n e e t hbo. D ll e a h t t ie e n m is r n ‘De RIF het maa jk li 60% va e ( g r n e e V r . o t dig lec iegeld no eeft 50 h ld lf inverd e e e z b r n o e o r v cto C HAN bij ten de le e o een RO m in k e m o o z r e is shet ond f er geld o te beko is n g e a r a o r t v c e l le om nen). D ar aanta a b jk li raten is e o t g c r a e r v p or het ook een heid vo jk li e g iken, en o u r m b e n g e te aan tigen? E sgelden it e t li a ppelen o w k k e e t d t r a hiervoo practora t e h n a .’ ek v het ROC onderzo n a v n liteitspla het kwa
• de verbinding met een regionaal (economisch) profiel.
een practoraat hebben volgens Bas o.a. betrekking op: • de inbedding van initiatieven in de regio
Ergo, aansluiting zoeken bij het topsectorenbeleid en de
(denk aan lokale economische agenda’s);
human capital agenda’s van regio’s ligt voor de hand.
• de adhesie van regionale partners;
De aanwezigheid van een lectoraat is geen initiële voor-
• aansluiting in en bij de regionaal ingerichte beroeps-
waarde voor het starten van een practoraat.’
kolom;
rks
Bas De
Ronde 1 Tafel B Centraal: • Functie Lectoraat: onderwijsontwikkeling • Functie Practoraat: onderwijsontwikkeling en regionale innovatie met name in het MKB
In ronde 1 is gesproken over ’Activerende didactiek’ en kleinere thema’s. Activerende didactiek, o.a. door het gebruik van ICT in het onderwijs is een belangrijk onderzoeksthema. Het thema is van toepassing op alle studenten, maar ook om excellente studenten meer uitdaging te geven. Studenten leren te activeren in het onderwijs in plaats van hen te onderwijzen. Belangrijke onderzoeksvragen zijn: wat motiveert studenten, en hebben zij wel inspraak in hun keuzes? Belangrijke rol voor onderzoek is het meten van het effect voor docenten. Belangrijk is dat een practoraat deze onderzoeksvragen vanuit de onderwijspraktijk ophaalt. Mogelijke onderzoeksvragen liggen ook binnen Techniek en Zorg en innovatie in de regio. Onderzoek moet dus een relatie met de praktijk hebben. De practor is het vliegwiel om docenten mee te nemen in het onderzoek. In het mbo richt onderzoek zich op generaliseerbare resultaten. Doel verduurzaming van het schoolbeleid.
Ronde 2 tafel B Welke onderzoeksvragen hebben scholen? Een aantal explorerende onderzoeksvragen werd genoemd. Bijvoorbeeld: wat motiveert studenten, of waarom is buitenschools leren een krachtige leeromgeving? Deze vragen bieden praktijkgerichte oplossingen voor studenten. Voorbeeld is de samenwerking tussen de NS en het ROC van Twente (o.a. Mechatronics). Wat doet dat met de student? Motivatie is heel hoog. BPV is gekoppeld aan de competentieontwikkeling van burgerschap. Maar ook de integratie van vakken. Voorwaarden: de onderwijstijd is anders georganiseerd, en de rol van de docent wijzigt in een flexibele, ondernemende, en initiatief nemende docent. Belangrijk is de rol van de practor. Het gaat niet zo zeer om kennisoverdracht, maar om kennis naar boven te halen. Door coaching, relationele aspect, vaardigheden, docenten nieuwsgierig maken. Rol van bedrijfsleven is ondersteunend aan het onderwijsproces. Vernieuwing aanpakken van 21e eeuwse vaardigheden, via action research… Wat levert dat nu op? Design, scrum, advanced innovation studio.
Hoe selecteer je docenten; wat is een goede docent? • Coaching gids • Kennisoverdracht • Eerst relatie, dan prestatie (Luc Stevens, Deci & Ryan) • Niet alles zelf (willen) doen • Nieuwsgierigheid is basisvoorwaarde
• Totaal overzicht hebben • 21e-eeuwse vaardigheden • Rolwisseling/kennisdelen • Vraagt om docent die kan reflecteren • Ontkokeren/
Tafelkleed tafel B
3e gespreksronde Tafel B Wat is kwaliteit van onderwijs? • goede werkvormen • zelf professionaliseren door onderzoek te doen/ zelf ontwikkelen • integratie van ‘innovatie’ en ‘nieuwe did.wv’ (Innovation in a week, NuV4) • teacher leadership ‘rattenvanger van Hamelen’ • action research door andere methoden 1. design thinking -New View Boston, Avans: innovation studio; Leijgraaf/HAN: Design teams 2. scenario 3. scrum Productontwikkeling: • Authentieke opdrachten • Pressure-cooking model (3 dagen) • Techniek fabriek - hybride leeromgeving • SMART TECHNOLOGY Onderzoek met noodzakelijke voorwaarden: Excellente studenten (onderweg bijsturen tot aan eind) Praktijk Vliegwiel (P. Wind)
pin het ka arde va a w e o d elp ten an ontwikk ewust v n b e je r s e u C n” le erie , ls RO m het s et “eige e h e ‘Wees a in n t n a e iddelen schuilga ster het tijd en m taal dat ers, koe l k r te e s ; w g e ti iast har med enthous es ruim l e a tieel van w u n n e ie ega’s d niveaus t goed op alle met coll erop da in w g u e o tr B r e baar. en en v beschik ek te do o ‘Investe z r e d n o er in ke volgen.’ zijn om nnisontw voor en ed doet o g ikkeling ame n a door he a t Duurz oorg a v a r t b to c e e r wijs, zo oepson ek wel d ringlid L dertenden kennisk e syner omie, S , n n o a c hbo en e m e is gie tuss een mbo, tu le Kenn en Anna V ssen init Regiona van doc e d ia in ti e even entente Innovati ollege ams en structur l/Alfa C sturend o o h c en en tu s e Hoge ssen so nis waa orten ke rbij het n “leren w en vanu erken m it kennis e t ” veel a verdien andach t.’ t Elly de Bruijn
‘Voor m ij is de k ern van nieuwsg een lev ierig blijf en lang t, dat w leren da maken e in het o voor ve t je n d r w e r o w ndering ijs ruimte wat zich . Even s afspeelt blijven tilstaan , onderz klein en e n o ( b e e)kijken kend wil soms in len zijn, het groo nisaties soms in t. Dit vra dat je n het agt van adenkt seert: v onderw hoe je r oor doc ij s e o fl r ectieve gaenten é ruimte o n stude rganinten.’ Marjola nda He ndrikse Duurza n, kenn me Inno iskringli v atie in d d Lecto Stenden e Regio raat Hogesc nale Ke hool/Alf nniseco a Colleg nomie, e
de colnkomen a a n e het nde an zitte leiding in v p o n n e e r id a r n ‘Het ople cten va an de le pd-traje enten v d l, o tu o s ( h e c sam n gss lega’s n, etc.) opleidin te e n d e n c a o d dt een kader v ng van iding bie s, scholi le r p u o te n c e u r a instr ijskolom n de ler onderw s toren va p c e le o t r e e m de b kans om en.’ gouden versterk te ) o b h bo(vmbo-m larus Ruud K
rzitter o o v , r huu Rob Sc an Bestuur v College oort rp Noorde
jkse e dageli d p o n hte met t zich ric e o maken m g k e in o d z r in erb ‘Onde n een v e k ij t k a pr r. beroeps oerkvloe w e raat Aut d o t p c o a k r r p e en het w ’s, ebben e h e rijfsauto W d : e ld b e e ie t b sa Voor speciali tten ls a t e m , stap ze e d n e lg motives vo . wil een of rijden e t h s r c e n t a a r w de b ’s die op o t u a over de s f is ij r n d n e e b k he met eoretisc nlijk h t t a w l aar eige m , f o t Er is we s er van wat rote beg g p in o s s g a in ss ek toep te toepa onderzo c t e e ir H d . n s en nog gee tak achtwag r v p bedrijfs o n , e s e n e C g RO drijfswa som als e g a r e de ko d e ij m b r a n a e n, w levert e te helpe t p e kan wor c d n r o e c e c n edu et aan ee stof ger d n amen m a r s b C e O d r R als ten voo d we dan n e o elijkertij d g t e a t d n n e t, den. E ool ractoraa p n ogesch e e H e in d n t e e gm bedrijv chool in erbindin s v e g n o e e H we ige leggen ft. ie als en d , n e g e eau hee m iv ij n N o b m h p Arnhe otives o toraat c m le o t t u e A h nd t aan Nederla actoraa r p t e eigen e e h m r n a le a pe ed We kop zodat w l, too o h c voor au ges o m h u r t ie n d ce van n Kennis rnhema A v , t n r e o g o s nin lijk een ens Gro g a w centrum s e f ij is r t r d e e p b t ex motives en soor E . n e g n krij Nijmege rland.’ e d e N l e voor he
Huub S ch Het Pla mitz, voorma tform B li eroeps g directeur en opri O chter v an Futu nderwijs re Cent re ‘M eerder r
rijk dat le
ollen zie
ik voor
onderzo ek in he o k b t onderw estaand ze doce e kennis ijs. Bela nten me nginbreng e helpe mee on e n n r . e E fl n e derzoek ctiever verder d te word doen om at te verst e n de inno en verv erken. I v a olgens tiekrach k merk t van de langrijk d a t o n in twerpge is. Er w stellinge ordt hee richt on n en dat is derzoek l vaak g altijd las heel be evraagd tig bij d naar eff werpge at soort ectonde richt on la rzoek nge pro derzoek jecten d onderzo helpt R u ek. Voo s dat on OC’s de ralsnog tnk ik m lector. A z ie e er dan ik een g ls ik kijk effectrote rol naar inn w heden z e g o g v elegd v atiekrac ie ik po oor de ht en on sitieve v d van de e r e z r o b eksvaar eteringe lector n dign. Maar og bela een bela voorlop ngrijk. D ig is de ngrijke ubbel-le rol!’ rol ctoraten hebben daarin ctoren o
Ronde 1 Tafel C Marcel van de Klink vertelt over zijn lectoraat bij Zuyd Hogeschool. Het mbo in zijn regio wordt op initiatief van de lector betrokken bij onderzoek. Het lectoraat heeft een hogeschoolbrede opdracht en scope. Samenwerking aan ontwikkeling, met ROC’s als Gilde en Leeuwenborgh. Vanuit een evidence informed benadering wordt een gedeelde visie op innovatie en draagvlak onder docenten gecreëerd. Onderzoek is een serieuze aangelegenheid voor full time onderzoekers. Iets wat docenten er niet zo maar bij doen. Referentie aan de Master Meesterschap (Horizon College) door een van de tafelgenoten, levert het beeld op van een practoraat dat zowel kennis als concrete producten oplevert. Volgens Marcel zit de verandering minder in de kennis en producten maar meer in de docent zelf. Kennis en producten leveren een gevoel van urgentie op of een concrete vraag van docenten. Docenten zijn volgens Marcel scharnierpunt en katalysator voor verandering en vernieuwing. Zijn ‘discours’ sluit in die zin aan bij dat van Hattie.
Een Centrum voor Innovatief vakmanschap (CiV) zou slim verbonden kunnen worden met een practoraat. Een practoraat zou zich niet alleen op (kennis)ontwikkeling maar ook op disseminatie moeten richten. Je bent volgens Marcel als practor een eerste actor in een kennissysteem. Vervolgens heeft ook een practor de verantwoordelijkheid om te zorgen voor methodologisch consistente aanpak en relevante uitkomsten. Ten aanzien van kennisontwikkeling is het zaak aansluiting te zoeken bij bestaande kringen en systemen. Daarmee wordt o.a. voorkomen dat reeds beantwoorde vragen op een onderzoeksagenda verschijnen.
2e gespreksronde Tafel C In welk opzicht zijn practoraten nieuw en wat is de meerwaarde van een lectoraat? Marcel van der Klink: ‘De “waarde’ (van een lectoraat) schuilt in de betrokkenheid bij de probleemidentificatie en de bemoeienis bij de oplossingsstrategie. Deze waarde komt tot uitdrukking in de wijze waarop binnen organisaties op docentniveau vragen (kunnen) worden opgehaald en waarop bij de uitwerking van een oplossingsstrategie teams van docenten kunnen worden samengesteld en gekoppeld aan onderzoekers.’ Marcel blijkt een warm pleitbezorger voor de zogenaamde DOT’s als werkvorm voor onderwijsontwikkeling.
Hoe vindt de vraagarticulatie en betrokkenheid van studenten plaats? De tafelgenoten reageren bevestigend en instemmend, zonder verdere uitwerking van deze vraag.
Marc Coenders (NHL lectoraat Wendbaar Vakmanschap) vraagt wat het doel is van onderzoek doen in het mbo (een practoraat). ‘Het ontwikkelen van modern vakmanschap. Dit geldt natuurlijk ook voor het moderne vakmanschap van de docent. Daarbij wordt o.a. gerefereerd aan het concept “critical professional”.’ Jos van de Waals: Hoe is de betrokkenheid van de (onderwijs)praktijk binnen een practoraat en wie doet wat onder leiding/aansturing van wie, en wie verricht het onderzoek? ‘De werkwijze/ondersteuning van een lectoraat met kenniskring is wellicht een andere organisatievorm dan de werkwijze van een practoraat. Veel is afhankelijk van het doel dat je wilt bereiken.’
3e gespreksronde Tafel C
Tafelkleed van C
In deze ronde is vooral gesproken over de condities waarbinnen een practoraat ’werkt’ en de mate waarin de context als vindplaats voor de onderzoeksvraag (in het bedrijfsleven of in de maatschappij) mede bepalend is voor die condities. De context is tegelijkertijd de werkplaats (in onderzoekstermen de mate waarin ‘field’ en ‘lab’ overlappen of samenvallen). Ook is ingegaan op de condities ten aanzien van de rollen van docenten en onderzoekers. Opnieuw wordt door de aanwezigen gesteld dat de ‘ware’ onderzoeker beter kan worden ingevlogen als externe expert. Het is aan docenten om te modelleren en arrangeren, waarbij evidence-informed modellen evenals arrangementen bijdragen aan een verrijkende verbinding met de gebruikscontext. Deze ‘rolscheiding’ veronderstelt voor docenten een eigenstandig leertraject dat niet (uitsluitend) gericht is op onderzoeksvaardigheden. De nadruk dient bij het leertraject vooral te liggen op het vermogen om als professional de expliciete kennis in het vakgebied op een passende wijze te valoriseren.
akel nde sch e d in b r tijk, ijn de ve en prak t mbo z ) e h is n in n e n k ‘Lectore (pelijke e praknschap ef van d te ti e c w e p n s e r n de pe tuss miek va nuit het a a n v y d d ij e lt maar a dat zij d ssen ‘In het M zeggen gsproce il in r w BO moe e t d a n D a en er tijk. t het on geen ac daarin e tijk en v k derzoek m a r o p n s ademis e ij n che ma onderw g op de n te ken tieve wa ar educ t het oo d diene e e o arde ga m g a s e in r ll a t de an creë daa meer op elen. Dit erander ren, dus p v s jd n ti leveren e r n e voor stu rol kun derwijs . Tegelijk Studente denten. veel on kwaliteit t s r ij n kunne e w e r g e a d re en ook on n ook m zijn die snel en en hebb r g ensen in to al in de v c e le L n n en m. praktijk same prikkele terugko langzaa te werken s te l e c e o men na e r v en, it p en ar scho daarop te stapp wijs in d a is een le r u e q o d e l. n d o D a us dat ven lan om tten van g leren.’ een rol ek.’ Marc C t het ze to n onderzo e oender t g e a m d . te .a s uit unen, o nderste die te o e Boer Peter d
‘Waar ik zelf hee l erg vro zoek da lijk van t gaat o wordt is ver stud kenheid ondere n tmotiva van stu tie, de denten onderzo b etroke n van d ek waar ocenten je zelf e hebt. Er , dus lke dag is best v gelijk ie eel uitva ts hbo. Ik aan l in het kom ze mbo en lf uit de net dat o ok in he regio H er enorm t aagland veel uitv en en ik mbo stu al is in h hoor denten. et hbo, Dus dan hoe haa onder is het w l je stud e l in e te n te r essant: hoe hou n binne n, hoe m d je ze enthous o ti v waar ik e er je ze iast? Du blij van , s dat is w o r d o Kathink .’ nderzoe a Groe k nink
n naar n streve te e o m C n van varinge e als RO r e w f e o d f r a ee rkingsg me e veel m menwe w a ‘Ik vraa s t a n d e f enutten nken ctoren o oeten b n het de eigen le m a a o b n h ij t z e k in he didactie gaan. W lectoren ied van ten aan is b e e o g m e t k a n d e de nn er al op verband m daar n O e r ? to n c e r lke le breinle bben te over we otivatie, daan he m e n g her a ij v z , t n gmatisc at wa a r d p l bezig zij m e o e , v n er s weer n te hale juist we rvolgen o e vandaa b v ij m t w e t h n, zoda enk dat benutte an. Ik d a g tuk.’ n s e n e kun tisch a m g a r te werk het p ter is in veel be geld in Klein Marjole
nssen, a J r e t Raad e i C P O n A a J van de r e t t i z r voo en C met e
O n een A a v f ie t c e eel gep h s k r e e o p z t r he de ‘Vanuit r kan on blijo t c e s gingen bo o m p n e e ll a aar vmbo isselen ezet. M g w it in u n t e e d r in h richt wo hangen je t e e hten b een et verric h in ven nog ig ein k en te w elangrij b is t n e n h e k d in van e zelf. Ik v k e o aarna d z d r e n d e n n o e k tor van ierin oo ccesfac h u s n e e t d e t o em om eers men. W e o van de n n e e b k e a t m n uik valkuile en gebr n e bben. In m e e h n n e e e t n ce teams m ie de do d n in mase d d r e e h e t ig s d ïnve deskun u orlijk ge o h e omen n k b e is W ’s . C ten de AO het r docen o o v n ten van t e u g n in e b id ed terople de , het go e s a f en naar lg t o b v e r h e v is hu in een g dat je in l e ie rsteunin t e n d e t n o o p a xtr kennis an AOC’s e e d keling v e o ik t t w t s n m o lijke toeko het onodzake n o a n v e ie d in osit bieden ionale p en g e r e d ar kan e en a d k e n o E z . r en onde versterk elangrij b e e n e m r e ie h e zin derwijs eunend t s r e d n t in o .’ lectoraa leveren n a a e g a ke bijdr
Kathink a Docent Groenink Expert bij ID C olle
ge ‘Ik ben masterd ocent e met ver n aange der bre steld als n gen van docentis dat do onderzo expert e centen e k in mij n houd e e n n m me bez En niet school. eer ond ig erzoeke Mijn vo alleen d o n e r d n e a d a o h mste pu centen ouding heel va maar e zouden nt ak met ig m v e a o n n e li t jk a e ll n es en n wel of n de hele hebben og wat iet werk . school. e t n en dan We beg we heb flectere g in ben nie aan we nen nd en o t in de weer w n d e g r z a a o t t waar pr en of h ekend v anders et aktijkon ermoge doen. E d n e r rzoek in in de sc zit wein een ple ig rehool. En het mbo k geeft o v v o e e lg n r e dat iede gaat. D ns mij is is wat je at je on reen ee dat bij stud d n e r o zoek in nderzoe enten o d lang ler e schoo kende h ok wil z en en d l ouding ien. Stu a a h r e d moet je eft, wan enten m Dus ik d t dat eigenlijk oeten o enk dat o a k ls h h d e u o t n hele le cent en mbo zic onderzo h in alle ven bestuur ek zou la o ok aan moeten gen van voldoen bezigho de orga . uden.’ nisatie v eel mee r met
rs
oende C c r a M
l als het a r o o v bo in het m k pse o z r e e beroe nd d o in ie z ie k d ‘I is van an kenn rdering v a a n e w r e ie d ld. D waar erpen, w ntwikke t o n t o d r n o e w uct praktijk die prod n e s n oces e an m maakpr t a d n kennis v I n. erverlene n e t s onderw n e w u ie of die dn orm van ortduren v o v n e n e e k d óó wor n dat is E . t we met h n c e a t d e e o b m s pen aar n we du eling, d e k n ik n w u t k n at kenniso luiten. D e s n a a p o le nieuw k e e h o z n r e e e k ond met nderzoe us niet o D r . a n a e m k en, verster de ek kom o z r at er in e w d n p o o n n a ite vorm v laten slu , n a a t r u arderen be a e w g l e t a t t da r he gelijko urt. Doo e m b s e g g in k ass praktij st. eer toep m n oegepa t e is n n e r n e e it ek explic dat wordt d n e k iet door e n o l z a e a t m ele heden ensen h m n zijn. Ik n e e k b n b e e d h e et b Soms mbo op n aan h t e e g h in d in ek we ze nieu onderzo t e m r a t je da denk da .’ nsluiten kunt aa
Marjole
in Klein
‘Binnen
het ROC
geld, S
umma
College
zijn we natuurli dingen jk gewe o p nd om v te start College eel e n, je zie s van a t ll a e ll s erlei MB verzinn derwijs en op h O en ICT e t e v n la e k van o -learnin met iets ng en va en mak a k b e e n g innen w we het beginne e niet af, n we w w e e e r r k t opnieuw het niet zoek ka , en ik d , n bijdra e nk dat o gen aan om op d n het zoe derie manie ken naa r r d e onder evidenc verbete wijsprak e ren. Nie t ij t k t e p r s o nel stop beren te wat er a pen en llemaal o o n k goed og bij an bedach kijken dere RO t, misge C’s is o lopen… ntwikke Dus me ld, er leren van elka ar!’ nieuwe
Tafel D Ruud Klarus ROC’s spelen een belangrijke regionale rol in zowel de regionale economie als in de samenwerking met andere opleidingen. Deze regionale rol heeft consequenties voor de strategische keuzes die een ROC maakt en bijgevolg ook voor de onderzoeksactiviteiten die ze onderneemt of gaat ondernemen. Onderzoek speelt dus niet alleen een interne, maar zeker ook een externe rol in de regio. Wat betreft de interne rol van onderzoek richt deze zich met name op het ondersteunen van schoolontwikkeling. Dit kan verschillende vormen aannemen. Een voorbeeld is het creëren van de functie van innovatiedocent bij het Graafschap College en het onderzoek door studenten van lerarenopleidingen en door de medewerkers die met hun masterthesis de ontwikkeling van hun ’eigen’ onderwijs ondersteunen. De stafmedewerkers kwaliteitszorg en onderwijsontwikkeling zijn hierin de natuurlijke partners voor docenten en lectoren die onderzoek doen naar schoolontwikkeling. De ROC-onderzoeker speelt een externe rol als hij of zij onderzoek doet in samenwerking met partners in het bedrijfsleven. Dat kan gaan om het toepassen van een nieuwe bouwwijze met nieuwe materialen in een nieuwe context of het toepassen van sensortechnologie in de motorvoertuigentechniek tot en met het samen ontwikkelen van instrumenten en prototypes die bruikbaar zijn in de zorgsector. Samenwerking met lectoren van hogescholen is een optie die in een aantal regio’s al aan de orde is.
nssen, a J r e t Raad e i C P O n A a J van de r e t t i z r voo t ractoraa
-p en mbo e n e ls t a lijken. A lectora e g o r b e h v u n ille ‘Ik zo ben elkaar w t e m aan heb d d e e g o g n hole eens u als sc n e ten dan n w e t c a o w d t nze je zie e u voor o a e iv afgeleid n r ie e t o s o a m op m n een hele ik k n we kijke e d ls r a a r a e d Zek ligt et hbo. h t olom vm e k m e k d o o in wijs taak rojecten e onder p n e e o d r n g e t l lop naar he en n aanta e e bo. Gro n I h . t o e b h h t me ubo-mbo lijke link e id h het nie u c d o t le t e n h a re k el ligt een de ande n a zie ik he a r a n a e d s t ij oraa e onderw et pract h zijn in d n r a v a t a p b r e e c itvo we con direct u ie d ik aan n ie e z s t n f a e r k t be goede Wat mij erzoek . d k n ij t O k . a n r ijsp ede onderw ogelijkh m e d e schoolgo e n d e t n in a n ve twee k nd ositie ge p e d , zoeke e d o n g e r n e e t is dus e ln echt lu e b k I nde tafe . o r ie t e a d is s den organ eperkte ragen tij b v lf n e ij z m g t we en bren al omda r o o V . ken in gesprek !’ hebben ervaring
Marc C
oender
‘Bedrijv
s
en lope n giga a chter als Immers ze hun w a kennis ar hale daan? D niet n ze hun ie kome m n e n v sen van an scho lang da ol. Het t die me is nsen oo toch va beschik k n over de beken. Ke nieuwst n n is e inzichte moet je invester n net als en. Doo s p r a a k e r g n eld goe nis besc opleidin d hikbaar gen, ko t m e t s d t e e llen voo invester terug. D r ing in ve e intent r ie b e v t e a r n de vorm veren, d mensen ie moet om goe je d werk versterk aan bijd te leen. Dáá ragen. I r g a n a het mbo t onderz academ oek moet he ische m t o n d a e ar educ rzoek g ren, du atieve w een s meer a a r d e o p gaan cr brengst denten eëen voo kunnen r s t u o d o e k mens nten. S werken en zijn d tuen terug ie al in de komen praktijk naar sc hool.’ delen.
‘Een lec toraat h eeft naa mening r mijn een voo rtrekker kan era srol en an bijdr agen on en expe d erzoeks rimente erruimte ROC ve in het ilig te ste llen doo letterlijk r hierin voorbee ld ig te zijn een lec . Vanuit toraat k an word dacht m e n meegeet het “h oe dan” naar ee , op we n lerend g e en lee organis rgierige atie. Nie t een le “Fremd ctoraat körper” als a angeha het ROC ngen aa en de d n agelijks wijsprak e onder tijk maa r als kra motor v chtige oor ond erzoek, ling en ontwikk lerend v ee rmogen hart erv , in het an!’ Anna V eenema n
svragen derzoek n o e d kgeer bij r het va a a ‘Ja, zek n n e gaat kijk n techwaar je , zorg e a ic n o tr lden, echa voorbee e bied. M jk li e d de zijn duid eel goe h je nologie t a kd trekn ik den moet be waarva n e t n u over markt k e kennis d k o arbeids o it z nken nt daar . Wij de k la v t ken. Wa a op d p te wingen toraat o c a r vernieu p r e d wat bre ren en n active zelf een a v k la v praktijk p het daar de k zetten o n e d ik k de ken en t dat oo a d m o didactie tten s daar en benu ons. Du r te kunn o o v at gaan eving is leeromg ok wel w o ij m s s doorolgen nog een e kun je v w n te at moe n doen.’ doen. D t kunne a d e w , hoe denken geld in Klein Marjole
‘Master opgeleid e lerare in het R n die ie OC wille ts met h n doen. B un diplo ten dez ij somm e lerare ma ige ROC n les ge worden ’s v e m n o , emaar in deze op andere geleide onderw ROC’s leraren ijskwalite ingezet it te ver om de goede r beteren esultate g e r ic n h v t a op kwali n stude Peter L nten.’ tatief ourens
een llen van te s in t e e voor h kken in dt betro orwaard r o o v w e io ig g k ‘De en at de re nderzoe raat is d at het o d to c rais le k e ij o g r mb lang elijk d e p p B a . k h c e s erzo gemeen zijn nu het ond an een toraten v c t le k a o a b m io. De m deel uit g.’ n de reg a v e ijsber ie is gen v eel hog h n e e je van een top rks Bas De
Ronde 2 Tafel D We moeten een onderzoeksaanpak kiezen die tot bruikbare, valide onderzoeksresultaten leidt. Practice based evidence in plaats van evidence based practice. Ontwerponderzoek en praktijkbegeleidend onderzoek zullen in dit opzicht hogere ogen gooien dan beschrijvend onderzoek. Een kwalitatief of mixed methode onderzoek zal dan vaker voor de hand liggen dan puur kwantitatief onderzoek. Juist omdat impact op de praktijk van veel meer factoren afhankelijk is dan van een correcte kwantitatieve beschrijving van wat zich al voordoet. Onderwijs verbeteren is meer dan onderwijs beschrijven. De vraag naar betrokkenheid van onderzoekers versus distantie is juist voor praktijkgericht onderzoek een centraal thema. De vanzelfsprekendheid waarmee onderwijsonderzoekers doen alsof zij onafhankelijk kunnen zijn ten opzichte van de praktijk die zij willen verbeteren is een mythe. Een embedded onderzoeker maakt, met al zijn of haar deskundigheid en ervaring, immers deel uit van het team dat het onderzoek heeft gevraagd en de onderzoeksresultaten gaat gebruiken. Distantie staat dan impact van onderzoek juist in de weg.
Ronde 3 Tafel D
Tafelkleed van D
Differentiatie, bpv, kwalificatiestructuur en curriculumontwikkeling, persoonlijke leerlijnen, leven lang leren, na- en bijscholing van ’zittende’ medewerkers, regionale samenwerking, aansluiting op het vmbo en doorstroom naar arbeidsmarkt en hbo zijn en blijven uitdagingen voor het beroepsonderwijs in het algemeen en zeker voor de ROC’s in het bijzonder. Deze onderwerpen zullen bijgevolg ook bij de onderzoekers en lectoren in het ROC hoog op de onderzoeksagenda staan. Hopelijk dat Bildung, dat wil zeggen kritisch leren denken en het ontwikkelen van een brede maatschappelijke betrokkenheid, aan dit rijtje wordt toegevoegd. En laten we vooral de vraag waarom het mbo onderzoeksresultaten niet gebruikt, inwisselen voor de vraag hoe de onderzoeksaanpak van onderzoekers en lectoren zelf directe impact kan hebben op de ontwikkeling van het beroepsonderwijs.
et mbo enda. H g a n e r a eeft ler ms en h rijk is de a g te n la in e ‘B iseerd van georgan opzichte n te g is goed n ispro e organ en voor ls je dez A hierin e . n e iv r d n in ire secto ppelt aa o k de ande s m erk a s, maatw m van te r ij o w v r e e ti d a n s het o ewegining van mooie b n le dualiser o h c s orizon je in de bij het H ld e e b r dus, zie voo geleid taan, bij rden op o w gen onts n e r ra s een waar le middag ’s r a College a nw k wordt en LD e nderzoe o . voor LC .a o r rbeelntie ove oie voo o m n ij confere z Dat wordt iseerd. alisering n io georgan s s fe hoe pro praktijk. den van nderwijs o e d n eld aa gekopp ourens Peter L
‘Een on derzoek ende ho stellen v uding b an een egint vo enkele or mij a zijn naa v r aag en l bij het r het an o p r tw é c o h ord erop t nieuws Anna V .’ eenema gierig n
‘Ik kan m e vanwe ge de v van het raagger onderzo ichtheid ek ook bedrijve v o orstelle n willen n dat invester toraten. en in m Niet alle b o -lecs kan n overheid atuurlijk worden d oor de gefinan is de zo cierd. In n ook n h et hbo ie t voor n Belangr iets opg ijk is da e gaan. t OC&W gesprek hierove voert m r h et e t de Mb Bas De o-raad.’ rks
iviteit, respons ie d k n e ie gaat ‘Ik d kracht d e ti a v o edie inn t verand over he r a a e m als ste ds dat het k n e d n ren. Ik oe je ka t over h a a g aat r g e t me n. Da le e k ik ntw vatie blijven o ver moti o k o o jk natuurli en nooit at mens d n e g r jven en zo altijd bli s u D . n eds stilstaa an ik ste k e o h , en n. Een nadenk er kome d r e v p een sta uding is ende ho k e k o z r e elangrij ond jk een b li r u tu a daar n punt in.’ aay Pieter B
tor trecht c U e l l , o n o j i h Bru ogesc H s j i Elly de w sonder t p e o r /met he e B /door/in
r oek voo z r e d n zijn op n e t o e t o e h m van icht terking oral ger s o r belangv e v i. is . t e m e D H u . o z a’s ijs onderw hte them s ic p r e e o g r s e p b edegen g oe r p e o b / n k e a ser lijke v en te ba g inhoude in ste ontid w le u p ie o n s de beroep aktijk en r p rijk om s met de p e g o in r k e r b e enw an de in. Sam e kennis v m o d t e gie op. r h e n in y n s e t r g ve wikkelin kundige ed en le s o ij g w r is e d n r on : torate hten op oek naa z ic hbo-lec r r e e d t n k o e ht t betreft onderzo zo inzic m o m o d e n Voor wa o e ing et g e opleid ken is h d k u t in s lke alter n g e e a w g , in vra n w e rk ieu . en uitwe en, vern k k k ij a t eter kan k p b a n r t a e a / h AP n e ë ho ee m n hoe id n zijn en e e t g ij a r lt t mbo o k u e s e h t e r in t a n ke ,w ij praktij n er zijn b e s v u ie t d a k n . zoe rsterken d onder e om v n e e t id n le e aat het ijk t g k Bege n a r a p d , ie ms de ren en d nten/tea e c o zoeken d r van te le e n d a v n o n een sere en van ssionali r e e f is o t et eigen r k h P a r r B a p a n n e tisch erikkelen ystema s van ond m het ontw o n e id m e e h nis n r , vaardig en, ken k ij Ook hie k . houding e t is n n n e e k ij ek an n, prakt estaand b t rking (a e e t m handele s r n e e v k r t e to leren w hbo m.i. t e h t o). zoek en e o en hb b erking m w m n r e o o m us v leidt sa igens d r e v o n ante beide k
Rob Sc hu College ur, voorzitter van Be stuur N oorde
rpoo
rt erwijsin s t e ll ing met de publi een lect eke plic oraat of h t o m kenn practora Ik hoop is te delen dat we m at heeft . et de st werk zu ichting p llen ont ractorat w ik en een k elen da gankelijk virtueel t voor a is. Een netll e R a O n C’s ope der RO gebruik n C en en h en toemoet d oeft dan e produ beginne c n ten kun iet mee n. Dus r van o nen s lu it n d m eraf op zijn als aar bij o nieuw t we voo nze stic e r h a t ll in e g beroeps merking aan! Zo p u mooi rofielen zouden die daa komen een pra h r v e oor in a t onderz ctoraat anoek van k u n n e n integr een lec nier dat toraat o eren. E er overa f n l d w a n a t w tieve or gebeurt el op ee ganisat , en dat k n maiekrach ennisde Mijn am t leidt. D li n g tot po bitie zou at is de sizijn om v o lg e in gesp n d m e e uitdagin t alle de rek te g g! elneme aan om r doen. J s d t e ie v aanhak oorkom e haakt en en dat aan en w ders me e w t a o k r en dubb dt weer t ons te el uitgeda delen. agd om iets anEen ond
Tafel E Richtvragen: Hoe pakken zij in de ROC’s praktijkgericht onderzoek op? Hoe betrekken zij docenten erbij? Welke onderzoekende aanpakken gebruiken ze? Is de brug tussen veranderende beroeps- en onderwijspraktijk de heilige graal van de mbo-lector?
Aan de tafel van Elly de Bruijn en Anna Veeneman is een palet aan inspirerende en meer of minder succesvolle initiatieven rond onderzoek in het mbo besproken. In hun veelkleurigheid bevatten ze allemaal iets van een antwoord bij de richtvragen, waarmee gelijk gezegd is dat hét antwoord niet bestaat én dat in de meeste ROC’s de ervaringen met onderzoek pril zijn; te pril om al verdiepend te kunnen verkennen. Bij de gedeelde initiatieven valt op dat op veel plaatsen samenwerking is of wordt gezocht tussen mbo en hbo binnen lectoraten. De wijze waarop en de mate waarin verschilt sterk. Als ideaal wordt gezien dat een ROC en een hbo-instelling gezamenlijk een lectoraat hebben, inrichten en financieren. Op deze wijze is het doen van onderzoek (in de context van een lectoraat) structureel vormgegeven in het ROC en kan er goede kennisdeling over en weer plaatshebben. Het hbo heeft minder ervaring met samenwerking met de beroepspraktijk kan daarin profiteren van de samenwerking met het mbo waar dit stevig verankerd is. Het mbo heeft nog geen traditie in onderzoek. Het aanbrengen van focus van het ’waartoe van onderzoek in het mbo’ wordt op allerlei wijzen nagestreefd. In dit verband is ’De praktijk als wetenschap’, door Van Stien genoemd. Van Stien levert hier een wetenschappelijke bijdrage aan (het belang van) probleemoplossend handelen van sociale wetenschapsmensen. Het dubbellectoraat van Alfa-college en Stendenhogeschool heeft een kenniskring van mbo- en hbo-docenten. De lector komt uit het MBO.
n
ma e n e e V Anna
t eel dich h ij m r t voo n OC staa R docente t n e e h g in a d k oe lke ’Onderz k van e ij t k a de dage r r p a s ij a n w r k e nd rzoe bij de o len n. Onde a v r e il n hande sp e e ig d e t n e e h vorm ectie op en fl e r , k ij t n voor e ak r e p g r e o s z , jk li eam te an het t v t a g gerich d n li p e k ik en o ntw n ren en o le p enten é o c , o d r o open g vo gemgevin o k r k op dit e o w o n k is ij leer z elangrij enten c B o . n D e . t n n e ude nen student onze st r o o indt bin v v l s t e a d la o p ten bied rolm vatr docen o o d ieve op k s e lu o c z r in e n een dat ond timulere tzijn en s S u . w C e O b tR der n at’”in he een bre a m li elen va k k k r ik e w t w r n “lee en o r et kunn ting van h rde voo n a e a n w e k n e a o erz zijn v van ond ouding ie h k r e w e econom v e ie d t n c e e r fl e le een re die het . In onz s s r r e e k m r e e n rk dew ng ame we álle me w k e twikkeli b n k o a v e r jk a li na oon is vraag de pers n a a kunnen g r n o a o a d b p n va loo “al belang ruit hun a a d nuit het a n v a v m n o e n oier n begrijpe r nu mo e is ipe eraa t c a in r W p . n ” ve ren vormge elkaar le n a houding v e n z e e t d e n m nte doende e stude z n o den aan t lg a o d v n g e g a idin rt!’ bij te dr hun ople e z raktisee t p a d s r u o a o e d niv bezitten lf op alle e z it d t C da een RO
Elly de
Bruijn
‘In het h bo staa t een le bij kenn ctoraat isontwik voor ee k n manie e ling voo nis krijg r van w r drie pun t: voor erken w t e d n e van een aarberoeps raat, vo driehoe praktijk or het w k r , beteke ond he etensch t thema beroeps appelijk opleidin v a n f o r h u et lecto m op h gen wa levert d et dome arvoor h us een in e t e t n h ema rele voor de gelaagd handen vant is. kennisp en voet E roduct en lecto en hoe op, con raat hoe het e r c in e ptueel m de bero in beroe epsprak aar ook psopleid voor ke tijk mee ingen a nnisont t a e n de ord werken wikkelin e te ste en twee lag g binne ll e n. De a en mee n het m a r priorite ndacht bo zou zijn vra met nam it kunne gen naa n e geven. de laats r wat do Veel vra te voor hu o r o g n e derzoek n hande n uit de p le ontwikk raktijk n. Het z over he elde ke ijn vaak t vraags n n is betek geen vr tuk an agen na ent ander s s ic h a m r oort ke a n a ie r u hoe het we kenn nnis. D toe pas is verdiep us er is s ing van en. Dat vooral b k is ennis u ehoefte een richting it onder aan uitw van toe z o ek of c erking e passing onceptu n hoe je e en, illus e le r in de p traties, kennis raktijk m heuristie in de ee kunt k en ha werken n d reikinge .’ n
Tafel E De rol van een lectoraat/lector Het (educatieve) lectoraat van Elly houdt zich bezig met vraagstukken over leren en begeleiden in het mbo en het hbo, vraagstukken over beroepsonderwijs uitvoeren, vormgeven/ontwerpen en beoordelingsvraagstukken in beroepsopleidingen, zie ook http://www.onderzoek. hu.nl/kenniscentra/educatie/beroepsonderwijs) Tijdens de eerste periode was er een kenniskring waarin zo veel mo-
gelijk ook Utrechtse ROCs participeerden die dan in het ROC weer een netwerk hadden van docenten. Samenwerking is recent vormgeven in drie zogeheten Academische werkplaatsen met promovendi van het lectoraat/leerstoel, docenten uit Hogeschool Utrecht en Windesheim (HU en Windesheim werken samen m.b.t. beroepsonderwijs), 4 ROC’s uit de regio Utrecht en 3 uit de regio Zwolle. In deze werkplaatsen gaat het om het ontwikkelen van handelingsgerichte kennis; fundamentele of conceptuele kennis moet worden aangevuld met praktijk/ervaringskennis zodanig dat er met de kennis gewerkt kan worden. Alle deelnemers aan de Academische Werkplaatsen doen onderzoek, van promotieonderzoek tot onderzoek naar de eigen praktijk. De ontwikkelde inzichten worden gedeeld, gespiegeld en verdiept. Een voorbeeld van een kennisproduct waarin meer conceptuele kennis en praktijkkennis, inclusief methoden/ instrumenten is samengebracht is: ’Tussen opleiding en beroepspraktijk, het potentieel van boundary crossing’, ligt ter inspiratie en als voorbeeld op tafel. (Bakker, A., Zitter, I., Beauseart, S., & de Bruijn, E. (redactie) (2016). Uiteindelijk moeten docenten het gaan doen én het leuk vinden om te leren werken met de kennis die er is. In het ROC van Twente is een mechatronica-curriculum ontwikkeld door docenten. Het curriculum riep bij de docenten vragen op. Het werkt om onderzoekers mee te laten denken over hoe je onderzoek zou kunnen doen om antwoord op deze vragen te krijgen. Jos de Waals verbindt zich hieraan vanuit de instelling: “Ben je nieuwsgierig genoeg om het (onderzoek) te doen als team, dan doen we het samen!”.’
Tafel E Plaats en rol van onderzoek in het MBO Onderzoek kan in belangrijke mate bijdragen aan de professionalisering van docenten; de parallel met competenties van studenten wordt getrokken, vgl. de 21st century skills waarin een onderzoekende, probleemoplossende en creatieve houding een belangrijke plaats heeft. Geconstateerd is dat mbo-docenten die een master hebben gehaald niet altijd terugzien dat het ROC hiermee ook daadwerkelijk iets wil of weet te doen. ROC’s weten nog onvoldoende hoe de verworven kennis te laten terugvloeien in het ROC, (zie ook publicatie TROUW dinsdag 12 april j.l.: ’School profiteert nauwelijks van bijscholing Leraar; effecten zijn alleen
merkbaar in eigen lessen leert onderzoek onder leerkrachten’. Masterdocenten van het Nova-college hebben op eigen initiatief recent een (zeer succesvolle) conferentie georganiseerd ( intern) en hebben zo het onderwerp geagendeerd weten te krijgen. Een ICT docent bij Nova-college onderzoekt ’hoe’ studenten voor te bereiden op de vernieuwde beroepspraktijk in een leerwerkfabriek; dit onderzoek is gericht op vak vernieuwing en op didactische modellen. Het Nova-college streeft erna een onderzoeksnetwerk vanuit 2 sporen in te richten formeel en vanuit beleid gedacht in combinatie met praktijkvragen van docenten. De lector speelt hierin een vitale rol. Hij/zij kan in de theoretische verbinding terug, vooruit en opzij gaan… 2 masterdocenten zeggen vrijwel alleen te staan in het willen nadenken over de rol van onderzoek in het ROC; ze ervaren in de werkomgeving onbegrip en grenzen waardoor het niet verder komt. Hoe vergroot je de nieuwsgierigheid in je school en hoe haal je kennis van buiten naar binnen of maak je kennis die in huis is zichtbaar. Werken met een voortrekkersgroep van vrijwillige enthousiastelingen kan bijdragen aan het loskomen van een goede interne discussie hierover. Gewoon klein beginnen… en volgers verleiden mee te doen. ROC Leigraaf heeft bij wijze van eerste opmaat samenwerking gezocht met HAN. Vragen zijn: ‘Hoe krijg ik de bewustwording van het belang van onderzoek op een volgend niveau in mijn ROC. Het Frieslandcollege werk samen met de NHL aan onderwijsinnovaties in praktijkroutes. De vraag van de (HBO) onderzoekers is hoe je kunt participeren in dergelijke samenwerkingsvormen met onderzoek. Het blijkt een zoektocht die nog niet snel meters maakt. Er is behoefte aan suggesties en ervaringen van hoe het zou kunnen.
sen
Marjo
endrik H a d n la
ctoraat le o b h boang n een m a v d samenh li e g ig in t r h k c ra nis e uw de k ‘Als ken ie n p oekend o z r s e d d e n e t ’o s een ervaar ik ren’ en ele e d n in het b oe d k l e o ’a z r n nde tusse rn van o e k t elkaar e e D m ’. t g e in h mij houd ing is voor s ij de houd w r n e e d k n e o o s z er roep een ond studen: n a ie t v a n is e v an vormge gevenn de org g a v in n id e t le t en e face werkers e voor all d e m f wsgierig sta u , ie n n e t n is e ren ten, doc n stellen le et van le il c w a f n k e ij r vrag lang e len zijn, den. Be il w vindt, d h n c e t is it e r e k jij w zijn, en wat ll durven e t r derzoee n v o t n e e v H r . k du pen m e begrij t maar oo n e ruimte o n e e d t ’ e n w e te ler t doende wens om l ’a ij kern nie b e t d d ie in b t eld gaa kende v en. Het n en k a m n ge probere it o u m r e e t v of at o fouten docent t, het ga e u D o f . t f k o er ed aar wel of niet w over go l m e , t w e s e t w iet aarom ie n t even n e h leren w ie d heden e ijn jk z li e n g e v o r du n, m en student twoorde n a rdighed r a a a a v n n t k e r oe ho verder z ouding ksmeh e o e z z r e e d d n on en. Bij ennis va k ervaring k ury skills t o n o e e c t t a s 21 kere m aan de d r e en in ze is kunt e t n n la e e r k e e g z t de maar ook me thoden, je t a d g n belan is het va ” spelen.
Kathink a Docent Groenink; Expert bij ID C olle
’Je kunt
de onde
ge
rzoeken de houd l versch ing van il le de doce nde din motieon nt bevo g en te do derzoek rderen d e n : in je de scho kan bijv oor nemen o oorbeeld l laten d aan ond o een pro en, je ka erzoek, een pra n docen student ctoraat t e e n n d d eel late eel laten willen s n neme is wel in tarten, d n teressa a . ar hoor Kijken o nt want je nu he f we en ande d a n e l h veel ove eb je iem re mens r. En da and die en mee kringen t d n a e a e r m de lead t. Maar te creër in ook bijv en. neemt Wij heb oorbeeld ben zelf d oor ken met ma nisworksho s t e r docente ps aan n een n andere daar be etwerk d o c e n ten, we hoefte a en we k an is. W geven omen h denk nie e e doen el veel in t dat er e igenlijk teams a één ma van alle ls maniere n ie r is s . en nog n moet Ik denk gebruik w d at je he at. Ik en.’ el veel v erschille nde heel vee
Tafelkleed tafel E
Tafel E: focus in onderzoek Praktijkonderzoek, inhoudelijk gestuurd vanuit het strategisch beleid van een ROC lijkt kansrijk én staat tegelijkertijd op gespannen voet, althans dit lijkt zo te zijn, met de wens de docent en zijn/haar praktijkvraagstukken centraal te stellen in onderzoek. Deltion heeft 3 lijnen aangemerkt: BPV, examinering en excellentie, waarop onderzoek plaatsvindt.. Alfa-college richt zich met onderzoek op regionale innovatiethema’s die ook deels de inhoudelijke speerpunten in het ROC zijn. Ook de omgekeerde route komt voor. Het Summa-college heeft een klankbordgroep van masterdocenten die nadenkt hoe ’bottum-up’ onderzoek een plaats kan krijgen vanuit praktische vraagstukken. Vragen zijn ’hoe zet je masters in’ en ’wat zijn die praktische vraagstukken’. Het blijkt lastig het onderwerponderzoek langs deze route geagendeerd te krijgen.
’Een lec toraat h eeft naa voortrek r mijn m kersrol ening e e n kan e en zoeksraan bij en expe dragen rimente o veilig te ndererruimte stellen d in het R o o r hierin OC dig te z letterlijk ijn. Van uit een voorbee meeged lectoraa lacht me t kan wo t het ’ho r d een lere e n e dan’, op nde en weg na leergier een lec ar ige orga toraat a n is atie. Nie ls ’frem aan het d t k ö rper ’ aa ROC en ngehan de dage tijk maa gen lijkse on r als kra d e c r w h ti ij s g ontwikk prake motor eling en voor on lerend v derzoek ervan!’ ermoge , n, in he t hart Anna V eenema n
ver de enken o d a n d e bijeten go k en de e o z r e ’ We mo d on t aan de van het ek lever o kwaliteit z r e d n bijvoorie het o derwijs, n o drage d o b m inevan het g, exam it n li te e li k a ik w k montw ijk dat urriculu belangr is t e beeld c H . ra wordt v et cete e banen d e o g ring, bp de in ikkeling ooral op v tw e n o w e n z e de teel lett lectoMomen et mbo h n a v geleid. n ding ik make le inbed e gebru w regiona n le e il h t vooral w die nu in jk ti k a r raat. En p eks minisonderzo illen als w e van de W . is ren nwezig w antipe o fl e jk mbo aa li nde deze la terie op gaan.’ en mee rks Bas De
De kern van ond erzoek creëren is voor van ruim mij het te voor en van v erwond daaruit ering nieuwsg mogelijk ierig zo e antwo e k e n naar orden é Marjola n nieuw nda He e vragen. ndrikse n
n aat kijke aar je g w n e g g ra olo ie n techn rzoeksv e e d g r n o o z e , heel nica er bij d k dat je echatro n m e ’Ja, zek , d d ik ie n b trekwaarva t vakge moet be naar he eelden, n b e r o n o e v k ek elijke uwingen unt betr zijn duid r vernie markt k e s v o id e is b r n a toraat en ok de k goed de der prac o e r it b z t r a a w en ik en nt da ctieken n zelf e a e ken. Wa k id n d e n d e dat dat lak. Wij ctiveren op dat v utten om k van a n la e v b t n e e h ens nn tten n je volg tijk te ku u k k op te ze a r r a p a e d s eens t daar d ons. Du we nog denk da is voor n g te e in o v e m romg en. Dat ook lee gaan do t a w n doen.’ l e w t kunne a d mij ook e w e ken, ho doorden geld in in Kle Marjole
Hoe staan we ervoor? Epiloog Marc van der Meer
Het verslag van deze bijeenkomst laat veel enthousiasme zien voor het grote maatschappelijke belang van de kennisontwikkeling in het MBO. De samenwerking tussen de top van het Ministerie, bestuurders en leidinggevenden van vooraanstaande ROC’s, en hoogleraren, lectoren en onderzoekers, heeft direct tot veel nieuwe vragen en inzichten geleid. Toch is de kennisinfrastructuur in het MBO (ten opzichte van andere sectoren in het onderwijs) behoorlijk gemankeerd. De kennisontwikkeling is nogal kleinschalig en sterk gefragmenteerd. Er bestaat een behoorlijke afstand tussen wat op de universiteiten gebeurt en de opleidingsdomeinen (van zorg en welzijn tot voeding, van bouw tot kleinmetaal) in de school. Ook in de ontsluiting en disseminatie van nieuwe kennis is maar in beperkte mate voorzien. De lerarenagenda van het MBO bevat nog heel wat gaten. En over te veel thema’s bestaan nauwelijks studies terwijl de ontwikkeling van de technologie en de flexibilisering van de arbeidsmarkt vragen oproept over hoe het leren verandert en hoe het leerplan moet worden ingericht met oog op het vakmanschap van de toekomst.
Hoe verder? Leren en werken gaan steeds meer samen, dat moet ook gelden voor onderwijs en onderzoek. Een onderzoekende houding bij docenten is ontzettend behulpzaam om de kwaliteit van het onderwijs stapje voor stapje te vergroten. Dan hoeven we niet somber te zijn. Masteropgeleide docenten kunnen hier het voortouw nemen. Onderzoek in directe verbinding met wat er in de opleiding gebeurt, zal helpen allerlei dagelijkse problemen op te lossen. De belangrijkste toegevoegde waarde van extern, onafhankelijk onderzoek in de school is het valideren van wat er feitelijk gebeurt. Hoe systematisch zijn bepaalde verschijnselen en hoe kunnen deze worden geïnterpreteerd? Zo kan het kaf van het koren worden gescheiden. De overheid heeft als taak nieuwe ontwikkelingen te stimuleren, te ordenen en te beoordelen, en zorg te dragen voor een goede verspreiding van de resultaten. Het investeren in een structurele positie voor specifieke op het MBO gerichte practoraten en lectoraten zal behulpzaam zijn om de kennisontwikkeling in het mbo, mede in combinatie met die in het voortgezet en hoger onderwijs in de regio, te versterken.
De visuele notulen zijn een product van de kenniskring lectoren/hoogleraren beroepsonderwijs. Citeren uit deze visuele notulen: Ritzen, H., Bruijn, E., de, Klarus, R., Klatter, E., Klink, M., & Meer, M., van der (2016). Visuele notulen preconferentie CVI 2016. Help(t) onderzoek in het mbo?! Groningen, 6 april 2016. Saxion: Enschede. Foto’s en interviews: Edith Wanschers, lid kenniskring van het lectoraat ‘Onderwijsarrangementen in maatschappelijke context’. (De geïnterviewden zijn a-select gekozen.)