Campus Nederlands 1 leerwerkboek plus

Page 1

CAMPUS

pl

m

S U P M CA

es ex e

N E D E R L A N D S

arey Kim Dum ts aer Els Lamb Aerde an Sandie V Damme Sofie Van ndenberghe Va Rebecca en Buijs nd h Glenn va erenberg a V n a V Cindy s sterman Tom Ven K A AN MET DAN ez epr Kristel D

aa

r

1

romme Jan Vand

S D N A L R E D E N

Le

LEERWERKBOEK PLUS

I S B N 978-90-289-9673-1

Pelckmans

pelckmans.be/campusnederlands

9

789028 996731

Pelckmans

US L P K E O RKB E W R E E L

1


Digitale ondersteuning

r

Onlinelesmateriaal doet je vaak nog beter studeren. Pelckmans Portaal bundelt heel wat extra’s die aansluiten bij onze lesmethodes en helpt je zowel thuis als in de klas te werken in een gebruiksvriendelijke en stimulerende leeromgeving: pelckmansportaal.be.

aa

Activeer jouw licentie aan de hand van onderstaande code. Voor het activeren van de licentie is een eenmalige registratie en het accepteren van de gebruikersvoorwaarden noodzakelijk.

pl

Opgelet: na activatie is de licentie 1 jaar geldig.

m

Eenvoudige inlogprocedure Na activatie van bovenstaande code krijg je als leerling automatisch toegang tot Pelckmans Portaal. Je kunt inloggen via: pelckmansportaal.be

es ex e

pelckmansportaal.be

Le

Voor wie kopiëren wil: U vindt dit boek goed en wenst er kopieën van te maken. Besef dan: • dat dit boek de vrucht is van intense arbeid: auteurs en uitgever hebben er heel wat geld en energie in gestoken; • dat auteurs en uitgeverij van dit werk moeten bestaan; • dat kopiëren zonder voorafgaande schriftelijke toestemming onwettig is.

©2019, Pelckmans Pelckmans maakt deel uit van Pelckmans uitgevers nv www.pelckmansuitgevers.be Brasschaatsteenweg 308, 2920 Kalmthout, België Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever, behalve in geval van wettelijke uitzondering. Informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot de reproductie vindt u op www.reprobel.be. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored or made public by any means whatsoever, whether electronic or mechanical, without prior permission in writing from the publisher. Bij de samenstelling van Campus Nederlands 1 leerwerkboek plus hebben wij teksten en illustraties ontleend waarvan wij de bron niet hebben kunnen achterhalen. Mogelijke recht­ hebbenden kunnen zich tot de uitgever wenden. Omslagbeeld: vanAnouk Lay-out: puurprint Tekeningen: GraphicMatic Illustraties: istockphoto.com, belgaimage.be, imageselect.eu D/2019/0055/89 ISBN 978 90 289 9673 1 NUR 116 – 118 pelckmans.be

Pelckmans Secundair

vimeo.com/Pelckmans


pl

aa

arey Kim Dum ts aer Els Lamb Aerde an Sandie V Damme Sofie Van ndenberghe Va Rebecca en Buijs nd h Glenn va erenberg a V n a V Cindy s sterman Tom Ven K A AN MET DAN ez epr Kristel D

r

romme Jan Vand

Le

es ex e

m

S U P M CA

S D N L A R S U E L P D K E N E RKBO E W R E E L

1


Hoe werk je met Campus Nederlands 1 leerwerkboek plus?

• Je begint elke les in je leerwerkboek. • In je leerwerkboek vind je pictogrammen die verwijzen naar

S A N D E R L N E D

vademecum

audio-cd

dvd

Campus Nederlands online via Pelckmans Portaal

US KBOEK PL LEERWER

pl

Pelckmans

aa

1 S U P CAM

14

r

Heldere berichten schrijven

8

m

Voorkennis

1

es ex e Nr.

Le

12 Volg het stappenplan en schrijf een bericht. Kies een van deze vier situaties.

situatie 1

situatie 2 Tijdens jullie vakantie zorgt de buurjongen twee weken voor jullie huisdier. Schrijf de instructies voor hem uit op een briefje.

situatie 3

Je kat is spoorloos sinds eergisteren. Plaats een zoekertje online.

• Opdrachten met een uitdaging.

situatie 4

a

Lees de opdracht aandachtig en oriënteer je op de schrijfopdracht. – Wat is de bedoeling van het bericht? – Wat is het onderwerp van het bericht? – Wie is het doelpubliek van het bericht? – Welke taal past bij jouw bericht? ◯ formele taal ◯ informele taal – Bekijk in de evaluatiefiche op welke criteria je straks wordt geëvalueerd. Noteer ook een persoonlijk werkpunt bij je eigen criteria.

OV UR

b

Denk na over de inhoud. Wat wil je zeker zeggen of vragen? Noteer dit in enkele kernwoorden.

Deze hulpmiddelen kun je gebruiken: ◯ spellingcorrector ◯ (online)woordenboek ◯ vademecum ◯ tussentijdse feedback ◯ hulpkaarten 1, 2, 7-10 ◯ schrijfkader 8 Heldere berichten schrijven

4

onderwerp volgorde zinsdelen

7

tegenwoordige tijd

63

Je leert … je oefent … – of een boodschap duidelijk, volledig en gepast is. – berichten kritisch lezen. – hoe je een schrijfopdracht aanpakt. – samenstellingen en afleidingen gebruiken. – berichten schrijven.

Mindless Voodoo Maji paars = uitverkocht k

D

Misschien Volten blauw? 2 LED

v

1

3

Wanneer past het? De beste zijn al weg! _

Begrijp jij de boodschap van elk bericht? Welke informatie mis je? Zou Brecht de boodschap begrijpen? Welke informatie zou hij missen?

Helder schrijven Als je helder schrijft, wil je dat de lezer vlot begrijpt wat je bedoelt. Daarom denk je vooraf na over de situatie, je bedoeling en de boodschap. Je lezer begrijpt jouw boodschap gemakkelijker als de informatie volledig en duidelijk is. Volledig? Duidelijk?

2

→ →

Weet de lezer wat hij moet weten? Begrijpt de lezer wat er staat?

Lees dit bericht op een klasblog.

d #1 » 29 september, 18:44

Heeeeeeelp! iemand een sleutel van een locker gevonden? er hangt een flashy sleutelhanger aan reservesleutel = € 20 dokken aan het leerlingensecretariaat mijn ma = ruzie met Rick

8 Heldere berichten schrijven

• Met behulp van OVUR oefen je de vaardigheden kijken, luisteren, lezen, spreken en schrijven.

Je had je ingeschreven voor een basketbaltoernooi op woensdagnamiddag. Met een Smartschoolbericht laat je de leerkracht weten dat je niet kunt komen. Je kent deze leerkracht niet.

OV UR

4

• Op de blauwe bladzijden vind je telkens een doelgerichte, communicatieve opdracht.

Een helder bericht schrijven

Je hebt een taak gemaakt en wilt die door je moeder laten nalezen. Omdat je deze week bij je vader bent, stuur je haar een e-mail. Geef duidelijk aan waarop ze moet letten.

bedoeling van de zender

Na een vakantieweek met zijn vader is Brecht terug bij zijn moeder en zijn plusgezin. Op zijn kamer vindt hij op zijn bureau deze post-its.

a b 10

• Woorden met een * zijn schooltaalwoorden. Ze zijn belangrijk om instructies goed te begrijpen. In de les Schooltaalwoorden oefenen maak je extra oefeningen.

Klas

communicatiemodel

Yasmin kwam langs. Ze doet je de groeten.

• Bij de voorkennis vind je een overzicht van de lessen die je moet beheersen vooraleer je aan deze les kunt starten.

Naam

OVUR

Portfolio

• Elke les begint op een nieuwe bladzijde.

• De groene kaders zijn onthoudkaders: deze moet je goed studeren.

1

2

3

vormen een extra

55


Test jezelf!

1

Lees deze berichten. Vul het communicatiemodel aan voor het tweede bericht. ••••• 4G

15:05

86%

i

Jack> Vandaag 14:25

Hadden wij niet om 14 u. afgesproken voor het groepswerk?

Sorry, ik zit vast! 15:03 gelezen

Jack

doel

kanaal

ontvanger

Sep

effect

Ik kan communicatieve situaties onderzoeken.

2

Bekijk het filmpje. a

Wat is de bedoeling van de zender?

b

Kirsten Dunst had zich de ontmoeting duidelijk anders voorgesteld. Waarom?

c

De meisjes stelden maar één vraag. Welke en waarom?

Ik kan de bedoeling van de zender herkennen.

• Op Campus Nederlands online staan extra oefeningen bij de verschillende lessen.

les 3

DEEL 1

pl

82

• Wil je controleren of je de leerstof goed begrepen hebt? Je ontdekt met de groene bladzijden hoe goed je de leerstof kent.

les 2

aa

Zender

boodschap

r

iMessage

Genietend lezen

• In de lessen Genietend lezen ontdek je telkens fictiefragmenten van verschillende auteurs.

1

m

Sam komt aarzelend de zaal binnen geschuifeld. Het is behoorlijk druk en de kans dat ze me zal opmerken is kleiner dan het bestaan van een hittegolf op de Mount Everest. But shit happens, vooral to me! Sam komt mijn richting uit. Ik doe alsof ik haar niet zie en fixeer mijn blik op een kruimel op de tafel. Het lijkt alsof ik twee paar ogen heb: een paar dat vastgepind is op die kruimel, en een ander paar dat de bolletjesjurk volgt. En die is nu vervaarlijk dichtbij. Kon ik maar toveren! Sam blijft staan. Mika is geïntrigeerd door zijn nieuwe klasgenote. Sam is anders dan de anderen en dat ligt heus niet alleen aan de uiteenlopende looks die ze zichzelf aanmeet. Mika probeert te achterhalen wie Sam precies is. Het wordt een zoektocht die hem erg op de proef zal stellen.

es ex e

• Je kunt de verhalen ook beluisteren op Campus Nederlands online.

PROJECT 1 – Pimp je leeshoek!

Bekijk de cover en lees de flaptekst.

a b c d 2

Lees het fragment op de volgende bladzijden. a b c d e f g h i j

3

182

Welke themacombinatie past het best bij dit boek? jaloers zijn – school pesten – verdriet liefde – vriendschap sciencefiction – oorlog Over welke personages gaat het boek? Wat weet je nu al over hen? Is Mika een jongen of een meisje? Waarom denk je dat? Zou jij dit soort boek kopen in de boekhandel? Waarom (niet)?

Wie zijn de belangrijkste personages? Wat weet je over hen? Wat zal er, volgens jou, met deze personages gebeuren? Baseer je antwoorden op de informatie uit het fragment. Tijdens de middagpauze zit de ik-persoon samen met Sam aan de tafel. De ik-persoon voelt dat hij bloedrood wordt. Waarom? Volgens de ik-persoon is Sam een meid met principes. Zoek twee voorbeelden van die principes in de tekst. Maar ook de ik-persoon heeft principes. Zoek er twee in het fragment. Welke principes streef jij na in je leven? Leg ook uit waarom je dat doet. Ben jij eerder de ik-persoon of Sam tijdens de les wiskunde? Verklaar. Welk vak vind jij moeilijker dan de Mount Everest beklimmen? Leg uit. De ik-persoon en Sam zitten op school. Wat lijkt er op jouw school? En welke verschillen zijn er? De ik-persoon praat tegen zichzelf in dit fragment. Wanneer praat jij tegen jezelf? Noteer wat je deze ochtend tegen jezelf zei. Laat je buur raden waarom dat in je hoofd omging.

Je weet niet precies hoe de personages eruitzien. Zoek foto’s van personen die de ik-persoon of Sam kunnen zijn. Maak een fotocombinatie die bij het fragment zou kunnen horen. Noteer in enkele kernwoorden waarom je precies die foto’s koos.

DEEL 2

• Met de opgedane kennis en vaardigheden van de voorbije delen ga je in groepjes aan de slag om samen een project te realiseren.

Uitdaging

Le

Werk met je groep een aantrekkelijke leeshoek uit. Een leeshoek bevat boeken, afbeeldingen, voorwerpen … die verschillende aspecten van een thema belichten. Stel daarna je leeshoek aan anderen voor.

Kwaliteitseisen leeshoek – Je leeshoek stelt een thema sfeervol en aantrekkelijk voor. – De getoonde materialen zijn gevarieerd: minstens vijf fictieboeken, minstens vijf nonfictiedocumenten, diverse andere voorwerpen … – In je leeshoek laat je een voorgelezen fragment en/of audio-opnames horen. Kwaliteitseisen voorstelling leeshoek – Je stelt je leeshoek aantrekkelijk voor. – De presentatie van de leeshoek gebeurt enthousiast.

PROJECT 1 – Pimp je leeshoek!

191

5


CAMPUS

1

Portfolio

S A N D E R L N E D

Naam

Klas

Nr.

Zin om je onder te dompelen in de Nederlandse taal en cultuur? Hoe leer je beter luisteren, lezen, spreken en schrijven? Welke boeken lees je graag? Hoe pak je toetsen en taken aan? Hoe beoordeel je informatie? Hoe kan je goed samenwerken? Verzamel hier je toetsen en taken en hou je resultaten bij. Geef zelf aan welke tips nuttig kunnen zijn voor jou. Nederlands & ik vaak

heel vaak

Ik lees tijdschriften, kranten …

2

Ik lees fictieboeken, strips …

3

Ik kijk naar tv-programma’s.

4 Ik lees de ondertitels bij televisie, films of series.

5

6 Ik luister naar Nederlandstalige muziek.

7

Ik schrijf in het Standaardnederlands.

8

Ik schrijf in mijn dialect of in tussentaal.

r

heel weinig weinig

9 Ik schrijf in mijn vrije tijd (gedichten, dagboek …).

10 Ik speel taalspelletjes (kruiswoordraadsel, rebus …).

11 Ik zoek informatie op Nederlandstalige websites.

12 Ik spreek Standaardnederlands.

13 Ik spreek dialect of tussentaal.

14 Ik spreek een andere taal dan het Nederlands.

Ik luister naar radioprogramma’s of podcasts.

◯ ◯

aa

• Verzamel in het portfolio al je toetsen en taken en hou je resultaten bij. Gebruik de tips om jezelf te ontplooien.

soms

1

EERS TE GR AAD

VADEMECUM EERSTE GRAAD

es ex e

N E D E R L A N D S

m

CAMPUS

CAMPUS

S A N D E R L N E D

UM VADEMEC

Le

Pelckmans

6

1

pl

CAMPUS NEDERLANDS 1 – Portfolio

• Je vademecum is een handig naslagwerk met heldere leerstofoverzichten, extra voorbeelden, stappenplannen voor vaardigheden, een trefwoordenlijst …


Inhoud

Jezelf voorstellen Communicatie onderzoeken De bedoeling van de zender achterhalen Met gevarieerde onderwerpen betere teksten schrijven Teksten verkennen Korte gesprekken voeren In teksten de onvoltooid tegenwoordige tijd correct schrijven Heldere berichten schrijven Je leesprofiel verkennen Schooltaalwoorden oefenen Test jezelf! Genietend lezen

DEEL 2

82 – 95 –

101

m

pl

11 (Online)woordenboeken efficiënt gebruiken 12 Beter communiceren met topische vragen 13 Teksten globaal lezen 14 Aantrekkelijker communiceren met synoniemen 15 Over een herinnering vertellen 16 Woorden onderzoeken 17 De betekenis van onbekende woorden zoeken 18 Feedback geven en krijgen 19 Fragmenten uit Gips lezen en bespreken 20 Schooltaalwoorden oefenen Test jezelf! Genietend lezen PROJECT 1 – Pimp je leeshoek!

es ex e

Le

10 15 21 24 31 41 47 55 65 79 88 98

aa

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

9

r

DEEL 1

169 – 182 –

DEEL 3

21 De hoofdletters in een tekst correct schrijven 22 Formulieren invullen 23 Betere teksten schrijven met goed gekozen werkwoorden 24 Teksten intensief lezen 25 In teksten de onvoltooid verleden tijd correct schrijven 26 Een formeel telefoongesprek voeren 27 Kritisch luisteren naar feiten en meningen 28 Het gezegde in een zin onderzoeken 29 Fragmenten uit Verlamd lezen en bespreken 30 Schooltaalwoorden oefenen Test jezelf! Genietend lezen

102 110 119 127 133 137 147 153 159 166 175 186 191 195

272 – 283 –

196 207 219 225 231 239 247 252 261 269 278 286

7


293

31 Poëzie verkennen 32 Letterlijk en figuurlijk taalgebruik onderzoeken 33 Een persoonlijke boodschap schrijven 34 Voltooide tijden in een tekst correct schrijven 35 Een oproep kritisch beluisteren 36 Teksten met een opsommend verband lezen en schrijven 37 De voorwerpen in een zin onderzoeken 38 Een mondelinge uitleg geven 39 Fragmenten uit het boek en de film Storm vergelijken 40 Schooltaalwoorden oefenen Test jezelf! Genietend lezen PROJECT 2 – Strijd voor het goede doel!

294 303 308 315 323 328 337 346 351 361 370 379 383

aa 364 – 375 –

387

pl

DEEL 5

r

DEEL 4

es ex e

m

41 Vlot informatie vinden in teksten 42 De woordbouw onderzoeken 43 In groep overleggen 44 Teksten met een chronologisch verband lezen en schrijven 45 Aantrekkelijker communiceren met spreekwoorden en uitdrukkingen 46 Poëzie lezen en bespreken 47 Instructies krijgen en geven 48 Een duidelijke alinea schrijven 49 Fragmenten uit Spanning in Groenland lezen en bespreken 50 Schooltaalwoorden oefenen Test jezelf! Genietend lezen PROJECT 3 – Wat een jaar!

Le

Portfolio

8

452 – 467 –

388 397 404 411 417 424 431 437 441 449 460 471 475

1 - 18


1

1

Je stelt jezelf voor.

15

Je achterhaalt de bedoeling van de zender.

aa

3

Je onderzoekt communicatie.

r

2

10

Je schrijft betere teksten met 24 gevarieerde onderwerpen.

pl

4

Le

31

Je voert korte gesprekjes met (on)bekenden.

es ex e

6

Je verkent teksten.

m

5

7

41

Je schrijft in teksten de onvoltooid tegenwoordige tijd correct.

8

10

47

Je schrijft heldere berichten.

9

21

55

Je drukt je leesvoorkeur uit 65 en verkent je leesprofiel.

Je oefent schooltaalwoorden.

79

82

Test jezelf! 

88 95

Genietend lezen

98

9


Jezelf voorstellen

1

Je leert … je oefent … – je klasgenoten kennen. – jezelf voorstellen. – de OVUR-strategie.

enquête

es ex e

m

pl

Online of in een winkel shoppen?

aa

r

1 Vul de enquête in.

MEER OVER JEZELF! EK TD N O EN E ÊT U Q DOE DE EN

1 Waar zou je willen wonen?   in België   in een ander land

Le

2 Wat vertel je als je het nieuwe kapsel van je beste vriend(in) niet mooi vindt?   de waarheid   een leugentje om bestwil 3 Wat drink je na het lopen van een coopertest?   water   frisdrank

10

DEEL 1

4 Wat neem je uit de bibliotheek mee naar huis?   een strip   een boek 5 Wat doe je op woensdagnamiddag?   sporten   in de zetel hangen 6 Hoe pak jij de installatie van je nieuwe smartphone aan?   eerst de gebruiksaanwijzing lezen   uitproberen tot het werkt


15 Wat vind je het minst erg?   huistaken maken   studeren voor toetsen

8 Wat verkies je voor het weekend?   vroeg opstaan   laat opblijven

16 Wat doe je als je ongeduldig voor een rood verkeerslicht staat?   wachten tot het groen is   toch oversteken

18 Wat krijg je het liefst voor jouw verjaardag?   een cadeau   geld

19 Wat kies je om samen met je vrienden te eten?   fastfood   een gezonde maaltijd

m

11 Hoe los je het op als je computer blokkeert?   alleen proberen   hulp vragen

aa

10 Waar ga je nieuwe kleren kopen?   in de winkel   online

17 Waarvoor studeer je?   om net de helft te halen   om 10/10 te halen

pl

9 Wat wil je doen in de kerstvakantie als het sneeuwt?   gamen   buiten spelen

r

7 Wat doe je het liefst in de paasvakantie?   op reis gaan   thuisblijven

20 Welke soort sport verkies je?   individuele sport   groepssport

es ex e

12 Wat kies je als je op zaterdag niets te doen hebt?   boeken lezen   films bekijken 13 Met wie vier je het liefst een verjaardagsfeestje?   met familie   met vrienden

Le

14 Wat zeg je als je je kamer moet opruimen?   ‘Oké, ik begin er direct aan.’   ‘Dat doe ik straks wel.’

1  Jezelf voorstellen

11


De beginletters van je voornaam Tip en van je achternaam vormen samen je initialen. Bestaat je naam uit meerdere woorden, dan gebruik je telkens de eerste letter.

2 Leer je klasgenoten kennen. a Stel je keuzes voor en luister naar die van je klasgenoten. b Kies minstens één klasgenoot die een andere keuze maakte en noteer de initialen bij het antwoord.

4 5 6 7 8

es ex e

9 10

alleen proberen hulp vragen boeken lezen films bekijken met familie met vrienden ‘Oké, ik begin er direct aan.’ ‘Dat doe ik straks wel.’ huistaken maken studeren voor toetsen wachten tot het groen is toch oversteken om net de helft te halen om 10/10 te halen een cadeau geld fastfood een gezonde maaltijd individuele sport groepssport

r

11 ◯◯ ◯◯ 12 ◯◯ ◯◯ 13 ◯◯ ◯◯ 14 ◯◯ ◯◯ 15 ◯◯ ◯◯ 16 ◯◯ ◯◯ 17 ◯◯ ◯◯ 18 ◯◯ ◯◯ 19 ◯◯ ◯◯ 20 ◯◯ ◯◯

aa

3

in België in een ander land de waarheid een leugentje om bestwil water frisdrank een strip een boek sporten in de zetel hangen eerst de gebruiksaanwijzing lezen uitproberen tot het werkt op reis gaan thuisblijven vroeg opstaan laat opblijven gamen buiten spelen in de winkel online

pl

2

◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

m

1

Pieter Berghmans → PB Mariam El Jallali → MEJ

c Informeer* naar de reden voor die andere keuze.

48 74

102

Als je een opdracht (luisteren, lezen, spreken en schrijven) goed wilt aanpakken, volg je best deze vier stappen: → Wat moet je doen? – oriënteren – voorbereiden → Hoe pak je dat aan? – uitvoeren → Je voert de opdracht uit. – reflecteren → Je denkt na over je aanpak en het resultaat. Neem van deze vier woorden de eerste letter en je krijgt het letterwoord OVUR.

Le

109

OVUR

informeren

12

DEEL 1


Naam

Klas

Nr.

Jezelf voorstellen 3 Schrijf een tekstje over jezelf. Volg de zes stappen. Kijk naar het voorbeeld van Emma. OV UR

a Selecteer* vier keuzes uit de enquête waarover je graag meer zou vertellen. #Emma

r

10, 12, 8, 19

OV UR

aa

Keuzes:

b Noteer kort waarom je deze keuzes maakte. Vertel telkens iets over jezelf. #Emma

Keuze

es ex e

Keuze

m

pl

Keuze 10 Shoppen is geweldig, maar écht niet met mijn mama! Wel op Zalando. Keuze 12 Elke maand ga ik naar de bib voor een of twee boeken. Mijn favoriete serie is De Grijze Jager. Keuze 8 Ik haat opstaan. Laat opblijven is leuker, want ik kijk graag tv of lees in mijn bed. Keuze 19 Met mijn vrienden duik ik het liefst binnen in de Quick. Ik ben een enorme fan van de Giant.

Keuze

c Verantwoord* je keuzes in een tekstje. Begin met Mijn naam is … Werk op een apart blad.

#Emma

Mijn naam is Emma De Roo.

Ik ben gek op shoppen, maar ik haat het om te gaan winkelen met mijn mama. Daarom bestel ik al mijn kleren online via www.zalando.be.

Elke maand kies ik een of twee boeken in de bibliotheek. Mijn favoriete serie is De Grijze Jager. Daarvan heb ik alle boeken twee keer gelezen. Hopelijk maken ze er ooit een film over!

Le

OV UR

Keuze

Opstaan vind ik echt verschrikkelijk. Ik blijf liever laat op. ’s Avonds kijk ik graag tv of lees ik in mijn bed. Het duurt soms tot 22 uur vooraleer mijn nachtlampje uitgaat. Als ik mag kiezen waar we gaan eten, dan kies ik voor Quick. Die heerlijke Giantburger doet me nu al watertanden. Maar ik hou ook wel van gezonde maaltijden, hoor! Mijn mama maakt lekkere slaatjes.

– Begin niet Tip elke zin met ‘ik’. – Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een gepast leesteken. – Sta stil bij de schrijfwijze van de woorden. – Maak je zinnen niet te lang.

d Herlees je kladversie en verbeter je zinnen tot je tevreden bent. Maak met kleuren, foto’s of tekeningen je tekst aantrekkelijker. 1  Jezelf voorstellen

selecteren verantwoorden

13


Verzorg je presentatie. Gebruik kleuren, foto’s, speciale letter­types, tekeningen …

e Maak je definitieve versie.

Tip

Ik ben gek op shoppen, maar ik haat het om te gaan winkelen met mijn mama. Daarom bestel ik al mijn kleren online via www.zalando.be.

aa

Opstaan vind ik echt verschrikkelijk. Ik blijf liever laat op. ’s Avonds kijk ik graag tv of lees ik in mijn bed. Het duurt soms tot 22 uur vooraleer mijn nachtlampje uitgaat.

pl

Elke maand kies ik een of twee boeken in de bibliotheek. Mijn favoriete serie is De Grijze Jager. Daarvan heb ik alle boeken twee keer gelezen. Hopelijk maken ze er ooit een film over!

r

Mijn naam is Emma De Roo.

OV UR

m

Als ik mag kiezen waar we gaan eten, dan kies ik voor Quick. Die heerlijke Giantburger doet me nu al watertanden. Maar ik hou ook wel van gezonde maaltijden, hoor! Mijn mama maakt lekkere slaatjes. f Is je tekst klaar? Gebruik de checklist om je tekst te controleren. Checklist

1 Elke zin begint met een hoofdletter.

es ex e

2 Het eerste woord van de zinnen varieert (bv. niet altijd beginnen met ‘ik’). 3 Mijn vier keuzes uit stap 1 komen aan bod.

4 Ik heb gelet op de schrijfwijze van de woorden. 5 De zinnen zijn niet te lang.

6 De tekst ziet er verzorgd uit.

Wat ging goed?

Le

Wat ging minder goed?

Mijn werkpunten bij een volgende schrijfopdracht: – –

g Stop je schrijffiche in je portfolio.

14

DEEL 1

ja

nee


Communicatie onderzoeken

2

Je leert … je oefent … – de onderdelen van het communicatiemodel. – communicatieve situaties onderzoeken.

pl

aa

r

1 Noteer hoe vaak je hiermee communiceert. Kies uit: meerdere keren per dag, dagelijks, wekelijks, maandelijks, jaarlijks, nooit.

m

2 Lees de e-mail. Vul het communicatiemodel aan voor de eerst verstuurde e-mail.

MJ

di 20/06 20:03

es ex e

Myrthe Jacobs <myrthe.jacobs@telenet.be>

AW Annelien Wagemans  X

RE: Knuffel vergeten

Hey Annelien

Ja, we hebben de knuffel gevonden. Ik zal hem morgen meenemen naar school. Tot dan! Myrthe

Le

Van: Annelien Wagemans [mailto: annelien.wagemans@gmail.com] Verzonden: maandag 19 juni 17:21 Aan: Myrthe Jacobs <myrthe.jacobs@telenet.be> Onderwerp: Knuffel vergeten Dag Myrthe Mijn broertje is daarstraks komen spelen op het verjaardagsfeestje van jouw zusje. Hebben jullie misschien een knuffel gevonden? Het is een wit schaapje. We denken dat hij die bij jullie vergeten is. Groetjes

Myrthe Jacobs

Annelien Wagemans

Annelien

2  Communicatie onderzoeken

15


Zender

kanaal

effect

Communicatiemodel

aa

3

ontvanger

1

r

doel

boodschap

Communicatie is het overbrengen of uitwisselen van informatie. Spreken met elkaar, iets naar iemand schrijven, een bericht sturen, whatsappen, e-mailen, een gebaar maken, iemand begroeten, een pictogram plaatsen … zijn allemaal voorbeelden van communicatie.

pl

De zender (schrijver, tekenaar, spreker …) heeft altijd een doel (iets meedelen, iets vragen …) voor ogen. Om dat doel te bereiken, kiest hij een kanaal (e-mail, gesprek, sms, brief …). De boodschap verstuurt hij naar de ontvanger (lezer, kijker, luisteraar …). Als het effect overeenkomt met het doel, dan is de communicatie geslaagd.

Met het communicatiemodel kun je elke vorm van communicatie onderzoeken of voorbereiden.

Zender

agente

Leerlingen veilig laten oversteken.

boodschap  Alle weggebruikers moeten stoppen. kanaal

lichaamstaal

es ex e

doel

m

Aan de schoolpoort regelt een agente het verkeer. Leerlingen wachten aan het zebrapad. De agente steekt haar hand omhoog. ontvanger

gebruikers

weg­

De weggebruikers stoppen.

effect

3 Lees de situatie*.

Le

Tijdens het ontbijt heeft Jonas zin in choco. Maar de pot staat niet op tafel. Hij vraagt: ‘Is er nog choco, mama?’ Zijn mama staat recht om de pot te halen.

a Vul het communicatiemodel aan. Zender

doel

de situatie

16

DEEL 1

boodschap

kanaal

ontvanger

effect


b Jonas vraagt: ‘Is er nog choco, mama?’ – Wat is een ‘normaal’ kort antwoord op een dergelijke vraag? – Is de communicatie geslaagd als mama dat antwoordt?

– Geef nog enkele voorbeelden van dergelijke ‘verzoeken’.

aa

– Wat zou Jonas nog kunnen zeggen om de chocopot op tafel te krijgen?

r

– Waarom stelt Jonas die vraag als hij niet echt dat antwoord wil?

pl

c Is de communicatie geslaagd?

4 Meneer Martens, de leraar wiskunde, is niet altijd even vrolijk. Wat bedoelt hij in deze situaties?

m

a Jordy wiebelt op twee poten van zijn stoel. Meneer Martens vraagt: ‘Jordy, hoeveel poten heeft een stoel?’

b Wat later informeert Jordy: ‘Meneer, wanneer kijken we eens een film?’ Meneer Martens antwoordt: ‘Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.’

es ex e

c Lisa tokkelt in de les op haar smartphone. Ze krijgt dit te horen: ‘Wat ben jij toch een harde werker!’

d Tijdens het uitdelen van de toetsen zegt meneer Martens: ‘Jordy, jij hebt je boeken weer niet vastgehad, hé?’

Boodschap

De boodschap is niet altijd wat er letterlijk gezegd wordt, want soms zit er ook betekenis achter de woorden, de lichaamstaal, het stemgebruik … Soms bedoelt de zender iets anders dan wat zijn letterlijke woorden weergeven. Je ziet je hond Max doodgraag, maar je noemt hem altijd liefkozend ‘rotbeest’.

Le

2

2  Communicatie onderzoeken

17


5 In Chef in je oor bereiden twee keukenklunzen een gerecht met de hulp van een topchef. Bekijk het fragment. a Wat is het effect van deze instructies*? – Chef: ‘Doe maar open. Daar zal je een klein aardappelmesje zien.’ – Chef: ‘Nu een savooikool.’

aa

r

b In dit fragment loopt het mis. Waar plaats je deze fout in de communicatie? Verklaar. De fout ligt bij … ◯◯ de zender. ◯◯ de boodschap. ◯◯ de ontvanger. ◯◯ het kanaal.

Ruis

Soms loopt er iets fout met de communicatie, waardoor de boodschap niet of verkeerd aankomt bij de ontvanger. Dat heet ruis of storing.

m

4

pl

c Hoe lost de chef dit probleem op?

6 Lees de situaties en kruis aan waar er sprake is van ruis.

es ex e

Tijdens de treinrit wil de conducteur je vervoersbewijs controleren. Hij zegt: ‘Goeie­morgen, vervoers­ bewijzen alstublieft.’ Maar jij reageert niet.

1

Je zit in de auto en je moeder belt. Als de wagen een tunnel inrijdt, valt de verbinding weg.

Er is ruis bij … ◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

de zender. de boodschap. de ontvanger. het kanaal.

Er is ruis bij … ◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

de zender. de boodschap. de ontvanger. het kanaal.

Er is ruis bij … ◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

de zender. de boodschap. de ontvanger. het kanaal.

Le

2

3

de instructie

18

DEEL 1

Een Antwerpenaar ziet een mooie puppy in een Limburgse dierenwinkel. Als hij binnenkomt, kijkt de uitbaatster hem vol verwachting aan. ‘Tis veur nen ongd!’ zegt de man. De vrouw antwoordt: ‘Kunt u dat nog eens herhalen?’


aa

r

7 Onderzoek de communicatieve situatie.

Zender

boodschap

doel

ontvanger

kanaal

es ex e

m

pl

2

effect

8 Onderzoek de communicatieve situatie.

Le

Deze sleutel past niet. Marie!

Zender

doel

papa

Ja, papa!?

Breng die Engelse sleutel eens!

boodschap

Euh … Die van de voordeur of de achterdeur?

ontvanger

Marie

kanaal

effect

Waarom is er ruis in de communicatie?

2  Communicatie onderzoeken

19


9 Onderzoek de communicatieve situatie. ••••• 4G 10:33 86%

i

Sofia Gisteren 21:33

Tot morgen, Karen Xx

Heb je snap gezien. Gij zijt ook echt stom!

aa

Vandaag 8:25

r

Salut x

gelezen 8:27

Zender

Karen

boodschap

doel

m

pl

iMessage

kanaal

ontvanger

effect

Sofia

es ex e

a Waaraan kun je zien dat Karen en Sofia vriendinnen zijn?

b Sofia heeft nog niet geantwoord. Kruis aan wat dat volgens jou betekent. ◯◯ Ze heeft even geen tijd om te antwoorden. ◯◯ Ze vindt het niet nodig om te antwoorden. ◯◯ Ze is boos, omdat Karen haar stom noemt. c Waarvoor dient de emoji in het bericht? Verandert de emoji de letterlijke boodschap?

Le

d Is de communicatie geslaagd?

e Wat kan er fout lopen in de communicatie?

20

DEEL 1


De bedoeling van de zender achterhalen

3 Voorkennis

2

Je leert … je oefent … – waarom zenders communiceren. – de bedoeling van de zender herkennen. – een communicatieve situatie onderzoeken.

communicatiemodel

1 Bekijk de fragmenten.

Fragment 2

Waarover gaat het fragment? (Wat heb je gezien?) Wie heeft dit fragment gemaakt? (Wie is de zender?) Wat is de bedoeling van de zender? Tot welk doelpubliek richt de zender zich? Waarom zou iemand naar dit filmpje kijken? Wat is de functie van humor in het filmpje?

Fragment 3

Waarover gaat het fragment? (Wat heb je gezien?) Wie heeft dit fragment gemaakt? (Wie is de zender?) Wat is de bedoeling van de zender? Tot welk doelpubliek richt de zender zich? Waarom zou iemand naar dit filmpje kijken? Zet de stappen voor een boeking in de juiste volgorde.

es ex e

a b c d e f

m

a b c d e f

aa

Waarover gaat het fragment? (Wat heb je gezien?) Wie heeft dit fragment gemaakt? (Wie is de zender?) Wat is de bedoeling van de zender? Tot welk doelpubliek richt de zender zich? Waarom zou iemand naar dit programma kijken? In het fragment wordt Danny op drie verschillende plaatsen gefilmd. Som deze plekken op.

pl

a b c d e f

r

Fragment 1

Je ontvangt een bevestigingsmail per e-mail.

Log in op je ‘Mijn Kazouprofiel’. Maak een Kazouprofiel aan.

Kies je droomvakantie in de Kazoukrant.

Klik op ‘Boek nu’.

Surf naar www.kazou.be.

Controleer wanneer je gekozen vakantie boekbaar wordt.

Le

De makers van dit fragment willen vooral …

FRAGMENT 1 2 3

a

een verhaal vertellen.

b

de kijkers beïnvloeden in hun gedachten, meningen of ideeën.

c

hun mening of standpunt geven aan de kijkers.

d

de kijkers informatie geven.

e

de kijkers uitleggen hoe je iets moet doen.

3  De bedoeling van de zender achterhalen

21


8

Doel van de zender Een zender heeft altijd een doel. Met zijn boodschap wil hij iets bereiken. De zender wil … – de ontvanger informeren. Hij geeft informatie, legt uit hoe iets zit. Met een Facebookbericht laat Yassin weten dat hij verhuisd is.

– zijn mening of standpunt geven aan de ontvanger.

aa

Met luide stem prijst de marktkramer zijn verse aardbeien aan.

r

– de gedachten, de mening of de ideeën van de ontvanger beïnvloeden.

Olivia vond het concert maar niks. Nour maakte haar duidelijk dat het concert door de lichtshow toch wel de moeite waard was. – instructies geven. Oma legt uit hoe ik een cake moet bakken.

pl

– een verhaal vertellen.

Tijdens het kampvuur las Matteo een griezelverhaal voor.

m

2 Bekijk het programmaoverzicht. Noteer naast elk programma het belangrijkste doel van de programmamakers. DE ONMIS BA RE T V-PRO G R A MM A’ S 22:35

20:30

19:45

16:10

17:00

REALITY

REALITY

LIVESHOW

SERIE

REALITY

SERIE

De dagschotel

De rechtbank

4EVER

Culinair magazine waarin een van de njam-chefs een eenvoudig en lekker gerecht klaarmaakt dat de kijker thuis gemakkelijk kan namaken

WOORD EN WEDERWOORD IN DE RECHTBANK

Slotshow Iedereen Tegen Kanker

Zelf een voetbal­ tafel maken

es ex e

18:55

Le

Peppe verklapt ons vandaag zijn supersimpel receptje om zeeduivel te bereiden met een jasje van gebakken aubergine en een sausje van olijven en kerstomaten. Scoren maar!

22

DEEL 1

Veel mensen leren uit hun fouten na een confrontatie met het gerecht, maar sommige bezoekers in de rechtbank blijven hardleerse wetsovertreders. Een huurgeschil, een aanranding, drugsproblematiek … Het zijn zware feiten, maar in De rechtbank hoor je het verhaal van beide kanten.

IEDEREEN TEGEN KANKER SLUIT ACTIE MET GROTE SHOW OP ÉÉN

Met de campagne Iedereen Tegen Kanker werd iedereen deze maand opgeroepen om zelf acties op poten te zetten. In deze slotshow wordt duidelijk hoe hard Vlaanderen werd gemobiliseerd om geld in te zamelen voor het goede doel. Tijdens de liveshow kun je bellen om geld over te schrijven.

Vlaamse realistische fictiereeks over de vrienden Emma, Robin, Lore en Gamil. Ze verschillen van karakter, maar hun vriendschap verbindt hen Lore is erg aangedaan door de gebeurtenissen met haar leerkracht gitaar. Robin is in de war door het nieuws over zijn vader. Emma heeft nog steeds gevoelens voor Gamil. Gamil vreest voor zijn rapport. Kortom, de zorgen stapelen zich op ...

Het doe-hetzelfprogramma voor de handige klusser Tijd om je vrienden uit te nodigen, want wij tonen je hoe je zelf een voetbaltafel kunt maken van multiplex.

STIP IT! De Move tegen pesten wordt georgani­seerd door Ketnet en het Vlaams Netwerk ‘Kies Kleur tegen Pesten’ Antipestexperte Kristl Habils beantwoordt vragen over pesten. Vandaag: ‘Als ik zie dat iemand gepest wordt, durf ik niet altijd te helpen, omdat ik bang ben dat ze mij ook gaan pesten.’ Ontdek hier alles over de Move tegen pesten en hoe jij kunt helpen om pesten te voorkomen.


De dagschotel

b

De rechtbank

c

Slotshow Iedereen Tegen Kanker

d

4EVER

e

Zelf een voetbaltafel maken

f

STIP IT!

aa

a

r

De programmamakers willen …

3 Beantwoord de vragen nadat je het beeldfragment bekeken hebt.

pl

a Wat wordt er verteld in het beeldfragment? b Van wie is de informatie afkomstig? c Wat is de belangrijkste bedoeling van de maker van dit fragment?

es ex e

m

d Hoe wordt de boodschap in beeld gebracht? e Welke doelen hadden de programmamakers nog voor ogen?

Hoofddoel en nevendoel

Terwijl hij zijn hoofddoel probeert te bereiken, werkt de zender meestal ook aan nevendoelen. Met zijn reportage over de verdwijnende koraalriffen wil de cineast de kijkers vooral beïnvloeden in hun gedachten en aantonen dat de toestand zorgwekkend is. De makers tonen ook hoe koraal eruitziet, leggen uit wat koraal precies is en waar de riffen zich bevinden (informeren).

Le

8

3  De bedoeling van de zender achterhalen

23


24

DEEL 1

de bewering

f Wat zou je veranderen aan de tekst? e Welk effect heeft dit?

Le

d Wat valt op als je naar de zinsbouw kijkt bij de uitleg van elke bewering? a Is de tekst duidelijk? b Is de tekst correct? c Is de tekst aantrekkelijk?

es ex e WAAR: Een goudvis reageert op zonlicht. Een goudvis krijgt zo zijn gouden kleurtje. Een goudvis maakt geen pigment aan zonder zonlicht. Een goudvis wordt dan wit.

WAAR: Haaienhuid is erg ruw. Haaienhuid werd vroeger door oude vissersvolkeren gebruikt om mee te schuren.

3  Haaienhuid wordt gebruikt als schuurpapier.

WAAR: Nijlpaarden hebben een rood pigment in hun huid. Nijlpaarden zijn ook rozig van kleur. Nijlpaarden produceren inderdaad roze melk, omdat het rood pigment de witte melk roze maakt.

m

WAAR: Een jachtluipaard bereikt in slechts drie seconden een topsnelheid van 95 km per uur. Jachtluipaarden hebben immers een bijzondere bouw. Jachtluipaarden hebben een heel flexibele wervelkolom. Jachtluipaarden kunnen hun poten daardoor heel ver strekken. Jachtluipaarden kunnen met één stap dan ook zes meter afleggen.

5  Een goudvis wordt wit in het donker.

2  Nijlpaarden hebben roze melk.

4  Een jachtluipaard is sneller dan een Ferrari.

aa

pl

NIET WAAR: Een kameel leeft in de woestijn. Een kameel slaat geen water op in zijn bulten. Een kameel gebruikt zijn bulten als vetopslagplaats. Een kameel gebruikt het vet in zijn bulten tijdens lange trektochten zonder eten of drinken.

1  Een kameel heeft water in zijn bulten.

r

waar of niet waar? 1 Lees de beweringen*.

Je leert … je oefent … – het onderwerp in een zin vinden. – dat een onderwerp een woord, een woordgroep of een zin kan zijn. – betere teksten schrijven door het onderwerp te verplaatsen of aan te passen.

Met gevarieerde onderwerpen betere teksten schrijven

4


2 Lees de tekst. Over wie of waarover wordt in de zinnen iets gezegd? Noteer het onderwerp en geef aan of het onderwerp uit een woord (W), een woordgroep (WG) of een zin (Z) bestaat. 1 Met misleidende letters

aa

r

ontwerp je snel een geheimschrift. 2 Die code kunnen anderen dan moeilijk ontcijferen.

Geheimschrift Kom je? → Kdoamd jxem?

Kom je morgen mee? → Komj emor genm eeab? → Baee mneg rome jmok?

m

4 Een ander gemakkelijk geheimschrift is snel gevonden. 5 Groepjes van elk vier letters vormen de basis. 6 Op het einde vullen misleidende letters de zin aan.

7 Wie het moeilijker wil maken, zet deze woordgroepen ook in omgekeerde volgorde.

pl

3 Zo werkt het. Je plaatst na elke letter een andere nietszeggende letter.

es ex e

Kom je morgen mee? → Komj emor genm eeab?

Mensen die geen puzzeltalent hebben, worden moedeloos van zo’n geheime boodschap. 8 Wie graag puzzelt, kraakt wel eens een code. 9 Het fijne gevoel als je de code kraakt, zorgt voor een kick bij de codebrekers.

W WG Z

2

W WG Z

Le

1

3

W WG Z

4

W WG Z

5

W WG Z

6

W WG Z

7

W WG Z

8

W WG Z

9

W WG Z

4  Met gevarieerde onderwerpen betere teksten schrijven

25


169

Onderwerp Een zin bestaat uit twee hoofddelen: het onderwerp en de zinsdelen die iets over dit onderwerp zeggen. Het zinsdeel waarover in een zin iets gezegd wordt, noem je het onderwerp (O). → Kobe = O → een kat = O

Zij is bang van spinnen. Het dochtertje van de buren is bang van spinnen. Het meisje dat altijd zingt, is bang van spinnen.

aa

Een onderwerp kan bestaan uit een woord, een woordgroep of een zin.

r

Kobe houdt erg van katten. Over wie wordt iets gezegd? Een kat is een tam dier. Waarover wordt iets gezegd?

(O = één woord). (O = een woordgroep) (O = een zin)

m

pl

3 Lees de tekst. Noteer het onderwerp en geef aan of het onderwerp uit een woord (W), een woordgroep (WG) of een zin (Z) bestaat.

es ex e

Zinkgat

1 Heb jij ooit al eens een zinkgat gezien? 2 Zinkgaten zijn grote gaten in de grond die plotsklaps ontstaan. 3 De kraters kunnen klein, maar ook heel groot, diep en breed zijn. Ze kunnen overal ontstaan: onder een huis, op de snelweg, onder een winkel … 4 In een paar seconden zakt een stuk grond helemaal weg.

1

W WG Z

2

W WG Z

3

W WG Z

4

W WG Z

5

W WG Z

6

W WG Z

7

W WG Z

8

W WG Z

9

W WG Z

10

W WG Z

Le 26

5 Alles wat erop staat, valt in een diep gat. 6 Soms kan niets of niemand nog worden gered. Overal ter wereld kunnen de kraters plotseling verschijnen. 7 Op plaatsen waar er veel zout in de bodem zit, is de kans op zinkgaten groter. 8 Water kan de zoutlaag immers oplossen. 9 Langzaamaan ontstaat dan een groot gat onder de aard­ korst. Het allergrootste zinkgat is 662 m diep. 10 Wie het wil bekijken, moet naar China trekken.

DEEL 1


4 Schrijf het onderwerp over. Duid aan of het enkelvoud (enk.) of meervoud (mv.) is. Noteer door welke van deze woorden je het onderwerp kunt vervangen*: ik, jij/je, het, zij/ze, hij, wij en jullie. 1 Sommige mensen geloven dat het getal 13 ongeluk brengt. 2 Op vrijdag de dertiende blijft mijn tante daarom de hele dag in bed liggen. 3 Wie extreem bang is voor het getal dertien, lijdt aan triskaidekafobie. 4 De vreemde naam is afkomstig van de Griekse woorden voor dertien en angst. 5 Hotels die hier reke­ ning mee houden, hebben geen dertiende verdieping. 6 Mijn ouders en ik slapen liever niet in hotelkamer dertien. 7 Willen jij en je vriendinnen op rij dertien in een vliegtuig zitten? 8 En ben jij bang voor de dertiende les in dit boek? 9 Wie maakt eindelijk eens komaf met dit b ­ ijgeloof?

1

m

onderwerp

pl

aa

r

Opgelet: dit is Tip een stapelopdracht. Voor deze oefening moet je voor elke zin drie zaken doen. 1 Je zoekt het onderwerp en schrijft het op. 2 Je duidt aan of het onderwerp enkelvoud of meervoud is. 3 Je noteert door welk woord uit de lijst je het onderwerp kunt vervangen.

5

6

7

8

9

2 3

es ex e

4

Onderwerp

Het onderwerp kan in de 1ste, 2de of 3de persoon staan, zowel in het enkelvoud als in het meervoud. Ik bak koekjes. Jullie brengen het cadeau mee.

Le

169

ENK./MV. vervang onderwerp

→ ik = O → jullie = O

→ ik = 1ste pers. enk. → jullie = 2de pers. mv.

persoon

enkelvoud

meervoud

1ste persoon

ik

wij, we

2de persoon

jij, je, u

jullie

3de persoon

hij, zij, het, Domien, Frauke, de hond, het huis, de jongen die danst …

zij, ze, Domien en Frauke, de honden, de huizen, de jongens die dansen …

vervangen

4  Met gevarieerde onderwerpen betere teksten schrijven

27


a Een kameel gebruikt zijn bulten als vetopslagplaats.

b De melk van een nijlpaard is roze.

c De huid van haaien is erg ruw.

d Jachtluipaarden hebben een bijzondere bouw.

e Goudvissen worden wit in het donker.

a Hij leeft in de woestijn.

aa

6 Vervang het onderwerp door een woordgroep van minstens drie woorden.

r

5 Vervang het onderwerp door een woord.

b Ze zijn ook rozig van kleur.

c Haaienhuid wordt gebruikt als schuurpapier.

e Hij wordt dan wit.

7 Vervang het onderwerp door een zin.

pl

d Een jachtluipaard bereikt in drie seconden een topsnelheid.

m

a Een kameel gebruikt zijn bulten als vetopslagplaats.

b Nijlpaarden zijn rozig van kleur.

es ex e

c Haaienhuid is erg ruw.

d Jachtluipaarden kunnen hun poten daardoor heel ver strekken.

e Een goudvis wordt wit.

8 Wissel het onderwerp van plaats, zodat het niet steeds vooraan staat. a Een kameel gebruikt het vet in zijn bulten tijdens lange trektochten.

Le

b Nijlpaarden produceren roze melk, omdat het rood pigment de witte melk roze maakt.

c Haaienhuid werd vroeger gebruikt om mee te schuren.

d Jachtluipaarden kunnen met ĂŠĂŠn stap zes meter afleggen. e Een goudvis maakt geen pigment aan zonder zonlicht.

28

DEEL 1


9 Kies een dier uit de tekst van opdracht 1 en herschrijf de alinea tot een aantrekkelijk geheel.

aa

r

10 Gebruik deze zin om te antwoorden op de vragen. Je begint telkens met andere woorden. Ayoub speelt zaterdagavond volleybal in de sporthal met zijn vrienden. a Wanneer speelt Ayoub volleybal?

d Met wie speelt Ayoub volleybal?

Volgorde van de zinsdelen

m

174

c Waar speelt Ayoub volleybal?

pl

b Wat speelt Ayoub zaterdagavond?

Als je onderwerpen telkens vooraan staan, klinkt je tekst eentonig. Je kunt andere zinsdelen vooraan plaatsen om je tekst aantrekkelijker te maken. Het eerste zinsdeel krijgt soms de nadruk.

es ex e

Wij spelen volgende week een belangrijke wedstrijd op verplaatsing. Volgende week spelen we een belangrijke wedstrijd op verplaatsing. Een belangrijke wedstrijd spelen we volgende week op verplaatsing. Op verplaatsing spelen we volgende week een belangrijke wedstrijd.

11 In deze tekst staan alle onderwerpen vooraan in de zin. Maak de tekst aantrekkelijker door meer variatie in de zinsbouw te brengen. Noteer de nieuwe tekst.

Le

Ik zal onze driedaagse niet snel vergeten. Al mijn vrienden waren mee. We speelden op de eerste avond een huiveringwekkend detectivespel. We zochten tips in het bos rond de kampplaats. We streden om het hardst om de titel. Een oude, akelige man dook plots op van achter een boom. Hij zwaaide al tierend met een honkbalknuppel. We waren vreselijk bang. We holden de benen van onder ons lijf om aan de kampplaats te geraken. Onze leiders lachten om het hardst. Zij hadden zelf voor de boeman gezorgd. En wij waren er weer eens flink ingetrapt …

4  Met gevarieerde onderwerpen betere teksten schrijven

29


aa

r

12 Maak dit tekstje aantrekkelijker. Wijzig de volgorde in enkele zinnen. Verander ook het onderwerp enkele keren.

pl

Myriam stapt uit de trein. Myriam kijkt nerveus rond. Myriam zoekt ongeduldig naar haar tante. Myriam ziet haar tante nergens. Myriam ziet haar opeens op het andere perron. Myriam slaakt een zucht van opluchting.

m

es ex e

13 Onderstreep het onderwerp in deze vragen.

Welke lijm moet ik hiervoor gebruiken? Wat heeft de kandidaat allemaal gezongen? Wat maakt daar toch zoveel lawaai? Welke artiest staat op nummer ĂŠĂŠn in de hitlijst? Wanneer zou opa nu eigenlijk verjaren? Wat heeft die wijkagent allemaal verteld? Wie heeft jou de oorbellen voor jouw verjaardag gegeven? Waarom stoort de formulering* van mijn vraag je zo?

Le

a b c d e f g h

de formulering

30

DEEL 1


Teksten verkennen

Voorkennis

2

communicatiemodel

3

bedoeling van de zender

Je leert … je oefent … – het teksttype en de lay-out van een tekst benoemen. – een tekst oriënterend lezen. – het onderwerp van een tekst bepalen. – een tekst opmaken.

Portfolio

aa

1 Kijk naar de teksten. Plaats bij elk teksttype het nummer van een tekst.

r

5

m

pl

Richt de wereld in naar je eigen zin.

3

Pippi Langkous

es ex e

2

4

Rijkevorsel

1

Le

Op 1 augustus ben ik jarig.

5

Kom je zaterdag meevieren? Tijd voor een zwemfeestje! We beginnen om 16 uur bij mij thuis. Laat je weten of je komt?

Omschrijving € BOTERSANDWICHES 1,80    2 x 0,90 LOVILIO/MOZZARELLA 0,42 CROWNFIELD/CORNFLAKES 0,79 SOLO MARGARINE 1,59 SAINT ALBY/BLOKPATÉ 0,99 VITAKRONE/VLEESSALADE 0,89 BELGIX/MINI SUIKERWAFELS 1,39 –––––––– TE BETALEN   8 art. 7,87 ======= Betaalkaart 7,87

0261 155077/01 11:34 BE 0451.881.923 RPR/RPM Gent

6

het kasticket

de quote

de affiche

het toegangsticket

de uitnodiging

de kalender 5  Teksten verkennen

31


16

Teksttype Een teksttype is de naam voor teksten met dezelfde kenmerken. Door naar de opmaak van een tekst te kijken, herken je vaak het teksttype. een affiche, een grafiek, een stripverhaal, een uurrooster, een verjaardagskaartje …

es ex e

m

pl

aa

r

2 Tijdschriftmakers richten zich tot een doelpubliek. Geef telkens het doelpubliek. Noteer ook drie onderwerpen waarmee de tijdschriftmakers dat doelpubliek lokken. De titels op de cover zetten je op weg.

Le

32

DEEL 1


m

4 Bekijk de cover.

pl

aa

r

3 Het doelpubliek van National Geographic en dat van National Geographic Junior verschilt in leeftijd. Waaraan merk je op de covers het verschil in aanpak?

es ex e

a Welke informatie kun je op de cover lezen?

b Welke extra informatie verklappen de illustraties op de cover?

c Waarover zou dit boek gaan?

Le

d Wat weet je over de auteurs?

e Wat is de bedoeling van de auteurs?

f Voor wie is dit boek bedoeld?

g Zou je het boek willen lezen? Waarom (niet)? h Welke vraag zou jij stellen? 5  Teksten verkennen

33


5 Bekijk de tekst uit het boek Ik heb een vraag. a Noteer deze termen op de juiste plaats. Kies uit: de laatste alinea – de bronvermelding – de inleiding – de titel – de tussentitel.

WAAROM LANDT EEN KAT ALTIJD OP HAAR POTEN?

Lesnr footer: xx

K

aa

atten landen inderdaad meestal op hun poten, maar dat is niet altijd het geval. Twee eigenschappen zijn daarbij heel belangrijk: een goed evenwichtsgevoel en een grote lenigheid.

r

DIETER, 14 JAAR

Goed evenwichtsgevoel

lenigheid

lichaamscontrole

Soms mislukt

m

oude, dove katten

te weinig tijd

Bioloog Anton Van de Putte, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

20

LES 5

es ex e

b Bekijk de titel. Waarover gaat de tekst volgens jou?

c Bekijk de tussentitels. Voegen die nog informatie toe?

d Bekijk de illustraties. Voegen die nog informatie toe?

Le

e Bekijk de vetgedrukte woorden. Welke nieuwe informatie geven zij?

f Welke nieuwe informatie kun je uit de bronvermelding afleiden?

g Lees nu de inleiding. Klopt je idee over de inhoud van de tekst nog? Waarom?

h Zou je de tekst helemaal willen lezen? Waarom (niet)?

34

DEEL 1

Uit: Ik heb een vraag, wetenschappers geven antwoord, Bart Coenen en Stefanie Dehennin

pl

Zo lenig als een kat

21

LES 5


51

Oriënterend lezen

r

Als je een tekst voor het eerst ziet, ga je oriënterend lezen. Je bekijkt eerst de titel, de tussentitels, de illustratie(s), de opgemaakte woorden en de bronvermelding. Daarna lees je de inleiding. Zo kom je al veel te weten over de tekst. Je kunt het onderwerp van de tekst achterhalen en ook het teksttype, het doelpubliek en misschien het doel van de schrijver ontdekken. Zo beslis je of je de tekst kunt gebruiken en of je die wel wilt lezen. Oriënterend lezen gebeurt vaak automatisch, zonder dat je je ervan bewust bent. Ervaren lezers kunnen heel goed oriënterend lezen. oriënterend lezen Om een eerste indruk van de tekst te krijgen. Om onderwerp, teksttype, doelpubliek … te bepalen.

Je let op …

de titel de illustraties opvallende woorden

aa

Waarom?

6 Lees de tekst oriënterend.

?

m

WIE WIL

pl

de schrijver de bron …

es ex e

MIJN IDEE

Y

Le

ES! Het is gelukt, je hebt een idee voor je eigen zaak waar je zelf helemaal blij van wordt. Maar dan komt de vraag: wie nog meer? Met andere woorden: wie wordt jouw doelgroep? Om dat te ontdekken is een marktonderzoek nodig. Dat is een onderzoek naar de mensen die jouw product of dienst straks willen kopen.

Wat hoort bij wie? Welk product is voor welke doelgroep?

A

B

1

3

C

D

2

E 5 4

1

2

3

4

5

5  Teksten verkennen

35


Hulp van hashtags Om de mening van veel mensen te leren kennen, zijn de sociale media een ideaal kanaal. Dat is vooral handig als jouw doelgroep je al volgt.

te liken. Handig! Als je liever mensen wilt bereiken die je niet kent en die jou niet kennen, dan kun je gebruikmaken van hashtags. Bijvoorbeeld: #armbandjes #diy (staat voor ‘do it yourself’, zelfgemaakt) #watvindjij.

r

Stel: je maakt leuke armbandjes. Je hebt heel veel ideeën en materialen en je wilt weten waarmee je het beste verder kunt. Waar is de meeste vraag naar? Gebruik dan de sociale media. Post je foto’s en vraag je volgers om hun favoriete armbandjes

H UH?

aa

Wie wordt jouw doelgroep? ls ondernemer is het heel belangrijk om precies te weten wie jouw doelgroep is. Voor wie is jouw product bedoeld? Je kunt daarbij denken aan leeftijd, jongens of meisjes, woonplaats, beschikbaar budget ... Make-up is bijvoorbeeld wel interessant voor veel meisjes, maar niet voor de meeste jongens. Hoe meer je van je doelgroep weet, hoe beter je jouw product (en de reclame) daarop kunt afstemmen.

A

pl

Doelgroep?

1

2

Je kunt een onderzoek doen. Vraag mensen waar ze van houden of waar ze naar op zoek zijn. Misschien kom je er zo achter dat jouw vrienden erg van kaas houden. Dan ga je daar toch een handeltje in beginnen.

es ex e

Wat is een doelgroep? Dat zijn de mensen die jouw product of dienst wel willen. Maar hoe kom je er nu achter wie dat precies zijn? En wat zijn de noden van jouw doelgroep eigenlijk?

m

Tip

Le

5 Je wilt ook graag weten hoeveel geld jouw doelgroep kan besteden. Wat willen jouw vrienden betalen voor een lekker stukje kaas? En hoeveel hebben oude mensen over voor een mooie leesbril? Dat kun je vernemen door het te vragen.

36

DEEL 1

4 Je hebt een idee. Je gaat met je brillen naar het bejaardenhuis. Daar wonen oude mensen en die hebben vaak slechte ogen. Je hebt je doelgroep gevonden.

6 Als je goed weet wie jouw doelgroep is, kan je beter verkopen. Weet jij al wie jouw doelgroep is?

Naar: Dat is je eigen zaak, P. Smeulders & A. Bon

3

Het kan ook andersom. Jij hebt iets wat je graag wilt verkopen, maar je weet niet precies aan wie. Stel dat je op de rommelmarkt een stapel leesbrillen hebt gekocht. Aan wie zou je die dan verkopen?

Doe een onderzoek altijd bij meerdere mensen. Hoe meer mensen je bevraagt, hoe beter je je doelgroep leert kennen en hoe beter je je product op hen kunt afstemmen. Stel de mensen uit jouw doelgroep bijvoorbeeld deze vragen: • Lijkt dit product je handig en leuk? • Zou je het willen hebben? • Wat vind je er leuk aan? • Waarom valt het product niet bij jou in de smaak? • Hoeveel zou je ervoor willen betalen? • Wat kan ik aanpassen om het beter te maken?


a Waarover gaat de tekst waarschijnlijk?

b Welke elementen hielpen je om het onderwerp van de tekst te vinden?

e Wat doet de jongen in de kader?

pl

d Wat is de bedoeling van het spelletje naast de inleiding?

aa

r

c Lees enkel de inleiding. Kruis daarna aan wat past. De auteur … ◯ legt uit wat een doelgroep en een marktonderzoek is. ◯◯ vertelt hoe je een zaak moet opstarten. ◯◯ maakt je nieuwsgierig naar de rest van de tekst. ◯◯ verklapt waarover de tekst zal gaan. ◯◯ overtuigt je om de volledige tekst te lezen. ◯◯ somt al enkele mogelijke producten en doelgroepen op.

m

f Wie is het doelpubliek van deze tekst? Waaraan merk je dat?

es ex e

g Wat is de bedoeling van de auteur?

h Kruis de elementen aan die je in de tekst ziet. ◯◯ cursieve woorden ◯◯ felle kleuren ◯◯ gemarkeerde woorden ◯◯ grote beginletters ◯◯ grote letters ◯◯ illustraties

onderstreepte woorden speciale lettertypes tekeningen vetgedrukte woorden witregels woorden in hoofdletters

Onderwerp

Een tekst gaat ergens over. Dat is het onderwerp. Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is. Door oriënterend te lezen, ontdek je vaak het onderwerp.

Le

19

◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

De illustrator plaatste bij een artikel een foto van een olifant. Boven de tekst staat de titel ‘Olifanten weten wat samenwerking is’. →  onderwerp van de tekst = olifanten

5  Teksten verkennen

37


7 De titels, tussentitels, inleidingen en afbeeldingen van drie teksten zijn door elkaar gehutseld. Titels – Niet leven, maar gamen! – Van gamen word je slim! – Maak je eigen game!

aa

r

Inleidingen 1 Gamen is niet alleen verslavend, het scherpt ook het brein aan. Gamen maakt je aan­ dachtiger en helpt je informatie te verwerken, vlotter te schakelen en beter te onthouden. 2 Eén op de tien puberjongens is verslaafd aan gamen. Hoe weet je dat als ouder? ‘Als wij een dag weg waren, at hij niet.’ 3 Ooit ervan gedroomd om je eigen game te ontwerpen? Tegenwoordig hoef je niet meer te kunnen programmeren om een spel te ontwikkelen. In dit artikel tonen we jullie enkele sites waarmee je aan de slag kunt. Een voorwaarde is een basiskennis Engels.

pl

Tussentitels 4 Buildbox 5 Moeders voelen zich schuldig 6 Breinboosters 7 Flappy code 8 Het positieve effect wordt steeds duidelijker 9 De Messi’s van de gamewereld

es ex e

m

Illustraties

10

11

12

a Combineer elke titel telkens met een inleiding, twee tussentitels en een illustratie. Niet leven, maar gamen! Van gamen word je slim! Maak je eigen game!

inleiding

nr.

tussentitels

nr.

illustratie

nr.

nr.

+ nr.

nr. nr.

nr. + nr.

nr.

+ nr.

nr.

Le

b Wat is het onderwerp van alle teksten?

18

Lay-out

Door een goede lay-out kun je een tekst aangenaam en duidelijk maken. Enkele mogelijkheden: vetjes zetten, cursief zetten, onderstrepen, lettergrootte aanpassen, kleuren gebruiken, illustraties (tekeningen, foto’s …) toevoegen, witruimte gebruiken, spatie zetten … Opgelet: te veel is te veel! Een te drukke lay-out maakt de tekst moeilijk leesbaar.

38

DEEL 1


Naam

Klas

Nr.

Een tijdschriftartikel lay-outen

aa

r

8 Volg het stappenplan en lay-out een tijdschriftartikel. Kies een van deze vier situaties.

situatie 2

Lay-out de tekst Mens naar Mars voor een volwassenentijdschrift. Volg het stappenplan.

Lay-out de tekst Freeze! voor een jongerentijdschrift. Volg het stappenplan.

situatie 4

es ex e

situatie 3

m

pl

situatie 1

Zoek zelf een tekst die je in een jongerentijdschrift zou publiceren. Maak zelf een passende lay-out. Gebruik je fantasie.

OV UR

OV UR

a Oriënteer je op de opdracht. – Wat is de bedoeling van het tijdschriftartikel? – Wat is het onderwerp van het tijdschriftartikel? – Wie is het doelpubliek van het tijdschriftartikel? – Bekijk in de evaluatiefiche op welke criteria* je straks wordt geëvalueerd. b Gebruik de tekst die je krijgt of zoek zelf een tekst. c Verzamel foto’s die passen bij het onderwerp van je artikel en die geschikt zijn voor het doelpubliek. d Volg het stappenplan of ga zelf creatief aan de slag. Stap 1 Kies voor de hele tekst het lettertype Verdana. Stap 2 Gebruik voor de titel lettergrootte 20. Maak de letters vet en geef ze een rode kleur. De titel centreer je. Stap 3 Zet alle tussentitels vet en gebruik lettergrootte 16. Stap 4 Voor de inleiding gebruik je cursieve letters. De tekst van de inleiding vul je uit. Stap 5 Gebruik lettergrootte 12 voor de tekst van de alinea’s. Alinea’s scheid je d.m.v. een witregel. Stap 6 Zoek een afbeelding die past bij het onderwerp van de tekst. De afbeelding plaats je naast de eerste alinea. Stap 7 Voor de bronvermelding gebruik je lettergrootte 8. De bron lijn je rechts uit.

Le

OV UR

Zoek zelf een tekst die je in een volwassenen­ tijdschrift zou publiceren. Maak zelf een passende lay-out. Gebruik je fantasie.

het criterium

5  Teksten verkennen

39


OV UR

e Beoordeel elke uitspraak over je tijdschriftartikel met een score op 5. Wissel daarna je tekst met een klasgenoot. Geef ook hem/haar scores. Mijn score

Klasgenoot

1 De hele tekst staat in een leesbaar lettertype en past bij het doelpubliek.

4 De inleiding is duidelijk aanwezig. 5 De alinea’s zijn duidelijk gescheiden van elkaar.

7 De bronvermelding is correct.

es ex e

Wat ging minder goed?

m

Wat ging goed?

pl

6 De foto’s passen bij het onderwerp en het doel­ publiek van de tekst.

Mijn werkpunten bij een volgende schrijfopdracht: – –

Le

f Stop je schrijffiche in je portfolio.

40

DEEL 1

aa

3 De tussentitels zijn kleiner dan de titel en vallen op.

r

2 De titel is voldoende groot en valt op.


Korte gesprekken voeren

Voorkennis

1

OVUR

2

communicatiemodel

3

bedoeling van de zender

Je leert … je oefent … – hoe je een spreekopdracht aanpakt. – iemand begroeten, bedanken en een gesprek afsluiten. – doorvragen om meer informatie te bekomen. – formele en informele taal gepast gebruiken. – actief luisteren.

r

6

Waarom komen hier zoveel mensen samen? Waarvoor dienen de kaartjes op de tafel? Wat betekent: Er zijn meer gegadigden dan stoelen? Welke uitspraken zijn waar? ◯◯ De mensen komen uit alle Vlaamse provincies. ◯◯ Deze mensen leren nog maar net Nederlands. ◯◯ Sommige mensen willen hun Nederlands oefenen. ◯◯ Vlamingen schakelen te snel op een andere taal over. e Verzin* samen met je buur vijf vragen die op de kaartjes zouden kunnen staan.

es ex e

a b c d

m

pl

aa

1 Bekijk het fragment.

2 Welke extra vragen zou jij hier stellen om een uitgebreider* antwoord te krijgen? Vliegangst!

Hou jij van muziek?

Le

Wat is jouw grootste angst?

Ja.

verzinnen uitgebreid

6  Korte gesprekken voeren

41


3 Ga op speeddate met je klasgenoten en bespreek nadien het verloop ervan. a b c d

Bij welke vraag had je het vlotste gesprek? Bij welke vraag liep het gesprek het moeilijkst? Welke vraag zou je gebruiken om met een onbekende in gesprek te gaan? Welke vraag zou je nooit stellen aan een onbekende?

r

4 Welke vragen zou jij uitvoerig beantwoorden? Leg bij één vraag uit waarom je dat niet zou doen. Bedenk ook bijvragen die je wel aan het praten krijgen.

Is vriendschap belangrijk voor jou?

b

pl

a

aa

Welke taken krijg jij thuis?

m

Waar is je agenda?

d

es ex e

c

Hangt er een poster boven jouw bed?

120

Open en gesloten vragen

Je kunt open en gesloten vragen stellen. Op een open vraag kun je uitgebreid antwoord geven. De vraag begint vaak met een vraagwoord. Waarom ga je graag op reis?

Le

Bij een gesloten vraag kun je kiezen uit een aantal antwoordmogelijkheden of is het antwoord ja of nee. Een ja-neevraag is dus ook een gesloten vraag. Wil je mokka-ijs of aardbeienijs? Ben je vandaag jarig?

Soms krijg je niet meteen een duidelijk antwoord. Dan moet je doorvragen. Je stelt dan een extra vraag. Kunt u dat even herhalen? Wil je dat nog een keer uitleggen? Kun je een voorbeeld geven? Wat bedoel je precies met …?

42

DEEL 1


afsluiter

Je vraagt ’s morgens aan een voor jou onbekende leerkracht om een taak in het vakje van jouw leerkracht te leggen.

Foto situatie

begroeting

aa

begroeting

m

pl

afsluiter

es ex e

Je bent nieuw in de school en je wilt een klasgenoot iets vragen.

Foto situatie

begroeting

afsluiter

Aan de schoolpoort onthaal je de bezoekers voor de ouderavond.

Formele en informele taal

Le

14

r

5 Speel de situaties en noteer een mogelijke begroeting en afsluiter.

Gebruik gepaste taal in elke situatie. Formele taal gebruik je bij plechtige gelegenheden of bij onbekende personen. Je houdt zo wat afstand. Goedemorgen mevrouw, kunt u me de weg naar het station wijzen?

Informele taal gebruik je in meer vertrouwde situaties. Je hebt een persoonlijke band met de ontvanger. Hey Malika, weet jij hoe we het best naar de sporthal fietsen?

6  Korte gesprekken voeren

43


6 Bekijk het fragment. a b c d

Waarover praten Karin, Rani en Beau? Hoe tonen ze alle drie dat ze geïnteresseerd zijn in wat de ander vertelt? Hoe moedigt Karin Beau en Rani aan om verder te praten? Welke soort vragen stelt Karin?

7 Bekijk het fragment.

r

Hoe begroet Britt de dame aan de balie? Hoe merk je dat Britt actief luistert? Hoe wordt het gesprek afgerond? Wat heeft Britt daarna waarschijnlijk nog gedaan, zonder dat het hier in beeld komt? Beoordeel hoe Britt het gesprek voerde. Geef haar telkens een cijfer op 3. – Britt begroet de loketbediende gepast. – Britt stelt duidelijke vragen.

/3

/3     /3

– Britts taal past bij de situatie.

/3     /3

m

Actief luisteren

pl

– Britt stelt bijvragen om meer informatie te bekomen. – Britt luistert actief. 76

aa

a b c d e

es ex e

Als je actief luistert, laat je de ander merken dat je geïnteresseerd bent in wat hij vertelt. Je laat zien dat je luistert. Enkele mogelijkheden: – Je kijkt de spreker aan en laat je niet afleiden door ruis. – Je maakt oogcontact, maar staart de spreker niet aan. – Je gelaatsuitdrukking komt overeen met wat de ander zegt.    Bij een droevig verhaal kijk je bedroefd.

– Met kleine woordjes (= tussenwerpsels) en hummen moedig je de spreker aan.    hmhm, ja, ah, inderdaad …

Le

– Nu en dan knik je de spreker toe. – Indien nodig stel je bijvragen. – …

44

DEEL 1


Naam

Klas

Nr.

Een kort gesprek voeren

situatie 1

pl

aa

r

8 Volg het stappenplan en voer een kort gesprek met je klasgenoot. Kies een van deze vier situaties.

situatie 2

Je leerkracht heeft je laten weten dat de les plaatsvindt in een ander lokaal. Je kent de weg op je nieuwe school nog niet zo goed en weet niet waar dat lokaal zich bevindt. Je vraagt op de speelplaats de weg aan een oudere leerling.

Le

es ex e

m

Je bent na een toneelvoorstelling in het auditorium je turnzak vergeten. Je vraagt aan een medewerker het leerlingensecretariaat of je hem mag gaan zoeken.

situatie 3

Je bent het voetballen beu en je bent op zoek naar een sport die bij je past. Je informeert bij een buur of zijn sport jou wel zou kunnen aanspreken.

situatie 4 Je krijgt een hond voor je verjaardag. Op straat zie je een leuke hond. Je vraagt de eigenaar om informatie over het ras en de verzorging ervan.

6  Korte gesprekken voeren

45


a Lees de opdracht aandachtig en oriënteer je op de spreekopdracht. – Wie is de gesprekspartner? – Wat is de bedoeling van het gesprek? – Waarover zal het gesprek gaan? – Welke taal past bij dit gesprek?  ◯  formele taal  ◯  informele taal – Bekijk in de evaluatiefiche op welke criteria je straks wordt geëvalueerd. Noteer ook een persoonlijk werkpunt bij je eigen criteria.

OV UR

b Denk na over de inhoud van het gesprek. – Hoe ga je de persoon aanspreken? – Welke open en gesloten vragen kun je stellen? – Welke mogelijke bijvragen kun je stellen? – Hoe bedank je je gesprekspartner? – Hoe sluit je het gesprek af?

r

OV UR

aa

Deze hulpmiddelen kun je gebruiken: ◯◯ vademecum ◯◯ feedback tijdens het oefenen ◯◯ spreekkader

c Oefen het gesprek een aantal keren in. Ga na of je voldoet aan de evaluatiecriteria. d Breng het gesprek voor de klas. e Evalueer je gesprek. Noteer telkens een cijfer op 3.

116

pl

OV UR OV UR

1 Je begroet de gesprekspartner gepast.

121

m

2 Op het einde sluit je het gesprek gepast af. 3 Je stelt duidelijke vragen.

120

4 Je stelt indien nodig bijvragen om meer informatie te bekomen.

es ex e

5 Je taal past bij de situatie.

76

6 Je luistert actief. mijn Eigen criteria 7

8 extra criteria 9

10

Wat ging goed?

Le

Wat ging minder goed?

Mijn werkpunten bij een volgende spreekopdracht: – –

f Stop je spreekfiche in je portfolio.

46

Deze scores komen van … klasgenoot leerkracht mezelf

DEEL 1


In teksten de onvoltooid tegenwoordige tijd correct schrijven

Voorkennis

4

Je leert … je oefent … – onderwerp en persoonsvorm herkennen. – de overeenkomst tussen onderwerp en persoonsvorm. – de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en de imperatief. – een tekst schrijven met aandacht voor de werkwoorden.

onderwerp

r

7

aa

1 Lees het artikel.

Kopje koffie?

m

In een koffiebar in Antwerpen kun je een heel dure koffie bestellen. Eén kopje koffie kost er 60 euro! Dit drankje maakt men van olifantenkeutels.

pl

60 euro alsjeblieft!

zoeter’. Elk jaar wordt er maar 70 tot 100 kilogram olifantenkoffie gemaakt. Het is dus een uniek* product! Daarom kost het zoveel geld. Ik vind het alvast een fantastisch idee! Deze olifanten werkten vroeger in het circus. Ze werden gered en hebben nu dus een beter leven!

es ex e

De koffie wordt geproduceerd in Thailand. Olifanten krijgen er altijd koffiebonen als maaltijd. De boontjes gaan door de maag van de olifant en komen terecht in de keutels. De keutels worden gezeefd en vermalen. In de buik van de olifant krijgen de koffieboontjes een andere smaak. Ze worden ‘fruitiger en

a Markeer in deze zinnen de persoonsvorm.

1 Ik vind het alvast een fantastisch idee!

2 Dit drankje maakt men van koffiekeutels.

3 De koffie wordt geproduceerd in Thailand.

Le

b Welke klank hoor je op het einde van elke persoonsvorm?

c Op welke drie manieren schrijf je die klank?

d Noteer de gegevens voor elke persoonsvorm. zin

infinitief

stam

persoonsvorm

uitgang

1 2 3 uniek

7  In teksten de onvoltooid tegenwoordige tijd correct schrijven

47


288

De onvoltooid tegenwoordige tijd Voor de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (PV t.t.) volg je deze stappen: 1 Neem de infinitief. denken, redden 2 Vorm de stam. denk, red 3 Voeg de uitgang toe indien nodig. ik denk, jij denkt, ik red, jij redt stam stam + t

2de persoon jij / je / u

jij vindt

zij vindt

aa

3de persoon hij / zij / het / de hond / Linse / … stam + t

ik vind

r

Enkelvoud 1ste persoon ik

Meervoud 1ste persoon wij / we

hele werkwoord

2de persoon jullie

jullie vinden ze vinden

pl

3de persoon zij / ze / de dieren / Jinse en Kobe / …

wij vinden

m

2 Onderstreep het onderwerp. Noteer de gevraagde gegevens.

infinitief

Buiten … de kerkklok een laatste keer.

luiden

b

In de verte … een hevig onweer … .

losbarsten

es ex e

a

Een vleermuis … tegen het raam en doet me schrikken.

belanden

d

In het huis … zich een vreemde geur.

verspreiden

e

Plots … iemand me … .

vastgrijpen

f

Een man … een doek voor mijn neus.

houden

g

Ik … slaperig, voel dat ik val.

worden

h

Dan … een zachte hand me even.

schudden

i

Ik … mijn ogen … en wurm me uit bed.

uitwrijven

Le

c

48

DEEL 1

stam

persoonsvorm t.t.


3 Lees het digitale krantenbericht. Onderzoek de eerste alinea.

HOME > NIEUWS > BEROEMD & BIZAR

Vandaag om 07:30 door vtd, mak

Werk je graag in de natuur? Verzorg je graag vogels? Word je graag gewekt door het geluid van zeehonden of vogels? Red je graag dieren in nesten? Vind je een verhuis naar de Farneeilanden geen probleem?

aa

r

Gezocht: dierenverzorger op onbewoond eiland

pl

Je verzorgt de dieren en je leidt bezoekers rond. Je helpt ook mee bij het wetenschappelijk onderzoek. Je telt bijvoorbeeld zeehonden­pups, voert herstellingen uit of houdt papegaaiduikers in leven door hen droog te maken met de haardroger.

m

Je bereidt je wel best voor op een eenzaam leven, vooral tijdens een zware storm of tijdens het paringsseizoen. Je bezoekt je familie slechts af en toe.

Rust op de Farne-eilanden

es ex e

Nog steeds interesse? Dan solliciteer je best zo snel mogelijk bij de Britse organisatie ‘The National Trust’.

a Wat is het onderwerp van elke zin?

b Op welke plaats staat het onderwerp telkens? voor/na de persoonsvorm c Wat is de uitgang van al deze persoonsvormen?

d Vervang in deze zinnen ‘je’ door ‘je zus’. Noteer enkel de persoonsvorm en het onderwerp. – Werk je graag in de natuur? – Verzorg je graag vogels?

e Wat merk je op?

Le

f Vervang ook in deze zinnen ‘je’ door ‘je zus’. Noteer enkel de persoonsvorm en het onderwerp. – Word je graag gewekt door het geluid van zeehonden of vogels? – Red je graag dieren in nesten? – Vind je een verhuis naar de Farne-eilanden geen probleem?

7  In teksten de onvoltooid tegenwoordige tijd correct schrijven

49


4 Onderzoek de tweede alinea van het krantenbericht. a Wat is het onderwerp van elke zin? b Op welke plaats staat het onderwerp telkens? voor/na de persoonsvorm c Wat is de uitgang van al deze persoonsvormen?

aa

r

d Vervang in deze zinnen ‘je’ door ‘je zus’. Noteer enkel de persoonsvorm en het onderwerp. – Je verzorgt de dieren.

– Je leidt bezoekers rond.

pl

– Je helpt ook mee bij het wetenschappelijk onderzoek.

5 Onderzoek de derde alinea van het krantenbericht. a Wat is het onderwerp van elke zin?

m

b Op welke plaats staat het onderwerp telkens? voor/na de persoonsvorm

es ex e

c Waarom is ‘je’ na de persoonsvorm in deze zinnen geen onderwerp? – Je bereidt je wel best voor op een eenzaam leven.

– Je bezoekt je familie slechts af en toe.

290

Jij of je als onderwerp achter de persoonsvorm

Als je of jij onderwerp is en na de persoonsvorm staat, dan valt de uitgang -t weg. jij = onderwerp → Vind jij het leuk?

Opgelet: soms is je geen onderwerp, maar … – slechts een deel van het onderwerp. Dan is je een bezittelijk voornaamwoord. je zus = onderwerp → Vindt je zus het leuk?

Le

– hoort je bij werkwoorden als zich haasten, zich herinneren, zich wassen … Dan is je een wederkerend voornaamwoord. Jij kleedt je aan. → zich aankleden

50

DEEL 1


6 Kijk en luister naar het filmpje. Vervolledig* de zinnen met de persoonsvorm.

Wat is slaapwandelen?

r

De slaapwandelaar wakker maken lukt vaak niet eens en als het wel lukt, zijn ze meestal ook niet echt blij. Slimmer is het om je huis slaapwandelbestendig te maken: met ingewikkelde sloten op de deuren en ramen en voor alle zeker­ heid ook een trampoline onder het balkon.

pl

aa

je nergens meer wat van, tenzij je tijdens het slaap­ wandelen van je balkon 8 … gestapt. Dan 9 … je wakker in het ziekenhuis en heb je botbreuken als aandenken. Deze aparte nachtaandoe­ ning is vaak genetisch bepaald. Als je 10 … , is de kans 80 % dat een familielid dat ook doet. Je komt elkaar wel eens tegen. Aan slaapwan­ delen 11 … weinig te doen.

es ex e

m

Slaapwandelen 1 … mees­ tal voor aan het begin van de nacht, zo’n één tot drie uur na het inslapen. Het 2 … tijdens je diepe slaap. Tijdens het slaapwandelen 3 … je maar gedeeltelijk wakker. Zeker niet com­ pleet, anders had het ook wel wakkerwandelen geheten. Een slaapwan­ delaar 4 … allerlei hande­ lingen op automatische piloot. Je 5 … je aan of je 6 … je juist uit. Je gaat de deur uit of je gaat juist het raam uit. En je gaat letter­ lijk slaapwandelen of zelfs slaapautorijden. En het mooie is: je 7 … ook automatisch* weer terug naar je bedje. En ’s ochtends weet

5

9

2

6

10

3

7

11

4

8

Le

1

vervolledigen automatisch

7  In teksten de onvoltooid tegenwoordige tijd correct schrijven

51


7 De berghouding is de uitgangspositie voor heel wat yogaoefeningen. Luister en noteer de werkwoorden. Beantwoord daarna de vragen.

– –

aa

es ex e

– –

pl

– – – –

1 Gaan rechtstaan. 2 Plaatsen de voeten naast elkaar en 3 laten je grote tenen elkaar raken. 4 Houden de hielen licht uit elkaar zodat de voeten een rechthoek vormen. 5 Spreiden de tenen en bal van de voet, 6 tillen deze ietsje op en 7 landen nadien weer op de grond. 8 Waggelen heen en weer en 9 verdelen het gewicht over beide voeten. 10 Voelen nu het contact met de grond. 11 Brengen de binnenste enkels en de holtes van de voet iets omhoog. 12 Voorstellen je een energielijn … . Die loopt vanuit de grond omhoog langs de binnenkant van de dijbeenspieren, de liezen, de nek en het hoofd. 13 Draaien het staartbeen richting de grond en de navel naar binnen, 14 roteren daarbij de dijbenen licht naar binnen. Je staat nu mooi recht. 15 Trekken de schouders omhoog, dan naar achteren en omlaag. De kruin van je hoofd is in één lijn boven het bekken, de kin parallel aan de grond. 16 Houden de ogen zachtjes dicht en 17 blijven één minuut in die houding. 18 Schudden nadien je hele lichaam los.

m

– – – –

r

Deze oefening verbetert de houding, versterkt de spieren en maakt de rug recht.

1

6

11

16

2

7

12

17

3

8

13

18

4

9

14

5

10

15

a Wat merk je als je het onderwerp van de zinnen zoekt?

b Wat drukt elk ingevuld werkwoord uit?

Le

c Hoe schrijf je zo een werkwoord?

304

Imperatief In een bevelende zin staat meestal geen onderwerp. Het werkwoord is dan geen persoonsvorm, maar een imperatief. De imperatief schrijf je meestal zoals de stam. Ruim je kamer op! Antwoord op mijn vraag! Rust even uit.

52

DEEL 1


8 Schrijf de imperatief of de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

– – – –

es ex e

r aa

Je 1 voorbereiden je beter goed … . 2 Houden een groot blad papier en kleurpotloden klaar. Je 3 verdelen je blad met potloodlijnen in drie gelijke delen. In het bovenste vak schets je het hoofd van het monster. 4 Besteden je er voldoende tijd aan? Plooi nu het eerste vak om en geef het blad aan je buur. Zo ziet die de tekening niet. Daarna 5 inbeelden je buur het lijf van het monster. Hoeveel armen krijgt het monster? Worden het handen of klauwen? Staat de buik bol of niet? … 6 Kleden je de griezel aan of net niet? Opnieuw 7 worden er een vak geplooid. Een derde leerling 8 uitvinden de onderzijde van het lijf … . Heeft het monster lange tenen? Voeg je een staart, benen of poten toe? Geef het monster nog één keer door. De laatste kunstenaar 9 afronden het portret … met kleur en textuur, bv. schubben. 10 Aanbieden het kunstwerk terug … aan de eerste tekenaar. Schrikt die niet te erg?

pl

– – – –

m

monsters

Aan de slag met de monsters uit je nachtmerries.

1

5

9

2

6

10

3

7

4

8

9 Kruis de zinnen aan waarin de persoonsvorm of imperatief past. a vind

◯ … jij dat dromen bedrog zijn? ◯◯ Je moeder … het liedje van Marco Borsato fantastisch! ◯◯ Ik … Nederlandstalige liedjes maar stom!

Le

b vermijdt ◯ Je … best smartphonegebruik net voor het slapengaan. ◯◯ … je vriend elk gesprek met jou? ◯◯ … kijken naar thrillers als je snel bang bent! c wordt

◯ … jij al die goede raad van je ouders ook niet beu? ◯◯ Ik … overspoeld met tips over gezonde voeding. ◯◯ Youssef … slaperig zodra de avond valt.

d schud

◯ Timo … nog even zijn benen los, voor hij gaat rennen. ◯◯ Ik … de fles fruitsap. ◯◯ … je kussens goed op voor je in je bed stapt.

e raadt

◯ Je … het antwoord op de laatste vraag nooit. ◯◯ Vader … naar mijn cijfer op de geschiedenistoets. ◯◯ … eens hoeveel vrienden ik volg op Instagram. 7  In teksten de onvoltooid tegenwoordige tijd correct schrijven

53


aa

Waarom klinkt onze stem anders op een opname? lijk via het weefsel in het hoofd. De gevolgde weg bepaald hoe we iets horen.

Geluid dat via trillende geluidsgolven binnenkomt, wordt geleid via het uitwendige gehoorkanaal, het trommelvlies en het middenoor naar het slakkenhuis (een spiraalvormig, met vloeistof gevuld orgaan in het binnenoor). Geluid dat vanuit de stembanden via de schedel binnentreedt, bereikt het slakkenhuis onmiddel-

Wanneer je praat, verspreiden de geluidsgolven zich in de lucht rondom je en bereikt ze het slakkenhuis via je oren. Maar datzelfde geluid verspreid zich rechtstreeks van je stembanden naar het slakkenhuis via trillingen in je hoofd. In dat geval zorgen de eigenschappen van je hoofd voor een dieper stemgeluid. De stem die je hoort wanneer je praat, is dus een combinatie van het geluid dat langs die twee wegen word gestuwd.

m

es ex e Naar: Knack.be

e

b

f

c

g

d

h

Le

a

DEEL 1

is het pad via het hoofd echter weggelaten. Je hoort enkel het via de lucht vervoerde geluid. Dat leidt tot een hogere stem, zoals andere mensen die horen. Voor velen is dat schrikken, want de eigen stem klinken voor de meesten vrij lelijk. Dat betekend echter niet dat je stem ook ĂŠcht lelijk is. Je bent het geluid eenvoudigweg niet gewoon. Hoe vaker je naar de opname luistert, hoe meer je je stem gewoon wordt en hoe mooier je je stem vindt.

pl

Geluid beland op twee verschillende manieren in het binnenoor.

Wanneer je naar een opname van jezelf luistert,

54

r

10 Markeer de acht verkeerd gespelde persoonsvormen. Noteer telkens het onderwerp en het juist gespelde werkwoord.

Het omgekeerde effect krijg je als je oordopjes draagt. In dat geval word het pad via het oor afgesloten en klinkt je stem dieper.


Heldere berichten schrijven 1

OVUR

2

communicatiemodel

3

bedoeling van de zender

4

onderwerp volgorde zinsdelen

7

tegenwoordige tijd

Je leert … je oefent … – of een boodschap duidelijk, volledig en gepast is. – berichten kritisch lezen. – hoe je een schrijfopdracht aanpakt. – samenstellingen en afleidingen gebruiken. – berichten schrijven.

aa

Voorkennis

r

8

Portfolio

v

D

Misschien Volten

2

LE D blauw?

es ex e

1

Mindless Voodoo Maji paars = uitverkocht k

m

Yasmin kwam langs. Ze doet je de groeten.

pl

1 Na een vakantieweek met zijn vader is Brecht terug bij zijn moeder en zijn plusgezin. Op zijn kamer vindt hij op zijn bureau deze post-its.

3

Wanneer past het? De beste zijn al weg! _

a Begrijp jij de boodschap van elk bericht? Welke informatie mis je? b Zou Brecht de boodschap begrijpen? Welke informatie zou hij missen?

Helder schrijven

Als je helder schrijft, wil je dat de lezer vlot begrijpt wat je bedoelt. Daarom denk je vooraf na over de situatie, je bedoeling en de boodschap. Je lezer begrijpt jouw boodschap gemakkelijker als de informatie volledig en duidelijk is. Volledig? Duidelijk?

→ →

Weet de lezer wat hij moet weten? Begrijpt de lezer wat er staat?

2 Lees dit bericht op een klasblog.

Le

10

d #1 » 29 september, 18:44

Heeeeeeelp! iemand een sleutel van een locker gevonden? er hangt een flashy sleutelhanger aan reservesleutel = € 20 dokken aan het leerlingensecretariaat mijn ma = ruzie met Rick

8  Heldere berichten schrijven

55


a Vul het communicatiemodel aan. Zender

boodschap

ontvanger

kanaal

effect

r

b Hoe oud schat je Rick? Waarom? c Hoe past Rick zijn taalgebruik aan de ontvangers aan?

aa

doel

pl

d Hoe groot schat jij de kans dat hij het gewenste effect zal bereiken? e Welke extra informatie zou de ontvanger kunnen helpen om de sleutel te vinden? – –

m

– –

es ex e

3 Je hebt gisteren een sleutel van een locker gevonden en afgegeven op het leerlingensecretariaat. a Schrijf een korte reactie op de klasblog voor Rick. Meld je vondst, noem de vindplaats, beschrijf de sleutelhanger en wat je ermee gedaan hebt.

d #2 » 29 september, 19:26

Le

b Lees het berichtje van je buur en geef telkens een score op vijf. Noteer hier jouw score.

56

DEEL 1

– Het bericht is volledig: de lezer weet alles wat hij moet weten.

/5

– De informatie is duidelijk: de lezer begrijpt alles meteen.

/5

– De zinnen en woorden zijn correct. Gebruik deze controlevragen. ◯◯ Begint elke zin met een hoofdletter? ◯◯ Eindigt elke zin met een leesteken? ◯◯ Zijn alle werkwoorden juist gespeld? ◯◯ Werden er geen woorden of letters vergeten?

/5


4 Mama liet vanmorgen een berichtje voor jou achter.

pl

aa

r

. erken w j i b n t gaa ? a w r buiten too s i n a n l i k p het vu B en o r o o v aait. k m a b n o e z d ? het ga Zet je e j t brood a t d e l i h w oor op Papa v g e l e voor b j is i j g r u th u Zo 3 1 m O mama

m

a Vul het communicatiemodel aan. boodschap

Zender

kanaal

ontvanger

es ex e

b Zo’n haastig geschreven briefje moet kort en duidelijk zijn. Vervang het gekleurde deel door één woord. – Zet je de bak voor het vuilnis buiten?

– Zorg jij voor beleg voor op het brood?

c Op het briefje staan een hoop taken voor jou. Spijtig, maar in je agenda zie je dat je iets anders hebt gepland. Welke informatie moet mama zeker krijgen?

Le

– – –

09:00 10:00

11:00

12:00

+ shoppen

13:00

14:00

15:00

16:00

bioscoop met Yannick & Mila

8  Heldere berichten schrijven

57


d Schrijf een bericht naar mama. Gebruik vooral de tegenwoordige tijd.

r

aa

pl

e Lees het berichtje van je buur en geef telkens een score op vijf. Noteer hier jouw score.     /5

– De informatie is duidelijk: mama begrijpt alles meteen.

/5

– De boodschap is kort geformuleerd.

/5

– De zinnen en woorden zijn correct. Gebruik deze controlevragen. ◯◯ Begint elke zin met een hoofdletter? ◯◯ Eindigt elke zin met een leesteken? ◯◯ Zijn alle werkwoorden juist gespeld? ◯◯ Werden er geen woorden of letters vergeten?

/5

es ex e

m

– Het bericht is volledig: mama weet alles wat zij moet weten.

262

Samenstelling

Als je twee (of meer) grondwoorden samenvoegt, dan krijg je een samenstelling. Samenstellingen kunnen je helpen om iets kort te formuleren. maximumsnelheid, driesterrenhotel, superleuk, achteruitgang …

5 Vervang door een samenstelling.

Le

a zo hoog als een toren

58

b box om je lunch in op te bergen

c bewoner van een rusthuis

d folder van een attractiepark

e console waar je op speelt

f systeem om te meten

g zo blauw als de hemel

h olie voor als je gaat zonnen

DEEL 1


6 Lees het gesprek. 20:08 90%

Training Amir, Lars, Liam, Nand, Trainer …

a Waarover gaat dit gesprek?

Trainer Christoph Match zaterdag: A-ploeg – Wildert Horendonk – B-ploeg

Danté Hoe laat? 18:06✓✓ Trainer Christoph 9 u. 18:07 Liam Ook voor de B’s? 18:09

c Wie neemt nog deel aan de chat?

d Welke informatie in de eerste post had het heen en weer sturen van berichten kunnen beperken? Herschrijf de eerste boodschap zodat die volledig en duidelijk is.

m

Trainer Christoph 11 u. 18:09

aa

18:06

r

b In een gesprek wisselen zender en ontvanger voortdurend van rol. Wie is de eerste zender?

pl

••••• 4G

Trainer Christoph

Danté A-ploeg = kleedkamer 5? 18:12✓✓

Nand Dus bijeenkomen om 8.30 u.? 18:15

Trainer Christoph

es ex e

Trainer Christoph Zoals gewoonlijk 18:13

18:21

Lars Wassen wij de truitjes van de A-ploeg? 19:48

Trainer Christoph Nee, Cis en van de B-ploeg Amir 19:56

Le

Lars Oké, dan zal ’t voor volgende week zijn 19:56 Amir Stond genoteerd

e Lees het berichtje van je buur en geef telkens een score op vijf. Noteer hier jouw score. – Het bericht is volledig: de lezer weet alles wat hij moet weten.    /5 – De informatie is duidelijk: de lezer begrijpt alles meteen.

/5

– De boodschap is kort geformuleerd.    /5

20:02

Tuur En wij komen met de B’s bijeen om 10 u. aan de sporthal? 20:03 Trainer Christoph 20:05

8  Heldere berichten schrijven

59


7 Lees dit gesprek. 17:05 86%

Vrienden

a Welke informatie moet zeker in de vraag staan?

David, Liam, Marie

21 september spelen de Bull Dog Giants. Papa wil rijden. Er is nog plaats voor vijf in onze auto … Wie heeft er zin? 16:21✓✓

r

Marie GRAAG!!! Ik wil ook mee, Senne! Count me in

aa

••••• 4G

16:23

Liam Kan ik nog mee? 16:32 Super! Ik boek de tickets. 16:38✓✓

Bull Dog Giants

m

Marie Kunnen we wel allemaal samenzitten? 16:40

pl

b Schrijf je boodschap in het vakje ‘contact’ op de website van de club.

BU L L D O G GI A N T S

Nieuws

Wedstrijden

Contact

Naam

Vind niets op site hierover. 16:48✓✓

E-mail

es ex e

David Zijn het genummerde zitplaatsen? 16:54 Oké, ik vraag het na.

Club

Uw vraag

17:01✓✓

verzenden

Le

c Lees de boodschap van je buur en geef telkens een score op vijf. Noteer hier jouw score.

60

DEEL 1

– Het bericht is volledig: de lezer weet alles wat hij moet weten.

/5

– De informatie is duidelijk: de lezer begrijpt alles meteen.

/5

– De boodschap is kort geformuleerd.

/5

– De zinnen en woorden zijn correct. Gebruik deze controlevragen. ◯◯ Begint elke zin met een hoofdletter? ◯◯ Eindigt elke zin met een leesteken? ◯◯ Zijn alle werkwoorden juist gespeld? ◯◯ Werden er geen woorden of letters vergeten?

/5


8 Formuleer korter. Vervang de gekleurde woorden door één woord. Gebruik het vetgedrukte woord als basis hiervoor. a Nooit wil ik nog met Bram naar de stad. Hij gedraagt zich alsof hij een klein kind is. Hij gedraagt zich  b Bah. De hond kotste onze sofa onder. Gelukkig is dat niet erg voor de sofa, want je kunt hem vlot wassen.

r

Gelukkig is de sofa

aa

c Haha. Papa valt in slaap voor de televisie. Morgen zal hij zijn lievelingsprogramma opnieuw bekijken. Morgen zal hij zijn lievelingsprogramma

d Fietsen meenemen? Mmm? Het is een streek vol bergen.

263

pl

De streek is  Afleiding

→ futloos → avontuurlijk → wanhoop → onrecht

es ex e

fut + -loos avontuur + -lijk wan- + hoop on- + recht

m

Als je aan een grondwoord een voorvoegsel (kopje) en/of een achtervoegsel (staartje) toevoegt, krijg je een afleiding. Voorvoegsels en achtervoegsels zijn geen zelfstandige woorden. Ze krijgen pas betekenis als je ze combineert met een grondwoord. Afleidingen kunnen je helpen om iets kort te formuleren.

9 Vervang door een afleiding. a niet erg aardig

f wat herhaald wordt

b zonder geluid

g klein lam

c gemakkelijk te breken

h iemand die laf is

d van adel

i

een vrouwelijke directeur

e goed te begrijpen

j

zonder moeite

Le

10 Andrei zet dit berichtje voor zijn klasgenoten op Smartschool.

Aan: 1A6 Kopie: Onderwerp: foltering Hey moete wij ook les 10 lere in mijn agenda staat les 9 maar sofie zei daarstrax precies ook iets van les 10 … Daaaaaaaaaag Andrei

8  Heldere berichten schrijven

61


a Waarom schrijft Andrei een bericht? b c d e

◯ ja  ◯ ja  ◯ ja  ◯ ja

Is de boodschap volledig? Is de vraag duidelijk? Zijn de zinnen correct? Het taalgebruik van Andrei is informeel. Is dit gepast?

◯ nee ◯ nee ◯ nee ◯ nee

aa

Aan: Eric Van Damme Kopie: Onderwerp: vraag over toets van dinsdag

pl

Beste meneer Van Damme

r

11 Andrei stelt de vraag ook aan zijn leraar via Smartschool.

Moeten wij ook les 10 kennen voor de toets van geschiedenis? In mijn agenda staat alleen les 9. Sofie uit mijn klas dacht dat we ook les 10 moesten kennen. Nu begin ik te twijfelen.

Alvast bedankt.

es ex e

Andrei Stoica uit 1A11

m

Kunt u mij helpen?

a Waarom schrijft Andrei een ander bericht?

b Kruis aan waarin de twee berichten verschillen. ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

zijn naam de eindgroet de datum de lay-out de onderwerpsregel

Gepaste communicatie

Le

14

de inhoud (ontbrekende info) de aanspreking de spelling van sommige woorden het taalgebruik de zinnen

Als je je doel wil bereiken, hou je rekening met de situatie en de ontvanger. Je probeert jouw aanpak en jouw taal op je doelpubliek af te stemmen om gepast te communiceren. Een kleuter spreek je anders aan dan een tiener.

62

DEEL 1


Naam

Klas

Nr.

Een helder bericht schrijven

aa

r

12 Volg het stappenplan en schrijf een bericht. Kies een van deze vier situaties.

situatie 2

Je hebt een taak gemaakt en wilt die door je moeder laten nalezen. Omdat je deze week bij je vader bent, stuur je haar een e-mail. Geef duidelijk aan waarop ze moet letten.

Tijdens jullie vakantie zorgt de buurjongen twee weken voor jullie huisdier. Schrijf de instructies voor hem uit op een briefje.

situatie 3

m

pl

situatie 1

Je had je ingeschreven voor een basketbaltoernooi op woensdagnamiddag. Met een Smartschoolbericht laat je de leerkracht weten dat je niet kunt komen. Je kent deze leerkracht niet.

es ex e

Je kat is spoorloos sinds eergisteren. Plaats een zoekertje online.

situatie 4

OV UR

a Lees de opdracht aandachtig en oriënteer je op de schrijfopdracht. – Wat is de bedoeling van het bericht? – Wat is het onderwerp van het bericht? – Wie is het doelpubliek van het bericht? – Welke taal past bij jouw bericht?  ◯  formele taal  ◯  informele taal – Bekijk in de evaluatiefiche op welke criteria je straks wordt geëvalueerd. Noteer ook een persoonlijk werkpunt bij je eigen criteria.

OV UR

b Denk na over de inhoud. Wat wil je zeker zeggen of vragen? Noteer dit in enkele kernwoorden.

Le

Deze hulpmiddelen kun je gebruiken: ◯◯ spellingcorrector ◯◯ (online)woordenboek ◯◯ vademecum ◯◯ tussentijdse feedback ◯◯ hulpkaarten 1, 2, 7-10 ◯◯ schrijfkader 8  Heldere berichten schrijven

63


OV UR

c Schrijf je boodschap. Gebruik vooral de tegenwoordige tijd. Maak eerst een kladversie.

d Werk de definitieve versie uit. Verzorg de afwerking. e Beoordeel elke uitspraak over je bericht met een score op 5. Wissel daarna je tekst met een klasgenoot. Geef ook hem/haar scores.

aa

OV UR

Mijn score

1 Is het bericht volledig: weet de lezer wat hij moet weten?

108

2 Is de informatie duidelijk: begrijpt de lezer alles meteen? 3 Is de boodschap kort geformuleerd?

m

4 Is de communicatie gepast: past het taalgebruik bij de ontvanger? 5 Zijn de zinnen en woorden correct? – Begint elke zin met een hoofdletter? – Eindigt elke zin met een leesteken? – Zijn alle werkwoorden correct gespeld? – Werden er geen woorden of letters vergeten? mijn Eigen criteria

328 267 280

es ex e

286

6

7 extra criteria 8

9

Wat ging goed?

Le

Wat ging minder goed?

Mijn werkpunten bij een volgende schrijfopdracht: – –

f Stop je schrijffiche in je portfolio.

DEEL 1

Klasgenoot

pl

102

64

Tip

r

– Zorg voor afwisseling in je zinsbouw. Je zin begint niet steeds met het onderwerp. – Haal de spellingfouten eruit. Gebruik de spellingcorrector en een (online)woordenboek. – Lees je tekst hardop na. Pas aan wat stroef klinkt. – Vraag hulp indien nodig. Laat de tekst ook door iemand anders nalezen en overweeg of je de commentaar opvolgt.


Je leesprofiel verkennen

Voorkennis

5

oriënterend lezen

Je leert … je oefent … – je voorkeur, gewoontes en intenties verwoorden. – covers oriënterend lezen. – het verschil tussen fictie en non-fictie. – je leeservaring verwoorden. – je leesprofiel verkennen.

r

9

pl

aa

1 Bekijk de foto’s.

b

es ex e

m

a

c

d

e

f

Le

a Waar lees je het vaakst? Kleur het vakje bij de passende foto blauw. b Waar lees je het liefst? Kleur het vakje bij de passende foto groen. c Waarom verdiep je je in een boek, tijdschrift, strip …? ◯◯ Om me niet te vervelen. ◯◯ Omdat ik dat leuk vind. ◯◯ Omdat het moet voor school. ◯◯ Omdat mijn ouders me verplichten. ◯◯ Om inspiratie op te doen voor mijn latere schrijfcarrière. ◯◯ andere reden: …

g

9  Je leesprofiel verkennen

65


2 Kleur de ster in bij de boeken die jij interessant* vindt. Maak nadien een top drie van de boeken die je het meest aanspreken.

VOOR DE REISKOFFER

r

1

OM NAAR UIT TE KIJKEN! 1 Het offer van de Baobab

aa

Een knus plekje, wat rust en een goed boek: de drie onmisbare onderdelen voor een geslaagde leesvakantie.

pl

De zestienjarige militaire student en freerunner Marcus Holme mag deel gaan uitmaken van het Special Abilities Team (SPAT), een geheim team van jonge spionnen dat opereert onder de radar van de gewone inlichtingendiensten. Maar als hij op school een overtreding begaat, wordt zijn overplaatsing naar het SPAT op non-actief gezet en moet hij de rest van het jaar op een andere middelbare school, het Parability Centre (PAC), doorbrengen. In dat instituut heeft de helft van de leerlingen een beperking en Marcus baalt ervan dat hij een half jaar bij een ‘stelletje kreupelen’ moet gaan zitten. Maar wanneer hij de mysterieuze jonge spionne Victoria Falls ontmoet en het PAC een verborgen link blijkt te hebben met het SPAT, komt Marcus alsnog in een wereld van undercoveroperaties terecht. De confrontatie met huurmoordenaar Cliff Coleman zal zijn leven voorgoed veranderen ...

Elvy's wereld

meisje dat Elvy is een dromerig, creatief Nu het vooral in haar eigen wereldje leeft. ze uit naar schooljaar bijna afgelopen is, kijkt tekenen. een hele omer lang ongestoord

m

es ex e

omer om nooit te vergeten!

Jill Schirnhofer

2 Elvy’s eigen wereld – So boho

igen

over! Maar haar ouders denken daar anders onder de mensen Zij willen graag dat Elvy wat meer oplossing: waarom komt. Haar vader weet de perfecte Ibi a? op Joy us ippie haar gaat ze niet naar tekentalent komt Dat ziet Elvy ook wel zitten. En haar met buurmeisje op het eiland goed van pas als ze begint. abel ledingl Kate een Het wordt een

schrijft, Multitalent Jill Schirnhofer (1991) a’s, tekent, ontwerpt, maakt tv-programm eigen acteert, vlogt en blogt. Met Elvy’s in wereld is een jeugddroom van Jill vervulling gegaan.

www.gottmer.n l

Elvy's wereld

igen

So oho Deel 1

jill

schirnhofer

@jillschirnhofer

Elvy’s eigen wereld – So boho! is het eerste deel in een nieuwe fictieserie die vooral meisjes zal aanspreken, geschreven door ’s lands bekendste creaqueen. We maken kennis met Elvy, een dromerig, creatief meisje dat vooral in haar eigen wereldje leeft. Ze moet van haar ouders meer onder de mensen komen, daarom stelt haar vader voor dat ze de zomer bij haar hippiezus Joy en haar bohovrienden op Ibiza doorbrengt. Elvy’s tekentalent komt goed van pas op het eiland als zij samen met buurmeisje Kate een kledinglabel begint. Het wordt een zomer om nooit te vergeten!

2

1

3

3 Ik juich voor jou

Wolf Erlbruchs illustraties van sportende dieren inspireerden Edward van de Vendel tot gedichten die net zo mooi, ontroerend en grappig zijn. Ze gaan over atleten en stuntelaars, kampioenen en verliezers. Niet alleen voor sporters en supporters – zo’n aanmoediging verdient iedereen!

Le

4 De minireuzenmiereneter

Wist je dat muizen kunnen zingen? Dat sprinkhanen heel verlegen kunnen zijn? Dat mieren een kaart maken van hun omgeving en dat walvissen hun eigen hitparade hebben? Dieren doen soms heel gek. Tenminste, dat vinden wij, mensen. Maar als je dieren gaat onderzoeken, blijkt dat ze niet zo gek zijn als wij vaak denken. Sterker nog: we kunnen heel veel van ze leren. In De minireuzenmiereneter vertelt Menno Steketee je precies waarom.

interessant

66

DEEL 1

4


TT

LA

OW

N & RICHA

RD

P

aa

BR

Hoe zwaar zijn wolken? Wie vond het potlood uit? Hoeveel verschillende knopen bestaan er? Van de rij van Fibonacci tot de atomaire structuur. Van het periodiek systeem der elementen tot zonnewendes en equinoxen. Van de sferen van de aarde tot wolkenclassificatie. Maar ook: hoe zit een orkest in elkaar? Alles over schroeven en spijkers. Penselen en kwasten. De fasen van de maan. Papierformaten. Rivieren. Het menselijk skelet …

r

ES

ES

M

LEMNISCAAT

E

R ALL

JA

OVER ALLES

Van de rij van Fibonacci tot de atomaire structuur. het periodiek systeem der elementen tot zonnewendes en inoxen. Van de sferen van de aarde tot wolkenclassificatie. ar ook: hoe zit een orkest in elkaar? Alles over schroeven en spijkers. Penselen en kwasten. De fasen van de maan. Papierformaten. Rivieren. Het menselijk skelet… Over alles is een boek om van te smullen. Wie begint te kijken en te lezen, zal niet meer kunnen stoppen.

5 Over alles OV

JAMES BROWN & RICHARD PLATT

HOE ZWAAR ZIJN WOLKEN? WIE VOND HET POTLOOD UIT? HOEVEEL VERSCHILLENDE KNOPEN BESTAAN ER?

5

Van wolken tot Romeinse cijfers en van atomen tot schroeven. Nog nooit is kennis zo leuk geweest! LEMNISCAAT

6 De evolutie van Calpurnia Tate

pl

Het is de zomer van 1899 en het is héét in Texas. Calpurnia – Callie Vee – is bijna twaalf en het enige meisje in een gezin met zeven kinderen. Het liefst brengt ze haar tijd door bij de rivier achter het huis, samen met haar grootvader, op zoek naar bijzondere planten en dieren. Juist wanneer Callie en haar grootvader een grote ontdekking doen, verbiedt haar moeder haar nog langer buiten te zwerven. Ze moet leren koken, naaien en pianospelen om later een goede echtgenote en huisvrouw te worden. Pure tijdverspilling, vindt Calpurnia. Ze droomt ervan te reizen en naar de universiteit te gaan. Maar is dat wel mogelijk voor een meisje aan het eind van de 19de eeuw?

m

6

7 Oscar Cook – Buitengewone gebeurtenissen Ik ben dertien en woon in een bejaardenhuis. Het gebouw is tot de nok gevuld met scheten en scheldwoorden, met kommer en kwel. Maar ook met vrolijkheid en vriendschap, dat heb ik zelf ondervonden. De oud-militair Karel, de gekke professor Otto en het aardige besje Lise zijn mijn vrienden geworden. Zonder hen zou ik nooit in het verleden van de graaf zijn gedoken om mijn vader uit de gevangenis te redden. Of was ik nooit op zoek gegaan naar wat er met mijn moeder is gebeurd toen ze enkele jaren geleden in mysterieuze omstandigheden stierf. Of had ik nooit beseft hoe hecht mijn vriendschap met Stiene is. Of had ik nooit geloofd dat er bovenmenselijke krachten bestaan ...

es ex e

7

Titel:

cover

Titel:

cover

Titel:

Le

cover

Boeken kiezen Boeken lezen wordt plezieriger als je boeken kiest die bij je passen en die je aanspreken. Enkele manieren om goed te kiezen: – Zoek in een boekenrek, de bibliotheek, de boekhandel … Kies op basis van de cover, de flaptekst of de eerste bladzijden van een boek. – Vraag leesadvies. – Bezoek websites zoals boekenzoeker.org, boek.be, pluizer.be, lezenvoordelijst.be …

9  Je leesprofiel verkennen

67


3 Lees de fragmenten uit jouw boekentop 3.

| Het offer van de Baobab

aa

r

Kate Kriske

Le

es ex e

m

pl

De afvoerpijp die naast het raam liep, was voor Marcus wat een lift was voor een niet-klimmer, en niet veel later zat hij gehurkt naast de deur van de verlichte kamer. De deur stond op een kier en hij hoorde flarden van het gesprek dat binnen werd gevoerd. ‘Levering … kilo … John … wanneer …’ Marcus vermoedde dat ze een drugsdeal aan het bespreken waren en vroeg zich opnieuw af wat hij daar eigenlijk zat te doen. Wat had hij verwacht? Dat de mannen, zodra hij voor de deur zat, een boompje zouden opzetten over hun relatie met de kolonel of meteen zouden vertellen waarom ze rondhingen bij het PAC? Hij begreep dat zijn nieuwsgierigheid zijn gezond verstand vertroebeld had en besloot om op zijn schreden terug te keren. Hij had zich echter amper omgedraaid toen hij beneden een deur hoorde opengaan. Een zware stem vulde de gang. ‘Zitten jullie boven?’ ‘Ja, en je pint staat al klaar’, klonk het uit de kamer. ‘Perfect!’ antwoordde de stem. Marcus hoorde een trap kraken en kreeg het, ondanks de vriestemperatuur in het gebouw, plots behoorlijk warm. Hij zocht een ontsnappingsroute, maar dat leek niet zo eenvoudig. Het raam waardoor hij naar binnen was gekomen, kwam uit op de trap, dus dat was geen optie. Verder waren de andere deuren op de gang met houten planken dichtgetimmerd, waarschijnlijk om vandalen tegen te houden. Het gekraak van de trap werd luider. Een lichte paniek begon zich van Marcus meester te maken. Hij keek de gang nogmaals rond. Voor, achter, links, rechts, nergens was er een uitweg. Hij zat als een rat in de val. Angstig keek hij naar het plafond.

68

DEEL 1


Elvy’s eigen wereld – So boho

pl

TOO COOL FOR SCHOOL

aa

r

jill schirnhofer  |

Le

es ex e

m

Elvy tekent nog een laatste bloemblaadje en dan is de pagina in haar geschiedenisschrift vol. Aan het begin van het eerste jaar leek het haar nog wel spannend, de middelbare school. Alles was nieuw en anders, maar inmiddels is ze helemaal gewend en kan ze niet wachten tot de bel gaat. Dan kan ze naar huis en rustig verder tekenen. Zodra de tekening af is, kijkt ze dromerig voor zich uit. Zoals altijd denkt ze aan alles behalve de les zelf. Als mevrouw Groenewal vraagt waar ze met haar hoofd zit, hoort ze de vraag nauwelijks. Maar als alle hoofden van haar klasgenoten haar kant op draaien en Groenewal haar met een strenge blik aankijkt, weet ze genoeg. Met een schok is ze weer wakker. Shit, opletten nu! Ze zijn ergens in het hoofdstuk over de middeleeuwen, toch? Elvy voelt haar wangen rood worden, en ook dat ziet de hele klas. Gênant! Ze hoopt dat Groenewal verder geen vragen gaat stellen. Ze heeft geen idee waar ze zijn gebleven in het hoofdstuk. Ze krijgt het er heet van. O nee, nu gaat ze nog meer blozen! ‘Bladzijde 17’, fluistert de jongen naast haar. Dankbaar knikt Elvy naar hem. Maar al op diezelfde bladzijde raakt ze haar concentratie weer kwijt. De plaatjes van de schilderijen, de kastelen, de krullerige, versierde letters: voor Elvy allemaal redenen om weer diep in gedachten te verzinken en elke beschikbare ruimte in haar schrift onder te tekenen. ‘Elvy!’ Ineens staat Groenewal voor haar. ‘Pak je spullen en meld je bij de directeur.’ Ze slaakt een vermoeide zucht en gaat verder: ‘Ik weet dat je het liefste de hele dag alleen maar zit te tekenen, maar je moet dit schooljaar echt je hoofd erbij houden. Ik heb je al zo vaak gewaarschuwd …’ Mevrouw Groenewal komt heel streng over, maar Elvy kent ook haar aardige kant. Ze is de enige leraar die haar tekeningen stilletjes waardeert. Mooi hoor J, schreef ze vorige week bij een van de tekeningen onderaan een gemaakte toets. Dat complimentje verzachtte enigszins het hopeloze cijfer drie dat in de linkerbovenhoek stond. Elvy weet dat Groenewal tijdens klassenraden een goed woordje voor haar doet, dus ze voelt zich een beetje schuldig. Zelfs haar lievelingsleraar krijgt ze zover dat ze haar eruit stuurt!

9  Je leesprofiel verkennen

69


Het onmogelijke

r

juich voor jou

aa

Edward van de Vendel  |  Ik

Le

es ex e

m

pl

Stel dat alle sporters op een dag op slag stil blijven staan. Nét als ze slaan, serveren of schoppen. Net als ze koppen of proberen te scoren: zomaar bevroren. Voetballers met hun voet naar voren. Hockeyers in een slag gevangen. Tennissers aan hun racket gehangen en hun rackets aan de bal. Ik zie de nieuwsberichten al: UIT DE BEWEGING WEGGERUKT en: WIE HEEFT ER OP PAUZE GEDRUKT? Maar dan – met een knal – doen de sporters het weer en maken ze samen, tegelijk, in één keer, een gigantisch, gigantisch punt. Stel je dat eventjes voor als je kunt: overal opluchting, overal feest! Geluk dat nog nooit zo groot is geweest, zo geheel en zo gul. Het onmogelijke tegen het mogelijke: tienmiljoen – nul.

70

DEEL 1


De minireuzenmiereneter

aa

Sprinkhanenstress

r

Menno steketee  |

Le

es ex e

m

pl

Als je bioloog bent, kun je leuk veldwerk doen, en laboratoriumdingen. Maar soms is het werk van een bioloog wel heel spannend. Daar komt ie: Amerikaanse biologen hebben de grijpkaken van nare spinnen dichtgelijmd. Zo konden de spinnen geen sprinkhanen meer pakken, maar ze nog wel erg aan het schrikken maken. De biologen deden dat om te kijken of en hoe geschrokken sprinkhanen veranderden. Dat zou natuurlijk niet lukken als de spinnen de sprinkhanen ook opaten. Vandaar die dichtgekitte kaken. Zo kwamen de onderzoekers erachter dat sprinkhanen die zich letterlijk dood hadden geschrokken, invloed hebben op rottende planten. De banggemaakte dode dieren zorgden ervoor dat plantenresten minder snel verteerden dan wanneer er op de bodem sprinkhanen lagen die gewoon waren overleden. De schrik maakte dat de sprinkhaanlichamen andere stofjes gingen bevatten. In bange sprinkhanen zit dus eigenlijk een soort antimest. Vreemd. Tot nu toe, zeggen de biologen, waren geen voorbeelden bekend van dieren die direct van invloed zijn op het bodemleven. Iedereen dacht dat alleen planten daarvoor van belang waren. Want als je alle bomen, struiken en ander gewas in een gebied optelt, dan valt de optelsom van de dieren die daarin leven in het niet. De vraag is natuurlijk wat die sprinkhanen (of spinnen) eraan hebben – want zo zit de natuur meestal wel in elkaar – dat de planten minder snel verteren. Misschien kunnen spinnen op een bodem met antimest minder vaak een hinderlaag leggen. Omdat er op zo’n bodem minder planten groeien. Daardoor worden weer minder sprinkhanen opgegeten en zo komen er dus meer sprinkhanen. Dat is weer goed voor de spinnen en dan begint het verhaal van voren af aan. Zo houden spinnen en sprinkhanen elkaar in evenwicht.

© Irene Goede

9  Je leesprofiel verkennen

71


Over alles

aa

DE ANATOMIE

r

James Brown & Richard Platt  |

VAN EEN

FIETS H

et vervoer op twee wielen begon in 1817, toen de Duitse bosbouwkundige Baron Karl von Drais het paard wilde vervangen. Hij gaf zijn houten ‘loopmachine’ twee wielen en een stuur, maar nog geen pedalen – berijders moesten zichzelf al lopend vooruit duwen.   De fiets ontwikkelde zich op een vreemde en gevaarlijke manier. In 1870 had een ‘gewone’ fiets een enorm groot voorwiel en een piepklein achterwiel. Het zadel was zo hoog als de schouder van een volwassen man en vallen was een groot risico.

m

KUNSTRIJDERS Loopmachines verschenen ook op het toneel: schaars geklede acrobaten bereden ze om het publiek in musichalls te vermaken.

pl

Toen de fiets aan het eind van de negentiende eeuw was geperfectioneerd, veranderde hij het vervoer – en hielp bij het ontstaan van de eerste vrouwenbeweging.

es ex e

STIEKEME FIETSERS Toen Amerikaanse vrouwen voor het eerst in ‘kleding met gevorkt kruis’ (broeken) rondfietsten, veroorzaakten ze ophef. Kranten schreven in 1894 dat meer dan honderd vrouwen in New York rondfietsten – ’s nachts, als niemand ze zag.

Le

SCHAPEN SCHEREN Fietstechnologie maakte ook het schapen scheren makkelijker: rond 1900 introduceerde een aantal bedrijven door fietskracht aangedreven vachtscharen. Een fiets die op een standaard werd bereden, kon twee vachtscharen aandrijven.

72

DEEL 1

VEILIGE, MODERNE FIETSEN

In 1885 kwam de Engelse uitvinder John Starley met een veel beter ontwerp. Zijn ‘Rover’ had een diamantvormig frame, twee even grote wielen, een door pedalen aangedreven ketting en een stuur dat vastzat aan de voorvork.   Deze ‘veiligheids’-fietsen waren niet goedkoop: ze kostten een fabrieksarbeider negen weken loon. Maar ze waren tweedehands goedkoper te krijgen en een paard, dat een stal en eten nodig heeft, was nog veel duurder. Mensen die te arm waren voor een paard, konden op een fiets verder en sneller reizen dan te voet.

VROUWEN OP DE FIETS

Voor vrouwen was de fiets – letterlijk – een bevrijding. De Amerikaanse feministe Susan B. Anthony zei in 1896: ‘Niets heeft meer voor de emancipatie van de vrouw gedaan dan de fiets … Ik verheug me iedere keer dat ik een vrouw voorbij zie fietsen … het toonbeeld van vrije, ongebreidelde vrouwelijkheid.’ De fiets gaf vrouwen de vrijheid om te reizen en verloste hen van korsetten en enkellange rokken. Ze gingen praktische kleding dragen: wijde broeken, knickerbockers genaamd. Deze ‘nieuwe vrouwen’ wilden meer dan het recht om te fietsen. Het duurde niet lang of ze eisten, en wonnen, iets veel belangrijkers: het recht om te stemmen.


TEXAS, 1899

I

r

De evolutie van Calpurnia Tate

aa

jacqueline Kelly  |

Le

es ex e

m

pl

k vroeg moeder of ik mijn haar af mocht knippen, want het hing als een smoorhete vracht tot onder aan mijn rug. Ze zei nee, ze wilde niet hebben dat ik er als een kale wilde bij liep. Dat vond ik vreselijk oneerlijk en vooral vreselijk héét. Daarom bedacht ik een plan: elke week zou ik een centimeter afknippen – één stiekem centimetertje – zodat moeder het niet merkte. Ze kon het niet merken, omdat ik het ging verbloemen met voorbeeldig gedrag. Als ik me als een keurige jongedame gedroeg, ontsnapte ik vaak aan haar oplettendheid. Ze was meestal tot over haar oren verwikkeld in huishoudelijke kwesties en in het voortdurende rumoer van mijn broers. Het is ongelooflijk hoeveel herrie en heibel zes broers kunnen veroorzaken. Bovendien verergerde de hitte moeders ziekmakende hoofdpijnaanvallen en moest ze haar toevlucht nemen tot een grote lepel van Lydia Pinkham’s Kruidendrank, ook wel bekend als het Beste Bloedzuiverende Middel voor Dames. ’s Avonds knipte ik opgetogen, maar met bonzend hart, de eerste centimeter af met een borduurschaartje. Ik keek naar dat hooibergje van zachte haartjes in mijn hand. Ik had een doelbewuste stap gezet op weg naar mijn toekomst in de glanzende Nieuwe Eeuw, die al over een paar maanden begon. Het leek me beslist een heel gewichtig moment. Die nacht sliep ik slecht uit angst voor de dag van morgen. ’s Ochtends liep ik met ingehouden adem de trap af naar het ontbijt. De pecanflensjes smaakten naar karton. En weet je wat er gebeurde? Helemaal niets. Niemand had ook maar iets in de gaten. Ik was vreselijk opgelucht, maar dacht ook: ja, zo gaat dat nou in dit gezin. Trouwens, niemand merkte iets tot we vier weken en vier centimeter verder waren en onze kokkin Viola me op een ochtend eens goed bekeek. Maar ze zei niets.

9  Je leesprofiel verkennen

73


Oscar Cook – Buitengewone gebeurtenissen

op

r

Vera Van Renterghem  |

Le

es ex e

m

pl

aa

Ik loop snel verder. Een veel smallere gang leidt naar de eetzaal van de oudjes. De zaal is tot aan het plafond gevuld met geroezemoes en gerinkel van borden en bestek. De bejaarden zitten rond tafeltjes van vier. Er wordt gemompeld en ‘Wat zeg je?’ gezegd en ja geknikt op goed geluk dat het niet nee moet zijn. Sommigen kijken strak voor zich uit en anderen glimlachen minzaam. Er zijn er die argwanend naar hun glas kijken alsof er gif in zit en er zijn er die hun drank in één teug achteroverslaan. Soms voel ik medelijden, soms vind ik ze stom, soms ben ik verbaasd, soms moet ik lachen, maar meestal vraag ik me af waaraan ze denken als ze plots stilvallen. Mijn blik blijft hangen bij een vrouwtje dat met bevende hand de korsten van het brood van haar buurvrouw snijdt. Ze lachen naar elkaar. Minutenlang blijf ik het tweetal gadeslaan. Soms lijkt oud worden nog niet het ergste wat je kan overkomen. Karel, een tachtigplusser die met kop en schouders boven de anderen uitsteekt, ziet me staan aarzelen aan de deuropening en wenkt. ‘Kom erbij zitten!’ Zijn bulderstem is een overblijfsel uit zijn jonge jaren, toen hij paracommando was bij het Belgische leger in Congo. Hij heeft me al enkele keren proberen uit te leggen wat hij in Congo heeft gedaan, maar ik weet er nog steeds het fijne niet van. Zijn verhalen veranderen om de haverklap. Soms lijkt het alsof hij in zijn eentje een heel leger Congolese militairen heeft opgeleid, soms alsof hij het leger links heeft laten liggen en in zijn eentje de brousse heeft verkend. Ik hou wel van zijn gepeperde vertellingen, vooral wanneer ik geen zin heb om aan mijn huiswerk te beginnen. De ochtendzon valt op zijn gezicht. Een koppige denkrimpel tussen stalen ogen en een kortgeknipte snor geven hem de allure van een kolonel. Het zou me niet verwonderen als hij het erom doet.

74

DEEL 1


Fragment vond ik: ◯◯ beter dan verwacht. ◯◯ even goed als verwacht. ◯◯ minder goed dan verwacht.

Uitleg:

Fragment vond ik: ◯◯ beter dan verwacht. ◯◯ even goed als verwacht. ◯◯ minder goed dan verwacht.

Uitleg:

fragment fragment

Titel:

Titel:

Titel:

es ex e

fragment

m

b Hoe ziet jouw top 3 er nu uit?

aa

Uitleg:

pl

Fragment vond ik: ◯◯ beter dan verwacht. ◯◯ even goed als verwacht. ◯◯ minder goed dan verwacht.

r

a Beoordeel de drie fragmenten.

c Blijven de boeken in dezelfde volgorde staan? Bespreek je ervaringen met je buur.

4 Verbind elke cover met de uitspraak die het best bij het boek past. JAMES BROWN & RICHARD PLATT

OV

M

ES

TT

JA

BR

OW

N & RICHAR

D

PL

Van wolken tot Romeinse cijfers en van atomen tot schroeven. Nog nooit is kennis zo leuk geweest! LEMNISCAAT

Le

LEMNISCAAT

OVER ALLES

Van de rij van Fibonacci tot de atomaire structuur. Van het periodiek systeem der elementen tot zonnewendes en equinoxen. Van de sferen van de aarde tot wolkenclassificatie. Maar ook: hoe zit een orkest in elkaar? Alles over schroeven en spijkers. Penselen en kwasten. De fasen van de maan. Papierformaten. Rivieren. Het menselijk skelet… Over alles is een boek om van te smullen. Wie begint te kijken en te lezen, zal niet meer kunnen stoppen.

R ALL

ES

E

A

HOE ZWAAR ZIJN WOLKEN?

WIE VOND HET POTLOOD UIT?

HOEVEEL VERSCHILLENDE KNOPEN BESTAAN ER?

De auteur verzint het volledige verhaal (of een deel ervan). De auteur wil de lezer amuseren en/of ontroeren.

De auteur gebruikt alleen feiten om het boek te schrijven. De auteur wil de lezer informeren of iets bijleren.

9  Je leesprofiel verkennen

75


17

Fictie en non-fictie De teksttypes die je leest, hoort of ziet, kun je verdelen in fictie en non-fictie. Als je een tekst fictie noemt, dan zijn de belangrijkste elementen van de tekst verzonnen. De maker wil de lezer, kijker, luisteraar … vooral amuseren, ontroeren, iets laten beleven. Deze teksttypes behoren tot fictie: een gedicht, een sprookje, een verhaal, een film …

r

Het offer van de Baobab van Kate Kriske is een verzonnen verhaal over een geheim team van jonge spionnen.

aa

Als je een tekst non-fictie noemt, dan bevat de tekst enkel feiten. De maker vertelt iets over echte mensen, over dingen die bestaan of gebeurtenissen die niet verzonnen zijn. Hij wil de lezer informatie geven. Deze teksttypes zijn non-fictie: een krantenartikel, een documentaire, een woordenboek, een reisgids …

pl

Over alles van James Brown en Richard Platt is een boek vol informatie over het menselijk lichaam, planeten, wiskunde …

GELIJKVLOERS

m

5 Noteer bij elk boek waar je het in de bibliotheek vindt.

JEUGDBIBLIOTHEEK VERDIEPING 1 VERDIEPING 2 Leeszaal 1 Non-fictie Dvd’s (documentaires) Geschiedenis Kunst Landen en reisgidsen Mens en maatschappij Natuur en milieu Wetenschap

Fictie Fantasy en science– fiction Historische verhalen Hoorspelen Humor Meisjesliteratuur Spanning en avontuur

es ex e

Computerlokaal Infobalie

VERDIEPING 3

Inleveren boeken Kinderleeszaal

Poëzie Strips Fantasy en science– fiction Graphic novel Klassiekers

144

‘Vroeger had ik altijd papiertjes op zak om plotse invallen en

Deel 1

want ik vergat het nog voor ik thuis was. Tegenwoordig sla ik ze op in mijn smartphone: mijn losse flodders. Elke maand bekijk ik de

oogst. Hieruit ontstond het idee om, samen met wat bijdragen van collega’s, de losse flodders te bundelen in dit album.’

www.gottmer.nl

Jill Schirnhofer

Multitalent Jill Schirnhofer (1991) schrijft, tekent, ontwerpt, maakt tv-programma’s, acteert, vlogt en blogt. Met Elvy’s eigen wereld is een jeugddroom van Jill in vervulling gegaan.

LOSSE FLODDERS

grappige namen te noteren. Ik schreef het onderweg meteen op,

Le

omer om nooit te vergeten!

KIEKEBOES

LOSSE FLODDERS

Het wordt een

So oho 144. LOSSE FLODDERS

de

Hoe dit album tot stand kwam…

igen

Dat ziet Elvy ook wel zitten. En haar tekentalent komt op het eiland goed van pas als ze met buurmeisje Kate een ledinglabel begint.

Elvy's wereld

Elvy's wereld

Maar haar ouders denken daar anders over! Zij willen graag dat Elvy wat meer onder de mensen komt. Haar vader weet de perfecte oplossing: waarom gaat ze niet naar haar ippie us Joy op Ibi a?

igen

MERHO DE KIEKEBOES 144

1

Elvy is een dromerig, creatief meisje dat vooral in haar eigen wereldje leeft. Nu het schooljaar bijna afgelopen is, kijkt ze uit naar een hele omer lang ongestoord tekenen.

jill

jillschirnhofer

schirnhofer www.dekiekeboes.be © 2015 BY STANDAARD UITGEVERIJ WPG UITGEVERS BELGIE NV D/2015/0034/93

9

789002 256325

12/15

Standaard Uitgeverij

COVER_KIEK144.indd 1

1

76

19-10-15 15:22

2

3

4

1

4

2

5

3

6

DEEL 1

5

6


6 Bekijk de covers. Plaats de cijfers van de covers bij fictie of non-fictie.

12:45  Di. 5 okt.

      50%

Trotter

Lees ik nu

pl

aa

r

IJsland

VAN REIZIGERS VOOR REIZIGERS

•••

1

2

es ex e

m

Populair

•••

•••

3

4

•••

•••

5

Le

Nieuw

•••

6

7

•••

8

•••

9

•••

Bekijk alles    Lees ik nu     Bibliotheek     Book Store      Audioboeken     Zoek

a Fictie

Covers:

b Non-fictie Covers:

9  Je leesprofiel verkennen

77


7 Vervolledig je leesprofiel.

mijn leesprofiel IGH

Waar lees ik?

uit verveling uit interesse omdat ik het leuk vind omdat het moet

non-fictieboeken historische verhalen fantasyboeken sciencefictionboeken spannende boeken avonturenboeken humoristische boeken poëziebundels romantische verhalen

Waar haal ik mijn boeken? Ik leen ze in de bibliotheek. Ik koop ze in de winkel. Ik lees ze online of op een e-reader.

es ex e

m

Welke boeken lees ik graag?

in de klas in de bibliotheek buiten in mijn slaapkamer op school op reis

pl

boeken tijdschriften hoorspelen strips

r

Waarom lees ik?

aa

Wat lees ik?

Mijn favoriete schrijver is

Dit boek zou ik mijn beste vriend(in) aanraden: Dit boek zou ik een vriend(in) zeker afraden:

Ik lees omdat ik …

er slimmer van word. geniet van de taal. dan ontsnap aan het dagelijkse leven. zo in het hoofd van iemand anders kan kijken.

Le

Mijn leesuitdaging voor dit schooljaar

3    6    12    24

8 Vergelijk jouw leesprofiel met dat van je buur. Bespreek de gelijkenissen en/of verschillen.

78

DEEL 1


10

Schooltaalwoorden oefenen

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

informeren

de bewering

automatisch

selecteren

het criterium

interessant

verantwoorden

de formulering

uitgebreid

vervangen

de instructie

uniek

vervolledigen

de situatie

aa

r

werkwoord

verzinnen

1 Vorm passende trio’s met telkens een woord dat ongeveer hetzelfde betekent (synoniem) en een woord dat het tegenovergestelde betekent (antoniem).

pl

Kies uit: buitengewoon – saai – gaat vanzelf – ruim – beknopt – alledaags – boeiend – zelf doen. ≈

uniek

uitgebreid

interessant

ga ga ga

m

automatisch

ga

2 Welke betekenis past in de context?

es ex e

a Tijdens de les wetenschappelijk werk maakten we haargel. We kregen de instructies in een bundeltje. O  de bevelen O  de aanwijzingen O  de vooronderzoeken b De formulering van de instructies in de bundel was soms onduidelijk. O  de omschrijving O  de uitdrukking O  de formule c Omdat er ook stappen ontbraken, zei onze leraar dat hij de bundel zou vervolledigen. O  aanvullen O invullen O bijvullen d Aan welke criteria moet goede haargel voldoen? O regels O eisen O normen

3 Leid werkwoorden af van deze woorden. a uitgebreid

Le

b de bewering

c de formulering d de situatie e interessant f automatisch

10  Schooltaalwoorden oefenen

79


4 Vul de zinnen aan.

2

6

3

7

4

8

9

10

pl

5

m

1

aa

r

Voor je aan de spreekopdracht begint, moet je een onderwerp 1 … . Kies best iets wat je zelf 2 … vindt. Het hoeft niet 3 … te zijn om er 4 … over te kunnen vertellen. Daarna moet je je over de inhoud 5 … . Ook de 6 … waarop je beoordeeld zal worden, ken je best op voorhand. Als je voldoende informatie verzameld hebt, 7 … je welke zaken je wilt gebruiken. Schrijf in kernwoorden op wat je zal vertellen. Opgelet, goede zinnen bouwen gebeurt niet 8 … . Je oefent die beter goed in. En het kan geen kwaad dat je woorden die vaak voorkomen, eens 9 … door andere. Over de 10 … van je inleiding en je slot denk je best goed na: deze zinnen moeten meteen goed zitten.

5 Vervang de gekleurde woorden door een schooltaalwoord met dezelfde betekenis. a De soldaten bevonden zich in een hopeloze positie.

es ex e

b Vond jij die uitspraak ook zo grappig?

c Hij moest uitleggen waaraan hij het geld uitgegeven had. d Ik ben op zoek naar gegevens over kickboksen. e Toont hij soms belangstelling voor voetbal?

6 De gekleurde woorden zijn synoniemen. Slechts één van de twee synoniemen past in de zin. Doorstreep wat niet past. a b c d

Le

Vandaag mag je beginnen met het aanvullen/vervolledigen van de voorraad. In deze zinnen mag je het onderwerp vervangen/inspringen door één woord. Kunt u mij vertellen/informeren over de vertrektijden van de trein? Na de eerste ronde werden enkele kandidaten geselecteerd/gesorteerd. Zij gingen naar de halve finale. e Miek was klein, maar kon zich op het veld al flink verantwoorden/verdedigen.

7 Voor deze zinnen gebruik je woorden uit de woordfamilie van de schooltaalwoorden. a De … van de spelers voor de finale gebeurde op basis van talent en uithouding. b Ook de … had de trainer niet willekeurig gekozen. Enkel de besten mochten op de bank. c Mare … dat ze eerst geselecteerd was. d Dat is niet waar, het is een … . e Toen de trainer dit verhaal hoorde, moest ze zich … bij de clubleiding. f Wat hen vooral …, was waarom Mare dit verhaal overal vertelde.

80

DEEL 1


8 In welke zin(nen) kun je de gekleurde woorden vervangen door het schooltaalwoord?

b uitgebreid(e) ◯◯ De gids vertelde ons uitvoerig over hoe de kathedraal werd gebouwd. ◯◯ Het gebouw heeft een ruime toegangspoort. ◯◯ De collectie marmeren beelden is er bijzonder groot.

r

a uniek(e) ◯◯ Dit skelet van de neanderthaler is het enige exemplaar. Er zijn er geen andere. ◯◯ Een dagje meedraaien met een archeoloog was voor mij een onvergelijkbare beleving. ◯◯ Het weer tijdens de prehistorie was echt extreem warm.

aa

c automatisch ◯◯ Deze deur opent en sluit uit zichzelf. ◯◯ Ik riep iets door de klas zonder na te denken. ◯◯ Toen ik thuiskwam, stak ik zonder erbij na te denken de sleutel in het slot.

pl

d verzinnen ◯◯ Wie zal een smoes voor onze afwezigheid bedenken? ◯◯ Niemand kon een oplossing bedenken om de wateroverlast te voorkomen. ◯◯ Onze vakantie kan niet doorgaan. Ik zal dan maar fantaseren over een tropisch eiland.

a uitvinden b uitzoeken c het bevel

es ex e

d aflossen

m

9 Zoek het juiste schooltaalwoord.

e inlichten

10 Vul het woordraam in.

Le

a iets onder woorden brengen b de tijd en de plaats van een gebeurtenis bepalen c Je hoeft het niet zelf te doen; het gebeurt … d geheel, compleet e de belangstelling f zeggen dat iets zo is g Dit is een … programma. Je verneemt nieuwe zaken over het onderwerp. h het antoniem van alledaags, gewoon j i kieskeurig j de uitleg waarom je bepaalde dingen hebt gedaan

a

b c

d

e f

g

h

i

11 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Doorstreep het. a b c d

verantwoorden – uitleggen – rechtvaardigen – verdedigen – verontschuldigen uitkienen – verzinnen – liegen – bekokstoven – beramen het criterium – de eis – de voorwaarde – de norm – de omloop vervolledigen – vervolmaken – invullen – afronden – afwerken

10  Schooltaalwoorden oefenen

81


Test jezelf!

1 Lees deze berichten. Vul het communicatiemodel aan voor het tweede bericht. ••••• 4G 15:05 86%

i

Jack> Vandaag 14:25

pl

aa

r

Hadden wij niet om 14 u. afgesproken voor het groepswerk?

Sorry, ik zit vast!

m

15:03 gelezen

iMessage

Jack

boodschap

es ex e

Zender  doel

kanaal

ontvanger  effect

Sep

Ik kan communicatieve situaties onderzoeken.

les 2

2 Bekijk het filmpje.

a Wat is de bedoeling van de zender?

Le

b Kirsten Dunst had zich de ontmoeting duidelijk anders voorgesteld. Waarom?

c De meisjes stelden maar één vraag. Welke en waarom?

Ik kan de bedoeling van de zender herkennen.

82

DEEL 1

les 3


3 Lees de tekst Waarom je er op een selfie anders uitziet oriënterend.

r

Waarom je er op een selfie anders uitziet

Oorzaak Volgens recent onderzoek zorgt een selfie voor een vertekend beeld van de werkelijkheid. Oorzaak hiervoor is de afstand van je gezicht tot de camera. Deze afstand is slechts een armlengte. Het close-upbeeld zorgt voor een lichte verstoring van de werkelijkheid. Het veroorzaakt een vervorming van het gezicht.

aa

positie van de camera: houd je hem iets te laag? Dan heb je al snel een onderkin, een langere neus en een breder voorhoofd. Neem je de foto meer van bovenuit, dan gebeurt het omgekeerde.

Gevolgen niet enkel voor jongeren Het lijkt misschien een onbelangrijk onderzoek, maar dat is het zeker niet. Selfies zijn een vervormde versie van de werkelijkheid. Wanneer mensen zich daar niet bewust van zijn, kan dat grote gevolgen hebben. Vooral jongeren, die

pl

In een wereld waar per dag triljoenen selfies worden genomen is het ondenkbaar dat je niet je best doet voor de allerbeste foto. En daar hebben we heel wat moeite en tijd voor over. Gek genoeg zie je er in het echt áltijd anders uit dan op je schermpje. Recent onderzoek wees uit wat de verklaring hiervoor is.

m

‘Het gaat zelfs zo ver dat mensen plastische chirurgie overwegen om er beter uit te zien op hun selfies.’ geneigd zijn hun zelfbeeld grotendeels op selfies te baseren, kunnen er onzeker van worden. Wat weer kan leiden tot emotionele problemen. Het zet zelfs volwassenen aan om een plastische ingreep te overwegen om er beter uit te komen op hun selfies. Dit bleek ook uit een enquête onder 2500 plastisch chirurgen in Amerika. 55 procent van de patiënten baseert zijn motivatie voor plastische chirurgie op selfies waarover hij niet tevreden is.

‘Jongeren denken dat hun selfies een goed beeld geven van hoe zij eruitzien. Niets is minder waar.’

Bron: &c

Le

es ex e

Opgeblazen neus Het onderzoek onthult dat de gemiddelde selfie – gemaakt op een afstand van zo’n 30 centimeter van het gezicht – ervoor zorgt dat je neus zo’n 30 procent breder lijkt. Ook het topje van je neus lijkt zo’n 7 procent breder. Maar dit zijn niet de enige vertekeningen: ook andere delen van het gezicht moeten eraan geloven. Je gezicht kan veel smaller of voller lijken. Of je ogen lijken groter en je neus kleiner. Alles hangt af van de

Test jezelf!

83


a Bekijk de titel. Waarover gaat de tekst volgens jou?

b Bekijk de tussentitels. Welke informatie verklappen die? 1 3

aa

c Bekijk de illustratie. Voegt die nog informatie toe? Zo ja, welke?

r

2

d Bekijk de opvallend gedrukte woorden. Welke nieuwe informatie geven zij?

pl

e Welke informatie kun je afleiden uit de bronvermelding?

m

f Lees de inleiding. Komt de inhoud ervan overeen met je idee over de tekst? Leg uit.

g Hoort deze tekst bij fictie of non-fictie? O fictie   O non-fictie

es ex e

h Som vijf manieren op waarmee deze tekst werd opgemaakt.

i

Wat is het onderwerp van de tekst?

j

Kruis aan wat past. Meer keuzes zijn mogelijk. De inleiding O  geeft het onderwerp van de tekst duidelijk weer. O  vertelt dat er recent onderzoek is gedaan naar selfies. O  verklapt hoe het komt dat je er op een selfie anders uitziet dan in het echt. O  somt al één verklaring op. O  maakt je nieuwsgierig naar de rest van de tekst.

Le

k Wat wil de schrijver met deze tekst bereiken? Hij wil de lezer

84

Ik kan de bedoeling van de zender herkennen.

les 3

Ik kan een tekst oriënterend lezen.

les 5

Ik herken het verschil tussen fictie en non-fictie.

les 9

DEEL 1


4 Lees de tekst nu volledig. a Neem deze uitspraken door en kruis de juiste antwoorden aan. waar

niet waar niet in de tekst

Meerdere oorzaken liggen aan de basis van de nietrealistische selfies.

Je neus kan op een selfie al gauw 30 % groter lijken. De vraag naar plastische chirurgie stijgt door selfies.

aa

De gemiddelde selfie wordt gemaakt op 40 cm van het gezicht.

r

Ook volwassenen laten zich vangen door het selfieprobleem.

pl

b Wat is de oorzaak voor het vertekend beeld van de selfie?

m

c Waarom is het belangrijk dat jongeren zich bewust worden van de vervormingen op selfies?

es ex e

d Waaruit blijkt dat ook volwassenen geen weet hebben van de vertekeningen van selfies?

Ik kan informatie in een tekst vinden.

les 5

5 Lees de tekst en vul de tabel aan. Noteer het onderwerp en geef aan of het een woord (W), een woordgroep (WG) of een zin (Z) is. Duid aan of het onderwerp in het enkelvoud of het meervoud staat. Vervang het onderwerp door een woord (W), een woordgroep (WG) of een zin (Z).

Na Azië, Verenigde Staten en Londen is de selfieccino nu ook verkrijgbaar in

Le

1

België

2 Wat zou jij ervan vinden om jezelf eens op te drinken? 3 Yassin, die onlangs bar O-Cortado in Antwerpen opende, maakt dit mogelijk. 4 Een zogenaamde selfieccino is een cappuccino met een selfie erop. 5 Ook warme chocolademelk of een latte zijn geschikt om selfieccino’s te maken. 6 Bij de bestelling van hun selfieccino

sturen klanten hun selfie door. 7 Een speciale printer die gevuld is met koffie-extracten print de foto op het melkschuim. 8 In amper 45 seconden is de klus geklaard. 9 Wie eens graag met zijn bestie op een kopje koffie prijkt, hoeft hiervoor maar enkele euro’s extra neer te tellen.

Test jezelf!

85


onderwerp

W, WG of ENK. of Z? MV.?

vervang nieuw onderwerp door

1 WG

3

W

4 5 Z

7

W

pl

6

aa

r

2

8

WG

m

9

Ik kan betere teksten schrijven door het onderwerp te verplaatsen of aan te passen.

es ex e

les 4

6 Schrijf de werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Le

1 Ontdekken op wie jij lijkt: op Mona Lisa, Picasso of ‌? Dankzij de Google Art Selfie 2 vinden je jouw dubbelganger. Met je selfie 3 speuren Google zijn uitgebreide kunstcollectie af naar jouw spiegelbeeld op een schilderij. De app 4 bevatten namelijk duizenden schilderijen. Google 5 ontleden allerlei kenmerken van je gezicht om daarna door alle schilderijen heen te bladeren. Vervolgens 6 tonen de app je de verschillende overeenkomstige schilderijen. Er

7 worden ook aangegeven hoeveel procent de geschilderde persoon en jij op elkaar lijken. Door die functie 8 stuiten je wellicht op nieuwe schilderijen, maar het is vooral geinig om te zien op welke dubbelganger je lijkt. 9 Bevreemden het resultaat je? Bijvoorbeeld als Google een dubbelganger van het andere geslacht 10 aanduiden? Ach, de software 11 selecteren niet op geslacht. 12 Verbrodden dit je kijk­plezier?

1

4

7

10

2

5

8

11

3

6

9

12

Ik kan een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct schrijven.

86

DEEL 1

les 7


7 Schrijf een kort bericht in de plaats van Evi. Volg het stappenplan.

OV UR

aa

r

Evi stelt haar klasgenoten voor om hun selfiestick mee te nemen op de excursie naar Parijs. Via Smartschool probeert ze haar klasgenoten te overtuigen. Ze vraagt hen ook om haar te steunen wanneer ze de vraag stelt aan de leraar tijdens de les.

a Lees de opdracht aandachtig en oriënteer je op de schrijfopdracht. – Wat wil Evi met haar bericht bereiken?  – Wie is haar doelpubliek?

pl

– Welke taal past erij?   O  formele taal   O  informele taal – Aan welke criteria moet je bericht voldoen?

b Wat moet Evi zeker zeggen of vragen? Noteer dit in enkele woorden.

OV UR

c Schrijf Evi’s bericht op een apart blad. Zorg dat je taalgebruik bij de ontvanger past.

OV UR

d Controleer je bericht aan de hand van deze uitspraken.

es ex e

m

OV UR

102

108

1 Is het bericht volledig: weet de lezer wat hij moet weten?

2 Is de informatie duidelijk: begrijpt de lezer alles meteen? 3 Is de boodschap kort geformuleerd?

4 Is de communicatie gepast: past het taalgebruik bij de ontvanger?

328

267

280

Ik kan communicatieve situaties onderzoeken.

les 2

Ik kan de bedoeling van de zender herkennen.

les 3

Ik kan een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct schrijven.

les 7

Ik kan een helder bericht schrijven.

les 8

Le

286

5 Zijn de zinnen en woorden correct? – Begint elke zin met een hoofdletter? – Eindigt elke zin met een leesteken? – Zijn alle werkwoorden correct gespeld? – Werden er geen woorden of letters vergeten?

Test jezelf!

87


Test jezelf!

1 Lees deze berichten.

Telenet

06:33

m

pl

Tess en 11 anderen vinden dit leuk Eiffeltoren #Parijs # Ruben  Hey vroege vogel, gun je vrienden hun nachtrust!! Noor  Wat een toeval! Wij zijn ook in Brussel! Afspreken?

aa

r

Maya

a Vul het communicatiemodel aan voor Maya die een foto post. Zender

boodschap

es ex e doel

kanaal

ontvanger

effect

b Vul het communicatiemodel aan voor Noors reactie op Maya’s post. Zender

doel

boodschap

kanaal

ontvanger

effect

Le

c Waarom is er ruis in de communicatie met Noor?

d Hoe weet je dat je de woorden van Ruben niet letterlijk moet nemen?

Ik kan communicatieve situaties onderzoeken.

88

DEEL 1

les 2


2 Lees de tekst Ook luizen dol op selfies?! oriënterend.

Ook luizen dol op selfies?!

Z

Op basis- en kleuterscholen vormen hoofdluizen al sinds mensenheugenis een hardnekkige plaag. Ze verspreiden zich er razendsnel vanwege het fysieke contact tijdens het spelen. Met de komst van de selfiehype vormen middelbare scholen nu een nieuw broeinest. Luizen krijgen er vrij spel, omdat ook hier het lichamelijk contact terug groter is geworden dan voorheen.

m

pl

odra een luis op je hoofd kruipt, klampt ze zich met haar kaken vast in je hoofdhuid. Dan drinkt ze – tot vijf keer per dag – als een soort vampier bloed bij haar gastheer. Om ervoor te zorgen dat het bloed minder snel stolt, spuwt ze speeksel in het wondje. Zo kan de parasiet blijven drinken. Ben je allergisch aan dit luizenspeeksel? Dan ontstaat er vervelende jeuk.

aa

r

lachen maar … Niets mooier dan Koppen bij elkaar, wangen tegen elkaar … r wist je dat je buiten die mooie foto’s Maa ar. ma n dele dan en e selfi de laag ges een de selfie zorgt ervoor dat de bekende, ook andere dingen deelt? De populariteit van n razendsnel verspreiden. jeukende kriebelbeestjes zich de laatste jare

es ex e

De hardnekkige hoofdluisplaag op basisscholen is bekend, maar dat ook middelbare scholen een broeinest vormen is nieuw.

Le

Met wel tien eitjes per dag vermenigvuldigen hoofdluizen zich megasnel. Als de neten uitkomen, zoeken ze zo snel mogelijk een nieuwe gastheer. Gelukkig kunnen ze niet springen of vliegen. Een uitwisseling tussen gastheren lukt alleen als hun haren met elkaar in contact komen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door elkaar te omhelzen, door mutsen of sjaals van elkaar te gebruiken, door een kam te lenen …

Hoofdluizen krijgen heeft niets te maken met hygiëne. Luizen houden net zo veel van verzorgd als van onverzorgd haar. Er zijn bovendien genoeg manieren om ze te bestrijden. Haal bijvoorbeeld met een speciale kam de neten uit je haar of gebruik antiluizenshampoo. Als je de parasieten wil verdelgen door een zwembeurt, heb je het helaas mis: luizen overleven wel acht uur onder water. Begint het bij jou al te kriebelen nu je dit leest? Je hebt vast geen luizen, maar als het toch zo zou zijn, hoef je je heus niet te schamen. Luizen komen bij iedereen voor en het betekent niet dat je jezelf niet verzorgt. Met de juiste behandeling ben je er snel weer vanaf.

Luizen zijn hardnekkige beestjes, maar ze zijn tegelijkertijd ook relatief onschuldig. Test jezelf!

89


a Welk teksttype is dit?

b Hoort deze tekst bij fictie of non-fictie? O fictie   O non-fictie

r

c Wat is het onderwerp van de tekst?

aa

d Welke elementen helpen je bij het oriënterend lezen om dit onderwerp te bepalen?

pl

e Kruis aan wat past. Meer keuzes zijn mogelijk. De inleiding O  geeft het onderwerp van de tekst duidelijk weer. O  legt uit hoe je een selfie maakt. O  vertelt dat selfies de luizenplagen in het middelbaar veroorzaken. O  wil duidelijk maken dat selfies heel populair zijn. O  maakt je nieuwsgierig naar de rest van de tekst.

f Voorspel of deze uitspraken waar of niet waar zijn. Als je na het oriënterend lezen het antwoord niet kunt weten, kruis je de laatste kolom aan.

m

waar

niet waar Ik kan dit (nog) niet weten.

Luizen zijn hardnekkig, maar ongevaarlijk. Luizen leggen wel tien eitjes per dag.

es ex e

Luizen vormen traditioneel een hardnekkige plaag op middelbare scholen. Luizen verspreiden zich sneller door de populariteit van de selfie. Hoofdluizen verdwijnen meestal automatisch na een zwembeurt.

g Wat wil de schrijver met deze tekst bereiken? Hij wil de lezer …

les 3

Ik kan een tekst oriënterend lezen.

les 5

Ik herken het verschil tussen fictie en non-fictie.

les 9

Le

Ik kan de bedoeling van de zender herkennen.

90

DEEL 1


3 Lees de tekst nu volledig. a Neem dezelfde uitspraken opnieuw door en kruis de juiste antwoorden aan. waar

niet waar Ik vind dit niet in deze tekst.

r

Luizen zijn hardnekkig, maar ongevaarlijk.

Luizen vormen traditioneel een hardnekkige plaag op middelbare scholen. Luizen verspreiden zich sneller door de populariteit van de selfie.

pl

Hoofdluizen verdwijnen meestal automatisch na een zwembeurt.

aa

Luizen leggen wel tien eitjes per dag.

m

b Waar komt de allergische reactie na een luizenbeet vandaan?

c Waarom zegt de schrijver in de titel dat luizen dol zijn op selfies?

es ex e

d Hoeveel methodes bespreekt de auteur om luizen te verdelgen?

e Wat bedoelt de schrijver met deze formulering? Zeg het met je eigen woorden. – de populariteit van de selfie  – het fysieke contact

– sinds mensenheugenis  – voorheen

– verdelgen

les 5

Le

Ik kan informatie in een tekst vinden.

4 Bekijk het filmpje. a Waarover gaat het filmpje? Wat heb je gezien?

b Wat is de bedoeling van de zender?

Test jezelf!

91


c Tot welk doelpubliek richt de zender zich?

r

d Kirsten Dunst had zich de ontmoeting duidelijk anders voorgesteld. Waarom?

aa

e De meisjes stelden maar één vraag. Welke en waarom?

f Wat is het hoofddoel van de zender?

m

Ik kan de bedoeling van de zender herkennen.

pl

De zender wil de kijker

les 3

es ex e

5 Lees de tekst en vul de tabel aan. Noteer het onderwerp en geef aan of het een woord (W), een woordgroep (WG) of een zin (Z) is. Duid aan of het onderwerp in het enkelvoud of het meervoud staat. Vervang het onderwerp door een woord (W), een woordgroep (WG) of een zin (Z).

koffiebar

O-Cortado

Le

1 In de Antwerpse koffiebar O-Cortado kunnen klanten een wel erg bijzondere cappuccino of latte bestellen: een zogenaamde ‘selfieccino’. 2 Een speciale printer die gevuld is met koffie-extracten drukt foto’s op de schuimlaag. 3 Het concept van de ‘selfieccino’ is niet volledig nieuw. 4 Het bestaat al een tijdje in Azië en de Verenigde Staten. 5 Vorig jaar voegde een koffiebar in Londen de selfiekoffie toe aan hun assortiment. 6 Door de Antwerpse koffiebar O-Corta­do worden deze bijzondere koffietjes bereikbaarder dan ooit. 7 En ondanks het futuristisch concept is het heel snel en eenvoudig. 8 De klant stuurt zijn selfie bij de bestelling. 9 Wat later wordt de foto die hij net doorgestuurd heeft, op het melkschuim gedrukt. 10 En dat kost je amper een euro meer dan een normale kop zwart goud. 11 Wie wil zichzelf eens opdrinken? 12 Allen daarheen!

92

DEEL 1


onderwerp

W, WG of ENK. of Z? MV.?

vervang nieuw onderwerp door

1 WG

3

W

r

2

5 6 7 Z

9

W

11

Z

es ex e

12

WG

m

10

pl

8

aa

4

Ik kan betere teksten schrijven door het onderwerp te verplaatsen of aan te passen.

les 4

Le

6 Schrijf de werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Nationale Selfiedag

Ja, het bestaat … Nationale Selfiedag op 21 juni. Men 1 vermoeden dat het in 2014 begon als een grap van Dj Rick McNeely van Fishbowl Radio Network in Arlington. Sindsdien 2 besteden de pers er elk jaar aandacht aan. Op de Nationale Selfiedag 3 proberen de media iedereen te overreden om creatieve selfies te delen. Iedereen die populair is, 4 reageren en 5 posten zijn beste zelfportret. Maar er 6 worden niet alleen geposeerd op 21 juni. Elke dag 7 houden miljoenen smartphone­gebuikers de camera voor het gezicht. 8 Besteden je vriendengroep ook zoveel aandacht aan foto’s? Op het internet 9 vinden je alvast talloze tips voor de mooiste selfie. 10 Houden ik het nog even voor mezelf of 11 branden je van verlangen om het in te kijken? Hopelijk 12 benijden je zus je dan niet om jouw schitterende foto’s.

Test jezelf!

93


1

5

9

2

6

10

3

7

11

4

8

12

Ik kan een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct schrijven.

aa

r

les 7

pl

7 Schrijf een kort bericht in de plaats van Evi. Houd tijdens het schrijven rekening met de criteria.

es ex e

m

Evi gaat komende vrijdag op excursie naar de Ardennen met haar klas. De leraar geschiedenis die hen begeleidt, geeft geen les aan hen. Evi wil via Smartschool de toestemming vragen om haar selfiestick mee te nemen. Ze overtuigt de leraar met een aantal voordelen. Ze stelt eventueel voor om één selfiestick te gebruiken per groepje.

102

108

1

Is het bericht volledig: weet de lezer wat hij moet weten?

2

Is de informatie duidelijk: begrijpt de lezer alles meteen?

3

Is de boodschap kort geformuleerd?

4 Is de communicatie gepast: past het taalgebruik bij de ontvanger?

5

328

267

280

Zijn de zinnen en woorden correct? – Begint elke zin met een hoofdletter? – Eindigt elke zin met een leesteken? – Zijn alle werkwoorden correct gespeld? – Werden er geen woorden of letters vergeten?

Le

286

94

Ik kan communicatieve situaties onderzoeken.

les 2

Ik kan de bedoeling van de zender herkennen.

les 3

Ik kan een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct schrijven.

les 7

Ik kan een helder bericht schrijven.

les 8

DEEL 1


Genietend lezen

1 Bekijk de cover en lees de flaptekst.

aa

r

Voor haar veertiende verjaardag krijgt Emma hét cadeau van haar leven. Haar vader, die zijn gezin zeven jaar geleden verliet, neemt haar mee op een reis naar de Verenigde Staten van Amerika. Emma is door het dolle heen, maar mama is net iets minder enthousiast. Is dit geschenk wel zo mooi als het lijkt? Kent Emma haar vader wel genoeg om alleen met hem op reis te gaan? Misschien is de terughoudendheid van haar moeder niet helemaal onterecht …

pl

Hoe vergeef je iemand die je op je zevende zomaar achterliet? Kun je zeven lange jaren van bitter weinig contact met een reisje uitwissen? Humor en scherpe confrontaties vormen de ingrediënten voor de zoektocht naar een antwoord op deze vragen.

m

a Welke thema’s zullen er volgens jou in dit boek aan bod komen? afscheid  –  anders zijn  – avontuur – familie – geheimen – geschiedenis – geweld –  griezel  – humor –  jaloers zijn  – liefde – magie – misdaad – mysteries –  mythische wezens  – oorlog – pesten –  problemen en ellende  – reizen – school –  sciencefiction  –  tussen twee culturen  –  verdrietig zijn  – vriendschap – wereldproblemen b Sporen cover en flaptekst jou aan om dit boek te lezen? Waarom wel/niet? c Geef twee redenen waarom dit verhaal tot de fictie behoort. 2 Lees het fragment op de volgende bladzijden.

es ex e

a Sluit het fragment aan bij jouw verwachting? Leg uit. Wat had je anders verwacht? b Vind je het verhaal realistisch? Geef een score op vijf en verklaar je keuze. c De titel van dit hoofdstuk is Feest en toch weer niet. Leg die uit. d De koelcel is inmiddels een heuse diepvriezer geworden. Wat bedoelt de auteur hiermee? e Beschrijf Emma’s gevoelens doorheen het fragment. f Welk thema uit opdracht 1 past volgens jou het best bij dit fragment? g Wat vind jij van Emma’s gedrag? Wat zou jij doen als je in haar schoenen stond? h ‘Ik kom van mijn leven mijn kamer niet meer uit’, zegt Emma op het einde van het fragment tegen zichzelf. Heb jij zoiets ook al eens gezegd? Meende je dat? Hield je dit vol? i Iedereen heeft wel eens ruzie thuis. Hoe zou dit conflict in een ander gezin kunnen verlopen? j Aan wie zou je dit boek aanraden? Waarom?

3 De auteur beschrijft de lichaamstaal van de moeder. Leef je in het personage in en speel hoe zij zich gedraagt.

Le

a Mijn moeder staat te kijken alsof ze zonet Sinterklaas met paard en al door de schoorsteen heeft zien vallen. b Sprakeloos hapt ze naar lucht als een goudvis die door een fatale salto naast zijn viskom is beland. c Mams haalt minachtend haar neus op. d Mams kijkt me aan met een blik die me duidelijk maakt dat ik beter mijn mond kan houden.

4 Op haar kamer stuurt Emma een boodschap naar haar vriendin. Schrijf dit bericht uit.

Genietend lezen

95


Le

es ex e

m

pl

aa

r

hem Ed. Dat deed ze ook bij paps toen ze nog van hem hield. Gek toch: ze kiest een nieuwe partner met vrijwel dezelfde naam, noemt hem hetzelfde en slaagt erin hem net als paps te doen zwijgen als zij het hoge woord voert. Begrijp me niet verkeerd, mijn moeder kan lief zijn, heel lief zelfs. Maar als ze het krijgt, kun je niet snel genoeg een loopgraaf induiken. ‘Je laat ons in de steek als Emma zeven is, je bezoekt haar amper één keer per jaar en nu kom je doodleuk aandraven met het idee om haar mee te nemen naar Amerika.’ ‘Het is geen idee’, verdedigt paps zich, terwijl hij in zijn binnenzak grijpt. Hij haalt er een envelop uit. ‘Ik heb de tickets al gekocht.’ ‘En waar haal jij ineens dat geld vandaan om zo’n dure reis te betalen?’ ‘Ik heb gespaard.’ ‘Zeven jaar lang, zeker?’ Mams haalt Als mijn moeder verontwaarminachtend haar neus digd is, lijkt het alsof de deur op. ‘Nou ja, met die van een gigantische koelcel boekjes van jou kan ik me wel voorstellen dat wagenwijd wordt opengezet. het zo lang geduurd door een fatale salto naast zijn viskom is heeft. Wel, dan heb je mooi je geld in het beland. Ongeloof spreekt uit haar ogen. Ik water gegooid, want dit feestje gaat niet zit nog midden in een huppelknuffel – je door. Geen denken aan dat ik mijn dochpakt iemand vast alsof je hem nooit meer ter de toelating geef om met jou op reis te los zult laten en springt tegelijkertijd met gaan.’ beide voeten op en neer – wanneer ze een Daar is hij dan: de doodsteek. Ik laat eerste poging waagt om mijn vreugde de mijn armen en mijn hoofd hangen, want grond in te boren. ik weet dat het voorbij is. Vijf seconden ‘Meen je dat nou echt, Edwin?’ intense vreugde, dat is blijkbaar alles wat Haar stem klinkt ijskoud. Ik voel meteen mijn moeder me gunt op mijn verjaardag. Maar mijn vader geeft het nog niet op, hij hoe laat het is. Als mijn moeder verontwaarademt diep in en maakt zich op voor wat digd is, lijkt het alsof de deur van een giganwellicht zijn laatste offensief zal zijn. tische koelcel wagenwijd wordt opengezet. ‘Luister, Miranda, ik …’ Omdat ik al weet wat er gaat komen, laat ik mijn vader los en wacht op de doodsteek die ‘Ik hoef helemaal niet naar jou te luistemijn moeder ongetwijfeld zal toebrengen. ren! Je hebt je nooit een verantwoordelijke Paps is nooit opgewassen geweest tegen haar. vader getoond. Toen Emma nog klein was, Edward trouwens ook niet. Edward is de heb je me met haar laten zitten. Ik moest het zelf maar zien te klaren – niet dat het nieuwe partner van mijn moeder. Ze noemt ‘Hi i i i i i i i i ! ’ De gil die ik slaak, klinkt hoog en schril. De schreeuw verlaat mijn lichaam alsof twee gigantische handen mijn middenrif zo hard dichtknijpen dat mijn longen alle lucht in één keer naar buiten persen. De buren vragen zich op dit moment vast af of ze de hulpdiensten moeten bellen. Maar ik gil niet van paniek of angst, en ook niet omdat ik pijn heb. Ik gil omdat ik nog nooit in mijn leven zo blij ben geweest. Ik vlieg mijn vader om de hals en knijp hem zowat fijn. ‘Ho, rustig maar’, lacht paps. ‘Straks wurg je me nog en gaat het hele feestje niet door.’ Mijn moeder staat toe te kijken alsof ze zonet Sinterklaas met paard en al door de schoorsteen heeft zien vallen. Sprakeloos hapt ze naar lucht als een goudvis die

96

DEEL 1


pl

aa

r

die beseft dat hij het gevecht – weeral – verloren heeft. ‘Ik denk dat je iets vergeet, mams’, zeg ik. ‘Of beter, dat je iemand vergeet.’ Ik schrik zelf van de kilte in mijn stem. Blijkbaar ben ik echt de dochter van de ijskoningin, een ijsprinses, zeg maar. Mams kijkt me aan met een blik die me duidelijk maakt dat ik beter mijn mond kan houden – slik. Nee, dat ga ik deze keer nu eens niet doen. Tussen mijn vaders duim en wijsvinger bungelt de kans van mijn leven en die laat ik me niet ontglippen. ‘Of tel ik niet meer mee dan? Het gaat toevallig wel over mijn verjaardagscadeau. Paps geeft me het mooiste geschenk van heel mijn leven en dat wil jij zomaar van me afpakken. Of Blijkbaar ben ik echt ben je jaloers dat jij niet op de dochter van de dat geweldige idee bent gekoijskoningin, een ijsprinses, men? Heb jij me ooit al meegenomen naar Amerika? Nee, zeg maar. elk jaar naar diezelfde saaie en mezelf. Daar heb jij niets mee te maken.’ badplaats in Spanje van het strand naar Edward buigt zijn hoofd en doet een een terrasje hollen en weer terug. Nu kan stapje achteruit. Tot zover de inbreng van ik eens een reis maken die ik nooit meer zal mijn pluspapa. Veel plus is daar ook niet vergeten en dan vind jij het nodig om me dat te verbieden. Wat moet ik doen? Gooaan. Maar wat mams net heeft gezegd, brengt iets in me naar boven waarvan ik gelen naar plaatjes van Amerika op die niet wist dat ik het had. Withete woede! smartphone die ik voor mijn verjaardag Mijn ouders hebben hun problemen van jou en Ed heb gekregen? Ik haat je, gehad en ik heb alles ondergaan, zonmams, hoor je me? Ik haat je!’ der ooit te klagen. Toen mijn moeder me De woorden stromen uit mijn mond zeven jaar geleden vertelde dat het voor als gloeiende lava en raken mijn moeder als scherpe ijskristallen. Zonder op haar iedereen beter was dat paps wegging, reactie te wachten draai ik me om en ren heb ik mijn verdriet opgekropt. Ik vond het vreselijk dat hij niet meer bij ons zou de woonkamer uit. Met twee treden tegelijk wonen, maar het leek logisch dat ik bij storm ik de trap op en boven laat ik me mams bleef. Daar heb ik me eigenlijk nooit snikkend op mijn bed vallen. Mijn verjaarvragen bij gesteld. Mams heeft haar moeidag is verpest nog voor hij goed en wel is begonnen. Op verjaardagen is het traditie lijke momenten en als ze in de ijskoninginmodus komt, doe ik altijd een stapje terug. dat we samen uit eten gaan, mam, Edward Wachten tot het overwaait, is altijd de beste en ik. Wel, dat kunnen ze mooi vergeten. tactiek gebleken. Maar nu gaat ze te ver. Ik kom van mijn leven mijn kamer niet Die vliegtuigtickets hangen daar voor mijn meer uit.   neus, in de slappe hand van mijn vader,

Le

es ex e

m

daarvoor ooit anders was geweest, trouwens – en nu wil je met haar op reis alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Dacht je nou echt dat je daarmee jaren van afwezigheid kon wegvegen?’ De koelcel is inmiddels een heuse diepvriezer geworden. ‘Aan fantasie heeft het jou nooit ontbroken, dat moet ik je nageven. Maar je bent nooit een vader geweest, Edwin, en dat zul je nooit zijn.’ ‘Schat’, probeert Edward zich in het gesprek te mengen. Ik zie aan zijn gezicht dat hij vindt dat mams overdrijft, maar ik weet dat hij beter geen poging kan doen. ‘Bemoei je er niet mee, Ed’, haalt mams fel naar hem uit. ‘Dit is iets tussen mijn ex

Genietend lezen

97


Genietend lezen

1 Bekijk de cover en lees de flaptekst.

aa

r

David houdt van feiten, getallen en zijn notitieboekje. Hij zit al 622 dagen alleen tijdens de schoolpauze. Kit gaat voor het eerst weer naar school nadat haar vader is verongelukt. Sinds haar vaders dood, weet Kit niet meer hoe ze met haar vriendinnen moet praten. In de pauze gaat ze daarom naast David zitten in de hoop met rust gelaten te worden. Maar Davids vreemde directheid blijkt juist een verademing. Zo ontstaat een wonderlijke vriendschap. Als Kit en David samen ‘Het ongelukproject’ opstarten om meer te weten te komen over het auto-ongeluk van Kits vader, hebben ze geen idee wat dit teweeg brengt. Kan hun vriendschap de waarheid overleven?

m

pl

a Welke thema’s zullen er volgens jou in dit boek aan bod komen? afscheid  –  anders zijn  – avontuur – familie – geheimen – geschiedenis – geweld –  griezel  – humor –  jaloers zijn  – liefde – magie – misdaad – mysteries –  mythische wezens  – oorlog – pesten –  problemen en ellende  – reizen – school –  sciencefiction  –  tussen twee culturen  –  verdrietig zijn  – vriendschap – wereldproblemen b Sporen cover en flaptekst jou aan om dit boek te lezen? Waarom wel/niet? c Geef twee redenen waarom dit verhaal tot de fictie behoort. 2 Lees het fragment op de volgende bladzijden.

Sluit het fragment aan bij jouw verwachting? Leg uit. Wat had je anders verwacht? Vind je het fragment realistisch? Geef een score op vijf en verklaar je keuze. Welk thema uit opdracht 1 past volgens jou het best bij dit fragment? Waarom vindt David het geven van een naam aan een pasgeboren kind simpelweg onlogisch? Mijn ouders hebben een David besteld. In plaats daarvan kregen ze mij. Wat bedoelt David hiermee? Waarom kun je volgens David geen Asperger meer hebben? Intussen zul je wel begrepen hebben dat ik anders ben. Wat vindt David anders aan zichzelf? Opgelet: je moet het niet hebben over wat anderen van hem vinden. Gelukkig verschillen de mensen van elkaar. Welke groepen mensen worden soms ook als anders ervaren? Wat denk jij hiervan? Vind jij, zoals David, dat de naam bij de persoon moet passen? Leg uit. Aan wie zou je dit boek aanraden? Waarom?

es ex e

a b c d e

f g

h i j

3 Leef je in en speel woordloos hoe ze naast elkaar zitten.

Le

a Twee goede vriend(inn)en tijdens de middagpauze. b Twee klasgenoten die een hekel aan elkaar hebben. c David en Kit in de kantine.

98

DEEL 1


aa

naam van het meisje naast me een Z moeten zitten, omdat ze me in de war brengt, zigzagt door de school en plotseling opduikt op verrassende plekken – zoals aan mijn tafel in de lunchpauze. En misschien het getal acht, omdat ze een zandloperfiguur heeft, en de letter S, want dat is mijn lievelingsletter. Ik mag Kit, want ze heeft nog nooit vervelend tegen me gedaan, iets wat niet gezegd kan worden van het overgrote deel van mijn klasgenoten. Jammer dat haar ouders zo’n verkeerde naam voor haar hebben gekozen. Ikzelf ben een David, en dat klopt ook niet, want er zijn massa’s Davids op de wereld. De laatste keer dat ik dat heb gecontroleerd waren het er 3 789 417, alleen al in de Verenigde Staten. Dus je zou, als je op mijn voornaam afgaat, kunnen zeggen dat ik iemand ben zoals er zo veel rondlopen. Of ten minste relatief neurotypisch, een wetenschappelijke, minder beledigende manier om te zeggen dat iemand normaal is. Zo ben ik nooit genoemd. Op school noemt niemand me ooit iets, behalve af en toe homo of downie, wat allebei onlogisch is. Ik heb een IQ van 168 en ik val op meisjes, niet op jongens. Bovendien is homo een denigrerende benaming voor een homoseksueel iemand, dus zelfs als mijn klasgenoten het mis hebben wat mijn seksuele geaardheid betreft, zouden ze nog dat woord niet moeten gebruiken. Thuis noemt mijn moeder me zoon. Daar heb ik geen moeite mee, want dat klopt. Mijn vader noemt me David, een naam die voelt als een kriebelige trui met een te strakke col, en mijn

Le

es ex e

m

en unieke gebeurtenis: Kit Lowell is naast me komen zitten in de kantine. Ik zit altijd alleen, en daarmee bedoel ik ook echt altijd. Niet het zogenaamde altijd uit het overdreven taaltje dat mijn klasgenoten zo graag gebruiken. Ik zit nu 622 dagen in de bovenbouw, en er heeft nog nooit ook maar iemand naast me gezeten in de lunchpauze. Daarom kan ik het feit dat ze zo dicht bij me zit dat haar elleboog die van mij bijna raakt, gerust een gebeurtenis noemen. Mijn eerste ingeving is om meteen mijn notitieboekje te pakken om op te zoeken wat ik over haar heb opgeschreven. Bij de K van Kit, niet bij de L van Lowell, want hoewel ik goed ben in het onthouden van feiten – wetenschap is mijn hobby – ben ik hopeloos als het om namen gaat. Dat komt aan de ene kant doordat namen losse woorden zijn, zonder context, en aan de andere kant doordat ik namen haast nooit vind passen bij de mensen van wie ze zijn. En dat laatste is, als je erover nadenkt, heel begrijpelijk. Ouders geven hun kind een naam op een moment waarop ze het absolute minimum aan informatie ooit hebben over de persoon die de naam krijgt. Die gewoonte is simpelweg onlogisch. Neem Kit nou, bijvoorbeeld. Eigenlijk is haar echte naam Katherine, maar zo noemt niemand haar ooit – zelfs niet op de basisschool. Kit ziet er in geen enkel opzicht uit als een Kit. Dat is een naam voor een hoekig, weinig flexibel iemand, die – met een eenvoudige gebruiksaanwijzing – gemakkelijk te begrijpen is. In plaats daarvan zou er in de

pl

DAVID E

r

HOOFDSTUK 1

>>

Genietend lezen

99


r aa

pl

Asperger meer hebben, want dat syndroom is in 2013 uit de DSM-5 geschrapt (Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen). In plaats daarvan wordt van mensen met die verzameling kenmerken gezegd dat ze hoogfunctionerend autisme (of HFA) hebben, wat ook weer misleidend is. Het autismespectrum is multidimensionaal, niet lineair. Die arts was duidelijk niet goed wijs. Uit nieuwsgierigheid heb ik zelf het een en ander gelezen op het gebied van stoornissen (op eBay heb ik een tweedehandsexemplaar van de DSM-4 gekocht – de 5 was te duur), en hoewel ik niet de medische kennis heb om een volledig juiste diagnose te stellen, geloof ik niet dat het etiket Asperger, of HFA, op mij van toepassing is. Ja, op sociaal gebied maak ik soms blunders; ik hou van orde en regelmaat, als iets me interesseert, ben ik vaak hypergefocust tot op het punt dat ik verder alles vergeet en, okÊ, ik ben onhandig. Maar als het moet, maak ik oogcontact. Ik krimp niet in elkaar als je me aanraakt. Uitdrukkingen herken ik doorgaans wel. Ik heb alleen voor de zekerheid een lijst met de meest voorkomende in mijn notitieboekje gezet. Ik hoop dat ik me kan inleven in anderen, maar dat durf ik niet te garanderen.

m

zusje noemt me Little D. Om de een of andere reden past dat precies bij me, hoewel ik zelfs niet een klein beetje klein ben. Ik ben 1 meter 90 lang en weeg 75 kilo. Mijn zus is 1 meter 62 en weegt 48 kilo. Eigenlijk zou ik haar Little L. moeten noemen, een afkorting van Little Lauren, maar dat doe ik niet. Al sinds ik heel klein was, noem ik haar Miney, omdat ze

es ex e

ZE IS MIJN BESTE VRIENDIN, IN FEITE MIJN ENIGE VRIENDIN, MAAR ZELFS AL HAD IK VRIENDEN, DAN ZOU ZIJ NOG STEEDS MIJN BESTE ZIJN.

Le

voor mijn gevoel het enige is in deze ingewikkelde wereld wat echt van mij is. Miney is het huis uit omdat ze studeert, en ik mis haar. Ze is mijn beste vriendin, in feite mijn enige vriendin, maar zelfs al had ik vrienden, dan zou zij nog steeds mijn beste zijn. Tot nu toe is ze de enige persoon die ik ooit heb gekend, die het iets minder moeilijk heeft gemaakt om mij te zijn. Intussen zul je wel begrepen hebben dat ik anders ben. Het duurt meestal niet zo lang voordat mensen dat doorhebben. Een arts dacht ooit dat ik misschien op de grens zat van Asperger. Dat is natuurlijk onzinnig, want je kunt helemaal niet op de grens zitten van Asperger. In feite kun je helemaal geen

100

DEEL 1


Je gebruikt een (online)woordenboek efficiënt.

13

Je communiceert beter met topische vragen.

Je leest teksten globaal.

14

15

119

Je communiceert aantrekkelijker met synoniemen.

127

133

Je onderzoekt woorden om preciezer te communiceren.

137

pl

Je vertelt over een herinnering.

m

16

110

r

12

102

aa

2

11

Je zoekt de betekenis van onbekende woorden op verschillende manieren.

Le

es ex e

17

18

20

Je geeft en krijgt feedback.

19

147

153

Je leest en bespreekt fragmenten uit het boek Gips 159 en formuleert je leeservaring.

Je oefent schooltaalwoorden.

166

169

Test jezelf!

175

Genietend lezen

182 186

PROJECT 1 – Pimp je leeshoek! 191

101


(Online)woordenboeken efficiënt gebruiken

Voorkennis

8

samenstelling en afleiding

Je leert … je oefent … – alfabetisch rangschikken. – het belang van gestructureerde bronnen. – woorden opzoeken in een (online)woordenboek. – betere teksten schrijven door verwijswoorden te gebruiken.

r

11

1 Lees deze lijst.

Groepen

aa

••••• 4G 12:12 21%

+

Contacten

Paelinckx Bart Peeters Fran Peetersen Kobe Peetersen Liena Pham Chung Pichal Peter Pieters Eva

es ex e

Polat Zeynep

m

Peraer Alex

A • D • F • I • K • N • P • S • W • Z

pl

P

a Waar vind je zo’n lijst terug?

b Welke ordening* wordt er gebruikt?

c Waarom komt Peraer na Peeters?

d Waarom staat Peeters voor Peetersen?

Alfabetisch rangschikken

Le

143

Hoe rangschik je woorden alfabetisch? – Kijk naar de eerste letter van elk woord. – Overloop (in je hoofd) het alfabet. – Deze eerste letters zet je dan in alfabetische volgorde. – Bij gelijke beginletters rangschik je op de eerste niet-gelijke letter. Peraer, Peeters, Peetermans ↓ Peetermans, Peeters, Peraer

Opgelet: niets komt altijd vóór iets. Peeters, Peetersen de ordening

102

DEEL 2


2 Rangschik* deze woorden in alfabetische volgorde. a adder, aasgier, aal, aalscholver, addertandvis

b Mali, Malta, Malawi, Macedonië, Macau

aa

r

c Zoutleeuw, Zonhoven, Zottegem, Zoersel, Zonnebeke

d peterselie, pijlkruid, pijpajuin, pastinaak, paksoi, paprika, prei

automaten

b

gecontroleerd

c

vervelender

d

kalfje

woordsoort zelfstandig bijvoeglijk werkwoord naamwoord naamwoord

es ex e

a

trefwoord

m

woord

pl

3 Bij welk trefwoord vind je de betekenis van het woord in een (online)woordenboek? Vul aan.

e

145

Trefwoord

Het trefwoord in een woordenboek is het woord dat uitgelegd wordt. Een trefwoord is steeds de basisvorm. In een woordenboek staan de trefwoorden vetgedrukt en in kleur. Ze staan alfabetisch gerangschikt. Hoe vind je de basisvorm van een woord? – Voor een werkwoord zoek je de infinitief. zwemt → trefwoord zwemmen

gefietst

→ trefwoord fietsen

– Voor een zelfstandig naamwoord zoek je het enkelvoud in de kortste vorm. mannen → trefwoord man manen → trefwoord maan

Le

147

grafische

ongelukje → trefwoord ongeluk knuffeltje → trefwoord knuffel

– Voor andere woorden (bv. bijvoeglijke naamwoorden …) zoek je de kortste vorm. grote → trefwoord groot

zwarter

→ trefwoord zwart

– Voor samenstellingen en afleidingen zoek je de onbekende grondwoorden op. referentierichting → zoek bij referentie ontactvol → zoek bij tact

rangschikken

11  (Online)woordenboeken efficiënt gebruiken

103


4 Bekijk de verschillende woordenboeklemma’s voor het trefwoord romance.

romance

r

zelfst. naamw. (de) Verbuigingen: romances <br> romancen 1) een romantische liefdesgeschiedenis 2) een aandoenlijk lied 3) een aandoenlijk gedicht

aa

Uit: www.woorden.org

Betekenis ‘romance’ Je hebt gezocht op het woord: romance.

ro·man·ce (de; v(m); meervoud: romances, romancen)

Uit: www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands

Uit: Van Dale Pocketwoordenboek

ro-man-ce "roomãsə" de (mv –s, –n) , liefdesavontuur

m

ro•man•ce  de /roomãnse/ v m -s, -n  1 amoureuze verhouding 2 verhalend lied of gedicht over een gevoelig onderwerp

pl

1 amoureuze verhouding 2 verhalend lied of gedicht over een gevoelig onderwerp

Uit: Prisma Woordenboek Nederlands

es ex e

a Kruis aan of het woordenboeklemma deze informatie geeft. Onlinewoordenboeken woorden.org vandale.be

1

de betekenis(sen) van het woord

2

het lidwoord (de of het)

3

het genus (mannelijk m, vrouwelijk v of onzijdig o)

Van Dale Pocket­ Prisma woordenboek Woordenboek Nederlands Nederlands

4 het meervoud de uitspraak

Le

5

6 de klemtoon

b Welke keuze geniet jouw voorkeur? Waarom? c Bekijk het lemma van het Van Dale pocketwoordenboek. – Waarom staan er streepjes in het woord?

– Waarom is de a onderstreept bij de uitspraak?

104

DEEL 2


5 Beantwoord de vragen met behulp van je (online)woordenboek. a Markeer de juist geschreven woorden. cadeaus – cadeau’s

interessant – interresant – interressant

groentensoep – groentesoep

e-mailen – emailen

pannekoek – pannenkoek

abbonement – abonnement – abbonnement

r

b Noteer het meervoud van deze woorden.

aa

– dommerik – politica c Wat betekenen deze woorden? – raffineren

6 Lees de tekst en het woordenboeklemma.

pl

– fresco

es ex e

m

Toen hij nog een keer keek, zag hij ook dat het helemaal geen wolvenschip was. Het leek er in de vorm en stijl wel op. Het schip was slank in het midden, het zag er snel uit en het had beslist niet de brede, lage romp waaraan je een vrachtschip altijd zo goed kon herkennen. In tegenstelling tot de wolvenschepen die Devon had gezien, had deze bezoeker echter geen groot vierkant zeil dat dwars op de mast stond. In plaats daarvan was het getuigd met een driehoekig zeil dat hoog in de mast aan een lange, sierlijke gaffel vastzat. De vier houten, met metalen platen versterkte, ronde schilden die aan stuurboord over de verschansing hingen, waren daarentegen onmiskenbaar Skandisch.

Naar: Broederband 5 – De schorpioenberg, John Flanagan

romp

de (m) [-en]

lichaam zonder hoofd en ledematen hoofdvorm van een gebouw zonder toebehoren van schepen onderste deel van vliegtuigen het geheel zonder vleugels, wielen enz. kledingstuk of deel van kleding dat dat deel van het lichaam omsluit ondeugdelijke muskaatnoot, stuk muskaatnoot of kruidnagel

Le

1 2 3 4 5 6

Uit: Apple Woordenboek

11  (Online)woordenboeken efficiënt gebruiken

105


a Welke betekenis van romp is in de tekst van toepassing?

b Hoe weet je dat?

c Zoek de onderstreepte woorden op in het (online)woordenboek en noteer de betekenis.

r

– mast – stuurboord – verschansing d Zoek de betekenissen van deze twee werkwoorden op.

pl

– getuigen

aa

– gaffel

– tuigen

150

Context

m

e Van welk werkwoord is getuigd in de tekst het voltooid deelwoord? Hoe weet je dat?

es ex e

Als een woord meer dan één betekenis heeft, dan staat er in het woordenboek meestal voor elke betekenis een cijfer. Je kijkt dan welke betekenis van het woord in de context past. Het kamermeisje ververste gisteren nog de lakens en de sloop. sloop de, het; 1 v(m) en o slopen; overtrek ve kussen 2 m het slopen; afbraak →  Het kamermeisje ververste de lakens en de overtrek van het kussen.

7 Raadpleeg woordenlijst.org. Noteer telkens* de infinitief en kruis de vorm van het werkwoord aan. Soms zijn er meerdere mogelijkheden. werkwoord

prees

b

ploos uit

c

voer

d

droop

e

geplacht

f

sleep

Le

a

telkens

106

DEEL 2

infinitief

PV t.t.

vorm van het werkwoord v.t.

VD


8 Zoek online naar de gepaste betekenis van de gekleurde woorden. a Deze bacteriën overleven niet in zo’n zuur milieu. b Wie niet horen wil, moet voelen. c De rechercheur verifieerde het alibi van de verdachte. d Dat werk is nogal lomp geschilderd.

r

e Mijn grootmoeder kraaide dat ik moest komen eten.

aa

Hoe vind ik online de betekenis van een woord? Tip – Ga naar een onlinewoordenboek en tik het (tref)woord in. – In een zoekmachine tik je het (tref)woord in, samen met het woord ‘betekenis’. Klik een site aan.

m

pl

9 Vervang de vetgedrukte woorden door verwijswoorden (zij, hun, onze, die …). De stukjes uit woordenlijst.org kunnen je helpen.

1

es ex e

De drankautomaat bij de supermarkt is weer eens leeg. De drank­ automaat wordt deze middag bijgevuld. Een overzicht van (van de drankautomaat) dranken vind je terug op de prijslijst.

2

Le

Tijdens de voetbalmatch plant de politie strenge veiligheidsmaatregelen. De politie wil koste wat het kost vermijden* dat supportersclans elkaar treffen. 500 van (van de politie) agenten worden ingezet om de veiligheid te verzekeren.

3

Dit is een middel tegen schimmelinfecties. Het middel is aangewezen bij de behandeling van huidinfecties ten gevolge van schimmels. (Van het middel) mogelijke bijwerkingen zijn jeuk, irritaties of een licht branderig gevoel. vermijden

11  (Online)woordenboeken efficiënt gebruiken

107


152

Woordsoorten Het (online)woordenboek informeert vaak ook tot welke woordsoort een woord behoort. Bij een zelfstandig naamwoord staat een lidwoord of het genus m, v of o (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig). schroevendraaier m (de-woord) dragen, droeg, gedragen

aa

Bij een bijvoeglijk naamwoord vind je soms de trappen van vergelijking.

r

Bij een werkwoord vind je de verleden tijd en het voltooid deelwoord.

kwaad, kwader, -st net, -ter, -st

pl

10 Het woord tijger komt tien keer voor. Kruis aan welke woorden tijger kunnen vervangen.

es ex e

m

De tijger staat misschien wel het meest bekend om zijn mooie goudgele, gestreepte vacht. Door de strepen 1 van de tijger kan 2 een tijger zich goed verstoppen in het bos. Iedere tijger heeft unieke strepen. 3 De tijgers hebben meer dan honderd strepen op de vacht 4 van tijgers, maar de strepen van iedere tijger zijn uniek.

Het gebrul 5 van een tijger is goed te horen. Maar 6 de tijger maakt ook ‘infrageluid’. Dat geluid is zó laag dat wij mensen het niet kunnen horen. Veel andere dieren horen het wel en weten zo dat ze moeten maken dat ze wegkomen. 7 Tijgers kunnen met hun infrageluid ook partners lokken. Het lage gebrul is van veel verder weg te horen dan het gewone gebrul.

Naar: National Geographic Junior

HIJ

van de tijger

2

een tijger

3

De tijgers

Le

1

4 van tijgers 5

van een tijger

6 de tijger 7

108

DEEL 2

Tijgers

ZIJN

DIE HET WILDE DIER KAT

ZE

HUN


36

Verwijswoorden Verwijswoorden gebruik je om woorden te vervangen. Zo maak je je tekst aangenamer om te lezen. Als je twijfelt over een verwijswoord, kan een (online)woordenboek je meestal helpen. Bij een zelfstandig naamwoord helpt het genus om het juiste verwijswoord te kiezen.

↓ Zij graast in de wei. Haar lammetjes staan vlakbij.

het everzwijn [-en] wild zwijn

r

de auto [m, -’s] voertuig op meer dan twee wielen ↓

Hij reed door het groen. Zijn lichten waren aan.

Het verstopt zich achter de boom. Zijn staart staat omhoog.

aa

de ooi [v, -en] vrouwelijk schaap

pl

11 Raadpleeg woordenlijst.org en verbeter de woorden indien nodig. Zoek de zes fouten.

20

mijn dag

m

januari

es ex e

Toen ik vanmorgen opstond, was het nog donker. Ik keek naar mijn smartphone en ik kon het uur niet zien. Er stond ‘Uw iOS is ge-updatet’. Dat heeft mijn toestel vannacht blijkbaar zelf beslist, want ik heb hier geen toesteming voor gegeven. Een halfuur later zat ik al in de klas. Tijdens plastische opvoeding verfden we onze portreten. ’De kleur die we gebruikten, moest je gevoel simboliseren’, zei de leraar. Toen ik naar school fietste, hoorde ik de vogeltjes fluiten. Daarom koos ik onmiddellijk voor de kleur groen. Ik denk dat ik wel iets moois gecrëerd heb. In de namiddag hadden we nederlands. Dan zit ik naast Youssef en dat vind ik wel fijn. Hij heeft supermooie ogen. Ik lette uiteraard weer wat minder op en keek wat meer opzij. Morgen is het sportdag. Zweten! :-(

Le

Tot morgen!

1

4

2

5

3

6

11  (Online)woordenboeken efficiënt gebruiken

109


Beter communiceren met topische vragen

Voorkennis

1

OVUR

3

bedoeling van de zender

4

onderwerp volgorde zinsdelen

5

oriënterend lezen

Je leert … je oefent … – hoe je een kijk- en luisteropdracht aanpakt. – je voorkennis activeren met topische vragen. – een tekst of een onderwerp verkennen met de hulp van topische vragen. – reportages bekijken. – een krantenbericht schrijven.

r

12

1 Bekijk het beginscherm van een reportage die je straks zal bekijken. Oriënteer je op het fragment.

es ex e

m

pl

OV UR

aa

Portfolio

Wat zie je? Wat is de titel? Welke sport zal er getoond worden? Wat is een haka? Wie maakte het filmpje? Wat weet je over deze zender? Waarom zou de zender dit filmpje tonen? Waar zou dit evenement plaatsvinden? Wanneer zou dit gebeuren?

Le

a b c d e f g h i

110

DEEL 2


OV UR

2 Bereid je voor op de kijkopdracht. a Ga na wat je over deze zaken al weet: rugby, haka, Sporza, Nieuw-Zeeland. b Wat zou je in het fragment te weten willen komen? Noteer twee vragen.

3 Bekijk het begin van de reportage.

4 Bekijk het hele fragment.

es ex e

OV UR

m

a Wat kom je al te weten? b Wat verwacht je nog te zien in de rest van het fragment? c Waarom zou jij verder naar deze repor­ tage kijken?

pl

OV UR

aa

r

c Wat zal je straks met de informatie uit het fragment moeten doen? d Dit is niet je eerste kijkopdracht. Welke tips gebruik je na de vorige opdrachten?

a Dit zijn de antwoorden. Noteer de vragen bij het fragment. – een rugbykamp

– tijdens de paasvakantie

– jongeren, zowel jongens als meisjes

– een traditionele Nieuw-Zeelandse oorlogsdans – om de tegenstander bang te maken of om respect te tonen

b Markeer het eerste woord van elke vraag die je noteerde. Noteer nog enkele vraagwoorden.

Le

c Formuleer met vraagwoorden nog twee andere vragen over de rugbysport.

OV UR

5 Reflecteer op de kijkopdracht. a Wat liep er goed?

b Wat zou je bij een nieuwe kijkopdracht anders doen?

12  Beter communiceren met topische vragen

111


128

Topische vragen

6 Bekijk het beginscherm van een reportage die je straks zal bekijken. Oriënteer je op het fragment.

m

OV UR

pl

aa

Je wilt een spreekbeurt over een bekend persoon houden. – Wie is die persoon? – Wat doet die persoon? – Waarom heb ik die persoon gekozen? – Waar leeft/werkt/woont die persoon? – Welke verdienste heeft die persoon? – Hoe heb ik die persoon leren kennen?

r

Een tekst kun je verkennen door er topische vragen over te stellen. Met behulp van vraagwoorden ga je na over welke informatie je beschikt. Veelvoorkomende vraagwoorden zijn: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Welk(e)? Waarom? Waardoor? Waarmee? Hoe? Hoelang? Hoeveel? … Vaak kun je niet alle vragen bij een tekst stellen en moet je de vragen aanpassen. Ook als je een onderwerp wil verkennen, kun je de topische vragen gebruiken.

Zwaar verkeersongeval op E19

es ex e

BINNENLAND

Le

a b c d e f g

112

DEEL 2

Wat zie je? Wat is de titel? Welk soort fragment zal er getoond worden? Wat is een wolkenatlas? Wie maakte het filmpje? Wat weet je over deze zender? Waarom zou de zender dit filmpje tonen?


OV UR

7 Bereid je voor op de kijkopdracht. a Wat zal je straks met de informatie uit het fragment moeten doen? b Wat zou je in het fragment te weten willen komen? Noteer twee vragen.

OV UR

aa

r

c Met welke kijktips van de vorige opdracht probeer je nu rekening te houden?

8 Bekijk het fragment.

De nieuwe versie werd aangevuld met nieuwe wolken.

es ex e

m

een lijst met alle soorten wolken die er bestaan

pl

a Dit zijn de antwoorden. Noteer de vragen bij het fragment.

enkele tientallen jaren

Het criterium is dat ze vaak moeten voorkomen.

Ze hebben een belangrijk effect op het klimaat.

De hoge wolken of cirruswolken zie je het meest.

Le

b Hoe leidt het nieuwsanker het fragment in?

OV UR

9 Reflecteer op de kijkopdracht. a Wat liep er goed?

b Wat zou je bij een nieuwe kijkopdracht anders doen?

12  Beter communiceren met topische vragen

113


10 Bekijk het beginscherm van een reportage die je straks zal bekijken.

Koperdiefstal veroorzaakt treinvertragingen

  

Hij is amper 20 jaar oud en vliegt sinds kort voor het Belgische TUI fly passagiers Europa rond. Deze paasvakantie is de kans groot dat Bert Eyckmans jouw first officer is op weg naar Barcelona, Malaga of wie weet Alicante. Hij mag zich ook trots de jongste lijnpiloot noemen bij een Belgische luchtvaartmaatschappij. We zochten Bert op tijdens een vlucht van Antwerpen naar Barcelona en terug.

es ex e

Maak kennis met Bert Eyckmans (20!): de jongste Belgische lijnpiloot

m

pl

a Oriënteer je op het fragment. Observeer* enkel wat bij de reportage hoort. – Wat zie je? – Wat is de titel? – Welk soort fragment zal er getoond worden? – Wie maakte het filmpje? – Wat weet je over deze zender? – Waarom zou de zender dit filmpje tonen?

Le

OV UR

b Lees de titel en de inleiding. – Over wie gaat het? – Waarom is hij bijzonder? – Waar speelt het fragment zich af? – Wanneer speelt het fragment zich af?

observeren

114

aa

r

BINNENLAND

DEEL 2


11 Bereid je voor op de kijkopdracht. OV UR

a Wat zal je straks met de informatie uit het fragment moeten doen? b Wat zou je in het fragment te weten willen komen? Noteer twee vragen.

aa

r

c Met welke kijktips van de vorige opdracht probeer je nu rekening te houden?

12 Bekijk de reportage. Je krijgt nieuwe informatie. Formuleer er vijf vraagwoordvragen over. Noteer ook de antwoorden. OV

es ex e

m

pl

UR

13 Reflecteer op de kijkopdracht. a Wat liep er goed?

b Welke kijktips uit de voorbereiding (zie opdracht 11) hebben jou geholpen?

c Wat zou je bij een nieuwe kijkopdracht anders doen?

Le

OV UR

12  Beter communiceren met topische vragen

115


14 Als schoolopdracht schreef Yasmine een artikel over een kunstroof. a Gebruik de informatie uit het fragment om de tekst zo precies mogelijk aan te vullen.

SPECTACULAIRE KUNSTROOF

aa

gestoken worden. Niemand van de bewakers of de bezoekers heeft wat gemerkt.’

En ook de bedoeling van de kunstroof is onbekend. Houden de dieven het werk voor zichzelf? Het verkopen is bijna onmogelijk zonder certificaat van de kunstenaar. Misschien zullen ze er wel losgeld voor vragen. De toekomst zal dit uitwijzen.

pl

Het beeld maakte deel uit van de tentoonstelling 3 … . Op een sokkel zie je een 4 … en een 5 … . Het is uit carraramarmer gehouwen en precies afgewerkt. Ondanks het edele materiaal en de verfijnde techniek zorgt het kunstwerk voor een lugubere sfeer.

r

In de 1 … Sint-Baafskathedraal is op klaarlichte dag een kunstwerk gestolen. Het gaat om het beeld ‘Salomé’ van de kunstenaar 2 … . Van de daders ontbreekt elk spoor.

1 2

4 5

es ex e

3

m

‘Het is voorlopig een raadsel hoe dit werk zomaar is verdwenen’, zegt de directeur. ‘Het weegt echt wel wat en kan niet zomaar in een binnenzak

b Noteer de vraagwoordvragen die Yasmine in elke alinea probeerde te beantwoorden.

inleiding

midden

1

2

Le

3

116

DEEL 2


Naam

Klas

Nr.

Een krantenbericht schrijven

aa

r

15 Volg het stappenplan en schrijf een krantenbericht. Kies een van deze twee situaties.

situatie 1

situatie 2

Gebruik je fantasie en schrijf een krantenbericht over een kunstroof. Het gestolen kunstwerk is een onbekend werk en komt uit de privécollectie van een rijke industrieel.

pl

Gebruik je fantasie en schrijf een krantenbericht over een kunstroof. Het gestolen kunstwerk is een beroemd meesterwerk uit een befaamd museum.

a Lees de opdracht aandachtig en oriënteer je op de schrijfopdracht. – Wat is de bedoeling van het krantenbericht? – Wat is het onderwerp van het krantenbericht? – Wie is het doelpubliek van het krantenbericht? – Welke taal past bij jouw bericht?  ◯  formele taal   ◯  informele taal – Bekijk in de evaluatiefiche op welke criteria je straks wordt geëvalueerd. Noteer ook een persoonlijk werkpunt bij je eigen criteria.

OV UR

b Verzamel de informatie voor de inleiding van het krantenbericht. – Wat werd er gestolen? – Wanneer werd het gestolen? – Wie is de kunstenaar? – Waar werd het gestolen?

es ex e

m

OV UR

c In de eerste alinea van het middenstuk beschrijf je het kunstwerk. – Wat zie je? – Waaruit is het kunstwerk gemaakt? – Wat ervaar je bij het bekijken? d In de tweede alinea van het middenstuk vertel je hoe de overval gebeurde. Gebruik je fantasie. – Hoe is het kunstwerk verdwenen? – Hoe hebben de daders dit aangepakt? – Waarom merkte de bewaking niets?

Le

e In de laatste alinea probeer je de bedoeling van de daders te beschrijven. Gebruik je fantasie. – Waarom hebben de dieven het werk gestolen? – Wat willen ze met het kunstwerk aanvangen? – Hoe groot zijn hun kansen op succes? Deze hulpmiddelen kun je gebruiken: ◯◯ spellingcorrector ◯◯ (online)woordenboek ◯◯ vademecum ◯◯ tussentijdse feedback* ◯◯ hulpkaarten 1, 2, 7-10 ◯◯ schrijfkader de feedback

12  Beter communiceren met topische vragen

117


f Schrijf de inleiding en het middenstuk uit.

– Maak eerst een kladversie. Tip – Zorg dat de boodschap volledig, duidelijk en gepast is. – Lees je tekst hardop na. Pas aan wat stroef klinkt. – Laat je krantenbericht nalezen door een klasgenoot en vraag om advies. Indien nodig pas je de tekst aan.

g Werk de definitieve versie uit. Verzorg de afwerking. h Beoordeel elke uitspraak over je krantenbericht met een score op 5. Wissel daarna je tekst met een klasgenoot. Geef ook hem/haar scores.

aa

OV UR

r

OV UR

mijn score

102

1 Is het bericht volledig: weet de lezer wat hij moet weten?

108

pl

2 Is de informatie duidelijk: begrijpt de lezer alles meteen? 3 Is de boodschap kort geformuleerd?

4 Is de communicatie gepast: past het taalgebruik bij de ontvanger? 328

m

5 Zijn de zinnen en woorden correct? – Begint elke zin met een hoofdletter? – Eindigt elke zin met een leesteken? – Zijn alle werkwoorden correct gespeld? – Werden er geen woorden of letters vergeten? mijn Eigen criteria

331 267 280

es ex e

286

6

304

7 extra criteria 8

9

Wat ging goed?

Wat ging minder goed?

Le

Mijn werkpunten bij een volgende schrijfopdracht: – –

i

118

klasgenoot

DEEL 2

Stop je schrijffiche in je portfolio.


Voorkennis

Teksten globaal lezen 5

oriënterend lezen

Je leert … je oefent … – hoe je een leesopdracht aanpakt. – oriënterend en globaal lezen. – het onderwerp en de hoofdpunten zoeken. – kernzinnen vinden. – alinea’s en de tekststructuur IMS.

r

13

Le

es ex e

m

pl

aa

1 Lees de tekst oriënterend.

13  Teksten globaal lezen

119


a Wat is het onderwerp van deze tekst?

b Voorspel in één zin waarover deze tekst gaat. Maak van je antwoord een vraagwoordvraag.

r

c Wat wordt er besproken over dit onderwerp? Geef één woord per alinea.

aa

d Welke vragen heb jij over deze tekst en dit onderwerp? 2 Lees van de tekst de inleiding, het slot en het begin en einde van elke alinea.

b Waarom werd hij gemaakt?

m

c Klopt je voorspelling uit opdracht 1?

pl

a Wie of wat is Graham?

d Zijn jouw vragen uit opdracht 1 beantwoord? Heb je nieuwe vragen? 3 Lees de inleiding opnieuw.

es ex e

a Waaraan herken je de inleiding?

b Wat doet de schrijver hier in de inleiding? Kies uit: ◯◯ Hij geeft zijn mening over het onderwerp. ◯◯ Hij vertelt waarover de tekst gaat. ◯◯ Hij maakt de lezer nieuwsgierig, zodat hij de tekst leest. ◯◯ Hij geeft de belangrijkste informatie uit de tekst.

4 Lees het slot.

Le

a Waaraan herken je het slot?

b Wat doet de schrijver hier in het slot? Kies uit: ◯◯ Hij geeft nog nieuwe informatie. ◯◯ Hij sluit de tekst mooi af. ◯◯ Hij maakt reclame voor een volgend artikel. ◯◯ Hij vat de tekst samen. ◯◯ Hij herhaalt de hoofdzaken.

120

DEEL 2


5 Bekijk het middenstuk van de tekst. a Waaraan herken je de alinea’s van het midden?

r

b Uit hoeveel alinea’s bestaat het midden?

24

Inleiding, midden en slot

pl

20

aa

c Enkel de eerste en de laatste zin van elke alinea zijn leesbaar. Heb je al een idee waar die alinea’s over gaan?

Veel goed opgebouwde teksten bestaan uit een inleiding (I), een midden (M) en een slot (S). Niet alle teksten bestaan uit deze drie delen.

m

Met een inleiding wil de schrijver de aandacht van de lezer trekken. Hij probeert de lezer te overhalen om de hele tekst te lezen.

es ex e

In het midden van de tekst staat de meeste informatie. Hierin wordt het onderwerp uitgewerkt in zijn verschillende hoofdpunten. Vaak staat er één hoofdpunt in één alinea. Een alinea herken je aan de opmaak (een witregel tussen twee alinea’s, inspringen, de volgende alinea op een nieuwe regel laten beginnen …). Soms heeft een alinea ook een tussentitel (of tussenkopje).

Le

Wanneer de laatste alinea de tekst afrondt, is er een slot. In een slot kun je antwoorden op de vraag uit de inleiding, een conclusie trekken of de hoofdgedachte herhalen. In een slot staat geen nieuwe informatie.

13  Teksten globaal lezen

121


6 Lees de tekst.

aa

r

REIS NAAR MARS

Zoekt de mens een nieuwe woonplaats in de ruimte? Wetenschappers denken vaak aan Mars, maar hoe geraak je er? De afstand tot Mars bedraagt 54 miljoen kilometer. Dat is 140 keer zo ver als de maan. De reis ernaartoe zou acht maanden duren. Een nieuwe soort ruimtevaar­ tuig is alvast nodig om zo’n reis te overleven. Hoe zou het eruitzien? Aan welke voorwaarden moet het beantwoorden?

pl

Voldoende ruimte Een gewone ruimtecapsule is te klein voor een langdurig verblijf met zes mensen. NASA stelt dat je voor een reis naar Mars minstens met zes personen moet zijn. Een mogelijke oplossing is een opblaasbare capsule die na lancering wordt uitgeklapt.

es ex e

Verse groenten Voldoende voeding is essentieel. De voorverpakte astronautenvoeding die al jaren gebruikt wordt tijdens ruimtemissies, blijft sowieso het basisvoedsel. Toch zoekt men ook mogelijkheden om het menu aan te vullen met verse groenten. Deze worden dan gekweekt op de ‘groene binnenwanden’ van de capsule.

Le

Bescherming kosmische straling Kosmische straling is de straling in de ruimte. Deze

122

DEEL 2

Recycleren water en lucht Naast voedsel zijn ook water en lucht levensnoodzakelijk. Alle lucht en water moeten voortdurend hergebruikt worden. Het is immers niet mogelijk om voldoende water voor acht maanden mee te nemen. De recyclagesystemen die onderhoud en herstel vragen, bevinden zich centraal in de capsule.

Sporten aan boord Een langdurig verblijf in een gewichtsloze toestand eist veel van het lichaam. Het lichaam wordt slap, omdat de spieren niet meer gebruikt worden. Beweging is van cruciaal belang om de spieren en botten in conditie te houden. In de fitnessruimte trainen de Marsreizigers hun spieren voortdurend. Een aangepast ruimtetuig maakt de lange reis wel wat comfortabeler, maar het is nog lang niet zeker of er ooit een reis naar Mars zal komen.

Naar: National Geographic

m

vormt een gevaar voor de astronauten. Ze kan kanker veroorzaken, maar beschadigt ook het brein van de ruimtereizigers. De met water gevulde wanden van de capsule beschermen de astronauten tijdens hun reis.


a Wat is het onderwerp van de tekst?

b Wat wil de schrijver met zijn tekst bereiken?

r

c Heeft deze tekst een tweedelige (I-M) of een driedelige (I-M-S) structuur?

aa

d Hoeveel hoofdpunten behandelt het middenstuk?

e Vat elk hoofdpunt in één woord samen.

pl

f Stel bij elk hoofdpunt een vraag waarop de alinea een antwoord geeft. – alinea 2 – alinea 3 – alinea 5 – alinea 6

m

– alinea 4

g Lees de eerste en de laatste zin van de alinea’s van het middenstuk. Kruis aan wat past.

es ex e

In deze alinea vind je het antwoord op je vraag (zie opdracht f) …

2

3

alinea 4 5

6

in de eerste zin.

in de laatste zin.

zowel in de eerste als in de laatste zin.

niet in de eerste en ook niet in de laatste zin.

Globaal lezen

Als je meer wilt weten over de inhoud van de tekst, lees je de inleiding en het slot. Je probeert ook de hoofdpunten te achterhalen. Hiervoor lees je naast de tussentitels ook de eerste en de laatste zin van elke alinea. Zo vorm je je een beeld van het onderwerp en de verschillende hoofdpunten die besproken worden. Deze leesstrategie heet globaal lezen.

Le

52

Waarom?

Oriënterend lezen

Globaal lezen

Om een eerste indruk van de tekst te Om het onderwerp en hoofdpunten krijgen. uit de tekst te halen. Om onderwerp, teksttype, doelpubliek … te bepalen.

Je let op … de titel de illustraties opvallende woorden de schrijver de bron …

inleiding en slot tussentitels eerste en laatste zin van een alinea …

13  Teksten globaal lezen

123


7 Lees de tekst globaal.

r

Nieuw orgaan nodig?

aa

Elk orgaan heeft een taak in je lichaam. Werkt het niet goed? Dan word je ziek. Soms is een transplantatie de enige oplossing. Je krijgt dan een orgaan van een donor. Waar komt het vandaan? Hoe geraakt het bij de patiënt?

voor transplantatie

•�·• Organen worden in een speciale koffer getransporteerd. Die garandeert een optimale conditie, de juiste temperatuur en beschermt tegen bacteriën. Een ambulance brengt de koffer bliksemsnel naar het ziekenhuis van de ontvanger. Als de afstand te groot is of als het echt dringend is, dan worden vliegtuigen of helikopters ingezet. In Australië wil men zelfs drones inzetten voor het transport van organen naar afgelegen gebieden.

m

Menselijke organen

pl

donor moet wel passen in het lichaam van de ontvanger. Een transplantatie slaagt alleen als het orgaan goed past bij de ontvanger.

es ex e

••�· Een donor is iemand die een orgaan wil afstaan. Zo helpt hij iemand wiens organen niet meer goed werken. Vaak redt een donor levens. Meestal is een donor overleden, maar ook een levend persoon kan donor zijn. Iemand kan bijvoorbeeld één van zijn twee nieren afstaan. De helft van alle niertransplantaties komt van levende donors.

Le

�·•• Maar het loopt niet altijd op wieltjes. Niet ieder orgaan past in ieder mens. Donor en ontvanger moeten bijvoorbeeld dezelfde bloedgroep hebben. Een lichaam met bloedgroep O aanvaardt geen orgaan van een donor met bloedgroep A. Ook de grootte van de organen moet overeenstemmen. Niet iedere nier is even groot, maar de nier van de

124

DEEL 2

�••· De weg die een orgaan aflegt van donor naar ontvanger is zowel letterlijk als figuurlijk lang. Gelukkig groeit het aantal donoren en is de medische wereld steeds beter uitgerust om de transplantaties succesvol te realiseren.

Klaar voor transport

·••� Niet alle organen kunnen gebruikt worden. Geschikte organen zijn de nieren, de alvleesklier, de lever, soms een stukje van de darm. Als het snel gaat, kunnen ook het hart en de longen getransplanteerd worden; die overleven namelijk niet lang buiten het lichaam. Een nier houdt het iets langer vol: een volledige dag.

••�· Vaak zijn er meer kandidaten voor één orgaan, bijvoorbeeld voor een nier. Er komt dan een wachtlijst. Daarop staan alle patiënten die dat orgaan nodig hebben. Wie bovenaan de lijst staat, is het eerst aan de beurt. Soms duurt het jaren voor een patiënt geholpen wordt.


a Wat is het onderwerp van de tekst?

b Wat weet jij al over dit onderwerp? Wat verwacht je van deze tekst? c Lees de eerste en de laatste zin van elke alinea uit het middenstuk. Noteer telkens het hoofd­punt in een vraag.

r

– alinea 2 – alinea 3

aa

– alinea 4 – alinea 5 – alinea 6

– alinea 3 – alinea 4 – alinea 5 – alinea 6 Kernzinnen

es ex e

25

m

– alinea 2

pl

d Welke zin hielp je het meest bij het formuleren van de hoofdpunten? Noteer een E naast de vraag als het de eerste zin van de alinea was. Noteer een L als het de laatste zin van de alinea was.

Le

In een goed geschreven tekst bevat elke alinea één hoofdpunt. Die gedachte wordt uitgedrukt in een kernzin. Je vindt de kernzin meestal helemaal vooraan de alinea (eerste zin) of helemaal achteraan (laatste zin). De andere zinnen zijn aanvullende zinnen. Ze geven meer informatie bij het hoofdpunt (voorbeelden, argumenten, uitleg …).

13  Teksten globaal lezen

125


aa

r

8 Lees de tekst globaal.

AFWEERSYSTEEM OP HOL

Maar als je allergisch bent, werkt je afweersysteem net iets te goed. Je lichaam vergist zich en denkt dan

3/5

pl

Een stof waar je allergisch voor bent, heet een allergeen. Glipt zo’n allergeen je lichaam binnen, dan maakt je lijf meteen antistoffen aan. Die binden zich aan een zogenaamde mestcel. Deze cel reageert direct door het produceren van histamine. En deze histamine zorgt voor vervelende allergische reacties. Er zijn vele soorten allergieën. Vaak adem je iets in zonder dat je het merkt. Denk maar aan huidschilfers van katten of honden of huisstof-

es ex e

Jouw lichaam zit heel slim in elkaar. Komt er een enge bacterie of een eng virus binnen, dan schiet je afweersysteem meteen in actie. Een leger soldaten stormt op deze vijanden af. Deze antistoffen maken de vijandige bacteriën of virussen onschadelijk.

dat een veilige stof ook schadelijk is. Het gaat de strijd met deze nepvijand aan. Allerlei vervelende reacties zijn het gevolg: jeuk, uitslag op je huid, benauwdheid, een kriebelneus, niesbuien … Heel vervelend, maar niet gevaarlijk.

m

JE RENT DOOR HET HOGE GRAS, MAAR PLOTS JEUKT JE NEUS. JE OGEN WORDEN DIK EN BEGINNEN TE TRANEN. HATSJOE! BEN JE MISSCHIEN ALLERGISCH? EEN ALLERGIE, WAT IS DAT? EN IS HET GEVAARLIJK?

4/5

mijt. Maar ook zaden van bomen en planten kunnen de boosdoeners zijn: hun pollen zweven in de lucht. Dat heet hooikoorts. Meestal is een allergie niet bedreigend, maar sommige allergieën zijn wel levensgevaarlijk. Soms sterven er mensen door het eten van een pinda of door een wespensteek. Werkt jouw afweersysteem ook iets te goed? Eén troost: je bent echt niet alleen. En het is meestal niet gevaarlijk; wel heel vervelend.

a Wat is het onderwerp van de tekst?

b Wat weet jij al over dit onderwerp? Wat verwacht je van deze tekst?

Le

c Lees de eerste en de laatste zin van elke alinea uit het middenstuk. Noteer telkens het hoofd­punt in een vraag. – alinea 2

– alinea 3 – alinea 4 – alinea 5

d Welke zin hielp je het meest bij het formuleren van de hoofdpunten? Noteer een E naast de vraag als het de eerste zin van de alinea was. Noteer een L als het de laatste zin van de alinea was.

126

DEEL 2

– alinea 2

– alinea 4

– alinea 3

– alinea 5


Aantrekkelijker communiceren met synoniemen

14

8

samenstelling en afleiding

11

(online)woordenboek

r

Voorkennis

Je leert … je oefent … – teksten aantrekkelijker en duidelijker maken. – gepaste synoniemen kiezen. – woordherhaling vermijden. – synoniemen (online) opzoeken. – de context onderzoeken om de woord­ betekenis te achterhalen.

NORA VAN HESEN taekwondoka 26-jarige vrouw uit Antwerpen Europees kampioene WK-finaliste bijnaam: Knock-out-Nora

pl

aa

1 Maak de tekst aantrekkelijker. Vervang de gekleurde woorden. Je vindt inspiratie in de fiche.

NORA VAN HESEN STOPT

es ex e

m

1 Nora Van Hesen stopt met taekwondo. Dat heeft 2 Nora Van Hesen gisteren aangekondigd op een persconferentie. 3 Nora Van Hesen blesseerde zich aan haar scheenbeen tijdens de WK-finale tegen de Marokkaanse Azouah. Deze blessure dwingt 4 Nora Van Hesen om te stoppen. 5 Nora Van Hesen zal zich vanaf nu bezighouden met het trainen van jongeren in de Antwerpse taekwondoclub. 6 Nora Van Hesen verklaarde: ‘Blessures horen bij de sport en het is spijtig dat mijn carrière zo moet eindigen. Ik ben wel trots op wat ik bereikt heb en ga nu proberen om jongeren te inspireren.’

Van Hesen tijdens een opwarming.

1

4

2

5

3

6

2 Noteer de woorden die het best in de zinnen passen.

Le

a Kies uit: vreten – eten – nuttigen.

– Koning Filip … zijn maaltijd in de balzaal. – Het varken … onze restjes op in enkele luttele seconden. – Ik … vanmiddag thuis, omdat mijn moeder ook thuis is.

b Kies uit: bak – auto – rammelkar. – Die … valt bijna helemaal uit elkaar. Wat een wrak! – Kom je langs met de fiets of met de … ? – Wauw, wat een snelheid! Echt een vette … !

14  Aantrekkelijker communiceren met synoniemen

127


376

Synoniemen Synoniemen zijn woorden met ‘ongeveer’ (≈) dezelfde betekenis. bedroefd ≈ droevig ≈ ongelukkig ≈ treurig ≈ triest ≈ verdrietig Woorden kunnen verschillen in gevoelswaarde. Daardoor passen sommige synoniemen niet in bepaalde situaties.

aa

3 Vervang de gekleurde woorden door een synoniem.

r

Flik is een synoniem voor politieagent. →  Je spreekt een politieman beter niet aan met flik.

pl

Lisa

m

Vandaag was een 1 beroerde dag. Eerst zat ik op de bus naast een 2 irritante snotneus die maar niet stil kon zitten. De rit naar school leek uren te duren. De eerste lessen waren 3 doods. Zeker toen mevrouw Winters begon over de oude Egyptenaren.

es ex e

In de namiddag hadden we lichamelijke opvoeding. Dat is 4 doorgaans leuk, maar vandaag moest die 5 zelfingenomen Brent alle aandacht opeisen. Hij vond er niets beters op dan in zijn 6 afschuwelijke onderbroek door de turnzaal te lopen. Meneer Vrints was 7 furieus. Hij 8 berispte die 9 idiote Brent en was nog de hele les slechtgezind. Daardoor moesten we twintig toeren extra lopen. Ik ben helemaal 10 afgepeigerd en ga nu al slapen. Het is 20.10 u. Tot morgen! Xx Lisa

6

2

7

3

8

4

9

5

10

Le

1

128

DEEL 2


4 Zoek synoniemen in de blurbs.

aa synoniem

oud

roekeloos

arresteren

de speurder

pl

Bij een brutale inbraak wordt onder andere een replica van een antiek beeld gestolen. Rechercheurs Eric en Brigitte zetten de achtervolging in. Wanneer tijdens de vlucht de achterklep van de bestelwagen van de dieven openvliegt, valt het gestolen beeld stuk op straat. Tot grote verbazing van de achtervolgende agenten én van de inbrekers ligt de straat plots* bezaaid met honderden geldbriefjes die gretig opgeraapt worden door tientallen omstaanders. Het is nu aan de rechercheurs om niet enkel de dieven te klissen, maar ook het gestolen geld opnieuw te verzamelen. Een ingewikkelde* zaak.

Tip

r

Een blurb is een samenvatting van een boek, een film, een game, een serie …

de imitatie

m

de verrassing

es ex e

In De Premier wordt de Belgische eerste minister op weg naar een belangrijke ontmoeting ontvoerd. Hij verneemt dat ook zijn vrouw en kinderen worden gegijzeld. De premier zal hen enkel terugzien als hij de persoon die hij later die dag zal ontmoeten, vermoordt. En die persoon is niemand minder dan … de president van de Verenigde Staten. De premier staat voor een onoplosbaar dilemma: kiezen voor zijn publieke plicht of voor zijn vrouw en kinderen. Wat begon als een veelbelovende dag ontaardt in een ware nachtmerrie en emotionele rollercoaster.

gewichtig

gekidnapt te weten komen de echtgenote zijn gevangengenomen de angstdroom

Synoniemen zoeken

Hoe zoek je synoniemen met je computer? Selecteer het woord in het programma Word, klik daarna op je rechtermuisknop en kies synoniemen. Er verschijnt een hele lijst. In een zoekmachine tik je trefwoord (bv. bedroefd) synoniem in en je krijgt websites met synoniemen.

Le

376

synoniem

plots ingewikkeld

14  Aantrekkelijker communiceren met synoniemen

129


5 Deze woorden drukken een emotie uit. Plaats deze woorden in het juiste vlak.

aa

r

Kies uit: korzelig – kregelig – misnoegd – ongelukkig – ontstemd – onvoldaan – opgetogen – opgewekt – verdrietig – verheugd – welgezind – zalig.

6 Noteer de synoniemen die in de zin passen.

a verlichten ≈ verzachten, beschijnen, vergemakkelijken, verminderen, belichten – De zalfjes verlichten de hevige jeuk.

pl

– De lantaarns verlichten de tuinbeelden.

– Vaat- en wasmachines verlichten de huishoudelijke taken.

m

– Goede afspraken en een planning verlichten de stress.

b gaan ≈ stappen, functioneren, verkeren, vertrekken, bewegen, rinkelen, lukken, zullen, trekken – Waar gaan ze nu weer naartoe?

es ex e

– Wat gaan ze nu weer doen?

– Gaat Jonah met Anja? Ik dacht dat hij op Evy was. – Gaat het? Moet ik helpen? – Het is al laat. We gaan.

– Luister? Gaat de telefoon?

7 Noteer een gepast synoniem voor het gekleurde woord. Eerst bedenk je zelf een antwoord. Daarna raadpleeg je online een synoniemenzoeker. Blijf je bij je keuze? Eerste voorstel

De spoedarts bekijkt mijn gekneusde knie aandachtig.

b

Na een hele dag op zee eten de hongerige matrozen hun karig rantsoen.

c

Toen de kleuter zijn zin niet kreeg, begon hij uitdagend te huilen.

d

Een jonge hond moet je goed opleiden, anders zorgt die voor problemen.

e

Terwijl jullie vakantie nemen, zullen wij wel werken.

Le

a

130

DEEL 2

Nieuwe keuze (indien nodig)


8 Herhaalde, weinigzeggende woorden maken een tekst saai. Vul de thesaurus aan. Deze synoniemenlijst kan je helpen om je teksten duidelijker en aantrekkelijker te maken.

Een thesaurus is een woordenboek met synoniemen en verwante begrippen van woorden.

Tip

MIJN THESAURUS LOPEN wandelen

LACHEN glimlachen

enorm

m

plezant

GROOT

pl

LEUK

loeren

aa

fluisteren

KIJKEN

VERDRIETIG

es ex e

GOED foutloos

r

ZEGGEN

treurig

MOOI knap

Le

9 Gebruik synoniemen om Dietses e-mail aantrekkelijker te maken. D

di 15/08 18:32

Dietse <dietse@telenet.be> Dag mama en papa Gisteren hebben we 15 km gegaan en ’s avonds waren we moe. Deze morgen was iedereen stram en daardoor kwamen we moeilijk uit de tent. Vanmorgen zei onze leider dat er vanavond karaoke was. Het was grappig. Ik heb zojuist de Kabouterdans gezongen samen met Lode. Dat was lachen. Het eten is goed. Pjotr zit in het gips. Hij is verdrietig, omdat hij niet mee op dagtocht mag. Ik vind het hier heel leuk, maar ik mis jullie wel een beetje. Vrijdag ben ik terug. Tot dan! Groetjes Dietse

14  Aantrekkelijker communiceren met synoniemen

131


a Gisteren hebben we 15 km gegaan. b ’s Avonds waren we moe. c We kwamen moeilijk uit de tent. d Vanmorgen zei onze leider dat er vanavond karaoke was. e Het was grappig.

r

f Dat was lachen. h Pjotr is verdrietig, omdat hij niet mee op dagtocht mag. i

Ik vind het hier heel leuk.

aa

g Het eten is goed.

10 Raad de betekenis van de gekleurde woorden. Gebruik de aanwezige informatie.

pl

a Na een jaar hard werken gaf hij een expositie. Met die tentoonstelling wilde hij een nieuw publiek aantrekken.

m

b In de verte zag hij een roedel. De groep herten schrok op en vluchtte in het struikgewas.

c Kun je alstublieft nog eens recapituleren? Ik heb die herhaling echt wel nodig.

es ex e

d Gelukkig kregen we reductie. Door deze korting viel de toegangsprijs mee.

e In het fragment zagen we hoe de thorax of met andere woorden de borstkas werd geopend.

46 47

Onbekende woorden in een tekst

Lees je een onbekend woord in een tekst, dan raad je soms de betekenis met behulp van een synoniem dat in de buurt van het woord staat. Hij gedraagt zich erg matuur, maar zijn zus is helemaal niet zo volwassen. Eline werkt consciëntieus. Haar zorgvuldigheid is voorbeeldig.

Le

Een signaalwoord geeft soms aan dat je een synoniem kunt verwachten: met andere woorden, oftewel … Monotone oftewel eentonige kleuren ogen eerder saai. Arachnofobie of met andere woorden spinnenvrees komt vaak voor.

132

DEEL 2


Over een herinnering vertellen 1

OVUR

6

formeel en informeel actief luisteren

12

topische vragen

13

IMS-structuur

r

Voorkennis

Je leert … je oefent … – een programma globaal en intensief bekijken. – notities nemen met kern­woorden in een IMS-structuur. – het stemgebruik van een spreker met behulp van VITA beoordelen. – een spreekopdracht uitvoeren met kernwoorden in een IMS-structuur. – feedback over de spreekopdracht geven en ontvangen.

Portfolio

aa

15

1 Bekijk het verhaal van Karolien.

es ex e

m

pl

a Beschrijf wat je zag. – Wie zag je? – Waarmee begon het fragment? – Wat volgde daarop? – Waarmee eindigde het fragment? b Beschrijf het verhaal dat je hoorde. – Wie zijn de hoofdpersonages? – Wat weet je over hen? – Waarover gaat het verhaal? – Wanneer speelt het verhaal zich af? – Waar speelt het verhaal zich af? – Wat was er zo bijzonder aan? c Welke zin vat de herinnering van Karolien het best samen? ◯◯ Karolien verhuisde naar Kinshasa. Jacky woonde buiten hun compound. ◯◯ Jacky en Karolien waren heel verschillend, maar ze beleefden samen een avontuur. ◯◯ Karolien en Jacky waren even oud, maar hadden een totaal verschillend leven.

2 Luister nog eens. Let op de opbouw van het verhaal en bestudeer hoe de vertelster haar verhaal brengt.

Le

a Let op de IMS-structuur. – Waarmee begint het verhaal? – Wat hoor je in het middenstuk? – Hoe eindigt het verhaal? b Wat maakt het aantrekkelijk om naar de vertelster te luisteren? c Bespreek haar stemgebruik. Denk aan volume, intonatie, tempo en articulatie. d Wat hoort de kijker op de achtergrond? Waarom zouden de makers hiervoor kiezen?

7

Volume, intonatie, tempo en articulatie Door de manier waarop je jouw zinnen uitspreekt, druk je uit wat je denkt en hoe je je voelt. Je drukt je emoties uit door het volume (luid of stil), de intonatie (hoog of laag), het tempo (traag of snel) en de articulatie (duidelijk of onduidelijk). Je kunt deze vier zaken onthouden met het ezelsbruggetje VITA (volume, intonatie, tempo, articulatie). Iemand die heel boos is, kan heel luid beginnen roepen. (volume) Iemand die bang is, zal vaak hoger beginnen praten. (intonatie) Iemand die gehaast is, zal snel praten. (tempo) Iemand die boos is, maar het niet hardop durft te zeggen, mompelt binnensmonds. (articulatie)

15  Over een herinnering vertellen

133


situatie 2

situatie 1

herinnering aan een aangrijpend moment

aa

herinnering aan een vakantie

r

3 Beluister nog een herinnering.

a Vink de situatie die je beluisterde, aan en vul het schema aan met kernwoorden. – Inleiding Wie? Waar? Wanneer? – Midden – Slot

m

pl

Wat?

b Beoordeel het stemgebruik van de verteller. Geef telkens een score. /5

– tempo

/5

– intonatie

/5

– articulatie

/5

es ex e

– volume

c Vertel de herinnering na. Gebruik hiervoor het schema met kernwoorden. Oefen eerst enkele keren en let op jouw stemgebruik.

d Geef feedback over de prestatie van een klasgenoot. Noteer ook de feedback die jij kreeg. Overloop hiervoor samen deze vragen. – – – – – –

Hoe verliep het voorstellen van de herinnering? Was de IMS-structuur in het verhaal duidelijk? Hoe was mijn volume? Hoe was mijn intonatie? Hoe was mijn tempo? Hoe was mijn articulatie?

O  O  O  O  O  O O  O  O  O  O  O O  O  O  O  O  O O  O  O  O  O  O O  O  O  O  O  O O  O  O  O  O  O

Le

– Dit onthoud ik voor de volgende keer:

97

100

134

Kernwoorden Kernwoorden geven samen de belangrijkste informatie van een tekst, een verhaal, een uitzending … kort weer. Een korte lijst of een schema met kernwoorden is een handig spiekbriefje voor tijdens een presentatie.

DEEL 2


Naam

Klas

Nr.

Over een herinnering vertellen

aa

r

4 Volg het stappenplan en vertel over een herinnering. Kies een van deze vier situaties.

situatie 2

Wat heb je ooit gemaakt of gebouwd waarop je heel trots was?

Welke vakantieherinnering blijft je het meeste bij?

m

pl

situatie 1

situatie 3

situatie 4

Wat was het spannendste wat je ooit deed?

Welk aangrijpend moment blijft je altijd bij?

a Lees de opdracht aandachtig en oriënteer je op de spreekopdracht. – Waarom zal je spreken (= het spreekdoel)? – Heb je al eerder over zo’n moment verteld? Wat ging er goed? En wat liep er fout? – Bekijk in de evaluatiefiche op welke criteria je straks wordt geëvalueerd. Noteer ook een persoonlijk werkpunt bij je eigen criteria.

OV UR

b Vat het verhaal samen met kernwoorden in het IMS-schema.

es ex e

OV UR

– Inleiding Wie?

Wat?

Waar?

Wanneer?

– Midden

Beschrijving herinnering:

Le

– Slot

Wanneer denk je eraan terug?

c Besteed extra aandacht aan de inleiding en schrijf die uit.

15  Over een herinnering vertellen

135


d Maak zinnen met de kernwoorden uit het midden. Doe dit verschillende keren mondeling. Noteer deze zinnen niet.

Deze hulpmiddelen kun je gebruiken: ◯◯ vademecum ◯◯ spiekbriefje met kernwoorden ◯◯ feedback tijdens het oefenen ◯◯ spreekkader

aa

f Oefen je volledige verhaal een paar keer in. Gebruik het schema met de kernwoorden als steun. Zij vormen de leidraad doorheen je verhaal.

r

e Schrijf ook het slot uit in zinnen.

g Stel je herinnering voor.

OV UR

h Beoordeel je eigen presentatie in het blauw. De appreciatie van een klasgenoot komt in het groen.

24

Hoe verliep het voorstellen van de herinnering?

2

Was de IMS-structuur in het verhaal duidelijk?

O O O O O O

3

Hoe was mijn volume?

O O O O O O

4 Hoe was mijn intonatie?

O O O O O O

5

O O O O O O

Hoe was mijn tempo?

es ex e

7

O O O O O O

1

m

20

pl

OV UR

6 Hoe was mijn articulatie?

O O O O O O

Mijn eigen criteria 7

O O O O O O

8

O O O O O O

Extra criteria 9

O O O O O O

10

O O O O O O

Le

Wat ging goed?

Wat ging minder goed?

Mijn werkpunten bij een volgende spreekopdracht: – –

i

136

DEEL 2

Stop je spreekfiche in je portfolio.


Woorden onderzoeken 1

OVUR

4

volgorde zinsdelen

7

tegenwoordige tijd

11

verwijswoorden (online)woordenboek

13

IMS-structuur

r

Voorkennis

Je leert … je oefent … – lidwoorden, bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden. – zinnen preciezer maken door de keuze van bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden. – bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden opzoeken. – aantrekkelijke teksten schrijven.

aa

16

Portfolio

Als maaltijd mogen ze me … voorschotelen. een knapperige hamburger een pittige soep een pikante wrap een fris slaatje een overheerlijke roomsoes

m

a b c d e

es ex e

1

pl

1 Lees deze vraag uit een enquête*.

a Onderstreep telkens het belangrijkste woord in elke keuze. Hoe noem je dergelijke woorden? b Welk woord staat steeds vooraan in de keuzes? Hoe noem je zo’n woord? c Hoe noem je de woorden die in deze woordgroepen net voor de zelfstandige naamwoorden staan? d Denk de bijvoeglijke naamwoorden weg. Lijkt het dan nog zo lekker? e Vervang de bijvoeglijke naamwoorden en zorg ervoor dat het gerecht echt niet smakelijk klinkt. hamburger

– een

soep

– een

wrap

– een

slaatje

– een

roomsoes

Le

– een

f Wat doen de bijvoeglijke naamwoorden? g Welke extra letter krijgen de bijvoeglijke naamwoorden in deze combinaties?

de enquête

16  Woorden onderzoeken

137


209 226

Zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en lidwoord Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens, een dier, een plant of een ding. buurjongen – goudvis – cactus – bikini Een bijvoeglijk naamwoord (bn) geeft een kenmerk of een eigenschap van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

r

de lieve / jonge / speelse … hond

de song (= bepaald) het kasteel (= bepaald)

onbepaald indefinite article lidwoord article indéfini

pl

een song (= onbepaald) een kasteel (= onbepaald) geen auto (= ontkennend)

aa

Een lidwoord (lw) is een klein woord dat voor zelfstandige naamwoorden staat. Het maakt duidelijk of de zender een willekeurige of welbepaalde persoon of zaak bedoelt. Er zijn twee bepaalde lidwoorden (de en het) en een onbepaald lidwoord (een). Geen is een ontkennend lidwoord.

bepaald lidwoord

a man a woman a child / an angry child

un homme une femme un enfant

meervoud mannen vrouwen kinderen

men women children

des hommes des femmes des enfants

article défini

enkelvoud de jongen de man de vrouw het kind

the boy the man the woman the child

le garçon l’homme la femme l’enfant

meervoud de mannen de vrouwen de kinderen

the men the women the children

les hommes les femmes les enfants

es ex e

m

enkelvoud een man een vrouw een kind

definite article

Het Latijn gebruikt geen lidwoorden.

2 Lees deze vraag uit een enquête.

2

Waarmee ga je akkoord?

a Lasagne is lekker. b Een bungeejump is gevaarlijk. c Een zwemparadijs is leuk.

d Een toneeltje is soms gek. e Halloweenfeestjes zijn saai.

a Versterk elk bijvoeglijk naamwoord door er iets voor te plaatsen. Zorg voor afwisseling. →

– gek

– saai

Le

– lekker

b Vergelijk elke keuze met een sterkere en de sterkste optie. – Lasagne is lekker, maar spaghetti is nog lekkerder en pizza is het lekkerst. – Een bungeejump is gevaarlijk, maar – Een zwemparadijs is leuk, maar

138

DEEL 2


220 226

Bijvoeglijk naamwoord Een bijvoeglijk naamwoord (bn) geeft een kenmerk of een eigenschap van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. de lieve / jonge / speelse … hond De hond is … . lief / klein / gevaarlijk … – Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal voor een zelfstandig naamwoord.

r

een gevaarlijke tocht De tocht is gevaarlijk. De fiets is nieuw. een klein stukje

aa

– Bijvoeglijke naamwoorden kun je vaak verbuigen. Dan voeg je de letter -e toe. de nieuwe fiets het kleine stukje

– Bij veel bijvoeglijke naamwoorden zijn er trappen van vergelijking mogelijk.

adjective

een zwart paard een zwarte deur zwarte paarden zwarte deuren

a black horse a black door black horses black doors

3 Lees de tekst.

adjectif

adjectief

un cheval noir une porte noire des chevaux noirs des portes noires

equus niger porta nigra equi nigri portae nigrae

m

bijvoeglijk naamwoord

pl

Harry is handig. Micha is handiger. Rayan is het handigst.

es ex e

a Onderstreep de bijvoeglijke naamwoorden.

Beken

Le

Wuivende waterplanten. Kleurrijke ijsvogels. Flitsende vissen. Er zit leven in de Vlaamse beken. De jarenlange investeringen in waterzuivering, beekherstel en natuurgebieden beginnen vruchten af te werpen. Natuurpunt ging op zoek naar de bruisendste beek en vond die in de Kempen. De Kleine Nete is met stip de levendigste waterloop van Vlaanderen. De Limburgse Abeek en de Aa vervolledigen de top drie. Hoewel de opmerkelijke verbetering van de afgelopen decennia zeker geapprecieerd* wordt, is er nog veel werk aan de winkel.

Uit: Natuur.blad

appreciëren

16  Woorden onderzoeken

139


b Vul de trappen van vergelijking aan. stellende trap

vergrotende trap

overtreffende trap het kleurrijkst

flitsender dan

levendiger dan opmerkelijk

Bijvoeglijk naamwoord in een (online)woordenboek

pl

152

aa

het kleinst

r

bruisend

Je (online)woordenboek geeft je meer informatie dan enkel de betekenis van een bijvoeglijk naamwoord.

m

e·gaal (bn; egaler, st) 1 (van kleuren): zonder afwisseling van licht en donker, over het hele oppervlak gelijk 2 vlak, gelijkmatig, overal gelijk

es ex e

Dit is een bijvoeglijk naamwoord.   Dit zijn de trappen van vergelijking: egaler en egaalst.

4 Lees de tekst.

Retourtje  naar  de  maan

Le

In 1969 zette Neil Armstrong als eerste mens een voet op de maan. De missie waarmee hij vloog, was de Apollo 11. Het Amerikaanse bedrijf Moon Express heeft nu de toestemming gekregen van de Verenigde Staten om commerciële vluchten te maken naar de maan. Nooit eerder was dit toegestaan. Voor een ticketje moet je wel diep in de buidel tasten: het kost 36 000 euro per kilogram! Als je 50 kilogram weegt, moet je dus 1,8 miljoen euro betalen. Benieuwd wanneer de eerste passagiers zich aanmelden.

140

DEEL 2


a Verdeel de onderstreepte zelfstandige naamwoorden in twee groepen. Zoek een titel voor elke kolom. groep 2 =

aa

r

groep 1 =

b Welke verschillen zijn er tussen de twee groepen? c Onderstreep de overblijvende zelfstandige naamwoorden in de tekst. d Noteer de vier zelfstandige naamwoorden die geen grondwoorden zijn.

pl

e Vervang het gekleurde door één kort woord.

– In 1969 vloog Neil Armstrong naar de maan.

– Het bedrijf kreeg toestemming van de Amerikaanse regering.

Zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord (zn) heeft meestal vier kenmerken: 1 Je kunt een zelfstandig naamwoord meestal in het enkelvoud of in het meervoud zetten.

es ex e

211

m

– Voor een ticket moeten de passagiers diep in de buidel tasten.

een hangmat → twee hangmatten

2 Voor een zelfstandig naamwoord kun je meestal een lidwoord zetten. een cactus, de cactus

3 Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken. goudvis → goudvisje

4 Een zelfstandig naamwoord heeft een genus: mannelijk (m), onzijdig (o) of vrouwelijk (v). Mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden hebben de als lidwoord (de-woorden). Onzijdige hebben het als lidwoord (het-woorden). Dit is ook belangrijk bij verwijswoorden. De hond heet Lucien. → Daar loopt hij. Ik zou zijn gezelschap niet kunnen missen.

Le

Er zijn twee soorten zelfstandige naamwoorden. 1 Een eigennaam geeft een naam aan iets of iemand. Je schrijft hem met een hoofdletter. Lassie, Batman, Jonas, Plopsaland …

2 Een soortnaam duidt aan tot welke soort iemand of iets behoort. Hij wordt meestal voorafgegaan door een lidwoord. de luchthaven, het kanaal, een buitenkans …

zelfstandig naamwoord noun

substantif

substantief

een grote jongen prachtige huizen

un grand garçon des maisons magnifiques

puer magnus magnificae villae

a tall boy beautiful houses

16  Woorden onderzoeken

141


5 Lees de weetjes. Noteer het verwijswoord en vul de tabellen aan. Een vleeseter haalt 1 … zout uit vlees. Vlinders eten geen vlees. 2 … zoeken zout in een andere voedselbron. In het westelijke Amazonegebied is 3 … bijna niet te vinden. Daarom haalt een vlinder die daar leeft 4 … dagelijkse portie zout uit de tranen van een schildpad. Het verwijst naar …

genus

aa

1

enkelvoud (eNK.) of meervoud (mV.)

r

verwijswoord

2 3

pl

4

verwijswoord

Het verwijst naar …

genus

enkelvoud (eNK.) of meervoud (mV.)

es ex e

1

m

Als er een lekker hapje in zicht is, slingert de kameleon 1 … tong met 18 km per uur de lucht in. 2 … kan wel twee keer de lengte van zijn lichaam worden. Willen prooien ontsnappen, dan moeten 3 … zorgen dat ze ver van de kleurenkunstenaar vandaan blijven. De tongen van kameleons zijn immers dubbel zo lang als 4 … lijf.

2 3

Le

4

verwijswoord

1

2 3 4

142

DEEL 2

In een film zag ik dat een kaper een lapje over zijn oog had. Droeg 1 … dit lapje omdat zijn oog verminkt was of droeg hij 2 … om een andere reden? Zeeschuimers droegen ooglapjes om een oog gewend te houden aan het donker. Zo hadden 3 … meteen goed zicht als ze het donkere scheepsruim ingingen. Een zeerover die benedendeks ging, verschoof 4 … ooglapje. Omdat het ene oog al aan het donker gewend was, kon hij zich onmiddellijk goed oriënteren. Het verwijst naar …

genus

enkelvoud (eNK.) of meervoud (mV.)


152

Zelfstandig naamwoord in een (online)woordenboek Je (online)woordenboek geeft je meer informatie dan enkel de betekenis van een zelfstandig naamwoord. Dit is het genus van dit zelfstandig naamwoord. Pizza is vrouwelijk of mannelijk.

Betekenis ‘pizza’ Je hebt gezocht op het woord: pizza.

r

De pizza is klaar. → Zij (of hij) is klaar.

pizza v(m) -’s gerecht dat bestaat uit een ronde deegbodem gevuld met kaas, tomaten en andere ingrediënten

aa

Dit is het meervoud.

een pizza → twee pizza’s

6 Vul de zinnen aan met een verwijswoord.

pl

a Heb je die wilde kat eindelijk gevangen? … steelt het eten van Minou. b De teef laat … jongen de hele dag drinken. c Zie je die ezel? … kijkt naar deze kant.

m

d Dieren hebben een sterk instinct. Ze volgen … om te overleven. e Wil je de lamp vervangen? … is al weken stuk.

f Ik begrijp de grafiek niet. Ik vind … niet duidelijk.

g De lading was te zwaar. … moest voor een stuk overgeladen worden.

es ex e

h De inkt is op. Wil je … zo snel mogelijk vervangen? i

De luier van de baby is vuil. Wil jij … vervangen?

j

Heb jij dat nieuwtje gisteren ook opgevangen? Je bent … toch niet vergeten?

k Die botsing was het gevolg van onoplettendheid. … kon vermeden worden.

Le

7 Je wilt echt (niet) graag op weekend naar het vakantiehuisje. Voeg bijvoeglijke naamwoorden aan de beschrijving* toe. Zo kun je je ouders beter overtuigen om (niet) te boeken.

Vakantiehuis te huur

Weekendhuisje in de Ardennen. De chalet bestaat uit een inkomhal, een woonkamer, een keuken, twee slaapkamers en een badkamer. De kamers worden verwarmd door houtkachels. De ramen laten licht binnen en geven een uitzicht op het dal.

de beschrijving

16  Woorden onderzoeken

143


8 Na je maaltijd in het restaurant De Lekkerbek schrijf je een korte beoordeling voor hun website. Je bent echt (niet) tevreden. Gebruik minstens vijf woordgroepen van goedgekozen bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden.

De Lekkerbek

aa

r

Recensies

pl

9 Lees het fictiefragment uit Vertel me drie dingen.

trekkelijk voelde. Ik zou mijn bus niet missen en mijn gymkleren niet vergeten. Als ik na de lunchpauze in de spiegel keek, zouden er geen kleine stukjes salami tussen mijn beugel zitten en zou er niets groens aan mijn neus bungelen. Oké, het waren niet alleen maar weglatingen. Ik voegde er een echte kus aan toe, hoewel ik niet had kunnen vertellen met wie. Een of andere naamloze, gezichtsloze jongen die me in mijn fantasie helemaal op mijn gemak stelde, me kende en me het gevoel gaf dat ik leuk was. Misschien stelde ik me voor dat ik mijn moeders heerlijke pannenkoeken at voordat ik naar school ging. Ze bakt ze altijd in de vorm van mijn initialen, ook al ben ik misschien al te oud voor dat soort dingen. En ’s avonds at ik haar vegetarische lasagne. Ik ben dol op haar vegetarische lasagne. Niks geks. Of misschien was het wel pizzadag op school. Onze schoolkantine heeft verrassend lekkere pizza’s. Een perfecte dag hoeft geen fantasie-uitstapje naar de Caraïben te omvatten, of parachutespringen, of mijn armen om een leren jack van iemand op een snelle motorfiets … Hoewel dat allemaal, en meer, uiteraard wel op Scarletts lijstje stond. Maar ik heb altijd van eenvoudige dingen gehouden.

es ex e

m

Vroeger praatten Scarlett en ik vaak over het concept van de ‘perfecte dag’. Wat zou er gebeuren – vanaf het moment dat we wakker werden tot het moment dat we gingen slapen – om die dag beter te maken dan alle andere dagen die eraan vooraf waren gegaan? We hadden geen grootse dromen. Althans, ik niet. Scarlett daarentegen fantaseerde maar raak. Ze wilde wakker gekust worden door een knappe prins op een wit paard. Diezelfde prins zou haar een heerlijk ontbijt op bed serveren met versgebakken donuts, fruitige smoothies en verse aardbeien. Ze droomde ook over een bezoekje aan het allergrootste subtropisch zwemparadijs of een megalomaan shoppingparadijs. Waarom geen bloedstollende parachutesprong of urenlang vlinders in haar buik in angstaanjagende rollercoasters. Ze zou die dag ook de knuffelzachte puppy krijgen waarvan ze al zo lang droomde. Oh ja, een persoonlijke ontmoeting met haar grootste idool stond ook op haar lijstje … waarna ze samen met hem zou indommelen in een hangmat op een parelwit strand op de Caraïben.

Le

Ik wilde voornamelijk dat er dingen niét gebeurden. Ik wilde een dag waarop ik mijn kleine teen niet stootte, niet op mijn nieuwste T-shirt morste. Een dag waarop ik me niet verlegen, opgelaten of onaan-

a b c d e

144

DEEL 2

Waarover gaat het fragment? Over wie kom je iets te weten? Wat is Scarletts idee van de perfecte dag? Denkt het hoofdpersonage er ook zo over? Waarom? Wiens mening deel jij het meest?


Naam

Klas

Nr.

Een top- of flopdag beschrijven

r

10 Volg het stappenplan en beschrijf een topdag of een flopdag. Kies een van deze situaties.

situatie 2

Beschrijf jouw top- of flopdag. Vertel wat je doet. Hoe voel je je daarbij? Wie is er bij je? …

Beschrijf de top- of flopdag van iemand die je heel goed kent: je broer of zus, je beste vriend of vriendin, je favoriete tante of oma … Vertel wat er gebeurt. Hoe voelt hij/zij zich? Wie is er bij? …

situatie 3

m

pl

aa

situatie 1

Beschrijf de flopdag van je idool. Alles loopt mis, al van bij het ontbijt. Beschrijf hoe zijn of haar baaldag verloopt. Hoe voelt hij/zij zich? …

es ex e

Beschrijf de topdag van je idool. Hoe wil hij of zij wakker worden? Wat staat er op het menu? Wat gebeurt er zoal? Welke sfeer is er? Waar vertoeft hij of zij? …

situatie 4

OV UR

Le

OV UR

a Lees de opdracht aandachtig en oriënteer je op de schrijfopdracht. – Waarom zal je schrijven (= het schrijfdoel)? – Heb je al eerder zo’n tekst geschreven? Wat ging er goed? En wat liep er fout? Waarop moet je letten? – Bekijk in de evaluatiefiche op welke criteria je straks wordt geëvalueerd. Noteer ook een persoonlijk werkpunt bij je eigen criteria. b Brainstorm: schrijf alle ideeën op in kernwoorden. Zoek ook precieze en bruikbare woord­ groepen van bijvoeglijke naamwoorden met zelfstandige naamwoorden. Gebruik de tekst Vertel me drie dingen als inspiratie.

c Kies uit je brainstorm bruikbare ideeën.

Deze hulpmiddelen kun je gebruiken: ◯◯ spellingcorrector ◯◯ (online)woordenboek ◯◯ vademecum ◯◯ tussentijdse feedback ◯◯ hulpkaarten 1, 2, 7-12 ◯◯ schrijfkader 16  Woorden onderzoeken

145


r

OV UR

d Schrijf je tekst in de tegenwoordige – Stel het hoofdpersonage en de situatie voor Tip tijd. Maak eerst een kladversie. Geef in de inleiding. kleur aan je tekst door treffende bij­ – Beschrijf de topdag of de flopdag in het midden. voeglijke naamwoorden te kiezen. – Rond de tekst af met een grappige anekdote, een e Vraag hulp indien nodig. Laat de tekst onverwachte wending of een besluit. ook door iemand anders nalezen en – Zorg voor afwisseling in je zinsbouw. Begin niet overweeg of je de commentaar opvolgt. steeds met het onderwerp. Werk de definitieve versie uit. Verzorg de afwerking. f Beoordeel elke uitspraak over je tekst met een score op 5. Wissel daarna je tekst met een klasgenoot. Geef ook hem/haar scores.

aa

OV UR

102

mijn score

1 Mijn beschrijving maakt duidelijk waarom die dag zo bijzonder is voor de hoofdpersoon.

108

2 Mijn woordkeuze verduidelijkt of het een topdag of een flopdag is.

226

3 Ik gebruikte treffende bijvoeglijke naamwoorden.

286

4 Mijn tekst staat in de tegenwoordige tijd. De werkwoorden zijn correct gespeld.

m

290 174

5 Er is afwisseling in de zinsbouw.

177

6 Elke zin begint met een hoofdletter.

328

7 Elke zin eindigt met een leesteken.

es ex e

331

Mijn eigen criteria

267

8

280

9

extra criteria

10 11

Wat ging goed?

Le

Wat ging minder goed?

Mijn werkpunten bij een volgende schrijfopdracht: – –

g Stop je schrijffiche in je portfolio.

146

score van

pl

220

DEEL 2


De betekenis van onbekende woorden zoeken

17

8

samenstelling en afleiding

11

(online)woordenboek

14

synoniemen

r

Voorkennis

Je leert … je oefent … – het achterhalen van de betekenis van een woord in een tekst. – de woordenschatstrategieën.

het jeugdverhaal het kruiswoordraadsel de Ultratop op de radio de proefwerkvraag de liedjestekst

◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

de quizvraag het contract het stripverhaal het recept om cake te bakken de instructie om een nieuwe computer te installeren

pl

◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯ ◯◯

aa

1 Kruis aan bij welke teksttypes je meestal verder kunt lezen (of luisteren) als je een woord niet begrijpt.

es ex e

Door het eten van wortels ga je beter zien.

m

2 Zijn deze beweringen voedingsmythes of mogen we ze echt geloven?

Als je te veel wortels eet, wordt je huid oranje.

mythe/waarheid

mythe/waarheid

3 Deze woorden kom je straks tegen. Overloop de lijst zonder diep na te denken. Markeer de woorden die je helemaal begrijpt in het groen. Markeer de woorden die je vaag kent oranje. de antioxidant de boosdoener de consumptie de gloed de medische term de portie de stamppot

het bètacaroteen het caroteen de diabetes de kijker het mineraal de sapkuur de vitamine

de bladgroente de carotenoderma het essentieel vetzuur de kleurstof nachtblind het selenium de voedingsstof

bomvol de conditie functioneren het magnesium het omega 3-vetzuur spontaan het zink

Le

4 Denk nog even na over de woorden uit de lijst. Soms kun je door het woord goed te bekijken weten wat het betekent. Noteer drie van die woorden.

17  De betekenis van onbekende woorden zoeken

147


44 45

Betekenis zoeken van woorden Wat doe je als je een woord niet begrijpt? Stap 1: je zoekt uit welk soort woord het is: een werkwoord, een zelfstandig naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord …?

Voorts wordt er ook gewerkt met nanofiltratie. → Hier herken je het woord ‘filter’ in.

aa

Stap 2: daarna ga je op zoek naar bekende delen in het woord. – Ken je andere woorden die erop lijken (woordfamilie)?

r

Bij het maken van stevia wordt maïs op een natuurlijke manier gefermenteerd. → Fermenteren is een werkwoord, iets wat je met maïs kunt doen.

– Lijkt het op een woord uit een andere taal (taalverwantschap)? historisch → history (Engels) histoire (Frans)

pl

– Bij een samenstelling: ken ik al een deel van het woord?

De blaadjes van de steviaplant worden gebruikt omdat ze calorievrij zijn. De betekenis van deze samenstelling heeft te maken met vrij zijn van calorieën.

m

– Bij een afleiding: ken ik nog woorden met dit voor- en/of achtervoegsel?

Via verhitting wordt het ruwe extract ingedikt. Bij hitte werden ver- en -ing gevoegd. Het product wordt dus erg warm gemaakt.

es ex e

Stap 3: je kunt uitleg vragen aan iemand die het woord misschien wel kent. Als je de betekenis dan nog niet kent, kun je het woord opzoeken in een (online)woordenboek.

5 Zoek informatie over de gemarkeerde woorden in de tekst. Geef jezelf telkens een score. 3 = Ik begrijp het woord helemaal. 2 = Ik weet ongeveer wat het woord betekent, maar ik kan toch probleemloos verder lezen. 1 = Ik weet niet wat het woord betekent en zo begrijp ik de tekst niet.

Door het eten van wortels ga je niet beter zien.

Le

Wortels zitten bomvol vitamine A en andere voedingsstoffen die je ogen gezond houden. Van deze stoffen ga je dus niet echt beter zien, maar ze zorgen er wel voor dat je kijkers in goede conditie blijven. Mensen die te weinig bètacaroteen eten, de kleurstof die je vindt in worteltjes, kunnen last krijgen van nachtblindheid. Wortelen zijn ook nuttig voor het functioneren van de hersenen, ze zouden zelfs het geheugen verbeteren. Eet je ook veel groene bladgroenten, kiwi’s, pompelmoezen, sinaasappels en hazelno­ ten, dan heb je meteen een portie vitamine C en E binnen, dé antioxidanten bij uitstek. Ook mineralen zijn onmisbaar voor onze ooggezondheid. Denk daarbij vooral aan magnesium, zink en selenium. Vergeet ook niet om voldoende omega 3-vetzuren op te nemen. Deze stof vind je vooral in vette vis. Voor deze essentiële vetzuren eet je dus beter regelmatig zalm, tonijn of makreel.

148

DEEL 2


vitamine

b

het bètacaroteen

c

de antioxidant

d

het mineraal

e

de vette vis

f

het essentieel vetzuur

aa

a

Mijn score

r

Dit verklapt de tekst.

6 Zoek informatie over de gemarkeerde woorden in de tekst. Geef jezelf telkens een score.

pl

3 = Ik begrijp het woord helemaal. 2 = Ik weet ongeveer wat het woord betekent, maar ik kan toch probleemloos verder lezen. 1 = Ik weet niet wat het woord betekent, en zo begrijp ik de tekst niet.

m

Als je te veel wortels eet, wordt je huid oranje.

es ex e

Als je erg veel wortelen verorbert, kan je huid inderdaad oranje kleuren. Caroteen, de natuurlijke kleurstof in wortelen, is de boosdoener. Je moet hiervoor wel flinke hoeveelheden eten. Nee, je huid zal na een portie stamppot niet ineens een oranje gloed krijgen. Maar baby’s die veel gemalen worteltjes eten hebben wel kans op ‘carotenoderma’, zoals de medische term voor een oranje huid luidt. Ook volwassenen die sapkuren doen en heel veel wortelsap drinken hebben ermee te maken. Goed om weten is dat de oranje verkleuring van de huid als gevolg van te grote consumptie van worteltjes niet ernstig is en spontaan weer verdwijnt. Dit verklapt de tekst.

caroteen

b

de gloed

c

de carotenoderma

d

de sapkuur

e

de consumptie

Le

a

Mijn score

17  De betekenis van onbekende woorden zoeken

149


7 Zijn deze beweringen volgens jou de waarheid of een mythe? Lees nadien de teksten en controleer je antwoorden.

Zijn zoetstoffen gezonder dan suiker?

Oude kaas ligt wel een jaar te rijpen, en tijdens dat rijpen ontstaan er afbraakproducten. Deze stoffen noemen we amines en ze zitten vooral in eten dat lang is gerijpt of gefermenteerd, zoals salami, sojasaus of gerookte makreel. Onze darmen bevatten echter speciale enzymen oftewel eiwitten die deze amines afbreken. Je moet dus echt een enorme hoeveelheid binnenkrijgen om er hoofdpijn van te krijgen.

Te veel suiker is ongezond. Producenten vervangen die steeds meer door zoetstoffen. Vooral de natuurlijke zoetstof stevia is populair. Stevia is niet beter dan de synthetische concurrent aspartaam, maar het is wel gezonder dan suiker. Suiker is ook nefast voor de tanden, stevia en aspartaam daarentegen zijn tandvriendelijk. Maar beweren dat zoetstoffen gunstig zijn voor de gezondheid is een brug te ver. Een overconsumptie van zoetstoffen is funest voor het lichaam.

aa

pl

WAARHEID  MYTHE

r

Krijg je migraine van kaas, wijn of chocolade?

m

WAARHEID  MYTHE

es ex e

Waarheid of mythe?

Neem je ijzer op als je spinazie eet?

Le

Een studie onderzocht soldaten op trainingskamp. Twintig procent van hen had anemie; ze hadden dus te weinig ijzer in hun bloed. Deze bloedarmoede ontstaat als het lichaam minder ijzer opneemt dan nodig. Onaangepast voedsel is de grote boosdoener. De beste bron voor ijzer is vlees. Popeye had het dus verkeerd: ijzer uit groenten wordt heel slecht opgenomen. Een andere mogelijke oorzaak van anemie is coeliakie, door deze aangeboren spijsverteringsziekte neemt het lichaam onvoldoende ijzer op.  WAARHEID  MYTHE

150

DEEL 2

Kun je ook afvallen van eten? Sommige diëten hebben het over de katabole voedingsmiddelen zoals bleekselderij, komkommers, doperwten, kiwi’s ... Je zou voor het kauwen, het verteren en het opnemen van deze etenswaren meer calorieën nodig hebben dan erin zitten. Zo beweren diëtisten wel eens dat je hiervan afvalt, vandaar de naam negatieve calorieën. Maar dat is een vergissing: 100 gram komkommer levert twaalf kcal (kilocalorieën), maar een minuut kauwen kost slechts een halve kcal. Ook van exotisch fruit wordt wel eens beweerd dat je ervan afvalt. Denk maar aan mango’s, papaja’s, lychees, avocado’s … Spijtig, maar ook dit klopt niet. Al blijven deze lekkernijen uiteraard caloriearm en overheerlijk.  WAARHEID  MYTHE


8 Lees het weetje Krijg je migraine van kaas, wijn of chocolade? a Zoek in het weetje wat deze woorden zouden kunnen betekenen. – de amine – gefermenteerd – het enzym

9 Lees het weetje Zijn zoetstoffen gezonder dan suiker?

aa

c Welke signaalwoorden verklappen deze woordrelatie?

r

b Hoe heeft de tekst jou geholpen om de betekenis van het woord te achterhalen?

– synthetisch – nefast voor de tanden

m

– funest

pl

a Zoek in het weetje wat deze woorden zouden kunnen betekenen.

b Hoe heeft de tekst jou geholpen om de betekenis van het woord te achterhalen?

es ex e

c Welke signaalwoorden verklappen deze woordrelatie?

10 Lees het weetje Neem je ijzer op als je spinazie eet?

a Zoek in het weetje wat deze woorden zouden kunnen betekenen. – anemie

– coeliakie

Le

b Hoe heeft de tekst jou geholpen om de betekenis van het woord te achterhalen?

17  De betekenis van onbekende woorden zoeken

151


11 Lees het weetje Kun je ook afvallen van eten? a Zoek in het weetje uitleg over katabole voedingsmiddelen.

r

b Zoek in het weetje een woordgroep die vermoedelijk* synoniem is voor katabole voedings­ middelen.

aa

c Op welke manier krijg je nog meer informatie over katabole voedingsmiddelen?

d Welke uitleg krijg je over exotisch fruit?

46

Betekenis zoeken van woorden in teksten

Wat doe je als je in een tekst een onbekend woord leest? Vraag je af of het woord belangrijk is voor jouw begrip van de tekst. Misschien begrijp je de tekst wel zonder dat je de betekenis van dat ene woord kent. Meestal kun je dan gewoon doorlezen. Maar als het woord wel belangrijk is om de tekst te snappen, kun je ook de context (= de omringende tekst) bevragen.

m

47

pl

e Welke signaalwoorden verklappen dat er voorbeelden volgen?

es ex e

1 Soms raad je de betekenis door een synoniem dat in de buurt van het woord staat. Een signaalwoord geeft soms aan dat je een synoniem kunt verwachten: met andere woorden, oftewel … De rover bedreigde de ridder met zijn ponjaard. De dolk prikte in zijn keel.

2 Soms raad je de betekenis door een antoniem dat in de buurt van het woord staat. Een signaalwoord geeft soms aan dat je een antoniem kunt verwachten: maar, daaren­ tegen, in tegenstelling tot, echter, enerzijds … anderzijds … Enerzijds was de hertog pacifistisch, maar anderzijds was hij ook erg oorlogszuchtig.

3 Soms raad je de betekenis met behulp van een omschrijving of een definitie die in de buurt van het woord staat. Mijn vriend heeft dyslexie. Door deze stoornis heeft hij erg veel moeite met lezen.

Le

4 Soms raad je de betekenis met behulp van voorbeelden die bij de term worden gegeven. Een signaalwoord geeft soms aan dat je een of meer voorbeelden kunt verwachten: zoals, denk maar aan, bijvoorbeeld, neem nu, namelijk … Ook na een dubbele punt vind je wel eens voorbeelden. Het museum toont heel wat maritieme schatten: stukken van zeilboten, portretten van zeevaarders, zeeroverspakken, kompassen …

5 Soms raad je de betekenis met behulp van de illustraties die bij de tekst staan. De arts neemt dan een stethoscoop voor verder onderzoek.

Je kunt ook uitleg vragen aan iemand die het woord misschien wel kent. Als je de betekenis dan nog niet kent, kun je het woord opzoeken in een (online)woordenboek. vermoedelijk

152

DEEL 2


Feedback geven en krijgen

18 Voorkennis

1

OVUR

6

formeel en informeel actief luisteren

15

Je leert … je oefent … – wat goede feedback is. – feedback beoordelen met behulp van kijkfragmenten. – feedback geven. – een rondleiding in je kamer geven.

VITA

1 Bekijk drie introducties van lessen.

es ex e

m

pl

a Noteer telkens het onderwerp van hun les.

aa

r

Portfolio

◯◯ Staf en Matthias

◯◯ Lieven

◯◯ Wim

– Staf en Matthias: – Lieven: – Wim:

b Hoe proberen de leraren in hun intro de aandacht van het publiek te trekken? – Staf en Matthias: – Lieven: – Wim:

Le

c Welke les zou jij het liefst bijwonen? Waarom?

18  Feedback geven en krijgen

153


d Staf, Matthias, Lieven en Wim willen graag weten wat jij van hun inleiding vindt. Bekijk hun intro’s opnieuw en vul de fiche in voor één van hen. Naam: 0

1

2

3

Je past je volume aan de situatie aan.

intonatie

Je intonatie is aangenaam om te beluisteren en versterkt de boodschap.

tempo

Je tempo ondersteunt de boodschap.

articulatie Je articulatie is altijd duidelijk. Publieksgericht oogcontact

Je maakt oogcontact met het publiek.

pl

lichaamstaal Je lichaamstaal is open en natuurlijk. TAAL Je spreekt Standaardnederlands.

uitspraak Andere

Je uitspraak is verzorgd.

es ex e

m

Standaardnederlands

2 Bekijk het tv-fragment*.

aa

volume

r

Stemgebruik

a Wat vindt Peter van het gegrilde vlees? Waarom denk je dat? b Wat vertelt Peter aan Kris en Els over hun prestatie? c Hoe gaan Kris en Els om met die feedback? d Wat bedoelt Peter met ‘Hou dat zo, hè’? e Geef je oordeel. is respectvol en beleefd.

/3

bevat positieve punten.

/3

geeft tips waar de deelnemers iets aan hebben.

/3

gebeurt vooral vanuit de ik-persoon.

/3

is duidelijk en helder.

/3

Le

Peters feedback …

3 Bekijk het tv-fragment. a b c d e

het fragment

154

DEEL 2

Wat is hun relatie buiten trainer en atlete? Hoe gaan ze met elkaar om? Welke tips geeft de trainer? Welke positieve punten bespreekt de trainer? Op welke manier probeert de trainer haar te motiveren?


De feedback …

is respectvol en beleefd.

/3

bevat positieve punten.

/3

geeft tips waar de deelnemer iets aan heeft.

/3

is duidelijk en helder.

/3

r

4 Bekijk het tv-fragment.

aa

a Welke boodschap krijgt meneer Willems? b Wat bedoelt de man hiermee? c Geef je oordeel. De feedback …

is respectvol en beleefd.

/3

bevat positieve punten.

geeft tips waar de deelnemers iets aan hebben.

/3

gebeurt vooral vanuit de ik-persoon.

/3

is duidelijk en helder.

/3

pl

/3

m

d Hoe zou jij je na deze feedback voelen als je in de schoenen van het personeel stond? 5 Lees de feedback die deze voetbalspeelster krijgt. 2

3

es ex e

1

Ik zag al je harde werk. Daar lag het echt niet aan. Naar mijn gevoel heb je een slechte wedstrijd gespeeld.

Je toonde inzet, maar je speelde slecht vandaag.

Ja, de inzet was er wel, maar je was echt slecht.

Le

a Stel dat jij de voetballer bent. Welke feedback zou jou het meest raken? b De boodschap is telkens dezelfde. Waarom is de eerste feedback minder kwetsend dan de andere? c Geef elke feedback een score op drie. De feedback …

feedback 1 feedback 2

feedback 3

– is respectvol en beleefd.

/3

/3

/3

– bevat positieve punten.

/3

/3

/3

– geeft tips waar de deelnemers iets aan hebben.

/3

/3

/3

– gebeurt vooral vanuit de ik-persoon.

/3

/3

/3

– is duidelijk en helder.

/3

/3

/3

18  Feedback geven en krijgen

155


Feedback geven In een leerproces is feedback bijzonder nuttig. Feedback kan je helpen om jezelf en je prestaties te verbeteren.

aa

Zeg niet: Het ziet er allemaal saai uit. Maar zeg: Probeer je teksten wat meer te illustreren.

r

Wanneer je feedback geeft, begin je met de sterke punten: dingen die je fijn vond, elementen die je geraakt hebben of interesse hebben opgewekt. Je formuleert die altijd respectvol en opbouwend.

Beschrijf wat je ziet, zeg wat het met je doet (ik-boodschap) en maak duidelijk wat er zou moeten gebeuren. Goede feedback bevat suggesties ter verbetering.

pl

Bij mij kwam je nogal onzeker over. Naar mijn gevoel had je iets luider kunnen spreken. Ik vond het een schitterend optreden! Ik geloof dat je nog nooit zo goed gespeeld hebt. Je zou een pen kunnen vasthouden om wat minder met je handen te friemelen. Probeer het volledige publiek aan te kijken. Zo betrek je iedereen bij je presentatie. Oefen je tekst een paar keer thuis, zo zeg je minder snel ‘euh’. Blijf zeker zo goed articuleren zoals vandaag. Je sprak echt heel duidelijk.

m

Wanneer je feedback ontvangt, bedank je de zender. Je vraagt door wanneer je de feedback niet begrijpt. Je ziet feedback als een kans om te leren. Je grijpt ernaar terug voor gelijkaardige opdrachten in de toekomst.

es ex e

6 Kijk hoe Mina een goocheltruc doet.

a Vertel wat Mina volgens jou al goed doet. Gebruik de ik-vorm.

b Leg uit wat er volgens jou minder goed loopt. Vul een van deze zinnen aan. Naar mijn gevoel Ik geloof dat Volgens mij

Le

c Geef een concrete* tip om dit punt te verbeteren.

d Sluit af met een positief punt en een aanmoediging.

concreet

156

DEEL 2


Naam

Klas

Nr.

Feedback op een rondleiding geven 7 Volg het stappenplan en stel jouw kamer voor.

2

4

5

c Som het meubilair in je slaapkamer op. Opgelet: enkel het meubilair (bed, kast, nachtkastje …).

es ex e

OV UR

6

m

b Leg uit waarom je die foto koos.

3

aa

1

r

a Kruis de foto aan die het meest op jouw kamer lijkt.

pl

OV UR

d Noteer de zaken die typisch zijn voor jouw slaapkamer (stinkende sokken, posters, tekeningen, geheime plekjes, dagboeken …).

Le

e Teken een grondplan van je slaapkamer.

18  Feedback geven en krijgen

157


f Werk de rondleiding uit. – Stippel een route uit. Noteer de punten waar je over wilt praten. (Wat toon je het eerst? Wat komt daarna? …) – Bedenk wat je bij elke stopplaats vertelt. Noteer dit in kernwoorden. (Heb je een anekdote? Is er iets opvallends? Waarom is het voor jou belangrijk? Waar komt dit vandaan? …)

OV UR

j

Geef een klasgenoot mondeling feedback over zijn rondleiding. – Vertel of je het grondplan gemakkelijk kon tekenen of niet. Kun je je nu een voorstelling van de kamer maken? – Zeg een of twee zaken die je waardeert in de presentatie. – Leg uit wat er minder goed loopt. – Geef een concrete tip om dit punt te verbeteren. – Sluit af met een positief punt en een aanmoediging. Overleg met degene die jouw feedback kreeg. Vul samen jouw score in. Mijn feedback … 1

is respectvol en beleefd.

/3

2

bevat positieve punten.

/3

3

geeft tips waar de rondleider iets aan heeft.

/3

es ex e

116

pl

i

m

OV UR

aa

r

g Zoek uit wie het grondplan zal natekenen. Duid die persoon aan voor je aan je presentatie begint. h Stel je kamer voor zoals in een rondleiding. Deze hulpmiddelen kun je gebruiken: Met alleen jouw uitleg moet een klasgenoot het ◯◯ vademecum grondplan van jouw kamer tekenen. ◯◯ spiekbriefje met kernwoorden ◯◯ feedback tijdens het oefenen ◯◯ spreekkader

4 gebeurt vooral vanuit de ik-persoon.

/3

5

/3

121

is duidelijk en helder.

Mijn eigen criteria 6

/3

7

/3

Extra criteria 8

/3

9

/3

Wat ging goed?

Le

Wat ging minder goed?

Mijn werkpunten bij een volgende spreekopdracht: – –

k Stop je spreekfiche in je portfolio.

158

DEEL 2


Fragmenten uit Gips lezen en bespreken

Voorkennis

5

oriënterend lezen

9

fictie en non-fictie

13

globaal lezen

14

synoniemen

Je leert … je oefent … – een verhaal, een personage en een situatie beoordelen. – je leeservaring verwoorden aan de hand van beoordelingswoorden. – een vervolg voorspellen. – fictionele teksten lezen en beluisteren. – je inleven in de context van een verhaal.

r

19

aa

Portfolio

1 Bekijk het boek Gips van Anna Woltz. Waarover gaat het verhaal?

pl

Anna Woltz

Eén dag. Eén ziekenhuis. Bergen sneeuw. En een beetje bloed.

es ex e

m

Fitz is woedend. Haar ouders zijn net uit elkaar en het liefst zou ze helemaal niet bestaan. Maar dan raakt haar zusje gewond. In het ziekenhuis ontmoet Fitz een geheimzinnige jongen van vijftien en voordat ze het weet, verzint ze een romantisch plan voor een verpleegster, steelt ze gips en wordt ze per ongeluk zelf verliefd. Want je kunt voor altijd in de wachtkamer blijven zitten, maar je kunt ook dapper zijn.

2 Deze woorden komen uit het fragment dat je straks zal lezen. Wat zou er gebeuren? fiets

papa

slee

kleine zus

vingertopje

3 Welke woorden passen bij het fragment?

afschuwelijk

Le

beangstigend

mooi

bloederig

vrolijk

triestig

brutaal

geheimzinnig

moeilijk

eng

vreemd

gek grappig

pijnlijk spannend

onecht

leuk

onaangenaam

4 Wat zou Fitz met deze uitspraak bedoelen?

Voor zoenende ouders hoef je niet bang te zijn. Ouders worden pas gevaarlijk als ze niet meer zoenen.

19  Fragmenten uit Gips lezen en bespreken

159


5 Lees het fragment.

E

es ex e

m

pl

aa

r

indelijk zie ik papa en Bente de straat in komen. Mijn vader fietst langzaam en blaast witte wolkjes uit. Zijn haar zat in de war toen hij geboren werd en zo is het altijd gebleven. In het verhaal van onze familie werd mama eerst verliefd op zijn rare haar, toen pas op de rest. Bente zit op de bagagedrager, maar niet met haar gezicht naar voren. Ze kijkt naar de straat die al voorbij is en heeft een reusachtige slee in haar armen. Haar handen zijn rood van de kou, want haar wanten liggen nog bij mama. Ik dacht dat ik onzichtbaar was achter het raam op de eerste verdieping, maar opeens begint mijn vader te zwaaien. Echt, die man kan geen halfuur onthouden dat hij boos is. Er komt extra veel mist uit zijn mond en zijn hele gezicht lacht. Hij wijst naar de slee, steekt zijn duim op en zwaait nog een keer. En dan gaan ze onderuit. Het gebeurt zo snel dat ik ze bijna niet zie vallen. Het ene moment fietsen ze daar, het volgende liggen ze allebei op de grond. Papa komt op het stuur terecht en Bente valt boven op de slee. De slee die ze nog steeds omhelst. Twee hartslagen is het helemaal stil. De buurvrouw is opgehouden met krabben, ik klem mijn vingers om de gouden ring – en dan begint Bente te krijsen. Natuurlijk ben ik meteen vergeten dat ik niet naar buiten mag. Ik ruk de deur open en storm de steile trap af. Zodra ik de voordeur opentrek, hoor ik Bente weer. In mijn veel te dunne trui ren ik de straat op. De lucht is knisperend koud en bijt in mijn neus. Vanaf een afstand kan ik het bloed al zien. Papa zit op zijn knieën bij mijn zusje en de nieuwe buurvrouw staat er ook bij. Bente klemt de vingers van haar linkerhand om haar rechterpols. Haar rechterhand is de hand die voor al het bloed zorgt. Ik blijf staan en voel iets draaien. Het topje van haar ringvinger is verdwenen. De vinger stopt te vroeg. En waar eerst een topje zat, zit nu bloed. Krankzinnig, angstaanjagend veel bloed.

a Met welke woorden beoordeel jij dit fragment? Markeer ze. boeiend ←→ vervelend ontroerend ←→  doet mij niets geloofwaardig ←→ ongeloofwaardig verrassend ←→ voorspelbaar herkenbaar ←→ onbekend grappig ←→ droevig

Le

b Noteer de namen van de personages in het schema.

160

DEEL 2


c Welke extra informatie verneem je in deze uitspraken? Natuurlijk ben ik meteen vergeten dat ik niet naar buiten mag.

r

Echt, die man kan geen halfuur onthouden dat hij boos is.

39

aa

d Hoe gaat het verhaal volgens jou verder? Personage

6 Luister naar het vervolg.

avontuurlijk bang boos brutaal daadkrachtig ellendig hulpvaardig

es ex e

a Noteer twee woorden die bij elk personage passen. De lijst kan inspiratie brengen.

m

pl

In een verhaal geeft een schrijver veel informatie over bepaalde personages: – Hoe ziet het personage eruit? – Wat doet hij/zij? – Wat denkt of voelt het personage? – Wat is zijn/haar karakter? – Hoe gaat hij/zij om met de andere personages? – …

ik-figuur

papa

humoristisch intelligent kalm kinderachtig nieuwsgierig onbeholpen ongeduldig

Bente

ongeïnteresseerd opstandig paniekerig teleurgesteld verdrietig verlegen

buurvrouw

Le

b In welk personage herken jij jezelf het best? Leg uit waarom. c Waarom neemt papa zijn dochter niet mee naar het ziekenhuis?

d ‘Ik weet het nu zeker. We horen niet meer bij elkaar.’ Wat bedoelt Fitz met deze uitspraak?

e Wat gebeurt er tijdens een Paraplugesprek?

f Wat maakte dit gesprek extra moeilijk voor Fitz?

19  Fragmenten uit Gips lezen en bespreken

161


7 Lees hoe het verhaal verdergaat.

B

m

pl

aa

r

ente giechelt, maar mama let niet op Douwe. Ze kijkt naar mij. ‘Waarom heb je een masker op?’ Ik stop meteen met lachen en hoop dat ze niet ziet dat mijn hart begint te bonken onder mijn trui. ‘Dat heeft papa’s nieuwe buurvrouw aan me gegeven.’ Ze trekt haar wenkbrauwen op. ‘Papa’s nieuwe buurvrouw?’ Ik knik. ‘Ze heeft Bentes leven gered én ze gaf ons een theedoek, een boterhamzakje en een masker cadeau.’ ‘Dat is fijn’, zegt mama. ‘Maar doe dat enge ding nu maar af.’ ‘Ik denk dat ze het beter op kan houden’, zegt papa zacht. Zijn gezicht is bleek. Het is even stil. ‘Tja’, zegt mijn moeder dan. ‘Jij denkt ook dat een kind van negen een enorme slee kan dragen terwijl ze achter op jouw fiets zit en de wegen spekglad zijn.’ Ze kijkt weer naar mij. ‘Felicia, we zijn hier in een ziekenhuis, niet op een feestje. Zet dat masker af.’ ‘Ik heet Fitz!’ roep ik. ‘Ik heb jullie op 1 januari een mail gestuurd om te vertellen dat ik niet meer naar Felicia luister. Hoe moeilijk is het om dat te onthouden?’ Ze zucht. ‘Fitz, zet dat masker af.’ ‘Mij best.’ Ik haak de elastiekjes los. Zonder met mijn ogen te knipperen, kijk ik haar aan. Ze leest de woorden op mijn gezicht en ik zie haar verstijven. ‘Oké. Doe het maar weer op.’

es ex e

a Waarom draagt Fitz een masker?

b Waaraan merk je dat mama en papa het erg vinden wat er op het gezicht staat? – –

c Waaraan merk je dat mama zich aan papa ergert? – –

Le

d Waarom zou Felicia haar naam in Fitz veranderd hebben?

162

DEEL 2


8 Luister naar het volgende fragment. a Wat staat er op haar gezicht?

r

b Wat vind je van de woorden op haar gezicht? c Waarom schreef ze dit?

aa

d Hoe voelt Fitz zich bij Adam?

e Waaraan merk je dit? –

9 Lees hoe het verder gaat.

I

pl

Le

es ex e

m

k stop en kijk naar Adam. ‘Wil je dit echt horen?’ ‘Geloof me.’ Hij veegt zijn bruine haar uit zijn ogen. ‘Als ik het saai vind, dan merk je dat meteen. Vraag dat maar aan mijn leraren. Ga door!’ Ik zucht. ‘We kwamen bij papa aan en alle dozen waren nog dicht. En de koelkast was leeg. Ik bracht mijn heen-en-weertas –’ ‘Je wát?’ ‘Mijn heen-en-weertas. Dat is een tas vol spullen die je elke week van het ene huis naar het andere sleept. Omdat je sommige dingen gewoon altijd nodig hebt.’ Hij knikt. ‘Bij papa moeten Bente en ik een kamer delen, dus we waren samen aan het uitpakken. Maar omdat ik mijn dikke trui nergens kon vinden, liep ik de gang weer op. En toen hoorde ik ze.’ Ik sta daar weer in die donkere gang vol verhuisstof. De muren zijn door een vorige bewoner geschilderd in een kleur die je zelf nooit zou kiezen. Op de vloer ligt bobbelig zeil dat blijft plakken hoe vaak je het ook dweilt. En dan hoor ik mijn ouders praten. ‘Mijn vader was bijna aan het huilen’, zeg ik tegen Adam. ‘Hij riep dat hij er nooit aan ging wennen om gescheiden te zijn. Hij had echt rotdagen gehad in zijn eentje. En toen zei mijn moeder dat hij juist moest genieten van zijn tijd alleen.’ Adam fronst zijn wenkbrauwen. ‘Van zijn tijd zonder haar?’ ‘Van zijn tijd zonder Bente en mij.’ Ik bal mijn vuisten. ‘Mama zei dat ze superveel zin had in een weekend zonder kinderen. Want dan kon ze eindelijk weer zichzelf zijn. Ze had al een heel programma gemaakt! Vandaag ging ze hardlopen, vanavond cocktails drinken met vriendinnen. Morgenochtend uitslapen en daarna een heel seizoen van Mad Men kijken. En tussendoor ging ze de hele tijd dingen eten waar Bente en ik niet van houden.’ Dwars door de sneeuw zie ik het voor me. Hoe ze daar zit met een bord vol mosselen en kokosbrood en koriander. Helemaal alleen op onze bank. Voor onze televisie. Te smullen. En dat ze dan eindelijk, na al die jaren, weer zichzelf is. Het maakt dat ik niet meer wil bestaan. ‘Toen mama weg was,’ zeg ik, ‘heb ik de voor-altijd-onuitwisbare-stift gepakt die ze vorige week voor papa kocht. Als cadeautje, zodat hij op zijn verhuisdozen kon schrijven

19  Fragmenten uit Gips lezen en bespreken

163


aa

r

wat erin zit. En toen heb ik me opgesloten in de badkamer en op mijn hoofd geschreven dat ze dood moet. Want dan kan ze voortaan helemaal alleen in haar kist lekker zichzelf zijn.’ Het is een tijdje stil. ‘Ik heb slecht nieuws voor je’, zegt Adam dan. Ik kijk hem aan. ‘Je bent niet het stomste meisje dat ik ken. Dus nu krijg ik een kroket van je? Zullen we naar het ziekenhuisrestaurant gaan?’

pl

a Waarom is Fitz zo boos op haar mama?

m

b Ging* papa akkoord met mama’s beslissing? Verklaar.

es ex e

c Wat is er door de scheiding voor Fitz en Bente veranderd? Houd je aan de informatie uit de tekst.

d Wat is een heen-en-weertas?

e Waarom verdient Adam een kroket?

f Markeer minstens twee woorden die bij het fragment passen.

herkenbaar

Le

levensecht

gevoelloos

voorspelbaar

gemakkelijk

interessant verrassend

leerrijk

ongeloofwaardig

ontroerend

somber

geloofwaardig opwekkend

Beoordelingswoorden Als je een mening wilt geven, vermijd je best weinigzeggende woorden zoals goed, gewoon of slecht. Met goedgekozen beoordelingswoorden geef je jouw mening veel nauwkeuriger weer. Mijn buur vindt het verhaal goed spannend. Ik vind Bente goed moedig. De heftige ruzie tussen die vrienden vond ik slecht schokkend.

akkoord gaan met

164

DEEL 2


10 Kies een situatie en beeld ze uit met je gezicht. Je buur beoordeelt je gelaatsuitdrukking. Bente zit achter op vaders fiets.

aa

r

Papa is in paniek na de valpartij. Fitz ziet Bente bloedend liggen. Bente ligt bloedend op de grond.

De buurvrouw leest de woorden op het gezicht.

pl

Fitz tijdens het Paraplugesprek. Fitz zet het masker af voor mama. Mama leest de woorden op het gezicht.

m

Fitz praat met Adam.

Ik vind de gelaatsuitdrukking van

◯◯ ongeloofwaardig ◯◯ overtuigend

◯◯ verrassend ◯◯ voorspelbaar

es ex e

◯◯ geloofwaardig ◯◯ herkenbaar

◯◯ vreemd ◯◯ weinigzeggend

11 Beeld een situatie uit de vorige opdracht uit met je lichaam. Je buur beoordeelt je lichaamstaal. Ik vind de lichaamstaal van ◯◯ geloofwaardig ◯◯ herkenbaar

◯◯ ongeloofwaardig ◯◯ overtuigend

◯◯ verrassend ◯◯ voorspelbaar

◯◯ vreemd ◯◯ weinigzeggend

12 Kies een korte situatie uit de tekstfragmenten en speel die samen met een klasgenoot. a Raad welke situatie de anderen brengen. b Geef je mening. Ik vind de acteerprestatie van

Le

◯◯ geloofwaardig ◯◯ herkenbaar ◯◯ langdradig

7

◯◯ ongeloofwaardig ◯◯ overtuigend ◯◯ sfeerloos

◯◯ sfeervol ◯◯ verrassend ◯◯ vlot gebracht

◯◯ voorspelbaar ◯◯ vreemd ◯◯ weinigzeggend

Lichaamstaal Communiceren doe je niet alleen met woorden, maar ook met je lichaam. Aan je mimiek, je oogcontact, je houding, de afstand die je houdt ten opzichte van iemand anders en je bewegingen en gebaren, kan de ontvanger ook zien hoe je je voelt of wat je denkt. Dit is lichaamstaal. Je kunt de elementen van lichaamstaal onthouden met het ezelsbruggetje MOHAB (mimiek, oogcontact, houding, afstand, bewegingen).

19  Fragmenten uit Gips lezen en bespreken

165


20

Schooltaalwoorden oefenen

werkwoord

zelfstandig naamwoord bijvoeglijk naamwoord

ander

akkoord gaan met

de beschrijving

concreet

plots

appreciëren

de enquête

ingewikkeld

telkens

observeren

de feedback

rangschikken

het fragment

vermijden

de ordening

1 Verbind de synoniemen.

aa

r

vermoedelijk

• de schikking

appreciëren

• het onderzoek

de beschrijving

• waarderen

vermijden

observeren

het fragment

rangschikken

de enquête

akkoord gaan met

pl

de feedback

• de reactie • ontwijken

m

• instemmen

• de omschrijving • bekijken

es ex e

• ordenen

de ordening

• het gedeelte

2 Kleur de woorden met een tegengestelde betekenis in dezelfde kleur. concreet

zeker

geleidelijk

gemakkelijk

vermoedelijk telkens

ingewikkeld

af en toe

plots

abstract

Le

3 Vul de zinnen aan.

166

Wil je met de leerlingenraad een actie organiseren? Om problemen te 1 … houd je best rekening met een aantal 2 … tips. Belangrijk is dat een aantal mensen 3 … de actie. Denk maar aan de directie, de leerkrachten, je medeleerlingen … . Om het niet 4 … te maken, start je het best met enkele voorstellen. Geef een duidelijke 5 … van de acties. Via een 6 … kun je nagaan hoe je medeleerlingen over de voorstellen denken. Zo weet je ook of ze de actie zullen 7 … . Deze 8 … is uiteraard belangrijk voor de uitwerking.

1

4

7

2

5

8

3

6

DEEL 2


4 Vervang de gekleurde woorden door een schooltaalwoord met dezelfde betekenis (= een synoniem). a Gisteren toonde men een stukje van een nieuwe fictiereeks op televisie. b Ik vind dat het niet echt overeenkomt met de uitleg uit het programmaboekje.

r

c Ik geloof niet dat veel kijkers de reeks zullen waarderen. e Nochtans had een proefpubliek nu en dan informatie over hun kijkervaring gegeven.

aa

d Wellicht wordt de reeks een flop.

5 De gekleurde woorden zijn synoniemen. Markeer het woord dat het best past in de zin.

pl

Telkens/herhaaldelijk als ik piano speel, vlucht onze kat het huis uit. Urenlang ligt ze mij dan vanuit de tuin te bespieden/observeren. Zou het beestje mijn muziek echt niet appreciëren/beoordelen? Misschien/Vermoedelijk vindt ze mijn getokkel onaangenaam. Buiten wil ze wellicht de lawaaioverlast voorkomen/vermijden.

m

a b c d e

6 In welke zin(nen) kun je de gekleurde woorden vervangen door het schooltaalwoord?

es ex e

a de rangschikking ◯◯ Ik begrijp de structuur van mijn wiskundeboek nog steeds niet. ◯◯ Waar komt de indeling in meetkunde, getallenleer, metend rekenen … vandaan? ◯◯ In mijn boek geschiedenis vind ik door de chronologische ordening veel beter mijn weg.

b de observatie ◯◯ Voor de waarneming van de vogels trokken we naar het bos. ◯◯ Daar vond ik het bespieden van de wandelaars leuker. ◯◯ Het onderzoek van de resultaten gebeurde nadien in de klas. c beschrijven ◯◯ Kun je je eigen karakter in enkele woorden schetsen? ◯◯ Vind je het gemakkelijker om het karakter van een vriendin te omschrijven? ◯◯ Jezelf typeren is alleszins niet vanzelfsprekend.

Le

d het vermoeden ◯◯ Soms heb ik een onrustig gevoel vlak voor mijn verjaardag. ◯◯ Zou mijn voorgevoel kloppen? Willen ze me verrassen? ◯◯ Na het vorige verrassingsfeestje liggen de verwachtingen hoog.

7 Voor deze zinnen gebruik je woorden uit de woordfamilie van de schooltaalwoorden. a Ik heb geen enkel … waarom Lucien zo slechtgezind is. b Heb ik mijn boeken niet netjes genoeg … in mijn locker? c Is de manier waarop ik hem … te negatief? d Heb ik de gegevens niet … genoeg genoteerd? e Ik was verstrooid tijdens de … van zijn spreekopdracht.

20  Schooltaalwoorden oefenen

167


8 Welk schooltaalwoord herken je? Je krijgt telkens tips. a de scherf – uit een groter geheel b tastbaar – niet vaag c de oplijsting – het klassement d de waarneming – het aandachtig kijken en luisteren

r

e de vereniging – geen chaos

pl

m

1 de waarneming, het bekijken 2 het afnemen van een enquête 3 sorteren 4 het tegenovergestelde van het geheel 5 het tegenovergestelde van abstract 6 de waardering 7 de terugkoppeling 8 complex 9 abrupt 10 ontwijken 11 de ordening

aa

9 Vul het woordraam in.

Welk woord ontdek je verticaal?

es ex e

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Le

10

11

168

DEEL 2


Test jezelf!

a Oriënteer je op het kijkfragment. – Wat zie je?

m

– Welk programma is het?

pl

OV UR

aa

r

1 Bekijk het beginscherm van het filmpje.

– Waarom zou de zender dit filmpje maken? – Wie is het doelpubliek?

b Bereid je voor op de kijkopdracht.

es ex e

OV UR

– Wat moet je straks met de informatie uit het fragment doen? Kijk hiervoor naar de volgende opdrachten. – Wat zou je in het fragment te weten willen komen? Noteer twee vragen.

c Bekijk het fragment.

d Dit zijn de antwoorden. Noteer de vragen erboven. –

in het Sequoia National Park in California

Le

OV UR

de boom met het grootste volume of het meeste hout

omdat het op meer dan 2000 meter hoogte ligt

Sequoia’s groeien heel snel. Ze worden heel oud en ze kunnen tegen vuur.

– De dikke bast beschermt de binnenkant van de boom tegen hitte en dat maakt de boom praktisch vuurvast.

Test jezelf!

169


– De meeste zijn ongeveer 2000 jaar oud. – De jaarringen verklappen het. – de General Sherman

r

pl

e Waaraan merk je dat dit geen Vlaamse reportage is?

aa

1485 kubieke meter

Ik kan een tekst of onderwerp verkennen met topische vragen.

les 12

m

2 Lees de tekst Wereldrecord hoogste basketbalworp.

WERELDRECORD

es ex e

HOOGSTE BASKETBALWORP

N HEBBEN EEN BAL IN EEN RING BASKET EEN GD GESLAA ERIN ZIJN ZE VERD. VERPUL RECORD NIEUW WERELD NIET ALLEEN VANOP EEN ONWAARTE GOOIEN VANOP 200 METER HOOGTE . ZE PRESTEERDEN DIT PLAATS. INANTE HALLUC SCHIJNLIJKE HOOGTE , MAAR OOK VANOP EEN

BIZAR  DE AUSTRALIËRS BRETT STANFORD, DEREK HERRON EN SCOTT GAUNSO

Le

De drie bendeleden noemen zichzelf How Ridiculous of Hoe belachelijk. Met hun indrukwekkende basketbalshots komen ze in het Guinness Book of Records. Ze reizen de wereld rond om de bal vanop een grote afstand in de ring te werpen. Maar afstand is niet het enige criterium; ze gaan ook op zoek naar unieke plaatsen. De bende How Ridiculous wil met fantastische afstandsworpen op bijzondere plaatsen in het Guinness Book of Records komen.

De kerels voeren hun avontuurlijke en sportieve stunts uit voor hun plezier. Maar er is meer: hun prestaties worden gefilmd en op

170

DEEL 2

YouTube gezet. Daarmee willen ze een goed doel steunen. Zo maken ze van hun passie een deugd en helpen ze kinderen in armoede.

Derek scoorde na slechts drie pogingen. Hij wierp de basketbal vanop de dam 180 meter lager in het mandje.

De vorige records stonden al een aantal keren op hun naam. In 2011 haalden ze de titel binnen vanop een hoogte van 66,89 meter en die stelden ze zelf meteen twee keer scherper. Tot de Amerikaanse YouTubers van Dude Perfect het record in 2017 claimden vanop maar liefst 162,458 meter. De jongens van How Ridiculous wilden het record terug. Derek en zijn vrienden reisden naar de Mouvoisin Dam in Zwitserland voor een nieuwe recordpoging.

De drie wilden hun grenzen wederom verleggen, zowel letterlijk als figuurlijk. Recent trokken ze naar een continent dat ze nog niet eerder bezochten: Afrika. Ze kozen ook een nieuw soort locatie, één met meer uitdaging. Het werd een waterval: de Maletsunyanewaterval in Lesotho. Die is wel 200 meter hoog. Met een driepunter scoorde Derek een nieuwe plaats in het Guinness Book of Records.

‘Het was echt een ongelofelijk moment’, vertelt Herron. ‘Ik zag het netje van de basketbalring bewegen, maar kon niet geloven dat het écht gelukt was. Pas toen ik merkte dat Scott door het dolle heen was, drong het tot mij door.’


a Lees de tekst oriënterend. – Wat is het onderwerp van de tekst? – Wat wil de auteur met deze tekst bereiken? De auteur wil de lezer …

Het team bestaat uit vier personen.

3

Eerder stond er een record van 162,45 meter op hun naam.

pl

2

aa

r

– Voorspel of deze beweringen waar zijn of niet. Opgelet, na het oriënterend lezen ken je niet alle antwoorden. waar niet waar Ik kan dit (nog) niet weten. 1 Het nieuwe wereldrecord voor de hoogste basketbalworp staat op 200 meter.

4 Voor het vorige wereldrecord reisden de heren naar Afrika.

• alinea 2

es ex e

• alinea 3

m

b Lees de tekst globaal. – Komt het onderwerp van de tekst overeen met je voorspelling na het oriënterend lezen? O ja  O nee – Lees de eerste en de laatste zin van elke alinea uit het midden. Noteer telkens de twee eerste woorden van de kernzin.

• alinea 4 • alinea 5

– Wat doet de schrijver in de inleiding? Kies uit: ◯◯ Hij geeft zijn mening over het onderwerp. ◯◯ Hij vertelt waarover de tekst gaat. ◯◯ Hij maakt de lezer nieuwsgierig, zodat hij de tekst leest. ◯◯ Hij geeft de belangrijkste informatie uit de tekst.

c Lees de tekst volledig. – Hoe vaak braken ze het wereldrecord basketbalwerpen van op de grootste hoogte volgens de tekst?

Le

– Wat bedoelt de schrijver met: Ze willen hun grenzen verleggen, zowel letterlijk als figuurlijk?

– Wie gooide de bal bij de recordpogingen? Geef de volledige naam.

Ik kan een tekst globaal lezen.

les 13

Test jezelf!

171


3 Lees een fragment uit De mooiste vakantiebestemmingen.

De mooiste vakantiebestemmingen

– Wat is een trullo?

m

a Zoek de antwoorden in de tekst.

pl

aa

Door het mediterrane klimaat is Puglia het hele jaar door de geschikte vakantieplek! Misschien droom je wel van een exclusieve accommodatie in een historisch gebouw. Dat kan en er is zelfs keuze! Ben je helemaal gefascineerd door de Zuid-Italiaanse sfeer? Dan geniet je volop van de

boerenforten vind je terug in heel Zuid-Italië. Masseria’s fungeerden lange tijd als boerderij en boden onderdak aan werklieden. Om de masseria’s te beschermen tegen vijanden, werden er hoge muren om de panden heen gebouwd, die vandaag de dag bij de meeste boerenforten nog steeds overeind staan. De versterkte muren beschermen uitstekend tegen de verzengende zon en de boerderijen zijn dan ook exclusieve logeeradressen.

– Wat is het verschil tussen trullo en trulli?

es ex e

– Wat is een masseria?

b Wat betekent …

– kegelvormig?

– het boerenfort?

c Verklaar de gekleurde woorden. Gebruik je (online)woordenboek. – het mediterrane klimaat

– de exclusieve accommodatie – het historische gebouw

– Ben je gefascineerd door Zuid-Italië?

Le

– Masseria’s fungeren als boerderij.

d Vervang de gekleurde woorden door een passend synoniem. Zoek online. – de exclusieve accommodatie – de authentieke sfeer – het typische witte bouwwerk – de gerestaureerde trulli – Er werden hoge muren om de panden gebouwd. – de verzengende zon

172

DEEL 2

r

authentieke sfeer door te logeren in een trullo: het typische witte bouwwerk dat teruggaat naar de vijftiende eeuw en opvalt door zijn kegelvormig dak. Vooral Alberobello is bekend om zijn gerestaureerde trulli. Ook in de andere dorpjes werden de gebouwen opgeknapt en kun je in zo’n sprookjesachtig huisje logeren. Maar voor wie aan zee wil zitten is een masseria waarschijnlijk een beter idee. Deze oude


Ik kan woorden opzoeken in een (online)woordenboek.

les 11

Ik kan synoniemen gebruiken om een tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.

les 14

Ik kan de betekenis van woorden in een tekst achterhalen.

les 17

r

4 Rangschik alfabetisch.

aa

basketbal – volleybal – voetbal – handbal – tennisbal – rugbybal – pingpongbal – golfbal – honkbal – biljartbal – bowlingbal – kaatsbal

les 11

pl

Ik kan woorden alfabetisch rangschikken.

m

5 Lees de tekst De gekste waterglijbanen. Noteer in elke kolom twee voorbeelden. Zoek in de inleiding en de tweede alinea van de tekst.

TOP 3

De gekste

es ex e

waterglijbanen

Le

Droomde je wel eens over een glijbaan die uitdagender of spannender is dan het schuifafje in jullie plaatselijke zwembad? Achter deze drie roetsjbanen zit alvast een creatief brein.

2

DUIZELINGWEKKEND

In de Tantrum Alley in Dubai glijd je met z’n vieren op een grote, rubberen band naar beneden. Door de trechter­ vormige draaitollen in de baan tol je als in een tornado.

TORENHOOG

De Insano in Brazilië is met 41 meter de hoogste waterglijbaan ter wereld. Doordat de glijbaan supersteil is roetsj je met ruim 100 kilometer per uur naar beneden.

3

1

ANGSTAANJAGEND

Bij de Leap of Faith op de Bahama’s zal je geen kick krijgen van de snelheid of van het eindeloze rondtollen. Wel van je gezelschap onder water ... Eerst glijd je vanaf een Mayatempel naar beneden. Daarna zoef je onder water door een glazen tunnel. En wie zwemt er om je heen? Juist ja … haaien en het zijn geen kleine exemplaartjes …

Test jezelf!

173


Zelfstandige naamwoorden soortnamen eigennamen in het enkelvoud in het meervoud

de overtreffende trap

les 16

pl

Ik kan lidwoorden, bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden herkennen.

r

Trappen van vergelijking de vergrotende trap

aa

de stellende trap

verkleinwoord

m

6 Maak de tekst aantrekkelijker. Vervang de gekleurde woorden(groep) door verwijswoorden. Als er een * staat, vervang je de woorden(groep) door synoniemen. Indien nodig raadpleeg je een (online)woordenboek. In 1917 overleed Mata Hari. 1 Mata Hari werd gefusilleerd door de Fransen. 2 De Fransen verdachten 3 Mata Hari van spionage. In die tijd bevochten Frankrijk en Duitsland elkaar tijdens de Eerste Wereldoorlog.

es ex e

Heel wat Franse en Duitse officieren waren verliefd op Mata Hari. 4 De Franse en Duitse officieren vonden 5 Mata Hari een beeldschone vrouw. 6* Mata Hari had heel wat liefdesaffaires met 7 de Franse en Duitse officieren. De Franse inlichtingendiensten wilden Mata Hari arresteren. 8 Mata Hari werd door 9 de Franse inlichtings­diensten verdacht. Mata Hari zou de Franse militairen geheimen ontfutselen. 10 De militaire geheimen speelde 11* Mata Hari door aan 12* de Duitsers. De Franse regering beschuldigde 13 Mata Hari van verraad. 14 De Franse regering veroordeelde Mata Hari tot de doodstraf. De soldaten van de Franse regering brachten haar voor het vuurpeloton. 15* Mata Hari weigerde een blinddoek te dragen en keek 16 de soldaten van de Franse regering glimlachend aan, gekleed in haar mooiste outfit. Sommige historici zijn van mening dat Mata Hari allerminst een spionne was. Volgens 17 deze historici was Mata Hari een gewone vrouw die verliefd werd op de verkeerde mannen. 18 De historici vonden in elk geval geen bewijs van 19 Mata Hari’s schuld. Dit verhaal is wereldberoemd. 20 Dit verhaal werd dan ook talloze keren verfilmd. 21 Op die manier wordt de herinnering aan deze mysterieuze, mooie spionne levend gehouden.

De mooiste spionne

8

15

2

9

16

3

10

17

4

11

18

5

12

19

6

13

20

7

14

21

Le

1

Ik kan een (online)woordenboek gebruiken.

Ik kan synoniemen gebruiken om een tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken. Ik kan verwijswoorden gebruiken om een tekst aantrekkelijker te maken.

174

DEEL 2

les 11 les 14   Test jezelf! les 11


Test jezelf!

a Oriënteer je op het kijkfragment. – Wat zie je?

m

– Welk programma is het?

pl

OV UR

aa

r

1 Bekijk het beginscherm van het filmpje.

– Waarom zou de zender dit filmpje maken? – Wie is het doelpubliek?

b Bereid je voor op de kijkopdracht. – Wat moet je straks met de informatie uit het fragment doen? Kijk hiervoor naar de volgende opdrachten.

es ex e

OV UR

– Wat zou je in het fragment te weten willen komen? Noteer twee vragen.

c Bekijk het fragment.

d Dit zijn de antwoorden. Noteer de vragen erboven. –

Het gaat alle kanten op en wordt weerkaatst.

Le

OV UR

Ze staat helemaal los van het gebouw om elk geluid en elke trilling buiten te houden.

Die is helemaal bekleed met kussens.

Ze absorberen het geluid. – Ze zijn wel een meter dik en hebben een speciale vorm.

Test jezelf!

175


– In de galmkamer wordt het geluid maximaal weerkaatst. – Er worden allerlei geluidstesten gedaan. – Je meet daar alleen het geluid omdat er geen nagalm is.

r

pl

e Waaraan merk je dat dit geen Vlaamse reportage is?

aa

29 decibel verschil

les 12

m

Ik kan een tekst of onderwerp verkennen met topische vragen. 2 Lees de tekst Grootste bloem.

es ex e

RAFFLESIA ARNOLDII

GROOTSTE BLOEM

Rafflesia arnoldii is een zeldzame plant die bekend staat om haar bloem. Niet alleen heeft deze plant de grootste bloem op aarde, het is ook één van de meest bizarre en onbegrepen organismen op de wereld.

De Rafflesia arnoldii of aasbloem is bijzonder. Ze is voornamelijk bekend omwille van haar immense bloem. Deze bereikt een diameter van bijna één meter en een gewicht tot elf kg. Deze bizarre bloem heeft buiten haar opvallende afmetingen ook een opvallende geur. Ze ruikt namelijk naar rottend vlees. Hiermee lokt ze aasvliegen die zorgen voor de bestuiving. Ze dankt dan ook haar naam (aasbloem) aan de insecten die ze lokt.

Le

De Rafflesia arnoldii heeft geen zichtbare bladeren, wortels of zelfs stengels. Hij groeit zoals een schimmel met draadachtige strengen. De plant leeft als een parasiet en onttrekt zijn voedsel van de lianen waarop hij leeft. De bestuiving is niet vanzelfsprekend door verschillende oorzaken. De bloemen zijn eenslachtig: dit is op zich al zeldzaam voor een bloem. De meeste bloemen zijn tweeslachtig. Bovendien groeien er in één gebied meestal alleen mannelijke of vrouwelijke bloemen. Voor de bestuiving moeten mannelijke bloemen zich dus in de nabijheid van vrouwelijke bloemen bevinden. Tevens moeten de bloemen van beide geslachten tegelijkertijd in bloei staan, zodat de vliegen hun werk kunnen doen. De grootste bloem wordt stilaan ook de zeldzaamste bloem. De kans op bestuiving neemt meer en meer af. De bloeiende bloemen zijn immers moeilijk te vinden. De bloemknop doet er tien maanden over om zich te ontwikkelen. De periode dat de bloem werkelijk bloeit, duurt slechts een week. Daarbij komt de aasbloem alleen voor in de regenwouden van Borneo, Sumatra, de Filipijnen en Maleisië. En deze wouden verdwijnen in een hoog tempo.

!"#'+,-./04a:<=>?ABDEFGLPSTZ]_bdkoptxz~æ 176

DEEL 2


a Lees de tekst oriënterend. – Wat is het onderwerp van de tekst? – Wat wil de auteur met deze tekst bereiken? De auteur wil de lezer …

2

Omwille van verschillende oorzaken is de bestuiving van de bloem niet vanzelfsprekend.

3

De Rafflesia arnoldii is de zeldzaamste bloem op aarde.

aa

De aasbloem dankt haar naam aan de insecten die ze lokt.

pl

1

r

– Voorspel of deze beweringen waar zijn of niet. Opgelet, na het oriënterend lezen ken je niet alle antwoorden. waar niet waar Ik kan dit (nog) niet weten.

4 De bloem onttrekt haar voedsel aan de plant waarop zij leeft. De bloem is ofwel van het mannelijke ofwel van het vrouwelijke geslacht.

m

5

b Lees de tekst globaal. – Komt het onderwerp van de tekst overeen met je voorspelling na het oriënterend lezen? O ja  O nee

es ex e

– Noteer van elke alinea telkens de eerste twee woorden van de kernzin. • alinea 2 • alinea 3

• alinea 4 • alinea 5

– Wat doet de schrijver in de inleiding? Kies uit: ◯◯ Hij geeft zijn mening over het onderwerp. ◯◯ Hij vertelt waarover de tekst gaat. ◯◯ Hij maakt de lezer nieuwsgierig, zodat hij de tekst leest. ◯◯ Hij geeft de belangrijkste informatie uit de tekst.

Le

c Lees de tekst volledig. – Neem de uitspraken uit de vorige opdracht opnieuw door en kruis de antwoorden aan. 1

De aasbloem dankt haar naam aan de insecten die ze lokt.

2

Omwille van verschillende oorzaken is de bestuiving van de bloem niet vanzelfsprekend.

3

De Rafflesia arnoldii is de zeldzaamste bloem op aarde.

waar

niet waar

4 De bloem onttrekt haar voedsel aan de plant waarop zij leeft. 5

De bloem is ofwel van het mannelijke ofwel van het vrouwelijke geslacht.

Test jezelf!

177


– Geef vier redenen waarom de bestuiving van de bloem niet vanzelfsprekend is.

r

– Wat zou de mensheid kunnen doen om de aasbloem minder zeldzaam te maken?

les 13

WETENSCHAP

m

3 Lees de tekst Eerste insect met naam van BV.

pl

Ik kan een tekst globaal lezen.

aa

– Waar haalt de aasbloem haar voedsel?

Eerste insect met naam van BV

es ex e

Belgische biologen noemden een insect naar televisiemaker en wetenschapper Lieven Scheire. De Lobofemora scheirei is het eerste insect dat de naam kreeg van een bekende Vlaming. Ratelend mannetje Entomologen Jérôme Constant en Joachim Bresseel ontdekten het insect in het zuiden van Vietnam. Het is een nieuwe soort wandelende tak die relatief klein is: 6 à 8 centimeter. Hij heeft korte, gekromde vleugels. Door ze razendsnel tegen elkaar te wrijven, produceert hij een ratelend geluid. Dit doet hij vermoedelijk om roofdieren af te schrikken. Het is de eerste keer dat dit gedrag bij deze familie van wandelende takken wordt waargenomen.

Le

Huwelijkscadeau Ze noemden de wandelende tak Lobofemora scheirei. Het is een eerbetoon aan Lieven omdat hij zich al jaren inspant om wetenschap bij een breed publiek te brengen. Hij kreeg het als huwelijkscadeau van zijn kompanen van het programma Neveneffecten. Ze overhandigden hem een certificaat. Dit was het bewijs dat een insect zijn naam droeg. ‘Eigenlijk wilden ze een luis of een lijster naar mij noemen. Ik was namelijk niet altijd de dapperste bij de opnames van Basta. De jongens fantaseerden dus over “schijtluis” of “schijtlijster” Scheire. Intussen wonen er al twee mooie Scheire-takjes in een terrarium op mijn bureau’, vertelt Scheire trots.

178

DEEL 2

Andere voorbeelden Scheire komt nu voor in het rijtje van bekende personen wiens naam nog lang in biologieboeken zal voortleven. Hij volgt hiermee het voorbeeld van een Amerikaanse president: Barack Obama. Die liet onder andere een spin, een vis en een uitgestorven reptiel zijn naam dragen. Nelson Mandela, een Zuid-Afikaanse anti-apartheidsstrijder en president, gaf zijn naam aan een vogel. Ook David Attenborough, een Britse bioloog, leende zijn naam aan een sprinkhaan. Muzikant-componist Frank Zappa leeft verder als slak en zangeres Shakira als wesp. Tot slot is er een kikker die James Camerons naam draagt. Deze man is een Canadese filmregisseur, filmproducent, televisieproducent, scenarioschrijver, editor en documentairemaker.


a Zoek in de tekst een synoniem voor … – voortbrengen, maken – opmerken – zijn best doen, zich inzetten – op een formele manier geven

r

– een naam geven

aa

b Welke informatie verklappen de woordbouw en de tekst over de betekenis van deze woorden? – entomoloog

es ex e

– het eerbetoon

m

pl

– het certificaat

– het terrarium

c Verklaar de woorden. Gebruik je (online)woordenboek. – de bioloog

– de kompaan – relatief

– vermoedelijk

Le

– de editor

– de filmproducent – de componist

Ik kan woorden opzoeken in een (online)woordenboek.

les 11

Ik kan synoniemen gebruiken om een tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.

les 14

Ik kan de betekenis van woorden in een tekst achterhalen.

les 17 Test jezelf!

179


4 Rangschik alfabetisch. a wandelende tak – spin – vis – reptiel – vogel – sprinkhaan – slak – wesp – kikker

aa

r

b wetenschapper – president – anti–apartheidsstrijder – bioloog – componist – muzikant – zangeres – filmregisseur – filmproducent – televisieproducent – scenarioschrijver – editor – documentairemaker

Ik kan woorden alfabetisch rangschikken.

les 11

TOP 3

m

De raarste

pl

5 Lees de tekst De raarste restaurants. Noteer in elke kolom twee voorbeelden. Zoek in de inleiding en de tweede alinea van de tekst.

restaurants

In het pretpark Alton Towers in Groot-Brittannië kun je eten in een achtbaanrestaurant. Niet jij, maar je maaltijd maakt de gekste loopings en raast door scherpe bochten. Via een speciale achtbaan komt je dienblad voor je terecht.

es ex e

Verveel jij je ook wel eens als je met je ouders uit eten gaat? Heb je al eens gefantaseerd over een leukere of spannendere plek om je maaltijd te verorberen? Achter deze restaurants zit alvast een creatief brein.

Achtbaanrestaurant

1

2

Onderwaterrestaurant

Le

Hou je van snorkelen en de pracht van de onderwaterwereld? In het Ithaa Undersea Restaurant op de Malediven dineer je op vijf meter onder water. Het dak en de muren vormen een glazen bol waardoor je een geweldig uitzicht hebt op kleurrijke vissen en het adembenemende koraalrif.

in het enkelvoud

180

DEEL 2

IJsrestaurant

3

Zelfstandige naamwoorden soortnamen in het meervoud

In het ijsrestaurant Snowvillage in Lapland vind je geen lederen stoelen of houten tafels: alles is er van ijs gemaakt, zelfs de glazen … Trek wel je dikste trui en je warmste laarsjes aan voor je vertrekt!

eigennamen


de stellende trap

Trappen van vergelijking de vergrotende trap

de overtreffende trap

Ik kan lidwoorden, bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden herkennen.

aa

r

les 16

6 Maak de tekst aantrekkelijker. Vervang de onderstreepte woorden(groep) door verwijswoorden. Als er een * staat vervang je de woorden(groep) door synoniemen. Indien nodig raadpleeg je een (online)woordenboek.

Junko Tabei

es ex e

Eerste vrouw op Mount Everest

m

pl

(1939-2016) staat bekend als de eerste vrouw die de Mount Everest beklom. 1 Junko werd geboren in Japan op 22 september 1939. 2 In Japan studeerde 3* Junko Engelse literatuur en tijdens 4 Junko’s studietijd werd ze lid van de lokale bergbeklimmingsclub. 5 In haar studietijd beklom Junko Mount Fuji en de Zwitserse Matter Horn, twee beruchte toppen. Toen vonden de media het tijd voor een stunt. Als vertegenwoordiger van 6 de media daagde de YoMiuri krant 7 Junko uit. 8* Junko moest met een geheel vrouwelijk team naar Nepal, om de Mount Everest te beklimmen. Na een lange training stonden 9 Junko en de teamleden in 1975 aan de voet van de Mount Everest. 10 Aan de voet van de Mount Everest werd 11 (van Junko en het team) kamp gebouwd. 12 Het kamp werd echter getroffen door een lawine. 13 De lawine begroef 14 Junko en haar teamleden onder een enorm pak sneeuw. Gelukkig waren er de sherpa’s. 15 De sherpa’s konden 16* Junko en haar teamleden op het nippertje redden. Slechts twaalf dagen later stond Junko als eerste vrouw aan de top van de Mount Everest. 7

13

2

8

14

3

9

15

4

10

16

5

11

6

12

Le

1

Ik kan een (online)woordenboek gebruiken.

les 11

Ik kan synoniemen gebruiken om een tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.

les 14

Ik kan verwijswoorden gebruiken om een tekst aantrekkelijker te maken.

les 11

Test jezelf!

181


Genietend lezen

1 Bekijk de cover en lees de flaptekst.

aa

r

Sam komt aarzelend de zaal binnen geschuifeld. Het is behoorlijk druk en de kans dat ze me zal opmerken is kleiner dan het bestaan van een hittegolf op de Mount Everest. But shit happens, vooral to me! Sam komt mijn richting uit. Ik doe alsof ik haar niet zie en fixeer mijn blik op een kruimel op de tafel. Het lijkt alsof ik twee paar ogen heb: een paar dat vastgepind is op die kruimel, en een ander paar dat de bolletjesjurk volgt. En die is nu vervaarlijk dichtbij. Kon ik maar toveren! Sam blijft staan.

pl

Mika is geïntrigeerd door zijn nieuwe klasgenote. Sam is anders dan de anderen en dat ligt heus niet alleen aan de uiteenlopende looks die ze zichzelf aanmeet. Mika probeert te achterhalen wie Sam precies is. Het wordt een zoektocht die hem erg op de proef zal stellen.

m

a Welke themacombinatie past het best bij dit boek? jaloers zijn – school pesten – verdriet liefde – vriendschap sciencefiction – oorlog b Over welke personages gaat het boek? Wat weet je nu al over hen? c Is Mika een jongen of een meisje? Waarom denk je dat? d Zou jij dit soort boek kopen in de boekhandel? Waarom (niet)? 2 Lees het fragment op de volgende bladzijden.

es ex e

a Wie zijn de belangrijkste personages? Wat weet je over hen? b Wat zal er, volgens jou, met deze personages gebeuren? Baseer je antwoorden op de informatie uit het fragment. c Tijdens de middagpauze zit de ik-persoon samen met Sam aan de tafel. De ik-persoon voelt dat hij bloedrood wordt. Waarom? d Volgens de ik-persoon is Sam een meid met principes. Zoek twee voorbeelden van die principes in de tekst. e Maar ook de ik-persoon heeft principes. Zoek er twee in het fragment. f Welke principes streef jij na in je leven? Leg ook uit waarom je dat doet. g Ben jij eerder de ik-persoon of Sam tijdens de les wiskunde? Verklaar. h Welk vak vind jij moeilijker dan de Mount Everest beklimmen? Leg uit. i De ik-persoon en Sam zitten op school. Wat lijkt er op jouw school? En welke verschillen zijn er? j De ik-persoon praat tegen zichzelf in dit fragment. Wanneer praat jij tegen jezelf? Noteer wat je deze ochtend tegen jezelf zei. Laat je buur raden waarom dat in je hoofd omging.

Le

3 Je weet niet precies hoe de personages eruitzien. Zoek foto’s van personen die de ik-persoon of Sam kunnen zijn. Maak een fotocombinatie die bij het fragment zou kunnen horen. Noteer in enkele kernwoorden waarom je precies die foto’s koos.

182

DEEL 2


Le

r

aa

pl

es ex e

m

4

D

e volgende ochtend sta ik druk te praten met Joren en Bas wanneer Sam de fietsenstalling verlaat. Ze heeft een totale metamorfose ondergaan. Ze draagt skinny jeans, een hippe jekker, moderne laarsjes. Ze heeft haar Harry Potterbril geruild voor een modern exemplaar en haar haar zit helemaal anders. Hoe heeft ze dat klaargespeeld? Heeft ze dan toch magische krachten? Ik ben bijna ontgoocheld dat ik haar vanochtend niet ben tegengekomen! In de klas ruik ik dat ze veel minder rozenparfum verkwist heeft, al zal ik ook vanavond langer onder de douche staan dan gewoonlijk. Voor ik het goed en wel besef, deponeert Anne-Marie Deflo, bijgenaamd De Vlo, niet alleen onze klassen- maar ook onze wiskundelerares, een toets voor onze neus. We hebben haar die bijnaam gegeven, omdat ze voortdurend nerveus heen en weer springt voor het bord of tussen de rijen banken. Dat wij daar bloednerveus van worden en dat haar gedoe niet echt bevorderlijk is voor onze concentratie, zal haar een zorg wezen. De opgaven zijn aartsmoeilijk en het koud zweet breekt me uit. Ik heb me gisterenavond wel goed voorbereid, maar de Mount Everest beklimmen lijkt me nu makkelijker. Ik lees en herlees de opgaven terwijl Sam gewoon aan de slag gaat. Uiteindelijk begin ik aarzelend aan de eerste opgave. Het lijkt alsof ik helemaal geen hersens meer heb onder mijn schedelpan, alsof ze uit mijn hoofd gewaaid zijn langs het kanaal.

Genietend lezen

183


r aa

pl

Op het schoolplein ga ik bij Joren en Bas staan. De moeilijke toets is uiteraard hét gespreksonderwerp. Ik luister niet echt naar wat ze zeggen en ze gaan zo op in hun discussie dat mijn mening niet eens wordt gevraagd. Ik volg stiekem Sam, die eerst nog doelloos over het plein slentert, maar dan blijft staan bij Marie, de grootste eenzaat van de klas en van de hele school. Tot mijn verbazing raken ze in gesprek. Vreemd genoeg lucht dat me op. Zelfs een gesprek met Marie lijkt me beter dan eenzaam en alleen op het plein rond te slenteren. ’s Middags ga ik in de eetzaal op mijn vertrouwde plekje zitten en net als de vorige dag komt Sam naar me toe. ‘Mag ik?’ Ze blijft naast de tafel staan. Ik nodig haar uit om te gaan zitten. Gentleman … Maar heeft een gentleman ook geen recht op privacy? Ik laat mijn ergernis niet zien. Er is een groot acteur aan mij verloren gegaan. Sam kijkt me verbaasd aan als ze merkt dat mijn broodjes niet in zilverfolie zitten, maar in een broodtrommeltje. Ik voel dat ik bloedrood word. ‘Goed voor het milieu’, stamel ik. Sam grijnst, opent haar lunchbox en neemt een hap van een boterham met alleen maar groentjes. Die zaten er giste-

es ex e

m

Al snel kan ik het niet laten om, als De Vlo even niet kijkt, mijn ogen over Sams blad te laten dwalen. Dat werkt zeer verhelderend. Ik bid de wiskundegoden dat De Vlo niets in de gaten krijgt, en voor één keer lijken ze me gunstig gezind. Misschien krijgen ze het ook wel op hun heupen van het gedoe van De Vlo en is het hun zoete wraak om me te laten afkijken, zonder te worden betrapt. De laatste opgave van de toets lijkt wel Chinees in plaats van wiskunde. Natuurlijk heeft Sam in de gaten dat ik vals speel, maar ze laat me begaan en stoot me zelfs licht aan als ik haar oplossing fout overschrijf.

Ik laat mijn ergernis niet zien. Er is een groot acteur aan mij verloren gegaan.

Le

De schelle bel voor de ochtendpauze klinkt als hemelse muziek in de oren. De Vlo springt naar buiten, mijn klasgenoten stuiven de klas uit. Voor één keer, doe ik dat niet. Sam bergt alles traag op, ik wacht geduldig tot ze klaar is en slenter met haar naar buiten. ‘Bedankt voor … de hulp’, fluister ik. Immer gentleman, toch? Sam haalt de schouders op. ‘Een wederdienst voor die ketting’, antwoordt ze. Een grote wederdienst! ‘Ik heb jou trouwens nog niet bedankt.’ Moet dat dan?

184

DEEL 2


r aa

pl

ze met een hoofdgebaar naar het flesje water, dat nog altijd onaangeroerd op de tafel staat. ‘Wat wil je, na die toets’, zeg ik. ‘Dat is niet de reden’, reageert Sam. Ik kijk haar vragend aan, maar er komt geen antwoord deze keer. Ze legt haar brilletje op tafel, sluit de ogen en begint ze te masseren. ‘Je hebt heel …’ Ik ga mezelf compleet belachelijk maken! ‘… opmerkelijke ogen’, hoor ik mezelf zeggen. ‘Dat zal wel’, schuddebolt Sam. ‘Ze doen me denken aan een blauwe oceaan met frisgroene eilanden.’ Dat is erover! ‘Nog een foutje van de natuur’, zegt Sam terwijl ze haar bril weer opzet. ‘Geen fout, maar een wonder’, kraam ik uit. Sam haalt met een bittere trek om de mond haar schouders op. Ik wil iets vragen, maar ze staat op en zegt dat ze dringend naar het toilet moet. In een flits is ze verdwenen. Vreemde meid, bedenk ik. Met principes. En ik ben een idioot.  

Le

es ex e

m

ren ook tussen. Ik neem een flinke hap van mijn broodje, met ham én kaas én mayonaise. Sam fronst het voorhoofd. ‘Lust jij geen ham of kaas?’ vraag ik aarzelend. ‘Lusten wel’, antwoordt Sam, ‘maar ik eet het niet, uit principe.’ Een meid met principes … Ik weet niet wat ik daarvan moet denken. Ik kijk haar vragend aan. ‘Al die arme varkens die dag en nacht in kleine hokken worden gehouden, met als enig doel ze zo snel mogelijk vet te mesten …’ ‘Er zijn ook varkens die gewoon buiten lopen’, zeg ik. ‘En al die koeien’, gaat Sam door alsof ze me niet heeft gehoord, ‘waarvoor alsmaar meer grasland nodig is en waarvoor bijgevolg alsmaar meer ongerept bos wordt gekapt en die met hun winden onmeetbare hoeveelheden methaangas de atmosfeer in sturen, dat is allemaal …’ Ik knik heftig. ‘… slecht voor het milieu’, ben ik haar voor. Sam glimlacht. Ze heeft gelijk natuurlijk, maar ik denk er niet aan om alleen nog wortelen en sla te eten. Ik kijk aarzelend naar mijn lekkere broodje. ‘Sorry hoor’, zegt Sam, die mijn aarzeling heeft gemerkt. ‘Het was niet mijn bedoeling om je je honger te ontnemen.’ ‘Ik heb niet veel trek’, lieg ik. Ik stop mijn broodje in mijn doos. ‘Ik ook niet’, zegt Sam, die hetzelfde doet met haar boterham. ‘Ik voel me te moe om te eten of te drinken’, wijst

Genietend lezen

185


Genietend lezen

1 Bekijk de cover en lees de flaptekst.

aa

r

I944. Oostburg, Zeeuws-Vlaanderen. Het dorp waar Sooys woont, wordt gebombardeerd. Zonder huis, zonder ouders en zonder wegwijzers moet hij met zijn zusje en broertjes op zoek naar veiligheid – dwars door oorlogsbied. Bruggen zijn opgeblazen, er liggen mijnenvelden, hele gebieden zijn onder water gelopen … En ondertussen heeft hij ook nog een geheime boodschap bij zich.

pl

Wie kun je vertrouwen in een land vol vijanden en gevaar? En hoe kan er te midden van alle geweld en onzekerheid toch iets heel moois ontstaan? Als Sooys in Marries ogen kijkt, weet hij dat het kan. In I944 lag Oostburg twee maanden onder vuur. De bommen die de bevrijders in de maanden ervoor lieten vallen om de Duitsers tot overgave te dwingen, kostten honderden burgers het leven en zorgden voor enorme verwoestingen.

m

a Welke themacombinatie past het best bij dit boek? vriendschap – magie   avontuur – griezel   liefde – familie   vriendschap – oorlog b Over welke personages gaat het boek? Wat weet je nu al over hen? c Zou jij dit soort boek kopen in de boekhandel? Waarom (niet)? 2 Lees het begin van het boek op de volgende bladzijden.

es ex e

a Wat gebeurt er in dit fragment? Kan dit verhaal echt gebeurd zijn? b Wie is het hoofdpersonage? Waarom is hij en niet iemand anders het hoofpersonage? c Welke nevenpersonages duiken in het fragment op? Noteer telkens wat hun band met het hoofdpersonage is. Hoofdpersonage en nevenpersonage

39

Een hoofdpersonage is een belangrijk figuur in het verhaal. De lezer komt veel over hem te weten. Een verhaal draait rond een of meer hoofdpersonages. Een nevenpersonage is vaak de helper of tegenstander van de hoofdpersoon. Over nevenpersonages kom je als lezer minder te weten. Het verhaal draait niet rond hen.

d Noteer de namen van de personages bij deze omschrijvingen. Opgelet: je kunt meerdere namen bij een omschrijving noteren. Ik redde Kees’ en Sooys’ leven.

Sooys vond mij in zijn ouderlijk huis.

Le

Ik overleefde de bominslag op de Markt niet. Sooys is op zoek naar mij.

e Waarom waren café Stamperius en het huis in de Nieuwstraat geen goede schuilplekken? f ‘Een half café. De Twee Emmers.’ Waarom lachte Kees niet, denk je? g Het boek heet Eigen vuur. Wat betekent dit? h Tijdens Sooys’ tocht lees je informatie die je kan helpen om een bombardement te overleven. Noteer die in bevelzinnen. i Stel dat niet Sooys, maar jij het bombardement meemaakte. Hoe zou jij reageren?

3 Stel dat dit fragment verfilmd wordt en jij voor de achtergrondmuziek moet zorgen. Welke muziek zou jij dan kiezen en waarom? Verzamel muziekstukjes die bij dit fragment passen.

186

DEEL 2


r

aa

m

Hij vluchtte in het wilde weg, naar rechts, naar links, zigzaggend over de Markt, terwijl het gegil van de sirenes zijn oren verdoofde, en stofwolken zijn ogen verblindden. De bom was gevallen voordat het luchtalarm was afgegaan. ‘Het café!’ riep Kees. ‘In de kelder!’ Voor het café bleef Sooys zo plotseling stilstaan dat Kees tegen hem op botste. Duitsers, in burger en in uniform, kwamen naar buiten rennen. ‘Niet hier!’ siste Kees. In café Stamperius zat de administratie van het Duitse leger, de Schreibstube. Ze renden de Markt over naar de grote bierkelder van café De Vier Emmers. Sooys zag Sakke de trap afrennen. Het café was van zijn vader. Daar spraken zij drieën altijd met elkaar af. Maar toen Sooys achter hem aan wilde gaan, werd hij tegengehouden. ‘Weg van de Markt!’ schreeuwde iemand in zijn oor. Tegelijk werd hij bij zijn arm gegrepen en meegetrokken. Er klonk een hevige explosie aan de overkant van het plein. Blindelings volgde Sooys de man voor hem, een zijstraat in, door een steeg, over een pleintje. Het leek alsof de hemel brandde. De vliegtuigen vlogen recht boven hen en de ene inslag volgde na de andere. Ze renden door de Brouwerijstraat en sloegen toen rechtsaf, door wolken stof en gruis. De man bleef plotseling staan. ‘Hier!’ riep hij. Toen pas zag Sooys dat het meneer Dieleman was, zijn leraar Frans. Een ander café. Een luik in de vloer, een trap. Een man bij de ingang wees waar nog plaats was. Hij had een witte band om zijn arm; hij was van de vrijwillige brandweer, of een blokhoofd.

Toen ze zaten, keek Sooys opzij naar het bleke, strakke gezicht van de leraar. Dieleman kwam uit Breskens. Daar hadden de Engelsen de haven gebombardeerd, in september, en de helft van het dorp. Meneer Dielemans huis was verwoest. Zijn vrouw en twee kleine kinderen waren gedood. Wat deed hij hier in Oostburg? Hij zag dat Sooys naar hem keek en glimlachte geruststellend. Hier zitten we goed, betekende dat. En als iemand verstand had van bombardementen, was hij het. De explosies kwamen van ver, uit de richting van de Markt. Sooys werd onrustig. Hij wilde naar buiten, om Niesje te zoeken. De tweeling was veilig in Zuidzande en tante Jaan hield een oogje op moeder, maar zijn zusje kon overal zijn. Net toen hij op wilde staan, hoorde hij het dreunen van een vliegtuig boven hen. Vlakbij klonk er een ontploffing. De vloer trilde, de muren begonnen te schudden en de kelderdeur sprong open. Dikke rookwolken kwamen als golven naar binnen gerold. Het blokhoofd drukte de deur dicht. Het angst-

pl

Oostburg, oktober 1944

Le

es ex e

Eruit! Hij moest eruit! Het was niet veilig meer. zweet brak Sooys uit. Hield het dan nooit op? Hij hoorde het kletteren van omvallende muren, en het krakend versplinteren van deuren. Een lawine van stenen en puin kwam door de kelderdeur naar binnen razen. Hij kreeg een baksteen tegen zijn been. Eruit! Hij moest eruit! Het was niet veilig meer. Maar de deur werd versperd. Alleen door het gebarsten kelderraampje kwam een streepje licht. Er kwam ook een vleugje lucht binnen, een stinkend, zuur wolkje, alsof iemand sigarenrook in je gezicht blies. De mensen in de kelder zaten doodstil. Het blokhoofd trok een steen uit de deuropening en keek om zich heen. Er was geen plaats in de kelder om het puin te bergen.

»

Genietend lezen

187


pl

aa

r

Een vreselijke gedachte kwam bij hem op. Hij had zijn zusje die ochtend verteld dat hij met Sakke en Kees naar de Markt ging, naar De Vier Emmers. En als ze nu eens naar hem op zoek was gegaan, toen het luchtalarm afging? Ze kwam altijd naar hem toe als er iets was. Zijn hart bonkte. Eindelijk, eindelijk kregen ze het signaal dat alles veilig was. Sooys rende met Kees naar de Markt, ze moesten dezelfde kant op. Ze klommen over smeulende resten van kapotgegooide huizen, baanden zich een weg door rokend puin. Hij brandde zijn hand aan een gloeiend stuk metaal en strompelde verder. Opschieten! Op en rondom de Markt lagen bergen stenen, ontwortelde bomen, deuren en kozijnen. De tramrails waren losgerukt en omhooggekomen, en wezen als een ladder naar de hemel. Overal brandden kleine vuurtjes alsof de Markt bezet was door een leger kwaadaardige padvinders. De schuilkelders waren leeggelopen. Dorpelingen zochten naar overlevenden. Een huilende vrouw met een kind aan haar hand liep wankelend tegen Sooys aan en viel. Hij hielp haar haastig overeind. Tussen de brokstukken stond café Stamperius, met Schreibstube en al, fier overeind. Aan de andere kant van het plein kon hij nog net de gehalveerde gevel van De Vier Emmers zien. Het café was van boven naar beneden

Le

es ex e

m

‘Psst!’ zei Kees. ‘Geef die bezem eens aan, Sooys.’ Verwonderd deed Sooys wat Kees vroeg. Die kroop op zijn knieën achteruit en pookte met de bezem door het raampje het puin opzij. Op een wenk van Kees pakte Sooys de bakstenen aan van het blokhoofd en gaf ze door. Kees gooide ze zo ver mogelijk weg. Stuk voor stuk verwijderde hij de stenen, tot er buiten een nijdige uitroep klonk. ‘Je hebt iemand geraakt’, zei de man. ‘Nu ze weten dat we hier zitten, zullen ze wel gauw komen.’ Kees had gelijk. Ze hoorden stemmen aan de andere kant van de deur. De toegang tot de kelder werd vrijgemaakt. Met het binnenstromen van lucht kwamen ook de anderen bij uit hun verdoving. Een voor een kropen ze door de smalle opening. Wat ging het langzaam. Eindelijk was Sooys boven. De voorgevel van het café was weggeslagen, je keek recht de straat in. In de bomen hingen brokstukken van meubels, die door de luchtdruk weggeblazen waren. Hij wilde zich door de groep mensen wringen, maar het blokhoofd hield hem tegen. ‘Vaak gooien ze mijnen achter de bommen aan. Als je dan wegloopt, ben je alsnog de sigaar.’ Ongeduldig bleef hij staan. Er was niet veel over van de straat en de huizen, voor zover hij dat door het walmende puin kon zien.

188

DEEL 2


r aa

pl

soldaten. Waar was het allemaal goed voor? Daar was zijn straat. Er was niemand te zien. Hun huis stond er nog. De voordeur stond wijd open. Door het raam zag hij Sien heel stil in de kamer staan. Ze moest wel van streek zijn, bij het bombardement op Breskens was haar huisje afgebrand. Hij liep de gang in en bleef in de deuropening staan. ‘Zeg Sien …’ Zij wist vast waar zijn moeder en zusje waren. Ze keek niet op of om. Sooys liep naar haar toe, maar na een paar stappen bleef hij staan. ‘Sien?’ Ze leunde onbeweeglijk tegen het buffet. Waarom stond die balk tegen haar rug? Die hoorde aan de zoldering te hangen. Ergens vandaan kwam een hevig gekraak. Zijn oren suisden. Hij schudde Sien aan haar schouder. Ze zakte tegen het buffet aan. Er zat een bloedvlek op haar rug. Hij deinsde achteruit. Hij moest iemand halen, een dokter, de wijkzuster. Hij draaide haar naar zich toe. ‘Kom maar, Sien. Ik zal je helpen. Heb je pijn?’ Hij zag haar gezicht en begreep dat het te laat was. Pijn had ze in ieder geval niet. Ze voelde niks meer. Ze zou nooit meer iets voelen. Ze was helemaal voor niets uit het brandende Breskens gevlucht. Hij wilde haar neerleggen, maar er sloeg iets tegen zijn hoofd. Hij greep zich vast aan Siens schort en sleurde haar mee. Hij kwam op zijn buik op de grond terecht. Toen Sooys bijkwam, was het donker om hem heen. Hij kreeg zijn ogen niet open, zijn wimpers zaten

Le

es ex e

m

in tweeën gespleten. Eén helft was door de aarde verzwolgen. Kees floot tussen zijn tanden. ‘Een half café. De Twee Emmers.’ Hij lachte niet. Sooys ook niet. Hij dacht aan Sakke, die de kelder in was gevlucht en die nu ergens diep in de bomkrater lag. Meneer Dieleman had Sooys’ leven gered, en dat van zijn vriend. ‘Kom’, zei hij. De overgebleven helft van het café stortte met een donderend geraas in elkaar en verdween in de diepte, alsof de aardbodem maar een dunne vloer was. Ze wilden de Markt oversteken, maar de hitte was ondraaglijk. Ze sloegen een zijstraat in. Bij de volgende hoek keken ze uit gewoonte omhoog naar het erkertje van Kees’ huis. Soms stond zijn moeder daar naar hem uit te kijken. Ze bleven tegelijk staan. Er was geen erkertje. Op de plaats van Kees’ huis was een groot gat, waardoor je de achtergevel kon zien van een woning in de volgende straat. Kees deed zijn mond open en dicht en weer open. ‘Ik ga terug.’ Hij draaide zich om en liep weg als een robot, met stijve armen en benen. Sooys had geen tijd om hem terug te roepen. Hij rende naar huis. Daar was vast niemand, maar hij moest ergens beginnen. Sinds Niesje geen school meer had, ging ze meestal naar een vriendin. Soms hielp ze Sien, hun hulp, in de keuken, maar als er geboend moest worden, ging ze ervandoor. Moeder zou wel naar een schuilkelder zijn gegaan. In de straat waar hij doorheen liep, was ook een bom gevallen. In een boom hing iets roods dat er niet hoorde. Hij keek de andere kant op. Boven op een stukgeslagen muurtje lag een schoen met een been eraan. De rest kon hij niet zien. Hij sloeg zijn ogen neer. Voor zijn voeten lag een dode kat. Hij richtte vlug zijn hoofd op. Hij stikte bijna in de rook. Hij dacht aan het bombardement op Breskens, slechts enkele kilometers hiervandaan. De haven moest platgegooid, was de verklaring, zodat de Duitse troepen niet met de veerboot konden. Honderden doden. En na een paar uur voer de Prinses Juliana alweer op de Westerschelde, afgeladen met Duitse

Genietend lezen

189


r

met haar geregeld. Sooys tastte een voor een haar zakken af. De beurs zat onder haar rok. Hij haalde het geld eruit.

pl

aa

Het kostte hem moeite haar daar achter te laten, zo koud en wit en alleen.

Hij vouwde het laken behoedzaam om Sien heen en sleepte haar naar de straat. Er zou wel een wagen komen om de slachtoffers op te halen. Hij was even besluiteloos. Het kostte hem moeite haar daar achter te laten, zo koud en wit en alleen. Toen kwam er een nieuwe gedachte bij hem op, en hij rende in paniek weg. Tijdens het vorige bombardement was moeder gaan schuilen bij haar nicht in de Nieuwstraat, recht tegenover de manege, die vol zat met Duitsers. Sooys was woedend geworden. Daar zouden de Engelsen zeker bombarderen. Maar het was een grote kelder, zei moeder, omdat het huis aan een dijk stond. Het was er volkomen veilig, dat had de gemeente gezegd. Hijgend van angst en ademnood rende Sooys naar de Nieuwstraat.

Le

es ex e

m

vastgekleefd. Zijn achterhoofd deed pijn, maar hij kon zijn armen en benen bewegen. Hij begon te trappen, en er kwam beweging in de rommel om hem heen. Eerst duwde hij Sien van zich af. Toen schudde hij iets zwaars van zijn rug. Kalkstof drong zijn keel binnen, maar na een paar keer hoesten kreeg hij lucht. Hij wreef zijn oogleden schoon met spuug. Zijn vingers smaakten naar bloed, maar hij kon weer kijken. Hij draaide zich om en ging met moeite overeind zitten. Het was schemerig in de kamer. Er was een lading puin voor het raam terechtgekomen. Zijn ogen wenden aan de duisternis. Hij zag wat er gebeurd was. Er moest een granaat op hun dak zijn gegooid. Sien was geraakt door een balk uit het plafond, en de tweede balk was op hem gevallen. Zijn hand raakte iets ronds. Het was de oude, kapotte stoelpoot die hij zich zo goed kon herinneren. Die kwam van zolder. Hij sloeg er het laatste puin mee weg. Hij ging de trap op. Het dak was half ingestort, en door de luchtdruk waren er dakpannen weggevlogen. In de kamers was het een ravage, maar zijn moeders bed was leeg en Niesje was er ook niet. De opluchting duurde maar kort. Waar waren ze? Hij moest ze vinden voordat ze naar huis kwamen en het lichaam van Sien zagen liggen. Dat probleem moest hij eerst oplossen. Hij nam een laken mee naar beneden en legde het lichaam erop. Opeens schoot hij overeind. Sien had het huishoudgeld. Zijn vader had dat

190

DEEL 2


PROJECT 1 – Pimp je leeshoek!

Uitdaging

Le

es ex e

m

pl

aa

r

Werk met je groep een aantrekkelijke leeshoek uit. Een leeshoek bevat boeken, afbeeldingen, voorwerpen … die verschillende aspecten van een thema belichten. Stel daarna je leeshoek aan anderen voor.

Kwaliteitseisen leeshoek – Je leeshoek stelt een thema sfeervol en aantrekkelijk voor. – De getoonde materialen zijn gevarieerd: minstens vijf fictieboeken, minstens vijf nonfictiedocumenten, diverse andere voorwerpen … – In je leeshoek laat je een voorgelezen fragment en/of audio-opnames horen. Kwaliteitseisen voorstelling leeshoek – Je stelt je leeshoek aantrekkelijk voor. – De presentatie van de leeshoek gebeurt enthousiast.

PROJECT 1 – Pimp je leeshoek!

191


OV UR

1 Bespreek deze vragen over je leeshoek met je groep.

1

Wat moet je creëren? Voor wie moet je dit maken (doelpubliek)? Welk thema kies je? Aan welke criteria moet de leeshoek voldoen? Welke ervaringen kunnen jou helpen? Maakte je al eerder zoiets? Wat liep er toen goed en wat niet? f Noteer het thema en de groepsleden.

r

a b c d e

Groepsleden

aa

Thema 1 2 3

OV UR

pl

4 2 Gebruik de topische vragen om het thema te verkennen.

5

9

12

13

m

a Welke zaken komen bij je op als je aan het gekozen thema denkt? b Welke boeken, documenten, fragmenten en materialen passen erbij?

3 Neem de kwaliteitseisen grondig door. Ga op zoek naar materiaal voor je leeshoek.

es ex e

a Selecteer een aanbod met verschillende teksttypes; minstens vijf fictiefragmenten en minstens vijf non-fictieteksten. Noteer de keuzes in de tabel bij teksttypes. b Zoek voorwerpen om jullie thema aan de bezoeker duidelijk te maken. Kijk daarnaast ook uit naar tekeningen en foto’s. Noteer de resultaten in de tabel bij voorwerpen. c In een fijne leeshoek is er iets te horen. Kies muziek die bij jullie thema past. Ga ook na welke zaken je hiervoor nodig hebt. Noteer de besluiten bij geluid. d De leeshoek moet ook ingericht worden. Hoe pakken jullie dat aan? Welke spullen heb je hiervoor nodig? Schrijf de afspraken op bij aankleding.

Afsprakenblad

teksttypes

fictie jeugdboeken poëzie

Le

non-fictie boeken

tijdschriften (artikels …)

voorwerpen

geluid

afbeeldingen foto’s tekeningen passende muziek als achtergrondgeluid apparaten voor geluidsfragmenten (boxje, oortjes …) snoeren, verdeelstekker …

192

DEEL 2

Wie zorgt hiervoor? Ten laatste op

Oké? 


aankleding

een doek, een tafellaken … karton om af te schermen

4 Stel de meegebrachte zaken aan de groep voor.

r

5 In de leeshoek horen ook enkele zelfgemaakte documenten.

1

5

7

9

11

16

pl

OV UR

Vink in de tabel van opdracht 3 af wat al in orde is. Wat moet er nog gebeuren? Geeft het materiaal een duidelijk beeld van het thema? Is er voldoende materiaal? Welke zaken ontbreken? Wordt het een aantrekkelijk geheel? Wat kan er beter? Is er genoeg afwisseling? Zal je leeshoek aan de evaluatiecriteria voldoen?

aa

a b c d e f

m

a Een alfabetische lijst – Maak een alfabetische lijst met alle benodigdheden (de gekozen teksten, de geselecteerde voorwerpen, het audiovisueel materiaal …). – Noteer naast elk element uit de lijst een typerend bijvoeglijk naamwoord. – Zorg voor een passende lay-out. b Voorstelling van de leeshoek – Maak je leeshoek bekend in een korte tekst. In dit document stel je niet alleen het thema, maar ook de groepsleden voor.

es ex e

Gebruik de tegenwoordige tijd. Zorg voor een geschikte opmaak. Maak je boodschap kort, duidelijk en gepast.

6 Richt de leeshoek aantrekkelijk in met de voorwerpen, de teksten, de documenten …

Tip

9

– Werk driedimensionaal. Leg zaken plat op de tafel, kleef documenten tegen de achterwand, maar zet ook boeken, voorwerpen … rechtop. – Maak een zichtbaar onderscheid tussen fictie en non-fictie. – Test het audiovisueel materiaal.

7 Straks stel je de leeshoek aan de klasgenoten voor.

17

Tip

6

15

Le

a Maak een spiekbriefje met kernwoorden die de belangrijkste informatie over jouw leeshoek samenvatten.

b Oefen de voorstelling verschillende keren in. Let op je stemgebruik (VITA) en kies voor formele taal. De documenten, teksten en voorwerpen uit je leeshoek vormen de rode draad van je uitleg.

8 Beoordeel met de andere groepsleden het huidige resultaat. Geef feedback. a Wat is af? b Wat moet nog gebeuren? c Wat moet bijgestuurd worden? PROJECT 1 – Pimp je leeshoek!

193


9 Stel je leeshoek voor aan de andere groepen. Verzorg je stemgebruik (VITA). Luister actief naar de andere voorstellingen. OV UR

6

10 Geef feedback over de prestatie van een andere groep.

15

18

thema leeshoek

r

groepsleden

b Leg uit wat er volgens jou minder goed loopt.

pl

c Geef een concrete tip om dit punt te verbeteren.

aa

a Vertel wat er volgens jou heel goed uitgewerkt is. Gebruik de ik-vorm.

d Sluit af met een positief punt en een aanmoediging.

es ex e

m

11 Ook jij kreeg feedback. Noteer twee complimenten en een aandachtpunt.

12 Beoordeel jouw prestatie in het blauw. Eventuele feedback van je leerkracht noteer je in het rood. a b c d e f g

Het thema van onze leeshoek is duidelijk. Onze leeshoek is aantrekkelijk. De gekozen materialen verduidelijken het thema. De gekozen audiofragmenten passen bij het thema. De mondelinge voorstelling van de hoek boeit het publiek. De hoek werd enthousiast voorgesteld. De documenten zijn correct opgesteld.

13 Duid aan hoe je groep functioneerde.

Le

In onze groep …

– werd goed afgesproken wie wat zou meebrengen. – bracht iedereen het afgesproken materiaal tijdig mee. – had iedereen voldoende inbreng. – werd er naar iedereen geluisterd. – gaf iedereen opbouwende feedback aan anderen. –

194

DEEL 2

1  1  1  1  1  1  1

2  2  2  2  2  2  2

3  3  3  3  3  3  3

4 4 4 4 4 4 4

18

18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.