8
Eindletters
Doelstellingen • De leerlingen kunnen woorden schrijven die eindigen op d, t, b of p. Leerlijn Leerjaar 2: woorden die eindigen op d, t, b, p Leerjaar 3: woorden die eindigen op d, t, b, p (herhaling) Leerjaar 3: samenstellingen waarvan een woorddeel eindigt op d, t, b, p Leerjaar 4: samenstellingen waarvan een woorddeel eindigt op d, t, b, p en de term samenstelling en eindletter gebruiken Strategie REGELSTRATEGIE
Media • Audio-cd track 9 • Spelkaarten les 8 • Doosje woordkaarten les 8 • Iedereen spelt online: leerkracht – Toets les 8 – Correctiesleutel toets les 8 – Zorgtoets les 8 – Correctiesleutel zorgtoets les 8 – Bloon-taak les 8 • Iedereen spelt online: leerling
83
1
9
Stap 1: contextualiseren en woorden leren Bekijk de prent met de leerlingen. – Wat doet de jongen met de hoed? (Hij houdt een doos vast met een kat erin.) – Waar speelt het zich af? (op een markt of in een winkel) – Heb je zelf een huisdier? Welk? Lees nadien het gedicht of laat het gedicht lezen of beluisteren. Ga kort in op de inhoud. Controleer of de leerlingen het gedicht begrepen hebben. – Waarom worden de poesjes verkocht? (De jongen mag de poesjes niet houden van zijn moeder.) – Heeft jouw huisdier al eens kleintjes gekregen? Zo ja, wat heb je er dan mee gedaan?
8
Mijn poes kreeg vijf poesjes, nu te koop in een doos op de markt in de stad. Het doet me wat. Nog kwaad op mijn moeder, omdat ik ze niet mag houden en bang of ik een vreemd persoon wel genoeg kan vertrouwen. Zal hij vandaag, morgen, altijd goed voor mijn poesjes zorgen? Het afscheid weegt zwaar. Bij elk poesje dat de doos verlaten mag, raakt mijn hart van slag. De verkoop loopt vlot, maar wat heb ik een spijt: nu ben ik al die snoesjes kwijt!
Zie Taalsteun.
Stap 2: auditief analyseren en visueel discrimineren Lees hardop het woord markt. – Wat is de laatste letter van markt? (t) Lees nadien hardop het woord paard. – Wat is de laatste letter van paard? (d) Luister samen naar de laatste letter. – Welke klank hoor je? (t-klank) Vergelijk dan met de schrijfwijze. De probleemstelling wordt duidelijk: moet je d of t schrijven? Geef aan dat je met hen op zoek gaat naar een trucje om steeds de juiste eindletter te schrijven. Doe dit ook voor b en p. Gebruik hiervoor de woorden web en stap. Sterkere leerlingen zullen zelf de analogie zien tussen beide spellingproblemen. Stap 3: rubriceren Rubriceer de woorden volgens hun eindletter d of t. Laat de leerlingen de woorden hardop verlengen, zodat ze de eindletter horen. Soms moet je de woorddelen verlengen: tijden, scheiden. Ook het woord kwijt kan verlengd worden: kwijte. De leerlingen kennen het woord kwijte wellicht niet, daarom is het deels ook een onthoudwoord. Zet ook mondeling woorden op b of p vast. Deze woorden zijn geschikt: – p: schip, knijp, snoep, strip … – b: web, krab, rib, schub … Stap 4: concluderen Lees het onthoudkader. Vul aan met woorden op – p: schip, knijp, snoep, strip … – b: web, krab, rib, schub …
84
Les 8 – Eindletters
Eindletters
1
Schrijf de woorden onder de juiste doos.
d
44
t
stad
markt
kwaad
raakt
vreemd
vlot
altijd
spijt
afscheid
kwijt
d of t op het einde van een woord? b of p op het einde van een woord?
Verlengde instructie Bied extra woorden aan. Gebruik eerst de techniek van hardop denken en vertel welke denkstappen je zet om woorden in de juiste kolom te plaatsen. Bied vervolgens nog andere woorden aan en laat de leerlingen uitleggen waarom ze in een bepaalde kolom thuishoren. Deze woorden zijn geschikt: – t: feest, hart, erwt, olifant … – d: hond, bloed, brood, eend … – p: schop, knip, soep, stip … – b: web, krab, rib, schub …
R Je maakt het woord langer.
Taalsteun • bang ≈ angstig: Een krakend geluid maakt hem bang. • vertrouwen: Janne vertrouwt haar mama het meest. • verlaten ≈ achterlaten: Achira verlaat haar vrienden. • raakt van slag < van slag raken: Na het ongeval raakte ik van slag. • de snoesjes ≈ de schatjes: De leerlingen zijn lief, het zijn snoesjes.
2
2
Zoek de woorden.
Laat de leerlingen eerst een streep zetten tussen de woorden. Zo kunnen ze de woorden nadien makkelijker kopiĂŤren. Zie Redicodis-tip.
p
b l o n d v r e em d m a r k t d u i z e n d s l u i
3
4
blond
markt
vreemd
duizend
sluip
3
Kleur de laatste letter van het woord en schrijf het op. spij...
d
t
spijt
altij...
d
t
altijd
he...
b
p
heb
beroe...
b
p
beroep
gebe...
d
t
gebed
lam...
b
p
lamp
Pas de verlengingsregel hardop toe en laat de leerlingen de verlengde vorm van het woord eventueel opschrijven. spijt R spijtig, spijten heb R hebben gebed R gebeden altijd R tijden beroep R beroepen lamp R lampen
Maak de woorden.
w
b
s
p ee
e het
web
i
t
het
feest
f
sch het
schip
45 REDICODIS-tip Demonstreer de spellingstrategie nogmaals door de woorden hardop denkend te verlengen. Ga goed na of de leerlingen het verschil horen tussen d en t wanneer ze woorden verlengen. Vooral woorden op nd en nt kunnen problemen veroorzaken bij zwakke spellers.
85
5
5
Speel het spel.
CoĂśperatief leren: zoekplaat De leerlingen werken per twee. Leerling A krijgt een groene spelkaart, leerling B krijgt een bruine spelkaart.
bootje
Leerling A dicteert een woord. Leerling B schrijft het woord op de juiste plaats. Leerling A controleert de spelling. Als het woord fout is, kopieert leerling B het woord eerst correct bovenaan de bladzijde. Hiervoor mag hij de spelkaart van leerling A gebruiken.
nest
Vervolgens wisselen de rollen om en dicteert leerling B een woord aan leerling A. De leerlingen proberen zoveel mogelijk woorden correct te schrijven.
web taart eendje
Differentiatie Als de leerlingen snel klaar zijn, wisselen ze van kaartje en spelen ze het spel verder.
zwaard
sport
plant
snoep bolhoed knoop
paadje
hondje
kwaad
potlood krant
grasveld
broodjes armband
bordje
46 armband krant zwaard broodjes knoop hondje web bootje plant grasveld 8
Eindletters
Spelkaarten les 8
527553_9241_Spel_3.indd 361
86
Les 8 â&#x20AC;&#x201C; Eindletters
bolhoed potlood bordje taart eendje nest paadje sport snoep kwaad 8
Eindletters
3/10/17 527553_9241_Spel_3.indd 14:19 391
3/10/17 14:19
6
6
Schrijf de woorden op.
1
stad
3
sloop
5
agent
2
vreemd
4
tweehonderd
6
kwijt
7
8
Lees het kerndictee of laat het beluisteren. De leerlingen schrijven enkel het vetgedrukte woord op.
Vul het woord aan. Het is k... buiten! Hoeveel graden is het?
koud
Je m... je huiswerk maken, anders wordt de juf boos.
moet
Ik kan moeilijk in die wortel bijten. Hij is erg h... .
hard
Jij bent erg dapper! Je hebt veel m... .
moed
Een pinda is een n... .
noot
De dokter luistert naar het kloppen van mijn h... .
hart
Pas op bij het eten van de vis. Er kan een gr... in zitten.
graat
Kom hem redden! Die man is in n... .
nood 8
Maak een vraag bij de antwoorden.
Je kunt enkele woorden aanbieden die in de vraag moeten voorkomen om de oefening harder te sturen. Mogelijke woorden zijn: doen, tijdens, saus.
Wat doe je tijdens de speeltijd? Dan spelen we tikkertje of voetballen we op de speelplaats.
Welke saus doe je op je frietjes? Ik doe er ketchup of mayonaise op.
47 Kerndictee 1 Er is ingebroken in een huis in de stad. 2 Een man deed vreemd. 3 Hij sloop door het raam naar binnen. 4 Hij probeerde tweehonderd euro te stelen. 5 Maar een agent betrapte hem met de buit. 6 Nu is de dief zijn geld weer kwijt. Zie werkwijze kerndictee p. 71.
87
Ik test mezelf. 9
9
Lees het kerndictee of laat het beluisteren. De leerlingen schrijven enkel het vetgedrukte woord op.
Schrijf de woorden op.
1
feestje
3
kaartjes
5
taart
2
altijd
4
lied
6
keihard
10
11
Maak er twee van.
zeehonden
harten
armbanden
lippen
potloden
tomaten
Maak het woord af.
Als je mij wint, krijg je een gouden medaille. Ik ben een wed... .
wedstrijd
Mijn oma en opa zijn superlief! Ik ben hun klein... .
kleinkind
Hier vertrekken en landen de vliegtuigen. Ik ben het vlieg... .
vliegveld
Hoe deed ik het? Ik kan het nog niet.
Ik kan het bijna.
Ik kan het al.
Wat vindt de juf/meester?
Eindletters
527497_9236 Iedereen spelt 3 Woordkaarten_les 8.indd 603
de trompet
Zie werkwijze kerndictee p. 71. 8
Eindletters
Woordkaarten les 8
527497_9236 Iedereen spelt 3 Woordkaarten_les 8.indd 681
88
Les 8 – Eindletters
16/10/17527497_9236 16:44 Iedereen spelt 3 Woordkaarten_les 8.indd 604
Iedereen spelt 3 Woordkaarten_les 8.indd 682 16/10/17527497_9236 16:45
Pelckmans
8
16/10/17 16:44
Pelckmans
de armband
iedereen spelt 3
Kerndictee 1 Vandaag geef ik een feestje voor mijn verjaardag. 2 De kinderen van mijn klas mogen altijd allemaal komen. 3 Ik kreeg al een heleboel mooie kaartjes. 4 Ze zingen ook een lied voor mij. 5 Dan mag ik de kaarsjes op de taart uitblazen. 6 Iedereen roept keihard: ‘Hiep hiep hoera!’
iedereen spelt 3
48
16/10/17 16:45
Ik oefen verder. 12 2
?? Ik schrijf de woorden nu juist.
13
Maak het klein.
14
hondje
petje
blaadje
hoedje
spuitje
lampje
Kleur de laatste letter van het woord en schrijf het op. tweehonder...
d
t
tweehonderd
ram...
b
p
ramp
zui...
d
t
zuid
kwij...
d
t
kwijt
verstan...
d
t
verstand
49
De groep die nog instructie nodig heeft, wordt door jou begeleid. Je gaat met hen gefaseerd remediëren. Stap 1 Schrijf de woorden potlood en tomaat op het bord. – Wat is de laatste klank van elk woord? (t-klank) – Maar toch worden de woorden anders geschreven. Wat is de laatste letter van potlood? (d) – Wat is de laatste letter van tomaat? (t) Maak de woorden langer. Laat de leerlingen ervaren dat het verlengen van deze woorden nodig is om de juiste spelling te bepalen. Zet een stappenplan op met het woord kind. Zeg het woord. – Welke klank hoor je op het einde van kind? (t-klank) – Hoe kun je te weten komen welke letter je moet schrijven? (het woord verlengen) – Wat hoor je als je het woord verlengt? (kinderen R een d-klank) – Wat schrijf je dus? (een d) Doe hetzelfde met het woord web. Stap 2 Verwoord de denkstappen en laat de leerlingen de denkstappen aanvullen. Gebruik hiervoor de rode woordkaarten van les 8. Toon een kaart en laat de leerlingen verklanken. Zeg zelf de eerste schrijfstap (bv. Ik hoor een t-klank, maak het woord langer en schrijf ...) en laat de leerlingen aanvullen. Stap 3 De leerlingen verwoorden de denkstappen volledig. Gebruik hiervoor opnieuw de woordkaarten. Laat de leerlingen in duo woorden flitsen (kort laten zien en dan omdraaien). Als dat vlot begint te gaan, kunnen de woorden gedicteerd worden als inoefening. Ze schrijven de woorden op de schrijflijnen of op een kladblaadje. Nadien maken ze de andere oefeningen onder begeleiding. Zie werkwijze oranje groep p. 73. Zie werkwijze blauwe groep p. 73.
89
Evaluatie Online vind je de toets bij deze les. Iedereen spelt online: leerkracht • Toets les 8 • Correctiesleutel toets les 8
iedereen spelt 3
TOETS
Les 8 – Eindletters
Naam
10
Nummer
1
1
Lees het kerndictee. De leerlingen schrijven enkel het vetgedrukte woord op. Werkwijze • Lees de zin volledig voor. • Zeg dan het woord dat opgeschreven moet worden. • Doe dat twee keer.
Kerndictee 1 Hoeveel zakgeld krijg jij? 2 Hij viel hard van zijn fiets. 3 De spin weefde een groot web. 4 Je moet voorzichtig zijn. 5 Brussel is de hoofdstad van België.
2
Schrijf de woorden op. 1
zakgeld
2
hard
3
web
4
moet
5
hoofdstad
Schrijf het woord in de zin.
Ik ben een
Woorddictee 1 een lamp 2 een hoed 3 koud Differentiatie Online vind je een zorgtoets bij deze les. Iedereen spelt online: leerkracht • Zorgtoets les 8 • Correctiesleutel zorgtoets les 8
potlood
.
2 Ik ben een lang en smal wapen waarmee ridders vechten. Ik ben een 3
zwaard
.
Schrijf de woorden op. 1 een
lamp
2 een
hoed
3 Lees het woorddictee. De leerlingen schrijven de woorden op.
…/2
1 Je gebruikt me om mee te schrijven. Je kunt me uitgommen.
2 Kerndictee 1 Je gebruikt me om mee te schrijven. Je kunt me uitgommen. Ik ben een potlood. 2 Ik ben een lang en smal wapen waarmee ridders vechten. Ik ben een zwaard.
…/5
3
…/3
koud
© Pelckmans (pelckmans.be) maakt deel uit van Pelckmans uitgevers nv
Bloon De leerlingen kunnen tijdens deze lesweek aanvullend oefenen met een Bloon-taak. Tweemaal per week schrijven de leerlingen de opgegeven woorden volgens de principes van Bloon. iedereen spelt online: leerkracht • Bloon-taak les 8. Zie werkwijze Bloon-taak p. 24.
90
Les 8 – Eindletters