2 minute read
DE VLUCHT VAN FARID Leesfragment
from Brochure Zomer 2023
by Pelckmans
‘Kamal’, stelt mijn breedgeschouderde medepassagier zich voor.
Ik schud zijn uitgestoken hand en schat hem iets ouder dan Hekmatullah, maar minstens drie keer zo sterk, een gespierde twintiger met een zelfverzekerde blik in zijn donkere ogen, die me eventjes aan Karimat, mijn oudste broer, doet denken.
‘En jij bent dus Rachid, heb ik daarnet gehoord. Ook op de vlucht uit deze heksenketel?’
‘Euh…’
‘Hè, van mij hoef je niets te vrezen. Ik zit immers in hetzelfde schuitje als jij en wil ook zo snel mogelijk naar Duitsland.’
Duitsland… Daar wilden ook Fazal, de Wijnvlek, en die dikke Sherzad naartoe.
Bashir werpt een blik in de achteruitkijkspiegel.
‘Alles oké daar achteraan?’
‘Prima’, antwoordt Kamal. ‘Maar als jullie mij nu willen excuseren…’
Hij geeuwt wijd.
‘Ik heb vannacht maar twee uurtjes geslapen. Dus ga ik nu even lekker pitten.’
De spriet op de passagiersstoel, werpt mij een sluikse blik toe, ontsteekt zijn joint en paft er lustig op los. Al gauw hangt de auto vol rook.
Ik zie weer hoe Ramin almaar kleiner wordt en door het duister wordt opgeslokt.
‘Zijn de mweisjes daar mwooi in Bwelgië?’
Ik sluit ook mijn ogen en soes weg, terug naar gisteren in de kamer in de babykliniek.
‘Vertrek je dan morgenochtend al, Rachid?’
‘Ja.’
Samira’s mooie ogen kijken opeens erg triest en donker.
‘Ik heet trouwens ook niet Rachid, maar Farid. Farid Safiri. Van papa mag ik mijn echte naam echter alleen maar zeggen als ik in België ben.’
Ze schuift wat dichter naar me toe.
Ik kijk haar diep in de ogen.
‘Maar ooit kom ik terug, Samira. Beloofd!’
Net zoals Rachid, mijn parkiet, die toen hij was ontsnapt, wat later weer terugkeerde en weer in de kooi bij zijn vriendinnetje, Jamila, ging zitten.
Ze kijkt me dromerig aan en kust me op mijn wang.
‘Kun jij een geheim bewaren, Farid?’
Haar stem klinkt opeens veel stiller.
‘ My lips are sailed , zoals de Coca’s zeggen.’
‘ Sealed’, verbetert Samira. ‘Mijn papa vreest dat van zodra alle westerse troepen het land weer uit zijn, de taliban hier opnieuw aan de macht zullen komen en meisjes en vrouwen weer al hun rechten en vrijheid zullen verliezen. Dus denken ook zij eraan om hier zo snel mogelijk te vertrekken en te emigreren naar Amerika.’
‘Amerika…?’
‘Ja, mijn papa heeft daar vrienden. Maar ze houden dit stil. Papa heeft wel al contact gehad met enkele mensen ginder, die ons zouden kunnen helpen om zonder veel problemen Amerika binnen te geraken en ons op zouden kunnen vangen, en wacht nu op nieuws. Van zodra dat er is, vertrekken we meteen. Dat kan nog weken duren, maar dat kan ook morgen al.’
‘Wauw, spannend!’
‘Ja, hoe eerder we hier weg zijn, hoe beter, want in Amerika zijn meisjes en vrouwen veel vrijer. Daar kan ik zonder problemen gaan studeren, mezelf zijn en worden wat ik wil: dokter. Dat moet met wat geluk zeker lukken.’
Ik knik, neem het gelukspoppetje uit mijn broekzak en geef het haar.
‘Voor jou.’
‘Ik ga jou heel erg missen, Farid. Maar ooit zien wij elkaar terug.’
Ze werpt een blik op het poppetje.
‘Dit kattenpoppetje zal daarvoor zorgen…’
Ik krijg het opeens erg moeilijk op deze harde achterbank en wil hier eigenlijk niet weg. Ik wil hier in Kaboul bij Samira blijven. Voor altijd.
Ik besef opeens dat ik vergeten ben om het nummer van haar smartphone te vragen. Oerstom van me!
Ik wil het uitschreeuwen, het portier van de auto opengooien en het op een lopen zetten. Maar ik blijf als versteend zitten waar ik zit, alsof papa’s woorden mij als een onzichtbare ketting aan de achterbank hebben geketend.
‘Ons lot ligt in jouw handen, Farid.’