Bloedgevaar Tokio, Japan, 7 mei ‘Hoe bevallen je nieuwe hightechs eigenlijk?’ vroeg Marcus terwijl hij Vic wat dichter tegen zich aantrok en naar haar blinkende prothesen wees. ‘Ik heb nog niet alles kunnen uittesten, maar ze voelen nog natuurlijker aan dan mijn vorige paar en ook de dempende zolen die ik tevoorschijn kan toveren als ik binnen zonder schoenen op mijn “blote voeten” rondwandel, zijn fantastisch. Qua geluid lijkt het dan of ik gewoon pantoffels draag.’ ‘Als je ergens moet rondsluipen, zal dat ook wel een voordeel zijn’, merkte Marcus op. ‘Absoluut. Dat was trouwens ook de hoofdreden waarom ik erom gevraagd heb.’ ‘Zijn er verder nog extra toeters en bellen?’ ‘Buiten de tracker die ook in mijn vorige benen zat, heeft Carl er nog een kinetisch oplaadbare batterij ingebouwd. Door de bewegingen die ik maak, laadt de batterij zichzelf voortdurend op en zo kan ik te allen tijde mijn telefoon zonder problemen opladen. Dat heb ik al een paar keer uitgetest en het werkt perfect. Verder zit er in mijn andere voet een flinterdunne maar onbreekbare abseilkabel van een tiental meter, maar die heb ik nog niet uitgeprobeerd. Volgens Carl is het de crème de la crème die ook door speciale militaire eenheden gebruikt wordt om vanuit een helikopter op gebouwen of boten te landen.’ ‘Laat me weten wanneer je die gaat uitproberen, want dat wil ik voor geen goud missen’, zei Marcus enthousiast. ‘Had je ook niet gevraagd naar een verend mechanisme om zo soepel te kunnen lopen als op je cheetabenen?’ vroeg hij dan. ‘Dat klopt. Maar ook dat heb ik nog niet uitgetest.’ ‘Waar wacht je op? Er is hier niemand anders en we hebben nog wel enkele minuten voor het gouden uur ingaat.’ ‘Je hebt gelijk, waarom niet’, zei Victoria terwijl ze opstond en op een minuscuul knopje aan de buitenzijde van haar rechterknie duwde. Alsof ze dacht dat ze bij de minste foute beweging weggekatapulteerd zou worden, stapte ze heel voorzichtig langs de kade. Haar vertrouwen groeide echter snel en het ging al gauw van wandelen naar lopen. ‘Ze doen het geweldig!’ riep ze opgetogen. ‘Misschien moet ik aan de atletiekbond vragen of ze goedgekeurd kunnen worden voor wedstrijdgebruik, dan hoef ik mijn cheeta’s niet meer mee te sleuren.’ ‘Super! En wat is de bedoeling van het tweede knopje?’ vroeg Marcus, wijzend naar Vics knie. ‘Dat is een boosterknop, wist Carl me te vertellen, maar wat ik me daarbij moet voorstellen heeft hij niet uitgelegd. Uitproberen maar?’ ‘Jij bent de testpiloot’, lachte Marcus. ‘Maar beter nu dan onverwacht in een noodsituatie, lijkt me.’ Victoria duwde op de boosterknop en begon nog voorzichtiger dan voorheen haar benen uit te testen. Maar ook nu kwam haar vertrouwen 6
snel terug en terwijl ze behoedzaam begon te sprinten, riep ze naar Marcus dat de veren haar extra kracht gaven en dat ze hoger de lucht werd ingeduwd. ‘Daar ga je in competitie geen goedkeuring voor krijgen, vrees ik’, merkte Marcus glimlachend op. ‘Heb je al proberen te springen?’ vroeg hij vervolgens. Vic schudde ontkennend het hoofd. Ze hield even halt om dan na een korte aanloop met haar twee voeten tegelijkertijd af te stoten. Marcus wist niet wat hij zag. Zoals bij een springveer werd Victoria minstens een meter hoog de lucht ingeschoten. Met een gil, omdat ze door de onverwachte kracht haar evenwicht compleet had verloren, belandde ze een paar seconden later in een van de talrijke struiken naast het pad van de samoeraitoren naar de stad. Luid vloekend krabbelde Victoria op handen en voeten uit de struik terwijl Marcus niet meer bijkwam van het lachen. ‘Je hebt je toch geen pijn gedaan?’ hikte hij terwijl de lachtranen over zijn wangen liepen. ‘Nee, het valt wel mee’, gromde Victoria terwijl ze het stof van haar kleren sloeg en de verende werking van haar benen uitschakelde. ‘Genoeg geoefend voor vandaag, tijd voor dat romantische boot tochtje dat je me beloofd hebt.’ Niet veel later voeren ze van bij de samoeraitoren in een roeiboot langzaam de stad in, langs een van de vele kanaaltjes die het eiland inliepen en waarvan de stadsbouwers dankbaar gebruik hadden gemaakt om een aantal mooi versierde wandelbruggen aan te leggen. Even later legde Marcus de boot stil om de drone met zijn smartphone in te stellen. ‘Zo, dat zou het moeten zijn’, zei hij terwijl hij de drone oppakte. Het leek wel of hij een vogel in de hand had. Dat was een idee van Carl, die terecht had opgemerkt dat een drone in deze vorm veel minder opviel dan een traditioneel exemplaar. Hij was er zelfs in geslaagd om het toestel een minieme vleugelslag mee te geven om het nog levensechter te maken. ‘Als ik alle coördinaten goed heb ingegeven,’ ging Marcus verder, ‘vertrekt de drone zo dadelijk van op vijftig meter van het eiland. Vervolgens vliegt hij laag over het water in de richting van de samoerai toren, waar hij in een vloeiende beweging naar het hoofd van het beeld zal vliegen om dan, na een rondje rond het uitkijkplatform, laag over het water scherend langs het kanaal waar we nu varen de stad in te gaan. Daar zal hij zijn tocht eindigen op het hoogste punt van de stad bij de oude tempel en de replica van de kleine drukkerij waar honderd jaar geleden alles voor de Konishi’s begonnen is en waar Natsuo Konishi zaterdag zijn gevecht tegen de samoeraimeester zal houden.’ ‘Als de drone laag over het kanaal gaat scheren, zal hij dan niet tegen onze boot aanvliegen?’ vroeg Vic. ‘Nee, ik heb de hoogte zodanig ingesteld dat de drone net boven onze hoofden zal vliegen. Het lijkt me trouwens een bijzonder goed idee dat zodra de drone onze richting uitkomt we elkaar een innige kus geven. Dat zal een geweldig romantische meerwaarde bezorgen aan de beelden.’ ‘Ongetwijfeld’, lachte Victoria. ‘Snel de lucht in met die handel dan, zodat we aan die kus kunnen beginnen!’
Marcus wist niet wat hij zag. Zoals bij een springveer werd Victoria minstens een meter hoog de lucht ingeschoten.
Nederl ands
7
Met een brede glimlach gooide Marcus de drone de lucht in, als een vogel die de vrijheid krijgt, terwijl Vic op de startknop van de droneapp duwde. De drone zette meteen sierlijk koers naar de baai van het eiland om aan zijn opname te beginnen. Lang voor hij de samoeraitoren bereikte, waren Vic en Marcus al in een innige omhelzing verstrengeld. Toen ze elkaar even later glimlachend aankeken, zag Marcus echter vanuit zijn ooghoek dat de drone een stuk lager dan gedacht recht op hun bootje kwam aanvliegen. Razendsnel duwde hij Victoria’s hoofd met een hand naar beneden terwijl hij zijn andere hand beschermend boven zijn eigen hoofd hield en zich zo klein mogelijk probeerde te maken. ‘Wat gebeurt er?’ riep Vic, die niets in de gaten had. Voor ze nog iets kon zeggen, voelde ze hoe de vogeldrone rakelings over haar hoofd heen scheerde voor hij ogenschijnlijk klapwiekend zijn weg verderzette in de richting van de tempel. ‘En ik die dacht dat je goed was in wiskunde’, merkte ze droogjes op terwijl ze met haar hand door haar haren streek. ‘Ik vrees dat ik een foutje gemaakt heb in de omrekening van inches naar centimeters’, antwoordde Marcus. Vic kon haar lach niet bedwingen toen ze Marcus’ beteuterde gezicht zag. ‘Niet getreurd’, zei ze. ‘Laten we maar snel gaan kijken hoe onze romantische filmkus er op video uitziet.’ Even later liepen ze samen het grasveld tussen de tempel en de replica van de oude drukkerij op. Het begon ondertussen al flink te schemeren. Terwijl ze de beelden bekeken, werd hun aandacht getrokken door een zacht ritmisch geluid dat van de daken van de stad leek te komen en dat af en toe door een korte stilte en een doffe klap werd onderbroken. Vic en Marcus keken elkaar vragend aan. Het klonk alsof er iemand over de daken liep en al springend de smalle straatjes overstak. ‘Wat is dat?’ fluisterde Marcus. ‘Iemand die bij het vallen van de avond even over de daken gaat joggen, dat lijkt me sterk. Ik ga een kijkje nemen. Stuur jij de drone achter me aan.’ En nog voor Victoria kon antwoorden, hing Marcus al aan de gevel van de oude drukkerij om enkele tellen later het dak te bereiken. Hij tuurde over de daken in de richting van waaruit het geluid kwam, maar zag niemand. Wat vreemd, dacht hij. Zo donker was het nu toch ook weer niet. Terwijl hij het zachte gezoem van de drone achter zich hoorde, begon hij rondspiedend verder over de daken te lopen. Af en toe stopte hij om te luisteren. Maar ook al zag hij niemand, het geluid bleef aanhouden en werd steeds duidelijker. Het lijkt wel of ik de onzichtbare man aan het volgen ben, dacht hij, terwijl hij nog een keer halt hield aan de rand van een dak dat uitgaf op het kanaal waar hij met Vic de stad was binnengevaren. Er zat meer waarheid in die gedachte dan hij kon vermoeden, want slechts enkele meters van hem vandaan zat een figuur in een zwart nauwsluitend pak dat ook het hoofd bedekte, hem door een donkere bril nerveus aan te kijken. Elke vezel in het lijf strak gespannen als een snaar, klaar om in actie te komen als dat nodig was. Die jonge kerel van de fanclub, Wat doet die hier, flitste door het hoofd van de donkere gedaante. 8
Slechts enkele meters van hem vandaan zat een figuur in een zwart nauwsluitend pak dat ook het hoofd bedekte, hem door een donkere bril nerveus aan te kijken. Elke vezel in het lijf strak gespannen als een snaar, klaar om in actie te komen als dat nodig was.
Veel tijd om daar verder over na te denken was er echter niet, want Marcus, die geen geluid meer hoorde, begon de gevel en de wandelweg naast het kanaal af te speuren om te zien of hij daar iets zag bewegen. Hij kwam steeds dichterbij. Heel voorzichtig, zonder ook maar enig geluid te maken, bewoog de donkere gestalte zich achteruit, om na een paar passen met een schok en inwendig vloekend tot stilstand te komen tegen een van de sierbeelden die op de daken stonden. Op zoek naar steun sloeg de gestalte de armen achterwaarts rond het beeld. Een zacht, hol geluid weerklonk door de invallende nacht. Abrupt draaide Marcus zijn hoofd en keek in de richting van het beeld, speurend naar wat het geluid veroorzaakt had. Maar hij zag nog steeds niets, ook niet toen hij dichterbij kwam en op nauwelijks een meter van de donkere figuur stopte. Zolang ik mijn adem inhoud en ik geen geluid maak, kan hij mij niet opmerken, probeerde die zichzelf gerust te stellen. Het Vantablack van mijn pak absorbeert 99,96% procent van het licht. Ik ben dus onzichtbaar. Na een halve minuut die wel een eeuwigheid leek, draaide Marcus zich schouderophalend om en begon aan de terugweg naar de oude drukkerij. De drone cirkelde hoog boven zijn hoofd. De onzichtbare gestalte haalde opgelucht adem. Dat was op het nippertje. Maar wie had kunnen denken dat er op dit uur nog iemand in de stad zou zijn, laat staan op de daken. Een nauwelijks onderdrukte vloek volgde toen bij het loslaten van het beeld een van de handschoenen achter een scherpe punt bleef haken en doorscheurde. Geïrriteerd stak de gedaante de nu onbruikbare handschoen weg en liep voorzichtig over de daken naar een huis verderop, om daar neer te knielen en zich wat lager te laten zakken. Als Marcus nog in de buurt was geweest en had omgekeken, zou hij iets gezien hebben dat leek op een zwevende hand die met een scherp mes een touw aan het doorsnijden was.
Vic Falls Missions: Bloedgevaar Kate Kriske 208 blz.
Schrijf de antwoorden op de vragen in de puzzel. Welk woord krijg je? 1 Welk kledingstuk gooit de donkere figuur weg? 2 Wat is de volledige naam van Vic? 3 In welke stad speelt het fragment zich af? 4 Van welk materiaal is het pak van de donkere figuur gemaakt? 5 Op welk gebouw klimt Marcus op het dak? 1 2 3 4 5 Nederl ands
9
Aan boord van de Mata Hari Elvis had zich nog nooit zo beroerd gevoeld. Hondsmisselijk klampte hij zich vast aan de ijzeren reling. De grijze golven dansten voor zijn ogen, klaar om hem te verzwelgen. Zijn voorhoofd was nat van het zweet en het enige wat hij wilde was dat het voorbij was. Dan maar een zeemansgraf. Toen hij die ochtend aan boord van de Mata Hari was gegaan, was er nog niets aan de hand geweest. Vlak voor de loopplank was hij blijven staan om Lisanne een laatste berichtje te sturen.
K Zal je missen. Ik ga het goedmaken, echt. Zie je over 4 maanden. xx E. En die vier maanden zouden weleens de zwaarste van zijn leven kunnen gaan worden, besefte hij terwijl hij als een vaatdoek boven het water hing. De rechter had hem laten kiezen: meedoen aan het programma van Zeestroom, of zes maanden jeugdgevangenis. De keuze was snel gemaakt – wie ging er een halfjaar in de bak zitten als je ook vier maanden op een boot door het Caribisch gebied kon varen? Maar nu zou hij heel wat overhebben voor een kale cel met water en brood. En vooral: vaste grond onder zijn voeten. Hij keek om zich heen en vroeg zich af of de anderen er net zo erg aan toe waren als hij. De anderen: elf jongeren die net als hij ‘een misstap’ hadden begaan en op de Mata Hari met het Zeestroom-programma de kans kregen hun leven te beteren. Vier maanden zeilen, samenwerken en coaching onder professionele begeleiding. Zijn moeder had met tranen in haar ogen gestameld dat hij ‘zo veel geluk had’, dolblij dat haar zoon niet tussen messentrekkers en moordenaars zou worden opgesloten. Maar net als Elvis zelf had ze geen idee wie zijn medeopvarenden zouden worden. Eén ding was zeker: het waren geen lieverdjes, anders zaten ze niet op deze boot. Hij dacht terug aan de mensen die hij op de kade had gezien. Een kleine vrouw met een hoofddoekje, die huilend de kraag van een donkerharige jongen had rechtgetrokken. Een puisterig figuur met blond stekeltjeshaar en een zilveren schakelketting, die omhelsd werd door een zwaar opgemaakte vrouw in een panterjas. Een meisje dat hem fel had aangekeken toen hij niet snel genoeg aan de kant ging. Bijna iedereen had zich als een stel kleuters laten uitzwaaien door pappie en mammie. Zelf was hij met de trein gekomen; zijn vader had gisteren zijn spullen al naar de haven gebracht. ‘Naar de horizon blijven kijken, dan gaat het beter.’ Naast hem was een meisje verschenen dat strak naar een punt in de verte staarde. Ze had een Aziatisch uiterlijk en los zwart haar tot op haar schouders. Vanuit haar ooghoeken wierp ze een snelle blik op Elvis, die zich moeizaam aan de reling overeind probeerde te hijsen. ‘Je denkt dat je doodgaat, hè? Kwestie van wennen. Morgen weet je niet meer dat je je zo ziek hebt gevoeld.’ 14
Elvis geloofde er geen zak van. Morgen had hij geen maag meer over, als hij dan nog leefde. Toch probeerde hij te doen wat het meisje zei en hij richtte zijn tranende ogen op de horizon. Voor hem strekte de grauwe Noordzee zich uit, met een waterig zonnetje boven de golven. Meeuwen vlogen krijsend rond de boot en doken af en toe naar beneden om iets uit het water te pikken. Er botste iemand tegen hem op en Elvis moest zich vastgrijpen om niet op het dek te vallen. ‘Sorry,’ bracht de ander uit. ‘Nog geen zeebenen.’ Het was Raaf, een jongen met groen geverfde plukken in zijn zwarte kapsel. Elvis had hem kort gesproken toen hij aan boord ging; ze deelden een van de piepkleine hutten, samen met een zielig jochie met een bril van wie hij de naam alweer was vergeten. De voorkant van Raafs overall zat vol vlekken en er kleefden stukjes viezigheid in zijn haar. ‘Les één: nooit tegen de wind in kotsen,’ zei Raaf met een moeizaam glimlachje. ‘De helikopter!’ werd er verderop geroepen. ‘Ik moet hier weg! Roep de helikopter!’ Vlak voor ze de haven uitvoeren had kapitein Frank – een pezige kerel met een gegroefde kop, een stoppelbaard en een grijs-rode papegaai op zijn schouder – de eerste korte instructies gebulderd. Een van de mededelingen was dat er in geval van uiterste nood een helikopter van de kustwacht opgeroepen kon worden. Een jongen met een asgrauw gezicht hing aan de voorkant van het schip over de reling en hief zwakjes zijn arm. ‘Ik ga dood, kapitein. U moet de helikopter laten komen,’ smeekte hij de man, die inmiddels naast hem stond. Kapitein Frank keek op hem neer. ‘De helikopter komt pas als je uit de mast gedonderd bent, en dat ben jij zo te zien nog niet. O, en trek je bootlaarzen aan. Op deze muiltjes hou je het niet lang vol,’ zei hij terwijl hij met zijn voet tegen de glimmende schoen van de jongen schopte. De papegaai op zijn schouder hield zijn kop schuin en keek met zwarte kraaloogjes om zich heen. ‘Lapzwans!’ riep hij over het dek. ‘Lapzwans!’ Elvis stootte een grimmig lachje uit. We zijn nog maar net onderweg en we gaan nu al kapot, dacht hij. 1 Welke keuze zou jij maken in Elvis zijn plaats? 2 Wie zou Lisanne kunnen zijn? 3 Ben jij al eens zeeziek geweest? Hoe ben je daarmee omgegaan?
Het Oog van de Dageraad Maria Postema en Maarten Bruns 272 blz.
4 Creëer een nieuw personage dat ook op de Mata Hari zou kunnen zitten. – Hoe ziet je personage eruit? – Welke naam heeft je personage? – Welke karaktereigenschappen heeft je personage? – Waarom zit je personage op de boot?
Nederl ands
15
? u jo ij b t s e b t s a p k e o b lk e W Start: ik wil een boek met alleen maar tekst nee ja
om zelf aan de slag te gaan Schrijf maar wat is een creatief dagboek voor elke jongere die even wil ontsnappen aan de dagelijkse realiteit. Dit boek is niét resultaatgericht en het blijft niet bij schrijven; dit boek staat boordevol tips, ideeën en inspiratie. Schrijf maar wat is de ideale combinatie van een dagboek, schetsboek, planner en uitlaatklep. Oh, en er zijn veel stickers.
Volkssprookjes zijn reizigers. Ze doorkruisen ruimte en tijd, verbinden generaties en cultuurgroepen en nodigen uit tot spelen: zoek verschillen en gelijkenissen. Maak kennis met Cinderella’s uit alle continenten, dierlijke bruiden en bruidegoms, bloeddorstige verwanten, duivels en heksen, slimme dappere meisjes en vrouwen, liefde en lust in alle tinten van de wereld.
44
waarin volkssprookjes centraal staan
nee
nee
over kunst
nee, liever poëzie ja ja
Deze bundel is een ode aan de liefde en hoeveel pijn die soms kan doen. Ze vat thema’s als verslaving, gaming, liefdesverdriet en zelfliefde prachtig in woord en beeld. Over jezelf verliezen en terugvinden, over een gameverslaving en verslaafd zijn aan liefde.
Iedereen kent het Lam Gods, maar wie is Judocus Vijd? Dit boek vertelt het wonderlijke verhaal van Joos Vijd, de opdrachtgever van dit schilderij van Hubert en Jan van Eyck. In verschillende hoofdstukken wordt aan de hand van elementen op het veelluik teruggeblikt op de jeugdjaren en het leven van de Beverse edelman Joos Vijd.
Kun je een leeftijdsverschil van pakweg dertig jaar zomaar overbruggen? Hoe slaag je er als vijftienjarige in om niet constant beschaamd te zijn voor de dingen die je vader doet en zegt? Hoe ga je om met een vader die soms meer op een puber lijkt dan jij zelf? Vragen genoeg voor opnieuw een doldwaas, hilarisch avontuur van Emma en haar vader.
Karolina, een levende pop, belandt in het atelier van een poppenmaker. De poppenmaker leeft hierdoor helemaal op. Als de nazi's Polen binnenvallen, komt er echter een einde aan hun prille geluk. Karolina en de poppenmaker beseffen dat hun vrienden niet meer veilig zijn in Krakau en besluiten hen te helpen, zelfs als ze daarmee hun eigen leven in gevaar brengen.
over het verleden ja ja
ja
nee
tijdens een oorlog
nee
liefst nog actueel ja
over de relatie met je ouders
nee
nee
ja
nee, ik wil een spannend boek
De sneeuwklas van de school van Jarne en Natham wordt bruusk afgebroken wanneer in België de fascistische Partij voor Natie en Orde met de steun van het leger de macht grijpt. Het parlement brandt, de koning vlucht, de partijleiders worden gearresteerd en de grondwet wordt afgeschaft. De twee Brusselse jongens zien hun wereld plots drastisch veranderen.
waarin liefde centraal staat ja, eerder over het begrijpen van je eigen gevoelens
Het is zomervakantie en Noor reist in haar eentje naar Brazilië. Vanaf de eerste dag loopt alles fout. Gelukkig ontmoet ze Dani. Ze maakt kennis met het leven van de superrijken, maar ze wordt ook geconfronteerd met een paar grote vragen. Noor was er altijd van overtuigd dat ze hetero was, maar nu begrijpt ze haar eigen gevoelens niet meer. En wat moet ze doen wanneer ze beseft dat haar nieuwe vriendin zich met louche zaakjes bezighoudt?
ja, maar in een dystopische setting
Buiten is het vijftig graden. De zeespiegel stijgt elke dag en er is om de haverklap een lockdown door een of ander nieuw virus. Maar het zal Lily allemaal worst wezen. Ze heeft het druk als een van de bekendste influencers van haar tijd. Wanneer ze op vakantie halsoverkop verliefd wordt, begint er een ontdekkingstocht die niet alleen haar bestaan, maar dat van elke jongere op de planeet op z’n kop zal zetten.
6u58. De stad ontwaakt, twee jongens maken zich klaar om te vertrekken. Beide jongens hebben een afspraak om 8 uur in het Centraal Station. De ene met het leven, de andere met de dood.
1968, het jaar waarin alles anders werd. Ook voor Lieze Boeckmans, bijna zestien, die als kerstcadeau van haar oudere broer, Jan de Zwartkijker, een dagboek heeft gekregen. "Om nooit te vergeten dat ze ooit jong, onnozel, naïef en ongelukkig is geweest." Lieze en Tine is een boek voor tieners en voor wie dat was in het fantastische jaar 1968, toen inderdaad alles anders werd.
45