Lesbrief
CHARLES DARWIN
Samen met zijn broer Erasmus deed CHARLES DARWIN vaak proefjes en maakte hij gekke mengseltjes. Wil jij ook leuke proefjes doen? Laat bloemen van kleur veranderen en schrijf een brief met onzichtbare inkt.
1
Kleur bloemen: van wit naar gekleurd
Wat heb je nodig? • Witte bloemen (rozen, margrieten, tulpen, gerbera’s) • Een (voedings)kleurstof • Een naald • Kleine potjes met water • Schaar Wat moet je doen? • Vul de verschillende potjes met water en doe er wat kleurstof bij. Dat kan met voedingskleurstof (wat natuurlijker is), ecoline, gekleurde inkt of ook met crêpepapier dat je even in het water laat trekken tot het water gekleurd is. • Snijd de stelen af zodat ze goed in het potje passen. Bovenaan de steel, waar de bloem begint, prik je een gaatje door de steel met de naald. Zo kan de lucht beter ontsnappen. • Plaats nu de bloem in het potje en wacht een dag. Soms kan het iets langer duren. Dat hangt van de soort bloem en inkt af. Maar hoe dan? De bloem zuigt het water op en voert deze naar de kelk en bloembladeren. In de bloembladeren verdampt het water, maar de kleurstof blijft nog zitten. Daardoor verkleuren de bladeren van de bloem naar de kleur van het water.
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Charles Darwin. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
2
CHARLES DARWIN
Bloemen verkleuren: van blauw naar roze
Wat heb je nodig? • Bloeiende vergeet-mij-nietjes • Schaar • Kleine kom • Kleurloze azijn Wat moet je doen? Je knipt een paar blaadjes van het vergeet-mij-nietje af. Onthoud goed de kleur van de bloemblaadjes. Leg ze nu in een kom met azijn. Je kan best een half uurtje wachten. Welke kleur hebben de bloemblaadjes nu? Maar hoe dan? De natuurlijke kleurstof in de bloemblaadjes heet anthocyaan. Anthocyaan heeft een speciale eigenschap: de stof kan van kleur veranderen. Verder is deze kleurstof gevoelig voor zure stoffen. Azijn is een zure stof. Wanneer het zuur van de azijn in contact komt met het anthocyaan, de kleurstof in de bloemblaadjes, verandert de kleur van de bloemen van blauw naar roze.
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Charles Darwin. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
3
CHARLES DARWIN
Geheimschrift
Wat heb je nodig? • Citroensap • Wit papier • Wattenstaafje • Lamp of kaars Wat moet je doen? • Pers de citroen in een kommetje. Voeg eventueel wat water toe om het sap te verdunnen. • Dep je wattenstaafje in het citroensap. • Schrijf met het wattenstaafje een boodschap op het wit papier en laat het drogen. • Wanneer het papier droog is, kan je het papier naast een warme lamp of een kaars houden. Opgepast! Doe dit met de hulp van een begeleider en zorg dat het papier niet verbrandt. • Jouw geheime boodschap zal nu in het bruin of zwart verschijnen. Maar hoe dan? In citroensap zit een chemisch element: koolstof. Wanneer het citroensap verhit wordt, komt de koolstof vrij. Als koolstof aan de lucht komt, oxideert het en kleurt het bruin of zwart (denk bijvoorbeeld aan roest).
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Charles Darwin. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
4
CHARLES DARWIN
Knutsel jij mee?
Wist je dat je van een eierdoosje een schattige schildpad kan maken? Wat heb je nodig? • Een eierdoosje • Groene verf • Een ander kleurtje verf voor de details • Wiebeloogjes • Een groene pompon voor het hoofdje • Groene chenilledraad • Een lijmpistool Hoe maak je het? • Knip het bol gedeelte van het eierdoosje uit. Hou de rest nog bij, zo kan je vriendjes maken. Dit zal het schild van de schildpad worden. • Schilder het groen en laat drogen. • Ondertussen kan je de wiebeloogjes op de groene pompon kleven. Dat wordt het hoofdje. • Wanneer het schild gedroogd is kan je er details op schilderen met een andere kleur. • De pootjes maak je van een stukje chenilledraad die je nog eens dubbel vouwt. Kleef ze met een lijmpistool aan de binnenkant van het eierdopje. • Lijm ook het hoofdje vast. • Je kan elke schildpad een beetje anders maken.
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Charles Darwin. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
CHARLES DARWIN
5
Ontdek de woorden
Deze woorden hebben allemaal iets met Darwin te maken. Streep ze weg in het lettervak.
N E D M D N I W A R L U Y E S C X Y E N M E S K N N E I V V
G V A E O P F A U N A D E R N
N O L T L U Z T F W B D M O P
I O I E F E D K A C N Q U E U
K R E N X X I N Q U I N I H S
K E D O U D S O G S C H Y C D P W H E E N S T D K S G W H O J W M B E A R O T T E I H G L
T E A A Z A A E I G F G A T L
BEAGLE CHARLES DARWIN EVOLUTIETHEORIE EXPEDITIE FAUNA FLORA FOSSIELEN
N R P P L O W R J T I L R U O
O S A P Z C N C L R I E O L Z
G T L E O E Y E D E D E B O X
Z T D A A G R S W C I J N W F Z Y S N V S U N K A L V E D X
GALAPAGOSEILAND LABORATORIUM ONTDEKKINGEN PLANTKUNDE VINKEN VOOROUDERS WETENSCHAPPER
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Charles Darwin. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
6
CHARLES DARWIN
Ganzenbord over Darwin
Ga net zoals Darwin op ontdekkingstocht. Hiervoor heb je het ganzenbordspel nodig dat op de volgende pagina staat. Let op! Tijdens het spel zal je enkele vragen moeten beantwoorden. Heb je het boekje aandachtig gelezen? Dan vind je zeker het juiste antwoord! Voor dit spel heb je alleen nog een dobbelsteen en pionnen nodig, de rest vind je hier. Wat moet je doen? • Pak het bordspel erbij dat op de volgende pagina staat. • Knip de vragenkaartjes uit. Je vindt ze op de laatste pagina. Hoe speel je het spel? Gooi met de dobbelsteen. Ga dan het aantal ogen vooruit. Kom je op een getal, dan doe je niets. Kom je op een vogel, dan mag je een vak vooruit. Kom je op een vlinder terecht, dan ga je een vak terug. Kom je op een fossiel, dan mag je een vraag beantwoorden. Heb je die vraag juist beantwoord, dan mag je de volgende beurt weer verder. Beantwoord je ze fout, dan moet je blijven staan. Wie het eerst aan de finish is, heeft gewonnen!
Start
1 20
2
21
22
23
FINISH
24
19
3
18
4
17
5
28
14
7 8
13 11
39
27
16 15
10
40
26
6
9
41
25
12
38
29
37
30
36
31
35 32
33
34
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Charles Darwin. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
32 31
30
29
28
27
26
12
13 11
7 6
5
4
3
2
1
Start
8
9
10
17
18
19
20
16
14
15
22
23
24
25
33
34
35
36
37
38
39
40
41
FINISH
21
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Charles Darwin. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
1. Print de vragen uit en kleef het papier op karton. 2. Knip de kaartjes uit.
Charles
Charles
Charles
V: Er werd een expeditie georganiseerd voor een bootreis om de wereld. Darwin werd ook meegevraagd. Waarom?
V: Welk vak volgde Darwin op Cambridge?
V: In welk jaar vertrok Darwin op expeditie: 1831, 1841 of 1933? Bonusvraag: Hoe lang is dat geleden? Je krijgt 1 minuut om dit uit te rekenen. Als je het juist hebt, mag je een stap vooruit doen.
DARWIN
DARWIN A: Plantkunde.
A: Ze hadden ook een wetenschapper nodig om een catalogus te maken van de fauna (de dieren) en de flora (de planten) van die gebieden.
DARWIN
A: 1831.
Charles
Charles
Charles
V: Wat ontdekte Darwin in Argentinië dat hem deed nadenken over de verandering van dieren?
V: Waar vond Darwin het bewijs waarmee hij het mysterie van de fossielen kon oplossen? Bonusvraag: Weet je nog wat de naam in het Nederlands is? Heb je het juist, ga dan een stap vooruit.
V: Leg uit hoe Darwin door het zien van de vinken begreep hoe de evolutietheorie werkt.
DARWIN
A: Fossielen.
DARWIN
DARWIN
A: De vinken hadden niet allemaal dezelfde snavel. Enkel door zich aan te passen aan hun omgeving konden ze overleven.
A: Op de Galápagoseilanden. Bonus: de ‘schildpaddeneilanden’.
Charles
Charles
Charles
V: Wat bedoelt Darwin met natuurlijke selectie?
V: Wat hebben mensen en apen gemeen?
V: Wat was de belangrijkste ontdekking van Darwin?
A: Omdat de natuur verandert, overleven alleen degenen die zich het best hebben aangepast aan hun omgeving.
A: Naast tien vingers en tenen hebben we ook dezelfde voorouders.
A: De evolutietheorie.
Charles
Charles
Charles
V: Wie geloofden Darwin niet?
V: Weet je nog wat de naam was van de broer van Charles?
V: Darwins ouders wilden graag dat hij een andere opleiding zou volgen. Weet je nog welke?
DARWIN
DARWIN A: Mensen die geloofden dat God de wereld en de mens had geschapen.
DARWIN
DARWIN A: Erasmus.
DARWIN
DARWIN
A: Geneeskunde.