Lesbrief
Albert Einstein
Eén van de dingen die ALBERT EINSTEIN bestudeerde was de zwaartekracht. Wat is de zwaartekracht? Dit fenomeen kan je gemakkelijk demonstreren met het volgende proefje. Een leuke twist: het proefje toont ook hoe andere krachten kunnen werken, zelfs tegen de zwaartekracht in.
1
Proefje: Tegen de zwaartekracht in!
Wat heb je nodig? • Drie paperclips • Touw • Houten stokje • Plakband en schaar • Sterke magneten • Metalen of houten lat • Blokken, boeken of een ander voorwerp dat kan dienen als steuntoren Hoe gaat het in zijn werk? • Bind een stuk touw rond de paperclips. Bind de andere kant van het touw rond het stokje. • Houd het stokje in de lucht. De paperclips hangen naar beneden. Dit toont de werking van de zwaartekracht: simpel! • Echter, de volgende stap toont hoe de zwaartekracht ook kan tegengewerkt worden. • Plaats de drie magneten op de metalen lat (of bij gebruik van een houten lat, maak de drie magneten vast aan de lat met plakband). • Laat de lat rusten op twee torentjes (bijvoorbeeld een stapel blokken, boeken of iets dat kan dienen als steuntoren) met de kant van de magneten naar beneden gericht. • Neem de touwtjes met paperclips van het stokje, en plak de touwtjes onder de lat met magneten op de tafel. Houd elke paperclip dicht bij de magneet tot ze blijven hangen in de lucht. • De magnetische kracht werkt de zwaartekracht tegen. Neem nu de lat weg: wat gebeurt er?
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Albert Einstein. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
2
Albert Einstein
Knutselen: Maak het zonnestelsel
Leer alle planeten van ons zonnestelsel kennen met deze knutselopdracht! Voor deze opdracht kan je werken met verschillende materialen. Probeer bijvoorbeeld de volgende dingen uit: • Maak pompons in verschillende kleuren en groottes en bind deze op verschillende hoogtes vast aan een stok of cilinder. Hang de constructie op zodat de pompons de verschillende planeten en afstanden weergeven. • Gebruik oude knoppen van kleren in verschillende groottes. Schilder ze in de juiste kleur en plak ze op een papier waarop het zonnestelsel schematisch wordt weergegeven (eventueel kan je de zon al plaatsen, en cirkels rond de zon maken die de afstanden weergeven). • Met papier-maché, balletjes uit piepschuim of klei kan je ook aan de slag. Na een eerste voorstelling van de verschillende planeten uit ons zonnestelsel, en de afstanden die zij hebben tot de zon, kunnen de kinderen aan de slag om het zonnestelsel ineen te knutselen.
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Albert Einstein. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
3
Albert Einstein
Hoe maak je de planeten met papier-maché?
Wat heb je nodig? • Oud krantenpapier • Bloem (1 kopje) • Water (2 kopjes) • Verf • Ballonnen • Doe de voorbereiding op de eerste dag, de dag erna kan het knutselwerk worden afgerond. Hoe ga je te werk? • Ontdek eerst met de kinderen welke planeten er zijn, hoe groot ze zijn, welke kleur ze krijgen. Vergeet de zon niet! • Blaas de ballonnen op naargelang de grootte van de verschillende planeten. • Scheur het krantenpapier in slierten. • Meng het water met de bloem in een kom. • Dep de slierten krantenpapier in het bloem-water mengsel, schud het teveel aan water eraf en plak de slierten op de ballon. Herhaal dit totdat alle ballonnen met twee of drie lagen krantenpapier bedekt zijn. • Laat de ballonnen drogen gedurende minstens een nacht. • De volgende dag kan je de ballonnen doorprikken en het papier-maché beschilderen in de afgesproken kleuren. • Optioneel: hang de planeten op in de klas naar het model van ons zonnestelsel. Of plak ze tegen een groot stuk karton en zet de namen erbij.
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Albert Einstein. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
4
Albert Einstein
Leer en knutsel: Kompas leren lezen + Maak je eigen kompas!
Haal de avonturier in jezelf naar boven! Toen Albert Einstein als kind een kompas kreeg, was dat het begin van zijn ongelofelijke zoektocht naar kennis. Maar weet jij hoe een kompas werkt? Haal kaarten boven in de klas en ontdek samen hoe een kompas werkt. Krijg je er niet genoeg van? Maak dan je eigen kompas! Wat heb je nodig? • Een magneet (voorzichtig bij het gebruiken van magneten) • Een naald (voorzichtig met de scherpe punt, liefst een botte naald gebruiken) • Een kom met water • Een klein voorwerp dat blijft drijven, bijvoorbeeld een kurk Hoe ga je te werk? • Wrijf de magneet tegen de naald voor een 20-tal seconden, altijd in dezelfde richting. Dit zorgt ervoor dat de naald gemagnetiseerd wordt, zoals de naald in een kompas. • Maak de naald vast aan de kurk (of een ander voorwerp dat blijft drijven op het water). Gebruik hiervoor bijvoorbeeld plakband. • Leg de kurk met de naald in de kom met water. • De naald op de kurk zal ronddraaien op het water totdat ze het noorden heeft gevonden.
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Albert Einstein. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
Lesbrief
Albert Einstein
5
Ontdek de woorden
Deze woorden hebben allemaal iets met Einstein te maken. Streep ze weg in het lettervak.
I C S C X T D U I T S L A N D
X K O T E N H O O C Z S A R M R E M K D S E N B T O M R J P A R E A D J W W E Z L I W E T
N E X F J A T T S B O C E C E
A G R Y P I A Z A B Q A D H N
T I E T I S R E V I N U N T S
U U T F M R R P R W W F U S C
U B N N D E S R L F C N K T H
R F R D E I N S T E I N S R A
AFBUIGEN DUITSLAND EINSTEIN GENIE LICHTSTRALEN NATUURKUNDE NOBELPRIJS ONDERZOEK
K A E L U T J L X O B E I A P
U T N I Z D A G N E S O W L P
N C X Y N J Z P H B J J N E E
D M U S R E V I N U X G X N R
PATENT THEORIE UNIVERSITEIT UNIVERSUM WETENSCHAPPER WISKUNDE ZWAARTEKRACHT
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Albert Einstein. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
E K F R U Y G L T H E O R I E
Lesbrief
6
Albert Einstein
Ganzenbord over Darwin
Ga met Einstein mee op onderzoek uit. Hiervoor heb je het ganzenbordspel nodig dat op de volgende pagina staat. Let op! Tijdens het spel zal je enkele vragen moeten beantwoorden. Heb je het boekje aandachtig gelezen? Dan vind je zeker het juiste antwoord! Voor dit spel heb je alleen nog een dobbelsteen en pionnen nodig, de rest vind je hier. Wat moet je doen? • Pak het bordspel erbij dat op de volgende pagina staat. • Knip de vragenkaartjes uit. Je vindt ze op de laatste pagina. Hoe speel je het spel? Gooi met de dobbelsteen. Ga dan het aantal ogen vooruit. Kom je op een getal, dan doe je niets. Kom je op een raket, dan mag je een vak vooruit. Kom je op een kompas terecht, dan ga je een vak terug. Kom je op een stopwatch, dan mag je een vraag beantwoorden. Heb je die vraag juist beantwoord, dan mag je de volgende beurt weer verder. Beantwoord je ze fout, dan moet je blijven staan.
Wie het eerst aan de finish is, heeft gewonnen!
Start
1 20
2
21
22
23
FINISH
24
19
3
18
4
17
5
28
14
7 8
13 11
39
27
16 15
10
40
26
6
9
41
25
12
38
29
37
30
36
31
35 32
33
34
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Albert Einstein. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
32 31
30
29
28
27
26
12
13 11
7 6
5
4
3
2
1
Start
8
9
10
17
18
19
20
16
14
15
22
23
24
25
33
34
35
36
37
38
39
40
41
FINISH
21
Deze lesbrief hoort bij Kleine helden – Albert Einstein. In samenwerking met Nathalie: leerkracht, mama en blogster van www.unicornsandfairytales.be
1. Print de vragen uit en kleef het papier op karton. 2. Knip de kaartjes uit.
Albert
Albert
Albert
V: Waar werd Albert Einstein geboren?
V: Welk voorwerp werd uitgevonden in hetzelfde jaar als Einstein werd geboren?
V: Wat is er zo speciaal aan een kompasnaald?
EINSTEIN A: In Duitsland.
EINSTEIN
A: De gloeilamp.
EINSTEIN A: De naald geeft altijd dezelfde richting aan, namelijk het noorden.
Albert
Albert
Albert
V: Waarom vond de jonge Albert de lessen op school niet leuk?
V: Wat was de eerste baan van Einstein?
V: Weet je nog de naam van Einsteins eerste theorie? Bonusvraag: Kan je ook de naam van de tweede theorie geven? Heb je het juist, dan mag je een stap vooruit.
EINSTEIN
EINSTEIN A: Hij werkte op een patentenbureau.
A: De leerlingen moesten marcheren, een uniform dragen, en ze mochten helemaal niets vragen. Net zoals in het leger.
EINSTEIN
A: Eerste theorie: De speciale relativiteitstheorie. BONUS: Tweede theorie: Algemene relativiteitstheorie.
Albert
Albert
Albert
V: Wat zorgt ervoor dat dingen op de grond vallen (en niet, bijvoorbeeld, in de lucht blijven hangen)?
V: In welk jaar kreeg Albert Einstein de Nobelprijs voor Natuurkunde? Was dat 1905, 1919 of 1921?
V: Waarom moest Albert Duitsland verlaten?
A: De zwaartekracht.
A: 1921.
A: Albert was van joodse afkomst. Toen Adolf Hitler en de nazi’s aan de macht kwamen, begonnen zij Joden te vervolgen. Albert vluchtte naar Amerika.
Albert
Albert
Albert
V: Hoe noemen we de grote ontploffing aarbij de aarde is ontstaan?
V: Wat beweegt zich sneller dan alles?
EINSTEIN
EINSTEIN V: Dankzij de theorieën van Albert Einstein zijn er heel wat belangrijke uitvindingen gedaan. Kan jij een uitvinding noemen die veel mensen vandaag gebruiken? Bonusvraag: Weet je waarvoor deze letters staan? Heb je het juist, dan mag je een stap vooruit. A: De GPS. BONUS: Global Positioning System.
EINSTEIN
EINSTEIN
A: De Big Bang.
EINSTEIN
EINSTEIN A: Het licht.