Getuigenissen

Page 1

GETUIGENISSEN VAN SLUIPENDE UITSLUITING

Getuigenissen van sluipende uitsluiting Een luisternetwerk op zoek naar sociaal onrecht

n de steek gelaten Jos, een sociale paria 24 jaar en het leven al achter zich Geen geld, geen verzorging Verlaten en alleen Zonde dak noch recht Ziekte, symptoom van armoede Een hondenleven De lijdensweg naar school De deurwaarder en de flessenwarme Menselijke last Geen medelijden met gehandicapten Zo klein en al zo anders De huisjesmelkers Cijfers en letters Te menselijk Kafka in de gevangenis Voorwaarden zonder voorrechten Verboden te groeien Kop: ik win. Munt: jij verliest. Helpers zonder hulp U mag nog van geluk spreken (Over)levenspeil Controles bij de vleet Laat anderen het maar oplossen Een droomleven Een bittere nasmaak Er zijn grenzen Klein verschil, grote gevolgen Een ongelijke strijd Kansarmoede op school Op het slechte pad Valse star De ene uitsluiting na de andere Onvrije tijd Onmenselijk Onmacht Jongeren op dool Men is nooit te oud om gestraft te worden Tweederangs burger Reglement is reglement Een sprankeltje leven Eenzaamheid op het platteland Pingpong-gezin Ouderen in de vergeethoek Een kind als een voorwerp behandelen Ik moet uw hulp niet Gemakkelijkheidsoplossing Straatje zonder einde


Getuigenissen van sluipende uitsluiting Een luisternetwerk op zoek naar sociaal onrecht


Deze uitgave is ook beschikbaar in het Frans onder de titel: ‘Témoignages d’exlusions au quotidien. Un réseau d’écoute pour détecter des injustices sociales.’ Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 te 1000 Brussel Auteur: Carine Vassart, Communication sprlu Vertaling: Peterjan Bogaert, Erik Tack Coördinatie voor de Koning Boudewijnstichting Françoise Pissart, directrice Sabine Denis, programma-adviseur Ann Vasseur, directie-assistente Grafische vormgeving: Megaluna+Triumviraat Druk: Arte-Print Illustraties: Marina Cox Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Deze uitgave kan gratis besteld worden: on-line via www.kbs-frb.be per e-mail naar publi@kbs-frb.be telefonisch bij het Contactcentrum - Koning Boudewijnstichting tel +32-70-233 728 fax +32-70-233 727 Wettelijk depot: D/2005/2893/23 ISBN: 90-5130-510-9 NUR: 740 Oktober 2005 Met de steun van de Nationale Loterij


Inhoud 7

Een luisternetwerk op zoek naar sociale onrechtvaardigheid

9

Voorwoord

11

Wanneer het sociale vangnet nog mazen heeft

12

Jos, een sociale paria

13

24 jaar en het leven al achter zich

13

Michel, oud en vergeten

14

Geen geld, geen verzorging

15

Gezinnen op de dool

16

Verlaten en alleen

17

Alles gegeven, alles verloren

17

Dubbele sociale uitsluiting

18

Zonder dak noch recht

18

Voorbij de zelfkant

19

Is dit echt een “bestaans”minimum?

19

Ziekte, symptoom van armoede

21

Een hondenleven

23

Wanneer de allerzwaksten geen recht op menselijkheid meer hebben

24

In de steek gelaten

24

De lijdensweg naar school

24

Ziek en opstandig

25

(On)toegankelijkheid

25

De deurwaarder en de flessenwarmer

26

Gebrekkige communicatie

26

Wie luistert er?

27

Menselijke last

28

Geen medelijden met gehandicapten

28

Bijstand zonder warmte

29

Gehandicapten moeten maar te voet gaan

29

Betalen om naar buiten te gaan

30

Wie rijk en machtig is…

30

Studeren tegen elke prijs

31

In goede handen?


33

Wanneer integratie veeleer een hindernis­parcours lijkt

34

Zo klein en al zo anders

35

Een droomleven

36

De huisjesmelkers

36

Cijfers en letters

38

Te menselijk

40

De kleren maken de man niet

40

Op het gelaat te lezen…

43

Wanneer men denkt dat de bureaucratie niet meer bestaat

44

Kafka in de gevangenis

44

Voorwaarden zonder voorrechten

45

Verboden te groeien

46

Het noodlottige cijfer

47

Kop: ik win. Munt: jij verliest.

48

Helpers zonder hulp

48

U mag nog van geluk spreken

49

(Over)levenspeil

50

Wie helpt ons?

50

Controles bij de vleet

51

Een bittere nasmaak

51

Er zijn grenzen

52

Klein verschil, grote gevolgen

52

Een ongelijke strijd

55

Wanneer gelijke kansen een mythe blijven

56

Kansarmoede op school

57

Beroepsgeheim?

58

Op het slechte pad

59

Valse start

60

Een twijfelachtige “keuze”

60

Ge(de)socialiseerd?

62

De ene uitsluiting na de andere

63

Onvrije tijd

[ ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

65

]

Wanneer ouderdom niet gelijkstaat met rust

66

Onmenselijk

66

Belangeloze bezoekjes?

67

Openbare “dienstverlening” zei u?!

67

Men is nooit te oud om gestraft te worden

68

Tweederangs burger

68

Reglement is reglement

69

Een sprankeltje leven

70

Eenzaamheid op het platteland

71

Schattenjacht

72

Men kan ook te goed zijn

72

Eerste hulp bij ouderdom?

73

Ouderen niet toegelaten

75

Wanneer de afwijzing van de anderen een levens­wijze wordt

76

Een kind als een voorwerp behandelen

77

Laat anderen het maar oplossen

78

De ouders gebuisd

79

Ouderen in de vergeethoek

79

Pingpong-gezin

81

Ik moet uw hulp niet

82

Gemakkelijkheidsoplossing

82

Onmacht

82

Jongeren op de dool

83

Straatje zonder einde

84

(V)echtscheidingen

85

De getuigen

[ ]


Wanneer het sociale vangnet nog mazen heeft

[ ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Getuigenissen van sluipende uitsluiting Een luisternetwerk op zoek naar sociale onrechtvaardigheid Naast de bestrijding van armoede en uitsluiting maar ook de promotie van een samenleving van gelijke kansen en solidariteit zijn altijd vanzelfsprekende aandachtspunten van de Stichting geweest. Het ‘Algemeen Verslag Armoede’ (1994) was eens scharniermoment. Nu, 10 jaar later, zijn de vaststellingen die hierin opgenomen werden nog steeds actueel. Het is de grote verdienste van de verzorgingsstaat dat de solidariteit met kwetsbare groepen structureel wordt georganiseerd. Toch heeft niet iedereen de reële mogelijkheden om zijn of haar leven op kwaliteitsvolle wijze te organiseren. Het is de taak van de Stichting om steeds aandacht te hebben voor deze kwetsbare groepen en de samenleving hierop attent te blijven maken. In die zin wil de Stichting een uitkijkpost zijn en blijven inzake sociale rechtvaardigheid. Het is van belang dat de Stichting als uitkijkpost in interactie gaat met de mensen op het terrein. Daarom werd binnen het programma Sociale Rechtvaardigheid in 2002 het luisternetwerk opgestart. Er werd een beroep gedaan op tweehonderd bevoorrechte getuigen. De antennes van de Stichting op het terrein. Zij komen uit alle sectoren en geledingen (rechters, schooldirecteurs, politieagenten, straathoekwerkers, thuisverpleegsters, artiesten, vrijwilligers...). Zij rapporteerden op regelmatige basis getuigenissen over verdoken of aanslepend onrecht. Meer dan 300 verhalen werden zo verzameld. Een decoderingscomité (journalisten, professoren, ambtenaren, etc) heeft al deze verhalen gelezen en grondig besproken en de Stichting geholpen om daaruit een twintigtal thema’s te distilleren waarrond ze eigen acties wilden ondernemen. Waar mogelijk heeft de Stichting steeds partners betrokken bij de uitwerking en uitvoering van elk van die projecten. Zo werd de impact van deze initiatieven vergroot en een duurzame aandacht gewaarborgd. In totaal werden twintig projecten verwezenlijkt over een periode van 2 jaar. Zo hebben getuigenissen vanuit gevangenissen de Stichting ertoe aangezet zich te buigen over de problemen van de vreemdelingen in deze instellingen. De Stichting publiceerde een wetenschappelijk rapport over de verschillende vormen van sociaal onrecht waarmee buitenlandse gedetineerden te maken hebben. Vervolgens werd contact opgenomen met de bevoegde instanties om een aantal van deze problemen ook op het [ ]


terrein aan te pakken. Opvallend waren ook de verhalen over eenzaamheid van thuiswonende hoogbejaarden. Met als thema ‘Zet een netwerk op voor hoogbejaarden – Haal 80-plussers uit hun isolement’ heeft de Stichting een projectoproep gelanceerd om nieuwe initiatieven aan te moedigen. Meer dan 70 initiatieven van thuiswonende 80-plussers kregen zo financiële steun. Uit de getuigenissen van het luisternetwerk kwam ook de moeilijke relatie tussen allochtone ouders en de scholen naar voor. De Stichting kende daarop financiële hulp toe aan 35 initiatieven die scholen en allochtone ouders dichter bij elkaar brengen. In het verlengde hiervan werd ook een studiedag georganiseerd voor de actoren die een positieve samenwerking tussen gezin en school tot stand willen brengen. Op basis van de getuigenissen uit het luisternetwerk werden ook nog projecten opgezet om thuisverzorgers of ‘mantelzorgers’ te versterken, om de hulpverlening uit te breiden aan migrantenvrouwen die verstrikt zijn in huwelijksproblemen, om aandacht te vestigen op de groeiende digitale kloof - in het bijzonder voor oudere mensen, om bijkomende vorming te bieden aan pedagogen uit het buitengewoon onderwijs die het groeiende aantal jongeren met gedrags- en emotionele problemen opvangen en begeleiden, etc. Toch hebben niet alle getuigenissen geleid tot concrete acties en projecten vanwege de Stichting. Er waren nog veel meer verhalen over mensen die nog altijd tussen de mazen van het vangnet glippen, over uitsluiting door gebrek aan medeleven of een te strikte toepassing van de letter van de wet, over kwetsbare kinderen en ouderen, etc. Het is onmogelijk al deze verhalen te vertalen in projecten of initiatieven. Dit is ook niet noodzakelijk. Vaak zijn een beetje goede wil, een beetje respect en een beetje medeleven voldoende opdat het leven van deze mensen een andere wending zou nemen. Daarom heeft de Stichting beslist een selectie van deze verhalen te bundelen en te publiceren. Het is hierbij niet de bedoeling beschuldigingen te uiten, wantoestanden aan te klagen of instellingen of maatregelen ter discussie te stellen. De verhalen worden trouwens bruto overgeleverd, zoals de getuigen van het luisternetwerk ze hebben opgeschreven. Elk verhaal bevat de eigen subjectiviteit, emotionaliteit en accenten van de getuige. De verhalen werden niet nagetrokken op juistheid of authenticiteit. Dit is niet de bedoeling. Deze bundel wil enkel weerklank geven aan verhalen van levens die verglijden. We willen hierbij aantonen dat, ook vandaag nog, een aantal mensen er niet in slagen hun leven op kwaliteitsvolle manier te realiseren. Voor de meeste lezers zullen de verhalen herkenbaar zijn, voor andere misschien toch een verrassing. We hopen in ieder geval dat de verhalen er zullen toe bijdragen dat de meest kwetsbaren in onze samenleving meer aandacht krijgen. ] De Koning Boudewijnstichting

[ ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Voorwoord Armoede en sociale uitsluiting in onze welvaartmaatschappij. Er bestaan vele uitstekende rapporten hierover, met belangwekkende gegevens, analyses en aanbevelingen. Ze zijn het lezen en bestuderen waard. Wij hebben een andere, complementaire, benadering gevolgd. We gingen op zoek, niet naar DE armoede, maar naar armen, naar uitgeslotenen. Hun verhaal, hun getuigenis wilden we horen en lezen. Hoe zijn ze in hun situatie verzeild geraakt? Wat hebben ze beleefd en hoe hebben ze dit beleefd? Hebben zij de gepaste hulp gevonden? Meestal vonden we mensen, die een opeenstapeling van handicaps en tegenslagen hebben gekend. Vaak het noodlot, soms ook een stukje eigen schuld. Een aantal bevoorrechte getuigen tekenden hun verhaal op: leerkrachten, kappers, artsen, verplegers, buurtwerkers, priesters, maatschappelijke werkers, gevangenisbewakers, buren… Subjectief? Wellicht wel, maar telkens een eerlijke getuigenis. Konden deze mensen niet terecht bij de vele professionele diensten en instanties, die wij in het leven riepen? Jawel, zeker. Ze verrichten knap werk, vaak in moeilijke omstandigheden. De professionalisering van de hulpverlening is een belangrijke verworvenheid, maar schept ook problemen. Elk verhaal van uitsluiting is anders, en past niet altijd in de regels van professionele organisaties. Sommige armen worden gewoon niet bereikt, of worden niet echt geholpen. In ons comité hebben wij getracht de verhalen te “decoderen”, te verstaan en te interpreteren. Ons in te leven in de ellende van mensen, die hunkeren naar een huis en een thuis, wat bestaanszekerheid, een luisterend oor, wat warmte en een aangepaste opvang en opleiding voor hun kinderen. We gingen op zoek naar nieuwe vormen van sociaal onrecht, en vonden vele oude vormen, maar in een nieuwe gedaante. Een aantal verhalen raakten ons diep en inspireerden ons tot actie. De Koning Boudewijnstichting, knap en gedreven als altijd, speelde hierop in, en startte een eerste reeks projecten. In dit boekje willen we een aantal verhalen met u delen. ] Georges

M o n a r d [ voorzitter decoderingscomité

[ ]


os, een sociale paria 24 j ich M., oud en vergeten G Gezinnen op de dool Verla en, alles verloren Dubbel er dak noch recht Voorbij bestaans”minimum? Ziekt Een hondenleven In de ste aar school Ziek en opsta De deurwaarder en de flesse municatie Wie luistert er? M er warmte Gehandicapten Betalen om naar buiten te ga tuderen tegen elke prijs In l zo anders Een droomlev ers en letters Te menselijk iet Op het gelaat te lezen oorwaarden zonder voorre n Het noodlottige cijfer Ko Helpers zonder hulp U ma Over)levenspeil Wie helpt Een bittere nasmaak Er zi rote gevolgen Een ongelij chool Beroepsgeheim? Op Een twijfelachtige “keuze” G itsluiting na de andere On angeloze bezoekjes? Open ?! Men is nooit te oud om g angs burger Reglement is even Eenzaamheid op het Men kan ook te goed zijn E Ouderen niet toegelaten E ehandelen Laat anderen h ers gebuisd Ouderen in d ezin Ik moet uw hulp niet G Onmacht Jongeren op de d


jaar en het leven al achte Geen geld, geen verzorging aten en alleen Alles gege le sociale uitsluiting Zon de zelfkant Is dit echt een te, symptoom van armoede eek gelaten De lijdensweg andig (On)toegankelijkheid enwarmer Gebrekkige com Menselijke last Bijstand zon Wanneer n moeten maar te voet gaan het sociale vangnet 1 aan Wie nog rijkmazen en heeft machtig is… n goede handen? Zo klein en ven De huisjesmelkers Cij k De kleren maken de man n… Kafka in de gevangenis echten Verboden te groei op: ik win. Munt: jij verliest ag nog van geluk spreken ons? Controles bij de vlee ijn grenzen Klein verschil jke strijd Kansarmoede op p het slechte pad Valse star Ge(de)socialiseerd? De ene nvrije tijd Onmenselijk Be nbare “dienstverlening” ze gestraft te worden Tweede reglement Een sprankeltje t platteland Schattenjach Eerste hulp bij ouderdom? Een kind als een voorwerp het maar oplossen De ou de vergeethoek Pingpong Gemakkelijkheidsoplossing dool Straatje zonder einde

[

Het stelsel voor sociale

bescherming van ons land is

volgens velen een van de beste

ter wereld. Toch gebeurt het nog dat de uitgestotenen uit onze

maatschappij, de grote slachtoffers van het leven, door de mazen van

het net voor sociale bescherming en maatschappelijke bijstand glippen.


Wanneer het sociale vangnet nog mazen heeft

Jos, een sociale paria [  Jos draagt al heel zijn leven krantjes en reclamefolders rond in de gemeente. Hij is al een oudere mens, in de 70, en hij bust een ganse dag folders van de middenstand. Zijn moeder had vroeger een krantenwinkeltje en toen hing dat ronddragen van reclame daaraan vast. Hij deed dat werk voor de plaatselijke verenigingen en handelaars. Zijn moeder is al lang overleden, het winkeltje is gesloten. Hij is zijn job blijven doen, maar hij is nooit met iets in orde geweest. Hier gaat het om generatiearmoede. Moeder en zoon zijn altijd sociaal onaangepast geweest, ze vielen buiten het reguliere leven. Toch blijft hij functioneren. Iedereen kent hem, alle middenstanders doen een beroep op hem om hun reclame rond te dragen. Velen praten met hem, hij op zijn fiets is een vertrouwd beeld in het dorp, maar niemand vraagt zich af hoe hij overleeft. Hij heeft zelf een huis, de erfenis van zijn moeder, maar dat is niet onderhouden en is langzaam een krotwoning aan het worden. Er is geen stromend water of elektriciteit. Toch woont hij daar, met z’n 15 katten. Hij kookt niet, want daar heeft hij geen installatie voor. Hij heeft geen sociaal leven, is nooit bij een vereniging geweest en is een beetje een zonderling. Maar hij is met niets in orde: nergens ingeschreven, geen ziekteverzekering, niets. Blijkbaar heeft hij wel een pensioen van 8.000 BF, plus dan zijn zwarte inkomsten van het ronddragen. Dat is zo typisch: alles gaat goed en iedereen kent hem zolang het goed gaat. Maar nu hij problemen heeft, helpt niemand. Zijn buren hebben hem overhaald naar een dokter te gaan. Toen bleek dat hij al een paar keer naar een dokter in het dorp geweest was. Die man heeft steeds 25 euro gevraagd, waarschijnlijk ook in ‘t zwart, en laat Jos weer gaan. Naar de apotheker is hij nooit geweest want daar moet hij de volle pot betalen. Hij heeft heel zijn leven niet geweten hoe alles ineenzit. Gisteren zijn ze me komen vertellen dat hij volgende week geopereerd wordt. Hij ondergaat drie verschillende operaties in een keer, wat zwaar wordt voor hem. Daarna heeft hij naverzorging nodig. Hij heeft geen stromend water, enkel een waterpomp, maar door de warme zomer staat die droog en gaat hij bij de buren een kitje water halen. Als hij moet rusten, kan hij dat niet. Wat blijkt: het wit-geelkruis komt niet als er geen stromend water is. Dus hem komen wassen, gaat dan niet want er is geen stromend water. De mensen zonder stromend water worden niet verzorgd, hoewel zij het waarschijnlijk het meest nodig hebben. We rekenen er niet meer op dat die situaties bestaan, dus worden ze ook niet ingecalculeerd en bestaat er niets meer voor. Er bestaan prachtige initiatieven voor hulpverlening. Het werkt eigenlijk goed. Maar iemand als Jos valt er volledig uit. ] G.O.[

[12]

sociaal assistente, Brecht


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

24 jaar en het leven al achter zich [  Er is een jong gezinnetje, ze hebben een klein kindje, en die man valt tussen alle stelsels. Hij is zijn werk kwijtgeraakt en op de RVA zeggen ze: ‘Jij bent te zwak qua gezondheid om te werken’. Maar op de ziekenkas zeggen ze: ‘Je bent niet ziek genoeg om invalide te zijn’. Dus hij valt tussen de twee stelsels. Hij heeft nu nog wel een vervangingsinkomen, maar hij is niet invalide en hij kan ook geen werk meer vinden, want hij heeft geen diploma’s of attesten en komt uit het bijzonder onderwijs, staat zeer zwak op de arbeidsmarkt. Hij is nog maar 24 of zo, maar wij hebben al het gevoel: ‘het is gedaan voor heel zijn leven’. Hij heeft een hele zwakke rug, helemaal geen fysiek om fysieke arbeid te verrichten, maar voor de rest heeft hij heel weinig mogelijkheden. Dan is het heel erg moeilijk, want wat voor werk moet je voor zo iemand vinden? Daar is geen kat meer mee bezig. En je voelt heel goed dat alle systemen hem hebben afgeschreven en hij is nog maar 24! En hij is een jonge vader, met een kindje met veel medische problemen er nog bij ook, net als de mama en papa, licht mentaal gehandicapt, minstens. Het kind is nu al achter in de ontwikkeling. Dus dan denk je: ‘dat gaat dezelfde kant uit’. En er is niet één instantie nog mee bezig, want overal zijn ze eigenlijk afgeschreven. ] G.O.[

sociaal assistente, Brecht

Michel, oud en vergeten [  Michel, 73 jaar woont al jaren in een gehuurde krotwoning. Hij leeft vrij sober, luistert enkel naar de radio, heeft geen tv. Elke zondagmorgen gaat hij een pintje drinken maar anders zit hij elke dag vóór zijn deur op een stoeltje. Hij heeft geen enkel idee van wat er bestaat aan hulpverlening. Hij is ook weinig assertief. Hij is hartpatiënt, heeft te kampen met longproblemen en is licht mentaal gehandicapt. Hij wordt ondersteund door het OCMW. Hij krijgt een gewaarborgd inkomen en een maatschappelijk assistent zorgt voor zijn budgetbeheer. Die maatschappelijk assistent doet dit al acht jaar voor hem. Maar op een dag komt Michel naar de woonwinkel en vraagt hulp. Zijn huis is vochtig en de eigenaar wil er niets aan doen. Ik begin met Michel te praten en hij vertelt zijn hele verhaal. De maatschappelijk assistent kwam blijkbaar maar twee keer per jaar op bezoek en de man vraagt of ik even met hem naar zijn huisje wil gaan kijken. Ik ga mee en in zijn woning is er geen enkele muur, die niet zwart ziet van de vochtigheid. Het huis is helemaal nat, de regen stroomt van de achterdeur naar de voordeur, de elektriciteit ligt gewoon zichtbaar langs de muren. De woonwinkel heeft kunnen bemiddelen. De eigenaar van [ 13 ]


Wanneer het sociale vangnet nog mazen heeft

het huis van Michel vond het blijkbaar allemaal vrij normaal want hij moest maar 2.700 BF per maand aan huur betalen en kon dus niet klagen. Er gebeurt een onderzoek en de woning wordt onbewoonbaar verklaard. De man moet dus gehuisvest worden. De gemeente weigert te helpen en ook het OCMW vindt dat zij niet moeten zorgen voor hem. Er werd uiteindelijk een serviceflat gezocht voor hem maar dat was niet mogelijk want het was te duur. De burgemeester zei dat de woning ongeschikt was voor bewoning. De man heeft daar uiteindelijk nog anderhalf jaar gewoond voordat er een oplossing kwam. ] M.K.[

coördinerend opbouwwerker, regio Kortrijk

Geen geld, geen verzorging [  Als wij langsgaan bij kansarme hulpbehoevenden thuis duiken er soms problemen op als wij extra materiaal nodig hebben. Toestellen zoals een zogenaamde stalen verpleegster, om een bedlegerig iemand op te tillen, moeten gehuurd worden. En daar hebben kansarme zorgbehoevenden geen geld voor. Evenmin hebben ze geld voor incontinentiemateriaal of voor doodgewone pleisters. Voor die dingen hebben ze dan bij ons facturen openstaan die tot anderhalf jaar terug gaan. De mensen in kwestie trekken dikwijls al een leefloon of een ziekte-uitkering, dus op nog meer steun van het OCMW moeten ze niet rekenen. Van een optimale verzorging is in veel gevallen dus geen sprake. Erger wordt het nog als er geen geld is voor medicatie. Sommigen komen dan op het idee om pilletjes over te slaan, om hetzelfde pakje voor een zo lang mogelijke tijd te kunnen gebruiken. Het verkeerd gebruiken van medicatie heeft soms vérstrekkende gevolgen. Een concreet verhaal: een tijd geleden wordt een man uit het ziekenhuis ontslaan. Hij is volledig bedlegerig, aan één kant verlamd en bovendien heel zwaarlijvig. Samen met zijn vrouw woont hij in een heel krappe sociale woning. Aan ons wordt gevraagd om de man verder thuis te verzorgen. Het eerste wat wij vragen, is zo’n stalen verpleegster. Zijn vrouw stuurt ons onmiddellijk weg, omdat ze zoiets niet kan betalen. Vervolgens doet ze een beroep op een verpleger die zelfstandig werkt. Na een aantal maanden krijgen wij dan weer telefoon van de sociale dienst van het ziekenhuis, met de vraag of wij de taak weer willen overnemen want de zelfstandige verpleger kan het niet meer aan. Als wij opnieuw langsgaan, blijkt dat de man vijf maanden aan een stuk bewegingsloos in zijn bed gelegen heeft, met alle gevolgen vandien. Hij schreeuwde van de pijn toen we hem met veel moeite wilden rechtop zetten. ] L.C.[

[14]

thuisverpleegster, Tongeren


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Gezinnen op de dool [  Kansarme gezinnen van het dorp konden vroeger beroep doen op een informeel sociaal netwerk in de buurt: de buren, de school, de huisarts, de parochie…. die hun hulp boden waar en wanneer nodig. Die gezinnen vormden altijd uitzonderingen. Sinds vijftien jaar echter zien we ook hier, net zoals in de steden, achtergestelde woongebieden verschijnen. Deze hergroepering van de armoede zorgt ervoor dat deze dorpssolidariteit verdwijnt. Grondbezitters en huisbazen zonder al te veel scrupules zien hun kans schoon om hun oude eigendommen een nieuwe bestemming te geven. Oude kasteeltjes en boerderijen bijvoorbeeld worden ingedeeld in al dan niet gemeubileerde huurkamers, waarvoor meer gevraagd wordt dan ze waard zijn, maar minder dan een klein huis in de dorpskern. Hier komen de mensen terecht die weinig financiële middelen hebben, en zo ontstaan achtergestelde buurten. Deze woonsten worden dan opgekalefaterd met de goedkoopste materialen, zonder rekening te houden met kwaliteit of veiligheid. De huisarts gaat regelmatig op bezoek in dit type woningen waar de verwarming het niet doet, de schimmel op de muren staat en de kinderen bijgevolg vaak ziek zijn… Hij legt aan de ouders uit dat ze eerst deze materiële problemen dienen te verhelpen voor de gezondheid van hun kinderen, maar vaak zonder succes. En wanneer hij ze in contact brengt met sociale instellingen, vragen ze in de eerste plaats financiële hulp. Hun huisvesting is nooit de eerste van hun zorgen… Gezinnen en alleenstaanden die dit soort woonst betrekken, duiken vaak op bij het OCMW, of hebben niets meer. En soms komen ze echt van ver. “Het probleem is dat deze mensen met niemand banden hebben. Na zes maanden betalen ze hun huur niet meer en vertrekken ze met de noorderzon naar god-weet-waar. Zes maand is net de tijd die sociale diensten nodig hebben om probleemsituaties goed in te schatten, zodat ze voor een sociaal netwerk kunnen zorgen. Hierbij wordt eerst aan de kinderen gedacht, want het zijn zij die de meeste dringende hulp nodig hebben. Maar wanneer het kind dan geneest en het een goede nieuwe start zou kunnen maken, dan gaan ze weg…” Sommigen kiezen er daarna voor om in een stacaravan op een camping te gaan wonen, waarvoor ze nóg minder huur betalen. Maar in de winter is deze ‘oplossing’ echt onleefbaar. ] P.F.[

huisarts, platteland Henegouwen

[ 15 ]


Wanneer het sociale vangnet nog mazen heeft

Verlaten en alleen [  Zowat een jaar geleden maakte ik deel uit van een groep jonge vrouwen die op zaterdag eten klaarmaakte voor daklozen en dat bedeelde in twee nachtelijke opvangcentra voor daklozen. Niemand van ons begrijpt het hoe en het waarom van dergelijke extreme situaties in een welvarend land als het onze. Zo was er een oude man die elke zaterdag kwam, om daar zijn enige warme maaltijd van de week te komen opeten. Op een dag kwam hij helemaal verkleumd van de kou aan, en vertelde ons met tranen in de ogen zijn verhaal. Het was een Belg die zijn hele leven hard gewerkt had, maar niet kon lezen of schrijven. Zijn vrouw was overleden. Nadat hun enige zoon getrouwd was, had deze nooit meer iets van zich laten horen. En dus woonde hij alleen in een appartement dat hij huurde, tot hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikt had. Op dat moment kreeg hij enkele documenten toegestuurd om in te vullen, maar omdat hij niet wist waarover het precies ging, deed hij er niets mee. Ik laat de details achterwege, maar ik kan u verzekeren dat hij een lange administratieve lijdensweg afgelegd heeft om zijn pensioen te regelen. Het werd een eindeloos parcours dat hem van de ene sociale dienst naar de andere hulpverlenende instantie leidde, helaas zonder succes. Hij raakte helemaal ontmoedigd en had geen inkomsten meer. Met het weinige spaargeld dat de man had, kon hij ook de huur niet lang meer betalen en werd hij uit zijn woonst gezet. Zo ging hij maar van hier naar daar en begon een zwervend bestaan. Nu leeft hij op straat, en weet hij niet eens meer hoe lang al. Hij is uitgeput en weet niet wat doen om uit deze impasse te geraken... Wat mij ongelooflijk raakt in dit verhaal, is het simpele feit dat zoiets kan gebeuren! Dat dit mogelijk is en dat ons sociaal systeem niet soepel en sterk genoeg is om zoiets te vermijden. Die man heeft ook rechten. Hij heeft zijn hele leven gewerkt en belastingen betaald om ook na zijn loopbaan een mooi leven te kunnen leiden en toch... Dat hij dit moet meemaken vind ik heel onrechtvaardig. Zoiets zou nooit meer mogen gebeuren. Dat was het verhaal. Ik ken die man niet persoonlijk en ik weet niet hoe het hem verder is vergaan. Wij hadden hem aangeraden hulp te zoeken bij een instelling die sociale bijstand verleent. We hebben sindsdien niets meer van hem gehoord. Hij is in ieder geval niet meer teruggekeerd naar het nachtelijke opvangcentrum om er op zaterdagavond zijn avondmaal te eten. De voorbije winter was heel streng. De koude rillingen lopen ons nog over de rug telkens we aan hem denken... ] J.B.[

[16]

kaderlid, Brussel


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Alles gegeven, alles verloren [  Dit is het verhaal van een grootvader, dat mij werd verteld door zijn zoon. De grootvader had een houtzagerij in de Ardennen. Veertig jaar lang had hij voor het inkomen gezorgd voor een tiental gezinnen uit de streek. Maar plots ging hij failliet. Hij had alles verloren. Met het leefloon als enige bron van inkomsten betrok hij daarna een kleine, zonevreemde chalet met goedkeuring van de gemeente. Toen zijn chalet echter afbrandde, kwam hij zonder woonst te zitten. Als conciërge bij een groot bedrijf gespecialiseerd in vrachtwagenonderhoud, beschikt hij terug over een appartement. Zelfs nu hij meer dan 70 jaar is, moet hij nog vaak opstaan ’s nachts om de poorten te openen. U vraagt zich misschien af wat er nu onrechtvaardig is in dit verhaal. Heeft deze grootvader, die nochtans zijn hele leven gewerkt heeft, dan geen recht op “een welverdiend pensioen”? Waarom dan? Zijn zelfstandigenstatuut - en zijn kortzichtigheid zal men u misschien wijsmaken - laat hem niet toe te genieten van dezelfde sociale zekerheid als zijn arbeiders die, net als hij, gewerkt hebben in de zagerij en die, net als hij, hun werk verloren zijn. Deze onrechtvaardigheid is in ieder geval hard om dragen voor zijn zoon: “Kijk nu wat er van mijn vader geworden is, uitgerekend hij die al die jaren voor het inkomen van een tiental gezinnen gezorgd heeft!” ] J.L.[

kunstenaar, Erezée

Dubbele sociale uitsluiting [  Wat mij opvalt is dat we de laatste jaren steeds meer kunnen spreken van de zogenaamde ‘dubbele sociale uitsluiting’. Daarmee bedoel ik dat mensen in problemen vaak niet meer terecht kunnen in organisaties die oorspronkelijk bedoeld zijn om die problemen op te vangen. In de psychiatrie merken we dat de zwarte lijst met psychiatrische patiënten die niet meer kunnen worden opgenomen langer en langer wordt. Het gaat dan om mensen die vanuit hun ziektebeeld of vanuit een combinatie van allerlei moeilijkheden gedragsproblemen stellen De groep en de begeleidende staf maken moeilijk. Deze mensen blijven dan in de samenleving ronddolen, met alle gevolgen vandien. Of ze kloppen aan bij diensten voor ambulante begeleiding, die echter niet het geschikte aanbod hebben om hen op te vangen. Hetzelfde fenomeen doet zich voor op het vlak van sociale huisvesting. Bedoeld als vangnet voor mensen die op de privé-markt moeilijk een betaalbare woning op de kop kunnen tikken, merken we dat huisvestingsmaatschappijen vaak de redenering omdraaien. Meneer Y of mevrouw X met financiële [ 17 ]


Wanneer het sociale vangnet nog mazen heeft

problemen komen niet aan de bak want – zo redeneren de huisvestingsmaatschappijen – die gaan waarschijnlijk toch hun huur niet regelmatig betalen. En de rekeningen moeten toch kloppen, bovendien vraagt de zogenaamde sociale mix dat ook de middeninkomens een kans krijgen. Op die manier krijgen bijvoorbeeld daklozen zeer moeilijk toegang tot de sociale huurmarkt, wat op zijn minst toch verbazend mag genoemd worden. ] F.A.[

welzijnswerker, Menen

Zonder dak noch recht [  Een internationale chauffeur werd in Frankrijk wegens dronkenschap tegengehouden. Zijn rijbewijs werd 6 maand ingetrokken en hij had een boete van 100.000 BF en een boete van 30.000 BF aan zijn baas. Hij woonde al altijd in zijn vrachtwagen. Hij was daardoor ondertussen ambtshalve geschrapt in de stad, want hij had geen adres. Hij bestond dus niet meer, had geen werk, kon niet rekenen op hulp bij het OCMW of andere welzijnsdiensten. Dus plots sta je van de ene dag op de andere op 0. Hij wordt geschrapt en niemand wordt daarvan op de hoogte gebracht. Mensen worden ook niet op de hoogte gebracht dat er zoiets bestaat als een preferentieadres. Militairen krijgen het in de kazerne, mensen die in het buitenland werken hebben er ook één hier. Maar om dat bij de vrachtwagenchauffeur in orde te brengen, moet er constant geprocedeerd worden. De problematiek van het ambtelijk schrappen is dus niet gekend, hoe mensen plots op 0 kunnen komen te staan. Hoe ze van de ene dag op de ander plots niemand meer zijn. Er moet in de wet een beschrijving komen van wat een dakloze is en wat zijn rechten zijn. ] O.H.[

pastoor, Brugge

Voorbij de zelfkant [  Op drukke plaatsen in de stad hebben wel al vaak drugsverslaaf­ den gezien. Ik heb snel gemerkt dat geen enkele instantie zich (nog) druk maakt om deze individuen, die hun eigen teloorgang etaleren aan al wie er voorbij passeert. Deze situatie is het resultaat van verschillende factoren. Drugsverslaafden die maar de “normale hoeveelheid drugs voor dagelijkse consumptie” op zak hebben, worden niet meer gerechtelijk aangehouden. Gezien deze personen maar zelden over een woonst beschikken, leven ze op de openbare weg. [18]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Het merendeel onder hen verbleef al in de spoeddienst van omliggende ziekenhuizen of bij vzw’s die voor opvang zorgen, maar is daar niet meer welkom aangezien ze steeds voor overlast zorgen. Bijgevolg rest hen alleen nog het voetpad of andere publiek toegankelijke plaatsen zoals parkings, parken, enz. ] S.L.[

politiecommissaris, regio Luik

Is dit echt een “bestaans”minimum? [  Het leefloon dat momenteel uitgekeerd wordt, is veel te weinig om op een gezonde manier mee te kunnen rondkomen. Dat merken we aan de mensen die hier op het einde van de maand komen aankloppen met de vraag of wij voedselpakketten uitdelen. Velen onder hen leven in een pand waar er onvoldoende veiligheid is. Er is geen elektriciteit en er zijn vochtproblemen. Die mensen worden daardoor sneller ziek, maar door een gebrek aan geld stellen ze een bezoek aan de dokter steeds uit. Op school worden de facturen van hun kinderen niet betaald, en schooluitstappen behoren al helemaal niet tot de mogelijkheden. Ik weet van een school in de regio waar kansarme leerlingen tussen de middag moeten afwassen om hun schoolmaaltijden te betalen. ] R.V.[

welzijnsraad arrondissement Ieper

Ziekte, symptoom van armoede [  De meeste mensen die wij bereiken, hebben veel gezondheidsproblemen, vinden we zelf. Dus misschien is dat een verkeerde indruk van ons, maar wij vinden dat zij heel veel met dokters te maken hebben, met ziekenhuizen, met pillen, met alle mogelijke medicatie en soms vragen wij ons ook af hoe dat komt. Want relatief gezien, denk ik, dat zij veel zieker zijn dan anderen. Dan denken wij dat het komt omdat het medische is toegelaten in de wereld; als iemand ziek is, dan is daar een zorg voor, een bezorgdheid of zoiets. Terwijl voor al die andere problemen waar die mensen mee worstelen is er meestal een veroordeling. Zo van ja, ‘je had maar niet dit of dat’ of ‘je had maar werk moeten zoeken’. Terwijl als je zegt: ‘ik heb astma’ of ‘ik heb een of andere ziekte’, de eerste reactie van mensen is eerder een van medeleven en medelijden, betrokkenheid; terwijl de eerste reactie op andere maatschappelijke problemen, zoals ‘ik heb een ongezond huis, ik heb geen werk’ is er een van veroordeeld te worden’. Het ligt wel aan jezelf waarschijnlijk’. En bij ziekte [ 19 ]


Wanneer het sociale vangnet nog mazen heeft

zal niemand dat zeggen. En soms vragen wij ons ook af of het niet voor een stukje daarom is, dat als je het zo moeilijk hebt in de samenleving, je gaat overaccentueren, zonder dat je het beseft, in je onderbewustzijn, wat al je medische problemen zijn, omdat je daar wel begrip voor krijgt en dan mag je uitvallen en het moeilijk hebben. Terwijl met al die materiële dingen, de maatschappelijke stempel die daarop zit, is nog heel beschuldigend. De mensen die wij bereiken zijn veel ziek, hebben veel ziektes, de kindjes in die gezinnen zijn ook opvallend veel in ziekenhuizen, ook vaak omdat papa en mama, of papa of mama, niet zo zeker is als er een kind ziek is, van ‘hoe moet ik daar mee omgaan?’. Het is voor een stuk ook de verantwoordelijkheid van kansarmen zelf, die uit angst om een kind te verliezen, veel te snel, of heel snel, naar een ziekenhuis stappen, bijvoorbeeld voor een griep. Dat kind wordt daar opgenomen, vanuit het idee ook ‘die mensen kunnen daar precies niet goed zelf voor zorgen’ en dat is weer een ziekenhuisopname, weer zoveel kosten, terwijl wij met een griep en hoge koorts gewoon naast ons kind blijven zitten en dat zelf doen. Maar dat zij, uit schrik om het verkeerd te doen, en dat is natuurlijk heel goed bedoeld, naar het ziekenhuis stappen. Ik denk aan een gezin en die hebben zes kinderen. Het is een gezin met heel veel problemen, als hun kind opgenomen wordt in het ziekenhuis, is er heel veel aandacht. Ze noemen dat wel eens een secundaire ziektewinst, dat wil zeggen dat je wint door ziek te worden, je wint aan aandacht, middelen, cadeautjes, psychologisch door mensen anders bekeken te worden. Wij zien dat ook wel, die secundaire ziektewinst is eigenlijk heel spijtig. We zouden een heel ander systeem moeten kunnen installeren, dat mensen winst krijgen als ze proberen er zelf bovenop te geraken. Ik wil helemaal niet zeggen dat het de schuld van mensen is, want als ik ziek ben, ga ik ook wel naar de dokter, maar soms vraag je je wel af of er geen wisselwerking is tussen vraag en aanbod in deze kwestie, en een ongezonde wisselwerking. Zou het soms niet beter zijn om niet altijd zo happig te zijn om mensen op te nemen. Ook in de psychiatrie. Hoeveel kansarmen zitten niet in de psychiatrie een hele tijd, en hebben het misschien ook wel nodig omdat het sociaal weefsel niet zo goed werkt. ] G.O.[

[20]

maatschappelijk assistente, Brecht


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Een hondenleven [  Dit is het verhaal van een patiënte die met haar zoon in het stadscentrum woont. Haar huis is smerig en de relatie met haar zoon is allesbehalve goed te noemen. Hij zou haar zelfs al opgesloten hebben. Tijdens ons bezoek hebben wij vastgesteld dat mevrouw op zijn zachtst gezegd een loopje neemt met de hygiëne; zo eet ze bijvoorbeeld uit hetzelfde bord als de hond. Wij begrepen onmiddellijk dat dit een echt probleemgeval was en dat wij de gezondheidsdienst, de wijkagent en de huisarts dienden in te schakelen om aan deze situatie iets te veranderen. Toen wij de huisarts belden, verklaarde deze dat hij deze dame al twee jaar verzorgde en dat hij ook het probleem had gezien, maar dat hij niet wou tussenkomen uit schrik voor de reactie van haar zoon. De gezondheidsinspectie is ook niet ter plaatse komen kijken, aangezien ze geen goedkeuring kregen van het OCMW. Dan hebben wij maar een plaatsingdienst aangesproken, die uiteindelijk niet binnengelaten werd toen ze aanbelden. Uiteindelijk bleek niemand dus bereid zijn of haar verantwoordelijkheid op te nemen. Gezien onze vzw hierin officieel niets te zeggen heeft, zat er voor ons niets anders op dan de situatie te laten zoals ze was. Bovendien heeft een verpleegster er nog het schurft opgelopen. Alle betrokken diensten wezen elkaar met de vinger. En zo is men de kern van de zaak uit het oog verloren: het leven en het welzijn van de patiënte. ] C.B.[

thuiszorgdienst, Brussel

[ 21 ]


os, een sociale paria 24 j ich M., oud en vergeten G Gezinnen op de dool Verla en, alles verloren Dubbel er dak noch recht Voorbij bestaans”minimum? Ziekt Een hondenleven In de ste aar school Ziek en opsta De deurwaarder en de flesse municatie Wie luistert er? M er warmte Gehandicapten Betalen om naar buiten te ga tuderen tegen elke prijs In l zo anders Een droomlev ers en letters Te menselijk iet Op het gelaat te lezen oorwaarden zonder voorre n Het noodlottige cijfer Ko Helpers zonder hulp U ma Over)levenspeil Wie helpt Een bittere nasmaak Er zi rote gevolgen Een ongelij chool Beroepsgeheim? Op Een twijfelachtige “keuze” G itsluiting na de andere On angeloze bezoekjes? Open ?! Men is nooit te oud om g angs burger Reglement is even Eenzaamheid op het Men kan ook te goed zijn E Ouderen niet toegelaten E ehandelen Laat anderen h ers gebuisd Ouderen in d ezin Ik moet uw hulp niet G Onmacht Jongeren op de d


jaar en het leven al achte Geen geld, geen verzorging aten en alleen Alles gege le sociale uitsluiting Zon de zelfkant Is dit echt een te, symptoom van armoede eek gelaten De lijdensweg andig (On)toegankelijkheid enwarmer Gebrekkige com Menselijke lastdeBijstand Wanneer allerzwakstenzon n moeten maar temenselijk­ voet gaan geen recht op 2 aan Wie heid rijkmeer enhebben machtig is… n goede handen? Zo klein en ven De huisjesmelkers Cij k De kleren maken de man n… Kafka in de gevangenis echten Verboden te groei op: ik win. Munt: jij verliest ag nog van geluk spreken ons? Controles bij de vlee ijn grenzen Klein verschil jke strijd Kansarmoede op p het slechte pad Valse star Ge(de)socialiseerd? De ene nvrije tijd Onmenselijk Be nbare “dienstverlening” ze gestraft te worden Tweede reglement Een sprankeltje t platteland Schattenjach Eerste hulp bij ouderdom? Een kind als een voorwerp het maar oplossen De ou de vergeethoek Pingpong Gemakkelijkheidsoplossing dool Straatje zonder einde

[

Voor de allerzwaksten, voor

diegenen die volledig verdwaald

zijn, zou er sowieso meer aandacht moeten zijn, hun stem zou moeten gehoord worden en hun rechten

(h)erkend en gerespecteerd worden. En toch, uit onverschilligheid of

gemakzucht laat de maatschappij hen soms te makkelijk vallen.


Wanneer de allerzwaksten geen recht op menselijkheid meer hebben

In de steek gelaten [ 窶右en andere oude vrouw wordt gemiddeld twee keer per maand voor korte tijd opgenomen in het ziekenhuis. Het gaat telkens eerder om een sociaal dan om een medisch bezoek. Wij kunnen haar thuis verzorgen, alweer voor zover het ziekenfonds daarin tussenkomt. Maar pampers kan ze niet betalen, net zomin als een huisarts. Op den duur wil geen enkele huisarts uit de streek nog bij haar langsgaan, omdat hij weet dat hij niet zal betaald worden. En bij de ziekenhuizen gaat het net zo: ze doet ze allemaal aan, totdat de schulden veel te hoog oplopen en ze nergens meer welkom is. Naar het rusthuis gaan wil ze niet, omwille van haar kansarme zoon. Die kan nu nog meegenieten van haar pensioen, maar als ze naar een rusthuis zou gaan, is haar volledige pensioen daarvoor bestemd. ] L.C.[

thuisverpleegster, Tongeren

De lijdensweg naar school [ 窶右en jonge moeder heeft regelmatig last van evenwichtsstoornissen en kan haar kinderen niet met de wagen naar school brengen. De thuiszorgdienst die voor haar zorgt, neemt contact op met een centrum voor gezinshulp om een help(st)er voor haar te regelen. Helaas is er niemand beschikbaar. Het OCMW van zijn kant beweert voor dit geval niet bevoegd te zijn. Dan zoekt de thuiszorgdienst maar een oplossing op de privテゥ-markt, maar de tarieven zijn er veel te hoog. Haar echtgenoot is er alleen op woensdag en kan de rest van de week niet voor de kinderen zorgen. De school van de kinderen verklaart dat ze ook niets kunnen doen en dat ze de route van de schoolbus niet zomaar kunnen veranderen, hoewel die slechts een paar straten verder passeert. Dit verhaal illustreert het meer algemene probleem van kinderen in kansarme gezinnen, die het moeilijker hebben om zich te organiseren. Met een normaal en vast inkomen, wordt het makkelijker om dergelijke problemen op te lossen. ] C.B.[

thuiszorgdienst, Brussel

Ziek en opstandig [ 窶右en dame bij wie kanker werd vastgesteld, wil haar dossier indienen om een ziekte-uitkering te krijgen. De betrokken dienst zegt haar dat ze zich persoonlijk aan het loket moet komen aanbieden met de verschillende do-

[24]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

cumenten. De sociale dienst van het ziekenhuis waar haar medische situatie gevolgd wordt, neemt contact op met het diensthoofd om te bevestigen dat de patiënte te zwak is om zich nog naar het loket te verplaatsen. De controlearts die haar een bezoek brengt, vraagt haar enkele passen te zetten, wat voor haar onmogelijk is. De patiënte dient de dokter van repliek en zegt dat hij vast nog zieker is dan zijzelf als hij zoiets van haar verlangt. Deze reactie schiet bij de dokter in het verkeerde keelgat. De dame in kwestie heeft nooit een uitkering gekregen. Ze is gestorven vlak voordat haar dossier ontvankelijk werd verklaard. ] C.B.[

thuiszorgdienst, Brussel

(On)toegankelijkheid [  Veel mensen komen met klachten dat verschillende instanties een te hoge drempel hebben. Er moet dagen op voorhand een afspraak vastgelegd worden. Mensen met dringende problemen blijven zo in de kou staan. Ook word je heel onpersoonlijk ontvangen via een intercom aan de buitendeur. Informatie geef je door terwijl je bij wijze van spreken op straat staat. Elke voorbijganger kan op die manier horen wat je te vertellen hebt. Eens je toch binnen bent laten ze je graag een tijdje wachten vooraleer de aangewezen persoon bij je komt. Kun je wel begrijpen dat het dan voor veel mensen niet meer hoeft. ] D.D.[

vrijwilliger buurtcomité, Hasselt

De deurwaarder en de flessenwarmer [  In het wetboek staat beschreven wat een deurwaarder mag meenemen en wat hij moet laten staan als een gezin onteigend wordt. Dat wetboek evolueert spijtig genoeg niet mee met de tijd, zodat er heel vaak levensnoodzakelijke dingen verdwijnen, waardoor het gezin nog dieper in de problemen raakt. Een microgolfoven bijvoorbeeld om de melk van twee peuters op te warmen. Op dat vlak loopt de wetgeving achter op de maatschappelijke evolutie. Met sommige deurwaarders valt wel iets te regelen, maar met andere dan weer niet. ] J.B. et K.S.[

politieofficieren, Oudenaarde

[ 25 ]


Wanneer de allerzwaksten geen recht op menselijkheid meer hebben

Gebrekkige communicatie [  Een oud vrouwtje Marie heeft kanker en moet dure medicatie nemen. Ze stapt naar de mutualiteit want ze heeft gehoord dat de mutualiteit tussenkomt in dure medicatie. Marie neemt al lang die medicijnen maar gelukkig heeft ze via via gehoord van die tussenkomst. Marie is een gekend persoon in de gemeente maar de mutualiteit vond het blijkbaar niet de moeite om het vrouwtje op de hoogte te stellen van die tussenkomst. Geen enkele hulpverlener nam het initiatief hiervoor want dat zou te veel papierwerk betekenen. Roger wil een persoonlijk alarmsysteem. Normaalgezien moet Roger dat niet zelf betalen. Hij komt in aanmerking voor zorgverbreding en er is een tussenkomst voor alarmsystemen. Maar de hulpverlener beslist om geen tussenkomst aan te vragen want hij krijgt maandelijks al 90 euro voor zorg­ verzekering. Nochtans is die tussenkomst niet zo groot voor de mutualiteit. Maar, op die manier vermijdt die hulpverlener natuurlijk papierwerk. Gemakzucht, noem ik dat. ] M.K.[

coördinerend opbouwwerker, regio Kortrijk

Wie luistert er? [  Toen Germaine 21 was, heeft ze haar ex-man leren kennen. Ze had al vanalles over hem gehoord, dat hij getrouwd was en twee kinderen had, maar toen hij zijn paspoort liet zien stond daar op ‘ongehuwd’. Daarom geloofde ze de andere verhalen ook niet. Haar moeder was radicaal tegen de relatie en stelde haar voor de keus: ofwel relatie stopzetten ofwel uit huis. Germaine is vertrokken naar haar vriend die toen een huis huurde. Hij stond achter met huishuur en tapte elektriciteit af van de buren. Na zeven maanden was ze zwanger van Alain. Toen begonnen al rekeningen te komen. Ze trouwden. Er was vaker geen geld dan wel. Germaine werd ziek, een bronchitis, was zwanger en kreeg tbc. Ze moest elke dag een spuit halen. Toen ze zwanger was, verhuisden ze naar een krot. Haar ex had het huis gehuurd, zonder dat Germaine het gezien had. Hij had het papier van de schouw getrokken en daar zaten grote gaten in. Vuur maken zou dodelijk zijn. Ook waren er zwerfkatten die daarin hun nest maakten. Haar ex-man wilde een nieuwe schouw maken en omdat de waterleiding, raar genoeg, langs de schouw liep, werd die geraakt. Vanaf toen was het een hele opgave om water te nemen, via de hoofdkraan. Het huis was van voor de oorlog, met een houten vloer. De vloer was zo rot, dat haar ex-man er een keer doorgezakt is. Elektrische leidingen hingen los, met gevaar op elektrocutie. [26]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Wat Germaine wil zeggen door haar verhaal te vertellen, is dat er door de instanties beter geluisterd moet worden. Vooral ook naar kinderen en vrouwen, omdat zij vaak niet geloofd worden in een ernstige situatie. En niet alleen luisteren naar, maar hen ook geloven. ] M.C.[

opbouwwerker, Turnhout

Menselijke last [  Een 15-jarige jongere (B.) wordt om 6u. ’s ochtends van zijn bed gelicht in ware ‘slecht-Amerikaanse-film-stijl’. In pyjama wordt hij zonder meer naar Mol gebracht. Dit ongeveer 2 weken voor de kerstvakantie midden in de examenperiode. Wat blijkt nu: hij heeft een aantal keer ‘loopjongen’ gespeeld voor een ‘vriend’ (ook 15 jaar) en drugs naar een andere plek gebracht. Iedereen die B. een beetje kent weet dat hij de onhandige lammegoedzak is die graag een plezier voor een ander doet. Hij heeft zelfs nooit iets gekregen voor zijn koerierdiensten. Dat zegt, denken wij toch al heel wat. De jongerenwerker is onmiddellijk in actie geschoten en heeft een schrijven gericht naar vrederechter om B. snel uit deze situatie te halen, zodat hij niet al te veel criminele activiteiten in Mol leert en zodat die zijn school op een degelijke manier kan verder zetten. De school geeft ook de nodige steun. We willen zeker niet beweren dat B. heiliger is dan de paus en hij heeft zeker al wat dingen op zijn kerfstok maar die staan niet in verhouding met de daaraan gekoppelde actie naar Mol. Na twee en een halve maand komt er een telefoontje: B. mag het komende weekend mee naar huis. Grote opluchting. Maar de vrijdag daarvoor komt plots B. thuis aangelopen. Zijn (alleenstaande) moeder is werken en weet van niets. In de buurt wordt hij in de eerste plaats door zijn vrienden ontvangen als de grote held. Wat blijkt: ze hebben B. in Mol buiten gezet, zonder een euro op zak. B. heeft van Mol naar Leuven gelift om terug thuis te geraken, zonder geld, zonder dat iemand op de hoogte was. Over de verplichting om naar de jongerenwerking te gaan heeft niemand tot nog toe contact opgenomen om de juiste afspraken en mogelijke consequenties duidelijk te maken. ] K.N.[

vrijwilliger in buurtwerking, Leuven

[ 27 ]


Wanneer de allerzwaksten geen recht op menselijkheid meer hebben

Geen medelijden met gehandicapten [  Je moet weten dat mijn autistisch kind onder zware medicatie is. In zijn vorige school - bij karaktergestoorden (type 3) - heb ik nooit iets moeten betalen. Er was een psychologe, en gespecialiseerde begeleiding. Zij gingen met mijn kind naar de dokter. Doordat hij slechts een intelligentieniveau van één bleek te hebben, hebben ze mij gevraagd om hem naar een andere school te sturen. Nu zit hij in het bijzonder onderwijs van het gemeenschapsonderwijs, bij karaktergestoorden van het type 1. Met gewone leraars, en zonder psychologen. De klassen zijn nu veel groter dan voordien. Alle medicatie moet ik zelf betalen. Ook bezoeken bij de dokter. Dat zijn twee verschillende netwerken. Nu vragen ze mij: “Hoe kan ik dat kind helpen?” Maar zij hebben daar toch voor gestudeerd? Ik ben wel de moeder, maar ik zou willen dat ze mijn kapstok zouden zijn, en niet omgekeerd. Ook zijn verplaatsingen van en naar de school enorm problematisch. Mijn kind moet de bus pakken tot het centraal station. Hij neemt daar de trein tot in Berchem, en daar stapt hij over, richting Herentals. In Herentals moet hij op de schoolbus wachten. Allemaal alleen. Hij is dus gewoon over zijn toeren. Maar voor hij vertrekt en wanneer hij weer thuiskomt, geeft hij systematisch over. ] G.M.[

ervaringsdeskundige, Antwerpen

Bijstand zonder warmte [  De man zit in de gevangenis voor moord, de vrouw werkt in een beschermde werkplaats. Ze hebben 3 kinderen. De verschillende diensten die met het gezin werken, zien erop toe dat de vrouw de vuile luiers in de vuilbak gooit en het huis netjes houdt, maar er is niemand die aan die vrouw vertelt dat haar huis veel te koud is, dat de kinderen blauwe voeten hebben van de kou. Niemand neemt initiatieven om het huis te verwarmen want de verschillende diensten denken dat een andere dienst daar wel mee bezig is. De coördinatoren van de diverse instellingen kennen elkaar nochtans, maar zij geven de informatie alleen door aan hun baas en die communiceert niet naar de andere instellingen. ] D.V.[

[28]

therapeute, Hasselt


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Gehandicapten moeten maar te voet gaan [  Ik ging samen met begeleider in een rolstoeltoegankelijke bus met de scooter (shoprider) naar Hasselt. De bus was ook niet uitgerust met bevestigingssystemen en de buschauffeur reed zo wild dat ik met scooter omgevallen ben in de bus. De chauffeur bood geen hulp en ook geen excuses. Ook mijn begeleider die op het begeleiderszitje naast me zat viel tegen de grond en had zich bezeerd. Mijn begeleider maande de buschauffeur aan wat kalmer te rijden. Op het station van Hasselt was geen verhoogd perron voorzien zodoende was het hellende vlak van de bus erg steil om af te rijden en de chauffeur weigerde om aan een verhoogd perron te stoppen en mij daar uit te laten omdat daar geen opstapplaats voorzien was. Toen we een tijdje nadien de bus terugnamen was het dezelfde chauffeur, hij reed opmerkelijk kalmer dan eerst. Ik heb een enorme schrik opgelopen en durf nu niet meer met de lijnbus te gaan. ] J.G.[

mantelzorg, Beringen

Betalen om naar buiten te gaan [  Een gedetineerde krijgt een uitgangspermissie om zijn latere begeleiding te gaan regelen. Hij gaat naar een instelling voor een intake gesprek. Nu blijkt dat ze daar 500 BF vragen voor dat intake gesprek. De gedetineerde heeft dat geld niet en dus gaat het gesprek niet door. Geld vragen voor een intake gebeurt de laatste tijd vaker. Die bezoeken aan hulpverleningsinstellingen komen er bovendien steeds meer op aangeven van de sociale diensten in de gevangenis. De gedetineerden wordt deze ‘hulp’ aangepraat. De teneur is dan als volgt: ‘Het zou toch goed zijn voor uw reclassering als je iets zou doen aan je alcoholprobleem. Misschien moet je maar eens hulp gaan zoeken.’ De gedetineerde reageert dan verbaasd: ‘O, heb ik een alcoholprobleem?’ De hulp die een gedetineerde gaat zoeken wordt nadien vaak verwerkt in een voorwaarde bij zijn uitgaan. Wat dus eerst wordt gesuggereerd, wordt later al snel een dwingende voorwaarde. ] H.C.[

gevangenisdirecteur, Oudenaarde

[ 29 ]


Wanneer de allerzwaksten geen recht op menselijkheid meer hebben

Wie rijk en machtig is… [  De wetgeving is absoluut niet gelijk voor iedereen. Je functie in de maatschappij, je middelen zijn sterk bepalend voor wat je kunt bereiken in je leven en hoe omgegaan wordt met die persoon. Voorbeeld als je wieg staat in een krotwoning heb je veel minder mogelijkheden dan als je wieg in een herenhuis of een kasteel staat. Er is een te groot onderscheid. Iemand met een mantelpakje krijgt direct hulp aangeboden. Iemand met oude versleten kledij en een onverzorgd uiterlijk krijgt geen hulp. Hulp krijgen is voor vele mensen niet zo evident. Mensen in een oude sociale woning doen melding van sluikstorting. Ze bellen naar verschillende personen maar er gebeurt niks. Geen reactie. Die mensen komen dat hier melden. Ik heb gebeld en binnen een uur werd alles opgeruimd. Ik heb maar één keer moeten bellen terwijl die mensen al maanden klacht indienen. Als een burger een probleem heeft, reageren ze niet maar als er een bepaalde dienst belt, reageren ze onmiddellijk. ] M.K.[

coördinerend opbouwwerker, regio Kortrijk

Studeren tegen elke prijs [  Het studentensecretariaat laat weten dat Ronny na twee aanmaningsbrieven, het inschrijvingsgeld niet betaalde. Het is begin juni. Ronny moet onmiddellijk betalen, indien hij geldig wil deelnemen aan de examens. Na lang aandringen door de secretariaatsmedewerker maakt Ronny een afspraak met een medewerker van onze dienst. Ronny is halve wees. Zijn moeder is overleden toen hij 3 jaar was. Zijn vader heeft hij al meer dan 10 jaar niet meer gezien. Ronny is grootgebracht bij zijn grootmoeder. Financieel heeft het altijd moeilijk gelopen. Ze moeten rondkomen met een klein pensioentje en met de kinderbijslag voor Ronny. Als ik het verhaal van Ronny beluister, blijkt dat hij al twee jaar recht had op een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap. Ze hebben nooit een aanvraag gedaan, omdat ze ‘waarschijnlijk toch niet in aanmerking zullen komen’. Voor dat academiejaar was het onherroepelijk te laat om nog een beursaanvraag in te dienen. Het volgende jaar kan hij wel een aanvraag indienen. Ronny had ook al 2 jaar recht op financiering van de sociale dienst van SOVO. Hij schaamde zich voor zijn thuissituatie, en vroeg daarom zo laat hulp. Er rust nog altijd een taboe op armoede en hulp vragen. Vooral in die situaties waar mensen niet durven praten over hun noden. ] E.P.[

[30]

maatschappelijk werkster, Antwerpen


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

In goede handen? [  Sommige psychiatrische bewoners krijgen een bewindvoerder toegewezen door de vrederechter, op vraag van een psychiater. Die bewindvoerder, meestal een advocaat, beheert het vermogen van de patiënt. Op die manier hebben sommige advocaten het geld van tientallen patiënten onder hun hoede. De meesten kwijten zich heel gewetensvol van hun taak, maar anderen verdenk ik van malafide praktijken. Drie van onze bewoners met een bewindvoerder betalen bijvoorbeeld nooit op tijd hun huishuur. Dat zou gemakkelijk kunnen verholpen worden met een permanente opdracht bij de bank. Het excuus van de bewindvoerder luidt echter: die mensen verhuizen veel te veel, dus het is de moeite niet een permanente opdracht op te starten. Maar ook voor andere financiële bijdragen moeten we soms wekenlang aandringen. Soms moeten we zelfs gaan schooien bij de bewindvoerder zelf. Ik vermoed dat sommigen met al dat geld, want sommige patiënten beschikken over een heus vermogen, lucratieve zaakjes doen. Beleggen bijvoorbeeld. Schrijnend is dat: bewoners met een bewindvoerder hebben dan zogezegd geen geld om samen met de groep op reis te gaan, terwijl die bewindvoerder zelf op reis gaat met alle intresten die hij binnenrijft. Hun excuus luidt dan: een reis is niet geschikt om het geld van de patiënt aan te besteden. Het onrechtvaardige aan de hele zaak is dat psychiatrische patiënten ook dromen hebben, ze willen ook wel eens een dagje naar de kust. Of ze willen eens een jeans kopen voor zichzelf. ] P.D.[

sociaal werker, Gent

[ 31 ]


os, een sociale paria 24 j ich M., oud en vergeten G Gezinnen op de dool Verla en, alles verloren Dubbel er dak noch recht Voorbij bestaans”minimum? Ziekt Een hondenleven In de ste aar school Ziek en opsta De deurwaarder en de flesse municatie Wie luistert er? M er warmte Gehandicapten Betalen om naar buiten te ga tuderen tegen elke prijs In l zo anders Een droomlev ers en letters Te menselijk iet Op het gelaat te lezen oorwaarden zonder voorre n Het noodlottige cijfer Ko Helpers zonder hulp U ma Over)levenspeil Wie helpt Een bittere nasmaak Er zi rote gevolgen Een ongelij chool Beroepsgeheim? Op Een twijfelachtige “keuze” G itsluiting na de andere On angeloze bezoekjes? Open ?! Men is nooit te oud om g angs burger Reglement is even Eenzaamheid op het Men kan ook te goed zijn E Ouderen niet toegelaten E ehandelen Laat anderen h ers gebuisd Ouderen in d ezin Ik moet uw hulp niet G Onmacht Jongeren op de d


jaar en het leven al achte Geen geld, geen verzorging aten en alleen Alles gege le sociale uitsluiting Zon de zelfkant Is dit echt een te, symptoom van armoede eek gelaten De lijdensweg andig (On)toegankelijkheid enwarmer Gebrekkige com Menselijke lastintegratie Bijstand zon Wanneer n moeten maar voet gaan veeleer eente hindernis­ 3 aan Wie parcours rijk enlijktmachtig is… n goede handen? Zo klein en ven De huisjesmelkers Cij k De kleren maken de man n… Kafka in de gevangenis echten Verboden te groei op: ik win. Munt: jij verliest ag nog van geluk spreken ons? Controles bij de vlee ijn grenzen Klein verschil jke strijd Kansarmoede op p het slechte pad Valse star Ge(de)socialiseerd? De ene nvrije tijd Onmenselijk Be nbare “dienstverlening” ze gestraft te worden Tweede reglement Een sprankeltje t platteland Schattenjach Eerste hulp bij ouderdom? Een kind als een voorwerp het maar oplossen De ou de vergeethoek Pingpong Gemakkelijkheidsoplossing dool Straatje zonder einde

[

De integratie van allochtonen

wordt nog al te vaak belemmerd door twijfelachtige praktijken:

uitbuiting door huisjesmelkers, racistische misdrijven.

Omgekeerd wijzen sommigen de emancipatiemogelijkheden af. Kortom, een patstelling.


Wanneer integratie veeleer een hindernisparcours lijkt

Zo klein en al zo anders [  Het begint al van kleins af aan. Je krijgt te horen dat je anders bent dan de anderen. Als er gevochten wordt op de speelplaats, wordt de Marokkaan of de Turk die erbij betrokken was meer gestraft dan de anderen. Hetzelfde wat de schoolkeuze betreft: de moslim wordt automatisch richting beroepsonderwijs geduwd. Ze wilden me ook naar het beroepsonderwijs sturen, maar mijn vader heeft er zich tegen verzet. Enkele jaren later kwam ik mijn leraar van vroeger tegen in de schoolgangen. Ik werkte toen aan mijn eindwerk en ik was fier. Het was een ware overwinning. We zitten nu aan de vierde generatie en toch is er niets veranderd: de discriminatie is gebleven. Meisjes hebben er minder last van, want ze jagen minder schrik aan dan jongens. Wij hebben de Belgische nationaliteit, men vraagt ons te integreren, maar aan de andere kant willen ze ons eigenlijk niet. In de media komen wij enkel in een negatief daglicht te staan. Er bestaan zo veel vooroordelen over ons. Wanneer ik een bejaarde help om de straat over te steken en zeg dat ik Marokkaanse ben, krijg ik als antwoord dat ik toch niet als de andere ben… Ik kan van de vierde wereld vast begrijpen dat zij ons niet wil, maar niet van de anderen. Er is een hele mentaliteitsverandering nodig en we moeten ook zelf werken aan het beeld dat van ons wordt opgehangen. Sommigen onder ons geven ons een slechte naam en de media bevestigen dat. Hoe komt het toch dat wanneer mijn broer een winkel binnenloopt om de prijs van een jas te vragen, hij onmiddellijk naar buiten moet of dat anders de politie erbij gehaald wordt? Zelf ben ik aangehouden op de luchthaven toen we van Marokko terugkwamen, omdat ik een camera bij had. Wij hadden die enkele jaren geleden gekocht, maar alle accessoires waren nog als nieuw gezien we die nooit hadden gebruikt. Ik werd zonder enige vorm van respect beschuldigd van diefstal. Je zou bijna geen luxeartikelen meer durven kopen uit schrik verdacht te worden van ze gejat te hebben. Facturen moeten we dus altijd heel goed bijhouden. Er zijn ook vooroordelen wat betreft de solidariteit binnen de Marokkaanse gemeenschap. Zo kon ik ooit eens niet terugvallen op het OCMW omdat wij zogezegd toch alles delen in onze gemeenschap… Het is opvallend hoe diegenen van ons die erin geslaagd zijn een belangrijke positie te bekleden en ons dus zouden kunnen helpen om dingen te veranderen, nog erger zijn dan de rest. Om geïntegreerd te zijn, moet men blijkbaar intoleranter zijn dan de Belgen. Ze vergeten waar ze vandaan komen. Met een Arabisch klinkende naam is het moeilijk om een plaats te vinden in bepaalde scholen. Ik heb al eens de test gedaan: eerst onder mijn eigen naam bellen naar een school om te horen dat alles volzet is, maar wanneer je vijf minuten later terugbelt en een Belgische naam opgeeft, kan het plots wel. Dit soort dingen maak je dagelijks mee. Tijdens sollicitatiegesprekken [34]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

en bij politiecontroles net dezelfde scenario’s. Een donkere gelaatskleur en een exotisch klinkende naam kunnen in een paar seconden een wereld van verschil betekenen. Toen ik in het zesde middelbaar zat, ben ik eens mijn portefeuille verloren en ging ik samen met mijn broer naar het politiecommissariaat om hiervan aangifte doen. We waren nog maar net binnen of hij werd al meegenomen om te worden geconfronteerd met een oude dame die net was aangevallen. Ze hebben hem een namiddag opgesloten, zijn gegevens geregistreerd en zijn foto genomen. Bovendien hebben ze zijn urine onderzocht omdat ze sporen van naalden hadden ontdekt, terwijl hij een medisch certificaat kon voorleggen waarop stond dat hij aan bloedarmoede leed. Ik maak ook deel uit van een vereniging van Marokkaanse vrouwen die aan daklozen voedsel verdelen en regelmatig gevangenen bezoeken. Onze acties halen helaas nooit de media. Nochtans maken wij geen enkel onderscheid in de mensen aan wie wij onze hulp aanbieden: of het nu moslims zijn of niet, dat speelt geen enkele rol. ] G.B.[

raadgeefster, Sint-Gillis

Een droomleven [  Sommige privé-eigenaars vragen zonder veel scrupules een veel te hoge huurprijs in vergelijking met wat ze maar te bieden hebben. Zo zit er voor gezinnen van kandidaat-vluchtelingen, die echt een woonst nodig hebben, vaak niets anders op dan een enkele kamer te accepteren met gezamenlijke toiletten en badkamer voor het hele gebouw. In vijf jaar tijd heb ik nu al drie gezinnen gezien die in een schuur met lemen vloer woonden, met een ladder om op de bovenverdieping te geraken en twee simpele lampen om het geheel te verlichten. Wie een bezoek brengt aan dergelijke woningen, trekt zijn ogen open. Als je vaststelt hoe het er ruikt en hoe de mensen erbij lopen, roept het grote vragen op over de hygiëne van het gezin. Het is maar door bij hen ter plaatse te gaan, dat je stilstaat bij de oorzaak van het probleem. Na mijn bezoek was ik werkelijk verbluft. Het is ongelooflijk wat die moeder daar elke ochtend doet in die barre omstandigheden: water verwarmen om haar kinderen een bad te kunnen geven, de was met de hand doen, enz. ] G.D.[

maatschappelijk werkster, Charleroi

[ 35 ]


Wanneer integratie veeleer een hindernisparcours lijkt

De huisjesmelkers [  Het grote probleem van de wijk is de huisjesmelkerij. Er is hier heel veel leegstand en de huizen bevinden zich in slechte staat. Daardoor trekken die vele illegalen aan. Onder de verhuurders is er een echte strijd om die illegale huurders aan te trekken. Want die krijgen het geld voor hun huur van het OCMW en dus zijn de verhuurders zeker van hun geld iedere maand. Maar de verhuurders vragen soms echt veel geld voor een kamer. Die verhuurders zijn trouwens niet alleen van Belgische origine, maar vaak ook mensen van vreemde origine die hier hun leven hebben opgebouwd, een eigen zaak hebben opgebouwd en met de opbrengst panden kopen die ze dan verder verhuren. Ik ken een familie die echt veel moet betalen voor amper een paar kamers. Het gezin bestaat uit ouders, twee dochters en nog een dochter die getrouwd is en twee kinderen heeft. Ze wonen met tien mensen in een appartement van twee verdiepingen. Elke verdieping heeft een kamer, een leefruimte. Er is dus geen echte woonkamer en de keuken moeten ze delen met de andere bewoners van het gebouw. De kans op CO-vergiftiging is er groot. De eigenaar trekt zich daar niets van aan. Hij komt er alleen om geld te ontvangen en voor de rest trekt hij zich niets aan van het comfort van de appartementen. De vochtplekken zijn in de appartementen duidelijk te merken. Om die te bedekken hangen ze er gewoon doeken voor. Ook zetten ze daarvoor iedere dag de verwarming aan, wat heel veel kost. De gehuwde dochter betaalt 250 euro voor de ene kamer. De andere dochter betaalt ook nog eens 250 euro en de ouders 300 euro. Daarin zijn niet de kosten voor water en elektriciteit inbegrepen. Regelmatig komt de eigenaar om nog eens 250 euro per persoon te innen. Hij geeft daarvoor geen enkele verklaring en die extra vergoeding staat niet in een of ander contract. Die huurprijzen nemen een grote hap uit de inkomsten van die mensen. Zo krijgt de gehuwde dochter 800 euro per maand van het OCMW en moet dus ongeveer een vierde van haar inkomen aan huur besteden. Dat is veel! Nu, dat is echte huisjesmelkerij! Die bewoners kunnen er niet veel aan doen. Het zijn politieke vluchtelingen en spreken noch Frans, noch Nederlands. ] C.N.[

opbouwwerker, Brussel

Cijfers en letters [  F. maakt deel uit van de vrouwengroep. Ze is geboren in 1963, naar België gekomen in de jaren tachtig en heeft zes kinderen, van wie de oudste 19 is en de jongste 2 jaar. Ze volgt de lessen al een paar jaar, maar niet met vaste regelmaat, zeker niet vóór en na de geboorte van haar jongste, die vaak [36]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

ziek is. Het is blijkbaar uitgesloten dat haar echtgenoot, die het grootste deel van zijn tijd thuis doorbrengt, gedurende anderhalf uur voor zijn zoon zorgt… F. is dus volledig afhankelijk van haar oudste (en werkzoekende) dochter om voor haar zoontje te zorgen, dat ze wanneer die óók niet kan, maar meebrengt naar de les. (Hij stelt mijn geduld vaak op de proef, maar ik neem hem erbij zodat F. vooruitgang kan boeken.) F. leert toch beetje bij beetje, maar ze vergeet snel na elke langere afwezigheid… In januari 2001 is F. afwezig gedurende één week, twee weken, drie weken… Ze is ziek, krijg ik te horen. Na de krokusvakantie is F. nog steeds niet terug, en de andere vrouwen willen het er ook niet over hebben. Na nog één of twee weken afwezigheid, vertelt één van de meer “geëmancipeerde” vrouwen mij het volgende. De man van F. “heeft zich boos gemaakt” en heeft haar verboden om nog buitenshuis te gaan: geen naailessen meer, geen namiddagen meer met de andere moeders met kinderen (waarvan ze er geen enkele miste) en waar lessen om te leren lezen en schrijven worden gegeven. Ook geen contact meer met geïmmigreerde vriendinnen. Haar man gaat vervolgens de mannen opzoeken van alle andere vrouwen die deelnemen aan de taallessen, met een duidelijke boodschap. Ze moeten hun vrouwen verbieden nog langer naar die lessen te gaan, want zo gaan ze op ideeën gebracht worden en ofwel vluchten, ofwel hun man verlaten enz. Gelukkig gaat geen enkele man hierop in, en blijft F. als enige weg uit de les. Op een vluchtig goeiedagje op straat na (ze is dan altijd door iemand vergezeld), heeft ze geen contact meer met haar vriendinnen. Zo is F. afwezig van februari 2001 tot september 2002… da’s anderhalf jaar verloren! Rond mei 2002 zeggen haar vriendinnen mij dat haar man “niet langer boos is” en dat hij F. opnieuw toestaat om naar de namiddag met moeders met kinderen te gaan en dat ze misschien in september terugkomt. Dat gebeurt ook, en vanaf dan komt ze regelmatig: de kleinste gaat nu naar school. F. is wel terug bij het nulniveau moeten beginnen, ze was bijna alles vergeten… Ze maakt al weer vorderingen. Ze verliest er nooit de glimlach en haar vrolijk humeur bij. Het is een onderdrukte vrouw die vreselijk fatalistisch is: “Het is nu eenmaal zo!” zegt ze dan. In de lessen die voorafgegaan zijn aan haar lange afwezigheid, heb ik gezocht naar wat haar man misschien niet had bevallen. Een tijdje eerder had een andere vrouw mij gevraagd om meer aandacht te schenken aan het lezen en schrijven van getallen. Ze wou vooral telefoonnummers goed kunnen noteren, want doordat ze dit niet kon, was haar zoon bijna een job misgelopen. Dat was dan ook wat ik deed in de les: oefeningen in het lezen en schrijven van getallen, ook met behulp van het toetsenbord van een telefoon. Ik had een blad uitgedeeld met telefoonnummers en bijhorende logo’s van de dokter, de politie, de brandweer, mijn eigen nummer… De gemeenschappelijke nummers waren al ingevuld; de nummers die voor iedereen anders waren (van hun huisarts bijvoorbeeld), moesten ze zelf invullen, kunnen lezen en opnieuw lezen. Ik heb me altijd afgevraagd of dat blad niet de oorzaak van de woede

[ 37 ]


Wanneer integratie veeleer een hindernisparcours lijkt

van de echtgenoot geweest is. Want alleen kunnen telefoneren, betekende dat voor zijn vrouw niet dat ze in staat was om hem te verlaten? Ik heb het nooit geweten … ] M.D., vrijwilligster, Céroux-Mousty

Te menselijk [  Onze school had twee Kosovaarse kinderen opgevangen, die hier asiel hadden aangevraagd. De zoon was ouder dan twintig en de dochter, die Venera heette, was al een jaar of twaalf, maar we hadden ze toch toegelaten tot de school. Ze kregen geen hulp van het OCMW, dus hebben wij ze maar geholpen om contacten te leggen met een Kosovaarse wijkvereniging en een liefdadigheidsinstelling die hun huur betaalde. De school zorgde elke dag voor een warme maaltijd en liet de broer tegen betaling wat klusjes op school opknappen, zoals het opnieuw schilderen van banken. Met het geld dat hij zo verdiende, betaalde de school dan hun facturen voor gas en elektriciteit via een vzw. Venera kende geen woord Frans toen ze bij ons toekwam, maar leerde erg goed: toen ze 15 was in 2002, was ze de vierde van haar klas. Toen we voor haar een middelbare school moesten vinden kwamen de verrassingen. We ontdekten dat haar broer getrouwd en naar Jette verhuisd was, en dat hij niet langer wilde dat zijn zus nog naar school ging omdat dat zogezegd te gevaarlijk was. Daarop verbreekt hij alle contact met de directeur, de onderwijzeres van Venera en een vriend van een vereniging – drie mensen die heel veel tijd en energie hebben gestoken in het helpen van de twee jonge Kosovaren. Het meisje wordt toch ingeschreven aan het Atheneum en haar vroegere directeur belt haar elke vrijdag om te horen hoe ze het stelt, zonder dat de broer hiervan afweet. Ze schrijft ook regelmatig brieven naar haar vroegere directeur en zo ontdekken we dat haar broer haar van school wil halen als ze niet minstens 90% haalt. Het meisje voelt dat haar broer haar thuis wil houden. Vanaf juni jongstleden is het allemaal heel snel gegaan. Uit de brieven van Venera blijkt dat ze met een geheim rondloopt dat ze wel wil vertellen, maar dat ze schrik heeft dat het de vriendschap zal kosten van mensen die haar al zo veel geholpen hebben. Haar moeder blijkt met hen meegekomen te zijn naar België, maar om meer kans te hebben om asiel te krijgen, hebben ze de moeder al die tijd verstopt. Venera blijkt toch niet Venera te heten en is ook ouder dan ze gezegd had… Het verhaal wordt bevestigd door een oudere zus die in Oostenrijk woont. Een mens vraagt zich af hoe ze hun moeder in godsnaam gedurende die drie jaar verborgen hebben kunnen houden, ook toen we eens iets gingen afgeven bijvoorbeeld en er wat langer bleven om eventjes te praten. [38]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Tegelijkertijd loopt de echtgenote van de broer, een Belgische van Albanese afkomst, van hem weg. Ze heeft altijd als opvoedster gewerkt, maar nu ze zwanger is, wil haar man dat ze thuis blijft. De moeder en Venera krijgen ook schrik, want hij wil niet dat Venera nog langer naar school gaat. Hij verbiedt haar om het huis te verlaten tijdens de vakantieperiode. De enige manier om te communiceren met de directeur is via de SMS-berichten die ze verstuurt met een GSM. Die heeft ze van haar zuster in Oostenrijk gekregen om met haar in contact te kunnen blijven en laat ze af en toe opladen door de directeur. Ze houdt de GSM verborgen in een doos met waspoeder… Op een dag dat de broer is gaan werken, slaagt de directeur erin de moeder te ontmoeten en Venera boeken te bezorgen die ze kan lezen tijdens de vakantie. Op een nacht maakt de broer hen om twee uur wakker en neemt hij hen mee naar een appartement in Antwerpen. Hij vertelt dat hij schrik heeft van zijn schoonbroers, Albanese islamieten die er volgens hem op uit zijn hun zwangere zus die op de vlucht is, te wreken. Vanaf dan blijven ze ondanks de zomerhitte opgesloten in dat appartement, zonder enige ontsnappingsmogelijkheid of contact met de buitenwereld. De broer verbrandt alles wat met de school te maken heeft (schriften, handboeken en getuigschriften), alsook de ietwat modieuzere kleren die Venera samen met de secretaresse was gaan kopen en waar ze zo blij mee was… De directeur belt daarop naar de bijzondere jeugdbijstand, maar hem wordt verteld dat hij het nieuwe schooljaar moet afwachten om de schoolplicht als argument te kunnen gebruiken. De broer, die met een Belgische getrouwd is, heeft een identiteitskaart die geldig is tot en met 2007; de zus en de moeder hebben geen papieren en verblijven nog altijd illegaal in ons land. Wij doen al het mogelijke om ze uit de illegaliteit te halen en denken dat te kunnen regelen door een familiehereniging te organiseren met een broer van de moeder die al 33 jaar in Australië woont. Er stelt zich een praktisch probleem: voor de aanvraag zijn er foto’s nodig terwijl er geen zijn, en de dames kunnen niet buiten. Tezelfdertijd gaan we op zoek naar een plaats waar ze kunnen opgevangen worden, terwijl hun papieren in orde gemaakt zouden moeten worden. Dit blijkt moeilijker te zijn dan gedacht. Het zijn tenslotte illegalen en het OCMW wil hen geen financiële bijstand verlenen. Uiteindelijk vinden we toch een opvangcentrum voor vrouwen in A. Op een dag belt Venera ons om te zeggen dat haar broer het appartement verlaten heeft zonder de deur op slot te doen. Hoewel het zaterdag is en iedereen andere verplichtingen heeft, aarzelen de directeur en zijn vriend van de vereniging niet. Ze stappen in de wagen en doorkruisen het hele land om de van schrik verstijfde vrouwen in A. op te halen, waar ze om 22.30 u. toekomen. Uiteraard is de broer woedend. Hij vermoedt dat de directeur iets te maken heeft met de plotse verdwijning van zijn zus en zijn moeder en begint hem te volgen wanneer hij de school verlaat. Daarna gaat hij op bezoek bij een vriend. Er ontstaat paniek. Hij gaat naar de politie om aangifte te doen van de verdwijningen. Resultaat: op woensdag wordt de directeur voor verhoor mee-

[ 39 ]


Wanneer integratie veeleer een hindernisparcours lijkt

genomen door de politie van A., waar hij ondervraagd wordt van 15.30u. tot 19u. Ik heb een politieagente minder fraaie zaken horen vragen zoals “Stoort het u als ambtenaar niet om illegalen te helpen?” en “Begrijpt u niet dat u zich hebt laten beetnemen door die mensen?” Maar toen ik de ontreddering van dat arme meisje zag, was het voor mij onmogelijk om haar aan haar lot over te laten … Als mens kan ik dergelijke onrechtvaardigheden niet accepteren. En ik laat me graag vier op de tien keer rollen als ik weet dat ik in de andere zes gevallen iemand heb kunnen helpen.” ] C.D.[

lagere school, Schaarbeek

De kleren maken de man niet [  E. is een jonge Afrikaan, met twee universitaire diploma’s, drietalig (N.F.E.), alle papieren in orde, een job, een (blanke) echtgenote en een baby. En sinds kort een chique tweedehandse monovolumewagen. Waarmee hij op een weekendnacht een paar - ook donkere - vrienden naar huis brengt. Ze worden door de politie tegengehouden en, hoewel alle papieren in orde zijn, ook die van de auto, meegenomen en voor de rest van de nacht in de cel gestopt en verhoord. Hun gsm’s moeten ze uiteraard afgeven en de familie wordt niet gecontacteerd. De politie gaat ervan uit dat de wagen moet gestolen zijn. Pas wanneer ‘s morgens de dienst wordt overgenomen, krijgen ze te maken met een agent met meer realiteitszin, die de vergissing inziet en hen blijkbaar zonder meer weer de vrijheid geeft. Voor E. is dit niet de eerste dergelijke confrontatie: hij berust intussen al in zijn situatie en zegt dat een Zwarte met zo’n auto wel voor misverstanden en moeilijkheden moet zorgen. ] B.V.[

vrijwilliger, Hasselt

Op het gelaat te lezen… [  School: jonge migrantenkinderen worden vaak doorverwezen naar een beroepsopleiding, terwijl ze toch een technische richting aankunnen mits een goede leerlingbegeleiding. Die is er vaak niet waardoor de kansen en mogelijkheden van hen niet ontdekt worden. Werk: het gevolg van hun lage scholing is dat ze in de lagere arbeidsklasse terechtkomen met zeer weinig doorgroeimogelijkheden. De allochtonen die wel kansen krijgen, worden op het werk vaak geconfronteerd met racisme en discriminatie, de promotiekansen worden hun vaak ontnomen omdat de autochtonen niet dulden dat een allochtoon boven hun komt te staan. Dit [40]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

gaat gepaard met veel jaloezie en zelfs pesten. Ook bij sollicitaties worden hun vaak kansen ontnomen omdat een autochtoon voorrang krijgt op een allochtoon. Hun beleving hierin is dat een allochtoon met een A1 diploma in de praktijk wordt gelijkgesteld met een autochtoon A2. Uitgaan: wanneer jongeren uitgaan, gebeurd het regelmatig dat zij op café niet bediend worden, of pas na 45 minuten komt de ober dan langs. Hierdoor groeit een enorme frustratie waardoor er conflicten ontstaan. Wanneer deze allochtone jongeren dan reageren worden zij als “probleemjongeren” gezien. Naar hun gevoel worden deze vormen van sociale uitsluiting met de dag erger en erger. De media spelen hierin een zeer grote rol vinden ze, doordat de sensatie en negatieve berichtgeving enorm uitvergroot wordt, terwijl er ook zoveel mooie dingen gebeuren die zelden belicht worden ] K.L.[

buurtwerker, Hasselt

[ 41 ]


os, een sociale paria 24 j ich M., oud en vergeten G Gezinnen op de dool Verla en, alles verloren Dubbel er dak noch recht Voorbij bestaans”minimum? Ziekt Een hondenleven In de ste aar school Ziek en opsta De deurwaarder en de flesse municatie Wie luistert er? M er warmte Gehandicapten Betalen om naar buiten te ga tuderen tegen elke prijs In l zo anders Een droomlev ers en letters Te menselijk iet Op het gelaat te lezen oorwaarden zonder voorre n Het noodlottige cijfer Ko Helpers zonder hulp U ma Over)levenspeil Wie helpt Een bittere nasmaak Er zi rote gevolgen Een ongelij chool Beroepsgeheim? Op Een twijfelachtige “keuze” G itsluiting na de andere On angeloze bezoekjes? Open ?! Men is nooit te oud om g angs burger Reglement is even Eenzaamheid op het Men kan ook te goed zijn E Ouderen niet toegelaten E ehandelen Laat anderen h ers gebuisd Ouderen in d ezin Ik moet uw hulp niet G Onmacht Jongeren op de d


jaar en het leven al achte Geen geld, geen verzorging aten en alleen Alles gege le sociale uitsluiting Zon de zelfkant Is dit echt een te, symptoom van armoede eek gelaten De lijdensweg andig (On)toegankelijkheid enwarmer Gebrekkige com Menselijke lastmen Bijstand zon Wanneer denkt n moeten maar te voet gaan dat de bureaucratie 4 aan Wie niet rijkmeer enbestaat machtig is… n goede handen? Zo klein en ven De huisjesmelkers Cij k De kleren maken de man n… Kafka in de gevangenis echten Verboden te groei op: ik win. Munt: jij verliest ag nog van geluk spreken ons? Controles bij de vlee ijn grenzen Klein verschil jke strijd Kansarmoede op p het slechte pad Valse star Ge(de)socialiseerd? De ene nvrije tijd Onmenselijk Be nbare “dienstverlening” ze gestraft te worden Tweede reglement Een sprankeltje t platteland Schattenjach Eerste hulp bij ouderdom? Een kind als een voorwerp het maar oplossen De ou de vergeethoek Pingpong Gemakkelijkheidsoplossing dool Straatje zonder einde

[

Ondanks de administratieve

vereenvoudiging zijn er nog altijd mensen die in een uitzichtloze situatie belanden. Maar als de

zwaksten worden vergeten in de doolhoven van de administratie,

dan is dat soms een kwestie van leven of dood.


Wanneer men denkt dat de bureaucratie niet meer bestaat

Kafka in de gevangenis [  P. en zijn vriendin zijn zwaar aan de drugs verslaafd. Zij is zwanger en nu willen ze P. als vader laten erkennen. Vlak vóór de zesde maand van de zwangerschap belandt hij echter in de gevangenis. Bij de geboorte wordt zijn kind in een instelling geplaatst door het Comité Bijzondere Jeugdzorg (CBJ) en laat de moeder niets meer van zich horen. P. bekomt bezoekrecht voor zijn dochter in de gevangenis. De erkenningsprocedure kan om drie verschillende redenen niet worden verder gezet: de moeder is niet aanwezig, de vader heeft geen vast adres meer en de gemeenteambtenaar weigert ter plaatse te komen. Gedurende meer dan een jaar probeert P. via bekenden van de moeder en via allerlei instellingen zijn dochter als de zijne te laten erkennen. Ik was getuige van die wanhopige zoektocht. Zijn dochter wordt binnenkort één jaar en het CBJ wil haar in een onthaalgezin plaatsen. P. belt uit mijn bureau om aanwezig te mogen zijn bij het nemen van die beslissing en hoort de maatschappelijk assistent hem het volgende zeggen: “Als u uw dochter echt had willen erkennen, dan had u dat in één jaar tijd toch wel kunnen doen zeker”. Deze zin komt als een vuistslag aan bij P., die helemaal ontmoedigd achterblijft. Kort daarop belandt de moeder in de cel. Ze bevestigt dat ze bereid is mee te werken om het vaderschap van P. te erkennen. Opnieuw rijzen er moeilijkheden: de geboorteakte kan enkel door de moeder worden opgevraagd, die het geld niet heeft om de nodige fiscale zegels te kopen en de gemeenteambtenaar wil nog steeds niet naar de gevangenis komen. Wij schrijven dan maar een brief naar de Algemeen Afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de Rechten van het Kind (de Franstalige tegenhanger van de Kinderrechtencommissaris, nvdr), die het nodige zal doen opdat de gemeenteambtenaar de verplaatsing zal maken, zodat het bijna twee jaar oude kind eindelijk erkend kan worden. ] A.F.[

aalmoezenier, Luik

Voorwaarden zonder voorrechten [  Eén man van de groep had zijn straf voor een deel uitgezeten en mocht voorwaardelijk vervroegd vrij. De voorwaarden: elke week een bezoek brengen aan de psychiater én een job hebben en houden. Hij werkt en gaat naar de psychiater, tot hij bij zijn baas wordt geroepen die hem meedeelt dat het niet meer kan dat hij eens per week vroeger vertrekt op het werk omwille van die afspraak met de psychiater. Die afspraken moeten voortaan maar op een ander moment als hij wil blijven werken waar hij werkt.

[ 44 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

De man probeert de psychiater te bereiken (er langs gaan, telefoneren) om een andere regeling te treffen, maar deze man is helaas enkel overdag bereikbaar, tijdens de werkuren. Wegens het nalaten van het verplichte bezoek aan de psychiater, voldeed hij niet meer aan de voorwaarden voor zijn invrijheidstelling. Hij zit dus weer opgesloten. Dagen niets doen ipv te werken en bij zijn gezin te zijn. Hij vindt het zijn eigen schuld. Hij heeft niet gedaan wat hem was opgedragen. Hij heeft geen hulp gezocht bij de persoon die hem vanuit de gevangenis begeleidde en daar moet hij maar voor gestraft worden. ] I.D. [

educatief medewerker, Antwerpen

Verboden te groeien [  Fien heeft sinds december 2002 splinternieuwe orthopedische winterschoenen. Zo fier als een gieter heeft ze ons, onze (schoon)ouders, onze collega’s, onze familie, onze vrienden haar nieuwe schoenen getoond. Schoenen van zo’n slordige 1 000 euro. Gelukkig bestaat er dan zoiets als de mutualiteit! In september 2003 mocht ik samen met haar sandaaltjes gaan kiezen! Als anderen voor hun kinderen al volop de herfstcollectie aan ‘t uitkiezen zijn, is voor Fien de wettelijke periode van negen maanden verstreken die haar recht geven op een nieuw paar orthopedische schoenen. En dan heeft ze nog geluk, er zijn mensen die langer moeten wachten ... Bovendien is het voor haar juist zo belangrijk om goed schoeisel te dragen aangezien ze ook zo groot is. Het beengestel is door haar enorme lengte erg broos en ze loopt dus ook een groter risico om iets te breken. Is er nu echt geen andere oplossing, een uitzondering op de regel, of noem maar op, dat kinderen die nog uit hun schoenen groeien en die met één paar schoenen geen negen maanden toekomen, recht hebben op een tweede zelfs een derde paar schoenen die terugbetaald worden per jaar. Wie heeft er nu geen sportschoen, een rubberen laars, buiten de dagdagelijkse schoenen en geef toe, dit is geen luxe!!! ] W.C. [

ondernemer, Puurs

[ 45 ]


Wanneer men denkt dat de bureaucratie niet meer bestaat

Het noodlottige cijfer [  Dit verhaal gaat over een jongetje van 5 jaar. Hij zit in het derde leerjaar en heeft een aanzienlijke taalachterstand. Voor de rest ontwikkelt hij zich sociaal en psychomotorisch zoals de andere kinderen. Na overleg met de onderwijzeres besluiten de ouders een logopedist in te schakelen. De eerste sessies zijn veelbelovend en de ouders voelen dat dit hun kind vooruit zal helpen. Om de sessies bij de logopedist terugbetaald te krijgen door het ziekenfonds, moet de jongen een test afleggen om zijn intelligentiequotiënt (IQ) te meten: onder de 86 betaalt het ziekenfonds namelijk niet terug. Aan de ouders wordt uitgelegd dat kinderen met een IQ lager dan 86 beter af zijn in het bijzonder onderwijs, waar alle aangepaste leermiddelen gratis zijn. Om kort te gaan: het ziekenfonds komt niet tussen voor kinderen die naar het bijzonder onderwijs zouden moeten gaan. De ouders maken zich zorgen en vragen zich af: “Wat als ons kind nu niet intelligent genoeg is?” Ze vrezen ook dat eens hun zoon een “etiket” wordt opgeplakt, mensen hem niet meer op dezelfde manier zullen bekijken. Eigenlijk zijn ze tegen het afnemen van de IQ-test, wat ze beschouwen als het “etiketteren” van een kind. Maar gezien ze de middelen niet hebben om de logopediekosten zelf te financieren, gaan ze toch met hun zoon naar een psychologe om hem te laten testen. De psychologe waarschuwt de ouders dat ze niet zeker is dat hun kind een score van 86 zal halen. Na het uitvoeren van de nodige testen zal ze hen telefonisch inlichten over het resultaat. Ondertussen proberen de bezorgde ouders zich verder te informeren. In een naslagwerk over psychologie lezen ze dat intelligentietests heel omstreden zijn, dat het IQ de cognitieve intelligentie meet terwijl er verschillende soorten van intelligentie zijn, dat 95% van de bevolking een IQ heeft dat tussen 70 en 100 ligt, en dat tenslotte een IQ-score lager dan 70 een teken van zwakzinnigheid is. Ze vernemen dat hun kind net onder de 86 gescoord heeft, maar de psychologe is bereid hen een certificaat te geven waarin bevestigd wordt dat hun zoon een IQ heeft dat hoger is dan 86. Ze zijn opgelucht, maar anderzijds verwonderd over de onrechtvaardigheid van dit systeem. De grootste onrechtvaardigheid lijkt me het verplichten van de ouders om hun kind te laten “etiketteren”, wat hem gedurende zijn verdere leven parten kan spelen. Onrechtvaardig is ook het ongewisse laten van de ouders van de relatieve waarde van het IQ. En een IQ lager dan 86, hoeft toch niet noodzakelijk te betekenen dat het kind een “mentale achterstand” heeft. En als er dan toch een grens moet worden getrokken, waarom ligt die dan niet bij 70? ] J.L. [

[ 46 ]

kunstenaar, Erezée


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Kop: ik win. Munt: jij verliest. [ X, die geen geldige verblijfsvergunning had maar al 17 jaar in België verbleef, heeft zijn straf van 5 jaar opsluiting (zonder penitentiair verlof, want buitenlander) er bijna opzitten. Door een ziekte die hij in de gevangenis heeft opgelopen, is het slecht gesteld met zijn gezondheid. De zware behandeling die hij nu krijgt, zal buiten de gevangenis moeten worden verder gezet. Verschillende partijen samen slagen erin om zowel medische opvolging als juridische bijstand voor hem te regelen van zodra hij vrij wordt gelaten, alsook een extra financiële steun om geschikt onderdak te vinden. Op de dag dat X zijn straf heeft uitgezeten, wordt hij gefouilleerd, krijgt hij burgerkleren, ontvangt het saldo van zijn gevangenisrekening en passeert hij langs de griffie, waar men vaststelt dat er geen goedkeuring is van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en dat hij bijgevolg niet kan worden vrijgelaten… Gedurende vijf uur dient hij de beslissing af te wachten in een afgesloten wachtzaal: de DVZ plaatst hem onder administratieve aanhouding (met name onder vzmb-statuut, wat staat voor “vreemdeling zonder middelen van bestaan”). Hij moet terug zijn gevangenisplunje aantrekken, terug in een cel in een ander deel van het gebouw… Het hele reïntegratieplan waarin zo veel energie was gestoken, dreigt in duigen te vallen. Wanneer hij opnieuw gefouilleerd dient te worden, begint X te wanhopen. Het is alsof zijn hele wereld voor zijn ogen instort. “Dat is nu al vijf jaar dat de administratie weet op welke dag ik mijn straf uitgezeten zal hebben… waarom dan nog die administratieve aanhouding?” Zijn nieuwe opsluiting verloopt moeilijk. Hij ziet het als een willekeurige opsluiting en hij wordt als nieuw binnengekomen gevangene beschouwd, waardoor hij niet naar de kantine mag en niet meer van de persoonlijke gunsten kan genieten die hij verworven had in het blok waar hij daarvoor gezeten had. Hij krijgt het verbaal aan de stok met bewakers, die hem zien als een gevangene zoals alle andere, waardoor hij uiteindelijk in een afgesloten cel wordt gestopt. Twee weken later wordt hij dan toch vrijgelaten met het bevel het land binnen de drie dagen te verlaten. Hij tekent hier beroep tegen aan, waardoor het bevel tijdelijk wordt ingetrokken. ] A.F. [

aalmoezenier, Luik

[ 47 ]


Wanneer men denkt dat de bureaucratie niet meer bestaat

Helpers zonder hulp [  A., 49 jaar, verzorgt haar 80 jarige moeder bij haar thuis. Haar moeder heeft zes jaar geleden een herseninfarct gehad en is sindsdien half verlamd en kan niet meer praten. Om af en toe een keer op adem te komen doet ze beroep op ISIS. A. was net een paar maanden werkloos toen haar moeder ziek werd en besloot de zorgen op haar te nemen. Een goed jaar geleden werd A. opgeroepen bij de V.D.A.B. en moest gaan solliciteren. Een ouderen oppasdienst zocht werkkrachten!!! Toen de kandidaat werkgever het absurde van de situatie inzag heeft hij A. als kandidaat geweigerd. Een paar maanden later werd A. verplicht om 8 uur per dag omscholing te volgen of over te stappen naar het zorgkrediet. Aangezien A. haar moeder zelf wil verzorgen heeft ze voor het zorgkrediet gekozen, met een inkomensverlies van -/+ 125 euro per maand. Hoelang zij van het zorgkrediet kan genieten is nog steeds een vraagteken. Blijkbaar kan men wel tegen betaling gaan “werken” als thuisoppasser bij vreemden. Als men beslist om dit voor eigen familie te doen dan moet men op zijn inkomen verzaken. ] J.G. [

mantelzorg, Beringen

U mag nog van geluk spreken [  Van toen ze nog een baby was, voed ik al een meisje van 7 jaar op als was het mijn eigen dochter. Door haar natuurlijke moeder was ze in de steek gelaten. Van bij de geboorte lijdt ze al aan een spierziekte die de dokters nog niet hebben kunnen benoemen. Ze wordt gevolgd door specialisten verbonden aan de Université Catholique de Louvain (UCL) en ze volgt drie keer per week een behandeling in een revalidatiecentrum in de streek. Haar situatie verandert niet en ze brengt bijna de hele tijd door in een rolstoel. Wij zijn in contact gekomen met een vereniging uit N. die een aangepaste computer voor haar wil laten bouwen, zodat ze les zou kunnen volgen in het gewoon onderwijs... Wij hebben meermaals een hogere kinderbijslag voor haar gevraagd, maar dit werd ons tot voor kort geweigerd. Na onze nieuwe aanvraag in april, op het moment dat de betreffende wetgeving werd aangepast, kregen wij tot onze verbazing te horen dat wij voor haar een ”algemeen bewijs” voor een invaliditeit van 80% kregen, en dat met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 1996, de geboortedatum van het kind. Voor ons betekende dat een straaltje zonneschijn aan een hemel die vele jaren donker was geweest. Maar op het moment dat ik alles in gang zet om [ 48 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

de hulp waarop we recht hebben te bekomen, krijg ik te horen dat de terugbetalingen slechts voor een periode van twee of drie jaar gelden! Wij kunnen toch niet aansprakelijk gesteld worden voor alle vertragingen in de behandeling van de verschillende dossiers! Wij hebben genoeg onbetaalde facturen voor medische kosten liggen om onze hele woonkamer mee te behangen, en hebben op onze beurt moeilijke maanden moeten doorstaan: ik heb zelf vijf kinderen! Wij zijn niet de enigen die een dergelijk onrecht meemaken en van sommigen kwetsende woorden naar ons hoofd geslingerd krijgen. “U zou blij moeten zijn dat ze (het meisje) erkend is als gehandicapte”, heeft een bediende van het ziekenfonds me ooit gezegd… alsof ouders een gat in de lucht zouden moeten springen omdat hun kind gehandicapt is! Ouders zijn gelukkig wanneer hun kinderen gezond zijn! ] M.B. [

huisvrouw, Verviers

(Over)levenspeil [  Een vrouw met twee kinderen en een partner die afhangt van het OCMW. Welke inspanningen zij ook levert, al het geld gaat naar de afbetaling van haar schulden (of die van haar ex-man), niet naar een hoger leefloon. Als ze door de schooldirecteur erop gewezen wordt dat haar kind dringend nieuwe schoenen nodig heeft, moet ze via haar sociale assistente hiervoor geld vragen aan het OCMW (dat haar uitkeringen en haar kindergeld beheert). Als het OCMW meent dat ze nog teveel openstaande schulden heeft, en geen nieuwe schoenen voor haar kind kan kopen, houdt het op. De regel is dat kinderbijslag niet mag dienen om schulden af te betalen. In de praktijk moeten rechthebbenden op een kinderbijslag deze echter afgeven aan het OCMW die deze som “beheert”. Sommige kansarmen dulden dit niet langer, en slagen erin de kinderbijslag niet langer “in beheer” te moeten afstaan. Daarop heeft het OCMW echter een remedie gevonden: ze halen het leefloon omlaag. Zo komen deze kansarmen in de volgende situatie: 20 euro leefloon per week + kinderbijslag om van te leven. Daarmee moeten ook doktersrekeningen betaald worden… Voordien hadden ze recht op 90 euro leefloon per week. Hiermee kunnen uiteraard geen schooluitstapjes van de school betaald worden (bvb dagje Bobbejaanland aan 50 euro). De gemeenteschool van S. heeft geacht dat het kind wiens ouders dit daguitstapje niet konden betalen, voorgelegd moest worden aan het oudercomité, dat weigerde 50 euro voor dit kind op tafel te leggen. Het kind is op het matje geroepen door de schooldirectie: voor hem geen uitstapje. ] G.M. [

maatschappelijk werkster, Antwerpen

[ 49 ]


Wanneer men denkt dat de bureaucratie niet meer bestaat

Wie helpt ons? [  Steeds meer mensen hebben advies nodig over iets, maar vinden nergens een antwoord. Hoe moet ik mijn papieren invullen? Hoe komt het dat mijn elektriciteitsrekening steeds duurder wordt? Een concreet geval: iemand heeft twee jaar geleden zijn zaak stopgezet, en krijgt nog steeds een aanslag voor de een of andere milieubelasting. Het gaat om iets meer dan drie euro. De man had de som niet betaald, omdat hij het zelf iets te gortig vond, maar na enkele maanden kreeg hij daarvoor een verwittiging, en daarna nóg een. Bellen naar de belastingen leverde niet echt veel op: we kunnen er niet veel aan doen, want we lopen twee jaar achter op het kadaster, luidde het daar. De man heeft zich uiteindelijk een ongeluk moeten zoeken naar de nodige aktes met de nodige nummers, én hij heeft een brief moeten schrijven naar de belastingen met daarin de reden waarom hij dacht de bedoelde belasting niet meer te moeten betalen. De laatste mededeling die hij kreeg was deze: het zou kunnen dat het volgend jaar weer gebeurt, want de belastingen raken hopeloos achterop. ] F.V. [

OCMW, Gent

Controles bij de vleet [  Nu er wel in de gevangenis controle is stellen we toch niet vast dat de criminaliteit daalt. En de personen zelf zijn ook niet geholpen. Integendeel. Ze blijven meer en meer in het systeem hangen. Ze krijgen tientallen voorwaarden opgelegd. Velen kunnen ze zelfs niet lezen! Het hangt in grote maten van de justitie-assistent af of er een overtreding is of niet. We stellen vast dat het steeds dezelfde jonge meisjes zijn van wie we gedetineerden teruggestuurd krijgen die hun voorwaarden niet naleven. Dit is een nieuwe vorm van sociale onrechtvaardigheid: als je beslist om meer te gaan controleren is het evident dat de zwaksten het eerste slachtoffer zijn. Dat is evident als je voorwaarden oplegt die niet kunnen lukken. Een voorbeeld. Als voorwaarde moet een gedetineerde in de psychiatrie. Na een jaar wil de dokter hem ontslaan. De gevangenis is tegen en dus blijft hij tot de gevangenis akkoord gaat. Hij mag naar een home. Maar daar lukt het niet en hij loopt dus weg, naar Nederland. Daar blijft hij enkele maanden, vindt er werk enz. Maar dan komt hij terug naar België. Zo’n weglopers komen uiteindelijk altijd terug naar hun thuisbasis. Daar wordt hij na een tijd opgepakt en vliegt hij terug de gevangenis in omdat hij zijn voorwaarden niet is nagekomen. Hij is een goed voorbeeld van iemand die te lang voorwaarden heeft opgelegd gekregen. Hij kan niet half onder gezag. Ofwel zit hij in de gevangenis of in de psychiatrie en dan functioneert hij uitstekend. Ofwel is [50]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

hij vrij, maar zo half in een home is voor hem niet doenbaar. Hij heeft een levenslange veroordeling. Zo iemand durven ze niet helemaal vrij te laten. Maar door hem half vast te houden creëer je ook problemen. Je loopt de kans dat zo iemand letterlijk levenslang zal opgesloten zitten, steeds maar weer in en uit door die controle. ] H.C. [

gevangenisdirecteur, Oudenaarde

Een bittere nasmaak [  Het gezin L. telt negen kinderen. De vader werkt al jaren aan de gemeente als klusjesman. Hij is de enige die buitenhuis werkt en maakt een bitter rekensommetje: “Vroeger leefde ik van een OCMW-uitkering, nu verdien ik 250 euro meer dan het leefloon. Ik sta op om 5.30u. en kan niet meer in mijn eigen huis werken of vrienden helpen. Het bedrag van onze kinderbijslag is verminderd, want ik heb geen recht meer op een verhoging. Ik betaal meer huur voor mijn sociale woning en ik moet de schoolmaaltijden en de opvang betalen, terwijl werkzoekenden en leefloners van kortingen genieten. Waarom werk ik dan eigenlijk!!!” ] C.H. [

huisarts, Etterbeek

Er zijn grenzen [  Het grote probleem bij echtscheidingen is vaak de verdeling van de gemeenschappelijke bezittingen. Meestal wordt er geen huwelijkscontract opgesteld en als dat toch het geval is, kiest men voor het wettelijk stelsel van de gemeenschap van goederen, tenzij anders bewezen. De gevolgen zijn vaak niet te overzien. Zo had een vrouw samen met haar man een appartement gekocht. Hij sloeg haar en daarom was ze weggelopen van huis. Ze zijn gescheiden in 1984 en sindsdien proberen de notarissen het onroerend goed te verdelen. De man echter gebruikt alle mogelijke middelen om dat te verhinderen; hij woont er nog altijd en is van plan dat te blijven toen tot zijn overlijden. Het is ongehoord om het gebruik van een onroerend goed gedurende meer dan 20 jaar op deze wijze aan banden te leggen! Men zou beter een wettelijke termijn vastleggen die gerespecteerd moet worden. Ook de verdelingsprocedure wordt beter door een magistraat geleid. Dit is een extreem geval, maar de gemiddelde termijn bij echtscheidingen is momenteel 8 jaar: dit is veel te lang, want zo komen mensen in moeilijke financiële situaties terecht! ] D.P. [

advocaat, Namen

[ 51 ]


Wanneer men denkt dat de bureaucratie niet meer bestaat

Klein verschil, grote gevolgen [  De mensen die geen leefloon maar een integratie-inkomen krijgen, om de juiste term te gebruiken, worden vanaf nu beschouwd als WIGW’s (de categorie van wezen, invaliden, gepensioneerden en weduwen die recht hebben op een verminderde bijdrage in de gezondheidszorg) en hebben bijgevolg recht op een verhoogde terugbetaling van medicijnen. Omgekeerd krijgen de werkzoekenden met een uitkering dit recht niet, met uitzondering in geval van hospitalisatie. Waarom wordt dit onderscheid gemaakt? Een werkloze krijgt maar 25 euro meer dan iemand met een integratie-inkomen. Het probleem is dat beide categorieën onder de bevoegdheid van een ander ministerie vallen: het ministerie van werkgelegenheid in het ene geval, het ministerie van sociale zaken in het andere. Waarom overleggen ze dan niet eerst? Waarom wordt er niet meer aan de gezondheid van werklozen gedacht? Ik begrijp niet waarom een werkloze met kinderen een hogere kinderbijslag krijgt dan bijvoorbeeld een laaggeschoolde arbeider die wel werkt. Waarom dit onderscheid? Ik kan u verzekeren dat deze maatregel als bijzonder pijnlijk wordt ervaren. Zo heb ik hier eens een Turks echtpaar ontmoet dat zeven of acht kinderen had. Sinds hun oudste zoon was gaan werken, was het bedrag van de kinderbijslag die ze kregen - tot hun grote verbijstering en woede met ongeveer 100 euro per maand verminderd. ] F.C. [

vrijwilliger, Luik

Een ongelijke strijd [  De mensen die beroepshalve in contact komen met zelfstandige ondernemers in de problemen hebben heel dikwijls een totaal gebrek aan inlevingsvermogen. Daarbij denk ik aan curatoren, deurwaarders en belastingontvangers. Een ondernemer vertelde ons bijvoorbeeld dat de deurwaarder ineens in zijn winkel stond, of iemands dochter trof vreemde mensen aan toen ze thuiskwam van school. Of een deurwaarder die het huis van de grootmoeder van een ondernemer leeghaalt, omdat die daar zijn domicilieadres heeft. Toen de ondernemer iets wou zeggen, reageerde de deurwaarder dat hij zijn gelijk maar moest bewijzen met facturen, terwijl die meubelen ouder waren dan de ondernemer zelf. Ook over belastingontvangers is er aan schrijnende verhalen geen gebrek. “Ik heb verscheidene malen een afbetalingsplan voorgesteld aan de belastingen. Die hebben er totaal geen oren naar, ze zetten me het mes op de keel. Ze staan boven de wet, hebben geen besef van de economische realiteit. Ik had op een bepaal moment 6 690 euro van een schuld van 7 430 euro terugbetaald. Een week later kreeg ik voor de resterende 740 euro opnieuw [52]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

boetes en stond de deurwaarder weer in mijn zaak’’, vertelde iemand ons. Er wordt dus een grote willekeur aan de dag gelegd door sommige belastingontvangers, curatoren en deurwaarders. Ze maken zich dikwijls schuldig aan machtsmisbruik en behandelen ondernemers in moeilijkheden als misdadigers. Geen wonder dus dat sommige ondernemers de handdoek zomaar in de ring gooien: hun bestaande problemen – op zakelijk en als gevolg daarvan ook op privé-vlak – worden door zulke omstandigheden nog veel erger gemaakt. We tekenden bijvoorbeeld de volgende uitspraak van een inspecteur van de belastingen op: “Als je je schulden niet kunt betalen, moet je maar je voorraad zwart geld aanspreken”. Een pas verschenen brochure vanwege het Ministerie van Financiën over “de waarden van de fiscus” klinkt dan opeens tamelijk hol. Als iemand belastingsschulden heeft, wordt zijn situatie zo goed als uitzichtloos. Er komt namelijk intrest op zijn schulden. De boetes die men krijgt, worden dus al snel een veel hoger bedrag dan de eigenlijke schulden op zich. Zoiets kan toch niet? ] J.L. [

directeur studiecentrum, Brussel

[ 53 ]


os, een sociale paria 24 j ich M., oud en vergeten G Gezinnen op de dool Verla en, alles verloren Dubbel er dak noch recht Voorbij bestaans”minimum? Ziekt Een hondenleven In de ste aar school Ziek en opsta De deurwaarder en de flesse municatie Wie luistert er? M er warmte Gehandicapten Betalen om naar buiten te ga tuderen tegen elke prijs In l zo anders Een droomlev ers en letters Te menselijk iet Op het gelaat te lezen oorwaarden zonder voorre n Het noodlottige cijfer Ko Helpers zonder hulp U ma Over)levenspeil Wie helpt Een bittere nasmaak Er zi rote gevolgen Een ongelij chool Beroepsgeheim? Op Een twijfelachtige “keuze” G itsluiting na de andere On angeloze bezoekjes? Open ?! Men is nooit te oud om g angs burger Reglement is even Eenzaamheid op het Men kan ook te goed zijn E Ouderen niet toegelaten E ehandelen Laat anderen h ers gebuisd Ouderen in d ezin Ik moet uw hulp niet G Onmacht Jongeren op de d


jaar en het leven al achte Geen geld, geen verzorging aten en alleen Alles gege le sociale uitsluiting Zon de zelfkant Is dit echt een te, symptoom van armoede eek gelaten De lijdensweg andig (On)toegankelijkheid enwarmer Gebrekkige com Menselijke last Bijstand zon Wanneer n moeten maar te voet gaan gelijke kansen 5 aan Wie een rijkmythe enblijven machtig is… n goede handen? Zo klein en ven De huisjesmelkers Cij k De kleren maken de man n… Kafka in de gevangenis echten Verboden te groei op: ik win. Munt: jij verliest ag nog van geluk spreken ons? Controles bij de vlee ijn grenzen Klein verschil jke strijd Kansarmoede op p het slechte pad Valse star Ge(de)socialiseerd? De ene nvrije tijd Onmenselijk Be nbare “dienstverlening” ze gestraft te worden Tweede reglement Een sprankeltje t platteland Schattenjach Eerste hulp bij ouderdom? Een kind als een voorwerp het maar oplossen De ou de vergeethoek Pingpong Gemakkelijkheidsoplossing dool Straatje zonder einde

[

Aan iedereen, vanaf de geboorte, gelijke kansen geven om zich te ontwikkelen en aan het

maatschappelijke leven deel te

nemen? Het is op zich een nobel streven, maar het is makkelijker

gezegd dan gedaan. Kinderen zijn zeker niet allemaal gelijk noch op

de school, noch op het vlak van de gezondheid of in het leven in het algemeen.


Wanneer gelijke kansen een mythe blijven

Kansarmoede op school [  Ik werk in een basisschool van het bijzonder onderwijs met kinderen van 6 tot 13 jaar (types 1, 2, 4 en 8). Kansarme kinderen maken een aanzienlijk deel uit van onze schoolbevolking. Tijdens de klassenraad is al vaker het probleem aan bod gekomen van kinderen met gezichtsproblemen. Het gebrek werd telkens vastgesteld door het CLB tijdens een medische controle. De betrokken ouders zijn op de hoogte gesteld van de gezichtsproblemen van hun kind, maar gezien ze een bezoek aan de oogarts niet kunnen betalen, blijft het hier vaak bij. Om nog maar te zwijgen van de kost van een bril, zeker als het niet de eerste bril is. Het kind volgt dan maar verder de lessen op school met een handicap waaraan niets wordt verholpen. Tijdens het schooljaar heb ik kinderen gehad die last hadden van hevige tandpijn. De tandarts is duur en aan tandhygiëne wordt in het gezin toch geen belang gehecht. Het kind is soms niet in staat om de les te volgen omdat het te veel pijn heeft. Het enige wat wij kunnen doen, is een lichte pijnstiller geven aan de leerling. Andere leerlingen lijden aan overgewicht of zelfs aan zwaarlijvigheid: soms is er een bloedonderzoek nodig om diabetes of schildklierproblemen vast te stellen. Voor de ouders zijn de medische onderzoeken duur. Het gezin koopt makkelijker brood, choco, confituur, pasta en frieten omdat dat goedkopere levensmiddelen zijn dan groeten en fruit, mager vlees en vis. De ouders zijn nauwelijks opgeleid, lezen weinig en weten nog minder af van de noodzaak van een goed en evenwichtig dieet en het positieve effect ervan op de gezondheid. Aan sommige hyperkinetische kinderen wordt een medische behandeling voorgeschreven waardoor ze zich beter concentreren en hun aandacht houden bij een bepaalde taak. Of waardoor ze hun permanent gevoel van angst onderdrukken. Ondanks de terugbetaling van de medische kosten, dienen de ouders minstens 9 euro remgeld te betalen per doosje medicijnen. Het kind kan plots niet meer van al zijn mogelijkheden genieten, want ze wachten liever “tot het iets minder goed gaat” alvorens de voorgeschreven medicijnen af te halen. Bovendien verstoort dit kind vaak de goede werking van de klas. Luizen vormen eveneens een regelmatig terugkerend probleem. De speciale shampoos die hiervoor bestaan zijn niet goedkoop. De behandeling vraagt eveneens een grondige hygiëne van de hele familie: de behandeling van iedereen die luizen of neten in het haar heeft, het wisselen en wassen van alle besmette kledij en beddengoed. Op de hygiëne buiten de school hebben wij uiteraard weinig of geen vat. Op school gaan de kinderen wekelijks onder de douche in een verwarmd lokaal naast de klas. Dit kan maar gebeuren mits de ouders akkoord gaan en mits respect voor het kind, zonder dat het met de vinger gewezen wordt. Vaak worden kinderen met luizen uitgestoten en uitgelachen door de rest van de klas, terwijl ze er zelf niets aan kunnen doen. Wij kunnen niet eisen dat het kind in kwestie tijdelijk niet meer naar school [ 56 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

komt. Als we zo zouden beginnen, zouden bepaalde leerlingen simpelweg nooit meer aanvaard worden in de klas. Ongeveer één tiende van de leerlingen spijbelt. Loont het de moeite om de woensdagmorgen naar school te gaan? En de dag dat er markt is? En wat als er ‘s avonds bezoek geweest is of als je te lang naar de televisie gekeken hebt en niet kunt opstaan ’s ochtends? Voor de ouders is de school vaak onbelangrijk, en kinderen gaan zich al van in de lagere school - waar ze ook vaak afwezig waren - hiernaar gedragen. Leerachterstanden bij kinderen uit een dergelijk gezin zijn vaak gelinkt aan een onregelmatig schoolbezoek vanaf het begin. De keren dat ze wél aanwezig zijn, zit er voor die leerlingen niets anders op dan al hun inspanningen te steken in het proberen onthouden en het inhalen van wat ze gemist hebben. Gezinnen die te kampen hebben met sociaal onrecht, zijn vaak ook cultureel helemaal achterop. Zo hebben wij nog ouders die volledig analfabeet zijn of amper kunnen lezen, er zijn bij ons op school veel kinderen waarvan de ouders zelf amper naar school geweest zijn toen ze klein waren, de ouders hebben soms een beperkt verstandelijk vermogen en soms zijn er relatieproblemen. Het merendeel van de gezinnen is opnieuw samengesteld of heeft maar een één ouder. Wij hebben soms drie of vier kinderen uit één zelfde gezin, die allemaal een andere vader hebben. ] M.G. [

logopediste, Charleroi

Beroepsgeheim? [  Het verhaal gaat over een kind die vier jaar in een instelling gezeten heeft en nu toegewezen is aan de vader. De vader verhuist met het kind naar een dorp. Het kind dat in het vijfde leerjaar zit, valt bewusteloos in klas. De MUG en 1OO komen ter plaatse. In de apotheek waar ik op dat moment werkte, kwam de directeur een week later zijn hart luchten. Er wordt onder andere gezegd door de dorpelingen dat het kindje een epilepsieaanval had en de leerkrachten vragen aan de directeur of het misschien iets met drugs te maken heeft. Volgens de directeur werd dit door mensen van de politie geïnsinueerd, waardoor ze zich dus niet hielden aan het beroepsgeheim. In werkelijkheid is het iets helemaal anders, vertelde de directeur, de oorzaak is het feit dat het kind, door de psychische situatie thuis, daar zo mee bezig is en daardoor plots bewusteloos viel. Nog een trauma voor het kind erbij. Door het milieu waarin het kind opgroeide, zijn de kansen van het kind veel minder dan van de andere kinderen van de klas. Het meisje leeft in een onstabiele thuissituatie. Het kind heeft al veel meegemaakt. [ 57 ]


Wanneer gelijke kansen een mythe blijven

Als kind zal je hoe dan ook meer moeten vechten om er te geraken in het leven dan een ander kind. De vooroordelen zullen moeten overwonnen worden. Het kind krijgt al direct een stempel opgekleefd door de omgeving. Het feit dat de politie zich niet hield aan het beroepsgeheim, trof me zeer. Daardoor gaan mensen dingen zeggen over dat kind die niet kloppen. Kinderen horen heel veel van hun ouders thuis, ook over klasgenoten. Hierdoor kan het kind gepest of uitgesloten worden. Door een slechte thuissituatie kan dit erge gevolgen hebben voor het kind op korte en lange termijn. ] H.G. [

apotheker, Zonnebeke

Op het slechte pad [  Sinds het eerste kleuterklasje was mijn dochter bevriend met An. An is een mooi en zeer sympathiek meisje, dat zeer geliefd was bij de kleuters van haar klas (en trouwens ook bij de leerkrachten). Mijn dochter is niet uitbundig in het vertellen van wat er op school gebeurt. Maar An kwam regelmatig aan bod in het discours tijdens het avondmaal. An is één van de jongere kinderen uit een groot gezin. Het gezin van An wordt in de gemeente gepercipieerd als zeer marginaal. De ouders baten een café uit dat geassocieerd wordt met een motorbende. Het gezin is zeer slecht gehuisvest. Mensen die de school niet genegen zijn verwijzen overigens regelmatig naar dit gezin om aan te tonen dat de school van laag niveau zou zijn. Het gezin is goed geïntegreerd in de schoolgemeenschap. De ouders en de kinderen van het gezin komen regelmatig naar activiteiten zoals schoolfeest, oudercontacten,… An wordt echter slecht opgevolgd wat betreft praktische zaken (handtekeningen, geld meebrengen, zwempak meebrengen,…). De oudste zoon van het gezin krijgt deze opvolgtaak, maar is daar zelf nog te jong voor. De kleuterleerkrachten vangen op. (en wij, net als sommige andere ouders, geven onze dochter vaak dubbel mee wat er van thuis moet meegegeven worden: kaasdoosjes, oude schoenen, lappen stof…). An is tijdens de kleuterperiode vaak afwezig geweest (o.a. een ziekteperiode van verschillende weken na mekaar). Vanaf het derde kleuterklasje wou mijn dochter vriendjes uitnodigen voor haar verjaardagsfeestje. Naast de schriftelijke uitnodiging, belde ik zelf de ouders van An vooraf nog eens op. Op de dag zelf komt An niet opdagen. Ik bel nog eens op. An zou aan zee zitten. (een leugen blijkt de volgende dag in de klas). Ik heb mijn dochter met hand en tand willen uitleggen dat de afwezigheid niet de fout is van An. Maar blijkbaar is zij al te oud geworden om te aanvaarden dat afspraken niet nageleefd worden en nog te jong om dat niet aan te rekenen aan haar vriendinnetje.

[ 58 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Ook in het eerste leerjaar komt An niet opdagen op het verjaardagsfeestje van mijn dochter. Bij het begin van het schooljaar is er een nieuwe turnjuf. Mijn dochter vertelde me dat twee kinderen zonder turn-T-shirt niet mochten meeturnen. An was één van hen. De school heeft expliciet als doelstelling dat alle kinderen zo ruim mogelijke kansen moeten krijgen en dat welbevinden op school de noodzakelijke voorwaarde is om te kunnen leren. Dit incident werd op school besproken en vermeden in de toekomst (‘kinderen kunnen op zo jonge leeftijd niet verantwoordelijk gesteld worden voor wat hun ouders vergeten’). Voor An echter was het waarschijnlijk opnieuw een negatieve (traumatische ?) ervaring. Bovendien blijkt A. in het eerste leerjaar geconfronteerd te worden met leermoeilijkheden. Nu dubbelt An haar eerste leerjaar. De vriendschap is uitgedoofd. ] E.R. [

oudervereniging, Lennik

Valse start [  Michiel wordt geboren in een gemarginaliseerd gezin. Hij heeft zijn vader nooit gekend. Het enige wat hij van hem bezit is een foto waarop hij afgebeeld staat met de baby Michiel aan de ene hand en in de andere hand een wapen. Het is voor Michiel zijn kostbaarste bezit. Wanneer Michiel. nog klein is, scheiden zijn ouders en verdwijnt zijn vader met de noorderzon. Zijn moeder heeft veel schulden en terwijl Michiel als zesjarige in het ziekenhuis ligt voor een hartoperatie, vlucht zijn moeder voor de schuldeisers naar het buitenland. Michiel is daarna aangewezen op zijn iets oudere broer en samen belanden ze in een instelling. Daar wordt hij door een pedofiele opvoeder verkracht en uiteindelijk buitengezet. Zijn moeder is ondertussen teruggekeerd en hertrouwd met een drankverslaafde. Hij belandt in een MPI (Medisch Pedagogisch Instituut) voor karakter- en gedragsgestoorden en hij wordt naar het bijzonder onderwijs gestuurd, alhoewel hij een normaal IQ heeft. Hij zal de school nooit afmaken. Vanaf zijn veertiende begint Michiel cannabis te gebruiken en al vrij snel schakelt hij over op alcohol en amfetamines. Het is ook rond die tijd dat hij voor het eerst in aanraking komt met het gerecht voor joyriding en kleinere inbraken. Hij heeft geen vrienden naast cafévrienden en andere gebruikers. Op zijn achttiende gaat hij uiteindelijk weer bij zijn moeder wonen, bij gebrek aan een alternatief. In eerste instantie wordt Michiel geplaatst op vraag van justitie. Zijn agressie, die aanvankelijk vooral verbaal is, wordt er uiteindelijk fysiek en na een viertal weken wordt hij buitengezet. Vrij snel volgt er een nieuwe vraag tot opname. Er wordt eerst geprobeerd om hem ambulant te helpen, maar omdat hij in druggebruik hervalt, volgt er een tweede crisisopname. In samenspraak met [ 59 ]


Wanneer gelijke kansen een mythe blijven

Michiel werd er op het einde van die crisisopname naar een begeleiding in een Kort Therapeutisch Programma toegewerkt. Aangezien er daar echter een lange wachtlijst bestond, bleef hij uiteindelijk veel langer dan gewoonlijk in de crisisopname (drie maanden). Het verhaal van Michiel is typerend. De belangrijkste vaststelling is dat indien dergelijke mensen in een ander milieu waren geboren, de kans veel kleiner zou zijn dat ze in al deze probleemsituaties zouden terechtkomen. Hun thuissituatie zorgt er vaak voor dat ze een opleiding krijgen onder hun niveau, waardoor ze een intellectuele en sociale achterstand krijgen die ze later nog moeilijk kunnen goedmaken. ] L.V. et K.V. [

therapeuten, Asse

Een twijfelachtige “keuze” [  De ouders hebben hun kinderen allemaal naar een school voor bijzonder onderwijs gestuurd. De reden daarvoor is dat die scholen voorzien in vervoer van en naar de school. Sommige van die kinderen hadden volgens mij echt wel een technische richting aangekund. Het was dus eigenlijk louter en alleen voor het ‘eigen gemak’ dat die kinderen dom werden gehouden. Zoiets vind ik niet correct. Het beperkt de mogelijkheden van die kinderen, dat is sociaal onrechtvaardig. Zij blijven daardoor in een bepaalde sociale klasse, bijna ‘marginaliteit’, zitten en kunnen niet hogerop geraken. ] E.E. [

huisarts, Sint-Kwintens-Lennik

Ge(de)socialiseerd? [  Het gaat om jongeren die verstandelijk vertraagd zijn, die karakterstoornissen hebben, of die heel moeilijk omkunnen met discipline. Vaak komen ze uit een kansarm milieu, en vooral de ouderen onder hen zijn schoolmoe. Over het algemeen gaat het om een ongemotiveerde groep, omdat ze heel dikwijls niet gestimuleerd worden van thuis uit. Heel wat jongeren bij ons op school komen uit een gebroken gezin. Er is maar één ouder die de eindjes heel moeilijk aan elkaar kan knopen bijvoorbeeld, of mama heeft geregeld een nieuwe vriend, of er is een stiefmoeder, enzovoort. Dat komt er dikwijls op neer dat er niet omgekeken wordt naar de kinderen. Naar schoolresultaten wordt er niet gevraagd, kinderen worden niet gestimuleerd om bij ons een vak te leren. Het gebeurt ook dat jongeren totaal gedemotiveerd bij ons terechtkomen, omdat ze het aanbod in het technisch [60]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

onderwijs en later in het beroepsonderwijs niet konden verwerken. Dat frustreert hen. En als ze dan nog eens helemaal alleen hun plan moeten trekken thuis zorgt dat soms voor problemen. Sommigen weten met hun agressie geen blijf. Als ze dan drie uur na elkaar moeten stilzitten voor een algemeen vak, terwijl ze het al moeilijk hebben met vijf minuten, wordt er meer dan eens met deuren gesmeten. De meesten worden goed begeleid door het Centrum voor Leerlingenbegeleiding, maar het probleem wordt niet bij de wortel aangepakt. In veel gevallen zou een hogere levensstandaard thuis er al voor kunnen zorgen dat heel wat jongeren meer zouden aankunnen, verder zouden staan dan dat nu het geval is. Als ouders op financieel vlak voortdurend met de handen in het haar zitten, is dat niet echt een stimulerende leefomgeving. Op school lopen er soms jongeren rond met een gescheurde broek bijvoorbeeld. Je zou verwachten dat dat onmiddellijk hersteld wordt, maar dat is niet het geval. Er zijn er ook die de mogelijkheid krijgen om een douche te nemen op school, anders blijven ze vuil rondlopen. Soms zijn ze daar blij mee, maar anderen worden nog agressiever als het hen gevraagd wordt. Sommige van mijn collega’s geven oude kleren mee aan leerlingen die het echt nodig hebben. Ik vind het ook erg dat de jongeren aan wie ik lesgeef in bijna niets meer geïnteresseerd zijn. Enkel seks en drugs zijn van belang. Wat er verder nog gebeurt in de wereld gaat aan hen voorbij. Sommigen blijven gewoon weg van school, zodat ze zelfs wettelijk gezien niet kunnen overgaan naar het volgende jaar. Er zijn er ook die thuis worden geslagen, maar die dat aan niemand durven vertellen. Soms komen we het te weten, meestal via andere leerlingen. Er zijn er niet veel die de stap naar een leraar zetten, hoewel er dikwijls benadrukt wordt dat die mogelijkheid bestaat. De meesten hebben al jarenlang hun plan alleen moeten trekken, dus voor hen is het niet evident om hulp te vragen. Slechts heel weinig ouders dagen op op oudercontacten. Áls ze er zijn, wordt ons vaak heel veel duidelijk. in mijn vrije tijd, kan ik niet anders dan de conclusie trekken dat het om twee totaal verschillende werelden gaat. De jongens die voetballen komen niets tekort, ze zijn altijd in het gezelschap van pa of ma, en er zijn weinig of geen probleemkinderen bij. Volgens mij ligt dat grotendeels aan het feit dat die kinderen op de voet gevolgd worden, in tegenstelling dus tot veel van mijn leerlingen. En dat vind ik onrechtvaardig. ] R.V. [

docent, Gent

[ 61 ]


Wanneer gelijke kansen een mythe blijven

De ene uitsluiting na de andere [  Volgens de directrice is deze school maar zelden eerste keus: veel leerlingen beginnen er in het derde of vijfde jaar, nadat ze elders in het algemeen onderwijs gebuisd waren. Hun keuze is dus “negatief”, en dat merk je aan hun motivatie. De leerkrachten wijzen op het grote isolement van bepaalde jongeren die bijvoorbeeld al van ver moeten komen met de trein – wat op zich al een vorm van vereenzaming is. Waarom komen ze van zover terwijl er in hun eigen streek toch ook scholen genoeg zijn? De uitleg die hiervoor gegeven wordt, is nogal wazig: sommigen willen gewoon al eens op eigen benen kunnen staan en gaan vanaf 16 jaar al op kot. En die ervaring loopt niet altijd goed af, net omwille van het helemaal alleen zijn … Anderen waren niet geslaagd in de scholen in hun buurt en hebben geen zin om er te blijven hangen om naar een school te gaan met minder aanzien; ze verkiezen zonder meer van streek te veranderen. Die andere achtergrond of herkomst zorgt ervoor dat ze zich niet echt deel van de schoolgemeenschap voelen; het is maar hun tweede keus en ze willen zich dan ook niet integreren of zich met de school vereenzelvigen. De schoolbevolking is veel minder stabiel dan in andere scholen: elk jaar opnieuw verandert er één derde van de leerlingen! En het is net dit gevoel van erbij te horen dat hen weer zin zou kunnen geven om naar school te gaan. “Slagen op school is geen kwestie van weten; de omgeving van een leerling is even belangrijk.” Het schoolverzuim is groot. En wanneer de school een leerling moet wegsturen, beseft men soms dat hij of zij niets in handen heeft. Zo was er een meerderjarig meisje in het zesde jaar dat de school moest verlaten omdat ze vaak zonder reden afwezig was. Ze zat op kot omdat haar ouders elders woonden, maar deze wisten blijkbaar niets van de situatie van het meisje. “Er zijn verschillende dingen die ervoor zorgen dat dit meisje zichzelf uitsluit. Ze was niet op school omdat er ’s morgens niemand was om te zeggen dat ze moest opstaan en gaan, dat het belangrijk voor haar was. Ze trekt op met andere jongeren buiten de school. Jongeren die afhaken vinden elkaar en zetten elkaar op tegen de school en tegen andere lange-termijnprojecten. Het enige wat telt is nú iets leuks doen, maar dat leidt uiteindelijk tot niets…” De ouders hebben vaak weinig of geen vat op de evolutie van hun kind. Een meisje van 12-13 jaar uit het eerste middelbaar wordt elke morgen door haar ouders aan de schoolpoort afgezet. Ze gaat niet naar binnen, maar vervoegt een groep jongeren – met enkele meerderjarigen - die maar wat rondhangen en met wie ze rookt, drinkt en vrijt… De ouders weten niet meer wat doen en beslissen na een lange zoektocht naar hun dochter om ze naar een internaat te sturen. Het internaat ligt wel aan de andere kant van de stad en de leerkrachten denken niet dat dit de manier is om ze terug op het rechte pad te brengen. ] D.M. [

[62]

middelbare school, Namen


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Onvrije tijd [  Meer en meer merken wij dat ouders beslissen om hun kinderen op heel jonge leeftijd naar school te laten gaan en bijgevolg ook een vrije tijdsbesteding te zoeken voor dit jonge kind. Blijkbaar valt België ook op door kinderen reeds op 2,5 jaar naar school te laten gaan, wat zeker niet altijd gunstig is voor het kind. De afgelopen vakantie hebben we ook een vlaag van 2,5 jarigen over de vloer gekregen. Onze beslissing om ze toe te laten werd vooral gestuurd doordat we weten dat het alternatief voor deze kinderen is dat ze veel op hun appartement zitten. Onze ouders zijn niet de inventieve ouders die allemaal leuke dingen gaan doen met hun kinderen. Deze leeftijd is ook een periode waar de taalontwikkeling heel belangrijk is. Voor allochtone kinderen komt daar dan nog eens bij dat zij gedurende twee maanden geen woord Nederlands horen dat dan ook weer eens een hypotheek legt op hun schoolcarrière. We zien vaak gebeuren dat dit een groep kinderen is met een hoop potentieel maar omdat er een groot hiaat is wat betreft vrije tijdsbesteding voor deze leeftijdsgroep (voor deze doelgroep), zien we dat zij net op die cruciale leeftijd zonder ondersteuning de verkeerde kant uit gaan. ] K.N. [

vrijwilliger buurtwerking, Leuven

[ 63 ]


os, een sociale paria 24 j ich M., oud en vergeten G Gezinnen op de dool Verla en, alles verloren Dubbel er dak noch recht Voorbij bestaans”minimum? Ziekt Een hondenleven In de ste aar school Ziek en opsta De deurwaarder en de flesse municatie Wie luistert er? M er warmte Gehandicapten Betalen om naar buiten te ga tuderen tegen elke prijs In l zo anders Een droomlev ers en letters Te menselijk iet Op het gelaat te lezen oorwaarden zonder voorre n Het noodlottige cijfer Ko Helpers zonder hulp U ma Over)levenspeil Wie helpt Een bittere nasmaak Er zi rote gevolgen Een ongelij chool Beroepsgeheim? Op Een twijfelachtige “keuze” G itsluiting na de andere On angeloze bezoekjes? Open ?! Men is nooit te oud om g angs burger Reglement is even Eenzaamheid op het Men kan ook te goed zijn E Ouderen niet toegelaten E ehandelen Laat anderen h ers gebuisd Ouderen in d ezin Ik moet uw hulp niet G Onmacht Jongeren op de d


jaar en het leven al achte Geen geld, geen verzorging aten en alleen Alles gege le sociale uitsluiting Zon de zelfkant Is dit echt een te, symptoom van armoede eek gelaten De lijdensweg andig (On)toegankelijkheid enwarmer Gebrekkige com Menselijke lastouderdom Bijstand zon Wanneer n moeten maar te voet gaan niet gelijkstaat 6 aan Wie met rijkrusten machtig is… n goede handen? Zo klein en ven De huisjesmelkers Cij k De kleren maken de man n… Kafka in de gevangenis echten Verboden te groei op: ik win. Munt: jij verliest ag nog van geluk spreken ons? Controles bij de vlee ijn grenzen Klein verschil jke strijd Kansarmoede op p het slechte pad Valse star Ge(de)socialiseerd? De ene nvrije tijd Onmenselijk Be nbare “dienstverlening” ze gestraft te worden Tweede reglement Een sprankeltje t platteland Schattenjach Eerste hulp bij ouderdom? Een kind als een voorwerp het maar oplossen De ou de vergeethoek Pingpong Gemakkelijkheidsoplossing dool Straatje zonder einde

[

Niet alle senioren zijn de actieve

gepensioneerden die ons alom in

de media worden voorgespiegeld.

Voor sommigen betekent ouderdom simpelweg in de steek gelaten

worden door familie, buren, en

ook veel voorzieningen. Met als

gevolg een extreme onzekerheid en kwetsbaarheid.


Wanneer ouderdom niet gelijkstaat met rust

Onmenselijk [ 窶右en van de bejaarden is een man, een vrijgezel, die heel zijn leven bij de spoorweg heeft gewerkt. Deze man heeft een zware, chronische ziekte. Hij woont in bij iemand die voor hem zou moeten zorgen, maar dat loopt helemaal mis. De man nam de bejaarde waarschijnlijk bij zich omdat die een zwaar pensioen heeft, waarvan hij kan leven. Maar het huis is zeer onhygiテォnisch. Er ligt veel stof. Het hoofdkussen van zijn bed ziet helemaal zwart van het vuil. Hij heeft wel nog een verpleegster aan huis, die hem komt wassen. Maar hij kan niet meer naar buiten komen. Om naar toilet te gaan, heeft hij alleen maar een urinoir en is hij op zichzelf aangewezen, wat zeer moeilijk is, want hij kan bijna niet meer op zijn benen staan. Het is onbegrijpelijk hoe hij zich redt, want het is een onmenselijke situatie. Recent zou hij opgenomen zijn in het ziekenhuis en waarschijnlijk zal hij niet meer naar huis mogen, omwille van de erbarmelijk omstandigheden. Anderzijds wil de bejaarde daar ook niet weg, hij wil niet naar een home, omdat hij denkt dat hij zijn vrijheid kwijt zal zijn. Daarnaast heeft die man, die hem moet verzorgen, ook al zijn geld in beheer. Als de oude man geld nodig heeft kan hij er niet aan. Bijvoorbeeld toen zijn rolstoel kapot was, kon hij die niet laten herstellen, omdat hij geen geld kreeg van zijn verzorger. Het is niet zo dat hij mishandeld wordt door de verzorger, maar het is beslist zo dat hij slecht behandeld wordt. Het is heel pijnlijk om naar die man te gaan. Er is geen bel, je moet kloppen aan het raam om de attentie te krijgen van de bejaarde en die kan dan niet naar buiten komen om u binnen te laten. Dan moet hij roepen en tieren om duidelijk te maken aan die verzorger dat hij de deur moet komen opendoen. ] N.S. [

ouderenvereniging, Gent

Belangeloze bezoekjes? [ 窶右r is een dame, die vroeger zelfstandige was. Ze hield een cafテゥ en was heel welbespraakt. Zij heeft een zoon, die haar nog gedurende een jaar is komen bezoeken. Hij had geld nodig. Dat is een veel voorkomend probleem bij de bejaarden: als de kinderen geld nodig hebben dan gaan ze naar hun ouders. Dit allemaal ondanks het feit dat de zoon haar huis en hele inboedel gekregen heeft. Waarschijnlijk heeft die vrouw geen geld willen geven of nog niet willen geven. Toen is de zoon haar komen bezoeken met zijn dochter, die toen in verwachting was. Er moet waarschijnlijk iets gebeurt zijn tussen hen, want zij heeft acht jaar lang niets meer van hen en de baby vernomen. Ze heeft nooit meer contact gehad met haar zoon. Onlangs is ze verhuisd [ 66 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

naar een home. Ook nu weer heeft de zoon niets van zich laten horen. Zij weet zelfs niet waar hij woont. Ze trachtte vrienden te maken die haar konden helpen om de meubels te reclasseren, om uit te maken wat er mee moest gebeuren. Uiteindelijk hebben die mensen de helft van haar meubels gewoon meegenomen. Ze heeft die mensen daarna ook niet meer gezien. Nu moet ze verder met het OCMW. ] N.S. [

ouderenvereniging, Gent

Openbare “dienstverlening” zei u?! [  Senioren hebben het soms lastig omdat ze minder vlot te been zijn, meer moeite hebben met het lezen (die kleine lettertjes!) of niet of nauwelijks op de hoogte zijn van technologische ontwikkelingen…. Zo wou een bejaarde man die plots zonder elektriciteit was gevallen Electrabel verwittigen. Hij probeerde te bellen. Eerst kreeg hij een computerstem aan de lijn: “Kies 1 voor Nederlands, druk 2 voor vragen over…” Praten tegen een bandje is niet gemakkelijk voor een bejaarde! Daarna weigerde de persoon aan de andere kant van de lijn ter plaatse te komen kijken. Uiteindelijk werd de telefonische verbinding verbroken omdat de batterij van de telefoon plat was en zonder elektriciteit kon hij niet herladen… Een gezinshelpster is dan tussenbeide gekomen; toen ze zei dat ze van een sociale dienst was, waren ze al heel wat behulpzamer dan bij de oude man. Maar er is heel wat getelefoneer nodig geweest vooraleer men iemand langs wou sturen, met als argumentatie dat er verplaatsingskosten zouden aangerekend worden als het de man was die een fout had gemaakt. Bleek dat de meter stuk was… Wat een energieverspilling om een simpel probleem op te lossen! ] A.S. [

dienst voor gezinshulp, Brussel

Men is nooit te oud om gestraft te worden [  Wij hebben een patiënte van 98 jaar ontmoet die al meer dan 15 jaar in een bejaardentehuis verbleef. Omdat ze weigert haar bezittingen door de directeur van het rusthuis te laten beheren, wordt haar contract beëindigd en wordt ze mentaal zwaar op de proef gesteld. Ze krijgt één maand de tijd om een plaats te vinden in een ander bejaardentehuis. De kennis die voor haar zorgt, weet niet meer wat doen: ofwel een [ 67 ]


Wanneer ouderdom niet gelijkstaat met rust

ander rusthuis zoeken, ofwel haar onderbrengen in een vlakbij gelegen appartement en thuisverpleging en andere hulp voor haar regelen. Wat doe je in zo’n geval? Bejaarden worden vaak onder druk gezet en er is veel misbruik. ] C.B. [

thuiszorgdienst, Brussel

Tweederangs burger [  Weinig of geen inspraak van de bejaarde als het over plaatsing in een bejaardentehuis gaat. Ik ken iemand die na een val in het ziekenhuis terechtkwam. Hij heeft nooit meer zijn eigen huis gezien, maar werd zonder pardon in een rusthuis geplaatst. Zelfs zijn meubelen voor zijn kamer mocht hij niet kiezen. Die persoon blééf natuurlijk vallen in het rusthuis, en na twee of drie jaar bleef er bijna niets meer van over. Van pure ellende. Die persoon was dus beter gewoon thuis blijven wonen, met een systeem van Thuiszorg bijvoorbeeld. Of met een personenalarmsysteem: een toestelletje rond de nek waarmee je een netwerk van telefoons kunt bereiken als er iets gebeurt. Bejaarden worden tegenwoordig zodanig bang gemaakt of onder druk gezet dat ze het op den duur zelf geloven dat het thuis niet meer zal lukken. Mobiliteit: vooral de tram is ontoegankelijk voor veel bejaarden. Het is niet omdat het gratis is dat het probleem rond mobiliteit opgelost wordt. Velen raken nog van aan hun huis tot aan het tramhuisje, om daar te moeten vaststellen dat ze de tram niet op kunnen. Het enige wat kan, is een taxi bellen. Voor bejaarden met geld dan. Het verhaal van iemand die na 15 jaar weer zijn eigen afwasmiddel kon kiezen. Voor bejaarden is het soms moeilijk om voor even uit het hen omringende zorgsysteem te kunnen stappen. Alles is in functie van, maar er wordt dikwijls vergeten dat die bejaarden ook nog een léven willen hebben. ] F.V. [

OCMW, Gent

Reglement is reglement [  Het is een schande te moeten vaststellen met welke administratieve rompslomp en vertragingen bejaarden worden geconfronteerd. Ze kunnen er door zelfs in financiële moeilijkheden geraken. Wanneer iemand erkend wil worden als invalide om te genieten van een hogere pensioenuitkering, dient hij een vragenformulier in te vullen en zich door een dokter te laten onderzoeken (wat evident lijkt). Het antwoord van de administratie laat echter een jaar op zich wachten, waardoor de bejaarde beroep moet doen op zijn familie

[ 68 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

om het geld voor te schieten… Zelfs als hij of zij nadien nog de achterstallige bedragen ontvangt, blijft er een moeilijke periode om door te komen. Soms is de persoon ondertussen overleden. Een ander dossier dat heel traag verliep, werd uiteindelijk teruggestuurd omdat de bejaarde ondertussen bedlegerig van geworden en alles weer van vooraf aan diende ingevuld te worden. Voor bejaarden is dit bijzonder moeilijk om dragen: thuis komen ze er op hun ééntje niet uit. Het gebeurt dat personen van 85 jaar voor het eerst in een bejaardentehuis worden opgenomen, zonder dat ze wisten dat ze er rechtmatig al veel langer hadden kunnen verblijven. Van waar die hardnekkigheid? De telefoon van de administratieve dienst is vaak overbezet; mensen die bellen moeten daarom niet hun naam, maar hun dossiernummer opgeven!!! Dat nummer is moeilijk te vinden in de berg papieren, is vaak klein geschreven en daardoor moeilijk leesbaar voor bejaarden. Ze begrijpen niet dat ze maar één maand de tijd hebben om beroep aan te tekenen wanneer ze geweigerd worden… terwijl dit gewoon een recht is! Deze complicaties zijn een ware aanslag op de vrijheid! Nog een voorbeeld: veel bejaarden hebben een kunstgebit nodig. Een kunstgebit is duur, maar wordt wel terugbetaald. Om het kunstgebit te maken, zijn er echter verschillende bezoeken aan de tandarts nodig om afdrukken te laten maken: iemand die bedlegerig is, kan dus niet zonder de tussenkomst van een ambulance. In dat geval durft de familie al makkelijk te zeggen “Op haar leeftijd heeft mama toch geen tanden meer nodig…” Dan zijn er nog de bril, de aërosolmaskers en de rolstoel die gedurende vijf jaar moeten worden bijgehouden, zelfs als het ziektebeeld van de bejaarde ondertussen veranderd is… Dat is net zoals een maagkijkoperatie verplichten voor iemand van 90 jaar vóór hij of zij medicijnen toegediend krijgt… echt barbaars! Het lijkt vrij normaal om op die leeftijd maagproblemen te hebben. Nu spreekt men ervan om ook de kinesitherapiesessies te laten vallen en er een forfaitair bedrag op te plakken… Waarom zouden oude mensen geen recht hebben op kine? Omdat ze niet kunnen gaan betogen in Brussel zeker!? ] C.D. [

bejaardentehuis, Komen

Een sprankeltje leven [  Het valt mij in de eerste plaats op dat dementerende bejaarden moeilijk aanvaard, moeilijk begrepen worden. Ze raken langzaam maar zeker geïsoleerd. Hier in het rusthuis merken we dat zelfs hun familie niet meer op bezoek komt. Er zijn nogal wat bejaarden hier op de gesloten afdeling die al maanden niemand meer gezien hebben van buiten het rustoord. Het is niet omdat die bejaarden zelfs hun eigen kinderen niet meer herkennen dat ze niets meer voelen. Er is veel opgekropte agressie omdat ze zich niet meer op

[ 69 ]


Wanneer ouderdom niet gelijkstaat met rust

een normale manier kunnen uiten. Dat is moeilijk om te aanvaarden voor hun familie. Dementerende bejaarden die in een rusthuis verblijven, daar hebben we nog enig zicht op. Maar ik vraag me af wat er gebeurt met bejaarden in het beginstadium van dementie, die nog thuis wonen. Ze worden raar bekeken door hun buren, ze krijgen dikwijls geen aangepaste verzorging… De maatschappij is weinig begripvol als het over zulke gevallen gaat. ] M.S. [

rusthuis, Destelbergen

Eenzaamheid op het platteland [  Enkele jaren geleden hebben we een enquête georganiseerd voor de bejaarden die hier wonen. Daaruit bleek dat één op vier bejaarden ouder dan 75 financiële moeilijkheden heeft. Misschien ligt dat aan het feit dat hier vooral landbouwers leven. Mensen, vooral vrouwen dan, die hun hele leven hard gewerkt hebben op het land, maar nooit ingeschreven zijn en nu dus geen volwaardig pensioen krijgen. Voor hun kinderen zit er dan niets anders op dan een deel van hun grond te verkopen, waar ze anders misschien zélf mee aan de slag zouden zijn gegaan, om toch nog een plaatsje in een bejaardentehuis te kunnen betalen voor hun vader of moeder. Ik heb de indruk dat veel bejaarden veel vlugger dan vroeger de stap zetten om in een bejaardentehuis te gaan wonen. Vroeger stond de familie hier centraal, en kinderen zorgden voor hun ouders als die hulp nodig hadden. Nu zijn er veel meer tweeverdieners, die ook zelf kinderen hebben. Veel tijd voor de hulpbehoevende ouders is er dus niet meer. Oudere mensen krijgen het hier extra moeilijk omdat alles hoe langer hoe meer gecentraliseerd wordt. Het plaatselijke postkantoor dreigt te verdwijnen, de bakker heeft zijn zaak gesloten, de laatste kruidenierszaak is weg, de plaatselijke afdeling van de christelijke ziekenbond is eveneens gesloten. En zo kan ik blijven doorgaan. Voor boodschappen en diensten van de zorgsector moet je hier over het algemeen zes kilometer verder zijn, in het centrum van Gingelom. Voor de meeste inwoners van Jeuk is dat niet echt een probleem, maar dat is het wel voor bejaarden zonder eigen wagen. Gelukkig zijn die over het algemeen creatief, en ze zijn niet bang om hulp te vragen. Maar toch. ] R.V. [

[70]

priester, Gingelom


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Schattenjacht [  Van zodra je binnenkomt en de zorgvuldig onderhouden tuin ziet, besef je dat je in een vrij exclusieve “home” bent beland. Daar begint het probleem al: je denkt dat de bewoners die hier zitten goed omringd zijn omdat ze welgesteld zijn. Dat is niet altijd zo. Voor een groot deel van de bewoners is het inderdaad zo dat familie, kennissen en vrienden hen regelmatig komen opzoeken, maar één op vier mensen krijgt nooit bezoek. De kinderen zeggen: “We steken papa of mama hier, we betalen en het is in orde…” Hier stelt zich dus het probleem van de eenzaamheid, misschien nog meer dan bij “normale” bejaarden. Deze bewoners zijn altijd een bepaald leven gewoon geweest, en nu beseffen ze plots niet alleen dat die mooie tijd definitief tot het verleden behoort, maar dat ze bovendien door hun familie in de steek gelaten worden. Iedere keer dat de directrice aan het Rode Kruis vraagt om voor animatie of voor gezelschap te zorgen, wordt dit geweigerd omdat dit in een welgestelde residentie als deze zogezegd niet nodig is. Nochtans, als deze mensen af en toe eens koffie konden drinken, een boek met iemand konden bespreken, zou dat hun goed doen. Het zou uiteraard niet het probleem van de eenzaamheid doen verdwijnen, maar het zou hun situatie wel verbeteren. Want hoe toegewijd het personeel ook is, er zal altijd een barrière bestaan tussen “het personeel” en de bewoners, die dat liever anders zouden willen. Die mensen willen nu en dan eens over hun verleden kunnen vertellen, zich geliefd voelen, zich bezig kunnen houden, zich nuttig voelen. De residentiebewoners, van wie sommigen altijd een huishoudster hebben gehad, spreken niet makkelijk met elkaar, zoals in andere middens waar bejaarden van kamer tot kamer wandelen om een praatje te maken. Ze behouden de afstand die hun opvoeding hen heeft opgelegd en zijn soms heel veeleisend. Soms zijn er ook bezoeken die met speciale aandacht gevolgd wordt. Als we een notaris zien passeren bijvoorbeeld, kun je er donder op zeggen dat de familie zal zeggen dat ze hun bejaarde hier weghalen omdat het hier te duur is en dat hij of zij elders zal worden geplaatst. Da’s hard voor die mensen, want ze voelen het goed genoeg. Ze hebben toch ook hun hele leven gewerkt om zélf hun oude dag te kunnen bepalen! ] I.B. [

seniorenresidentie, Waver

[ 71 ]


Wanneer ouderdom niet gelijkstaat met rust

Men kan ook te goed zijn [  De oudere woont alleen of met zijn partner in zijn eigendom. Op een gegeven moment krijgt zoon of dochterlief problemen (kan financieel zijn of echtelijk) en ma en/of pa willen helpen. Het kind in kwestie mag komen inwonen, de ouders zullen en willen helpen. En dan beginnen de meest schrijnende problemen gaande van financieel misbruik door het kind tot zelfs mishandeling (psychisch en fysisch). Kind gaat altijd meer geld eisen en gaat dreigen met geweld als dat geld er niet komt of het kind heeft een drankprobleem en komt zeer regelmatig dronken thuis. Gewelddadige confrontaties, roepen, dreigen, … waardoor de oudere zich gaat isoleren, vaak in ernstige financiële moeilijkheden geraakt en bang is. Wanneer we uiteindelijk met de situatie bekend worden is deze meestal lang bezig. De loyaliteit van de oudere naar de pleger is meestal zeer groot en het is zeer moeilijk om een opening te creëren. Het kind uit huis zetten betekend een procedure aangaan bij de vrederechter, dat vraagt tijd en biedt geen garantie op succes. Voor de oudere betekent het meestal het zetten van een zeer zware en moeilijke stap. Bovendien biedt het geen enkele garantie dat de betreffende persoon ook buiten zal blijven en de politie staat niet te wachten om manu militare op te treden. ] A.K. [

casemanager, Zottegem

Eerste hulp bij ouderdom? [  Voor F.D., die van Marokkaanse afkomst is en die een grote gezinssolidariteit kent, is het werkelijk ongehoord om als kind je ouders in de steek te laten wanneer ze oud worden. Ze geeft enkele voorbeelden. Een dame in een rolstoel heeft zeven kinderen, maar geen enkele neemt de moeite om eens boodschappen voor haar te doen. Een eerder welgesteld koppel krijgt bezoek van hun kinderen, die de meubels beginnen te “markeren” in het vooruitzicht van de erfenis. Een oude vrouw wordt “afgezet” in een home, waar ze verblijft tot haar dood vijf of zes jaar later. Zelfs in de private homes heeft men de tijd niet om voor de bewoners te zorgen zoals ze dat zouden willen. De rentabiliteit komt vaak op de eerste plaats. “We kregen tien minuten de tijd om iemand te eten te geven… maar bij iemand die moeilijk kan slikken of van wie het smaakvermogen is aangetast, is dat niet haalbaar. In het weekend waren we vaak maar met twee hulpverzorgsters voor een zeventigtal personen!” ] F.D. [

[72]

familiehelpster, Thuin


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Ouderen niet toegelaten [  Betreffende bejaarden wordt er te weinig aan positieve beeldvorming gedaan. In onze maatschappij is oud gelijk aan afgeschreven zijn, hulpbehoevend zijn... terwijl niet alle ouderen zo zijn. Ouderen mogen ook niet meer werken, op 55 vliegen ze er al uit! Alleen vrijwilligerswerk kunnen ze dan nog doen. Er wordt te weinig aan het mobiliteitsprobleem van ouderen gedaan. Er is wel het ‘belbus’- initiatief van De Lijn, maar deze stopt alleen maar aan haltes van De Lijn. De ouder moet dus eerst nog tot daar zien te geraken. Er wordt te weinig aan ICT voor ouderen gedaan. Ouderen zouden meer geïnformeerd en gesensibiliseerd moeten worden over ICT. Ouderen moeten ook de kans krijgen zich te bekwamen. De mening van ouderen wordt als oninteressant beschouwd. Bij enquêtes bv. zal dikwijls de mening van de ouderen niet gevraagd worden. Oude mensen worden nog getolereerd, maar daar stopt het dan. Problemen die 55-plussers die thuis wonen ervaren: dikwijls moeten zij hun huis verbouwen of aanpassen aan het feit dat zij een dagje ouder worden. Maar op die leeftijd krijgen de meesten geen lening meer en voor anderen is het sowieso te duur om te verbouwen. Het kadastraal inkomen is nogal een zware last voor (alleenstaande) ouderen die thuis willen en kunnen blijven wonen. De overheid zou zelfredzaamheid moeten stimuleren, zodat deze ouders uit de zorgsector kunnen blijven!! ] G.D. [

Gezinsbond, Bilzen

[ 73 ]


os, een sociale paria 24 j ich M., oud en vergeten G Gezinnen op de dool Verla en, alles verloren Dubbel er dak noch recht Voorbij bestaans”minimum? Ziekt Een hondenleven In de ste aar school Ziek en opsta De deurwaarder en de flesse municatie Wie luistert er? M er warmte Gehandicapten Betalen om naar buiten te ga tuderen tegen elke prijs In l zo anders Een droomlev ers en letters Te menselijk iet Op het gelaat te lezen oorwaarden zonder voorre n Het noodlottige cijfer Ko Helpers zonder hulp U ma Over)levenspeil Wie helpt Een bittere nasmaak Er zi rote gevolgen Een ongelij chool Beroepsgeheim? Op Een twijfelachtige “keuze” G itsluiting na de andere On angeloze bezoekjes? Open ?! Men is nooit te oud om g angs burger Reglement is even Eenzaamheid op het Men kan ook te goed zijn E Ouderen niet toegelaten E ehandelen Laat anderen h ers gebuisd Ouderen in d ezin Ik moet uw hulp niet G Onmacht Jongeren op de d


jaar en het leven al achte Geen geld, geen verzorging aten en alleen Alles gege le sociale uitsluiting Zon de zelfkant Is dit echt een te, symptoom van armoede eek gelaten De lijdensweg andig (On)toegankelijkheid enwarmer Gebrekkige com Menselijke lastdeBijstand zon Wanneer afwijzing n moeten maar te voet gaan van de anderen 7 aan Wie een rijklevens­wijze en machtig is… wordt n goede handen? Zo klein en ven De huisjesmelkers Cij k De kleren maken de man n… Kafka in de gevangenis echten Verboden te groei op: ik win. Munt: jij verliest ag nog van geluk spreken ons? Controles bij de vlee ijn grenzen Klein verschil jke strijd Kansarmoede op p het slechte pad Valse star Ge(de)socialiseerd? De ene nvrije tijd Onmenselijk Be nbare “dienstverlening” ze gestraft te worden Tweede reglement Een sprankeltje t platteland Schattenjach Eerste hulp bij ouderdom? Een kind als een voorwerp het maar oplossen De ou de vergeethoek Pingpong Gemakkelijkheidsoplossing dool Straatje zonder einde

[

Elk individu heeft recht op

bescherming. Maar wat gebeurt er als het de ouders zelf zijn die

hun eigen kinderen onvoldoende

beschermen? Wat gebeurt er als het de ouders zelf zijn die niet weten

hoe ze een rol kunnen spelen in de opvoeding van hun kinderen? En wat gebeurt er als de

volwassenen zelf niet willen dat men voor hen zorgt?


Wanneer de afwijzing van de anderen een levenswijze wordt

Een kind als een voorwerp behandelen [  Het team kent de 14-jarige Annie nu al twee jaar. De tussenkomst kwam er na een aanvraag van de instelling waar ze al enkele maanden verblijft. De pogingen om haar daarvoor terug in haar gezin te reïntegreren liepen telkens op niets uit. In dat gezin was Annie het slachtoffer geweest van zowel fysieke als psychologische mishandeling. Die mishandeling was aan het licht gekomen via de school en via het CLB. Omdat de ouders afkerig stonden tegenover elke vorm van hulp, is de zaak voor de rechter gekomen. Nu kan het werk met Annie pas beginnen. Enige tijd later vraagt de dienst jeugdbescherming aan het team of het ermee kan instemmen om de ouders van Annie, die willen meewerken aan een veranderingstraject om hun dochter “terug te winnen”, bij haar behandeling te betrekken. De moeder van Annie aarzelt niet om contact op te nemen met het team en er wordt een ontmoeting geregeld. De ouders hadden begrepen dat hun dochter niet naar huis zou komen als zij niet de moeite deden om tot bij ons te komen. Van de vraag naar hulp van de ouders aan de jeugdbescherming om betrokken te worden bij het veranderingsproces, is geen sprake meer. Het eerste gesprek loopt af met een sisser. Enkele maanden later vraagt de moeder van Annie om opnieuw ontvangen te worden. Ze slaagt er ditmaal in te vertellen over hoe ze haar dochter heeft mishandeld en vraagt zich af waarom ze dat allemaal gedaan had. SOS Enfants begrijpt dat de inbreng van de moeder noodzakelijk is. Ze wordt regelmatig opgeroepen voor een individueel gesprek. Voor het team is er wel degelijk een therapeutische vraag die van de moeder van Annie komt. Wij weten dat de terugkeer van Annie naar haar gezin nooit goed verloopt. Wij stellen bij de ouders een grote tweeslachtigheid vast: soms willen ze haar terug, andere keren zien ze haar liever verdwijnen. De medewerking van de ouders wordt toch erkend en de gezinshereniging wordt goedgekeurd door de rechter op basis van het rapport van de jeugdbescherming, en op voorwaarde dat SOS Enfants de zaak verder blijft opvolgen. Het dossier wordt overgemaakt aan het Comité Bijzondere Jeugdzorg (CBJ), dat echter vaststelt dat niets wijst op een gezinshereniging… Maar nu is het te laat om terug te keren. Wat is nu het beste in het belang van Annie? Zelf kan ze moeilijk haar mening geven. Ze is heel trouw ten opzichte van haar gezin, en ze hoopt nog altijd dat ze ernaar zal kunnen terugkeren. De ontmoeting bij de begeleider gaat de verkeerde kant op en eindigt ermee dat de ouders verklaren dat ze Annie niet meer willen zien. Er wordt op zoek gegaan naar een nieuwe instelling: misschien zal Annie bereid zijn een kruis te maken over haar gezin en zullen wij aan haar toekomst kunnen werken… Maar enkele dagen later krijgt het team te horen dat Annie bij haar ouders met vakantie geweest is, dat het verblijf goed verlopen is, dat de ouders van mening veranderd zijn en hun dochter voorgoed bij zich willen. Het akkoord wordt [ 76 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

bekrachtigd door het CBJ en er wordt een team aangesteld dat het werk met het gezin en de gesprekken tussen SOS en Annie zal begeleiden. Jammer genoeg komt Annie maar zelden naar de gesprekssessies (het treinticket hiervoor kost 5 euro). De moeder van Annie is gestopt met de gesprekken; ze meent gedaan te hebben wat ze moest doen en de rest is voor haar dochter. Annie bekent aan het team dat haar terugkeer in het gezin niet goed verloopt en dat ze thuis als een soort Assepoester wordt ingezet. Haar kamer is niet ingericht, ze slaapt in een hok, haar matras ligt op de grond en ze is opnieuw het voorwerp van ernstige psychologische mishandeling. Er vindt een vergadering plaats met alle betrokken instanties, die met enkele trucs op de proppen komen om Annie terug naar de gesprekken te doen komen. Maar is dat hun taak wanneer de ouders te kort schieten? Ik vind van niet. Onze rol lijkt mij te liggen in het ondersteunen van de ouders in hun verantwoordelijkheden en niét van ze te willen vervangen. Ik heb de vraag gesteld of de ouders uit hun rechten zouden ontzet worden. “Daarvoor gaan we niemand uit zijn of haar rechten ontzetten” was het antwoord. Hoe kan Annie nu haar gezin achter zich laten als niemand, ook niet de rechter, de moed heeft om aan de ouders te zeggen dat zij een slechte invloed hebben op hun dochter en dat zij zélf verantwoordelijk zijn en niet Annie, zoals ze haar willen doen geloven? Dat is nu het soort voorval dat ik meemaak in mijn werksituatie. Ik zet mij in voor kinderen en niet voor voorwerpen. Alleen vraag ik me af of de mensen die de wetten maken, dat ook zo zien… ] M.E. [

maatschappelijk assistente, Namen

Laat anderen het maar oplossen [  De detectie van problemen of van probleemgezinnen duurt vaak te lang. Onvoldoende mensen in de omgeving van het gezin of het kind nemen initiatieven om iets te doen aan een bepaalde situatie. Vele gezinnen leven jaren in crisis, dat er zich jaren wantoestanden voordoen. Hoe komt het dat er vandaag de dag nog zo’n dingen mogelijk zijn. De jeugdwetgeving stelt bijvoorbeeld dat men eerst moet trachten om de gezinnen op vrijwillige basis verder te helpen en dat men de gezinnen de kans moet geven om op vrijwillige basis iets aan de problemen te doen, en dit alvorens naar justitie te stappen. Bijvoorbeeld met dat gezin met 7 kinderen. Beide ouders hadden een alcoholprobleem. De kinderen werden in het gezin opgevoed midden in agressie. De enige vorm van communicatie die de kinderen kenden was agressie. Een van de kinderen is op 2,5 jarige leeftijd verdronken (juridische doodsoorzaak: gebrek aan toezicht). Enige tijd later brand hun woning van het OCMW af. [ 77 ]


Wanneer de afwijzing van de anderen een levenswijze wordt

Gelukkig zijn er geen slachtoffers. Pas nadat er zich zo’n gebeurtenissen hebben voorgedaan wordt duidelijk in wat voor situatie die kinderen leven en opgroeien. Deze situatie heeft jaren bestaan! Op een bepaald moment komt dit dossier dan bij justitie terecht. Verschillende professionelen geven hun mening dan over de situatie. Iedereen is het erover eens: de 7 kinderen moeten dringend uit het gezin weggehaald worden. De bedenking die men zich hierbij kan stellen is: indien men dit alles vroeger geweten had, dan had men ofwel niet te maken gehad met zoveel kinderen (ouders hadden geen geld voor anticonceptie) ofwel had men vroeger iets kunnen doen, zodanig dat de oudere kinderen de sporen er nu niet van zouden dragen. Eens een dossier bij de jeugdrechtbank terecht komt, is de situatie meestal al heel ver gevorderd. Je kan dan wel proberen om de neerwaartse spiraal tegen te houden, maar veel verbetering aanbrengen is bijna onmogelijk. Vaak is het zo dat je de ouders niets kan verwijten omdat ze zelf ook zo zijn opgevoed. Als men dan met deze mensen praat over het feit dat het ook anders kan, verschieten ze vaak (en meestal verschieten ze oprecht) omdat ze niet beseffen dat het effectief ook anders kan. Een voorbeeld dat aansluit bij het voorgaande heeft betrekking op ouders die bewust verhuizen om op deze manier niet geconfronteerd te hoeven worden met de jeugdrechtbank. De jeugdrechtbank werkt in elk arrondissement op een andere manier. In Leuven is er bv. een goede samenwerking met de ziekenhuizen, worden er veel initiatieven genomen enz. Er zijn andere arrondissementen waar er minder initiatieven genomen worden of waar men minder doet voor de kinderen. Sommige ouders weten dit en ‘shoppen’ als het ware van arrondissement naar arrondissement. Het doel van de ouders is te ontsnappen aan de jeugdrechtbank zodanig dat niemand nog een zicht heeft op de situatie waarin het gezin verkeerd. Ze willen niemand die binnenkijkt, ze willen gewoon hun eigen weg verderzetten. ] F.R. [

jeugdrechter, Leuven

De ouders gebuisd [  Een kind wordt onrecht aangedaan wanneer het personeel ingeschakeld wordt om een situatie te helpen oplossen, tot bepaalde bevindingen komt en de ouders weigeren mee te werken. Dit alles ten koste van hun kind. Zoals een kind dat ernstige gedragsproblemen heeft, maar waarvoor de ouders niets doen, want dat is zogezegd de taak van de school: in dit geval kan het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) op geen enkele manier druk uitoefenen op de ouders, maar alleen aanbevelingen doen… of anders “het grof geschut” inschakelen: het parket, de Procureur des Konings enz. [ 78 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Dan moet je echt de middelen hebben om te kunnen tussenkomen. Het is vrij logisch dat het de wettelijk aangestelde verantwoordelijken zijn die mogen bepalen wat er gebeurt, maar in nogal wat gevallen wordt de ouderlijke autoriteit slecht of helemaal niet aangewend ten voordele van het kind. Een voorbeeld van een jongetje van 4,5 jaar dat zich vaak serieus misdraagt op school, een agressief kind met wie het de verkeerde kant uitgaat. Nadat hij vorig jaar al in een andere school door het CLB werd gevolgd, wordt ook ditmaal het team opnieuw opgeroepen door de school. Dit kind brengt de andere kinderen in gevaar en dreigt zichzelf helemaal buiten de klasgroep te zetten… maar door hem naar een andere school te sturen, moet er weer van nul begonnen worden. Zo is er ook nog het voorbeeld van een kind dat in het bijzonder onderwijs zat, maar dat de ouders na verscheidene pogingen terug naar het gewoon onderwijs sturen. Wanneer hij pas het derde leerjaar doet op zijn 11 jaar, beseft men dat hij toch beter af zal zijn in het bijzonder onderwijs. Voor de jongen betekent dit veel verloren tijd en veel veranderingen, hoewel de feiten al lang duidelijk waren. ] J.N. [

CLB, Namen

Ouderen in de vergeethoek [  Er zijn ook tal van goede voorbeelden. Zo ken ik het geval van een koppel van meer dan 80 jaar, van wie de man zijn arm gebroken had in de apotheek. Was dat bij hem thuis gebeurd, dan zou niemand dit ooit geweten hebben… Ze hebben hem naar het ziekenhuis gebracht en toen hij terug thuis was, is er een gezinshelpster langsgegaan. Het was de eerste vreemde die daar binnenkwam in heel lange tijd. De oudjes hadden geen elektriciteit en gebruikten kaarslicht; ze hadden geen water of stoelen; ze sliepen op een matras die op de grond lag (op hun 80ste jaar!) en hadden in jaren geen dokter meer gezien. Uiteindelijk zijn ze - onder dwang - in een bejaardentehuis ondergebracht Dit kon echt zo niet verder… ] A.S. [

thuiszorgdienst, Brussel

Pingpong-gezin [  Laurence is 9 jaar oud en woont bij haar grootmoeder langs vaderszijde en haar vriend, van wie men vermoedt dat hij haar aanrandt. De vader van Laurence heeft zijn dochter aan zijn moeder “geschonken” en heeft hiervoor een document opgesteld waarin hij spreekt van een “definitieve regeling”. [ 79 ]


Wanneer de afwijzing van de anderen een levenswijze wordt

Volgens de grootmoeder langs moederszijde hebben de ouders van Laurence haar altijd aan haar lot overgelaten. Sinds ze gescheiden zijn, woont hun oudste zoon bij zijn moeder, maar met Laurence hebben ze geen van beiden nog contact. Haar vader heeft twee kinderen met zijn nieuwe vrouw, die er al drie had. Na een klacht die door het Parket werd behandeld, belandt het dossier bij het Comité Bijzondere Jeugdzorg (CBJ). Het Parket bezorgt de nodige processen-verbaal aan het CBJ die Laurence moet helpen, terwijl het zelf met een deel van het dossier het onderzoek voert naar de vriend van de grootmoeder die verdacht wordt van zedenfeiten. Een dergelijke splitsing van een dossier roept vragen op met betrekking tot de werking van onze instellingen… In de PV’s staat vermeld hoe een groep fietsers tijdens een tocht een wagen hebben gezien die stilstond op een landweg en waarin een oudere man zat met een klein kind. Ze hebben de nummerplaat genoteerd; het zou gaan om de vriend van de grootmoeder en om Laurence… Wanneer het CBJ geconfronteerd wordt met deze verdenking, besluiten ze ons team in te schakelen om de gezinssituatie te evalueren en eventueel hulp te bieden aan Laurence. De grootmoeder vraagt overigens dat haar kleindochter tijdelijk bij haar wordt weggehaald. Met de toestemming van de grootmoeder en haar vriend wordt er voor Laurence opvang in een instelling voorzien. Maar al snel blijkt dat dat niet gebeurd is omdat de grootmoeder van mening is veranderd. In ons werk moeten wij opboksen tegen de tegenkanting van zowel de volwassenen als het kind zelf. Nochtans komt Laurence bij haar grootmoeder nog altijd in contact met diens vriend. Hoe kan Laurence ons in vertrouwen nemen over wat ze zou hebben meegemaakt als haar vermeende agressor nog steeds bij haar is? Laurence kan echter rekenen op heel wat andere aandacht en attenties; ze wordt met cadeaus overstelpt door haar “opa”. Als ze praat, wat zal er met haar gebeuren? Waar zal ze dan moeten wonen? Ze vraagt het zich vast af nu ze de instellingen een beetje kent en weet dat haar vader haar “gegeven” heeft aan haar grootmoeder. In de loop van het onderzoek blijkt uit de analyse van het DNA-materiaal dat “opa” wel degelijk Laurence heeft aangerand. Maar daar stopt dit verhaal niet. Tijdens een nieuwe ontmoeting bij het CBJ maken de vader en zijn nieuwe vrouw hun opwachting. De begeleider stelt klaar en duidelijk dat Laurence beter in afzondering blijft en stelt een verblijf in een instelling voor. Zowel de vader als de grootmoeder weigeren echter en verkiezen een terugkeer van Laurence bij haar vader. Wij weten maar al te goed dat het milieu van de vader ernstige risico’s inhoudt op verwaarlozing of zelfs van mishandeling. Met de wetenschap dat er nu zes kinderen zullen zijn in het gezin, stellen wij voor dat een nabijheidsdienst het gezin van de vader begeleidt. Ondanks de verwoede pogingen van de begeleider om te wijzen op alle potentiële problemen bij de opvang van Laurence, willen vader en grootmoeder van geen wijken weten. Laurence gaat bij haar vader wonen. Maar enkele dagen later gaat het al mis zoals voorspeld was…

[80]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

en de vader vraagt dat zijn dochter geplaatst wordt. Laurence wordt uiteindelijk in de instelling geplaatst waar ze vroeger al enkele jaren heeft verbleven. Wanneer wij de mensen van de instelling ontmoeten om ons dossier over te dragen, vernemen wij dat de moeder van Laurence nu op de proppen is gekomen om haar dochter terug bij haar te krijgen… Wat een zonde van de tijd voor Laurence! Als dit nu ook niet doorgaat, wat zal er dan in godsnaam worden van Laurence? ] M.E. [

maatschappelijk assistente, Namen

Ik moet uw hulp niet [  Dit verhaal gaat over een dementerende bejaarde vrouw. Deze dame verzorgt zich helemaal niet meer en bevindt zich in een verregaande staat van verwaarlozing. De kleinkinderen proberen hulp te bieden door de poetsdienst en gezinszorg in te schakelen, maar die staan vaak voor een gesloten deur. De vrouw weigert meestal de hulp en geraakt soms helemaal over haar toeren. Toch kan deze vrouw niet worden opgenomen, want dat zou gelijk staan aan collocatie. Colloqueren mag enkel indien de persoon een gevaar vormt voor de maatschappij of voor andere personen. Een bejaard echtpaar leeft in één sterk vervuilde kamer van hun huis. Er bevinden zich ook een behoorlijk aantal katten in huis. De vrouw is bedlegerig, heeft doorligwonden, maar toch weigeren ze elke vorm van hulp. Slechts éénmaal heeft het echtpaar hulp toegelaten. Men heeft de ene ruimte waarin het echtpaar leefde zo goed mogelijk gepoetst, een bed geplaatst voor de bedlegerige vrouw en het huis wat opgeruimd. Daarna werd alle hulp geweigerd. Een wetsdokter stelt vast dat ze over alle verstandelijke vermogens beschikken en geen gevaar vormen voor de buitenwereld, dus weigert hij een gedwongen opname. Drie maanden later is de vrouw overleden. Een bejaarde moeder leeft samen met haar licht fysiek gehandicapte zoon. Ze leeft in een halve kamer. De rest van het huis is letterlijk volgestouwd met de rommel van haar zoon. De zoon heeft bovendien een drankprobleem. De vrouw sukkelt met een zeer slecht genezende wonde. Op een dag valt ze en ze belandt via het ziekenhuis in een rustoord. Gedurende een aantal maanden leeft ze daar gelukkig, tot ze toegeeft aan de smeekbedes van haar zoon en terugkeert naar huis. De enige hulp die ze nu nog aanvaarden is “poetsen” in de kleine ruimte waarin ze leven en het doen van de boodschappen. In dergelijke gevallen bestaat geen wettelijk kader om deze mensen te verplichten om hulp te aanvaarden. ] L.L. [

OCMW, Herent

[ 81 ]


Wanneer de afwijzing van de anderen een levenswijze wordt

Gemakkelijkheidsoplossing [  De heer en mevrouw T.D. hebben drie kinderen met een lichte mentale handicap. Ze hebben recht op hogere kinderbijslag en genieten van verschillende voordelen bij de logopedische en psychomotorische begeleiding. Dankzij de volharding en de wilskracht van het hele gezin, slagen de kinderen erin terug te keren naar het gewoon onderwijs als ze hun verschillende behandelingen verder zetten… maar dan valt hun extra kindergeld en ondersteuning weg! De naaste buren hebben problemen van ongeveer dezelfde orde. Zij doen echter zelf niets om hun kinderen verder te helpen, sturen ze gewoon naar het bijzonder onderwijs en genieten verder van alle voordelen zonder er iets van uit te geven! Da’s voor het eerste ouderpaar en voor mezelf werkelijk om de muren van op te lopen. ] C.H. [

huisarts, Etterbeek

Onmacht [  Als nieuwe schooldirectrice is er iets waar ik me samen met de leerkrachten erg aan stoor. Wanneer een kind school- of andere problemen heeft, kunnen wij beroep doen op het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). En inderdaad, een namiddag per week is hier een psycholoog aanwezig die de kinderen observeert die hem door de leerkrachten werden aangeduid. Na deze observatieronde brengt hij verslag uit aan zijn team (directeur CLB, maatschappelijk assistent, verpleegster), bespreekt met hen de problemen en de mogelijkheden die er zijn om het kind te helpen. Daarna gaat hij hiermee aan de slag en neemt contact op met het gezin om de nodige hulp te regelen. En net op dat moment loopt het scheef: de ouders verschijnen niet op de afspraak of komen wel, maar geven geen gevolg aan de aanbevelingen van het CLB en er gebeurt verder niets. Als leerkrachten kunnen wij niets doen om die kinderen te helpen, die zonder hulp ongetwijfeld geen enkele kans hebben om zichzelf te kunnen ontwikkelen of het op school goed te doen. ] D.R. [

basisschool, Anderlecht

Jongeren op de dool [  Een andere zoon is met een vrouw getrouwd die zelf uit een slecht gezin komt: slagen, verkrachting e.d. Teresa begrijpt niet hoe zij hetzelfde aan haar kinderen kan aandoen. Zelf heeft Teresa nooit Sinterklaas gekregen, maar ze zorgde er wel voor dat haar kinderen dat wel kregen. Bij die vrouw [82]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

is dat niet. Zelf heeft ze het slecht gehad en ze geeft datzelfde door aan haar kinderen. De kinderen zijn boefjes geworden die stelen, drinken en roken, maar dat wordt voor de man verzwegen. Hij gaat heel de dag hard werken en wordt in het duister gehouden. Bij dat gezin komt een begeleidingsorganisatie, maar daar gebeurt niets aan hun situatie. Als ze tegen de man zouden zeggen dat hij de kinderen krijgt, dan is hij morgen weg. Maar bij de organisatie lijkt het alsof de man de boeman is, terwijl hij hard werkt en het beste voorheeft met iedereen. Alsof de vrouw nooit diegene kan zijn die verkeerd bezig is. Maar het plaatsen van de kinderen vinden ze ook geen oplossing, want dan blijft de cirkel bestaan. De vrouw heeft ook nooit geleerd om het beter te doen, ze heeft geen opleiding of opvoeding gehad. Ze heeft individuele begeleiding nodig, maar dat gebeurt niet. Eigenlijk zou ze even apart begeleid moeten worden, maar dat zien de mensen niet. Je moet ze uit haar omgeving omhoogheffen, en niet zoals nu gebeurt in de bloemen zetten zodat ze op dezelfde manier verdergaat. Want ook hun kinderen gaan al het slechte pad op, zij zitten ook al in een BLO-school. Als ouder moet je je voortdurend afvragen wat er met je kinderen aan de hand is, wat de leerkrachten erover zeggen, wat mogelijke maatregelen en consequenties zijn. Kansarme ouders staan vaak niet stevig genoeg in de schoenen om dat allemaal te zien en ze aanvaarden wat er boven hun hoofd beslist wordt. De ouders moeten zelf stevig genoeg gemaakt worden, om zelf de controle te behouden of te leren behouden. Kinderen belanden zo snel in een BLO-school, maar geraken er niet meer uit en beginnen in het leven met niets in handen. Want dan zijn ze getekend voor het leven. Een kind dat meer hulp nodig heeft bij het leren, is nog geen achterlijk kind. ] M.C. [

opbouwwerker, Turnhout

Straatje zonder einde [ 窶右en gezin bestaat uit een man van 24 en een vrouw van 21. De man heeft zelf in een instelling gezeten sinds hij twee is, de vrouw heeft wel ouders, maar weet niets af van het huishouden. Ze weten beiden niet wat geborgenheid en liefde is en weten niets over de praktische kant van het runnen van het huishouden en het opvoeden van kinderen. Nu hebben ze zelf een baby en zorgen daar naar best vermogen voor, maar kunnen dat niet zonder ondersteuning. Ze hebben schrik om hun kind te verliezen. Dank zij slachtofferbejegening kunnen ze nu externe hulp krijgen maar evengoed kon hun kindje ook onmiddellijk geplaatst geweest zijn. ] W.V. [

lokale politie, Dendermonde

[ 83 ]


Wanneer de afwijzing van de anderen een levenswijze wordt

(V)echtscheidingen [  Meer en meer kinderen zitten vast in een “vechtscheiding”. De verantwoordelijkheid die ouders daarin dragen is gigantisch. Vele kinderen komen erdoor in de psychiatrie terecht en lijden aan boulimie, anorexia of auto­mutilatie. De voorbeelden zijn legio: kinderen moeten zich stiekem omkleden wanneer ze van de ene ouder naar de andere gaan. Op die manier worden zij verantwoordelijk gesteld voor het vermijden van conflicten. Twee kinderen van respectievelijk 12 en 10 jaar hadden een gedetailleerd schema uitgewerkt over de bezoekregeling: ze brachten exact evenveel tijd door bij de beide ouders en ze hadden er bovendien voor gezorgd dat de te overbruggen afstand voor beide ouders exact even groot was. Op de lange duur kunnen kinderen geen conflicten meer hanteren op een normale manier. Een wellicht meest schrijnende voorbeeld is dat van een koppel dat verwikkeld is in een verschrikkelijke vechtscheiding met pesterijen van de mannelijke partner. De dochter van veertien kiest er uiteindelijk voor om bij de papa te gaan wonen. Samen met zijn dochter gaat de vader de banden van de wagen van haar moeder doorsteken. Wanneer dat niet de woede van de moeder opwekt, proberen ze haar huis in brand te steken. Ook nu laat de moeder niet blijken dat ze van haar stuk is gebracht. Om nog meer wraak te nemen op de moeder, verkracht de vader samen met twee vrienden zijn dochter van veertien, in de ziekelijke hoop dat dit feit zijn ex wel van haar stuk zal brengen. De man is een militair en wordt voor de krijgsraad vrijgesproken wegens gebrek aan bewijzen. De dochter belandt in de psychiatrie en de diagnose is dat zelfmoord waarschijnlijk niet te vermijden is. De dochter slaagt er niet in om de vrijspraak van haar af te zetten. ] H.V. [

[ 84 ]

jeugdrechter, Antwerpen


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

De getuigen De Koning Boudewijnstichting dankt in het bijzonder volgende personen die via hun verhalen gedurende de drie voorbije jaren een stem hebben gegeven aan de meest kwetsbare personen in onze maatschappij. Absil Annick, Acke Frans, Alleweyn Nancy, Anciaux Fabienne, Ballant Catherine, Beaufays Pierre, Beckers Michel, Beckmans Claire, Beerens Elise, Ben Azzouz Jamila, Bennis Ghitah, Benzaouïa Mohamed, Boddin Johan, Bortolin Claire, Bourgeois Marie, Bourgeois Stefanie, Brauch Frédéric, Braye Heidi, Bréda Marie, Briers Bart, Brisson Marc, Bruwier Lieve, Bruyère Michel, Bruyninckx Ilse, Burgraff Eric, Bury Christiane, Cao Jean-Pierre, Caproens Liezet, Cassiers Tim, Cattebeke Hannes, Caxton Michèle, Chevalier Jacques, Claus Hans, Clérin Anne, Clymans Mieke, Coeckelberghs Luk, Coget Marcel, Collard Francine, Cools Walter, Coqlet Gérard, Costrop Vanessa, Covens Anne-Marie, Cummins David, D’Haeyer Jean-Paul, D’Hooghe Marino, D’Huart Monique, Daoudi Fatima, Dattoli Pamela, de Beukelaer Eric, De Boeck Iris, De Coster Celine, De Dobbeleer Chris, De Meulenaere Bernadette, De Palmenaer Guido, De Smet Goddie, De Smet Patrick, De Smul Georges, De Troch Wies, De Vester Jean, De Witte Leen, Decroix Nicole, Dehout Geneviève, Delmelle Anne Marie, Delmotte Christa, Delstanches Chrisitian, Demoerloose Walter, Depuydt - Moeyaert Marijke, Descamps Luc, Dessain Sybille, Destrée Robert, Deven Jean-Pierre, Dierckens Thomas, Dircksens Frank, Du Parc Véronique, Dubois Annette, Duda Maria, Duron Lieve, Edouard Martine, Emirveleoglu Baki, Esser Jean, Everaet Els, Evers Frederik, Eylenbosch Jos, Fally Madeleine, Falmagne Paul, Fortemps Anne-Marie, Franckx Christine, Gandouz Abdelamid, Geboers Jef, Geers Roel, Genucchi Sylvia, Ghesquiere Hans, Gillet Philippe, Gilissen Pierre, Goeseels Marc, Gooris Hans, Gravis Yolande, Guaux Brigitte, Gueur Marie-Anne, Hammou Lahcen, Hanssens Katrien, Hébrant Eric, Hendrickx Nik, Hendrix Godelieve, Hertogen - Beerten Maria, Hommez Omer, Hoornaert Chantal, madame Horlin-Defoin, Hubert Sophie, Hugo Stéphanie, Huwart Eric, Jacobs Peter, Janssen Peter, Kapita Martine, Kesteman Michel, Ketelaer Pierre, Knockaert Martine, Koopmansch Jacques, Kriauciaunas Anne, Lambrecht Johan, Lameir Karin, Lardinois Fabien, Leer Marianne, Leprince Patrice, Lesage Jean-Pierre, Lex Jean-Michel, Leys Lydia, Libeer Christian, Lilot Jean-Denis, Lingier Jef, Linotte Georges, Lochtenberg Kurt, Lodrini Serge, Mahy Dominique, Maniscalco Franco, Massenhove Gerda, Mathieu Pascale, Mattheus Peter, Meert Henk, Meeus Bruno, Merckx Freddy, Merckx Paul, Michaux Arlette, Moestermans Herlindis, Mouligneau Xavier, Mulier Rita, Nas Cani, Nelissen Karin, Nicolas Marcelle, Noël Jean-Paul, Olijve Annegreet, Op de Beeck Greet, Pauwels Eva, Peeters Marc, Peigny Réjane, Petrolo Soeur Stella, Poelaert David, Pourtois Jean-Pierre, Prignon Guy, Raes Francesca, Ramakers Filip, Reijiers Lut, Reizinger Marc, Reytiens Sophie, Robbrecht Els, Robert Pierre, Rousseau Dominique, Santermans Jos, Schiffino Agnès, Schlesser Karine, Schmitz Jean-Michel, Schneider - Liem-Kon-Tja Maud, Schouteetens Goeman Jeannine, Schulpen Annelies, Schyns Didier, Scrayen Inneke, Séguin - Noël Rosalie, Serck Nanou, Seron Xavier, Sintobin Benoit, Snick Anne, Snoeck Martine, Stroobants Walter, Swartenbroeckx Nathalie, Tambour Leon, Thys Ivo, Thys Liesbeth, Tresignie Sarah, Trigalet Paul, Trinh Oanh, Turgut Belgis, Van Calster Nico, Van Daele Bert, Van de Put Luc, Van De Wynckel Herlinde, Van Den Bossche Christine, Van Der Kreeft Peer, Van Edom An, Van Gulik Willy, Van Haver Luc, Van Leynseele Youri, Van Neygen Lies, Van Neyghem Eric, Van Noppen Rob, Van Oudenhove Charlotte, Van Paemel Frank, Vandendriessche Pierre-Yves, Vandermosten Gert, Vanham Vincent, Vanmeer Brigit, Vantornhout Daniel, Vantyghem Frederik, Verhaeghe Rita, Verheyen Dimp, Verkinder Elke, Verkruysse Marie-Andrée, Vermoere Pol, Vervaet Frank, Vervaet Ronny, Vrints Annelies, Wouters Alfons.

[ 85 ]


Het decoderingscomité Jean-Marie Berger Mohamed Bouchataoui Lieve De Lathouwer Nadia De Vroede Ignace Glorieux Annick Hovine Magda Lambert Georges Monard De Koning Boudewijnstichting wil het decoderingscomité langs deze weg van harte bedanken.

[ 86 ]


Getuigenissen van sluipende uitsluiting

]

Koning Boudewijnstichting De levensomstandigheden van de bevolking helpen verbeteren www.kbs-frb.be De Koning Boudewijnstichting is een stichting van openbaar nut, die in 1976 - toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was - werd opgericht. De Stichting is onafhankelijk en pluralistisch. We zetten ons in om de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren. De Stichting spendeert jaarlijks zo’n 39 miljoen euro. Met dat geld kunnen we heel wat realiseren in dienst van de samenleving. Maar we kunnen niet alles doen. Daarom leggen we accenten en passen we onze centrale werkthema’s aan aan de steeds veranderende noden van de samenleving. Onze kernprogramma’s de komende jaren zijn : Sociale rechtvaardigheid, Burgersamenleving, Governance, en Fondsen & Eigentijdse filantropie. Het programma ‘Sociale rechtvaardigheid’ steunt projecten die kwetsbare of gediscrimineerde mensen meer autonomie geven. Met het programma ‘Burgersamenleving’ stimuleren we het engagement van burgers en willen we het verenigingsleven versterken. Het programma ‘Governance’ betrekt burgers nauwer bij beslissingen over de manier waarop goederen en diensten worden geproduceerd en geconsumeerd, en bij de evoluties in de medische wetenschappen. Met het programma ‘Fondsen & Eigentijdse filantropie’ wil de Stichting moderne vormen van vrijgevigheid aanmoedigen. Naast de vier kernprogramma’s heeft de Koning Boudewijnstichting ook een aantal ‘Structurele en Specifieke initiatieven’. Zo werkt ze mee aan een project voor de herinrichting van de Europese wijk in Brussel, ondersteunt ze Child Focus en ging ze een strategisch partnerschap aan met het European Policy Centre. Tot slot nog dit : al onze programma’s en projecten hechten bijzonder veel waarde aan culturele verscheidenheid en aan een evenwichtige manvrouwbenadering. Om onze doelstelling te realiseren, combineren we verschillende werkmethodes : we steunen projecten van derden, we organiseren studiedagen en rondetafels met experts en burgers, we zetten denkgroepen op rond actuele en toekomstige thema’s, we brengen mensen met heel verschillende visies rond de tafel, we bundelen de vergaarde informatie in (gratis) publicaties en rapporten,....

[ 87 ]


Als Europese stichting in België is de Koning Boudewijnstichting actief op lokaal, regionaal, federaal, Europees en internationaal niveau. Vanzelf­ sprekend benutten we het feit dat we gehuisvest zijn in Brussel, de hoofdstad van Europa, van België en van de twee grote Gemeenschappen van ons land.

Meer info over onze projecten en publicaties vindt u op www.kbs-frb.be. Vragen kan u mailen naar info@kbs-frb.be of u kan bellen naar +32-70-233 728 oning Boudewijnstichting, K Brederodestraat 21, B-1000 Brussel +32-2-511 18 40, fax +32-2-511 52 21 Giften op onze rekening 000-0000004-04 zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 30 euro.

[ 88 ]


GETUIGENISSEN VAN SLUIPENDE UITSLUITING

Getuigenissen van sluipende uitsluiting Een luisternetwerk op zoek naar sociaal onrecht

n de steek gelaten Jos, een sociale paria 24 jaar en het leven al achter zich Geen geld, geen verzorging Verlaten en alleen Zonde dak noch recht Ziekte, symptoom van armoede Een hondenleven De lijdensweg naar school De deurwaarder en de flessenwarme Menselijke last Geen medelijden met gehandicapten Zo klein en al zo anders De huisjesmelkers Cijfers en letters Te menselijk Kafka in de gevangenis Voorwaarden zonder voorrechten Verboden te groeien Kop: ik win. Munt: jij verliest. Helpers zonder hulp U mag nog van geluk spreken (Over)levenspeil Controles bij de vleet Laat anderen het maar oplossen Een droomleven Een bittere nasmaak Er zijn grenzen Klein verschil, grote gevolgen Een ongelijke strijd Kansarmoede op school Op het slechte pad Valse star De ene uitsluiting na de andere Onvrije tijd Onmenselijk Onmacht Jongeren op dool Men is nooit te oud om gestraft te worden Tweederangs burger Reglement is reglement Een sprankeltje leven Eenzaamheid op het platteland Pingpong-gezin Ouderen in de vergeethoek Een kind als een voorwerp behandelen Ik moet uw hulp niet Gemakkelijkheidsoplossing Straatje zonder einde


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.