2 minute read
FANCY | COLUMN
Weg van de gebaande paden. Het sprookjesbos in het Stadswandelpark
Tijdens de coronacrisis probeer ik zoveel mogelijk naar buiten te gaan. Het thuiswerken op zolder gaat goed, maar af en toe heb ik buitenlucht nodig om met een frisse blik vooruit te kunnen. Zo maakte ik laatst een wandeling door het Stadswandelpark samen met een vriendin die een eigen bedrijf heeft. Het was best druk op de paden en dan valt die 1,5 meter afstand niet altijd mee. Er werd om elkaar heen ‘gedanst’ en herhaaldelijk verontschuldigd. Maar niet afgeweken van het pad. Misschien even ernaast, maar dan snel weer terug.
Advertisement
Dat vonden we eigenlijk best vreemd. Zoveel ruime groene grasvelden naast de paden, waarom zou je daar geen gebruik van maken? We besloten om het anders aan te pakken en dwars over de velden te gaan lopen, waardoor de 1,5 meter afstand geen enkel probleem meer was. We voelden ons ongehoorzaam en stout.
Dat bracht me aan het denken: wat weerhoudt ons ervan om een keer ‘dwars’ te denken of te doen? Zijn we inmiddels zo ‘geprogrammeerd’ om niet meer af te wijken van gebaande paden? Wat zegt dit over ons en hoe kan het ons verder helpen? Het antwoord op die vragen bleek in datzelfde Stadswandelpark te liggen .....
Op 12 mei 1951 werd in het Stadswandelpark van Eindhoven een tijdelijke Sprookjestuin geopend. NV Philips bestond toen zestig jaar en legde de tuin aan als cadeau voor de bevolking. Peter Reijnders, ‘uitvinder’ bij Philips, wilde die tuin later een permanent karakter geven en bij de Genneper Watermolen opnieuw opbouwen. Dat lukte niet, maar het idee verplaatste hij naar de Efteling in Kaatsheuvel. In tegenstelling tot de ‘platte’ tuin in Eindhoven moest het Sprookjesbos in de Efteling driedimensionaal worden en veel beweging brengen. Voor de uiterlijke vormgeving interesseerde hij, na het uitoefenen van enige overredingskracht, Anton Pieck. Voor de techniek putte Reijnders uit zijn kennissenkring, contacten en zijn eigen vindingrijkheid. Hij verbond voor die tijd unieke technische aspecten aan de decors en kwam met de meest inventieve oplossingen voor bewegingsmechanieken en geluiden. Reijnders gebruikte, voor die tijd nieuwe uitvindingen, de bandrecorder en diaprojector, die hij ombouwde om de figuren te laten praten. Een mooie manier van ‘omdenken’.
Reijnders werkte vanuit thuis in de Willemstraat in Eindhoven in alle rust aan zijn technische vindingen en bijzonderheden. Daar werd ook de sprookjesfiguur Sneeuwwitje gemodelleerd, aangekleed en opgemaakt. Met de crisis werken we ook vanuit huis, een rustige andere omgeving die tot nieuwe inzichten kan leiden.
Sneeuwwitje en de andere sprookjes van het Sprookjesbos, zoals Roodkapje en de Rode Schoentjes, verbaasden het publiek. Dit hadden ze nog nooit gezien, verwondering en aantrekkingskracht voor het nieuwe bij het publiek, met de techniek ‘verstopt’ op de achtergrond. Ook de milieubewuste veelvraat Holle Bolle Gijs is door Reijnders ontwikkeld en de Efteling kent sindsdien geen afval meer.
Peter Reijnders staat symbool voor het afwijken van gebaande paden. Voor het inzetten van vindingrijkheid, bestaande mogelijkheden en techniek om iets nieuws en moois te maken. Dat is wat we juist in deze tijd extra kunnen gebruiken. Via social media zijn er voorbeelden te over. Kortom; alle reden om van de gebaande paden af te wijken!
Fancy van de Vorst
Linked in: https://nl.linkedin.com/in/fancyvandevorst
P.S. Wilt u van de gebaande paden afwijken?
Neem contact met mij op voor een wandeling op gepaste afstand.
*Noot: de informatie over de Efteling is overgenomen uit het boek ‘De Efteling Kroniek van een Sprookje’ H. van den Diepstraten. ISBN: 978 90 215 4938 5 Kosmos Uitgevers b.v. Utrecht/Antwerpen.