4 minute read

Dit kan echt alleen mij overkomen! (verhaal)

Dit kan echt alleen mij overkomen!

Het was vrijdagavond en ik kwam net terug van mijn voetbaltraining. Ik was moe en ik moest nog een heel stuk fietsen! Wie zijn idee was het ook om te gaan verhuizen? Eerst was het namelijk maar vijf minuutjes fietsen en nu moet ik drie kwartier fietsen! Ik ken de buurt hier ook nog niet zo heel goed dus het kan zo nog langer worden doordat ik verdwaal. En het is ook nog eens koud, ik had het gevoel dat mijn handen in ijsklontjes waren veranderd. Echt stom dat ik mijn handschoenen ben vergeten! Deze hele week is het al super koud en alsnog bedenk ik het niet om mijn handschoenen mee te nemen. Het is al een aantal dagen aan het vriezen en het slootje achter ons huis is al bevroren en ik denk dat het over een paar dagen al stevig genoeg is om er op te staan. Vandaag is het ook nog gaan sneeuwen en er ligt overal al een hele dikke laag, waardoor het spekglad is op de weg. Normaal gesproken vind ik sneeuw wel leuk, maar niet als je lang moet fietsen door deze kou.

Advertisement

Ik fiets langs het bos, het is super stil en er is helemaal niemand. Ik vind het niet zo chill om rond deze tijd langs het bos te fietsen, want het is al pikkedonker. De laatste dagen wordt het steeds eerder donker en ik vind dat echt heel irritant! Het is niet dat ik bang ben in het donker, maar je ziet niks dus als er gevaar zou zijn dan kom je er te laat achter en dan… Terwijl ik hierover nadenk hoor ik een geluid achter me. Huh, wie is er nou net zo raar als ik om in het donker langs een bos te fietsen? Ik probeer achterom te kijken, maar door mijn capuchon en mijn sjaal kan ik het niet zo goed zien. Ik doe mijn capuchon af en probeer nog een keer om te kijken, maar het enige dat ik zie is duisternis. Het zal vast wel mijn verbeelding geweest zijn denk ik dus ik fiets verder, maar even later hoor ik het weer. Ik kijk meteen om en ik zie nog net een schim van iemand. Als ik weer terug kijk zie ik dat ik bijna tegen een paaltje knal. Ik probeer mijn fiets uit te wijken en glijd bijna uit doordat het zo glad is. Ugghh ik ben zo blij als deze dag voorbij is, want ik heb het gevoel dat de rest van de dag alleen maar narigheid gaat brengen. Opeens hoor ik iemand roepen: ‘Hé wacht eens meisje …!’ De rest kan ik niet horen, omdat het te ver weg is.

Dus toch! Het was niet mijn verbeelding, er was echt iemand achter mij. Waarom roept hij mij? Ik ken hem niet eens. Wat moet ik doen? Moet ik stoppen om iemand een berichtje te sturen? Nee dat is niet handig, hij zou me dan zeker inhalen. Ik besluit om harder te gaan fietsen. In paniek neem ik een verkeerde route. Shit nu is het nog verder naar huis! Maar omdraaien om de goede weg te nemen is ook geen optie, want daar heb je die engerd. Ik ga steeds harder fietsen en kom op een gegeven moment weer een beetje in de bewoonde wereld terecht. Dat geeft een beetje rust, want er zijn hier wel een aantal mensen die zouden kunnen ingrijpen. Toch ben ik nog niet helemaal op mijn gemak en kijk nog een keer om. Ja hoor ik zie hem nog en hij is best dicht bij. Hoe kan dat? Ik fiets toch super hard? Misschien komt het doordat ik al mijn energie hebt gebruikt bij de training, maar ik moet door. Ik voel dat mijn wangen knalrood zijn geworden, niet alleen van de kou maar ook van de inspanning. Ik kijk nog een keer om en hij is weer dichter bij gekomen. Zo meteen is een zijstraatje als ik daar in ga, raak ik hem misschien wel kwijt. Dus ik doe alsof ik rechtdoor ga, maar maak opeens een uitwijking naar links. Het was een super goed plan, maar de uitvoering wat minder. Ik had namelijk niet goed nagedacht over dat het super glad is. Doordat ik zo een krappe bocht nam, glijd ik uit en val ik keihard op de grond. Ik zie even zwart, maar heb mijn verstand er snel weer bij. Ik voel op de pijnlijke plek op mijn hoofd en voel een dikke bult. In paniek probeer ik weer op te staan, maar ik ben super duizelig. Ik probeer op mijn fiets te stappen, maar mijn stuur zit helemaal scheef dus het gaat niet lukken om daar nog mee te fietsen. Ik denk er nog over na om te gaan rennen, maar het is al te laat. De jongen staat naast me en ik zie hem nu pas echt goed. Het is de jongen van het andere team! Ik kan wel door de grond zakken van schaamte! ‘Jeetje zeg, jij kan hard fietsen! Niet normaal man!’ Het bleek dus dat hij gewoon mijn tas kwam brengen. Ik had hem laten liggen op de club. Zo dom! Dit kan echt alleen mij over komen!

This article is from: