Bijlage OneWorld en Vice Versa

Page 1

SPECIAL

ZIJ n men a d g o n r (Mee wil) n e v e g e o t eigenlijk

Dit is een uitgave van

T E H T K MAA

L I H C S R VE v ie w e e r : in t e r m r e d n o Met me n nne Plou

m e t L ilia H ek u e va n ‘t en Moniq


Deze bijlage is een productie van ZINNIG text&talk, www.zinnigtextandtalk.nl. ZINNIG maakt publicaties over duurzaamheid, ontwikkelingssamenwerking en andere ‘zinnige’ onderwerpen voor kranten, tijdschriften en organisaties. Redactie Marusja Aangeenbrug, Janneke Juffermans Fotografie Marusja Aangeenbrug (cover), Martijn Beekman/ANP Foto, Leonard Fäustle Vormgeving Bas Krijn, www.krijnontwerp.nl Cover Klaar voor de wedstrijd, Freetown, Sierra Leone. Druk Roto Smeets

Deze bijlage is mede mogelijk gemaakt door de Kinderrechtenalliantie.

INHOUD

SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

Feitjes en weetjes Hoe zit het eigenlijk met meisjes wereldwijd?

3

Zo jongen, zo meisje? Hun leven kan nogal verschillen

4

Meisjes in het vizier Fotoreportage

6

Van ‘victim’ tot ‘Victory-girl’ Op verkenning in Sierra Leone

8

Waarom meisjes? Dubbelinterview met minister Lilianne Ploumen voor Ontwikkelingssamenwerking en Plan-directeur Monique van ‘t Hek

12

Verder na 2015 De Kinderrechtenalliantie bezint zich op de toekomst

15

Wereldmeisjesdag

16

Mond vol tanden ‘Waarom hebben meisjes en vrouwen eigenlijk bijna overal ter wereld minder kansen dan jongens en mannen?’ vraagt Siatta van 12. Ze heeft net verteld dat ze graag een vrouwelijke president wil in Sierra Leone, het land waar ze woont. Ook in Nederland is dat nog nooit voorgekomen, vertellen wij haar, vandaar haar vraag. We staan even met onze mond vol tanden, want hoe leg je zoiets uit aan een meisje van 12 als je er zelf ook niet meteen een verklaring voor hebt? In veel landen hebben vrouwen en meisjes het nakijken. Denk aan het gebrek aan veiligheid, het aantal meisjes dat nooit een opleiding afrondt, en de vele vrouwen en meisjes die nooit hun stem kunnen laten gelden in de samenleving of zelfs in hun eigen huishouden. Deze achtergestelde positie is een belangrijke reden om in internationale samenwerking bijzondere aandacht te besteden aan de positie van meisjes. De ongelijkheid en discriminatie van meisjes en vrouwen gaat volledig in tegen de heersende internationale afspraken in de VN-verdragen over vrouwenrechten en kinderrechten.

02

Malala, het Pakistaanse meisje dat vorig jaar door haar hoofd was geschoten wegens haar strijd voor onderwijs voor meisjes, zei het treffend toen ze 6 september de Kindervredesprijs kreeg uitgereikt: “Als je een jongen onderwijst, onderwijs je een jongen. Als je een meisje onderwijst, onderwijs je een generatie.” Deze special gaat over de positie van meisjes in ontwikkelingslanden en op welke manieren hun positie versterkt kan worden. We zoomen hierbij in op het Girl Power programma van de Kinderrechtenalliantie. Hoewel we de vraag van Siatta er niet volledig in kunnen beantwoorden, hopen we wel dat haar kleindochter, als die ooit dezelfde vraag stelt, deze in de verleden tijd zal stellen. We wensen u veel leesplezier! Marusja Aangeenbrug en Janneke Juffermans

Foto Witold de Man

Maar dat is niet de enige reden. Onderzoek heeft uitgewezen dat als meisjes dezelfde onderwijskansen krijgen als jongens, ze als volwassen vrouwen meer gaan verdienen en hun inkomsten bovendien meer dan mannen aan hun gezin besteden. Ook hebben kinderen van geschoolde moeders een betere gezondheid en gaan ze vaker

naar school, omdat hun moeders weten hoe belangrijk dat is. Én: geschoolde moeders krijgen minder kinderen, waardoor ze beter in staat zijn om al hun kinderen goed te onderhouden. Zo ontstaat een sneeuwbaleffect, waardoor de armoedespiraal op termijn wordt doorbroken.


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

Cijfers & weetjes

Daar gaat de bruid...

Dagelijks vinden er 39 duizend kindhuwelijken plaats. In 146 landen is trouwen onder 18 jaar toegestaan voor meisjes en in 105 landen voor jongens. Wereldwijd trouwt 1 op de 3 meisjes voor haar 18de, 1 op de 9 zelfs voor haar 15de. Bron: Unicef, Plan International

Laag gezinsinkomen Nauwelijks toegang tot eten, veilig, drinkwater, gezondheidszorg en onderwijs

Naar school?

Een kleine en ongeschoolde beroepsbevolking, werkloosheid.

Armoede

Vrouwenbesnijdenis

Honger, slechte hygiëne, gebrek aan scholing

Ondervoeding ziekte en sterfte.

Armoede wordt vaak van de ene generatie op de andere overgedragen. Vooral meisjes raken van generatie op generatie gevangen in een armoedespiraal. Bron: Plan Nederland

Lezen en schrijven

Wereldwijd kunnen minder jonge vrouwen (15-24 jaar) lezen en schrijven dan hun mannelijke leeftijdgenoten: de verhouding is 87% tegenover 92% . Vooral in diverse Afrikaanse landen bestaat een opvallend verschil: in Benin kan bijvoorbeeld 33% van de jonge vrouwen lezen, tegenover 47% van de jonge mannen. De belangrijkste reden hiervoor is dat veel meer meisjes dan jongens voortijdig de school verlaten, bijvoorbeeld omdat ze moeten trouwen, zwanger raken, voor het gezin moeten zorgen of moeten werken. Bron: Unicef, www.childinfo.org Investeren in meisjes kan een doorbraak betekenen in de armoedespiraal. Meisjes mét een opleiding trouwen later, verdienen meer, krijgen minder kinderen dan meisjes zonder opleiding. Ze investeren bovendien het grootste deel van hun inkomen in een betere toekomst voor hun kinderen. Bron: Plan Nederland

Girl Power Hoe kun je meisjes in ontwikkelingslanden structureel verder helpen? Vaak lopen zij tegen problemen aan zoals achterstand in het onderwijs, minder kansen op de arbeidsmarkt, geweld en verkrachtingen. Het Girl Power programma wil hier verandering in brengen.

In twee derde van de landen wereldwijd gaan ongeveer evenveel meisjes als jongens naar de basisschool. In het secondair onderwijs ontstaat echter een kloof. In diverse landen in Azië lopen de meisjes dit verschil steeds meer in, maar in Afrika ten zuiden van de Sahara is de ongelijkheid groot: 8 miljoen jongens tegenover 6 miljoen meisjes ronden daar het voortgezet onderwijs af. Bron: Wereldbank, Unicef, Unesco Institute for Statistics

Meisjes- en vrouwenbesnijdenis komt vooral voor in 29 landen in Afrika en het Midden-Oosten. De landen met de hoogste percentages meisjes en vrouwen die slachtoffer zijn hiervan, zijn Somalië (98%), Egypte (91%), Mali (89%), Sierra Leone (88%) en Sudan (88%). Bron cijfers: Unicef, 2013

Meisjes doorbreken de armoedespiraal Eén jaar extra onderwijs voor een meisje.

Die vaker en langer naar school gaan.

+1

Later tot 20% extra inkomen.

Van dat inkomen besteden ze 70% aan hun gezin. Ze krijgen gezondere kinderen.

Het Girl Power programma is een initiatief van de Kinderrechtenalliantie, bestaande uit Plan Nederland, Child Helpline International (CHI), Defence for Children-ECPAT Nederland, Free Press Unlimited (FPU), International Child Development Initiatives (ICDI) en Women Win. De alliantie is ontstaan in het kader van het zogenaamde Medefinancieringsstelsel-II van de overheid. Ze ontvangt overheidssubsidie voor de periode 2011-2015. Doel van het programma is om de achterstand van meisjes

op allerlei terreinen weg te werken. Onderwijskansen, economische en politieke participatie, en de bestrijding van geweld tegen meisjes en jonge vrouwen zijn de kernthema’s van het programma. Het programma wordt uitgevoerd in tien landen. In Afrika zijn dat Ethiopië, Ghana, Liberia, Sierra Leone en Zambia, in Azië Bangladesh, Nepal en Pakistan en in Latijns-Amerika Bolivia en Nicaragua. De Kinderrechtenalliantie werkt samen met lokale partners.

03


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

Van baby tot vrouw Hoe het leven van een meisje eruitziet, verschilt per cultuur. Dat begint al bij de geboorte.

Geboorte Een jongen of een meisje? In Bosnië bijvoorbeeld zijn ouders van oudsher blij met een meisje. Volgens het volksgeloof zou een dochter de familie bij elkaar houden. In India en China ligt dat totaal anders: miljoenen ouders laten meisjesfoetussen aborteren, vermoorden pasgeboren meisjes of laten ze in de steek. Jongens zouden meer waard zijn dan meisjes en zouden meer geld in het laatje brengen. Meisjes kosten vooral geld, bijvoorbeeld vanwege de bruidsschat. In westerse landen is men even blij met een meisje als met een jongetje, in de jaren zeventig gaven ouders hen bijvoorbeeld hetzelfde speelgoed.

Meisje In veel culturen voeden ouders jongens en meisjes verschillend op. Meisjes krijgen vaak meer huishoudelijke taken toebedeeld en hebben minder bewegingsvrijheid buitenshuis. In Marokko bijvoorbeeld blijven jongetjes de eerste jaren onder de hoede van hun moeder, die ze nogal verwent. Meisjes worden veel strenger aangepakt, krijgen meer beperkingen opgelegd en moeten vooral goed luisteren. In veel samenlevingen blijven meisjes vaker thuis van school dan jongens. Bijvoorbeeld om hun moeder te helpen met schoonmaken, water halen en op te passen op de jongere kinderen.

Bijna een vrouw In veel culturen dienen meisjes zich in de puberteit kuis te gedragen. In bijvoorbeeld traditionele gemeenschappen in China en in islamitische landen waar de eercultuur belangrijk is, moeten meisjes maagd blijven totdat ze gaan trouwen.

04

Als je opgroeit in hetzelfde dorp heb je dezelfde sores, zou je denken. Maar of je een jongen of een meisje bent, maakt in veel landen nogal wat uit. Zula (15) en Emmanuel (17), zomaar een meisje en een jongen uit het stadje Moyamba in Sierra Leone, vertellen wat hen bezighoudt.

Emmanuel:

Kinderen

“Als ik ’s ochtends om zes uur opsta, veeg ik eerst de vloer en haal ik water. Daarna help ik mijn moeder met koken. Soms eet ik dan wat rijst. Mijn moeder is verpleegster en mijn vader monitort landbouwprojecten. Ik heb vier broers en twee zussen. Mijn grootste zorg is of ik wel naar de universiteit kan straks. Ik wil graag bedrijfseconoom worden. We zijn minder arm dan sommige andere families in Moyamba, maar toch moesten mijn broers na twee jaar universiteit stoppen, omdat mijn ouders het niet meer konden opbrengen. Als het niet lukt, denk ik dat ik leraar word, om zo aan mijn carrière te werken.

Voorlopig wil ik nog niet trouwen, ik wil me goed voorbereiden op een huwelijk en kinderen. Mijn kinderen mogen het niet zo zwaar hebben als ik. Ik heb vaak honger gehad omdat ik maar één keer per dag te eten kreeg. Mijn kinderen mogen nergens gebrek aan hebben. Daarom wil ik graag leren. Als ik goed ben opgeleid, kan ik de dingen kopen die ik wil. Hier in Moyamba vinden veel ouders het niet belangrijk dat hun kinderen naar school gaan. De mijne gelukkig wel.”

Wedstrijd

“ Als er bij mij thuis niets te eten is, eten we bij Joseph”

Mijn beste vriend is Joseph. ’s Middags, na schooltijd, speel ik vaak met hem als ik klaar ben met het wassen van mijn schooluniform en het verpleegstersuniform van mijn moeder. We doen dan een wedstrijd wie het hardst om het veld kan fietsen. Als er bij ons eten is, gaan we bij mij thuis wat eten. Is er bij mij thuis geen eten, dan eten we bij Joseph. Ik ben een stille jongen, vooral als er iets naars gebeurt of als ik iets niet krijg van mijn vader wat ik heel graag wil hebben, zoals een telefoon. Laatst mistte mijn vader geld. Ik had het niet gestolen, maar mijn vader dwong me om toe te geven dat ik het gestolen had. Daarna zette hij me het huis uit. Ik mocht die nacht niet meer thuiskomen, zei hij. Toen moest ik huilen.

JJ


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

Zula: “In Sierra Leone behandelen ouders hun dochters vaak anders dan hun zoons. Ze denken dat hun zoons helden zijn en geven hen meer aandacht. Ze kopen eten en kleding voor ze en als het geld op is, krijgen de meisjes niets. Geld om hun kinderen naar school te sturen en boeken en een schooluniform te kopen, hebben ouders vaak niet. Maar áls er al kinderen naar school kunnen, sturen ze meestal de jongens. Voor de meisjes willen ze niet betalen, want die moeten toch trouwen en kinderen krijgen, vinden ze.

Foto’s: Marusja Aangeenbrug

Nieuwtjes Meisjes die ik ken, worden wel eens geslagen als ze bijvoorbeeld niet luisteren naar hun ouders. Het gebeurt ook dat meisjes worden verkracht, soms door een familielid, soms door zomaar een man of jongen. Ze praten daar meestal niet over, maar ik hoor er wel over, want hier in het dorp verspreiden nieuwtjes zich snel. Wat ook vaak voorkomt, is dat meisjes heel jong trouwen, bijvoorbeeld als ze 14 of 15 zijn. Meestal willen ze dat niet, maar moeten ze van hun ouders omdat die daar geld voor krijgen en zelf te arm zijn om hun kinderen te onderhouden. Tienerzwangerschappen vormen hier ook een probleem. Meestal maken meisjes daardoor hun school niet af. Een vriendin van mij heeft net een kind gekregen, maar haar ouders hebben besloten om voor het kind te zorgen, dus zij zit gelukkig weer op school.

Amerika

“ Sommige ouders denken dat hun zoons helden zijn”

Ik vind het erg om dat soort verhalen te horen, zeker als het gaat om iemand die ik ken. Zelf heb ik geluk gehad. Ik ga nog steeds naar school, net als mijn drie broers en vier zussen. Mijn moeder maakt geen onderscheid tussen ons. Mijn vader is dood, hij is overleden toen ik 3 was. Mijn moeder verkoopt rijst, palmolie en andere etenswaren op de markt. Ze verdient niet veel. We kunnen alleen naar school omdat mijn tante dat betaalt voor ons. Daardoor heb ik ook dagelijks een stuk brood en thee als ontbijt. Voordat ik naar school ga, moet ik elke dag huishoudelijk werk doen. Als ik thuiskom, ga ik huiswerk maken. Ik ga graag naar school. Engels en rekenen zijn de leukste vakken. Later wil ik best trouwen en kinderen krijgen. Maar niet te jong, eerst een opleiding volgen. Ik wil graag accountant worden en bij een bank gaan werken, liefst in Amerika.”

Veel traditionele gemeenschappen in sub-Sahara Afrika kennen initiatieriten om de overgang van meisje naar vrouw te markeren. Meisjesbesnijdenis kan hier onderdeel van uitmaken. Deze bloederige operatie, vaak uitgevoerd onder onhygiënische omstandigheden en zonder verdoving, zou bijvoorbeeld voorkomen dat vrouwen ‘losbandig’ worden, status opleveren en de vruchtbaarheid bevorderen.

Relaties In diverse samenlevingen in Afrika en het Midden-Oosten worden meisjes al op jonge leeftijd – soms zelfs voor hun 15e – door hun ouders uitgehuwelijkt. Dit heeft deels te maken met traditie, deels met armoede, als de ouders te weinig geld hebben om voor hun dochter te zorgen. Hoewel polygamie in veel landen wettelijk verboden is, komt het in verschillende samenlevingen voor, zoals op het platteland in West-Afrika, Marokko, Egypte, Pakistan en India. Omgekeerd is het de vrouwen meestal niet toegestaan meerdere mannen te trouwen. In bijvoorbeeld de Noordwest-Indiase streek Zanskar komt dit wel voor.

Werk In het westen werken veel vrouwen buitenshuis en in sommige vakgebieden, zoals de medische professie, is de traditionele mannelijk dominantie verdwenen. Toch verdienen vrouwen in Nederland nog steeds 20% minder dan mannen in dezelfde functies. Zo zijn landen als Duitsland, IJsland, India, Australië en Denemarken inmiddels vertrouwd met een vrouw als politiek leider. Bronnen: Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling, www.jaloers.com, www.wikipedia.com, mens-en-samenleving.infonu.nl, globalvoicesonline.org, www.girlrising.com, www.womeninc.nl, www.plazilla.com.

MA

05


l r i G

r e w o P Een interview met een meisje voor het jeugdjournaal in Malawi.

Het verschil in opvoeding tussen meisjes en jongens begint in veel landen al vroeg.

In India komt uithuwelijking regelmatig voor. Wereldwijd trouwt 15% van de meisjes voor haar 15e levensjaar.

Dit meisje in Malawi interviewt iemand voor een radioprogramma dat meisjes zelf gemaakt hebben. Via radio worden gevoelige onderwerpen aangekaart en worden meisjes voorgelicht. 06


Voetbal in Brazilië: door sport leren de meisjes wat ze kunnen bereiken, waardoor ze zich zekerder voelen. Bovendien leren ze vaardigheden als samenwerken. Daarbij is het ook gewoon leuk.

Een meisje krijgt haar IDkaart in Paraguay. Veel kinderen stonden niet officieel geregistreerd in Paraguay, waardoor ze bijvoorbeeld ook geen toegang hadden tot onderwijs. Hiermee is haar ‘recht op een identiteit’ gewaarborgd.

Dit meisje werkt bij de kindertelefoon in Vietnam. Meisjes en jongens kunnen er, net zoals in Nederland, met al hun problemen terecht.

Samen schrijven op school in Laos. Voldoende onderwijs geeft meisjes de mogelijkheid hun leven later zelf ter hand te nemen.

Foto’s: Plan

07


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

! e n o e L a r r 1-0 in Sie Ze zijn soms maar 12 of 13 jaar oud, maar laten duidelijk van zich horen. In Sierra Leone verenigen meisjes zich dankzij het Girl Power programma. Ze leren om voor hun rechten op te komen en praten mee op school en op dorpsvergaderingen. Ze investeren in hun toekomst en vechten tegen uithuwelijking, verkrachting en mishandeling. Door Janneke Juffermans en Marusja Aangeenbrug

N

Voordat de wedstrijd begint, zingen en dansen de meisjes van de Leone Stars.

ieuwsgierige kinderen staren door het open raam naar binnen. In het grijzige gemeenschapsgebouwtje in de Freetownse sloppenwijk Kanikaye voeren drie meisjes een stukje drama op. Een van hen speelt een jongen die een meisje lastigvalt, het andere meisje grijpt in. Eigenlijk moeten de meisjes, die lid zijn van de meisjesgroep Defence for Girls, een beetje lachen om zichzelf. Maar dat gebeurt vooral omdat ze vandaag buitenlandse toeschouwers hebben. Op de achtergrond klinkt het geluid van potten en pannen: bij het buurhuis wordt gekookt. Door het raam heen blinken de golfplaten daken van de sloppenwijk. Verderop steken flatgebouwen van het drukke Freetown erbovenuit en is een klein streepje van de Atlantische Oceaan te zien. In Kanikaye zijn de thema’s van het drama van deze meisjes werkelijkheid: misbruik, tienerzwangerschappen en kindhuwe-

08

lijken. Meisjes in Sierra Leone hebben vaak nauwelijks rechten. Ze zijn veelal de laatsten in de rij naar wie geluisterd wordt – jongens tellen méér mee. Dochters van arme ouders lopen kans om voor hun vijftiende uitgehuwelijkt te worden. Meisjes die als tiener zwanger raken, maken meestal hun middelbare school niet af. Sommige meisjes stoppen met school omdat ze vermoeden dat ze toch geen werk kunnen vinden en daarom beginnen ze liever een handeltje op straat. Bovendien lopen meisjes gevaar om op willekeurige plekken – thuis, onderweg naar de waterput of naar school – verkracht te worden. Aan veel van deze problemen ligt armoede ten grondslag: armoede betekent uitzichtloosheid en laat mensen dingen doen in wanhoop. Sierra Leone is een van de vijf armste landen ter wereld. Dat heeft deels ook te maken met de bloederige burgeroorlog van 1991 tot 2002.

Duizenden mensen werden vermoord, honderdduizenden werden verminkt door het oorlogsgeweld. De infrastructuur werd vernietigd en het analfabetisme is nog steeds groot omdat scholen en opleidingsinstituten verwoest werden. In 2002 moest het land weer bij nul beginnen.

Meepraten Help je de meisjes, dan profiteert uiteindelijk de hele gemeenschap daarvan, is de gedachte achter het Girl Power programma van de Kinderrechtenalliantie. Partnerorganisaties in Sierra Leone [zie kader op pag. 11] startten daarom tweeënhalf jaar geleden verschillende meisjesgroepen. De Defence for Girls-groepen worden getraind en begeleid door Defence for Children International-Sierra Leone (DCI-Sierra Leone). In totaal begeleiden de partnerorganisaties nu meisjesgroepen in twintig gemeenschappen in Freetown en op het platteland in het district Moyam-


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

ba. De meisjes in deze groepen, zo is de gedachte, moeten kunnen meepraten en meebeslissen in hun gemeenschap en in hun eigen familie. Ze leren dat ze waardevolle mensen zijn en dat ze rechten hebben. Ze worden gestimuleerd om naar het voortgezet onderwijs te gaan of een vakopleiding te volgen. Bovendien leren hoe ze geld kunnen verdienen en kunnen sparen. Uiteindelijk zullen ze – net zoals de meisjes met hun dramaspel – anderen nieuwsgierig maken en stimuleren.

Eigenlijk is ze uitgeput van het voetballen, maar ze wil samen met haar teamgenoten graag nog uitleggen waarom de V-girls zo belangrijk zijn voor haar. “We komen elke week twee keer voor de voetbaltraining bij elkaar om te praten, te zingen, te dansen of toneel te spelen”, vertelt ze. “We leren bijvoorbeeld wat onze rechten zijn en dat we onszelf mogen zijn en voor onszelf op mogen komen. We leren ‘nee’ te zeggen en in het openbaar te spreken.”

Doelpunt

“Het zijn kinderen van ons allemaal”

Een paar kilometer van Kanikaye, in de sloppenwijk Dwarzak, wordt er gejuicht en geschreeuwd langs de lijn van een geïmproviseerd voetbalveld. Spelers van Leone Stars en Arsenal rennen over de roodbruine ondergrond: jonge meisjes in blitse voetbaltenues, maar wel op kousenvoeten of plastic schoentjes. Ze zijn fanatiek en genieten. Steeds meer toeschouwers komen naar beneden lopen uit de wijk, die tegen een heuvel aan ligt, en verzamelen zich op bankjes en bij de doelen. Iedereen levert commentaar. De wedstrijd wordt afgefloten bij 2-0 voor Arsenal, maar wie er wint, daar lijkt niemand zich druk om te maken. “We doen dit omdat het ons energie geeft”, zegt een van de voetbalmeisjes na afloop. “Sporten is gezond en we willen laten zien wat we kunnen.” De meisjes vormen samen de V-girls, Victory girls, een initiatief van de organisatie One Family People (OFP). ‘Victory’ staat niet alleen voor de doelpunten, maar ook voor het overwinnen van problemen.

De V-girls praten hier met elkaar over, maar ook met hun ouders en familieleden en met andere mensen in hun eigen buurt – regelmatig gaan ze langs de deuren om het gesprek aan te gaan. “We willen ouders laten inzien dat het belangrijk is om hun dochters naar school te sturen en ze niet te jong te laten trouwen. We spreken over verkrachtingen en we stimuleren mensen om aangifte te doen, want vaak geven ouders hun dochter zelf de schuld van een verkrachting of praatten ze er uit schaamte niet over.” Er is eigenlijk niemand in Dwarzak die niet weet wie de V-girls zijn, grijnst het meisje. “Aanvankelijk wilden ouders niet naar ons luisteren. Nu zijn we bekend en vertrouwt men ons. Er zijn steeds meer meisjes die mee willen doen.” “Voetbal is slechts een middel om de meisjes bij elkaar te krijgen”, vertelt Hadiatou Diallo, projectmanager van OFP.

Uit de hele wijk komen toeschouwers voor de wedstrijd van de Victory Girls.

Ze ziet bij de persoonlijkheidstrainingen hoe gretig de meisjes leren. “De afgelopen tweeënhalf jaar is er dankzij het programma veel veranderd. Meisjes worden nu echt betrokken bij beslissingen in hun gemeenschap.” Maar het heeft weinig zin om je als ngo alleen met hen bezig te houden, weten ze bij OFP. “Wij geloven in een gemeenschapsbenadering. Daarom zijn er ook groepen voor moeders en voor vaders. Zij vormen een belangrijke sleutel tot het succes.”

Schadelijk “Elk meisje dat je hier ziet, is niet de dochter van één vader en één moeder. Nee, alle meisjes in de wijk zijn kinderen van ons allemaal.” De vrouwen van de moedergroep in Dwarzak knikken instemmend als één van hen het woord neemt in het gemeenschapshuis aan de rand van het voetbalveld. “We zijn normaal gesproken met veertig vrouwen en samen willen wij onze kinderen beschermen.” Vandaag zit er een veel kleinere groep, omdat de andere vrouwen moeten werken. Degenen die er zijn, hebben zich mooi aangekleed voor het interview. “Bij een geval van mishandeling of verkrachting praten we met de ouders om te achterhalen wat er gebeurd is. We leggen contact met DCI-Sierra Leone, want die organisatie biedt juridische hulp, en zo nodig stappen we naar de chief of naar de politie. Soms leggen we zaken voor aan het welzijnscomité in onze buurt. We houden in de gaten wat er in de wijk gebeurt en we leggen ouders uit hoe belangrijk het is om goed met je kind om te gaan.” Elke week leggen alle groepsleden geld in. “Dat gebruiken we om medische kosten te betalen voor meisjes die verkracht zijn, voor transport naar de politie of voor een advocaat. Soms lenen we ouders een klein bedrag als ze geen schoolgeld kunnen betalen voor hun kind.” “We merken echt dat mensen zich steeds meer realiseren dat geweld kinderen schaadt”, zegt een andere moeder, “en dat kinderarbeid hun kinderen niet verder helpt.” De mannengroep vult hen aan,

09


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

volgens haar. “De mannen helpen bijvoorbeeld als er iemand gearresteerd moet worden. Soms willen daders namelijk gaan vechten met ons.” De groepen vormen een succes, vindt zij, net als de andere moeders in de groep. “Vrouwen uit de wijk New England, hier vlakbij, willen nu ook een moedergroep opstarten. Ze hebben gehoord dat er in Dwarzak veel minder geweld en verkrachtingen plaatsvinden.”

Enige familie Het kleine, laagdrempelige kantoortje van OFP in het stadje Moyamba in het gelijknamige district staat midden in een woonwijk met lemen huisjes en modderige straten. De ruimte is gevuld met mensen: behalve partners van het Girl Power programma zijn er afgevaardigden van de lokale overheid, het Rode Kruis en verschillende ngo’s in de regio. Net als in Freetown werken de partners van het Girl Power programma in dit landelijke district ten oosten van Freetown nauw samen. Dat doen ze in acht van de veertien gemeenschappen in Moyamba. In totaal wonen er 222.000 mensen in dit district. Alle partners hebben nauw contact met de lokale bevolking en traceren zo slachtoffers van geweld en verkrachting. DCI-Sierra Leone biedt vervolgens juridische hulp. Plan coördineert het programma en zorgt, waar mogelijk samen met overheidsinstanties, voor faciliteiten als schooltjes of het repareren van een brug. Door de lange geschiedenis van Plan in Sierra Leone, die dateert van voor de oorlog, heeft de organisatie veel goodwill bij de bevolking. Maandelijks bespreken de partners gevallen die een organisatie niet in z’n eentje kan oplossen, vertelt Marilyn Shinu, coördinator van OFP in Moyamba. Als voorbeeld noemt ze een vijftienjarig meisje dat door haar stiefvader werd verkracht en zwanger bleek. Hierbij heeft OFP, behalve de hulp van de Girl Power-partners, ook die van andere ngo’s ingeroepen. Sylvester G. Momodu van het Rode Kruis: “We maakten ons allemaal zorgen om haar. Verkracht zijn en dan zwanger

10

worden betekent een groot stigma. Toen we over haar hoorden, gingen eerst Yacan en OFP langs. Vervolgens leverde het Rode Kruis een auto voor de rit naar het ziekenhuis. Een andere ngo zorgde voor de benzine. Daarna brachten we haar naar een weeshuis. We gaan allemaal regelmatig bij haar langs, we zijn nu haar enige familie.” De laatste vergadering ging over de bevalling en babyspullen. “Deze worden van de contributie van de leden betaald”, vertelt Florence van de ngo Ladies in Development. De anderen knikken instemmend. Ondertussen is het meisje zelf binnengekomen. Ze heeft een lief, ernstig gezicht. “Ik heb haar laten halen”, zegt Shinu met een grote glimlach. Het meisje begint te vertellen als het kantoortje langzaam leeg loopt. “Ik woonde bij mijn oma. Tijdens de schoolvakantie bezocht ik mijn ouders. Die bleken gescheiden. Mijn moeder had een nieuwe man. Op een dag stond mijn stiefvader erop dat ik met hem en niet met de anderen naar het land liep. Onderweg ging ik even zitten om uit te rusten. Ineens stond mijn stiefvader achter me en hield mijn polsen achter mijn rug. ‘Ik wil een affaire met je’, zei hij. Ik zei dat ik dat niet wilde, maar hij dreigde me te vermoorden. Ik rende weg, maar hij haalde me in en verkrachtte me. Tegen mijn geschreeuw propte hij een kledingstuk in mijn mond. Erna bloedde ik hevig. Ik rende naar het dorp.”

Een van de jongensgroepen van het Girl Power programma, opgezet door YACAN in Freetown. Deze jongens houden op zaterdagmiddagen samen met een meisjesgroep een openluchtbijeenkomst over de rechten van meisjes.

“Mijn vader wilde me helpen, maar mijn moeder was boos en stuurde me terug naar mijn oma. Sindsdien wil ze niets meer van me weten, omdat mijn oma en ik mijn stiefvader wilden aanklagen. Na een paar maanden werd ik van school gestuurd, ik bleek zwanger! Oma huilde, ze kan niet ook nog voor een achterkleinkind zorgen. Bij een buurvrouw kwam ik Marilyn Shinu van OFP tegen. Zij heeft uiteindelijk geholpen.”

Rechtsgang Behalve over de samenwerking rond bijvoorbeeld individuele gevallen van verkrachting of gedwongen huwelijken vergaderen de programmapartners in Moyamba over de veranderingen die nodig zijn bij de overheid en de rechterlijke macht. Zo houden zich, door succesvolle lobby, inmiddels advocaten en een rechter in het district bezig met zaken rondom verkrachtingen en kindhuwelijken. In het donkerrood geschilderde kantoortje van DCI-Sierra Leone, vertelt projectmedewerker Koma Hassan-Amara: “Voor het Girl Power programma werden verkrachtingszaken vaak onderling opgelost, met als gevolg dat daders niet bestraft werden en misbruikte meisjes bovendien vaak met hen moesten trouwen, zeker als ze zwanger waren geraakt.” Nog steeds kiezen ouders graag voor een compromis, vaak omdat ze een kleinkind niet kunnen onderhouden.


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

RECHTS: Sierra Leone ligt in West-Afrika en grenst aan Guinee en Liberia. Het land telt volgens schattingen meer dan 5,5 miljoen inwoners. Van 1991 tot 2002 vond er een bloedige burgeroorlog plaats, waarin rebellen uit Liberia en Sierra Leone zelf een belangrijke rol speelden. Sindsdien richt het land zich op de toekomst. ONDER: Blik op de wijk Kanikaye in Freetown.

GUINEA

Girl Power in Sierra Leone

Koinadugu

Bombali Kambia

Port Loko

lende partners van de leden van de

Kono

Tonkolili 2

In Sierra Leone werken verschil-

SIERRA LEONE

Freetown

Nederlandse Kinderrechtenallian-

1

Foto’s: Marusja Aangeenbrug

Kailahun Moyamba Bo

tie met elkaar samen: One Family People (partner van International

Kenema

Child Development Initiatives en Bonthe Pujehun

LIBERIA

1. Western Area Rural 2. Western Area Urban

Women Win), Defence for Children International-Sierra Leone (partner van Defence for Children-ECPAT Nederland), Yacan (partner van

Door het Girl Power programma komen echter steeds meer zaken voor de rechter. DCI-Sierra Leone biedt juridische expertise, maar heeft ook een opvangcentrum voor kinderen. “Van de zestig zaken die we nu behandelen, wonen er vier kinderen in het centrum”, zegt Hassan-Amara. “Een jongetje van zes, wiens gezicht verbrand is omdat zijn moeder kokend water over hem gooide, en drie meisjes van 8, 11 en 14 jaar, van wie de twee jongsten verkracht zijn. Het oudste, dove meisje is mishandeld door de nonnen van de kostschool waar ze op zat.” Hassan-Amara vertelt verder: “De daders zitten in de gevangenis. Ondertussen bereiden we de gemeenschap voor op de terugkeer van een kind. Je kunt in deze gemeenschap niets verborgen houden. Daarom vertellen we dat het kind nu weer ‘schoon’ is, zodat het zonder stigma kan verder leven.”

En de jongens? Alles leuk en aardig, zou je zeggen. Het Girl Power programma loopt goed en de organisaties doen samen goed werk. Dank zij de samenwerking hebben ze een groter netwerk en zijn ze inmiddels bij een groot deel van de bevolking bekend. Maar wat vinden de jongens ervan? Die zijn niet onverdeeld enthousiast. Zowel in Freetown als Moyamba wordt er gemord. Wat niet helpt, is dat ook de Sierra Leonese overheid besloten heeft om meisjes extra te steunen, bijvoorbeeld

via subsidies voor schoolgeld. “Waarom krijgen wij geen schoolgeld van de overheid? Straks zijn wij degenen die achterop lopen”, zegt een jongen in Dwarzak. En een ander: “Geef ons ook een voetbaloutfit.” In Moyamba klaagt een jongen: “Waarom mogen wij niet meedoen aan alle activiteiten van de meisjesclubs? We willen de rechten van meisjes beter leren kennen en we willen ze bovendien beschermen tegen andere jongens.” Dat laatste gebeurt nu al door jongensgroepen die in sommige gemeenschappen zijn opgericht, toch vinden de jongens dat ze dan ook aan alle activiteiten moeten kunnen meedoen en niet alleen aan een paar. “Jongens moeten echt meer aandacht krijgen,” verklaart ook een van de evaluatoren die de tussentijdse evaluatie van het programma uitvoert, als ze zichzelf ’s avonds in Moyamba een drankje inschenkt in het plaatselijke café. Dat is niet nieuw voor de Girl Power-stuurgroep. “Soms zeggen jongens dreigend dat ze, als we niet meer aandacht aan hen besteden, expres meisjes zullen bezwangeren zodat die niet meer naar school kunnen”, verzucht Miriam Murray, landelijk coördinator van het programma, later. “Het is goed dat we ons op hen beraden.” Het onderwerp staat al op de agenda: de Kinderrechtenalliantie onderzoekt nu hoe ze jongens en mannen actiever bij het programma kan betrekken. Want de aandacht moet op meisjes gericht blijven, maar zonder de andere sekse kan dat niet.

Plan) en Fawe (Forum for African Women Education) CEDA (Community Empowerment Development Agency) en DRIM (Disability Rights Movement). De laatste drie organisaties zijn partners van Plan Sierra Leone, die op haar beurt weer partner is van Plan Nederland. Free Press Unlimited (FPU) en Child Helpline International (CHI) zijn op dit moment (nog) niet actief binnen het programma in Sierra Leone. Alle partners zijn op verschillende terreinen competent, zodat ze elkaar kunnen aanvullen bij het werken aan een betere positie van meisjes. De organisaties werken ook samen met de lokale chiefs, de paramount chief van Moyamba (de afgevaardigde van alle chiefs in het district) en de family support

units op het politiebureau. Vooral de samenwerking met de chiefs is erg belangrijk: zij hebben aanzien in hun gemeenschappen, waar culturele verschillen vaak een belemmering vormen om meisjes deel te laten nemen aan de programma’s. Bovendien vormen ze het directe aanspreekpunt voor dorpsbewoners.

11


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

Minister Lilianne Ploumen voor Ontwikkelingssamenwerking speelt een spelletje met Syrische kinderen, tijdens een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Libanon. Foto Martijn Beekman/ANP Foto

‘Vrouwen maken wel degelijk verschil’ De aandacht voor vrouwen en meisjes gaat niet zonder het betrekken van jongens en mannen. En meisjes en vrouwen mogen en moeten vaker meebeslissen. Over deze twee zaken zijn Minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Plan directeur Monique van ’t Hek het alvast roerend eens. Een gesprek.

H

et zijn leidinggevende vrouwen van formaat en ze delen een groot hart voor de positie van meisjes en vrouwen. Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen en Plan-directeur Monique van ’t Hek kennen elkaar bovendien al langer. Zo hebben zij ooit samen een onderzoek uitgevoerd voor Plan Nederland, toen nog Foster Parents Plan. Er bestaat warme hartelijkheid tussen de twee. Het idee was eerst om een interview bij een van de twee in de tuin te houden, maar wat een dubbelinterview moest worden, werden twee afzonderlijke interviews vanuit Engeland en Oman, met hoor en wederhoor. De twaalfjarige Siatta uit Sierra Leone vroeg ons: “Hoe komt het eigenlijk dat meisjes overal ter wereld minder kansen hebben dan jongens?” Van ‘t Hek: “Ja, dat is ingewikkeld. Het heeft veel met traditie en cultuur te maken. Van oudsher bestaan er in veel samenlevingen rolpatronen. Vrouwen zijn vaak met hun kinderen en om het huis bezig, mannen hebben die binding iets minder. In de loop van de tijd zijn we er in de noordelijke landen achter gekomen dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Dat heeft twintig eeuwen geduurd. De reden dat het nu bij ons anders is, is vooral het gevolg van onderwijs. Maar in veel culturen bestaat helaas nog dat ingewortelde idee dat

12

ke nne

r Ja

doo

meisjes en vrouwen niet gelijkwaardig zijn aan jongens en mannen.” Ploumen: “Wat een goede vraag, en ook pijnlijk dat ze zich hier al zo bewust van is. Bijna overal ter wereld hebben vrouwen en meisjes inderdaad een achtergestelde positie ten opzichte van mannen en jongens. En ook in Nederland is dat nog niet zo lang anders. Vrouwen moeten, net als mannen, zelf keuzes kunnen maken over hoe ze hun leven inrichten. Als je echter afhankelijk bent van je man of je vader, dan is dat lastig. Daarom is de economische zelfstandigheid van vrouwen heel belangrijk. Tegelijkertijd is het van belang dat er vrouwen en meisjes opstaan, net als dit meisje in Sierra Leone, die zich afvragen: hoe kan dit eigenlijk en kan ik er wat aan doen? De vrouwenemancipatie is wereldwijd een heel succesvolle beweging waarin veel vrouwen wel degelijk verschil hebben gemaakt. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor elkaar.” Maar als die verschillen tussen de positie van meisjes en jongens hun oorsprong hebben in traditie en cultuur, hoe kun je dit dan aanpakken? Ploumen: “De ervaring leert dat het ‘t meest effectief is als meisjes en vrouwen zelf actie ondernemen. Wij, andere vrouwen en meisjes, zijn er dan om hen te steunen, financieel, door solidair te zijn of door te laten zien hoe de situatie bij ons is. Ik zie wereldwijd veel indrukwekkende initiatieven van

ns

rma

Juffe


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

vrouwen zelf die zeggen: dit kan zo niet langer. Zij gaan aan de slag. Vrouwen bereiken internationaal steeds meer, zoals bij de VN en bij de vrouwenconferentie in Beijing. Op allerlei niveaus kun je verschil maken. Daar moet je met elkaar over spreken, je moet samen bedenken wat de beste strategieën zijn. Er is niet één route naar succes, je hebt elkaar heel hard nodig.” Van ‘t Hek: “Onderwijs en informatie zijn van cruciaal belang. Veel van de sociale problemen worden in stand gehouden door een gebrek aan onderwijs en informatie. Vrouwen die opgeleid zijn, maken anderen keuzes: ze willen geen polygaam huwelijk, niet besneden worden en minder kinderen. Opgeleide meisjes kunnen later dus ook hun rechten beter claimen en verschillen aankaarten.” De overheid en de politiek besteden vooral specifiek aandacht aan vrouwen. Denk aan Het Gender Meer Partijen Initiatief, het fonds ter stimulering van vrouwelijk leiderschap (FLOW) en de samenwerking rond de VN-resolutie1325, ter ondersteuning van vrouwen in conflictgebieden. Waarom wordt er niet ook over meisjes gesproken? Ploumen: “Klopt. Vrouwen en seksuele en reproductieve rechten zijn een onderdeel van de begroting. Ik vind het een enorm belangrijk onderwerp. En als ik het over vrouwen heb, dan heb ik het ook over meisjes. Het onderwerp waarop we de komende jaren op gaan inzetten in verschillende dorpen, maar ook bij de VN, is het tegengaan van kindhuwelijken. We steunen de campagne ‘Girls not Brides’. Tijdens de komende vergadering van de VN organiseren we een bijeenkomst hierover. Dit is een voorbeeld van een actie die specifiek gericht is op meisjes, maar steeds als we spreken over vrouwenrechten bedoelen we zeker ook de rechten van meisjes.” Van ’t Hek: “Wij beschouwen het overheidsbeleid impliciet gericht op meisjes, zoals minister Ploumen al aangeeft. Zo wil de overheid praktijken als meisjesbesnijdenis en kindhuwelijken tegengaan en daarbij gaat het juist om jonge meisjes. Ook financiert de overheid een programma van Plan Nederland en vijf partnerorganisaties in 10 landen , gericht op adolescente meisjes. Bij Plan zijn we ervan overtuigd dat de steun aan meisjes al moet beginnen bij de geboorte. Meisjes krijgen vaak geen geboortebewijs en worden daardoor niet ingeënt en kunnen daarom niet naar school. En dat allemaal alleen maar omdat ze meisjes zijn. Zo’n cyclus van achterstand begint dus al heel vroeg. Daarom is het praten met meisjes en jongens over de positie van meisjes heel belangrijk. Je kan niet wachten tot ze achttien of twintig zijn, dat is al heel erg laat. En daarom hebben wij als internationale organisatie bij de VN jarenlang bij gepleit voor Wereldmeisjesdag. Sinds 2012 is deze dag door de Verenigde Naties officieel erkend en daar zijn we heel erg blij mee. Dit is een dag waarop speciale aandacht wordt gevraagd voor de achtergestelde situatie van meisjes wereldwijd.” Plan-directeur Monique van ‘t Hek met haar dochters Natasha (23) en Michelle (20). Haar dochters zijn drietalig opgegroeid en zijn “echte globetrotters”, volgens van ‘t Hek. Foto Leonard Fäustle

De overheid vindt het ook belangrijk dat vrouwen deelnemen aan de economie en aan de arbeidsmarkt. Zou je dan niet juist ook moeten investeren in onderwijs aan meisjes? Ploumen: “Onderwijs is zeker heel belangrijk. Veel meisjes hebben weinig kans om naar school te gaan en vaak nog minder kans om door te stromen naar het beroepsonderwijs. Gelukkig zijn er heel veel andere landen die bereid zijn om te investeren in onderwijs, maar een campagne over kindhuwelijken vinden andere landen dan juist vaak een beetje ingewikkeld. Ik heb dus gekeken waar we echt verschil kunnen maken met de beschikbare middelen.” Het bedrijfsleven en ngo’s moeten samenwerken volgens het ministerie. Meisjes en vrouwen liggen bij bedrijven wellicht niet meteen in het vizier. Wat kunnen bedrijven doen voor hun positie? Ploumen: “Daar kunnen ze heel veel in betekenen. Meisjes willen ook een fatsoenlijke baan en goede arbeidsomstandigheden. We zijn nu in Bangladesh bezig om ervoor te zorgen dat vrouwen in de kledingindustrie goede arbeidsomstandigheden hebben en een goed salaris krijgen. Dat is enorm belangrijk. Er zijn ook veel Nederlandse bedrijven die bijvoorbeeld in Oost-Afrika in de bloementeelt zitten. Die bieden goede salarissen. Zo krijgen vrouwen economische zelfstandigheid, en kunnen ze, als ze dat willen, ook carrière maken bij dat bedrijf.” Van ‘t Hek: “Samenwerken is erg belangrijk en bedrijven en ontwikkelingsorganisaties kunnen elkaar vanuit een economische of sociale insteek goed aanvullen. Bedrijven vinden kinderen en meisjes vaak niet zo’n logische match. Maar investeren in meisjes en jonge vrouwen op de arbeidsmarkt

13


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

is ook voor bedrijven belangrijk. Daarvoor moeten barrières als kindhuwelijken en verminderde toegang tot onderwijs weggewerkt worden. Macro-economisch is het goed als bedrijven zich gaan realiseren dat investeren in meisjes en vrouwen substantiële economische groei en sociale ontwikkeling betekent. Daar zijn bedrijven bij gebaat. Als Plan voeren wij sinds een aantal jaren projecten uit op het gebied van jeugdwerkeloosheid voor kansarme jongeren, met specifieke aandacht en targets voor meisjes. We werken hierin succesvol samen met bedrijven als Accenture en AkzoNobel” In Sierra Leone begonnen de jongens een beetje te morren door alle aandacht voor meisjes. Ze wilden bijvoorbeeld ook een voetbaloutfit. Hoe kun je jongens en mannen betrekken bij programma’s voor meisjes en vrouwen? Ploumen: “Dat vind ik een goed punt. Jongens en mannen zijn enorm belangrijk. Het zijn de vaders, broers en echtgenoten van meisjes en vrouwen. In Mali bijvoorbeeld is vrouwenbesnijdenis nog wijdverbreid. Toen ik er laatst was, sprak ik een imam die zich heeft uitgesproken tegen deze traditionele praktijk. Dat heeft natuurlijk enorme invloed. Daarom moeten mannen die bijvoorbeeld van oudsher veel aanzien hebben, betrokken worden. Zij kunnen de gemeenschap overtuigen. Veel organisaties richten zich dan ook mede op jongens en mannen bij hun programma’s voor meisjes en vrouwen.” Van ’t Hek: “Het is uitdrukkelijk de bedoeling van het Girl Power programma om jongens erbij te betrekken, daarom werken we met jongens én met meisjes. Maar dat ze desondanks een beetje morren, dat kan ik me wel voorstellen. Als je jarenlang voorrang hebt gehad en dat wordt anders, dan is dat misschien ook wel even vervelend.” Ploumen: “De verandering voor meisjes betekent voor jongens, zoals ze dat zelf beleven, niet altijd goed nieuws. Maar uiteindelijk natuurlijk wel, want als iedereen evenveel rechten heeft, is dat eigenlijk voor iedereen beter.’ Van ’t Hek: “De programma’s van Plan geven meisjes een extra zetje, zodat zij óók naar school kunnen, óók een beroepsopleiding kunnen volgen en óók kans hebben op een baan. Maar in dat proces van samenwerken met scholen en leerkrachten werken wij met meisjes én jongens. Om bewustwording en gedragsverandering ten aanzien van de achtergestelde positie van meisjes te bereiken, is dat absoluut noodzakelijk.” Een meisje, ook in Sierra Leone, vertelde ons dat ze graag een vrouwelijke president wil voor haar land. De Nederlandse overheid vindt dit ook belangrijk: ze heeft een fonds voor vrouwelijk leiderschap. Waarom is vrouwelijk leiderschap van belang? Van ‘t Hek: “Er zijn nu eenmaal verschillen tussen meisjes en jongens en tussen vrouwen en mannen en zij zien hun omgeving daarom vanuit een ander perspectief. Vraag je in

14

een gemeenschap waar bijvoorbeeld een nieuw irrigatiekanaal moet komen, dan geven mannen en vrouwen een heel ander antwoord. Er moet dus evenwicht zijn tussen mannen en vrouwen in leiderschap en besluitvorming. Bovendien moeten kinderen ook meedenken. Zij hebben weer een heel andere kijk op de wereld.” Ploumen: “Vrouwen vormen de helft van de bevolking en daarom moeten zij ook de helft van de leiderschapsposities innemen. Het is bovendien bewezen dat leiderschap verbetert als je mensen met verschillende stijlen van leidinggeven bij elkaar zet. Er wordt gezegd dat vrouwen meer rekening houden met onderlinge verhoudingen, mannen zijn wellicht meer competitief. Ik vind het lastig om daar in algemene zin iets over te zeggen, maar ik denk wel dat vrouwen vaak veel te bescheiden zijn over wat ze zelf kunnen. Ze mogen wat mij betreft vaker hun vinger opsteken en zeggen: ‘Hoor eens, ik ben de beste hiervoor.’” Behalve de Kinderrechtenalliantie en de Nederlandse overheid richten momenteel ook verschillende andere overheden en ngo’s zich op meisjes en vrouwen. Wat gebeurt er na 2015? Blijkt dan dat dit een tijdelijke trend was, zoals die er zoveel zijn geweest in ontwikkelingssamenwerking of zal de aandacht blijven? Van ‘t Hek: “Het blijft een belangrijk thema totdat er meer gelijkheid is tussen jongens en meisjes. Voorlopig zijn de ongelijkheden echt nog niet opgelost. Voor Plan is de speciale focus op meisjes een strategische keuze die we een aantal jaren geleden gemaakt hebben. We zullen hier na 2015 dus ook zeker mee doorgaan. We zijn nu bezig met een tussentijdse evaluatie van het Girl Power programma. Daarna kunnen we goed zien hoe het ervoor staat en wat er verder moet gebeuren. Maar vijf jaar is niet voldoende om echt op grote schaal veranderingen aan te brengen in de ongelijke situatie tussen meisjes en jongens. Daar is meer tijd voor nodig en wij zullen ons hier absoluut voor blijven inzetten.” Ploumen: “Moeilijke vraag. Zelf houd ik me al jaren bezig met dit onderwerp. Ik zie nu inderdaad meer aandacht voor vrouwen en meisjes bij andere fondsen en overheden dan tien, twintig jaar geleden, maar ik weet niet hoe blijvend dat is. Ik denk dat het geen trend zou moeten zijn in ieder geval. We moeten blijven investeren in de positie van meisjes en vrouwen omdat iedereen daar beter van wordt. Aan mij zal het niet liggen.”

reldmeisjesdag ngt sinds 2007 op We bre al on ati ern Int n Pla ’s Girls’ uit, ‘The State of the World jaarlijks het rapport a G irl’. Het pagne ‘Because I am verbonden aan de cam oktober) Wereldmeisjesdag (11 rapport dat dit jaar op isjes in me van at over de situatie wordt uitgebracht ga rdy: pa Jeo le ub Do is getiteld ‘In conflictgebieden en ’. Disasters Adolescent Girls and


SPECIAL MEISJES IN ONTWIKKELINGSLANDEN

Op eigen benen? Ga het nu zelf maar doen. Dat zou eigenlijk het mooiste resultaat zijn: dat de lokale partners de Nederlandse hulp niet meer nodig hebben. In 2015 stopt de overheidssubsidie voor het Girl Power Programma. Wat dan? door Marusja Aangeenbrug

Onderwijs is een van de belangrijke thema’s in het Girl Power programma. Foto: Plan Nederland

H

et lastigste van het Girl Power Programma van de Kinderrechtenalliantie is misschien vooral het vechten tegen ingebakken patronen. Want je kunt wel een prachtig plan bedenken om bijvoorbeeld meer meisjes naar school te krijgen, zolang het niet tussen de oren zit dat meisjes net zoveel waard zijn als jongens, begin je weinig. Economische groei en betere wetgeving zijn niet voldoende om ongelijkheid en discriminatie uit te roeien, weet Jos van Heijningen, programmamanager bij Plan Nederland. “Je krijgt te maken met allerlei culturele en religieuze factoren die bijvoorbeeld geweld tegen meisjes in stand houden.”

‘Het mooiste is als iedere partner doet waar hij sterk in is’ Beschermd Verandering tot stand brengen vraagt dus een lange adem, maar het kán. Daarom werkt de Kinderrechtenalliantie, volgens Helen Evertsz van Plan Nederland, coördinator van de alliantie, “niet alleen met meisjes en jonge vrouwen samen, maar ook met ouders en gemeenschappen, met overheden en overheidsinstanties.” Juist doordat er in de alliantie verschillende organisaties zitten, “hebben we hier samen precies de juiste kennis, ervaring en netwerken voor in huis.” Het Girl Power programma legt nu een basis op drie niveaus. Als het gaat om

geweld en misbruik is het bijvoorbeeld van belang dat meisjes zich beschermd weten tegen geweld en dat ze een plek hebben waar ze terecht kunnen. “In Zambia hebben lokale organisaties nu loketten waar meisjes aangifte kunnen doen, want op veel plekken is geen politie aanwezig”, noemt Evertsz als voorbeeld. Onderwijs en economische zelfredzaamheid vormen een tweede thema: meisjes moeten zich voorbereiden op een eigen leven. “Vooral in het secundair onderwijs zijn de verschillen tussen jongens en meisjes enorm”, aldus Evertsz. “Met beroepsgerichte trainingen leren meisjes bijvoorbeeld hoe ze hun eigen kostje kunnen verdienen. En in Nepal kunnen jonge vrouwen bijvoorbeeld meedoen aan landbouwcoöperaties.” Het derde thema is politieke participatie: “Meisjes moeten het recht krijgen om mee te beslissen. Dat begint al bij onze lokale partners: hoeveel meisjes en vrouwen zitten daar eigenlijk op leiderschapsposities?”

Jeugdjournaal Willen de lokale partners hier na 2015 zelfstandig mee verder gaan, dan is het wel cruciaal dat ze onderling goed samenwerken. In sommige landen loopt die samenwerking prima, in andere landen nog onvoldoende. “Het mooiste is als iedere partner doet waar hij sterk in is”, zegt Van Heijningen. Een voorbeeld is de samenwerking tussen het jeugdjournaal van Free Press Unlimited en de

kindertelefoons die zijn aangesloten bij Child Helpline International in verschillende landen. “Het jeugdjournaal wijst in haar uitzendingen op de kindertelefoon en omgekeerd verschaft de hulplijn het jeugdjournaal cijfers en inzicht over wat er leeft onder kinderen.”

Vooruitgang En dan wacht in 2015 de uitdaging om te meten wat er daadwerkelijk veranderd is. “Vaak vinden veranderingen in een samenleving plaats door een samenloop van omstandigheden”, weet Evertsz. “Maar in sommige landen zie je toch echt duidelijk vooruitgang die te maken heeft met het programma.” In verschillende gemeenschappen nemen meisjes bijvoorbeeld steeds vaker zelf het initiatief om hulp te zoeken. “In Bangladesh trokken meisjes na een training aan de bel toen een aantal meisjes dreigde te worden uitgehuwelijkt. Dat meisjes zo voor hun rechten opkomen, is een heel concreet resultaat van het programma.” Intussen denkt de Kinderrechtenalliantie na over haar rol na 2015. “Misschien bouwen we in een of meerdere landen verder aan het Girl Power programma, misschien breiden we het programma op verzoek van onze partners uit met nieuwe thema’s. Het kan ook zijn dat we het programma ook in andere landen gaan opzetten als het heel succesvol blijkt te zijn. Er is heel veel mogelijk en daar gaan we samen met onze partners over nadenken.” 15


Advertorial

Doe mee op 11 oktober! Gum meisjes een betere toekomst Wat als je met een gummetje de narigheden in het leven van meisjes in ontwikkelingslanden zou kunnen wegpoetsen? Op Wereldmeisjesdag kan dat. We vragen je op 11 oktober, op Wereldmeisjesdag, in actie te komen voor meisjes in ontwikkelingslanden. Op de Dam in Amsterdam staat die dag een speciale gumwand op een disco-rolschaatsbaan. Op de gummuur zie je hoe het dagelijks leven van veel meisjes in ontwikkelingslanden eruit ziet. Met een speciaal gummetje, dat je voor 2 euro kunt aanschaffen, schets je een nieuwe toekomst. Koop je een gummetje, dan huur je daarmee meteen een paar rolschaatsen. Je kunt dus je mooiste moves laten zien! Tijdens Wereldmeisjesdag vragen wij extra aandacht voor meisjes in ontwikkelingslanden. Na jarenlange lobby van Plan bij de Verenigde Naties is deze dag eind 2011 officieel erkend.

Hoe laat?

Waar?

12:00 Kick off 10:15 Dansvloer open 1:00 Afsluiting en start roze gebouwen

Beursplein, Amsterdam

facebook.com/plannederland

De gumwand is een initiatief van Plan Nederland

twitter.com/PlanNederland

Wie?

De Kinderrechtenalliantie bestaat uit de volgende organisaties: Plan Nederland werkt in 50 landen met kindgerichte ontwikkelingsprojecten aan een wereld waarin jongens en meisjes dezelfde rechten en kansen krijgen. Het accent ligt op meisjes omdat zij structureel worden achtergesteld en gediscrimineerd. www.plannederland.nl Child Helpline International (CHI) is het wereldwijde netwerk van 173 kindertelefoons in 142 landen, die samen meer dan 14 miljoen contacten per jaar ontvangt van kinderen en jongeren die behoefte hebben aan zorg en bescherming. www.childhelplineinternational.org

Defence for Children bevordert kinderrechten in Nederland en daarbuiten op basis van het VN-Kinderrechtenverdrag. ECPAT richt zich wereldwijd op de bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen. In Nederland vormen zij één organisatie. www.defenceforchildren.nl www.defenceforchildren.nl/ecpat

International Child Development Initiatives (ICDI) richt zich op het verbeteren van de zorg voor en bescherming van kinderen en jongeren in verschillende delen van de wereld. ICDI ondersteunt partners met training, beleidsontwikkeling, onderzoek en het opbouwen van netwerken. www.icdi.nl

Free Press Unlimited wil betrouwbaar nieuws en informatie beschikbaar maken voor iedereen. Juist voor mensen in landen waar geen of beperkte persvrijheid is. www.freepressunlimited.org

Women Win stelt meisjes en jonge vrouwen in staat om hun potentieel te verwezenlijken met sport. Door sport ontwikkelen meisjes zelfvertrouwen, discipline en doorzettingsvermogen en worden zij zich bewuster van hun rechten. www.womenwin.org


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.