Kunst In de naoorlogse periode (1945-1970) betrof kunst in de openbare
Ondanks de eenvormigheid van de naoorlogse bouwstijl kreeg elke portiek
ruimte vaak ‘architectuur-gebonden’ kunstwerken of decoraties in en aan
en elk gebouw zo een eigen identiteit.
gebouwen. Dit betekende dat de thematiek direct aansloot bij de locatie
&
Licht Ruimte
waarvoor het kunstwerk werd gemaakt. Het idee erachter was dat een
Ook monumentale wandkunst is kenmerkend voor de wederopbouw
goed ontworpen gebouw in combinatie met een toegepast kunstwerk voor
periode. Max Reneman maakte voor de Maria ten Hoorn kerk (15) van
een aangenaam verblijfsklimaat voor bewoner en bezoeker zou zorgen.
architect Coen Bekink in Corpus den Hoorn monumentale glas-in-
Voor de financiering kwam de overheid begin jaren vijftig met de zgn.
loodramen in honderden prachtige kleuren. De relatie tussen architectuur
‘percentageregeling’: een percentage van de bouwsom voor nieuwbouw
en kunst is tevens zichtbaar in het winkelcentrum aan de Jacob van
en renovatie werd gereserveerd ‘voor de decoratieve aankleding van
Ruysdaelstraat in de wijk Kostverloren (16). De muurschilderingen op de
belangrijke representatieve gebouwen’.
trapeziumvormige zijgevels – die respectievelijk het gezin, de arbeid, de dans en de kunst symboliseren – vormen een samenhangend geheel.
De gemeente Groningen en de Groninger woningbouwcorporaties zetten zich in voor het leefbaar maken van de nieuwe wijken. Zo kreeg
De stad kent daarnaast veel vrijstaande beelden die donoren schonken bij
keramist Anno Smith de opdracht honderden portiekdecoraties en
het gereedkomen van bouwprojecten. Zo staat op het dak van het Crema-
geveltableaus voor portiekflats, fabrieken en scholen (zie gebouw 5, 7 en
torium Selwerderhof (12) een twee meter hoge bronzen plastiek van José
14) te vervaardigen. Smith gaf vooral alledaagse voorwerpen en taferelen
Pirkner en voor de vijver een sculptuur van Anne Dekking-Van Haeften.
weer: vissen, bloemen, spelende kinderen en werkende ambachtslieden.
De stad Groningen telt talloze gebouwen uit de periode 1945-1970. Het was een tijd van optimisme en groei, van geloof en vertrouwen in ‘de vooruitgang’. Nieuwe bouwmethoden en -materialen deden hun intrede en compleet nieuwe stadswijken zagen het licht. De periode 1945-1970 is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van de stad. Toch wordt het belang van de naoorlogse architectuur en stedenbouw nog niet door iedereen gezien. Steeds meer gebouwen verdwijnen of staan op een lijst voor sloop. Deze kaart vraagt aandacht voor het erfgoed uit de periode 1945-1970. Ze toont een selectie van gebouwen die van grote betekenis zijn geweest voor de geschiedenis van de stad. Ze vertelt hun verhalen, belicht de context en wijst op de vaak prachtige, typisch naoorlogse details. Daarmee daagt deze kaart uit om eens met andere ogen te kijken en de gebouwen uit deze periode opnieuw op waarde te schatten. Natuurlijk moet Groningen altijd ruimte blijven houden voor nieuwe ontwikkelingen. Alles conserveren past niet bij de stad. De kwaliteit van een historische stad als Groningen zit juist in de historische gelaagdheid van gebouwen uit heel verschillende tijdperiodes. De naoorlogse periode maakt nadrukkelijk deel uit van de jongere geschiedenis van de stad.
Wijken Na de Tweede Wereldoorlog was er in Groningen een grote behoefte aan nieuwe woningen. Toch kwam de woningproductie pas laat op gang. De eerste jaren na de oorlog concentreerde men zich op het herstel van de oorlogsschade. Vervolgens werd vanaf 1947 in de Rivierenbuurt en de Grunobuurt begonnen met de afbouw van woningen die als gevolg van
de woningen zelf. Zich herhalende patronen, de zogenaamde ‘stempels’, zijn in een strak patroon geplaatst. Alle stempels in de Wijert-Noord hebben een gelijke basis. Ze bestaan uit twee rijen gestapelde woningen (appartementsblokjes) en twee tot vier rijen grondgebonden woningen (rijtjeshuizen met tuintjes). Kenmerkend is het groene hart van de wijk: een
een bouwstop in 1942 nooit gereed waren gekomen.
grote vijverpartij, waaraan winkels en publieke functies een plek hebben.
In de jaren daarna concentreerde de stad zich op de voltooiing van
Selwerd
het stedenbouwkundig plan van H.P Berlage dat sinds 1928 de basis was geweest van de stadsontwikkeling. Plekken die oorspronkelijk als industriegebied aangemerkt waren, kregen een woonbestemming. Voorbeelden zijn de koppen van de Oosterparkwijk en de Korreweg. Hier zien we een mooie mix van vooroorlogse ‘Berlagiaanse’ stedenbouw en naoorlogse architectuur. Vergelijkbare voorbeelden zijn ook te vinden in
Selwerd is de eerste van de drie naoorlogse wijken in het noorden van de stad. De naam verwijst naar een voormalige benedenloop van het riviertje De Hunze: het Selwerderdiepje. De straatnamen verwijzen naar bomen en heesters. Bijzonder is dat de gelijknamige bomen ook zijn aangeplant in de betreffende straten.
Kostverloren en de Grunobuurt-Zuid.
Selwerd en Paddepoel werden gerealiseerd op een moment dat meer
Pas in het begin van de jaren vijftig neemt Groningen afscheid van
bevolkingsgroei naar 265.000 in het jaar 2000 op te kunnen vangen.
haar vooroorlogse stedenbouw en ontstaan de eerste, echt naoorlogse wijken. Ze worden ontwikkeld op basis van het Structuurplan 1950 en het Structuurplan 1961. Achtereenvolgens verrijzen de wijken Corpus den Hoorn, De Wijert, Selwerd, Paddepoel en Vinkhuizen. Daarnaast wordt ook gebouwd aan wat kleinere buurten zoals De Laanhuizen en Coendersborg. Kenmerkend voor veel naoorlogse wijken is de wijkgedachte: een ideaal dat uitging van het versterken van de stedelijke gemeenschaps zin met de wijk als bindende factor. Daarbij werd de stedenbouw een belangrijke rol toebedacht. Opvallend is ook de opbouw van de wijk in buurten met elk hun eigen voorzieningen (van kerken tot scholen en winkels), een centraal gelegen wijkcentrum en groene wijkbegrenzingen. Typisch naoorlogs is verder het afscheid van de voorheen gesloten bouwblokken. In plaats daarvan bouwde men in stroken. Deze werden
marktgericht gebouwd werd. Dit was nodig om de destijds verwachte De sociale structuur van de wijk werd gekoppeld aan de gronduitgifte en grondprijs, met als doel vooral veel eengezinswoningen te bouwen. Ook hier herkennen we de ‘stempels’ en de groene zones: op de grens met de wijk Paddepoel (Park Selwerd) en de groene rand langs het spoor. In vergelijking met de beide andere noordelijke naoorlogse wijken kent Selwerd een zeer hoog percentage eengezinswoningen.
Paddepoel Paddepoel is vernoemd naar een voormalig kasteel dat in de middeleeuwen op deze plek was gevestigd. ‘Padde’ verwijst naar de naam van de bewoners, ‘poel’ naar de hoogte waarop het blokhuis was gelegen. De wijk werd tussen 1965 en 1968 gebouwd. De mix van diverse bevolkingsgroepen die vooral bij de wat oudere
Colofon
vaak in een vast patroon herhaald en worden vaak ‘stempels’ genoemd.
naoorlogse wijken zo belangrijk was, verdween in Paddepoel wat naar
Corpus den Hoorn
hoofddoel. Wel werd aan twee specifieke leeftijdsgroepen extra aandacht
Initiatief
De wijk werd gebouwd tussen 1956 en 1960. De naam verwijst naar
Gemeente Groningen
Corpus den Hoorn is de eerste echte naoorlogse wijk van Groningen.
de achtergrond. Een hoog percentage eengezinswoningen vormde het besteed: ouderen en studenten.
een klooster dat in de dertiende en veertiende eeuw ten zuidoosten van
Ook in Paddepoel werden ‘stempels’ toegepast. Kenmerkend is het
de huidige kruising van de Paterswoldseweg met de Laan Corpus den
centraal gelegen wijkcentrum dat in het geval van Paddepoel werd
Platform GRAS en Rita Overbeek
Hoorn was gelegen en naar de omliggende landerijen, de zogenaamde
uitgebreid met diverse sociale en culturele voorzieningen: de voormalige
‘corpusgronden’. Veel straatnamen verwijzen naar de Tweede
Trefkoel.
Tekst
Wereldoorlog.
Samenstelling
Chris Zwart, Peter Michiel Schaap, Leonie Wendker, Diana Lourens en Rita Overbeek
Vinkhuizen
Corpus den Hoorn is een mooi voorbeeld van de vroeg-naoorlogse
Na Selwerd en Paddepoel is Vinkhuizen de jongste van de drie naoorlogse
stedenbouw. Het is bovendien de eerste wijk die tot stand kwam op grond
wijken in het noorden van de stad. De wijk verrees tussen 1967 en 1971.
van de wijkgedachte. Binnen de wijk is geëxperimenteerd met verschillende
Vinkhuizen is vernoemd naar een voormalig gehucht dat uit vier boerderijen
verkavelingspatronen. In tegenstelling tot de vooroorlogse stedenbouw
bestond. Twee daarvan stonden bekend als Het Kleine Vinkenhuis en Het
kwamen er geen gesloten bouwblokken, maar meer open structuren.
Grote Vinkenhuis. Eentje bleef er gespaard: het huidige Vinkenhuis aan
Vooral bebouwing in stroken werd veelvuldig toegepast. Daarnaast werden
de Diamantlaan. De straatnamen zijn vernoemd naar stenen, edelstenen,
in de zuidwesthoek de eerste ‘stempels’ geïntroduceerd.
edelmetalen en andere scheikundige elementen.
De Wijert
Vinkhuizen is een mooi voorbeeld van een laat-naoorlogse stadswijk.
Het noordelijk deel van De Wijert werd tussen 1965 en 1968 gebouwd.
In totaal zijn vier verschillende soorten stempels te herkennen. Ook
Het Grafisch Huis
Vanaf 1963 kwamen ook de bouw van De Wijert-Zuid en de Villabuurt-
kenmerkend is het centraal gelegen wijkcentrum dat, zoals in veel
West op gang. Noord en Zuid zijn in samenhang ontworpen. De Wijert
naoorlogse wijken, wordt gemarkeerd door hoogbouw.
Met dank aan
is vernoemd naar een voormalig versterkt huis of kasteeltje dat in de
Jan Heeres en Esdert Glazenburg
middeleeuwen ergens op de huidige kruising van de Hora Siccamasingel
Van alle naoorlogse wijken van de stad Groningen is Vinkhuizen het meest
en de Werumeus Buningstraat stond. De straten zijn vernoemd naar
rationeel van opzet. De wijk werd gerealiseerd toen de bouweconomie flink
Nederlandse schrijvers.
op gang gekomen was. Er werd snel gebouwd. Kwantiteit stond voorop.
Correctie Petra Pauw
Ontwerp Sipke Veenstra | ontwerpstra.nl
Fotografie Gisela Roling, Taco Tel, Cor van der Veen en Petra Pauw
Druk
Deze uitgave verscheen in het kader van de manifestatie: Licht & Ruimte, Gronings erfgoed 1945-1970. Deze manifestatie is georganiseerd door Platform GRAS in opdracht van de gemeente Groningen en sluit aan bij de Week van de Wederopbouw van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 23 t/m 28 september 2013. Met deze manifestatie wordt de architectuur uit de vroeg-naoorlogse periode onder de aandacht gebracht.
Vandaar dat de oorspronkelijke bebouwing niet uitblinkt in architectonische Na Corpus den Hoorn is De Wijert de tweede wijk die tot stand kwam
diversiteit. Details en verbijzonderingen waren ondergeschikt. Daartegen
op grond van de wijkgedachte. De Wijert-Noord is heel systematisch
over staat dat wel veel aandacht werd besteed aan de woonomgeving.
opgebouwd. Dit geldt voor zowel de verkaveling als voor de bouw van
Vinkhuizen is een open en groene wijk.