2004 De Intense Stad | Verdichting en functiemenging in Groningen

Page 1

Man müßte einmal, sagte er noch, einen Katalog unserer Bauwerke erstellen, in dem sie ihrer Größe nach verzeichnet wären, dann würde man sogleich begreifen, daß die unter dem Normalmaß der domestischen Architektur rangierenden Bauten es sind – die Feldhütte, die Eremitage, das Häuschen des Schleusenwärters, der Aussichtspavillon, die Kindervilla im Garten – , die wenigstens einen Abglanz des Friedens uns versprechen, wohingegen von einem Riesengebäude wie beispielsweise dem Brüsseler Justizpalast auf dem ehemaligen Galgenberg niemand, der bei rechten Sinne sei, behaupten könne, daß er ihm gefalle. W.G. Sebald: Austerlitz



Voorwoord

7

Willem Smink

De intense stad

13

De stad, een intense vorm van beschaving

23

Niek Verdonk

Tjerk Ruimschotel

Dichtheid in actie; over werkende dichtheden

DE INTENSE STAD

Verdichting en functiemenging in Groningen

33

Michiel Dehaene, Bruno De Meulder & Maureen Heyns

3DG: driedimensionaal Groningen

49

Winy Maas

Referenties Voorbeelden Groningen Matrix

65 80 89

Locaties en plannen Plattegrond Register

129 130 301

Colofon

305


6

VOORWOORD Op zoek naar grenzeloosheid van de bestaande stad “De stad is niet meer wat ze eens was. Van een orde die zowel ruimtelijk als sociaal-cultureel samenhang vertoonde, is ze geworden tot een brokkelige en geparticulariseerde lappendeken.” Zo begint architectuurhistoricus Bernard Colenbrander zijn boek De Verstrooide Stad. Het is een zoektocht naar de kenmerken van de hedendaagse stad; een stad die steeds losser van structuur lijkt te worden. Colenbrander constateert dat de stad als dé verzamelplaats van functies allang geen gegeven meer is. Bijna alle functies vinden hun plek net zo makkelijk in een suburbane omgeving. Als strooigoed worden ze over het landschap uitgegooid: van keukencentra, woonboulevards, stadions en bowlingbanen tot complete woonwijken. Ze breken door de grenzen van de oude stad heen en creëren hele nieuwe vormen van stedelijkheid: verstrooid, gefragmenteerd en grenzeloos. In Nederland heerst al lang het idee dat het losraken van functies uit

7


8

de stad met harde hand bestreden moet worden. Gevreesd wordt voor Amerikaanse toestanden. Ruimtevretende laagbouwmekka’s en de Urban Sprawl van Los Angeles zijn voor velen een schrikbeeld. In plaats daarvan zouden rode en groene contouren de stad compact en in bedwang moeten houden. Ze dienen versnippering tegen te gaan en moeten zorgen dat het huidige groen ook echt groen blijft. Tot op heden gebeurt dit echter zonder al te veel succes. Overal in het land illustreren nieuwe uitbreidingen en bedrijvenlocaties dat de roodgroene grens vooral een wensbeeld is. Het aloude ideaal van een compacte stad midden in het groen lijkt voor veel gemeenten ver weg. Dit stimuleert natuurlijk het debat over het eigenlijke nut van de bebouwingscontouren. De pas opgelaaide discussies over het Groene Hart en de nieuwe Nota Ruimte zijn in dat opzicht veelzeggend. Want heeft de stad zich niet altijd al uitgebreid? En waarom zouden we daar nu ineens mee moeten stoppen? Eerst gebeurde dat concentrisch, nu gefragmenteerd. Men zou kunnen zeggen dat die ontwikkeling nu eenmaal hoort bij een tijd waarin mobiliteit en communicatie een hoofdrol spelen. Afstanden zijn relatief geworden met als gevolg dat bereikbaarheid tegenwoordig belangrijker is dan een centrale ligging. Het is de vraag in hoeverre je in zo’n wereld middels een roodgroene contour weer een nieuwe ‘stadswal’ op kunt werpen, zeker wanneer deze niet dient voor de verdediging tegen aanvallen van buiten, maar als keurslijf, als een muur die de stad lijkt te verdedigen tegen zichzelf. Hoe scherp de discussies over de roodgroene contouren ook zijn, en hoe valide sommige argumenten contra, vrijwel nooit wordt in het huidige debat nog ingegaan op de oorspronkelijke programmatische idealen achter het idee van een compacte stad. Het zou niet alleen moeten gaan om de ‘verkwisting’ van groene ruimte maar ook, en vooral, om het behoud en de versterking van de openbare en stedelijke kwaliteit van de stad. Juist dat laatste is hard nodig. Zeker in de ringen rond de oude stadscentra is het draagvlak voor voorzieningen en collectieve functies sterk aan het eroderen. Voorzieningen verdwijnen, stedelijke kwaliteiten vervagen, en dat terwijl aan beide veel waarde wordt gehecht, zowel door stedelingen

als door mensen van buiten. Dat geldt zeker voor een stad als Groningen. Als enige echte stad van het Noorden heeft zij haast de verplichting haar stedelijke kwaliteiten vast te houden of zelfs uit te breiden. De afkalving heeft plaats onder invloed van een dalende woningbezettingsgraad en een toegenomen ruimtebehoefte per persoon. Waar voorheen een heel gezin woonde, wonen nu slechts één of twee personen. Bovendien is er in veel voor- en naoorlogse wijken sprake van een eenzijdig woningaanbod, hetgeen natuurlijk directe gevolgen heeft voor de bevolkingsopbouw. Investeren in nieuwe woningtypen is hier hard nodig. Juist dán kan het trekken van een grens, hoe arbitrair of denkbeeldig deze ook is, een belangrijke impuls zijn om weer op zoek te gaan naar de grenzeloosheid bínnen de bestaande stad. Gekoppeld aan bestaande functies en voorzieningen kan nagedacht worden over dubbel ruimtegebruik, stapeling, herprogrammering, invulling, de bebouwing van lege plekken en het van kleur laten verschieten van oude industrielocaties. Zo ontstaat ruimte voor nieuwe stedelijke woningtypen en woonmilieus, blijven bestaande voorzieningen op peil en blijft de stad gezond. Binnen dit perspectief nam de gemeente Groningen ruim een jaar geleden het initiatief tot de Woningbouwcampagne 2003. De inzet was een concrete zoektocht naar de kansen en mogelijkheden van de bestaande stad, hetgeen uiteindelijk zal moeten leiden tot de bouw van een groot aantal nieuwe woningen in de voor- en naoorlogse ringen rond het centrum. Daarmee zoekt het project aansluiting bij het (oorspronkelijke) ideaal van de Compacte Stad; een ideaal dat al lang een belangrijke rol speelt in het ruimtelijk beleid van de gemeente Groningen. Hoewel de kans daarop gezien het huidige debat over het Groene Hart en de Nota Ruimte groot is, moet campagne evenwel niet begrepen worden als een kritische reactie op de traditionele stadsrandlocaties. Natuurlijk is het jammer als groen moet wijken voor bebouwing. Maar ook Groningen bouwt suburbane woonwijken die weldegelijk een aanvulling zijn op het aanbod. Wel wil de gemeente met de Woningbouwcampagne aantonen dat ook de bestaande stad nog volop kansen biedt. Het nuanceert de discussie over de ‘verkwisting van ruimte’ en kiest in de eerste plaats een programmatische insteek.

9


In nauwe samenwerking met diverse ontwikkelaars en architecten wil de Woningbouwcampagne de stad bewust maken van haar grote mogelijkheden, zij wil inspirerende alternatieve bieden maar ook complementair zijn. Kortom, de Woningbouwcampagne wil de stad uitdagen om ‘stedelijk’ te zijn.

10

Na ruim een jaar plannen maken presenteert dit boek de uitkomsten van de Woningbouwcampagne 2003. Het is verheugend te constateren dat de nauwe samenwerking tussen ontwikkelaars, architecten en de gemeente heeft geleid tot een zo divers resultaat. De modellen zijn klaar, het onderzoek is afgerond. Nu moeten we de discussie aan met de gemeenteraad en de stad. De manifestatie De Intense Stad, die met de presentatie van dit boek is afgesloten, was hiertoe de eerste aanzet. Met de opnamecapaciteit van de markt en de faseerbaarheid in het achterhoofd zullen we de komende periode moeten besluiten wanneer en op welke manier de projecten uitgevoerd kunnen worden. Het boek presenteert daarmee dus geen definitieve plannen. Wel geeft deze tussenstand een beeld van een gewenste stad, en stimuleert het de creativiteit.

Willem Smink Wethouder Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Wijkvernieuwing, Grondzaken en Monumenten

11


12

DE INTENSE STAD Een proeve van laboratoriumkunst Suburbia Ruimtelijke ordening en inrichting bewegen zich sinds de late negentiende eeuw tussen verstrooiing in de richting van het buitengebied en concentratie binnen de grenzen van de (historische) stad. In samenhang met de politiekbestuurlijke en sociaal-maatschappelijke context, en niet in de laatste plaats de lokale condities, heeft dit in Nederland geleid tot een uitgesproken heterogeen landschap. Toch is sprake van een aantal opvallende aspecten. Zo lijkt bij veel steden een gezonde balans tussen verstrooiing en concentratie te ontbreken, dit ten gunste van een tamelijk eenzijdig anti-stedelijke houding. Die houding is in Nederland weliswaar lange tijd zowel beleidsmatig als cultureel gestuurd, maar resulteert tegenwoordig in monofunctionele enclaves in de vorm van bedrijventerreinen en woonwijken. Voor die laatste categorie geldt steeds meer dat ze - op de overgang van stedelijk en ruraal gebied - als een letterlijke buffer fungeren tegen migratie in de richting van de omgeving. Zowel stedenbouwkundig als typologisch leidt dit maar al te vaak tot een

13


14

ongemakkelijke verzoening van domeinen die in principe onverenigbaar zijn: die van de stad en die van het platteland. Er lijkt onvoldoende aandacht te zijn voor het scherpe onderscheid tussen suburbane en stedelijke ruimtelijke opgaven. De verleidingen van suburbia en haar infectie met typisch stedelijke karakteristieken worden in belangrijke mate bepaald door de vasthoudendheid waarmee de markt en de gemiddelde woonconsument het ideale huis blijven zien als een vrijstaande woning met tuin. Daardoor - en in directe samenhang met een dreigende migratie naar buiten - wordt de druk op het sub-urbane gebied steeds verder opgevoerd. Gevolg van deze ‘eenzijdige vasthoudendheid’ is dat er nauwelijks varianten voorhanden zijn die als alternatief voor het scenario van de suburbane woning kunnen fungeren. Fundamenteel onderzoek en beleidsmatige vernieuwing in die richting blijven tot op heden onderbelicht. Hierdoor blijft de woningbouwopgave te zeer inhaken op traditionele typen en samenlevingsvormen. Er wordt onvoldoende ingespeeld op de uitdagingen en condities die voortvloeien uit gewijzigde cultureel-maatschappelijke en ruimtelijke structuren waaronder de behoefte aan nabijheid en de vermenging van functies. Ook is er weinig aandacht voor de mogelijkheden die daartoe in de bestaande (historische) stad voorhanden zijn. Juist dit vergroot het belang de illusie enigszins los te laten dat de stad de strijd met het platteland zou kunnen winnen, niet in de laatste plaats omdat zij vanwege haar typisch stedelijke identiteit in principe niet in staat is de suburbane kwaliteit te bieden die de omliggende, meer landelijke gemeenten zo karakteriseert. Omgekeerd zal de stad haar troeven verspelen wanneer ze niet haar eigen intrinsieke krachten blijft hanteren als uitgangspunt bij de ordening van ruimte en functies.

Stad Groningen Als reactie op het voorgaande en gestimuleerd door haar bijzondere (ruimtelijke) geschiedenis en eigenzinnige traditie, heeft Groningen recentelijk het voortouw genomen in een onderzoek naar nieuwe stedenbouwkundige concepten, (woon)typologieën en alternatieve programma’s. Dit heeft geresulteerd in een ruimtelijke visie, De Intense Stad, die uitdrukkelijk de stad zélf als uitgangspunt en inspiratiebron kiest. Hieruit vloeit onder meer de ambitie voort om de komende tien jaar, parallel aan de ontwikkeling van Meerstad (een uitbreiding met circa tienduizend woningen ten oosten van de stad), enkele duizenden woningen te realiseren bínnen de contouren van de bestaande

15


16

stad. Intensief of meervoudig ruimtegebruik en de creatie van een hoge ruimtelijke kwaliteit zijn daarbij de voornaamste doelstellingen. Omdat niet de suburbane expansie maar de ruimtelijk-programmatische mogelijkheden van de bestaande stad als uitgangspunt dienen, kan deze ‘nieuwe groeigolf’ begrepen worden als een aanvulling op, en een verdere intensivering van de reeds gerealiseerde stadsuitbreidingen. De operatie loopt daarmee als het ware vertraagd achter die historische stadsuitbreidingen aan. Het brengt verdichting en stedelijkheid op bestaande potentievolle plekken. Hoewel De Intense Stad de bestaande stedelijke ruimte en de daarbinnen aangetroffen condities als leidraad hanteert, richt zij zich niet of nauwelijks op het gebied binnen de diepenring. De oude binnenstad biedt reeds een relatief hoge mate van intensieve stedelijkheid en verdichting. Bovendien is het bij voortduring onderwerp van verdere aanpassing en herschikking waarbij het ideaal van een compacte ruimtelijke kwaliteit reeds lang als uitgangspunt dient. Ook richt het project zich niet op de meest recente uitbreidingen aan de stadsranden. Zij vallen buiten de grenzen die hier als de contouren van de bestaande stad worden bestempeld. De Intense Stad richt zich op het resterende gebied zoals dat vanaf de late negentiende eeuw rondom de historische binnenstad, op basis van een combinatie van stedenbouwkundige scenario’s en meer spontane ingrepen is gegroeid. Grofweg gaat het daarbij om bedrijfs-, industrieen havengebieden en om een min of meer aaneengesloten gordel van woonwijken. Tot slot is het ten aanzien van de enkele jaren geleden ingezette herstructurering van de naoorlogse wijken van belang dat De Intense Stad als een aanvullend initiatief begrepen wordt. Ook in deze gebieden geldt dat het project zich wil onderscheiden door nadruk te leggen op intensivering. Dit komt neer op het toevoegen van een nieuwe eigentijdse laag over - en niet in plaats van - de stad van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Hiermee wordt gepoogd nieuw draagvlak te creëren voor de diverse (stedelijke) voorzieningen en collectieve functies die daar, vooral de laatste decennia, sterk aan het eroderen zijn. Minder ruimte voor meer programma In eerste instantie gaat het bij De Intense Stad niet om het volbouwen van lege plekken en ook niet om het van kleur laten verschieten van locaties met een voormalige industrie- of bedrijfsbestemming (ofschoon die wel degelijk ook onderdeel van de campagne zijn). De aandacht zal zich vooreerst richten op

die plekken waar teveel ruimte aan te weinig programma verloren is gegaan. Ze kenmerken zich meestentijds door opeenvolgende één- of tweelaagse bebouwing en een monofunctioneel programma van scholen, winkels, voorzieningen of kantoren. De ruimtelijke kwaliteit van de gebieden laat over het algemeen te wensen over. Ook blijken ze - juist door de afwezigheid van functiemenging en gebruiksintensiteit - gevoelig voor verrommeling en verloedering. Hier richt de opgave zich daarom op het letterlijk bijeenvegen van de aangetroffen, plat gehuisveste programma’s tot een nieuw ensemble, met toevoeging van een bepaald percentage woningen. Daarin ligt een uitdaging voor gedegen ontwerponderzoek ten gunste van nieuwe, gestapelde en typisch stedelijke gebouwen met een grote functionele én typologische rijkdom. Op die manier kunnen ook woningtypen ontstaan waarvoor tot op heden en binnen de gangbare (suburbane) uitlegpraktijk onvoldoende of geen draagvlak bestond, maar die in de toekomst bij kunnen dragen aan een alternatief en gevarieerder woningaanbod. Naast het ‘bijeenvegen’ en intensiveren van programma’s richt De Intense Stad zich ook op de verrijking van bestaande bebouwing met een woningbouwcomponent, echter zonder dat daarbij eerst sloop van bestaande woningen hoeft plaats te vinden. Ook op die manier zullen nieuwe typologieën ontstaan, bijvoorbeeld doordat woningen geclusterd worden en/of parasiteren op bestaande gebouwen. De voornoemde intensivering van zorgvuldig geselecteerde locaties kan volgens De Intense Stad niet bestaan zonder aandacht voor het hogere schaalniveau van structuur en plattegrond van de stad als geheel. Daarom richt het project zich eveneens op de verduidelijking en het (opnieuw) leesbaar maken van (historische) structuren en radialen, onder meer met behulp van verdichting langs in- en uitvalswegen. Ook hiervoor geldt dat steeds wordt uitgegaan en geprofiteerd van aanwezige programma’s met als doel een verrijking van de stedelijke kwaliteit. Functie en vorm In weerwil van hardnekkige vooroordelen vallen intensief en/of meervoudig ruimtegebruik niet per definitie samen met extreme of avant-gardistische ontwerpoplossingen. Binnen het project De Intense Stad zal op basis van zorgvuldig onderzoek en overwogen besluitvorming in belangrijke mate sprake zijn van subtiele verschuivingen of aanpassingen. Mede bepaald door de locatie en het programma zullen de resultaten divers zijn: van diepgaand

17


18

tot heel gewoon en voor de hand liggend. Er kan daarbij gedacht worden aan samenvoeging van bijvoorbeeld winkels en een sporthal tot een nieuw geheel waar boven op nieuwe woningen worden gerealiseerd; aan de verknoping van een bibliotheek en parkeergarage in combinatie met een bepaalde hoeveelheid ouderenwoningen; aan appartementen die gekoppeld worden aan een collectief zwembad en fitness-centrum; of aan het creëren van nieuwe stedelijke milieus op relatief perifere locaties zoals (voormalige) industrie- en bedrijfsterreinen. Uiteindelijk ligt de essentie van dit project niet in de extremiteit van vorm of aanpak, maar in het genereren van een andere manier van denken over de stad en haar wijze van uitbreiden. De Intense Stad beschouwt de stad vanuit een (ver)nieuw(d) perspectief waarbij ze architectuur en stedenbouw als vormgevende disciplines in meer dan gebruikelijke zin wil versterken met een programmatische benadering. Dat betekent dat stad en stedelijke ruimte behalve in termen van plattegrond, massa en open(bare) ruimte ook, en vooral, als een geheel van programma’s benaderd worden waarbinnen niet alleen aanleiding, maar ook ruime mogelijkheden aanwezig zijn voor herschikking en vermenging. Hoewel De Intense Stad bewust niet streeft naar een elitaire architectonische invuloefening, wil het project zich evenmin vastbijten in een louter programmatisch georiënteerde analyse. Precies daartussenin, en met inachtneming van het grotere schaalniveau van de stad als geheel, problematiseert het project de wijze waarop het zorgvuldig in kaart brengen van de potenties binnen de bestaande stad tot een uitdagende combinatie van vormen en functies kan leiden. Bij deze ‘hercartering’ wordt de stad daarom niet langer vooral tweedimensionaal - dat wil zeggen horizontaal en als plattegrond bezien, maar nadrukkelijk ook in haar derde dimensie. Zij wordt als verticale ruimte omarmd. Het laboratorium van de stad Als alternatief voor de opoffering van onnodig veel ruimte aan uitgestrekte laagbouwtapijten wil De Intense Stad door middel van intensivering en vermenging van functies een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van de stad en aan het behoud daarvan. Die intentie wordt gesterkt door de constatering dat het draagvlak voor (stedelijke) voorzieningen en collectieve functies in een aantal delen van de stad Groningen lijkt te eroderen als het gecombineerde gevolg van een dalende gemiddelde woningbezetting en een toegenomen ruimtebehoefte per persoon. De stedelijke ruimte dreigt steeds

19


20

verder uit te dijen, terwijl zij daartegenover, en in haar hoedanigheid van bij uitstek stedelijke en collectief-openbare ruimte, juist sterk onder druk komt te staan. De gangbare focus op traditionele uitbreiding vergroot de afstanden binnen de gemeentegrens nog voortdurend en vormt daarmee een belangrijke basis van congestie, en tegelijkertijd voor het doodbloeden van voorzieningen. Bij dit proces ligt bovendien verstrooiing (urban sprawl) op de loer waardoor niet alleen de resterende ruimte tussen afzonderlijke kernen dreigt dicht te slibben, maar ook de landschappelijke en ecologische waarden onder druk komen te staan: waarden die juist zo bepalend zijn voor het suburbane (leef)milieu. Een alternatief voor deze ontwikkeling kan volgens De Intense Stad gevonden worden in het verhogen van het draagvlak voor voorzieningen in de stad zĂŠlf. Dit kan via inbreiding (tegenover uitbreiding) op basis van de verkenning en benutting van tot op heden onvoldoende onderkende mogelijkheden. De stad zĂŠlf namelijk blijkt voldoende ruimte en flexibiliteit te bezitten om een aanzienlijk deel van de (toekomstige) woningbehoefte op te vangen. In die zin kan zij nog steeds, en iedere keer opnieuw als een spannend laboratorium beschouwd worden waarin wij met respect voor haar regels en wetmatigheden kunnen werken; in dit geval met het oog op meervoudig en intensief ruimtegebruik en met inachtneming van haar verticale dimensie. Gecombineerd met de wens tot het creĂŤren van een hoge ruimtelijke kwaliteit kunnen potentievolle gebieden in de toekomst uitgroeien tot aantrekkelijke stedelijke woonmilieus die ten volle aanhaken op en profiteren van de reeds aanwezige stedelijke functies en voorzieningen.

ir Niek Verdonk Stadsbouwmeester gemeente Groningen januari 2004

Reitdiepzone

21


DE STAD , 22

Reitdiepzone

een intense vorm van beschaving Niet de kaart, maar de legenda Nut en noodzaak van een extra krachtsinspanning op het terrein van de volkshuisvesting worden steeds duidelijker. De woningmarkt stagneert en is toe aan nieuwe impulsen. Toch zal het bij het opstuwen van de bouwproductie niet alleen moeten gaan om het aanwijzen van lege plekken op de stadskaart. Om vanuit een intensieve werkwijze te komen tot een intensivering van de woningbouwproductie zal de gevoelde ‘sense of urgency’ ingezet moeten worden om nog duidelijker aan te geven hóe er aan en in de stad gebouwd moet worden. Alleen zo kan zij nog beter worden toegerust voor de toekomst. Daarbij hoeft het kaartbeeld van Groningen slechts marginaal te veranderen. Daartegenover staan drastische wijzigingen in de legenda-eenheden: in plaats van één kleur rood ontstaat een schakering van lichtroze naar dieprood. De simpele aanduiding ‘voorzieningen’ herbergt dan een breed scala aan gebouwde complexen waarin buurt-, wijk- en stedelijke voorzieningen gekoppeld zijn aan allerlei vormen van woningbouw. De openbare ruimte wordt heringericht en het parkeren op maaiveld verdwijnt. Het groen verandert van een restant agrarisch landschap tot stedelijk groen en krijgt daarmee een grotere gebruikswaarde. Toch is in de huidige stagnerende woningmarkt de neiging groot te vervallen in

23


verouderde rolpatronen. Door overheden wordt vaak geprobeerd de productie te stimuleren door in te leveren op de kwaliteit. Anderzijds vervalt men in het maken van nog meer onhaalbare plannen. In reactie hierop is middels de Woningbouwcampagne 2003 geprobeerd om realiseerbare projecten te genereren. Dit is gebeurd door, over allerlei beperkingen heen, de ontwikkelende partijen uit te dagen om te komen met voorstellen die de stad daadwerkelijk zouden verrijken. Door al deze voorstellen te clusteren in een samenhangende presentatie en beoordeling, wordt de gemeenschappelijkheid ervan benadrukt en wordt voorkomen dat ze als vrijblijvende incidenten worden gezien.

24

In plaats van een parasitair uitponden van de stad poogt de Woningbouwcampagne met individuele bouwprojecten bij te dragen aan de collectieve kwaliteiten van de stad. Ondertussen wil het de woningbouwproductie weer op gang te krijgen. In die zin is de Woningbouwcampagne dus niet - en zeker niet uitsluitend - gericht op het ‘wegzetten van woningen’. Veeleer houdt zij zich bezig met het bouwen in en aan de stad van straks. Het is de uitdrukking van een stedelijke ambitie om ambitieuze stedelijkheid te creëren. Deze radicalisering van de opgave vraagt niet alleen om verleidelijke beelden maar ook om concrete voorstellen, gebaseerd op de onderkende kwaliteiten van de stad van nu en vroeger. Het gaat om een optimalisering, om een intensivering en extensivering tegelijk. Het is een bewuste keuze voor een radicale differentiatie, van hoogstedelijke, stenige woonmilieus tot idyllische enclaves in het groen, beide geïnspireerd op de oeroude bewoningsvorm van de wierden (de Groninger terpen): het individueel samenwonen. De Woningbouwcampagne past in een lange, typisch Groninger traditie waarin de stad steeds opnieuw wordt gepositioneerd, zowel in ruimte als tijd. Vooral de recente geschiedenis kent een vrijwel aaneengeschakelde serie van activiteiten om de stad te herdefiniëren. Onconventionele wegen worden daarin niet geschuwd. Soms leidt dit tot een geheel nieuwe vorm van denken over en werken aan de stad, soms betekent het dat bestaande plannen moeten worden heroverwogen en soms blijkt de ingeslagen weg de juiste te zijn geweest. Een belangrijke constante in dit proces van stadsontwikkeling is de koestering van het relatieve isolement van de stad Groningen. Als het enig centrum van stedelijkheid in Noord-Nederland haalt zij bewust impulsen van buiten naar binnen, soms uit de Randstad maar ook uit het echte buitenland: Italië, Duitsland en Japan. Een andere belangrijke constante is de geregelde verslaglegging van plannen en resultaten. Hiermee wordt inhoudelijk verantwoording afgelegd aan de eigen bevolking en de vakwereld. In die zin is de publicatie ‘De Intense Stad’, waarmee de Woningbouwcampagne symbolisch wordt bekroond en afgesloten, slechts een stap in een langer lopend proces van productie, reflectie, ontwerpen en bouwen.

Groninger architectuur en stedenbouw De stadsontwikkeling van Groningen biedt een breed palet van verschillende veranderingsprocessen. Ze hebben op verschillende schaalniveaus geleid tot zowel verdichting als verdunning van het stedelijk weefsel en tot vermenging en ontmenging van stedelijke functies. Resultaten uit het verleden zijn evenwel geen garantie voor de toekomst. Wel zijn ze een goede indicatie voor de verwachtingen, ook ten aanzien van de Woningbouwcampagne. Zeker in Groningen moet stedenbouw begrepen worden als het permanent verfijnen en verbeteren van de stedelijke structuur. Stedelijke kwaliteit is het doel, bouwkundig financieel ontwerpen het middel en architectuur het resultaat. Stedenbouw is het bieden van kansen, architectuur is het benutten ervan. Architectonische kwaliteit is vaak gebaat bij het overschrijden van de afgesproken grenzen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat architectuur, of we dat nu leuk vinden of niet, het best gedijt in uitdaging en/of competitie. Lokale ‘architectuurtoppers’ als het Groninger Museum en het Waagstraatcomplex fungeren daar wereldwijd als voorbeeld van. Ze worden geroemd om hun betekenisvolle bijdrage als architectonische interventies in de bestaande stedelijke structuur. Stedenbouw daarentegen is veel meer dan vormgeving. Het is een strategie voor stadsontwikkeling en -beheer. Tegelijkertijd is het de taak van de overheid om via collectieve arrangementen te zorgen dat ook minder esthetische en ethische aspecten van het ‘grotestadsleven’ aan bod komen, zonder het publieke territoir te privatiseren of anderszins onherbergzaam te maken. Ook in een van de weinige steden van Nederland die zich als een duidelijk herkenbaar stedelijk object in een groene omgeving aftekent, ontstaat als gevolg van al deze zaken een meerkernig patroon van voorzieningen: van meubelpleinen, sportcomplexen en urban entertainment centra tot onderwijscomplexen en vervoersknopen. Ontwikkelingsstrategieën Op basis van een morfologische analyse kan de stad beschreven worden als een samenspel van het stedelijk netwerk (de lange lijnen waarlangs de stedelijkheid van de stad gesitueerd is) en de domeinen (de min of meer homogene gebieden). Binnen dit stelsel zijn twee ruimtelijke extremen waar veranderingsprocessen traditioneel het meest voorkomen: het stadscentrum en de stadsrand. Binnen dit kader is de Woningbouwcampagne begonnen met het onderkennen van de transformatiepotenties (c.q. -logica) van de stad. Dit is gebeurd door het schaalgerelateerd systematiseren van de samenstellende bestanddelen. Op het schaalniveau van de regio is elke uitbreiding van de stad Groningen natuurlijk een verdichting van het agrarisch en natuurlijk landschap. Op het schaalniveau van de stad is het noodzakelijk dat de uitbreiding van de stad niet leidt tot een verdunning van stedelijke functies. Vandaar dat voortdurend gewerkt wordt aan de revitalisering van de stedelijkheid van de bestaande stad.

25


26

Allereerst gebeurt dit door het bevorderen van het wonen in de binnenstad: het hoogtepunt van het stedelijk netwerk. Vervolgens is er aandacht voor het wonen langs de infrastructurele lijnen van de stad, in winkelstrips en winkelcentra en nabij onderwijskundige en sociaal-culturele voorzieningen. Daarnaast ontstaan kansen op de breukenlijnen van de stadsgeschiedenis; de momenten waarop functieverlies en/of -verandering van stedelijke fragmenten, gebieden en gebouwen leidt tot nieuwe mogelijkheden. Het historisch proces in de binnenstad en de omgeving van de voormalige stadswallen is daar een illustratie van. Zo ontstond in het spoor van de verplaatsingen van de veemarkten ruimte voor (ver)nieuw(d)e stedelijke voorzieningen. Voorbeelden zijn de experimentele woningbouw op het Slachthuisterrein aan het Damsterdiep, het Cultureel Centrum Oosterpoort op het veemarktterein en het nieuw Ikea gebouw ter plekke van de gesloopte veehallen. Maar ook de geleidelijke transformatie van de voormalige stadswallen tot wandelpark, woongebied, ziekenhuisterrein en stadswijk met typisch stedelijke voorzieningen (CiBoGa) getuigen van het steeds opnieuw ontstaan van mogelijkheden. Tenslotte ontstaan er kansen voor intensivering als gevolg van veranderende opvattingen over de bestaande ruimtelijke compositie. In de wijkvernieuwing zijn hoopgevende ervaringen opgedaan met de planmatige transformatie van verouderde bebouwings- en verkavelingstypes tot nieuwe (vaak nog monofunctionele) bouwvormen. Hierin worden zowel verdichtings- als verdunningsstrategieën uitgeprobeerd. Intensiever bouwen is in dit kader niet per definitie hoger bouwen. Hoogbouw is soms slechts mogelijk door ook open ruimte te handhaven, bijvoorbeeld voor de oplossing van de bijkomende ontsluitings- en parkeerproblematiek. Daarnaast is de intensiteit van het stedelijk leven vaak meer gebaat bij een bredere concentratie dan één enkel hoogtepunt dat zich veelal onttrekt aan de omgeving. In de gemeentelijke beleidsnota Hoogbouw wordt hoger bouwen dan ook niet als doel maar als middel beschouwd om geformuleerde intensiveringsstrategieën extra te ondersteunen. Het gaat dan om ontwikkelingszones als het Reitdiep (gelegen binnen de ringwegen), het Oosterhamriktracé, de Eemskanaalzone, de Laan Corpus den Hoorn, nieuwe stedelijke centra als het Europapark en het Stationsgebied en gebieden rond de huidige en toekomstige halteplaatsen van (hoogwaardig) openbaar vervoer. Daarnaast is vastgesteld dat hoogbouw ingezet kan worden om gewenste ontwikkelingen bij stedelijke voorzieningenclusters ruimtelijk en financieel mogelijk te maken. Groningen en de markt De gemeentelijke overheid heeft in de Nederlandse planningspraktijk nog steeds een belangrijke taak en verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke ordening en het bouw- en woningtoezicht. In Groningen is de gemeentelijke Dienst RO/EZ, deels

als opdrachtgever, nauw betrokken bij de totstandkoming van de architectonische, stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit van het openbare netwerk en de particulier ontwikkelde (en gebouwde) domeinen. In toenemende mate blijkt dat naast deze gebruikelijke gemeentelijke zorg behoefte bestaat aan een sterkere proces- en kwaliteitsbewaking. Dit komt doordat juist de gebouwde omgeving steeds meer in samenwerking met of zelfs geheel door ‘de markt’ tot stand komt. Ook in Groningen is de gemeentelijke inbreng hierdoor van een producerende tot een regisserende geworden. Om deze veranderde taakuitoefening op lokaal niveau goed te kunnen uitoefenen, zullen nieuwe beleidsinstrumenten ontwikkeld en ingezet moeten worden. In een samenleving waarin steeds meer zaken juridisch uitgevochten worden en waarin burgers zich ook bewust blijken te zijn van de belangen van de stad-als-geheel in relatie tot hun eigen belangen, zal ook gekeken moeten worden naar de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke aspecten. De omslag van een producerende naar een regisserende rol is natuurlijk groot geweest en vergt aanpassing en gewenning. Toch is een - welhaast onmogelijke - terugkeer naar de situatie waarin de stad het exclusieve werkterrein van de overheid was steeds minder wenselijk. Daarvoor, zouden we bijna zeggen, is die ontwikkeling te belangrijk. De overheid zou zich daarbij verplicht moeten voelen de zeggingskracht van haar ambities uit te testen door de realisatie steeds vaker over te laten aan ‘de markt’. Dat wil zeggen dat de uiteindelijke toetsing van de plannen voor de stad niet langer uitsluitend op politiek-wenselijk niveau ligt maar vooral op het terrein komt van de concrete beslissingen ten aanzien van bouwen, kopen of huren. Binnen dit kader is het goed te beseffen dat veel oude en geliefde woongebieden ooit zijn gebouwd door ontwikkelaars met een meer of minder idealistische dan wel commerciële instelling. In haar nieuwe rol geeft de gemeente de kaders aan waarbinnen het bouwen aan en in de stad kan plaatsvinden. De daaropvolgende overheidsregie betekent niet dat de gemeente zich uitsluitend bemoeit met de hoofdstructuur van het stedelijk netwerk en de overige gebieden overlaat aan anderen. Veeleer betekent het dat de gemeente zich richt op het op verschillende manieren organiseren van de stedelijke kwaliteiten, zowel in het netwerk als in de domeinen. Hierbij zal van plek tot plek en van aspect tot aspect steeds opnieuw gedefinieerd moeten worden op welke wijze we de beperkte middelen en energie inzetten. Het kan zijn dat het voor de stedelijke doelstellingen effectiever is meer energie te steken in de collectieve ruimtelijke kwaliteiten dan in de individuele of parochiale ruimten of objecten. Maar het kan ook nodig zijn een bepaald particulier initiatief zo om te vormen en te kneden dat er een belangrijk collectief signaal van uit gaat. De Woningbouwcampagne is een nieuwe poging om via een op realisatie gerichte samenwerking tussen lokale overheid en (al dan niet lokale) bouwers meer stad te maken. De resultaten van de campagne zullen moeten leiden tot concrete

27


planvoorstellen voor een substantieel aantal extra woningen in nog ongekende stedelijke arrangementen. Daarbij mag van de overheid verwacht worden dat zij de politiek-culturele dimensie van het bouwen in de stad permanent verkent en uitbouwt. Van de ontwikkelende partijen mag verwacht worden, op straffe van tegenvallende bedrijfsresultaten, dat zij naast projectontwikkeling ook van harte aan productontwikkeling doen. In deze sfeer van Research & Development past het gezamenlijk optrekken van publieke en private creativiteit, zowel op het terrein van procesplanning, financiële exploitatie en ruimtelijke kwaliteit. Deze samenwerking heeft in de Groninger stadsontwikkeling van de afgelopen eeuw al eerder tot resultaten geleid. Verschil is dat het experimentele van de Woningbouwcampagne ligt in het bewust loslaten van allerlei gemeentelijke randvoorwaarden om te zien wat in de aldus ontstane ruimte zou kunnen worden ontwikkeld. Er is dus geen sprake van een ‘uitverkoop van de mooiste plekken van de stad’. Integendeel. Er is sprake van het binnenhalen van de nieuwste producten van de markt. Zij worden in de etalage te gezet en aldus aangeboden aan de (toekomstige) bewoners van de stad.

28

Bouwen in de stad is bouwen aan de stad Sinds de Woningwet van 1901 heeft de gemeentelijke overheid een specifieke taak en verantwoordelijkheid voor het ruimtelijke ordeningsproces. Het gaat daarbij meer en meer om het dusdanig organiseren van collectieve arrangementen dat over de beperking van de individuele mogelijkheden heen - aan alle inwoners van de stad de gelegenheid wordt geboden te participeren in een sociaal en stedelijk samenleven. Dat houdt op het niveau van de regio, de stad, de wijk en de straat een radicale emancipatie van de stedeling in, gericht op insluiten in plaats van uitsluiten en gebaseerd op differentiatie in plaats van nivellering. Deze radicalisering van het woningvraagstuk houdt in dat de locale overheid een zo gemêleerd mogelijk samengestelde bevolking wil herbergen in een even zo gemêleerde woningarchitectuur. Het stedenschoon van een stad als Groningen is al eeuwenlang gebaseerd op een creatieve opeenhoping van variaties in hoogte, perceelbreedte, bouwvorm, woningtype, gevelindeling, raamverdeling en detaillering. Dit is zichtbaar in de binnenstad en de vooroorlogse wijken en vormt steeds meer de maatschappelijke opgave in de herstructurering van de naoorlogse wijken en de actuele stadsuitleg. Omdat de ‘stadjers’ in een volwassen democratie en als de uiteindelijk indirect politiek verantwoordelijken ook een opdrachtgeversrol hebben, is Gronings bouwen per definitie het bouwen voor verschillende ‘doelgroepen’ tegelijk. Maar pas wanneer veel individuele opdrachtgevers samenwerken, ontstaat er iets wat stad genoemd kan worden. Gronings bouwen is dan ook steeds gebaseerd op het differentiëren van de massale opgave. Stedenbouwkundige planvorming en welstandszorg zijn hierop gericht en vormen

(dus) geen belemmering voor de wensen van de individuele consument. Deze fungeert via de incidentele en institutionele ontwikkelende partijen als producent van stedelijke cultuur. Ook hier is een collectief arrangement de drager van een individuele identiteit. Die stedelijke cultuur kreeg in de jaren ‘70 vorm in de uitbreidingswijken Lewenborg en Beijum, welke bewust op enige afstand van het bestaande stedelijk gebied werden gesitueerd. In de tussenliggende periode is echter het gebied tussen deze grootschalige uitbreidingswijken en de stad zelf verdicht met enkele woonwijkjes en buurten zoals Oosterhoogebrug, de Hunze en Van Starkenborgh. Ook in de groene sfeer is sprake geweest van verdichting en functiemenging. Het voormalig agrarisch landschap heeft rond de stad plaatsgemaakt voor een veelheid aan stedelijk-recreatieve functies, variërend van gebouwde voorzieningen zoals de kart-, draf en schaatsbaan, sportterreinen op kunstgras, thematisch ontworpen nieuwe parken en ecologisch ingerichte stukken neo-natuur. Aan de andere kant van het stadsecologisch spectrum zijn in de Verbindingskanaalzone nieuwe stedelijke functies geplaatst zoals het busstation, de KPN-borg, het Cascadekantorencomplex (inclusief de woontoren Regentes), de woontorens van Koolhaas op de Brink en het gemengd woonwerkgebied aan de kop van de Meeuwen. Anders dan in de meeste Europese steden zijn bij de verstedelijking van de randen van de stad perifere functies niet steeds verschoven naar buiten. In plaats daarvan is een bont amalgaam ontstaan waarbij typische stadsrandfuncties als de Ikea op loopafstand van de Grote Markt een stedelijke vorm hebben gekregen, al dan niet gecombineerd met gebouwde parkeervoorzieningen en andere vormen van dubbel grondgebruik. Dichter bij de binnenstad zijn in de drie geplande bronpunten (Westerhaven, Ciboga en Damsterdiep) de expressie van een proces van deconcentratie (waarbij grootschalige functies de binnenstad verlaten) en concentratie(waarbij dicht bij de binnenstad juist ruimte gecreëerd wordt voor deze stedelijke functies). Middels stapeling en menging van wonen, werken, detailhandel en (openbaar) parkeren worden zo nieuwe vormen van stedelijkheid uitgeprobeerd. Vooral het Westerhavencomplex is een succes en werkt in de directe omgeving als een generator voor intensivering. Maar ook de eerste gebouwde resultaten van het CiBoGa-planproces worden in de internationale vakpers verwelkomd en gewaardeerd als waardevolle experimenten op het terrein van nieuwe stedelijkheid. De stad is stedelijkheid De essentie van een stad is zijn stedelijkheid, ofwel het vermogen steeds nieuwe vormen van stedelijkheid te genereren - zowel in functionele als in ruimtelijke zin. Alleen in de stad speelt het proces van permanente reproductie. Dit gebeurt middels confrontaties, discussies, debatten, meningsvorming en besluitvorming.

29


Daarom is het belangrijk dat er veel (en verschillende) mensen bij elkaar zijn, dat er allerlei kruisverbanden bestaan tussen wonen, werken en recreëren; tussen onderwijs, kunsten en wetenschappen; tussen handel, nijverheid en overheid; tussen oude en nieuwe Groningers en tussen oude en nieuwe vormen van stedelijke woon- en werkmilieus. De belangrijkste opbrengst van de stad zit in de stedeling zelf, niet in de gebouwde omgeving of de door de industrie of dienstensector geleverde producten. De stad is een machine die stedelingen produceert. Op werkdagen verdubbelt de bevolking van Groningen zich wanneer de 170.000 Groningers aangevuld worden met een even groot aantal personen van buiten, die in de stad komen werken, winkelen en er onderwijs genieten. Ook zij zijn Groningers. Maar ook de bijna driekwart miljoen Groningers die de afgelopen eeuw op enig moment de stad verlieten om elders te gaan wonen en werken vormen geen demografische verliespost. Ze moeten worden beschouwd als de Groningse bijdrage aan het versterken en uitbouwen van de stedelijkheid elders. Voor degenen die zich in de stad willen vestigen of haar trouw blijven zal passende huisvesting geboden moeten worden in een levendige stad. Binnen dit kader is de manifestatie ‘De Intense Stad’ een poging om via architectonische planvorming een nieuw beeld te schetsen van de vorm van beschaving die ‘stad’ heet.

Corpus den Hoorn

30 ir Tjerk Ruimschotel Supervisor Stedebouw van de Stad Groningen februari 2004

31


DICHTHEID IN ACTIE: 32

OosterhamriktracĂŠ

over werkende dichtheden

In weldenkende stedenbouw- en architectuurmiddens kan het streven naar grotere dichtheden op een vrij grote consensus rekenen. In die brede consensus komt een aantal argumenten samen die in meer of mindere mate onderschreven worden door de verschillende pleitbezorgers van een hogere dichtheid. Opmerkelijk is dat die dichtheidspleiters een bondgenoot vinden in de vastgoedontwikkelaar. Vooral in de context van stedelijke herwaardering is verdichting vaak de noodzakelijke voorwaarde om het minimale investeringsrendement te halen. Binnen de publiek private samenwerkingsverbanden is de hoge dichtheid een essentiĂŤle voorwaarde voor het creĂŤren van de noodzakelijke win-win-situatie voor alle partijen. Deze verdichtingsoperaties, zo heet het, brengen het kapitaal - dat van de tweeverdieners in het bijzonder - terug naar de stad. Verdichting stelt daarmee een omkering van de stadsvlucht in het vooruitzicht. Maar er zijn meer argumenten. Zo is er de ruimgedeelde hypothese dat dichte nederzettingspatronen een meer duurzame stedenbouw opleveren dan de argeloze uitwaaiering van de stad. De compacte stad vereist minder verplaatsingen en

33


minder energie om haar te bouwen. Ook zijn de energieverliezen kleiner in compacte en gesloten configuraties. Tot slot zijn er de argumenten die voortvloeien uit de cultuursociologische gelijkschakeling van metropolitane stedelijkheid en dichtheid. In de mate waarin stedelijkheid als een nastrevenswaardige conditie wordt gepropageerd, wordt ook dichtheid als een te huldigen waarde naar voor geschoven. Stedelijkheid en metropolitane stedelijkheid worden vanuit sociologische en cultuurfilosofische hoek frequent beschreven als een belangrijke gangmaker voor een open en pluralistische samenleving. Daarbij moet de stedelijkheid een dam vormen tegen de toenemende uitsluitingslogica en de privatisering van de ruimte, fenomenen die binnen deze context met suburbaniteit en lage dichtheid worden geassocieerd.

34

De voorkeur voor metropolitane stedelijkheid wordt ook door veel architecten gedeeld. Vooral de generatie verkavelingskinderen lijkt resoluut gekozen te hebben vóór de stad en tégen de eentonigheid van de buitenwijk. Die keus is deels generatiebepaald, maar heeft ook temaken met de theorievorming in stedenbouw, architectuur en stadssociologie die, begrijpelijkerwijze, sterk gedomineerd wordt door de problematiek van de metropool: het eeuwige laboratorium van de architectuur en stedenbouw. In de loop der tijd heeft de confrontatie met de metropool diverse tegenmodellen opgeleverd (o.a. de tuinstad). Daartegenover staan modellen die de bruisende congestie, energie en inventiviteit van de metropool proberen te verdisconteren. Vandaag heeft het verheerlijkend discours de overhand. De waardering van de (problematische) metropool is daarmee omnipresent in het architectuur- en stedenbouwdiscours. Openlijk en verdoken, expliciet en impliciet. De metropool fungeert als model. Als we de argumenten bij elkaar leggen, lijkt dichtheid de sleutel tot het grote succesverhaal van de terugkeer naar de stad, een verhaal waarin ecologen, sociologen, architecten en investeerders elkaar weten te vinden. In de literatuur vinden we deze beleidsformule terug onder de wat generische benaming ‘smart growth’. Maar ook in menig beleidsdocument treffen we elementen van de ‘slimme groeiformule’. Bij zoveel weldenkendheid en overtuigingskracht past wellicht enig voorbehoud. Reductie Ondanks de stelligheid waarmee dichtheid wordt gepropageerd, dreigt een eenzijdig debat over dichtheid de termen van het debat over de stad en haar toekomstige (her)ontwikkeling te reduceren tot een moeilijk te bepalen parameter. Het zit in de genen van de stedenbouw de stad te herleiden tot een aantal beheersbare termen. Daarbij lijkt de fascinatie voor de stad nooit ver af te liggen van een moeilijk te onderdrukken angst voor haar onbeheersbare kanten.

Dichtheidsdiscussies zijn dan ook zo oud als de stedenbouwkundige discipline. Zo geeft Unwin’s klassieker uit de vroege Angelsaksische stedenbouw, ‘Nothing Gained by Overcrowding’ de toon weer van het vroeg twintigste-eeuwse debat.1 Unwin presenteert hier een rationele benadering van de stedelijke lay-out als een dam voor speculatie en overontwikkeling. Suburbane dichtheden en een rendabele ontwikkeling hoeven daarin niet tegengesteld te zijn. Deze paradox galmt, met een lichte verglijding, nog wat na in wat door velen als de hedendaagse opgave wordt gezien: dichte bebouwing die de kwaliteiten van het suburbane wonen incorporeert (zoals bijvoorbeeld door grondgebonden wonen te koppelen aan inpandig parkeren, een private buitenruimte, etc.). Unwin’s intelligente rekenoefening heeft met een groot deel van de (actuele) dichtheidsdiscussies gemeen dat deze het hele verstedelijkingsvraagstuk reduceert tot een aantal begrootbare eenheden: van wooneenheden per hectare en maximale hoogtes tot minimale straatbreedtes en de minimale omvang van de woning. Tot op vandaag lijkt het moeilijk om het dichtheidsverhaal los te maken van dergelijke richtdichtheden en minimum standaarden. Dit betekent overigens niet dat er iets mis is met de begrootbare eenheden. Problematisch is wel dat zij een meer genuanceerde discussie over de invulling ervan, alsook de ruimtelijke draagkracht van de plek, in de weg lijken te staan. Vooral in de context van herontwikkeling vormen dichtheidscijfers een erg povere beschrijving van de reële en wenselijke ontwikkelingsmogelijkheden. Ze scheppen maar al te vaak foute verwachtingen. Massimo Cacciari stelde in dit verband ooit voor om het begrip densiteit in te ruilen voor porositeit.2 Porositeit zou dan gelden als aanduiding voor de ontwikkelingsmogelijkheden die we aan de binnenzijde(s) van de stad terugvinden. Deze mogelijkheden worden enkel zichtbaar bij een doorgedreven onderzoek van de microstructuur. Wel staan vaak kleine obstakels of tussenschotten in de weg die vooralsnog het aansnijden van de kansen onmogelijk maakt. De term porositeit suggereert dat een intelligent verdichtingsbeleid eerder gaat over het herverdelen van de ruimte binnen een bestaand systeem dan om een verdichtingsvraagstuk per se. Dat kan door het doorschuiven van ruimtes, het samenvoegen of opdelen van gestaande gehelen en via uitkernen en gedeeltelijk herinvullen. In een intelligent verdichtingsbeleid gaat het met andere woorden om de schrandere ontsluiting van concrete ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden, gekoppeld aan een discussie over kwaliteit. Kortom, als begrip doet porositeit de dichtheidsdiscussie, waarbij doorgaans abstracte - dikwijls nietszeggende - cijfers worden gehanteerd verschuiven naar een discussie over ontwikkelingsmogelijk1. Raymond Unwin, Nothing Gained by Overcrowding (London 1912). 2. Huber Lionnez en Roberto Zancan, “Dispersion versus densité: la porosité” NeTHCA In: Inside Density. International Colloquiumon Architecture and Cities #1, Brussels: La lettre volée, 2003, pp. 133-140.

35


heden, waarin zowel volumes - uiteindelijk cijfers dus - als concrete ruimtelijke situaties worden betrokken: problemen, aanknopingspunten, benoembare kwaliteiten, alsook capaciteiten en mogelijkheden tot (her)ontwikkeling. In het verlengde daarvan introduceerde Frits Palmboom, weliswaar in een heel andere context, het begrip ‘laadvermogen’. Maar we zouden het ook over draagkracht of ‘ontwikkelingspotentieel’ kunnen hebben. Het is misschien wat kort door de bocht, desalniettemin zou dichtheid wellicht een parameter kunnen zijn in een tegensprekelijke discussie over kwaliteit en ontwikkeling. Bij nader inzien was dit de inzet van Unwin’s ‘Nothing Gained by Overcrowding’. In Unwin’s diagram gaan cijfers hand in hand met een concreet benoembare kwaliteit: een type van straatuitleg, woningen, gemeenschappelijke groene ruimten, etc. Met een beetje slechte wil zou overigens gesteld kunnen worden dat de ‘dichtheidscijfers’ van Unwin enkel dienen om te bewijzen dat kwaliteit niet per definitie niet marktconform is. Neutraler gesteld: bij een figuur als Unwin, staand op het scharniermoment van traditie en moderniteit, en van ambachtelijke en rationele stedenbouw, gaat rationaliserend gecijfer met dichtheden hand in hand met concreet benoembare kwaliteitscriteria.

36

Over fascinatie en dichtheden die werken In een recent interview pleit René Boomkens ervoor stedelijkheid niet gelijk te schakelen aan haar gekoesterde historische manifestatie in de Metropool.3 Niet elk verstedelijkingsproces culmineert in de metropool. De moderne metropool is het resultaat van bijzondere omstandigheden, van een moeilijk herhaalbaar recept gebaseerd op een cocktail van industriële ontwikkeling, stedelijke inwijking, emancipatiemogelijkheden en technologische vooruitgang - een onwaarschijnlijk toeval. Metropolitane stedelijkheid is de uitzondering, niet de regel. Werkende dichtheden en positief ervaren stedelijke intensiteit zijn als een te koesteren evenwicht dat slechts langzaam en onder bijzondere omstandigheden ontstaat. Het beantwoordt niet aan een eenvoudig reproduceerbare formule. De dichtheden die werken, die we koesteren en waardoor we gefascineerd raken zijn daarmee maar half het product van intelligente stedenbouw. Voor de rest zijn ze het resultaat van de verstedelijkingsevolutie die er over een lange periode in is uitgekristalliseerd; als een op de ‘duur’ aangemaakte duurzaamheid. De ‘intelligentie’ van de stedenbouw garandeert er een (desnoods minimale) coherentie en orde, maar evenzeer een vermogen tot aanpassing, groei en vooral ontwikkeling. De ‘intelligentie’ van de stedenbouw laat met andere woorden toe èn verdraagt dat het ‘leven’ bezit neemt van de stad en zich er ontplooit. 3. Joachim Declerck en Dieter Delbaere, “Field, Places, Urbanity: A Quest for Field Urbanism! Conversation with René Boomkens” In: A+U, No. 393, June (2003) pp. 27-31.

De dichte bouwblokken van onze historische steden zijn inderdaad meer dan intelligente ruimtelijke configuraties. Ze bestaan bij de gratie van een soort dynamisch evenwicht dat zich doorheen de tijd heeft ingesteld en dat wordt bewaakt door alle betrokken partijen: een complex van expliciete en impliciete regels, onderlinge afspraken maar ook van harde interventies. Historisch geaccepteerde ongemakken worden gecounterd met inventieve strategieën die de omgang ermee moeten vergemakkelijken. Deze ‘werkende dichtheden’ laveren tussen de klippen van overontwikkeling en leegstand. Ze staan onder een zekere ruimtelijke spanning maar bevatten ondertussen de minimale speelruimte om in evolutie te blijven, om zichzelf te kunnen vernieuwen. De vernieuwing is incrementeel en laat steeds een heroriëntatie toe. In hun ontwikkeling is een werkende verhouding ontstaan tussen de typologische maat van de samenstellende delen en de schaal van de globale figuur waarbinnen deze typologische elementen functioneren. Die versnijding is anders voor de ‘Georgian terraces’ van South Kensington of de ‘brown stone town houses’ van Lower Manhattan. Maar telkens ligt die verhouding tussen de architectuur en de stad in en is er een minimale duidelijkheid over wat binnen die verdeling valt en wat niet. Overigens is het niet zelden zo dat de ‘werkende dichtheid’ die ons vandaag fascineert een dynamisch evenwicht inhoudt tussen orde en wanorde, coherentie en rommeligheid. Zelfs in ‘the city of darkness’, Kowloon Walled City, is dat zo. Werkende dichtheid veronderstelt vertrouwen in het leven zoals het is. Al met al komt de als model gekoesterde ‘werkende dichtheid’ voort uit een langdurig ontwikkelingsproces. Werkende dichtheid wordt bij nadere beschouwing zelden ‘instant’ geproduceerd en valt uiteindelijk ook maar moeilijk te programmeren. Denk daarbij aan de dynamische mix van stedelijke functies waar vandaag de dag op wordt gekickt en die met slogans als meervoudig ruimtegebruik wordt gepromoot. De ‘programmation urbaine’ mag dan een gesofisticeerde en geavanceerde discipline zijn, het is nog steeds iets anders om de stedelijke ambiance te ervaren van ‘dicht gegroeide’ steden als pakweg Caïro of Dakar (prijsgegeven als ze zijn aan een autonome, vooral door speculatie voortgedreven stedelijke dynamiek) dan rond te lopen in het centrum van een of andere ‘ville nouvelle’ of een flard van de Kop van Zuid in Rotterdam. Waar we hier naar toe willen is dat dichtheid en de ermee geassocieerde begrippen multifunctionaliteit en meervoudig ruimtegebruik vandaag de dag dikwijls worden gehanteerd als norm - in het slechtste geval als een cijfer - of iets anders /scherper: als model. Daarmee is niet gezegd dat ‘werkende dichtheid’ niet zijn eigen dynamische wetmatigheden en ontwikkelingslogica’s heeft. Het werken met een stedelijk model of een stad ontwikkelen door de bemeestering van regels die eigen zijn aan de productie van de stad, zijn twee tegengestelde werkwijzen.

37


braakzijde V.I. straat

kavels

Setback 45 gr

Deurne

38

Het project dat MVRDV enkele jaren geleden maakte voor het de omgeving van het Centraal Station te Antwerpen illustreert overduidelijk deze problematiek, alsook de verwarring omtrent de regels in de stedenbouw. Geïnspireerd op de bestaande dichte en dynamische Diamantwijk ten westen van de spoorlijn ontwierp MVRDV een nieuw stadsdeel, gelegen ten oosten van de spoorweg (het Kievitplein), alwaar de nieuwe toegang tot het HST-station komt. Niet verwonderlijk wordt hier een groot ontwikkelingspotentieel verondersteld. Het is bij wijze van spreken een hybride project dat een (mini-) Manhattan combineert met het flexibele bouwblokkensysteem van de Diamantwijk. Beide ruimtelijke modellen (Manhattan en Diamantwijk) combineren de minimale orde (het bouwblok) met een maximale variatie. De bouwblokken van de Diamantwijk werken met de ongeschreven Belgische regels van de nevenschikking. Deze is nooit een eindpunt maar hooguit een dynamische, altijd tijdelijke toestand van evenwicht. Ze is nooit af en altijd aanpasbaar. Ze ontstaat uit toevoeging na toevoeging, mutatie na mutatie en vanuit het ene initiatief (dat net zover gaat als gepermitteerd) na het andere. In die zin is de nevenschikking een organisme, waar het leven van de stad uit afleesbaar is: laag na laag. Het is het kabbelen van het dagdagelijkse leven, de grote momenten en de pijnlijke stiltes, de uitschuivers, en ondanks alles, de vooruitgang. De nevenschikking vertrekt steeds vanuit het bestaande. Het koppelt de continuïteit van het bouwblok en de bestaande bebouwing aan de verandering van de (ver)nieuw(d)e bebouwing. In die dubbele beweging van continuïteit en verandering laat het een even gesofisticeerde als vanzelfsprekend wordende ecologie ontstaan (de stedelijke ecologie van de Diamantwijk, of elders, de Chinese wijk, het kunstenaarsnest, etc.). MVRDV vangt dit model in haar ontwerp voor het Kievitplein en omgeving middels een gesofisticeerd eindbeeld dat bestaat uit een even complexe als gevarieerde nevenschikking van open ruimtes, kantoor- en woonblokken en commerciële en publieke voorzieningen. De willekeurig lijkende maar zorgvuldige geënsceneerde variatie levert uiteindelijk voor elke kavel heel dwingende condities op die slechts geringe vrijheid en flexibiliteit laten. De instant reproductie van ‘werkende dichtheid’ is met andere woorden niet zo eenvoudig. Het retorische ontwerp is, spijts zijn variatiebranie, een formalistische simulatie.

Max. envelope

<< Antwerpen Zoo CS (MVRDV) In haar studie naar de HST-gekoppelde ontwikkelingsmogelijkheden aan de achterzijde van het centraal station in Antwerpen trekt MVRDV op intelligente wijze de discussie over de ruimtelijke draagkracht open. De studie definieert een globale enveloppe waarbinnen de te bouwen volumes kunnen evolueren. Nieuw gedefinieerde eenvoudige rechthoekige kavels moeten dit totale volume versnijden in een aantal moten. Mits respect wordt getoond voor enkele eenvoudige regels kan op elke kavel een portie van de globale enveloppe worden opgenomen.

39


40

Kortom, een beeld valt instant te reproduceren, stedelijkheid niet. Dat blijkt in de praktijk maar al te vaak. Zo lijkt op de Kop van Zuid de geprogrammeerde functionele mix, die hand in hand ging met een verdichtingsoperatie, maar moeilijk te overleven. Winkels uit het gewenste segment verdwijnen als sneeuw voor de zon wanneer de subsidiestroom die ze aan moest trekken wegvalt. In Maastricht nam men op het Sphinx Céramique terrein van lieverlede, en onder de alles behalve zachte druk van de markt, vrede met de Blokkers, Hemas, Albert Heijns en de matrassenboeren van deze wereld, en dat op een plek die bestemd was als een prestigieuze stedelijke knoop. Volgens plan zou de grootstedelijke atmosfeer hier gemaakt moeten worden door de wat exclusievere en ‘betere’ zaken. Het kosmopolitische publiek van tweeverdieners, aangetrokken door de woonblokken op het Sphinx Céramique-terrein, zouden de basisclientèle vormen, zich vermengend met bezoekers en toeristen. Aldus zou al snel de gewenste metropolitane chemie tot stand komen. De realiteit van de ordinaire provinciestad heeft deze spannende hersenschim al snel ingehaald. Wat op Céramique overheerst, ondanks fors architectonisch geweld, is de doordeweekse atmosfeer van een provinciestad. Heineken inslaan bij Hein. Gewone banale dingen. Spanning van de grootstad? Tot nader order is er niets van te merken. Zoals eerder gesteld: grootstedelijkheid is niet zomaar maakbaar. Het is geen formule. Het is in geen model te gieten. Dichtheid is wellicht de noodzakelijke voorwaarde voor de grootstedelijkheid die we allemaal blijken te koesteren, maar het is allesbehalve een voorwaarde. Kleinstedelijkheid De stedelijke conditie in de lage landen kenmerkt zich door kleinstedelijkheid Rotterdam, Brussel en wellicht ook een flard van Amsterdam, Antwerpen, Gent en Luik daargelaten. Alle luchtkastelen en retoriek betreffende globalisatie en netwerkstedelijkheid ten spijt vormen de lage landen een landschap van provinciesteden. We schreven haast provincienesten. De kleinstad, met zijn onontkoombare connotatie van bekrompenheid is hier de dominante speler. Dat heel wat van die kleinsteden (waaronder ook Leuven) flirten met zelfbeelden als provinciaal metropolitanisme, doet daar niet zo veel aan af. Jammer genoeg valt tot nader order over kleinstedelijkheid - buiten het feit dat het ons ongemakkelijk maakt en onplezierige bekrompen associaties oproept - niet veel zinnigs te vertellen. De kleinstad is doodnormaal. En wie staat er stil bij het gewone? Is het normale en het ordinaire niet doodsaai, net zoals de provincienestjes waar we het over hebben? De interessante en spannende stadssociologie focust inderdaad - en begrijpelijkerwijze - op grootsteden, om niet te zeggen dat ze enkel de wereldsteden (of ‘global cities’ zoals ze tegenwoordig heten) in het vizier heeft.4 We merkten hetzelfde al eerder op met betrekking tot de theorievorming in de architectuur en stedenbouw. Ook voor deze disciplines geldt dat ze als verlamd van

fascinatie naar de lichtbak van de metropool staren. Er wordt vaak vanuit gegaan dat stedelijkheid gelijkstaat aan moderniteit en grootstedelijkheid - zoals Rudi Laermans het ergens stelde - aan grote moderniteit. Dit leidt veelal tot de conclusie dat wat in de grote metropool gebeurt de voorafbeelding is van wat er in de kleinstad in verdunde vorm op komst is. Dergelijke premissen zijn tot op vandaag nog steeds het uitgangspunt van heel wat stedenbouwkundige en architectonische discours. Ze staan feitelijk haaks op de dagdagelijkse ervaring met de ordinaire kleinstad, waar zaken als normovertreding (vernieuwingsagent in de metropool) nog steeds niet vanzelfsprekend zijn. Wat bewaken al die met geen stokken uit elkaar te spelen welstandscommissies in godsnaam anders zo hardnekkig dan een conformistische normaliteit, de banaliteit van het gewone, het vertrouwde? De ‘werkende dichtheden’ waar we zo door zijn gefascineerd - de broeierige atmosfeer van de Brusselse Brabantwijk5, de Noord Afrikaanse souk, de Chinatowns in London, New York of San Francisco en de speculatieve buitenwijken van Caïro stralen een stedelijkheid uit die in de kleinstad niet wordt gesmaakt. De migrantenpopulatie die onderhand ook tot de provinciestad is doorgedrongen is er geacht zich te conformeren aan de burgerlijke conformiteit. De aantrekkingskracht die een wijk zoals de Brusselse Brabantwijk op de migrantengemeenschap uitoefent, lijkt inderdaad heel veel met densiteit te maken te hebben. Het netwerk van tapijtverkopers, pita bars, kappers en kruideniers dat zich in de voorstad heeft genesteld lijkt het door historische speculatie overbebouwde weefsel probleemloos in te nemen, terwijl de gegeerde tweeverdieners er net uit wegtrekken. Het lijkt in die beweging om meer dan verdringing te gaan. Hier speelt een culturele predispositie die dit soort dichte stedelijkheid opzoekt en nodig heeft, omwille van de synergie, omwille van de ambiance en omwille van de verknoping van netwerken. Het gaat dan overigens wel om een stedelijke broeierigheid waar de provinciale wooncultuur maar moeilijk in gedijt. Het dichte weefsel van de Brabantwijk vormt een makkelijk te claimen biotoop voor deze etnisch gekleurde stedelijkheid. Een stedelijkheid die werkt, maar niet voor de figuranten uit de slimme groei formule. De werkzaamheid van dit proces doet beroep op een heel ander soort vernuft en noodzaak.

Maar sijpelt de moderniteit en de vernieuwing niet door tot in de kleinstad? Ongetwijfeld. Ze wordt wellicht geabsorbeerd, misschien zelfs geneutraliseerd in het oersterke kleinstedelijke idioom. Ondanks het feit dat kleinstedelijkheid de 4. Rudi Laermans, “Stad en cultuur in de veralgemeende moderniteit” In: De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Voorstudies Witboek Stedenbeleid Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (2003) p. 209-231. 5. Bruno De Meulder en Maureen Heyns, “Gebroken Spiegelpaleis. Stedelijke cultuur en cultureel activisme in Brussel” In: de Architect, 2003 (34), 11, p.22-29.

41


dominante modus van stedelijkheid is, is het - zoveel is ondertussen duidelijk - moeilijk om van de kleinstad te houden. Het dichtheidsbombardement dat de kleinsteden de laatste tijd te verwerken krijgen, zou kunnen worden voorgesteld als een metropolitaans Paard van Troje dat de kleinstad tegen wil en dank grootstedelijk uiteindelijk het ideaaltypisch milieu van de stadstheorie - maakt. Het dichtheidsoffensief is daarmee een soort ‘bevrijdingsoorlog’. Maar het is maar zeer de vraag of die oorlog überhaupt gewonnen kan worden en of het een gerechtvaardigde oorlog is. Het is immers het geëigend ontwikkelingsconcept voor de kleinstad waar de dichtheidsapostelen allengs aan voorbijgaan, een ontwikkelingsconcept dat ‘het eigene van het gewone’ respecteert. Zoals eerder gesteld: een dichtheidsbombardement op zich gaat hier niet veel aan verhelpen. Noodzakelijk, maar verre van voldoende. De politieke dichtheidsdynamica en de markt De ‘slimme groeiformule’ waarnaar we hierboven verwezen, is eerst en vooral een pleidooi voor een geïntegreerd beleid dat een meer evenwichtige ontwikkeling moet bewerkstelligen: een gestuurd grondbeleid van ‘selectieve herzonering’ - zowel in functie van dichtere ontwikkeling als in functie van het vrijwaren van open ruimte, maar ook ten opzichte van de publiek private samenwerking en het ontwikkelen van

42

<< Brabantwijk Brussel De Brabantwijk maakt deel uit van de 19de eeuwse gordel van Brussel. Het raster van deze stationswijk wordt gekenmerkt door een dubbel parallellisme. In de langse richting wisselen middeleeuwse radialen en 19de eeuwse tracés elkaar af, in de dwarse richting doorbreken speculatieve straatsegmenten het door de oost-west trajecten uitgezette ritme. De superpositie van het raamwerk van spoor, ringboulevard en kruidtuin en dit schotse raster bezorgt de wijk een ambigu statuut: tegelijk op zichzelf teruggeplooid en in de stedelijke dynamiek ingebed. Dit losvast verband met de stad wordt bestendigd door de naoorlogse moderniseringsoperaties die een nieuwe modus van ontwikkeling introduceren aan de rand van de wijk. Het leeggelopen, verouderde, dichtgeslibde weefsel achter deze nieuwe stedelijke scène wordt overspoeld door opeenvolgende migratiegolven. Door een specifieke combinatie van factoren - beschikbare handelsinfrastructuur, sterk lokaal Turks netwerk, concentratie, specialisatie, concurrentie enz. - groeit de Brabantstraat uit tot hét Noord-Europees knooppunt van een transnationaal etnisch handelsnetwerk. Ook de andere noord-zuid tracés vertonen een gelijkaardige lineaire thematisering. De Brabantwijk kan dus gelezen worden als een nevenschikking van parallelle micro-universa. In de bestaande, onderontwikkelde of fragmentaire oost-west draden schuilt dan ook een latente verknoping van deze tegen elkaar aan schurende wereldjes. Enkele recente interventies in de wijk trachten dit potentieel te ontsluiten en/of de porositeiten in het weefsel te valoriseren. Anderzijds wordt de voornaamste overloopzone en potentiële ademruimte van de dichte wijk geconsumeerd door middenklasse-appartementen, keurig verpakt in een eendimensionale instantversie van het 19de eeuwse bouwblokmodel.

43


44

groeicoalities. In de feiten wordt echter snel op slechts een deel van deze maatregelen ingezet. Verdichtingsoperaties, vermits ze binnen een dergelijke strategie passen, worden zondermeer wenselijk geacht maar niet binnen een ruimer beleid geplaatst. Bovendien lijkt in steden waar een verdichtingspolitiek wordt gevoerd het beleid ertoe geneigd die dichtheid naar de herontwikkeling van reeds dichte gebieden te draineren.6 Puur stedenbouwkundig gesproken is dit niet meteen logisch en beantwoordt het zeker niet aan het objectief van een meer evenwichtige stedenbouwkundige ontwikkeling. Als het over dichtheid gaat veronderstelt een evenwichtige stedenbouwkundige ontwikkeling wellicht een gelijktijdig bespelen van twee registers: verdichten én verdunnen. Laat ons even vervelend doen. De situatie in de doorsnee Vlaamse stad indachtig lijkt ons radicale verdunning van de speculatieve negentiende-eeuwse gordels een vanzelfsprekender strategie dan een herstel van de leefbaarheid middels verdichting.7 De destijds speculatief ontwikkelde (marktconform zou dat vandaag heten) en oververdichte negentiende-eeuwse gordels bieden namelijk noch de kwaliteit van de binnenstad (voor zover deze aan thematisering en ‘gentrificatie’ prijsgegeven binnenstad überhaupt kwaliteiten heeft) noch de vrijheid en blijheid van de nevelstad. Ze verworden daardoor in ijltempo tot een stedelijk niemandsland, een ‘dense’ opeenhoping van niets dan miserabele huisvestingsomstandigheden. Dit laatste geldt overigens niet enkel voor de Vlaamse steden maar ook voor de échte metropolen. De onder zwaar speculatief geweld tot stand gekomen slaapvoorsteden van Barcelona - jawel, de zone net buiten de Ensanche waar we als kosmopolitisch toerist of architectuurmagazines verslindende intellectueel nooit komen - smeken bijvoorbeeld maar om één ding: verdunning. Verdunning die toelaat publieke ruimte te maken, voorzieningen te integreren en bovenal gewoon ademruimte; ruimte die niet is prijsgegeven aan de logica van de markt, consumptie en productie. Het gaat dan om compensatie- en decompressieruimten, onttrokken aan de commodificatie, alwaar vrijheid en experiment kunnen ontluiken, waar nieuwsoortige stedelijkheid kan worden aangemaakt. Met wat duurdere woorden: ruimte die bevrijdt en ruimte voor emancipatie. De speculatieve stad - of het nu in de metropool is of in de archetypische kleinstad van de Lage Landen - heeft heel wat evidente lessen in petto voor hen die onder de golven van de neoliberale vloedgolf proberen uit te komen: onder meer de evidente 6. Deze stelling wordt eveneens verdedigd door Martin Laplante in een recent Op-Ed op de site PLANETIZEN: http://www.planetizen.com/oped/item.php?id=115&rf=pa. In de concrete implementatie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen lijkt dezelfde politieke dynamiek door te wegen. 7. André Loeckx en Bruno De Meulder, “Wonen op zoek naar stedelijkheid, dichtheid en duurzaamheid” In: De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Voorstudies Witboek Stedenbeleid, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2003, p. 273-304. 8. Bruno De Meulder, Oswald Devisch, Rudi Laermans en Tania Vandenbroucke, Buda-eiland Kortrijk. Atlas Zuidelijk West-Vlaanderen. Fascikel 4, Kortrijk (in voorbereiding).

les dat de marktlogica een dwangmatige neiging tot overontwikkeling vertoont. De ‘smart growth’ coalitie waar we het in de inleiding over hadden is immers geen club van enkel onschuldige kinderen. Zowel softe als keiharde spelers maken deel uit van dit weldenkende gezelschap. De architectuur moet er zich wellicht voor behoeden het onnozele kind, de nar of de prostituee te zijn in deze club. Het kan immers niet de bedoeling zijn om, in het teken van een obligate weldenkendheid, zomaar de oververdichting van een architectonische verpakking te voorzien. Daarbij roept het nuchter aanschouwen van de recente ‘dichte’ woningbouwproductie in de Lage Landen jammer genoeg meermaals de vraag op waar de kwaliteit van het ‘dichte’ wonen nu wel in gelegen zou kunnen zijn. Staat het euforisch dichtheidscredo niet haaks op het verlangen in de doorsnee Nederlandse stad om van de vermaledijde (destijds marktconforme) portiekflats uit de naoorlogse tijd af te geraken? Dit alles betekent overigens niet dat we verdichting als stedelijkheidsstrategie van de kaart willen vegen. Integendeel. Het is de lichtzinnige voortvarendheid waarmee een euforisch dichtheidsideaal wordt bezongen dat ons niet bekoort. Maar dat neemt niet weg dat verdichting een register is dat moet worden bespeeld, naast een pakket andere registers, waaronder niet in het minst verdunning. Beide gaan overigens dikwijls samen. Verdichten om te verdunnen, verdunnen (uitkernen b.v.) om te verdichten. Dergelijke meersporige strategieën, die zich van het oxymoron als stijlfiguur bedienen werden bijvoorbeeld ontwikkeld in Kortrijk, een West-Vlaamse provinciestad die sinds de rake klappen van de desindustrialisatie kampt met een massa aan vacante sites, voids, leegstand en een verlies aan centraliteit.8 Naar aanleiding van een stadsproject voor het Buda-eiland werd hier een dubbelvoudige strategie ontplooid: verdunning èn selectieve verdichting. Door een groot deel van de vacante sites (voorlopig) te herbestemmen als open ruimte (ongeacht of het publiek of privaat is), krimpt het aanbod van vacante sites aanzienlijk. Deze inperking van potentieel ontwikkelbare sites creëert een schaarste die het mogelijk maakt selectief te verdichten. Voor de enkele sites die weldegelijk herontwikkeld worden kunnen dan de allerzwaarste criteria worden gehanteerd: kwaliteitseisen; het strategisch belang; de bijdrage aan de centraliteit van de stad, etc. De markt wordt hier met andere woorden in een positie gedwongen waar de obligate allesvergoelijkende marktconformiteit mat wordt gezet. De kunstmatige schaarste dwingt haar kwaliteit aan te maken. Het bijproduct van de schaarste, een overvloed aan open ruimte, wordt daarbij ingezet om de kwaliteit van het bestaande weefsel op te krikken. De dichte speculatieve stad krijgt tegelijkertijd de haar ontbrekende ademruimte. Het is geen geheim dat de doorsnee Vlaamse stad snakt naar publieke ruimte. Deze dubbele strategie - selectieve verdichting én massale verdunning - lijkt op het eerste zicht, voor Kortrijk, een geschikte manier om met haar ontwikkelingsproblematiek om te gaan, en wellicht bij nader beschouwing om de opgave van de Vlaamse

45


<< Strategisch project Kortrijk Buda (OSA - Bruno De Meulder) Kortrijks oudste stedelijke ontwikkeling strekt zich uit langsheen de noord-zuid hoofdweg die Brugge met Doornik verbindt. De stad werd gesticht op het punt waar deze route de riviervallei oversteekt. De 19de eeuwse stadsuitbreiding vinden we aan de westkant van dit historische lint terug. De locatie van het station in het zuidwesten is de drijvende kracht achter deze compacte en gestructureerde stadsuitbreiding. Aan de drassige oostkant van de stad treffen we een geheel ander landschap. Hier vinden we een amalgaam van grote instellingen, scholen en kloosters, als ook grotere industriële vestigingen in aansluiting op het kanaal Kortrijk-Bossuit dat zich aan de oostzijde van de stad bevindt. Binnen dit landschap dient zich vandaag een overdaad aan kansen voor ontwikkeling en herontwikkeling aan. Het strategisch project voor de herontwikkeling van het Buda-eiland dat zich tussen twee armen van de Leie uitstrekt, formuleert een behoudende strategie ten aanzien van deze ruimtes. Op Buda wordt een hoogkwalitatieve ontwikkeling voorzien. De andere locaties worden als een soort productieve leegte voorgesteld die toelaat een aantal open ruimtes in de oostkant van de stad te consolideren en een nieuw noord-zuid traject voor zacht verkeer uit te zetten. Eerder dan op een geforceerde groei wordt in functie van een reële inschatting van de draagkracht van de markt ingezet op enkele strategische projecten en wordt elders getemporiseerd.

46

steden in het algemeen te benaderen. Deze opgave lijkt ons niet dichtheid op zich, maar het op een wervende manier verzoenen van dichtheid en betaalbare woonkwaliteit. Het gaat er dan om de weefselcapaciteit (dichtheid dus, incluis de capaciteit om tendensen en schommelingen op te vangen) te verhogen én om het verhogen van de weefselkwaliteit zelf, van (paradoxale) weefselkenmerken als samenhang en diversiteit, herkenbaarheid en aanpasbaarheid tot de dosering van bebouwde en onbebouwde ruimte, van community en privacy, en van toegankelijkheid en afsluiting. Beide criteria, weefselcapaciteit en -kwaliteit zijn verzoenbaar en vloeien in elkaar over. Architecturale inventie De zoektocht naar dichtere ontwikkelingsmodellen heeft aanleiding gegeven tot nieuwe architectonische experimenten in stapelen en schakelen; oefeningen die vaak uitdraaien op een herhaling van de geherinterpreteerde kashbamodellen uit de zeventiger jaren. Het succes van die modellen is niet onverdeeld en laat de eindige rekbaarheid van de typologische zoektocht zien. Wat bovendien opvalt in deze modellen is de mate waarin ze, ondanks de ruimtelijke compressie, vasthouden aan een defensieve en suburbane opvatting over de onderlinge verhoudingen tussen woningen. Als we over de werkende dichtheden - de échte stedelijke dichtheden uit de grote Europese en Amerikaanse steden - nadenken zien we dat ook deze geschraagd zijn op een gesofisticeerd spectrum van typologieën. Anderzijds valt in vergelijking tot

47


de hedendaagse architectuurexperimenten de complexiteit van deze typologieën heel erg mee. De complexiteit van deze voorbeelden lijkt eerder op een stedelijk niveau, in de relatie tussen stad en woning, dan in de eigenlijke typologie te liggen. Het gaat immers veelal over varianten op een appartementstypologie, vaak binnen een speculatief opgetrokken al dan niet historisch karkas, of om varianten op de rijwoning.

48

De stedelijke inbedding en de globale attractiviteit van de plek bepalen in sterke mate welke densiteiten door de stad worden omarmd. De context, zowel ruimtelijk maar ook de heersende culturele perceptie, bepalen de grenzen waarbinnen de dichtheid van een project kan worden opgetrokken. Een experimentele invulling van wat ‘spannende kleinstedelijkheid’ zou kunnen zijn, lijkt dan ook een grotere uitdaging dan de formele introductie van een type stedelijkheid die aan een ideaaltypische grootstedelijkheid appelleert en doorgaans ver buiten de culturele rekbaarheid dreigt uit te komen. Dit veronderstelt een moeilijke zoektocht naar stedelijke figuren die aan de defensieve logica van de suburbane conditie ontsnappen, een stedelijkheid waarin de provinciestad haar rol van onvolprezen centrum voor de regio kan blijft opnemen, en zich spiegelt aan het ideaal van de complete stad: open en onvoltooid maar compleet in haar woningmarkt en voorzieningen. Het is een hele uitdaging het cultuursociologisch vertoog over kleinstedelijkheid los te maken van een reactionair antistedelijk vertoog over de kleine stad. Een genuanceerde beschrijving van de stedelijkheid die we in het gros van de steden in de lage landen terugvinden biedt, wanneer deze beschrijvingsarbeid eenmaal ter hand zou worden genomen, hiertoe genoeg stof en aanknopingspunten. Een dergelijk onderzoek kan de inhoudelijke ammunitie bieden voor een verdichtingsoffensief dat zichzelf niet voorbijloopt en zich aanpast aan de eigen wetmatigheden van de steden waar dit offensief wordt ingezet. Michiel Dehaene, Bruno De Meulder en Maureen Heyns9

9. Michiel Dehaene, Bruno De Meulder en Maureen Heyns zijn verbonden aan het departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) van de Katholieke Universiteit Leuven (K.U.Leuven).

3DG.2 Driedimensionaal Groningen Winy Maas MVRDV

49


50

Een verdichtende wereld Sinds de zeventiger jaren van de twintigste eeuw is er in de gehele wereld sprake van een groter appel op de intensivering van de stedelijke ruimte. Het is nodig om blijvend voldoende mogelijkheden te scheppen voor de huisvesting van een al groeiende wereldbevolking en om daarnaast ruimte te houden voor landbouw, natuur, recreatie en de productie van de benodigde consumptiegoederen. Uit recente demografische modellen blijkt dat vooral de stedelijke bevolking toeneemt. Er komen meer mensen met een steeds groeiende ruimtebehoefte. Ook laten de modellen zien dat de grote economische verschillen tussen de verschillende bevolkingsgroepen leidt tot meer migratie. Een grotere druk op de rijkere gebieden van de aardbol is het gevolg. Klimaatveranderingen kunnen deze migraties zelfs nog meer lokaliseren en intensiveren. Gebieden voor landbouw en bosproductie zullen zich meer en meer moeten clusteren als de tegenhangers van de dichtere steden en kalere woestijnen. Zodoende is er op mondiale schaal ook ruimte nodig voor een goede ecologische balans.

51


Bevolkingsdichtheid per km2 bron: 2002 World Population Data Sheet

Wereld

52

Macao Monaco Singapore Hong Kong Malta Baghrein Malediven Bangladesh Kanaaleilanden Barbados Taiwan Mauritius Palestijns territorium Nauru Zuid Korea Mayotte San Marino Puerto Rico Libanon Nederland

45 22150 17503 6852 6339 1187 971 937 928 777 625 621 595 554 545 487 464 450 431 418 395

53


54

55


56

Groningen Hoe kan een stad als Groningen inhoud geven aan deze ontwikkelingen? Kan de stad een exemplarische invulling geven aan een nieuwe stedelijke dynamiek? Kan het de vraag naar programma in de provincie gebruiken om de stad te verdichten en het ommeland leeg te laten? Kan de verdichting ook een economische impuls geven aan de stad? Als er ĂŠĂŠn stad in Nederland is die geschikt is voor een dergelijke operatie, dan is dat Groningen. De stad kent historisch gezien een sterk contrast met het ommeland. De stad Groningen is geen provincie zoals het Ruhrgebied, de Randstad of Brabant. Zij is geen netwerk van stadjes en steden. Stad en provincie Groningen kennen een bijna Parijs-achtig model: een dichte stad in een leeg ommeland. Met behulp van intensivering hoeft het niet nodig te zijn om nog verder uit te breiden. Een volgend Beijum of Lewenborg kan voorkomen worden. Het Groninger ommeland blijft leeg en kan in gebruikt blijven voor landbouw, natuur en recreatie. De voorzieningen in de stad kunnen zo hun bestaansrecht behouden, verbeteren en wellicht zelfs uitbreiden. Er ontstaat in de stad een levendige en noodzakelijke mix van stedelijkheid.

57


58

Waar in Groningen? Maar welke plekken komen in aanmerking? Er zijn natuurlijk veel resthoeken te vinden in de stad. Zij komen normaal gesproken als eerste in aanmerking voor een verdere benutting. Daarnaast zijn economisch (bijna) afgeschreven gebieden interessant. Maar ook gronden die momenteel niet zo intensief gebruikt worden hebben potentie en kunnen benut en aangepast worden aan de tijd. Oude scholen, kantoren en sportzalen, die eigenlijk aan een opknapbeurt toe zijn, kunnen gefinancierd door en in combinatie met woningbouw herbouwd worden. Zo kan een interessante mix ontstaan met een zeker dubbelgebruik; een zekere meerwaarde. Het betekent niet alleen meer programma voor de stad, ook leidt het tot een groter samenhorigheidsgevoel. Tot slot kunnen dergelijke projecten een katalytisch effect hebben op de rest van stad.

59


7.01

GA

RS

T HU

GA

IZ

ER

MA

A

RS

T HU

IZ

R

OV

RA

ER

ER

MA

A

R

OV

L O OP

RA

AT

L O OP

AT

intensivering van de bestaande stad

RL A

RL A

DO

DO

uitbreiding aan de Noordzijde

AN

61

AN

60

ER


Manifest(atie) Verdichting zorgt voor intrigerende architectonische uitdagingen. Met een reeks van onderzoeken en realisaties kan het project uitgroeien tot een voorbeeld voor heel Nederland. Het experiment levert nieuwe kennis op. Hoeveel licht is nodig voor een sportveld op het dak? Hoeveel licht moet er natuurlijk geleverd worden en hoeveel kan er artificieel geleverd worden? Hoe kunnen we de wind keren? Hoeveel extra infrastructuur is nodig: liften, parkeerplaatsen, hellingen? Hoeveel kan daarvan benut worden door andere programma-onderdelen? Hoeveel extra constructie is er nodig? Hoeveel van die constructie kan tevens gebruikt worden door andere programma-onderdelen? Hoeveel kosten die extra’s? Kan het medegefinancierd worden? Hoeveel en wat voor woningen kunnen dit meefinancieren? Wie gaat het sportveld beheren? Op welke tijdstippen mag de buurt het sportveld gebruiken? En wat voor meerwaarde heeft dit voor de grondprijs of huurprijs van de woningen? Dergelijke onderzoeken kunnen met hun uitkomsten vastgelegd worden in een onderzoeksdocument en vervolgens in een breed palet van realisaties. Manifest wordt daarmee manifestatie. Het project krijgt een belang en uitstraling die de stad overstijgt.

62

ŠESA/NLR

63


Referenties

64

ŠESA/NLR

65


huizen

66

67


gebouwen

68

69


gebouwen

70

71


gebouwen

72

urbanisme

73


urbanisme

74

75


urbanisme: Haarlemmermeer studie experimentele woonwijk (MVRDV)

76

77


urbanisme: KM3 - Manyfacts dichtheidstudie (MVRDV)

78

79


80

Voorbeelden Groningen

81


82

83


84

85


86

87


88

Matrix

89


PRIVÉ APARTEMENTEN

TUIN

GARAGE

ZWEMBAD

OUDEREN

CRÉCHE

PARKEREN

ZWEMBAD

HAL

FABRIEK

TAXI CENTRALE

SEMI PRIVÉ WINDMOLEN

GEMEENSCH. TUIN

FIETSENSTALLING

WERK KANTOOR

ENERGIEPARK

90

91 COMMERCIEEL

NIGHTCLUB

WINKEL

BILLBOARD

BIOSCOOP

SHOPPING MALL

THEATER

NIGHTCLUB

WINKEL

BILLBOARD

VISVIJVER

BIBLIOTHEEK

GEVANGENIS

ZIEKENHUIS

ZWEMBAD

MUSEUM

KERK

INDOORSPORT

PARKEREN

ZWEMBAD

BEGRAAFPLAATS

SPEELPLAATS

HONDENUITLAAT

CAFÉ

RESTAURANT

CAFÉ

RESTAURANT

PUBLIEK

PUBLIEK-BUITEN PARK

SPORTVELDEN

FIETSENSTALLING


NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

Inzet van de manifestatie is intensivering en functiemenging. Door toegevoegd programma naast, op, onder of tussen het standaardprogramma ontstaat een rauwe expressie van de programma’s. Door twee programma’s werkelijk te vermengen ontstaat een nieuwe typologie.

92

93

TOEGEVOEGD

TOEGEVOEGD

TOEGEVOEGD

TOEGEVOEGD

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

94

95 NIGHTCLUB

SHOP

NIGHTCLUB

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

96

97

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


SHOP

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

CAFÉ

BILLBOARD

BAR

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

BAR

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

98

99 NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

SHOP

NIGHTCLUB

BILLBOARD

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB NIGHTCLUB

CAFÉ

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

BAR


SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

NIGHTCLUB

SHOP

SHOP

SHOP

BAR

SHOP

SHOP

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

NIGHTCLUB

SHOP

CAFÉ

BILLBOARD

BAR

100

101 BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

SHOP

BILLBOARD

BILLBOARD

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

NIGHTCLUB

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

BAR

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

NIGHTCLUB

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

BAR

CAFÉ

CAFÉ

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

CAFÉ

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

CAFÉ

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

CAFÉ

SHOP

CAFÉ

CAFÉ

BILLBOARD

CAFÉ

CAFÉ


SHOP

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

NIGHTCLUB

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

SHOP

BAR

BILLBOARD

CAFÉ

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

102

103 BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

NIGHTCLUB

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

104

105

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


SHOP

CAFÉ

BILLBOARD

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

106

107 NIGHTCLUB

SHOP

NIGHTCLUB

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


NIGHTCLUB

SHOP

CAFÉ

BILLBOARD

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

108

109

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

NIGHTCLUB

BAR

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

110

111 NIGHTCLUB

SHOP

NIGHTCLUB

BILLBOARD

CAFÉ

BAR


SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

NIGHTCLUB

SHOP

CAFÉ

BILLBOARD

BAR

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

SHOP

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

112

113 NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

SHOP

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

NIGHTCLUB NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

NIGHTCLUB

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

NIGHTCLUB BILLBOARD


SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

BILLBOARD

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

CAFÉ

BILLBOARD

BAR

114

115 NIGHTCLUB BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

SHOP

BILLBOARD

BAR

BAR

BAR

CAFÉ

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

BAR

BAR

BAR

BAR

BAR

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

CAFÉ

NIGHTCLUB CAFÉ


NIGHTCLUB

SHOP

CAFÉ

BILLBOARD

BAR

NIGHTCLUB

CAFÉ

SHOP

BILLBOARD

BAR

116

117

NIGHTCLUB

CAFÉ

SHOP

BILLBOARD

BAR

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD


CAFÉ

BAR

NIGHTCLUB

CAFÉ

SHOP

BILLBOARD

BAR

118

119 NIGHTCLUB

CAFÉ

SHOP

BILLBOARD

BAR

NIGHTCLUB

CAFÉ

BAR

SHOP

BILLBOARD


NIGHTCLUB

CAFÉ

SHOP

BILLBOARD

BAR

120

121

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

NIGHTCLUB

SHOP

BILLBOARD

CAFÉ

BAR

BAR


122

123


124

125


126

127


128









Locaties en plannen

129


NW

vanaf pagina 132

130

NO

vanaf pagina 189

Plattegrond

131

ZW

vanaf pagina 233

ZO

vanaf pagina 269


132

Reitdiepzone

NW

133


locatie 4.11 Vinkhuizen, De Siersteen

137

locatie 4.09a Sportpark Vinkhuizen

141

locatie 4.09b Sportpark Vinkhuizen

145

Kappler Architekten ontwikkelaar: Christelijke Woningstichting Patrimonium Holvast en Van Woerden ontwikkelaar: Nijestee

A. Ritsema (stedenbouwkundige) ontwikkelaar: Gemeente Groningen

NW locatie 4.09c Sportpark Vinkhuizen

149

locatie 4.09c Sportpark Vinkhuizen

153

locatie 4.06a Reitdiepsplein, Tuincentrum

157

locatie 4.06b Reitdiepsplein, Oving

161

locatie 4.06c Reitdiep, Oving

165

locatie 4.06d Reitdiep, CitroĂŤn/Alfa-garage

169

locatie 4.06e Reitdiep, ACM terrein

173

locatie 4.04 Reitdiep, Spicastraat

177

locatie 4.01 Tuinbouwdwarsstraat

181

locatie 3.07 Sportpark De Hoogte

185

INBO Architecten Drachten ontwikkelaar: KUUB centrum particuliere bouw SKETS Architectuurstudio ontwikkelaar: B. Timmer projectontwikkeling

INBO Architecten Drachten ontwikkelaar: Strukton Vastgoedontwikkeling

134

SANAA (Sejima & Nishizawa) ontwikkelaar: Ontwikkelcombinatie OCR

Sacon, Zwolle ontwikkelaars: De Boer projectontwikkeling, Vestia projectontwikkeling AAS Architecten ontwikkelaar: BAM Woningbouw i.s.m. Rabo Vastgoed Kappler Architekten ontwikkelaar: SIG

Onix ontwikkelaar: Nijestee

Oving Architekten ontwikkelaar: Walsma Ontwikkeling

Diederen Dirrix Van Wylick architecten, Architecten | en | en ontwikkelaar: De Huismeesters

3.07 4.06a

4.06b/c 4.06d 4.04

135

4.01 4.11

4.06e

4.09a/b/c


136

Marco Polo beschrijft een brug, steen voor steen. ‘Maar welke is de steen waar de brug op rust?’ vraagt Kublai Kan. ‘De brug rust niet op de een of andere steen,’ antwoordt Marco, ‘maar op de lijn van de boog die de stenen vormen.’ Kublai Kan blijft zwijgen, en denkt na. Dan voegt hij eraan toe: ‘Waarom heb je het met me over de stenen? Alleen de boog interesseert me maar.’ Polo antwoordt: ‘Zonder stenen is er geen boog.’ Italo Calvino - De onzichtbare steden

locatie 4.11

Vinkhuizen, De Siersteen Kappler Architekten ontwikkelaar: Christelijke Woningstichting Patrimonium

137


138

139

situatie


zicht vanuit de keuken naar de woonkamer

140

De Siersteen is een klein buurtcentrum in de wijk Vinkhuizen, de plek waar de stedelijke vernieuwing al behoorlijk op gang is gekomen. De locatie is gelegen aan de Siersteenlaan en in de nabijheid van een onlangs vernieuwd winkelcentrum. Een intensief woonprogramma is wenselijk. Zo kan de bestaande intensivering een extra impuls krijgen. Het idee is het huidige bouwwerk te vervangen door nieuwbouw. Dit nieuwe woongebouw kan met een bijzondere clustering en stapeling gaan profiteren van de locatie: de zon in het zuiden en de drukke Siersteenlaan (tevens de doorgaande route naar de nieuwe stadswijk De Held) in het noorden. Een openbaar restaurant in de plint van het gebouw kan het functieaanbod in de wijk gaan versterken. De kern van Vinkhuizen heeft twee gezichten: een steenachtig roodgrijs bij het winkelcentrum langs de Siersteenlaan en een groen landschappelijk rond de bestaande woongebouwen. Deze uitersten ontmoeten elkaar in het ontwerp. Het smalle plaatvormige gebouw zorgt dat alle woonappartementen aan de noordzijde uitkijken op de drukte van de boulevard en aan de zuidzijde op het groen van de openbare ruimte. Hetzelfde geldt voor het restaurant op de begane grond. De nieuwe bewoners kunnen zo genieten van verschillende uitzichten. Ook profiteren zij van beide kanten van lichtinval.

locatie 4.09a

Sportpark Vinkhuizen Architectenbureau Holvast en Van Woerden ontwikkelaar: Nijestee

141


verdieping

begane grond

begane grond

woon- werkwoning

Het Sportpark Vinkhuizen grenst direct aan een parkachtige omgeving. Mede met het oog op de toekomstige nieuwe entree van de wijk Vinkhuizen hebben de velden een herschikking ondergaan. Op ongeveer tweederde van het oorspronkelijke terrein is daardoor een compact sportpark ontstaan. De vrijgekomen ruimte is verdeeld in drie verschillende percelen. Een intensieve mix van stedelijke woningen kan de toekomstige nieuwe wijkentree vorm gaan geven. Met deze entree wordt Vinkhuizen via de Friesestraatweg sterker gekoppeld aan de oude stad. Het (mogelijke) contrast tussen een hoogstedelijk milieu en het ruimtelijk zeer open opgezette sportterrein maakt het tot een unieke intensiveringslocatie. Het project valt in drie percelen uiteen. Twee daarvan zijn onderdeel van de strip die de nieuwe zuidrand van Vinkhuizen gaat vormen. De kop van de strip wordt ontwikkeld als appartementengebouw in vier lagen. De overige locaties worden ontwikkeld met woonwerk woningen.

142

doorsnede

zuidgevel

Het vierkantvormige appartementengebouw is een halve laag opgetild. Hierdoor ontstaat ruimte voor halfverdiept parkeren. De aansluiting van gebouw op maaiveld is via ‘landscaping’ tot een geleidelijke overgang gemaakt. De appartementen liggen aan een atrium met rondgaande galerijen. Op verschillende plekken zorgen trappen voor de onderlinge verbinding. Om het gebouw zo transparant mogelijk te maken en de groene omgeving naar binnen te halen zijn in alle wanden forse uitsneden gemaakt. Tussen het appartementengebouw en de eerste serie woonwerk woningen is de entree gesitueerd (de inrit van de parkeerkelder, de trap naar het verhoogde binnenplein en de lift die alle niveaus ontsluit). Aan de openbare zuidzijde van het appartementengebouw is ruimte gereserveerd voor commerciële activiteiten. Het dak is verkaveld tot volkstuintjes. Naast hun balkon of loggia krijgen de bewoners zo additioneel een extra buitenruimte, inclusief plantenkas. De woonwerk woningen zijn ontwikkeld in een tweelaagse structuur. Ze worden tweezijdig ontsloten. Aan de ene zijde bevindt zich de woning met woonkeuken, twee slaapkamers en een badkamer, met daarboven de woonkamer en het dakterras. Aan de andere zijde bevinden zich de carport, de berging en de opgang naar de praktijkruimte. Voor- en achterhuis worden van elkaar gescheiden door een patio.

situatie Vinkhuizen

143


dak met daktuinen

locatie 4.09b

Sportpark Vinkhuizen stedenbouwkundige: A. Ritsema ontwikkelaar: Gemeente Groningen

144

1e verdieping

souterrain met 28 parkeerplaatsen

145


Diamantlaan

11 appartementen à 110 m2 bvo 12 rijwoningen à 180 m2 bvo verhuurbare ruimte 550 m2 bvo 42 parkeerplaatsen op eigen terrein 10 parkeerplaatsen in park

1 6 egw a 1 7 0 m 2

40 appartementen à 90 m2 bvo verhuurbare ruimte 1200 m2 bvo 22 parkeerplaatsen op eigen terrein 20 parkeerplaatsen in park

Tussen de Verlengde Friesestraatweg en de huidige zuidrand van Vinkhuizen ontstaat een strip. Op de strip worden robuuste, horizontale gebouwen gepositioneerd die in schaal het midden houden tussen de kleinschalige rijwoningen en de hoge flatgebouwen van Vinkhuizen. De gebouwen liggen in een parklandschap dat zich uitstrekt langs het water en een verbinding maakt met de groenzone van de toekomstige ontwikkelingen langs het Reitdiep.

12 appartementen à 165 m2 bvo verhuurbare ruimte 330 m2 bvo 12 parkeerplaatsen op eigen terrein 20 parkeerplaatsen in park

10 rijwoningen à 155 m2 bvo met 80 m2 bvo werkruimte 14 appartementen à 155 m2 bvo verhuurbare ruimte 600 m2 bvo 18 parkeerplaatsen op eigen terrein 10 parkeerplaatsen in park

Fri ese str aat we g

Vanaf het parklandschap en tussen de bouwblokken worden de woningen ontsloten. Parkeren vindt plaats tussen de bomen. In de robuuste bouwblokken is een grote diversiteit van functies en woonwerk combinaties mogelijk. De strip biedt mogelijkheden voor kleine studentenwooneenheden, grote lofts, rijwoningen, kantoor-aan-huis typologieën, grote commerciële ruimten en kleine units voor startende bedrijven.

De bebouwing op de strip is opgezet als stedelijk front en markeert de nieuwe wijkentree. Daarbij blijft het parklandschap en de huidige zuidrand van Vinkhuizen goed zichtbaar. In contrast met de weidsheid van de open sportvelden vormt de bebouwing een sterke horizon. De toren aan het begin van de strip plaatst zich in de reeks van de karakteristieke hoge bebouwing van Vinkhuizen. De toren staat in de as van de Friesestraatweg en kijkt uit over het parklandschap en het centrum.

160 wooneenheden voor studenten à 48 m2 bvo verhuurbare ruimte 1000 m2 bvo 50 parkeerplaatsen op eigen terrein 20 parkeerplaatsen in park

Zie ook 4.09a Door de westelijke ringweg ondergronds te leggen en de Friesestraatweg door te trekken wordt Vinkhuizen direct aan de stad gekoppeld. De aldus ontstane Verlengde Friesestraatweg sluit aan op de Diamantlaan en ontlast de Siersteenlaan. Hierdoor kan de centrumfunctie van het gebied rond de Siersteenlaan versterkt worden.

ontsluiting

verhuurbare/ werkruimte

woning

begane grond

verdieping

146 Verlengde Friesestraatweg

N 370

147


verweven bebouwing - parklandschap

transparantie

front

locatie 4.09c

Sportpark Vinkhuizen INBO Architecten Drachten ontwikkelaar: Kuub centrum particuliere bouw

koppeling Vinkhuizen - stad

hoogbouw

148

149


situatie

stedenbouwkundig plan

concept

doorsnede C

doorsnede B

eerste verdieping

binnenwereld (verhoogd binnenplein) buitenwereld zichtlijnen naar omgeving

grid 7,2 x 7,2 appartementen /parkeren commerciële ruimte en/of woon/werkunits parkeren bergingen appartementen

differentiatie ontsluitingssystemen

PVE bg: 1 t/m 4

vierde verdieping

tweede/derde verdieping

parkeren en commerciële ruimte

begane grond

doorsnede B

bouwblokken transformeren onder invloed van bezonning

differentiatie typologieën

doorsnede A

doorsnede D doorsnede A

type A 50 m2 type B 55 m2 type C 65 m2 type D 65 m2 type E 75 m2 type F 75 m2 type G 75 m2 type H 80 m2 type I 90 m2 type J 100 m2 type K 100 m2 bergingen commerciële ruimtes parkeren

corridor pleinontsluiting galerij portiek

150 151


Stedenbouw De locatie maakt deel uit van een stedenbouwkundige strip aan de zuidzijde van de wijk Vinkhuizen. De strip geeft vorm aan de nieuwe wijkentree. Om die reden wordt de strook ingevuld met forse bouwvolumes. Deze grootschaligheid sluit bovendien aan op de schaal van de hoofdontsluiting en de aangrenzende sportvelden. Begin en eind van de strip worden gemarkeerd door hoogbouwaccenten.

152

Sportpark Vinkhuizen SKETS Architectuurstudio ontwikkelaar: B. Timmer projectontwikkeling

Architectuur Binnen een stramien van 7.2 x 7.2 meter wordt gezocht naar een optimale parkeeroplossing en een maximale differentiatie in woningtypen en ontsluitingen. Achterliggend doel is een maximale keuzevrijheid voor de toekomstige bewoners. Het ontwerp bestaat uit een opengewerkt bouwblok, gepositioneerd rond een verhoogd woonplein. Het binnenterrein vergroot de diversiteit aan woonmogelijkheden. Daarnaast biedt het plein ruimte voor gezamenlijke activiteiten: het is een sociaal bindend element. Onder het plein bevindt zich de parkeervoorziening. In de plint rond de parkeervoorziening zijn ruimten gesitueerd voor dienstverlening, detailhandel of woonwerk units.

locatie 4.09c 153


207

38

205

36

32

201

28

271

5

26

9

11

269

267

24

265

10 m

7

Sportvelden

Sportvelden

30

203

3

22

263

137

20

261

18

139

141

135

143

133

145

16

131

14

147

129

34

103

127

149

32

50 m

101

125

151

30

123

28

99

121

26

95

22

Zilve

97

24

93

aan aall Met

20

n rlaa

91

4

89

100 m

255

N

71

69

67

65

63

16

61

59

12

10

A

57

-0092

-0051

LIEP

+0092

+0085

+0078

+00611

+00541

+00471

+00302

+00232

+00162

+00092

+00913

+00843

+00773

+00604

+00534

+00464

+00394

+00225

+00155

+00085

61000+

18

14

8

6

4

C

E

4600 D

182

par

n

4600

atse rpla kee

B

C

wm

4600

wd

B

4600

300 300

30min

30min

A

A

A

1

2

3

4

5

39

42

33

40

31 31

1m

44 44

35

15

38

13

36

9-a

34

27

25

402

23

396

24

5m

17

17-b

22

at tra

19

398

19-b

ors

21

400

26

Spo 28

gld

ste

30

Eer 32

29

404

15-b

20

15

18

16

11

14

9

388

1

7

12

3

ra st al

10

5

8

3

Bo

N

d ter rar Ge

13-b

13

394

Sm

37 27 25

1m

5m

4

1

11-a

2

aat str rgh

6

7

9-b

12-a

Doorsnede A-A

0

5

at

9e verdieping

0

37 37

a 11-

406

16

1

Noord-Zuid profiel

7-a

18

Oost-West profiel

2

jn rli oo

Gr on in ge n 390 -39 2

Sp 4

- De lfz ijl 384 -38 6

1

2

7-b

10-a

3

8-a

6-a

5-b

4-a

3/1

1-a

350-3

56 354-3

2-a

52

17 16 15 14 13 12

wgr

0 2m

01

02

03

04

05

06

C

B

A

10m

8000 8000

50m

6-a

6900 1000 5000 1000 6900

10m

10

A

8000

B

20m

8000

C

N

6900

2900-

1500-

PEIL

2900+

5800+

8700+

11600+

14500+

17400+

20300+

A

A

41 parkeerplaatsen

01 1000

02 03 5000

D

D

D

1000

04 05

01

6900

7500

7500

7500

133 m2

89 m2

89 m2

89 m2

02 03

1000

stallingsruimten

stallingsruimten

126 m2

06

100 m2

6900

Parkeerlaag (-1)

wm

wm

wm

wm

wm

wm

5000

1000

C

C

cv

cv

cv

cv

cv

C

cv

04 05

06

C

B

A

K

7500

7500

7500

foyer

4600

J

B

B

vide

vide

vide

7500

7500

5e

F

6e

6e

dak

7500

stallingsruimten

A

A

dak

4e

4600

C

84 parkeerplaatsen

G

bg,1e,2e 3e

7500

114 m2

5e

D

4600

A

wm

4e

H

B

cv

4600

stallingsruimten

I 4600

7500

E

2

3

4

5

6

B

1

A

2

3

4

5

6

1

A

4600

D

A

4600

1m

C

B 4600

30min

30min

stallingsruimten

30min

30min

A

5m

1

2

3

4

5

6

1

1

2

3

4

5

N

1m

5m

N

1m

5m

Doorsnede A-A

0

3e verdieping

0

1e verdieping

0

7500

4600

0 2m

37100

2m

01

02

03

04

05

06

01

02

03

04

05

06

01

02

03

04

05

06

01

02

03

04

05

06

01

02

03

04

05

06

01

02

03

04

05

06

A

10m

A

A

A

A

A

B

bg

8000

1e

8000

2e

8000

3e

8000

4e

8000

8000

10m

C

8000

8000

8000

8000

8000

C

B

A

N

01

C

C

C

C

C

C

B

A

C

B

A

C

B

A

C

B

A

C

B

A

6900

01

01

01

01

01

03 1000

02

52300

52300

52300

appartement 13 4e verd. 58m2 5e verd. 58m2 totaal 116m2

appartement 12 4e verd. 77m2 5e verd. 50m2 totaal 127m2

6900

52300

appartement 13 4e verd. 58m2 5e verd. 58m2 totaal 116m2

03

03

03

03

03 1000

02

1000

02

1000

02

1000

02

1000

02

05 1000

04

52300

appartement 12 4e verd. 77m2 5e verd. 50m2 totaal 127m2

6900

appartement 9 3e verd. 111m2 totaal 111m2

6900

appartement 7 2e verd. 111m2 totaal 111m2

6900

appartement 1 bgg. 58m2 1e verd 58m2 totaal 116m2

appartement 2 bgg. 104m2 totaal 104m2

6900

5000

C

B

A

5000

5000

01

appartement 11 4e verd. 77m2 5e verd. 51m2 totaal 128m2

5000

5000

appartement 8 3e verd. 104m2 totaal 104m2

5000

appartement 4 1e verd. 77m2 2e verd. 51m2 totaal 128m2

6900

06

05

05

05

05

05 1000

04

5000

C

B

A

6900

6900

6900

6900

01

01

01

C

B

A

01

appartement 14 5e verd. 111m2 totaal 111m2

C

B

A

appartement 10 3e verd. 58m2 4e verd. 58m2 totaal 116m2

C

B

A

appartement 10 3e verd. 58m2 4e verd. 58m2 totaal 116m2

C

B

A

appartement 6 1e verd. 58m2 2e verd. 58m2 totaal 116m2

01

appartement 2 bgg.111m2 totaal 111m2

6900

03 1000

02

appartement 5 1e verd. 77m2 2e verd. 50m2 totaal 127m2

appartement 11 4e verd. 77m2 5e verd. 51m2 totaal 128m2

1000

04

1000

04

1000

04

1000

04

6900

6900

6900

6900

6900

6900

03

03

03

03 1000

02

1000

02

1000

02

1000

02

03 1000

02

appartement 10 4e verd. 77m2 5e verd. 51m2 totaal 128m2

appartement 9 3e verd. 58m2 4e verd. 58m2 totaal 116m2

6900

appartement 9 3e verd. 58m2 4e verd. 58m2 totaal 116m2

appartement 13 5e verd. 111m2 totaal 111m2

06

06

06

appartement 5 2e verd. 111m2 totaal 111m2

06

appartement 2 bgg.50m2 1e verd. 77m2 totaal 127m2

appartement 1 bgg. 58m2 1e verd. 58m2 totaal 116m2

06

05 1000

04

5000

appartement 10 4e verd. 77m2 5e verd. 51m2 totaal 128m2

5000

5000

appartement 7 3e verd. 104m2 totaal 104m2

5000

5000

appartement 3 bgg. 43m2 1e verd. 77m2 totaal 120m2

06

05

05

05

05

05 1000

04

1000

04

1000

04

appartement 6 2e verd. 104m2 totaal 104m2

1000

04

1000

04

Begane grond (maaiveld)

8000

8000

8000

appartement 11 4e verd. 77m2 5e verd. 50m2 totaal 127m2

appartement 12 4e verd. 58m2 5e verd. 58m2 totaal 116m2

6900

appartement 11 4e verd. 77m2 5e verd. 50m2 totaal 127m2

appartement 12 4e verd. 58m2 5e verd. 58m2 totaal 116m2

6900

appartement 8 3e verd. 111m2 totaal 111m2

6900

appartement 4 1e verd. 58m2 2e verd. 58m2 totaal 116m2

6900

6900

Begane grond, 1e t/m 5e verdieping

B

B

B

B

B

8000

20m

06

06

06

06

06

D

7500 C

4600 D

4600

5e

C

6e

4600

A

dak

B

4600

wonen

A

slapen

slapen

wonen

slapen

slapen

slapen

slapen

slapen

slapen

vide

buitenruimte

keuken

1e verdieping

wonen

begane grond

slapen

badkamer

1e verdieping

slapen

badkamer

buitenruimte

keuken

begane grond

wonen

1e verdieping

vide

studie/ overloop

badkamer

begane grond

buitenruimte

keuken

1e verdieping

slapen

badkamer

begane grond

buitenruimte

keuken

7500

4e

126 m2

Indelingsopties blauwe woning

4

3

2

B

bg,1e,2e 3e

1

7500

winkel / werk 355 m2

E

126 m2

30min

30min

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

5

met een symbolische brug aangesloten op de drie aangrenzende loftbouwblokken. Het appartementengebouw introduceert de woonstrip aan de Parklaan. De forse aanzet van het complex en de wisselwerking met de toren zorgen voor een hoogwaardig nieuw zuidelijk front van de wijk Vinkhuizen. De bewoners van het complex rijden rechtstreeks vanaf de infrastructurele knoop naar de parallelle strip, om vanaf daar gelijk het woongebouw (en de toren) in te rijden. De woningen krijgen een adres aan de Parklaan. Ook kan hier ruimte gereserveerd worden voor recreatieve en/of commerciële functies. Het verhoogde plein op de parkeerbak leidt via een hellingbaan naar de entree aan de onderzijde van het bouwblok. De foyer op de eerste verdieping zorgt voor de ontsluiting. Langs de westelijke ring wordt een geluidsbuffer gerealiseerd door middel van een atrium. Vanuit het atrium zijn

4600

bg,1e,2e 3e

4600

postkasten + bellentableau

6900

helling 13,15 m 11%

L

8000 8000

7200

De woontoren onttrekt zich aan de parcelering van de Parklaan. Het wordt een autonoom accent, een intermediair tussen de groene as van de Parklaan en het Reitdiep. De toren oriënteert zich op de westelijke ring. Het wonen is gericht op de zuid- en westzijde. De 19 bouwlagen en de plint zorgen voor een hoogte-accent van 60 meter. Het kondigt van grote afstand het stedelijk knooppunt ‘Friesestraatweg’ aan. Het ranke, licht gebogen bouwwerk wordt bekleed met een melkglazige kunststof beplating waardoor het beeld van een ‘ijspegel’ ontstaat. Ieder bouwlaag bevat drie driekamerappartementen van elk 126 m2, (59 in totaal). Bovenin is ruimte voor een loft. De schuin afgesneden top wordt bekleed met zonnecollectoren. De woontoren wordt via een opgetrokken parkeerplint fysiek gekoppeld aan het naastgelegen appartementencomplex. Beide volumes worden

wd wm

21 21

19 19

17 31

1-a

aa t 8

3-a

12

380 -38 2 374 -37 8

5-a

14

Sp oo rs tr

Tw ee de 20 22 24

23 25

27 27 29

n - Delf zijl Gron inge rlijn Spoo

7200 6200 7200 7200

7200 7200 7200 7200 7200 7200 7200 7200 7200

183

7200

7200 6200 7200 7200 7200 7200 7200 7200 7200 7200

6900 1000 5000 1000

185

6900

187

6900

189

appartement 2 bgg.111m2 totaal 111m2

181

1000

191

5000

179

1000

195 193

6900

177

appartement 2 bgg. 104m2 totaal 104m2

175 37100

173

6900

n

1000

153

5000

119

1000

171 73

6900

169 75

appartement 7 2e verd. 111m2 totaal 111m2

rlaa Zilve 2

37100

77 6900

155 4

1000

157 79

5000

12t/m2 6

appartement 8 3e verd. 104m2 totaal 104m2

117

81

1000

159 10

6900

1

appartement 9 3e verd. 111m2 totaal 111m2

11

37100

23 6900

dw 1000

30min

5000

8

m235

1000

115

83

207t/

6900

87 85

124-a

37100

163 161 12

126-b

6900

165 113

14

121-b

appartement 14 5e verd. 111m2 totaal 111m2

111

3

125

1000

16

127

5000

167 5

129

1000

109

t 131

6900

107

7

8000

9

133 358

appartement 5 1e verd. 77m2 2e verd. 50m2 totaal 127m2

altstraa 135 360

appartement 4 1e verd. 77m2 2e verd. 51m2 totaal 128m2

Kob 137

f 368 t/m

appartement 11 4e verd. 77m2 5e verd. 51m2 totaal 128m2

105

55

362

appartement 12 4e verd. 77m2 5e verd. 50m2 totaal 127m2

103

appartement 11 4e verd. 77m2 5e verd. 51m2 totaal 128m2

105

appartement 12 4e verd. 77m2 5e verd. 50m2 totaal 127m2

13

107 8000

53

appartement 1 bgg. 58m2 1e verd 58m2 totaal 116m2

15 29

109 8000

51 21

111 8000

17 31

113

appartement 6 1e verd. 58m2 2e verd. 58m2 totaal 116m2

12t/m2 49 19

115 8000

19 33

117 8000

17

119

appartement 10 3e verd. 58m2 4e verd. 58m2 totaal 116m2

35

-a

8000

47 13

121

8000

b 123-

appartement 10 3e verd. 58m2 4e verd. 58m2 totaal 116m2

4

appartement 13 4e verd. 58m2 5e verd. 58m2 totaal 116m2

5 8000

39

at

8000

6

appartement 13 4e verd. 58m2 5e verd. 58m2 totaal 116m2

21 11

8000

45 9

ra st

8000

7

8000

7

rte

8000

8

8000

5

Ko

8000

9 8000

10

8000

11

nst 8000

13

Rij 8000

12

dt van ran mb Re 8000

23

wd

7200 6200 7200

24t/m14 43

wm

41

7200

36t/m26 3

7200

1 mw

7200

154 dw

7200

30min

7200

30min

155

t raa

348

30min

mw

2

15


11600+

8700+

5800+

2900+

11600+

8700+

5800+

2900+

2m

14500+

14500+

1

17400+

17400+

7200

20300+

20300+

2

23200+

23200+

7200

26100+

26100+

3

29000+

29000+

6200

31900+

31900+

4

34800+

34800+

7200

37700+

37700+

5

40600+

40600+

10m

Westgevel

2900-

43500+

43500+

2900-

46400+

46400+

PEIL

49300+

49300+

1500-

52200+

52200+

PEIL

55100+

55100+

1500-

58000+

58000+

C

B

9211

Zuidgevel

9212 A

2900-

1500-

PEIL

2900+

5800+

8700+

11600+

14500+

17400+

20300+

23200+

26100+

29000+

31900+

34800+

37700+

40600+

43500+

46400+

49300+

52200+

55100+

58000+

9211 B

9212

Noordgevel

A

C

2900-

1500-

PEIL

2900+

5800+

8700+

11600+

14500+

17400+

20300+

2900-

1500-

PEIL

2900+

5800+

8700+

11600+

14500+

17400+

20300+

5

2m

10m

6

4

5

3

4

Westgevel

Oostgevel

6

Hoewel ze een andere uitstraling krijgen, vormen de loft-bouwblokken met de toren en het appartementencomplex een duidelijke drieeenheid. Net als de andere volumes staan ze op een parkeersokkel. Het verhoogde plein dat aldus ontstaat krijgt door toedoen van een

2

3

1

2

1

2900-

1500-

PEIL

2900+

5800+

8700+

11600+

14500+

17400+

20300+

2900-

1500-

PEIL

2900+

5800+

8700+

11600+

14500+

17400+

20300+

B

C

Zuidgevel

D

Noordgevel

A

B

C

A

D

A

2m

8000

B

10m

8000 52300

06

6900

1000

04

Zuidgevel

C

5000

1000

02

6900

01

01

6900

02

1000

03

5000

04

1000

05

6900

06

8000

B

8000

Oostgevel

A

05

Noordgevel

aanzicht B

03

Westgevel

6900

aanzicht B

06

C

05

1000

04

5000

03

1000

02

6900

01

opgetrokken scherm een meer omsloten karakter (een binnentuin op 1.5 meter). De appartementen kennen door de verticale interne geleding een grote differentiatie en flexibiliteit. Alle hebben een afwijkende verdiepingshoogte van 3.3 meter. Twee van de drie blokken bevatten 14 appartementen, variĂŤrend van netto 104 tot 128 m2. Het derde blok zweeft boven de parkeerbak en bevat 13 appartementen. Maar het is ook mogelijk de blokken individueel te voorzien van een specifiek programma. Alle bouwblokken hebben een rechtstreekse verbinding met de parkeerbak waar het parkeren en de bergingen 1:1 worden opgelost. In de gevel zijn uitsneden gemaakt. Hierdoor ontstaat het beeld van een strakgetrokken net.

3e VERDIEPING 4e VERDIEPING 5e VERDIEPING BEGANE GROND 1e VERDIEPING 2e VERDIEPING

5e VERDIEPING BEGANE GROND 1e VERDIEPING 2e VERDIEPING 3e VERDIEPING 4e VERDIEPING

5e VERDIEPING BEGANE GROND 1e VERDIEPING 2e VERDIEPING 3e VERDIEPING 4e VERDIEPING

3e VERDIEPING 4e VERDIEPING 5e VERDIEPING BEGANE GROND 1e VERDIEPING 2e VERDIEPING

de appartementen te bereiken. Ook is hier ruimte voor collectieve wintertuinen. Net als de woontoren wordt het appartementengebouw bekleed met een melkwitte huid. Over 6 bouwlagen worden 27 appartementen gerealiseerd. De grootte varieert van netto 89 m2 (driekamerappartementen) tot 126 m2. Hiermee worden diverse doelgroepen bediend.

156

Reitdiepsplein, Tuincentrum INBO Architecten Drachten ontwikkelaar: Strukton Vastgoedontwikkeling

locatie 4.06a 157


woningdifferentiatie

begane grond en eerste verdieping

tweede en derde verdieping

vierde t/m twintigste verdieping

ontsluiting

type A appartementen 100 m2 type A1 appartementen 120 m2 type A2 appartementen 85 m2 type A3 appartementen 120 m2 type A4 appartementen 110 m2 type B appartementen 85 m2 type B1 appartementen 90 m2 type C grondgebonden 100 m2 type D appartementen 80 m2 type E grondgebonden 110 m2 portiek/galerij

plattegrond torenappartementen

61500+

158

159

13500+

1500+

situatie stedenbouwkundig plan

doorsnede


Oude deels vervallen industriebebouwing karakteriseert de Reitdiepzone, gelegen tussen het water en de westelijke ringweg. Laagbouwcomplexen zorgen momenteel voor een weinig optimale benutting van de grond. De zone is zeer goed bereikbaar en biedt volop kansen voor herontwikkeling. Bouwen in de nabijheid van de ringweg is evenwel geen makkelijke opgave. Toch is voor de hele zone intensivering en functiemenging realistisch. Stapelen van verschillende woonfuncties en typologieën kan leiden tot een levendige en gevarieerde buurt. Om de kansen te vergroten wordt gepoogd de huidige ringweg verdiept en kruisingsvrij aan te leggen. Deze ingreep zorgt dat Vinkhuizen rechtstreeks(er) aan het Reitdiep en de stad gekoppeld wordt. Ook ontstaan kansen het groen dieper de stad in te brengen.

160

Stedenbouw Het plangebied maakt deel uit van een grotere stedenbouwkundige eenheid langs het Reitdiep. De locatie bevindt zich op de plek waar de strip over de noordelijke ring heen grijpt. In het stedenbouwkundig ontwerp worden de stedelijke condities en de kwaliteiten van infrastructuur en landschap met elkaar verweven. Ten noorden en zuiden van de noordelijke ring markeren 60 meter hoge landmarks de noordwestelijke entree tot Groningen. Architectuur Het ontwerp bestaat uit een opgetild maaiveld. Daarboven is ruimte voor een vier lagen tellend bouwlichaam dat in één beweging verbonden wordt met een twintig lagen hoge toren. Het maaiveld is opgedeeld in een groene ruimte en een stedelijk plein. Het groene binnenhof opent zich naar het Reitdiep, terwijl het plein zich richt op een nieuw aan te leggen haven. Onder het plein bevindt zich de parkeervoorziening. Geluidswerende bebouwing langs de ring schept de mogelijkheid de bijzondere landschappelijke kwaliteiten van het Reitdiep diep het plangebied in te trekken. De woningen worden maximaal op de zon en het Reitdiep georiënteerd. De appartementen in de woontoren bieden een wisselend uitzicht over de stad en het landschap. Een grote differentiatie in woningtypologie zorgt zowel in de toren als aan het stedelijk plein en het groene binnenhof voor een breed scala aan woonmogelijkheden.

locatie 4.06b

Reitdiepsplein, Oving SANAA (Sejima & Nishizawa) ontwikkelaar: Ontwikkelcombinatie OCR

161


A

A

A

Plataanlaan

1

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

24

2 3 4 5

maisonette

6 7

18

16%

8

19

doorsnede A

9 10

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

11

20

12

21

16%

13

22

14

23

binnentuin

15 16 17

maisonette

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

Het Reitdiep

kelder 1/500

begane grond 1/500

plattegrond 1/500

doorsnedes 1/500

doorsnede B 2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

2.9

20 flats

2.9

9 flats

3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222

2.9

20 flats

B

20 flats

B

9 flats

163 B

20 flats

2.9

3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222 3.222

2.9

162


Intensivering, vooral rond het knooppunt van de Friesestraatweg en de Plataanlaan, vormt de hoofdopzet van de plannen in de Noordelijke Reitdiepzone. Rond de knoop zijn hoge wooncomplexen voorzien. Ook wordt een nieuwe fietsbrug aangelegd die Vinkhuizen verbindt met het Zernike Complex, alwaar een belangrijk deel van de universiteit gevestigd is. Langs het Reitdiepzone kunnen de bouwblokken naar de rivierzijde toe worden geopend. Hierdoor ontstaan groene binnentuinen, direct grenzend aan het water. Langs het Reitdiep is een route voor langzaam verkeer gepland.

164

Reitdiep, Oving Sacon, Zwolle De Boer projectontwikkeling, Vestia projectontwikkeling

locatie 4.06c 165


Ontwerp units 2 en 3 Het ontwerp betreft een woongebouw met gevarieerde plattegronden en diverse ontsluitingstypologieën. Door het gebouw vorm te geven als een stedelijke wand markeert en bepaalt het de overgang tussen de drukte van de westelijke ringweg en de rust van de landelijke Reitdiepzijde. De sculpturale vorm volgt uit de schakeling van de verschillende woningen. De woningen zijn ontwikkeld in directe relatie tot de specifieke ligging. Bezonning, geluidbelasting, uitzicht en privacy waren belangrijke factoren in het ontwerpproces. Vanuit vrijwel elke woning worden de verschillende sferen van het plangebied beleefd. Door een open hoek in de achtlaagse toren hebben de woningen tot in de scherpe hoek van het bouwblok een wijds uitzicht over het Reitdiep. De openbare ruimte loopt tot aan de voet van het gebouw en wordt dankzij het ondergronds parkeren niet bepaald door ‘blik’. Het stedelijk plein met haar monumentale bomen en het groengebied sluit aan bij de schaal en sfeer van de rivieren versterkt het concept. Het gebouw is bewust niet leesbaar als een optelsom van wooneenheden. In plaats daarvan toont het zich als één volume met een eenduidige materialisatie. Het gebouw is de overgang tussen de tegenstellingen druk - rust, buiten - binnen en openbaar - privé.

doorsnede A-A

C

A

166

B

doorsnede B-B

C

A

B

doorsnede C-C situatie


derde woonlaag

woonlaag 6-8

locatie 4.06d

168

tweede woonlaag

vijfde woonlaag

eerste woonlaag

vierde woonlaag

kelder

Reitdiep, CitroĂŤn-/Alfagarage AAS Architecten ontwikkelaar: BAM Woningbouw i.s.m. RABO Vastgoed

169


een reeks van binnenstraten meandert als goudaders door het volume

170 171

de U-vormige bebouwing verweeft de hectiek van de stad met de rust van het Reitdiep


1e verdieping

Een reeks van binnenstraten en verkeersruimten zorgt voor de toegankelijkheid van het complex. Ze meanderen als goudaders door het volume en vormen routes die niet alleen praktisch, maar ook interessant zijn: men passeert de entreehal en het trappenhuis, heeft

De U-vormige bebouwing vermengt de hectiek van de stad met de rust van het Reitdiep. Tussen de bouwmassa’s ligt een oplopend plein waaronder geparkeerd kan worden. De inrit van de ondergrondse parkeergarage bevindt zich in het bouwvolume. De aangrenzende woningen hebben een privÊ-parkeerplaats en een directe toegang tot de woning. Het binnenterrein bestaat uit een nader uit te werken openbaar groengebied dat aansluit op de dijk van het Reitdiep.

begane grond

3e verdieping

4e - 7e verdieping

Het complex kent een grote verscheidenheid aan woningtypes. Het basement wordt gevormd door grondgebonden woningen in twee bouwlagen. Daarboven bevinden zich afwisselend appartementen van een of twee etages. De woningen hebben hun buitenruimte aan het binnenterrein.

uitzicht over de stad, werpt een blik op het Reitdiep en het plein, en komt uiteindelijk uit bij een cafĂŠ waar een kano gehuurd kan worden om het Reitdiep te verkennen.

2e verdieping

172

locatie 4.06e

Reitdiep, ACM-terrein Kappler Architecten ontwikkelaar: SIG Real Estate 173


zicht langs de verbinding Paddepoel - Vinkhuizen

situatie

zicht vanuit het noorden langs het Reitdiep

ateliers

cafeteria

dans theater

174

175 Reitdiep

appartementen appartementen


locatie 4.04

Reitdiep, Spicastraat Onix ontwikkelaar: Nijestee

176

Vacant City Het ACM-terrein staat in zekere zin op zichzelf. Het vormt een unieke plek in het stedelijk weefsel van Groningen. Ook staat de locatie model voor een compacte, niet-ontworpen stad: verschillende gebruikers hebben in de loop der tijd functies toegevoegd en weggehaald. Door een combinatie van deze aspecten kan een stad-in-de-stad ontstaan, gekenmerkt door een stedelijkheid die veelzijdige en verrassende ervaringen oplevert. Nieuwe functies in het bestaande silogebouw maken de ontwikkeling van woningen aantrekkelijk. Gedacht wordt aan ca. 100 eenheden. Temidden van stedelijke en culturele functies kunnen ze vorm geven aan een hedendaagse wooncultuur.

177


1 2-laags grondgebonden programma

publieke routing

2 footprint verkleinen

3 collectieve ruimte in het gebouw

nivo 1

nivo 11

nivo 0

nivo 6

ankerplekken

4 oriĂŤntatie / zonlicht

collectieve ruimte

5 routing privĂŠ buitenruimten

178 ontwikkelingsschema's gebouw

Reitdiep

179

1.

2.

grondgebonden woning maaiveld

3.

grondgebonden woning nivo 1

4.

maisonnette

appartement

typologieĂŤn nivo 11

4.

terrasheuvel

nivo 6

stratenplateau 2.

4. 3.

1.

nivo 1 nivo 0

wagenpark

situatie

0

50

100 meter

doorsnede

trappenwoud


impressie vanuit wijk

De bestaande woningen aan de Spicastraat liggen enigszins verscholen aan het Reitdiep. Ze zijn onzichtbaar vanaf de westelijke ringweg. De achterliggende naoorlogse stempelwijk Paddepoel heeft een gemiddelde dichtheid en biedt weinig kansen voor programmatische toevoegingen. Op de locatie zullen de drie oude woonschijven worden vervangen door een plan met een hogere dichtheid. Het eventueel nieuw toe te voegen programma dient een duidelijke aanvulling te zijn op de bestaande wijkvoorzieningen. ontstaansgeschiedenis van het gebouw De locatie ligt op de rand van de wijk Paddepoel. Hier wordt tussen de bestaande flats een nieuw type stedelijk woongebouw geplaatst. In aansluiting op de schaal van de woonwijk en de vraag naar grondgebonden woningen vormt een programmatisch plateau het vertrekpunt. Het plateau bestaat uit opgetilde woonstraatjes, hetgeen een terrasvormige gebouw oplevert. De voetafdruk van het gebouw wordt hierdoor gereduceerd.

180

schakelen en stapelen van woningen Een hoge dichtheid van grondgebonden woningen doet meestal een aanslag op de openbare ruimte. Daarom tillen we de bouwmassa op. Aldus ontstaat onder het gebouw ruimte voor parkeren (het wagenpark). Om optimaal gebruik te kunnen maken van de ligging aan het Reitdiep en om aan-sluiting te vinden bij de grootschaligheid van de Reitdiepzone worden de straten terrasvormig gestapeld en verschoven in de richting van het water (de terrassenheuvel). Zo ontstaat een nieuw landschappelijk woonklimaat. collectieve stedenbouwkundige vorm Het gebouw karakteriseert zich als een nieuwe landmark aan het Reitdiep. Het terrasvormige woongebouw oriĂŤnteert zich op de zonzijde en profiteert van het uitzicht over het Reitdiep. Binnenin ontstaat een collectief interieur dat aansluit op het aanliggende park (het trappenwoud). Middels openingen in de bouwmassa wordt zonlicht in de binnengebieden van het gebouw toegelaten. driedimensionale routing Door het stapelen van straten ontstaat een continue route. Deze slingert zich langs de terrassen en door het collectieve interieur omhoog om uiteindelijk via het hoofdtrappenhuis aan te sluiten op de entreehal. De trage route maakt verschillende verkeerscirculaties mogelijk en zorgt dat het gebouw geen typische voor- of achterkant, binnen- of buitenkant en privĂŠ- of ontsluitingszijde heeft. Het gebouw verenigt de open kwaliteit van het landschap en de complexe dichtheid van de stad.

trappenwoud

uitzicht over wijk

locatie 4.01

Tuinbouwdwarsstraat Oving Architecten ontwikkelaar: Walsma Ontwikkeling

181


182

183 gebouw A

situatie

referentiebeelden

gebouw B


bestaande situatie

Het blok aan de Tuinbouwdwarsstraat ligt in de directe nabijheid van het Noorderplantsoen. In het gebied staan twee scholen waarvan het gebruik in de toekomst zal komen te vervallen. De schoolgebouwen zullen worden verbouwd tot appartementen. Door een combinatie van appartementen kunnen ook woonwerkeenheden of woningen in meerdere lagen ontwikkeld worden.

184

Herbestemming van twee scholen In de noordelijke schil rond de binnenstad werden in het begin van de twintigste eeuw voor die tijd grote schoolgebouwen neergezet, veelal voor het toen in opkomst zijnde confessionele onderwijs. Aan de Tuinbouwdwarsstraat staat het katholieke complex: een kleuterschool aan de straatzijde en, verborgen op het binnenterrein, een drie verdiepingen hoge lagere school. De lagere school was oorspronkelijk symmetrisch van opzet en kende twee trappenhuizen: een voor de jongens- en een voor de meisjeshelft. De wenselijkheid van behoud van het boven zijn omgeving uittorende gebouw op het binnenterrein staat vast. Om redenen van bouwkundige samenhang wordt ook behoud van het gebouw aan de straatzijde voorgesteld. Daar kunnen vier appartementen worden gerealiseerd, elk ruim 140 m2 groot. In het grote schoolgebouw op het binnenterrein is ook plaats voor appartementen, variĂŤrend in grootte van 93 tot 253 m2. Door samenvoeging groeit het aantal typologische opties. Zo is er een gegadigde voor een eenheid van 470 m2, bestemd voor wonen en werken. Dat geeft een totaal van zeven appartementen. De combinatie wonen en werken ligt zeker voor het onderste deel van het gebouw voor de hand. Op de bovenste verdiepingen kan geprofiteerd worden van het grandioze uitzicht over het Noorderplantsoen en de binnenstad. Herinrichting van een deel van het schoolplein ten behoeve van een tuin en parkeervoorzieningen kan de locatie transformeren tot een verborgen doch bijzonder aantrekkelijk stukje stad.

locatie 3.07

Sportpark De Hoogte Diederen Dirrix Van Wylick architecten, Architecten | en | en ontwikkelaar: De Huismeesters

185


DD

CC

BB

AA

doorsnede EE

situatie

doorsnede DD

doorsnede CC

doorsnede BB

doorsnede AA

EE

186 187 doorsnede FF

FF


concept: bouwblokken

concept: openbaar gebied

concept: ontsluiting

De stedenbouwkundige opzet van het plan gaat uit van de creatie van een groene woonbuurt bestaande uit diverse woonsferen en een gedifferentieerd woningaanbod. In dit stedelijke coulissenlandschap wordt een samenhang en overgang tot stand gebracht tussen het aangrenzende tuindorp De Hoogte en het industriegebied aan overkant van de ringweg. Ook wordt het plangebied deel van een groter verband van groene zones en bijbehorende specifieke (woon)milieus die in de directe omgeving reeds aanwezig zijn. Het gebied wordt ontsloten door doodlopende verkeerslussen die in het verlengde van de bestaande wegenstructuur het gebied insteken. Door beplanting van de woonerven en een centraal gelegen groene strook wordt de bomenstructuur van de Poortstaat versterkt. De noordelijke begrenzing van het plan bestaat uit een langgerekt appartementengebouw langs de ringweg dat tevens in de noodzakelijke geluidswering voorziet. Het contact

Momenteel omvat de locatie twee wedstrijdvelden, twee oefenvelden, een gymzaaltje en een kleed- en clubaccommodatie. De totale oppervlakte van het terrein is ruim 30.000 m2. De bestaande sportvelden zullen op termijn in twee fasen verdwijnen. Met aftrek van een reservering voor de aangrenzende noordelijke ringweg en een geluidsbuffer ontstaat daarmee ruimte voor een nieuw programma. Kleinschaligheid en de creatie van grondgebonden woningen is het devies. Op de locatie zou aanvullend een nieuwe gymzaal annex kantine gerealiseerd kunnen worden.

Het zuidelijke deel van het plan sluit aan op de karaktervolle woonwijk De Hoogte. Dit gebeurt middels een voortzetting van de verkeersstructuur, de verkaveling in gesloten blokken, de schaal van de bebouwing en de traditionele kapvorm. Het parkeren vindt plaats in de tussengelegen woonerven. Naast eengezinswoningen is hier ook plaats voor een aantal ‘kangoeroewoningen’: gestapelde woningen waarin een ‘zorgbehoevende’ en ‘zorggevende’ boven elkaar kunnen wonen.

tussen wijk en omgeving wordt gewaarborgd door onderdoorgangen in het appartementengebouw. Hier is ook het parkeren ondergebracht. De noordgevel kent een dynamische opbouw van verspringende volumes met deels open, deels beglaasde galerijen. De zuidgevel sluit aan op het achterliggende kleinschalige woonmilieu. Het ritme van serres en inpandige balkons is hier rustiger. Aan de westzijde krijgt het appartementengebouw een bijzonder accent in de vorm van een aantal gestapelde functies. Het wordt bekroond met een in het oog springende gymzaal. Het appartementengebouw vormt een duidelijke architectonische en stedenbouwkundige eenheid. De laagbouwstrook is opgebouwd uit enkellaagse patiowoningen, gekoppeld aan halfvrijstaande zijtuinwoningen. De tuinen tussen de woningen zijn een voortzetting van het groengebied dat vanuit het zuiden het plan binnendringt. Het parkeren wordt in het volume opgelost.

8 apparte-menten van 97 m2, 11 appartementen van 87 m2, 6 appartementen van 76 m2, 2 atelierwoningen van 97 m2, 9 patiowoningen van 104 m2, 17 zijtuinwoningen van 109 m2, 3 zijtuinwoningen met werkruimte van 155 m2, 3 bovenwoningen met werkruimte van 192 m2, 56 tussenwoningen van 100 m2, 16 meergeneratie-hoofdwoningen van 119 m2, 16 meergeneratie-aanleunwoningen van 92 m2, 3 stadswoningen van 142 m2.

kengetallen: 1 kinderdagverblijf, 1 gymzaal, 285 parkeerplaatsen en 204 woningen waarvan 3 appartementen van 114 m2, 23 appartementen van 105 m2,

stapeling van programma

188 186

NO

Ontwikkelingszone Oosterhamrikkade

3.03a, 3.03b, 3.03c, 3.03d/e, 3.03f, 3.03j

De Oosterhamrikkade is binnen de Woningbouwcampagne een van de grootste (woning)bouwlocaties. Als stedenbouwkundige zone biedt het kansen voor de ontwikkeling van een specifieke stedelijke typologie. Deze aanvulling op het huidige aanbod in de stad geeft een nieuwe impuls aan de directe omgeving en de verkeersas richting de wijken Beijum en Leeuwenborg.

(zie voor een luchtfoto van het gebied pagina 192)

189


1.02 Hereplein, Camera bioscoop

193

3.01 Bloemsingel, voormalig Waterbedrijf

197

Kappler Architekten ontwikkelaar: Gemeente Groningen

architectenbureau Marlies Rohmer ontwikkelaar: Proper Stok

NO 4.06a

3.03a Oosterhamrikkade 5-9

201

3.03b Wielewaalplein

205

Van Ringen Architecten ontwikkelaars: Geveke Bouw, Ceylonstaete architect: Bureau Noordeloos 4.06b/c

3.07 3.03j 3.03e

ontwikkelaars: Geveke Bouw, Ceylonstaete

4.06d 3.03c Oosterhamrikkade 97-119 TANGRAM Architekten ontwikkelaar: Nijestee

190

3.03d

209

3.03c

4.04

3.03d/e Oosterhamrikkade 76-88 / 102-118 architect: Bureau Noordeloos ontwikkelaar: Nijestee

Casanova + Hernรกndez Architecten ontwikkelaar: Nijestee

4.11

3.03j Antillenstraat

AAS Architecten ontwikkelaars: woningcorporatie In, Develop Havelte, Ter Steege Vastgoed

6.25b Eemskanaal zz, bereden politie

4.06e

stedenbouwkundige: KAAP 3 ontwerpbureau ontwikkelaar: Heijmans IBC Vastgoedontwikkeling

7.04 Regattaweg

213

architect: Scheffer & Van der Wal landschapsarchitect: Lodewijk Baljon ontwikkelaars: Van Wijnen Noord, gebr. Dekker, VOF Drieweg

217

191

3.03b

4.01

3.03f Paradijsvogelstraat, Siebesma / Europan

3.03f

3.01

3.03a

221

7.04

225

229

6.25b

4.09a/b/c

1.02


locatie 1.02

192

OosterhamriktracĂŠ

Hereplein, Camera bioscoop Kappler Architekten ontwikkelaar: Gemeente Groningen

193


appartementen type B

collectieve ruimte [04]

appartementen type B [12-19]

lobby/zaal [0]

appartementen type A [05-11]

appartementen type A

collectieve ruimte

zaal (bestaand)

194

195

parkeergarage [-1]

dwarsdoorsnede

plattegronden


196

De Camera bioscoop van Nic. De Jong is een prachtig voorbeeld van een vroeg naoorlogse ontspanningruimte, gebouwd in een periode waarin sport en cultuur hun intrede deden in het dagelijks leven. De bioscoop stamt uit 1958 en staat op de gemeentelijke lijst van naoorlogse monumenten. Het pand is van grote invloed op de beleving van het Hereplein. De glazen uitbouw werd toegevoegd in de jaren ‘90 van de vorige eeuw. Het mogelijke vertrek van de bioscoop naar het Europapark noopt tot onderzoek naar de plek en de toekomst van het gebouw, incluis de huidige bioscoopzalen. De toevoeging van een nieuw woonprogramma zou het toekomstperspectief kunnen vergroten. Maat, hoogte en richting van deze toevoeging verdienen precisie, zowel op het niveau van de omgeving als het pand zelf. UP Town De ruimte in het bestaande complex leent zich uitstekend voor de ontspanning van een nieuwe generatie. Nieuwe vormen van amusement zouden er een plek kunnen krijgen. Financiering vindt plaats door toevoeging van woonruimte (letterlijk boven op de huidige bioscoop). Naast amusementsfuncties kan een deel van het bestaande pand ook (mede)gebruikt worden door de toekomstige bewoners.

locatie 3.01

Bloemsingel, voormalig Waterbedrijf architectenbureau Marlies Rohmer ontwikkelaar: Proper Stok

197


1

7

12

1

5 4

1

5

1

1

1

14

1

12

begane grond

3

1

1

12

12

2

12

12

2e verdieping

12 12

11

12

12

1

6

1

1

12

12

12

10

12

12

12

12

10

12

12

12

12

9

12

12

12

12

12

10

12

12

1

8

1

1

1

1

1e verdieping

1

12

1

12

3e verdieping

12 12

12

12

12 12

1

12

10

12

12

12

1

12

1

1

1

12

12

1 2 3 4

leslokalen n.t.b. aula n.t.b. gymzaal sportmateriaal /berging

5 kleedruimte met douche 6 conciërge/ administratie n.t.b. 7 fietsenstalling

8 bergruimte 9 insteekverdieping met bergruimte 10 trappenhuis met liften 11 HOLODECK n.t.b.

12 woning 60 m2 13 basketbalveld 14 nooduitgang n.t.b.

Programma: 45 woningen en een niet-commerciële voorziening (HTS, basisschool o.i.d.)

10

12

10

12

4e verdieping

13

doorsnede

198 199

te integreren bomen

bestaande bomen

entrées

doorwaadbaarheid

goed bezond

slecht bezond

trap als publieke ontmoetingsplaats

stedenkundig uitgangspunt CiBoGa parochiale ruimte

water - trap - sportveld

locatie op de kop van het water

gymzaal met 4 dichte zijden in het hart van het blok

trafostation - monument steeg als buffer


Op de kop van het (voormalige) Oosterhamrikkanaal bevindt zich het voormalige kantoorpand van het Groninger Waterbedrijf. De locatie grenst direct aan het CiBoGa-terrein dat momenteel in ontwikkeling is als woongebied. Aan de westzijde ligt de Korrewegwijk. De wijk stamt grotendeels uit de eerste helft van de vorige eeuw. Op de locatie bevindt zich een karakteristiek hoofdverdeelstation dat zijn functie zal behouden. Het voormalig Groninger Waterbedrijf kan plaats gaan bieden aan een woonprogramma en een gymnastiekzaal. De invulling van de locatie zal zowel programmatisch als typologisch aan moeten sluiten op het naastgelegen CiBoGa-terrein en op de Korrewegwijk. Ontwerp De stedenbouwkundige randvoorwaarden voor het CiBoGa-terrein hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het uiteindelijke ontwerp. Een van de CiBoGa-thema’s was de parochiale ruimte: een publieke ruimte binnen het bouwblok. In het ontwerp leidde dit tot een open en publieke trappartij, direct aansluitend op de zichtlijn van het Oosterhamrikkanaal. De trap genereert een zonnige, collectieve ruimte en leidt naar een basketbalveld dat boven op het trafostation gelegen is.

200

Flexibel programma gerelateerd aan jongeren Een trafostation genereert natuurlijk enige overlast. Om die reden zijn dure appartementen niet gepast. In plaats daarvan bestaat het programma uit compacte woningen voor jongeren en/of pied-à-terres voor expats. Het collectieve karakter sluit nauw aan op het idee van de parochiale ruimte, in dit geval de trap. Zo ontstaat een ontmoetingsplaats op een cruciale plek in de stad. Ook het programma op de begane grond heeft een duidelijke relatie met jongeren: de gymzaal die al in het aanvankelijke programma van de gemeente was opgenomen. Op de twee onderste lagen is bovendien ruimte voor een school. De kolommen structuur op een stramien van 7.50 meter maakt in de toekomst uitwisseling van functies mogelijk. Daarbij zijn de woningen van 60 m2 ook zeer geschikt als leslokaal. Ook de stichting Holodeck, momenteel gevestigd op de locatie, zou er een nieuwe plek kunnen krijgen. Steeg Een steeg zorgt dat het hoofdgebouw losstaat van het monumentale trafostation. Hierdoor wordt het monumentale karakter van het station niet aangetast en ontstaat een buffer tegen de straling van de traforuimte. Ook ontsluit de steeg de gymzaal die met z’n gesloten gevels in het hart van de locatie gelegen is. De steeg past in het doorwaadbare karakter van het aangrenzende CiBoGa-terrein. Trap De trap staat symbool voor collectiviteit en ontmoeting: belangrijke aspecten voor een stad en voor een programma gerelateerd aan jongeren. Ook staat het symbool voor openheid, ruimte en beweging (belangrijk in een tijd waarin de jeugdige, chips etende en tv kijkende generatie steeds dikker wordt).

locatie 3.03a

Oosterhamrikkade 5-9 Van Ringen Architecten ontwikkelaars: Geveke Bouw, Ceylonstaete

201


202

Ontwikkelingszone Oosterhamrikkade De stedenbouwkundige ontwikkeling van de Oosterhamrikkade biedt kansen voor specifieke stedelijke typologieĂŤn. Als aanvulling op het huidige aanbod kan de zone een nieuwe impuls geven aan de directe omgeving en aan de verkeersas richting de wijken Beijum en Lewenborg.

Op de locatie staat een bedrijfsgebouw van de hand van H.A. Maaskant en F. Klein, stammend uit ca. 1955. Het bedrijfspand wordt geflankeerd door twee directiewoningen. Gebouw en interieur staan op de monumentenlijst. Het toevoegen van woningbouw in 2 tot 5 lagen (bijvoorbeeld als zwevend volume boven het huidige bouwwerk) is goed mogelijk. Een andere optie is sloop. Aandacht dient gegeven te worden aan de verbinding met het naastgelegen Gorechtkanaal.

Het bestaande, sterk horizontaal gerichte bedrijfspand van Maaskant en Klein vormt de visuele basis van het ontwerp. Vier nieuwe torens worden boven op het bedrijfspand geplaatst. Ze volgen de richting van de omringende bouwblokken en sluiten daarmee aan op het hogere schaalniveau van het OosterhamriktracĂŠ. De plint bestaat uit grondgebonden woningen. De torens kunnen worden benut voor werkfuncties en woonwerk combinaties. Parkeren vindt plaats achter het gebouw. Het woonprogramma is bijzonder gevarieerd: van introverte patiowoningen tot uitbundige penthouses. De grote collectieve dakterrassen geven het geheel een specifieke identiteit.

203


doorsnedes

locatie 3.03b

Wielewaalplein architect: Bureau Noordeloos ontwikkelaars: Geveke Bouw, Ceylonstaete

204

top-etages

niveau D

begane grond

niveau C

niveau B

1e etage

2e etage

niveau A

205


niveau 1

niveau 3

begane grond

niveau 2

206

207 Ontwikkelingszone Oosterhamrikkade zie ook 3.03a De flat van architect F. Klein aan het Wielewaalplein staat op de monumentenlijst. Het is een typerend element aan het OosterhamriktracÊ en dient als zodanig behouden te blijven. De voorgelegen winkelunits verrommelen de straatwand en zijn aan een herziening toe. Deze herziening biedt mogelijkheden tot verdichting en herinrichting. Zeven winkels en de achterliggende autoboxen worden gesloopt. Ze worden vervangen door een supermarkt van circa 1500 m2. Parkeren vindt plaats achter de nieuwe supermarkt en op het dak ervan. De geparkeerde auto’s worden afgeschermd door een open dek en een daktuin. Door sloop van het woonblokje langs het water komt ruimte vrij voor een nieuw, vier lagen tellend woongebouw. Hierin is plaats voor 14 ruime flats. Bergingen en een fietsenstalling worden in het nieuwe blok opgenomen. Aan het Wielewaalplein wordt een flat geprojecteerd van 12 resp. 15 lagen, geplaatst boven op de winkelsokkel van 3 lagen. De flat zal plaats gaan bieden aan ca. 66 woningen. In haar positie respecteert de nieuwe flat het uitzicht en de bezonning van de bestaande Wielewaalflat. Ter plaatse van de huidige supermarkt worden kleinere winkelunits ingebracht. Ook wordt een nieuwe gevel geconstrueerd en worden de woningtoegangen verbeterd. Het Wielewaalplein wordt heringericht als verblijfsruimte. De beide winkelgevels worden op elkaar betrokken door zowel de bestrating als het groen op een plateau te ordenen. Alle ingrepen tezamen leiden tot een heel nieuw stedenbouwkundig ensemble. Op het niveau van de stad geven zij het Wielewaalplein een grotere betekenis.

situatie


schaduw 21 maart 10 uur

locatie 3.03c

Oosterhamrikkade 97-119 TANGRAM Architekten ontwikkelaar: Nijestee

208

schaduw 21 maart 12 uur

schaduw 21 maart 13 uur

209


Uitgangspunten van het ontwerp

Nieuw profiel Oosterhamrikkade

Analyse van de bestaande situatie

Fasering

Opvoeren van stedelijke spanning door confrontatie tussen gebouw en waterkant

210

211 Door het verschuiven van de blokken richting het water is het proces goed te faseren

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4

De posities van de verbindingslijnen over het water en aansluiting op de bestaande bebouwingsmaat bepalen de blokstructuur

Voorbeelduitwerking blok X wonen werken parkeren ontsluiting begane grond

1e verdieping

2e/3e verdieping

4e verdieping

doorsnede


Nieuw profiel Vinkenstraat Ontwikkelingszone Oosterhamrikkade zie ook 3.03a De bestaande invulling wordt aan de achterzijde begrensd door de bebouwing aan de Vinkenstraat; het langste bouwblok van de stad. De vraag is of de relatie met het kanaal verbeterd dient te worden. Of is het behoud van het blok gewenst? De voorzijde van het blok kan onderdeel worden van de diversiteit die aan de Oosterhamrikkade voorzien wordt. Deze differentiatie is nog uit te breiden met werkvoorzieningen en een hoge mate van programmamix. Ook de toevoeging van wijkgebonden voorzieningen is gewenst. Gedacht kan worden aan een sporthal.

212

De aanwezigheid van water (Oosterhamrikkanaal) en groen (Oosterpark) biedt perspectief voor een optimale leefomgeving voor de Korrewegwijk en de Oosterparkwijk. Nu liggen de buurten van elkaar afgekeerd, met het kanaal als een vergeten en separerende waterloop daartussen. Het ontwerp voor de zuidzijde van de Oosterhamrikkade richt zich op de aansluiting van de beide stadsdelen: zowel fysiek (brugverbindingen) als ruimtelijk (architectonisch). Het plan bestaat uit negen gesloten bouwblokken met elk een semi-openbaar (collectief) binnenterrein. Door de blokken dicht op elkaar te plaatsen - met smalle ‘stadsstegen’ daartussen - ontstaat een coherente doch gevarieerde en contrastrijke woon- en werkomgeving: wijds (water, groen, tracĂŠ) en nauw (steiger); breed en smal; en harde en zachte overgangen. Extra variatie in de uitwerking wordt bereikt door de inschakeling (onder supervisie) van meerdere architecten. Nieuwe bruggen sluiten aan op de smalle stegen tussen de blokken. Aan de waterzijde wordt het contrast tussen de kades opgevoerd door de blokken direct aan het water te plaatsen. Door deze verschuiving ontstaat ruimte voor een brede, groene parklaan. In verband met sfeer, sociale controle en flexibiliteit is een goede menging van bedrijvigheid en woningbouw van groot belang. In het verlengde daarvan zal de plaatsing van de functies moeten resulteren in een alzijdige uitstraling. Langs de kade en aan de Vinkenstraat krijgen de blokken een grote stedelijke maat, dit in tegenstelling tot de korte zijden (de stadsstegen). Door de onderste niveaus van de blokken een verdiepingshoogte van 3,5 meter te geven wordt totale flexibiliteit mogelijk. Dit betekent dat, afhankelijk van de positie en de gewenste invulling, woningen en bedrijven vrij kunnen worden verdeeld. De binnenterreinen kunnen per blok op verschillende niveaus en manieren bruikbaar worden gemaakt. De gebruiksmogelijkheden kunnen worden vergroot door verbindingen aan te brengen op de hogere niveaus tussen de blokken. Dit met het oog op bijzondere collectieve functies, zoals een kinderdagverblijf.

locatie 3.03d/e

Oosterhamrikkade 76-88/102-118 architect: Bureau Noordeloos ontwikkelaar: Nijestee

213


DL-1C/1 DL-1C/1 LTF domus DL-1C/1 LTF domus LTF domus

1/C1-LD

C1o-dLFDTL s1u/m sumod FTL

ediv

vide

DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

DL-1C/1 DL-1C/1 LTF domus DL-1C/1 LTF domus

1/C1-LD 1/C1-LD sumod FTL sumod FTL

ediv

vide

LTF domus DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

dakterras

dakterras

cedemdak

DL-1C/1 DL-1C/1 LTF domus LTF domus

1/C1-LD 1/C1-LD sumod FTL sumod FTL

ediv

vide

kast

DL-1C/1

keuken

LTF domus

1/C1-LD

slaapkamer

sumod FTL

badkamer wonen entree kast

slaapkamer

toilet

berging

kantoor

kantoor

DL-1C/1

berging

1/C1-LD

DL-1C/1 LTF domus

berging

/Co1d-LFDTL su1m

LTF domus

sumod FTL DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

mk

mk

toilet

toilet

kantoor

214

kantoor

kantoor

DL-1C/1

berging

1/C1-LD

DL-1C/1 LTF domus

/Co1d-LFDTL su1m

LTF domus

berging

sumod FTL DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

mk

mk

toilet

toilet

kantoor

kantoor

kantoor

DL-1C/1

berging

1/C1-LD

LTF DL-1C/1 domus

su1m /Co1d-LFDTL

LTF domus

berging

sumod FTL DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

mk

mk

toilet

toilet

kantoor

kantoor

DL-1C/1

1/C1-LD

DL-1C/1 LTF domus

/Co1d-LFDTL su1m

LTF domus

sumod FTL DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

kantoor

kantoor

DL-1C/1

1/C1-LD

DL-1C/1 LTF domus

/Co1d-LFDTL su1m

LTF domus

sumod FTL DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

kantoor

kantoor

DL-1C/1

1/C1-LD

LTF DL-1C/1 domus

s1u/m C1o-dLFDTL

LTF domus

sumod FTL DL-1C/1

1/C1-LD

LTF domus

sumod FTL

kantoor

kantoor

215


6

5

9

216

10

11

12

Ontwikkelingszone Oosterhamrikkade zie ook 3.03a Dit deel van de Oosterhamrikkade bevat Berlagiaanse blokken met woonfuncties op de begane grond. De blokken dienen behouden te blijven. De kleine bedrijfsterreinen ertussen krijgen een nieuwe inrichting. Dankzij de nieuwe invulling kan de relatie met de rest van de as verbeterd worden. Een hoge dichtheid is nodig om aan te sluiten op de geplande stedelijkheid van de radiaal. Architectonische differentiatie moet zorgen voor een levendig straatbeeld met een heel eigen ritmiek. Opdracht was een gebouw te ontwerpen met volledig uitwisselbare woon- en werkfuncties. De maximale bouwhoogte betrof 4 lagen. Verder diende het parkeren geheel op het eigen terrein opgelost te worden, dit in een dichtheid van 1,5 auto per 100 m2. Het ontwerp gaat uit van twee maal drie stroken van twee lagen die kruislings op elkaar liggen. Er is een regelmatig patroon van kernen en stijgpunten die aansluiten op de bovenste balken. Het parkeren wordt in de onderste laag van de middelste balk opgelost; betaalbaar en in een dubbele dichtheid. De twee onderste lagen krijgen een bedrijfsbestemming. De woningen zijn gesitueerd in de twee bovenste dwarsbalken. Hier ontstaan verhoogde patiowoningen. Het geheel dient de kenmerken te krijgen van een stad in de stad.

locatie 3.03f

Paradijsvogelstraat, Siebesma/Europan Casanova + Hernรกndez ontwikkelaar: Nijestee

217


Overzicht vanaf het Van Starkenborghkanaal

Ontwikkelingszone Oosterhamrikkade zie ook 3.03a Deze locatie, onderdeel van de ontwikkelingszone Oosterhamrikkade, biedt zicht op de oude industrie aan de overzijde van het water. De verschillende blokken in het gebied kunnen los van elkaar doorgezet worden, met hogere torens op de kop. Gemeenschappelijke functies kunnen in de torens worden gedeeld. Luchtbruggen kunnen zorgen voor de bereikbaarheid. De locatie kan vanuit het oosten uitgroeien tot een entree tot de stad en mag ook als zodanig worden aangekleed: er is ruimte voor een stedelijk accent.

218

1. Een basis, twee of drie verdiepingen hoog, welke bestaat uit commerciële eenheden, kleine bedrijven en appartementen. Deze plint is als een massief element en zorgt dat het geheel een stedenbouwkundige eenheid vormt. Ook definieert het op stedelijke schaal de publieke ruimtes (Parkplein, Binnenstraat en Kanaalpassage).

CONTAINER

BINNENSTRAAT

KRISTAL

METEORIET

PARKPLEIN

KANAALPASSAGE

URBAN SYMBIOSIS Voorgesteld wordt de gebieden langs het Van Starkenborghkanaal en het Oosterhamrikkanaal nieuw leven in te blazen door de invoering van een nieuwe stedelijke typologie gebaseerd op een gemengde bebouwing van woningen, bedrijfsgebouwen, kantoren en ruimten voor startende ondernemingen. Het plan bestaat uit twee elementen:

VAN STARKENBORGKANAAL

PARADIJSVOGELSTRAAT

219

2. De ‘kristallen’ bestaande uit woningen: CONTAINER Een licht, transparant, “drijvend” bouwelement is langs het kanaal geplaatst. Ruime, vier verdiepingen hoge woningen met voor- en achtertuin liggen aan het kanaal. Loggia-huis, vuurtoren, atelier, loft en huis-en-werk zijn voorbeelden van verschillende flexibele typologieën binnen dit volume. KRISTAL Dit blok is ontworpen als een licht en transparant volume, acht verdiepingen hoog, dat als een juweel boven op de massieve basis ligt en op deze manier het contrast tussen zwaar - licht / geslotenheid - transparantie / glimmend - mat / ruw - glad / licht - donker versterkt. Het kristallijne blok heeft twee basisfuncties: - Landmark en referentiepunt in de omgeving - Vanuit de woningen is het als een belvédère met prachtige panoramische uitzichten over de kanalen en het park

De container


locatie 3.03j

Antillenstraat AAS Architecten Woningcorporatie In, Develop Havelte, Ter Steege Vastgoed

220

Het kristal

221


particuliere zone

collectieve zone

Het deel grenzend aan de groenzone van de Hamburgervijver is geheel openbaar. Het gebied loopt terrasvormig op, waardoor de tuinen van het noordelijk deel uit het zicht blijven. De appartementen hebben een perfecte oriëntatie op de zon en de groenzone. Ook kijken ze uit over de binnenstad. Auto’s worden geparkeerd in de half verdiepte garages onder de appartementen.

In het noordelijke deel wordt zoveel mogelijk ruimte vrijgemaakt voor particulier gebruik. Zowel de rijwoningen als de twee-ondereen-kappen beschikken over een grote achtertuin. In de binnengebieden kunnen de bewoners doen wat ze willen. De straten tussen de woningen hebben het karakter van een hofje.

Door het gebied in tweeën te delen wordt optimaal gebruik gemaakt van de stedenbouwkundige kwaliteiten van de omgeving.

De structuur van de bestaande strookbebouwing van de Indische buurt vormt de basis van het plan. Hier zijn de achtertuinen tegen elkaar geplaatst. Losse bouwblokken, dwars op de hoofdrichting, ontnemen het zicht op de achtertuinen en markeren de strookbeëindiging. Binnen deze structuur wordt ook het plan bij de Hamburgervijver ontwikkeld.

Op de locatie ligt een bestaand scholencluster met enkele gewaardeerde gebouwen. Sommige kunnen verdwijnen, andere kunnen worden samengevoegd. Hiermee ontstaat ruimte voor nieuwe grondgebonden woningen. Het plan moet aansluiten op de omliggende groenzones. Zo kan de ingreep een grotere impact krijgen.

222 223


De Antillenstraat wordt doorgetrokken tot de Korreweg en ontsluit het nieuwe plangebied.

locatie 6.25b

Eemskanaal zz, bereden politie stedenbouwkundige: KAAP 3 ontwerpbureau ontwikkelaar: Heijmans IBC Vastgoedontwikkeling

224

Doordat de tuinen ommuurd zijn en de straten smal, ontstaat een hofjes-achtig karakter.

Perspectief over het particuliere deel met in de verte de appartementen in de collectieve zone.

225


fasering

Ee

al na ka ms

fase 1

ntw So

eg

al na ka ms Ee

fase 2

226

ntw So

eg

impressie campus

al na ka ms Ee

fase 3

visiekaart

eg ntw So

De locatie ligt centraal in het plangebied ‘Eemskanaal’. Hiervoor wordt momenteel een structuurplan opgesteld. Voor de aanliggende terreinen worden reeds concrete uitwerkingen gemaakt. De gebouwencomplexen van de brandweer en de douane zullen binnen de nieuwe structuren opgenomen worden. In ruimtelijke zin doet het stedenbouwkundig plan ‘Houtunie’ richtinggevende uitspraken: de blokken met hoogbouw staan vast en ten aanzien van de kade-invulling kan naar alternatieven worden gezocht. Een belangrijk uitgangspunt voor de kadebestemming is de mogelijke aanleg van een fiets en voetgangersbrug over het Eemskanaal, ter hoogte van het huidige complex van de bereden politie. Hierdoor wordt de locatie tot het snijpunt van belangrijke Oost - West en Noord - Zuid routes. Qua bestemming is wonen een optie, maar het verdient aanbeveling te bezien in hoeverre ook andere bestemmingen een plek zouden kunnen krijgen. Stedenbouwkundige visie Het plan voor de ‘Houtunie-locatie’ bestaat uit twee stedelijke blokken langs de Sontweg. De locatie van de ‘Bereden Politie’, onmiddellijk ten oosten van deze blokken, neemt een bijzondere positie in vanwege de geplande brug voor langzaam verkeer (fiets en voetgangers) over het Eemskanaal. In dit plan markeert de toekomstige bebouwing de brugverbinding. Het bouwblok ligt een weinig gedraaid ten opzichte van de overige blokken langs de Sontweg. Aan de zuidwestzijde is, aansluitend op de toekomstige bebouwing, een brede, parkachtige ruimte gedacht. Vanaf de Sontweg zal de nieuwe voetgangersbrug direct zichtbaar zijn. Het bouwvolume biedt mogelijkheden voor diverse architectonische composities. Openbare ruimte De zuidkade langs het Eemskanaal is samengesteld uit een brede groene zone en een stenen kade. Deze lommerrijke ruimte is ‘opgespannen’ tussen een plein in het westen en een parkachtige ruimte in het oosten - nabij de aanlanding van de voetgangersbrug. De zone wordt langs het water begrensd door bijzondere ‘kadewoningen’. De opeenvolgende reeks van plein, kade en parkachtige ruimte biedt een gevarieerde, stedelijke en recreatieve omgeving.

227


mogelijke uitwerkingsvarianten

locatie 7.04

Regattaweg landschapsarchitect: Lodewijk Baljon / architect: Scheffer & Van der Wal ontwikkelaars: Van Wijnen Noord, gebr. Dekker, VOF Drieweg

228

doorsnede A - kade

doorsnede B

doorsnede C

229


230

De locatie aan de Regattaweg ligt naast een oude dorpskern en oude industrie. Het is een verborgen plek in de stad die beschikt over een enorme kwaliteit en potentie. De zuidkade, direct gelegen aan het water, is publiek toegankelijk en biedt één van de mooiste gezichten op de stad. De omvang van de locatie geeft de mogelijkheid een nieuw stadsdeel te ontwikkelen, inclusief nieuwe typologieën. Driewegsluis en Waterknoop Het plangebied is een letterlijke knoop van verschillende infrastructurele werken, bebouwingstypologieën, functies en ruimtelijke schaalniveaus. Met drie schijnbaar los van elkaar ontwikkelde plannen speelt het ontwerp in op de diversiteit en rijkdom van het gebied. Met een classicistisch getint sluishuis wordt de sfeer van de Driewegsluis weer teruggebracht. Tussen de kastanjebomen zijn - bijna als achteloze kunstobjecten villa’s gepland. Samen met het Sluishuis ontstaat een kleinschalige bebouwing met een dorpse uitstraling die goed past bij de bestaande omgeving. In de bocht van het Van Starkenborghkanaal en het Eemskanaal ligt een terrein met een totaal andere potentie. Grenzend aan het water, op het zuiden gelegen en met uitzicht op de stad vormt het de natuurlijke begrenzing van een woonwerkgebied. Het biedt mogelijkheden tot de realisatie van een multifunctioneel gebouw met een divers programma: wonen, werken, fitness, een restaurant met skybar en een zwembad op 70 meter hoogte. De vorm van het gebouw vloeit voort uit flexibiliteit en het streven naar een optimaal uitzicht: een venster op de stad. Het gehele project is als een schakel tussen het centrum en de nieuwe woongebieden daarbuiten. Het is een project met vele facetten dat door de versterking van de aanwezige verschillen leidt tot een dynamisch woon-, werk- en recreatiegebied met stedelijke allure.

231 wonen en werken in een multi-functioneel gebouw met o.a. 155 appartementen, fitness, restaurant, zwembad, bedrijfsruimte en parkeergarage

Waterknoop


232

Driewegsluis

wonen aan het water 9 villa’s en 14 appartementen

ZW Stedenbouwkundige zone Laan Corpus den Hoorn - Van Ketwich Verschuurlaan 6.34, 6.35, 6.36a, 6.36b

De huidige Laan Corpus den Hoorn krijgt een nieuwe functie als ontsluiting tussen de snelwegen A7 en A28. Hiertoe zal aan de A7, in de zuidwestpunt van de wijk Corpus den Hoorn, een nieuwe afrit worden gerealiseerd. De bypass kan de ontwikkeling van stedelijke functies aan de randen van Corpus den Hoorn in gang zetten. Een sterke intensivering van de laan en een menging van programma’s is goed mogelijk. Het karakter van de laan zal veranderen: een herkenbare stedelijke uitstraling is op zijn plaats. Het is mogelijk dat de verstedelijking van de laan op termijn wordt doorgetrokken in de richting van De Wijert, de Van Ketwich Verschuurlaan, om uiteindelijk te eindigen op de Verlengde Hereweg. (zie voor een luchtfoto van het gebied pagina 236)

233


6.03 6.03 Koeriersterweg

TEAM 4 Architecten ontwikkelaar: Volker Wessels Vastgoed

ZW 6.09 Semmelweissstraat

241

6.13 Noord-Willemskanaal, GYAS en scholen Canadalaan

245

6.14 Hoornse Diep OZ, Vrije school

249

6.34 Laan Corpus den Hoorn, Woonzorg

253

6.35 Laan Corpus den Hoorn / Paterswoldseweg

257

6.36a Laan Corpus den Hoorn / Sportlaan

261

6.36b Laan Corpus den Hoorn, Maartenshof

265

Kappler Architekten ontwikkelaar: Nijestee

Van Herk & De Kleijn architecten ontwikkelaar: Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij

DAAD Architecten ontwikkelaars: Hoogland & Versteegh, Vlasblom Projectontwikkeling, Nijhuis Bouw

234

237

Claus en Kaan Architecten ontwikkelaars: Woonzorg nederland, Altus Woonzorg

Karelse Van der Meer Architecten ontwikkelaar: Heijmans IBC Vastgoedontwikkeling

arons en gelauff architecten ontwikkelaar: De Huismeesters

TEAM 4 Architecten ontwikkelaar: De Huismeesters

6.14

6.13

6.35 6.09 6.36a

6.34

6.36b


locatie 6.03

236

Corpus den Hoorn

Koeriersterweg TEAM 4 Architecten ontwikkelaar: Volker Wessels Vastgoed

237


impressie

238

De locatie De locatie ligt ingeklemd tussen de Koeriersterweg, de westelijke ringweg en het bestaande spoortracé. Doordat het spoortracé de oost-west gerichte zone doorkruist ontstaat er een driehoekig kavel. Ten noorden en ten zuiden van de locatie liggen bestaande woonwijken. De locatie ligt nabij het Stadspark en ligt net buiten het centrum. Het terrein is onbebouwd en heeft zowel aan de spoorbaan als aan de Koeriersterweg een ruime groene boomwal.

239 locatie

Het plan Het ontwerp bestaat uit twee woontorens met 108 appartementen. De bouwmassa’s zijn zo geplaatst dat iedere bewoner een ruim uitzicht heeft over het Stadspark of het centrum. De bebouwingsrichting sluit aan bij de kenmerkende naoorlogse strokenbouw van de wijk aan de zuidzijde van het plan. De westelijke toren heeft 17 bouwlagen met daarin twee 3- en twee 4-kamerappartementen per etage. In de bovenste laag zijn penthouses opgenomen. Op de begane grond is er een mogelijkheid voor een multifunctionele ruimte van ongeveer 400 m2. De oostelijke toren heeft 12 bouwlagen. De terreininrichting De entree van het plan ligt aan de Koeriersterweg. Zowel de woontorens als de mogelijke multifunctionele ruimte worden ontsloten vanaf een plein. Het parkeren is voorzien aan de noord- en oostzijde van het terrein. Ten behoeve van bezoekers zal de bestaande parkeervoorziening aan de Koeriersterweg worden uitgebreid. situatie


gevels

locatie 6.09

Semmelweissstraat Kappler Architekten ontwikkelaar: Nijestee

240

plattegrond

241


242

243


zicht langs de Laan Corpus den Hoorn

244

situatie

luchtfoto maquette

De locatie is gelegen in Corpus den Hoorn: de eerste echte naoorlogse uitbreidingswijk van de stad. De plek kenmerkt zich als een verzameling kleine schooltjes, een gymzaal en een dagopvang. In de wijk is behoefte aan een kwalitatieve impuls. De locatie biedt hiertoe ruime mogelijkheden. Een intensivering van het bestaande programma en een toevoeging van nieuwe woningen ligt voor de hand. Max Mix De Semmelweisslocatie speelt een centrale rol bij de ombouw van de Laan Corpus den Hoorn tot stedelijke corridor. Door toevoeging van nieuwe appartementen wordt het mogelijk de kwaliteit van de bestaande voorzieningen te verbeteren. De huidige voorzieningen worden met de nieuwe woningen ondergebracht in een samenstel van drie bouwdelen. Deze worden als drijvende objecten los in het groene gebied geplaatst. Zo wordt een maximale mix van particuliere en openbare functies mogelijk: op de begane grond, buiten en binnen de gebouwen.

locatie 6.13

Noord-Willemskanaal, GYAS en scholen Canadalaan Van Herk & De Kleijn architecten ontwikkelaar: Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij

245


Langs het Noord Willemskanaal wordt de wijk Corpus den Hoorn begrensd door een typerende naoorlogse groenzone. De zone kent een lichte bebouwing van enkele scholen en een sporthal. De wijk heeft behoefte aan een kwalitatieve impuls. De locatie biedt hiertoe ruime mogelijkheden. Allereerst gaat het daarbij om de noordelijke punt van de zone waar zich momenteel het onderkomen van roeivereniging GYAS bevindt. Hoewel de plek grenst aan het drukste kruispunt van Noord Nederland (het Julianaplein) betreft het een aantrekkelijke locatie met uitzicht over het kanaal. Aangevuld met een specifiek woonprogramma zou de roeivereniging opgenomen kunnen worden in een nieuw bijzonder wooncomplex. In een latere fase kan gedacht worden aan een combinatie van de verschillende scholen die nu verspreid in de zone liggen. Zo ontstaat ruimte voor meer groen en eventuele nieuwe woningen en voorzieningen.

locaties

I

II

III

Locatie I Het zogenaamde ‘ensemble gebouw’ staat op de kruising van twee stadszichtlijnen. Komend vanuit de stad schuift het bouwdeel ‘de mond’ in het stadsbeeld. Het gebouw vormt een poort voor het fietspad en de roeivereniging GYAS. Het bouwdeel ‘de toren’ markeert het Julianaplein.

246

Locatie II en III Op de schoollocaties ontstaat ruimte voor besloten carrés van woningen die ingepast zijn in de groenstructuur. De garages en de opgetilde tuinen zijn onderdeel van het carré. De voordeuren grenzen grotendeels aan bestaande paden. Het parkgebied krijgt hierdoor een veilige stedelijke atmosfeer.

247

Locatie I 45 en 40 woningen (± 85m2), parkeerplaatsen eronder, roeivereniging A.G.S.R. GYAS wordt hierop aangesloten met een deel nieuwbouw. Locatie II 17 grondgebonden woningen, parkeerplaats in individuele garage. Locatie III 19 grondgebonden woningen, parkeerplaats in individuele garage. III - zuidgevel

III - dwarsdoorsnede

III - westgevel

III - begane grond

III - eerste verdieping


I - begane grond

I - eerste verdieping

locatie 6.14

248 I - zevende verdieping

I - zestiende verdieping

I - oostgevel

I - noordgevel

I - westgevel

I - zuidgevel

Hoornse Diep oz, Vrije School DAAD Architecten Hoogland & Versteegh, Vlasblom Projectontwikkeling, Nijhuis Bouw

249


parkeren

16 m

school

l i f t

t r a p

2011

casco

8m

woningentree galerij

concertpianist

parkeren

casco

8m

2009

casco

flexwerker

2006 2014

248 250 249 251

school

t r a p

parkeren

woningentree

op kamers


Canyon de Chelley Onder de noemer casco worden tal van projecten op de markt gebracht waarvan de vrijheid van de bewoner doorgaans beperkt blijft tot de keuze van het keukenblok. Het dure casco is dan al zodanig ingevuld en geoptimaliseerd dat elke werkelijk persoonlijke oplossing ingewikkeld en dus opnieuw duur zal zijn. In het voorstel voor het casco-appartementencomplex op de locatie aan het Hoornsediep OZ is het casco daadwerkelijk tot en met de gevel toe door de bewoner in te vullen, te bouwen of zelf te timmeren.

De bestaande Vrije School betreft een laag gebouw, gelegen in de directe nabijheid van de ringweg. De school is goed zichtbaar vanaf het Julianaplein. Het pand is aan vervanging toe. Gelegen aan een van de meest karakteristieke entrees tot de stad en met een uitermate goede bereikbaarheid voldoet de locatie in alles aan de opzet van de Woningbouwcampagne. Potentie en kansen voor intensivering zijn volop aanwezig. Er zijn mogelijkheden voor een nieuwe school, aangevuld met woningen en appartementen.

252

Laan Corpus den Hoorn Claus en Kaan Architecten ontwikkelaars: Woonzorg Nederland, Altus Woonzorg

Het complex bestaat uit 16 appartementen van ca. 130 m2, opgedeeld in een vast deel aan de noordzijde - waar de noodzakelijke voorzieningen (kamer, keuken en sanitair) zijn ondergebracht - en een vrij in te vullen deel aan de zuidzijde van 512 m3 (8x8x8). Tussen de schijven bevindt zich een ontsluitingszone met trappen en hellingbanen. Het vaste en het vrije deel van de woning zijn via de open verkeersruimte middels loopbruggen met elkaar verbonden. In de vrije kubus kan bewoonbare binnenruimte worden gecreëerd. Er kunnen één of twee vloeren worden gehangen maar ook tuinen en terrassen vinden er even makkelijk een plek. Het beeld van het complex zal continu veranderen. De dikte van het betoncasco en de invulling met houten ‘dozen’ zorgen voor een minimum aan geluidsoverlast, zowel binnen het complex als daarbuiten. Het gebouw wordt letterlijk over de Vrije School heen gebouwd. In het bestaande volume kunnen gemeenschappelijke voorzieningen voor de bewoners worden ondergebracht (ateliers en hobbyruimten). Onder de nieuwbouw bevindt zich een parkeervoorziening. Vanuit het zuiden is het complex de eerste blikvanger vanaf het Julianaplein.

locatie 6.34 253


penthouses

254

Op de locatie staat reeds een woontoren van de hand van Claus en Kaan, stammend uit het begin van de jaren ‘90 van de twintigste eeuw. In de groenzone kan opnieuw een hoogteaccent gerealiseerd worden. De woningen in de bestaande toren van Claus en Kaan kunnen vanwege hun goede bezetting als typologisch uitgangspunt dienen. Met de naoorlogse bouw van het Maartenshof dienen beide torens een helder stedenbouwkundig ensemble te gaan vormen.

woningen

kantoren plint

parkeerautomaat

Hoornse Heem 2 Even hoog als de Martinitoren, 96 meter, is deze tweede toren bij Hoornse Heem. De toren bevat meer dan 70 appartementen, vier kantoorlagen, eigen parkeerlagen en een gemeenschappelijke hal. Vormt het bestaande Hoogheem een gesloten bouwzuil van seniorenappartementen met door glas afgeschermde winterbalkons, deze nieuwe toren straalt openheid uit door het contrast van slank uitspringende witte muurvlakken en verdiept aangebrachte staande glaswanden. Elke woonlaag omvat 3 tot 5 appartementen met ruime open balkons in verschillende kijkrichtingen. De balkons aan de oost-, west- en zuidzijde zijn per bouwlaag onder verschillende hoeken aangebracht en doorbreken daardoor de strakke verticale belijning die veel andere woontorens zo kenmerkt. De balkons aan de noordzijde vormen juist wel een verticale lijn, waardoor de twee hoofdgevels elk een eigen uitstraling krijgen.

255


locatie 6.35

256

Laan Corpus den Hoorn / Paterswoldseweg De Zwarte Hond (voorheen Karelse Van der Meer Architecten) Heijmans IBC Vastgoedontwikkeling

257


De locatie is gelegen aan het kruispunt van de Laan Corpus den Hoorn en de Paterswoldseweg: de zuidelijke entree tot de stad. Waar nu een laag kerkgebouw met iele kerktoren staat, kan een markant gebouw verrijzen dat de locatie beter benut en de zuidelijke entree onderstreept. De locatie biedt mogelijkheden voor stedelijk wonen. Uitvalswegen en openbaar vervoer naar de binnenstad zijn nabij. Ook liggen een winkelcentrum, medische voorzieningen, het Stadspark en de Hoornse Plas in de buurt.

appartementen open structuur: bijzonder programma appartementen parkeren (met vide naar hof)

Analyse van het gevraagde programma en stedenbouwkundige situatie inspireerde tot een sculpturaal complex met een flexibele gelaagde opbouw. De lagen zijn in meer of mindere mate transparant. Ze bieden een gevarieerde basis geschikt voor een typologische mix van appartementen en andere commerciële, dienstverlenende of collectieve functies. De open plattegrond mogelijkheden voor een diverse invulling. De verschillende woningtypen zijn door de vorm van vensters, uitkragingen en erkers ook buiten goed herkenbaar. Hetzelfde geldt voor de andere programmaonderdelen.

commerciële ruimte collectief binnenhof + vide

258 2. Relatie Binnenhof en groene tuin tussen de bestaande woongebouwen aan de Paterswoldseweg en de Kochstraat

Gale

nus

laa

3. Aansluiting op de bestaande bebouwing aan de Paterswoldseweg

De plint wordt gereserveerd voor parkeren, bergingen en commerciële functies. De tweede laag is volledig bestemd voor parkeren. De parkeergarage vormt een volledig opengewerkte laag die door middel van vides en hellingbanen wordt verbonden met de andere lagen van het complex. De bovenzijde van de sokkel wordt ingericht als groen binnenhof. Dit wordt doorgezet in de vides en entreepartijen van de parkeergarage. Op de begane grond gaat het groen over in de omgeving.

n

Corpus den Hoorn

lwe

isss

traa

t

g

me

Laan

Corp

Pate

rsw

olds

ewe

Sem

Koc

ace

hstr

lsu

aat

sstr

aat

3.

Par

1. Zicht op het gebouw vanaf de Laan Corpus den Hoorn

Parke er garage

us d

en H

Het complex markeert de overgang van het ontspannen groene woonmilieu van Corpus den Hoorn naar de meer grootschalige, solitaire bebouwing op de Semmelweissstrip. Daarnaast geeft het vorm aan de stadsentree. Net als veel andere bebouwing aan de Laan Corpus den Hoorn staat het Semmelweisscomplex op een plint. Bij het kruispunt is de sokkel afgerond. Zo wordt aangesloten op de lagere bebouwing en het voetgangersmilieu. Aan de zijde van de Semmelweissstrip kraagt de hoogbouw over de sokkel. Hiermee sluit het complex aan op de toekomstige grootschaliger bebouwing aldaar.

2.

oorn

1.

Mogelijke appartementen in het gebouw Panoramawoning: uitzicht over de stad

Hofwoning: wonen aan het binnenhof

Laanwoning: wonen aan de straat

259


Zicht vanaf de Laan Corpus den Hoorn. Het gebouw is onderdeel van de voorgestelde bebouwing van de Semmelweissstrip. In dit stedenbouwkundig plan worden gebouwen geplaatst in een groene setting e waarbij op de begane grond en 1 verdieping commerciële functies worden gesitueerd met daarboven appartementen. De bouwvolumes in dit plan variëren sterk in hoogte waardoor een informele skyline ontystaat van autonome gebouwen.

Principe gebouwvorm: appartementen op een sokkel. (vanuit Stedenbouwkundigplan Semmelweissstrip)

Horizontale doorsnijdingen markeren bijzonder programma in gebouw, zoals parkeren op nivo 1.

De volumes bewegen tov. elkaar, reageren op stedenbouwkundige context en schaal

locatie 6.36a

Laan Corpus den Hoorn / Sportlaan arons en gelauff architecten ontwikkelaar: De Huismeesters

260

begane grond 1. commerciële ruimte ca. 840 m2 bvo 2. parkeren 3. bergingen 4. ontsluitingen 5. entree garage 6. tuin 7. bestaande woningen Paterswoldseweg/Kochstraat

1e verdieping 8. parkeren

verdiepingen 9. appartementen 10. binnenhof 11. vide

verdiepingen (7e,10e,11e) 12. programma in open structuur (bijzondere woningen, commerciële ruimte ntb)

261


Als onderdeel van de algehele vernieuwing en uitbreiding van het Maartenshof is naast een compartiment huurwoningen ruimte voor een project van ca. 75 koopwoningen, gelegen bij de ingang tot de wijk Hoornse Meer. De vraag was deze woningen specifiek te ontwikkelen voor ‘jongere’ ouderen. In het plan zijn de woningen op subtiele wijze gekoppeld aan het bestaande verpleegtehuis. Op deze wijze kan het Maartenshof zorg leveren aan de kopers, zonder dat de relatie echt zichtbaar is. Kruispunt De toren markeert het kruispunt van de Laan Corpus Den Hoorn en de Sportlaan. De entrees tot de woningen komen aan de Sportlaan en aan het nieuwe binnenhof.

262

Slank De keus voor een kruisvormige plattegrond kwam voort uit de wens een rank ogend gebouw te maken. Dat wordt normaal gesproken bemoeilijkt omdat Nederlandse torens vanuit budgettaire overwegingen vaak minimaal vier woningen per laag moeten bevatten om rendabel te zijn. Echter, een kruisvormige plattegrond oogt in vergelijking met een vierkante plattegrond aanmerkelijk slanker. Woning Door de koppen van het kruis dichter te maken en de binnenhoeken open, ontstaan woningen die een introverte kwaliteit combineren met veel daglicht en een mooi uitzicht. Open begane grond Onder een opgetilde sokkel bevindt zich op maaiveldniveau een transparante laag. Aldus ontstaat een visuele relatie tussen het groengebied van het Maartenshof en de Laan Corpus Den Hoorn. Op de begane grond, de eerste verdieping en de tweede verdieping kunnen gemeenschappelijke en publieke voorzieningen een plek krijgen. Tuinmuur Een tuinmuur omsluit de tuin van het zorg- en verpleegcentrum Maartenshof. De muur bestaat uit een dubbele wand waarmee de verbinding tussen het Maartenshof en de toren wordt gemaakt.

263


situatie

locatie 6.36b

Laan Corpus den Hoorn, Maartenshof TEAM 4 Architecten ontwikkelaar: De Huismeesters

264

plattegrond

265


266

Nieuwe ontwikkelingen in de gezondheidszorg maken het noodzakelijk om het bestaande verpleegdeel van het Maartenshof niet alleen te vergroten, maar ook te vernieuwen. Daartoe is een plan opgesteld waarin niet alleen het verpleeghuis (met 184 verpleegkamers) wordt vernieuwd, maar tevens, binnen dezelfde structuur, 54 huurwoningen worden gerealiseerd. Het bestaande verzorgingshuis zal gehandhaafd blijven en wordt ge誰ntegreerd in de nieuwbouw. Het plan Het gebouw bestaat uit een dubbele kamstructuur waarvan de hoofdas Noord - Zuid is geplaatst. De noordzijde telt zeven bouwlagen: gelijk aan de kop van het bestaande verzorgingshuis. Het gebouw loopt aan de zuidzijde getrapt af tot drie bouwlagen. Hiermee wordt gerefereerd aan de omliggende lagere bebouwing. De nieuwe woningen bevinden zich in het zuidelijke bouwdeel en in de twee oostelijke vleugels. Door de afschuining van de oostelijke kopgevels behouden de woningen vrij uitzicht en blijft er voldoende vrije ruimte tussen de nieuwbouw en de bestaande patiowoningen. Tussen het bestaande verzorgingshuis en het nieuwe verpleeghuis zal een grote centrale hal worden gebouw, toegankelijk voor bewoners en omwonenden. De buitenruimten (hoven) tussen de vleugels krijgen elk een thema mee (b.v. bloementuin, kinderspeeltuin of revalidatietuin) die aansluit bij de aangrenzende functie in het gebouw.

267


268

ZO

Stedenbouwkundige zone Laan Corpus den Hoorn - Van Ketwich Verschuurlaan 6.17a/b, 6.19

De huidige Laan Corpus den Hoorn krijgt een nieuwe functie als ontsluiting tussen de snelwegen A7 en A28. Hiertoe zal aan de A7, in de zuidwestpunt van de wijk Corpus den Hoorn, een nieuwe afrit worden gerealiseerd. De bypass kan de ontwikkeling van stedelijke functies aan de randen van Corpus den Hoorn in gang zetten. Een sterke intensivering van de laan en een menging van programma’s is goed mogelijk. Het karakter van de laan zal veranderen: een herkenbare stedelijke uitstraling is op zijn plaats. Het is mogelijk dat de verstedelijking van de laan op termijn wordt doorgetrokken in de richting van De Wijert, de Van Ketwich Verschuurlaan, om uiteindelijk te eindigen op de Verlengde Hereweg. (zie voor een luchtfoto van het gebied pagina 272)

269


1.02

6.03

ZO

6.17a/b Vestdijklaan, gymzaal + Van Ketwich Verschuurlaan, Hotelschool Nieto Sobejano Arquitectos ontwikkelaar: Duurkens & Tichelaar

281

6.18b Van Iddekingeweg

285

6.19 Van Ketwich Verschuurlaan, Alfacollege

289

6.21 Vondellaan

293

6.29 Hereweg, Pino

297

MAD MOEHRLEINVANDELFT Architecten ontwikkelaar: Nijestee

De Nijl Architecten ontwikkelaar: Nijestee

Hosoya Schaefer Architects ontwikkelaars: Nijestee, BAM Woningbouw

architect: MVRDV ontwikkelaar: Kroeze & Partners Vastgoed

6.09

6.14 6.29

6.18a Van Iddekingeweg

Architektenbureau Van der Veen i.s.m. Aequo ontwikkelaar: Nijestee

270

273

6.35 6.36a

6.13 6.21

271

6.18a/b

6.34 6.17a/b 6.36b

6.19


locatie 6.17a/b

272

De Wijert

Vestdijklaan, gymzaal + Van Ketwich Verschuurlaan, Hotelschool Nieto Sobejano Arquitectos ontwikkelaar: Duurkens & Tichelaar

273


BUILT AREA (by program) PROGRAM

De bestaande huisvesting van de hotelschoolopleiding kent een sterk openbaar karakter vanwege het publieke gebruik van het restaurant. Echter, de hotelschool wordt als onderdeel van het nieuwe Euroborg stadion verplaatst naar het Europapark, elders in de stad. Het huidige gebouw is aan vernieuwing toe. Daarnaast is binnen de compositie van de wijk een hoog volume op zijn plaats. Gelegen in de uitloop van de stedenbouwkundige zone Laan Corpus den Hoorn is een stedelijke uitstraling wellicht opmaat tot een verdere ontdekking van de gehele Ketwich Verschuurlaan. Op de locatie aan de Vestdijklaan bevindt zich momenteel een oud gymnastieklokaal. Bestudeerd kan worden in hoeverre de sportzaal vernieuwd kan worden middels de toevoeging van woningbouw. Parkeren kan volledig ondergronds gebracht worden.

De Wijert, gebouwd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, kent reeds een veelheid aan woningtypen die samen een rijke stedelijke woonwijk vormen. Vijfhoge flatgebouwen, Noord Zuid geplaatst, worden afgewisseld door driehoge bouwblokken die Noord - West zijn georiĂŤnteerd. De Van Ketwich Verschuurlaan vormt een andere categorie van woonbebouwing: rijen eengezinswoningen volgens het tuinstadmodel, kleiner van schaal dan de modernistische flats en bouwblokken.

274

Ons voorstel omvat twee locaties die door hun onderlinge nabijheid een sterke samenhang vertonen. Op de ene locatie staat een school op de ander een gymnastiekzaal. Voorstel is om beide gebouwen te vervangen door nieuwbouw. Met het oog op de krachtige geometrie in de bebouwing van De Wijert wordt de nieuwbouw ontwikkeld als een geheel van verschillende volumes. Ze reageren sterk op de omgeving.

LOT 1

LOT 2

HOUSING

7028 m2

2920 m2

PARKING

2450 m2

920 m2

OTHER SPACES

1455 m2

429 m2

ACCES, SERVICES, STORAGE, ETC.

GYMNASIUM TOTAL M2

1631 m2

517 m2

12564 m2

4786 m2

BUILT AREA (by floor) FLOOR

LOT 1

LOT 2

BASEMEMENT

2450 m2

920 m2

GROUND FLOOR

1364 m2

605 m2

1st FLOOR

1564 m2

287 m2

2nd FLOOR

1293 m2

180 m2

3rd FLOOR

705 m2

379 m2

4th FLOOR

850 m2

379 m2

5th - 6th FLOORS

758 m2

534 m2

7th - 8th FLOORS

758 m2

758 m2

9th - 10th FLOORS

758 m2

758 m2

11th - 12th FLOORS

548 m2

13th - 16th FLOORS

1516 m2

TOTAL LOT1

12564 m2

_ _

275

4800 m2

Van Ketwich Verschuurlaan

Het project aan de Van Ketwich Verschuurlaan is een optelsom van elementen: een kantoorblok langs de laan, een rechtlijnig vijfhoog blok dat georiĂŤnteerd is op de Noord Zuidas, een rij van driehoge eengezinshuizen parallel aan de woningen achter de locatie en, tenslotte, een slanke 18 lagen hoge toren die temidden van de nieuwbouw oprijst. De toren kijkt uit over de snelweg en markeert vanuit het zuiden de toegang tot de stad. De tweede locatie, vlakbij de kruising Vestdijklaan - Van Ketwich Verschuurlaan, legt een verband met een naastgelegen kantoorgebouw. Een woontoren van 14 verdiepingen, geplaatst op de sportzaal en boven het kantoorgebouw, geeft als stedelijk element uiting aan de complexe schaalverhoudingen in het gebied. Vestdijklaan

Helene Swarthlaan

SITE PLAN

0 1 2 3 4 5

10m


TYPE 6

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 3A

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 3A

TYPE 4B

TYPE 3A

LOT 1

TYPE 6

OFFICE

TYPE 4B

TYPE 4B

TYPE 1

TYPE 4A

TYPE 4A

TYPE 1

TYPE 4A

TYPE 4A

TYPE 4A

TYPE 1

TYPE 4A

16 +48.0m 15 +45.0m 14 +42.0m 13 +39.0m 12 +36.0m 11 +33.0m 10 +30.0m 9 +27.0m 8 +24.0m 7 +21.0m 6 +18.0m 5 +15.0m 4 +12.0m

OFFICE

OFFICE

TYPE 2

TYPE 1

TYPE 2

OFFICE

OFFICE

TYPE 2

TYPE 1

TYPE 2

OFFICE

PARKING

012345

SECTION A-A

A

10m

012345

SECTION B-B

10m

012345

SECTION C-C

10m

012345

ELEVATION D-D

offices

276

+3.0m

0

+0.0m

-1

-2.7m

10m

277

UNITS TYPE

lobby

B

B 1

1

storage rooms

1

4A

storage rooms

1

4A

1

1

1

1

storage bicycle

UNIT TYPE 4B 2

2

GROUND FLOOR +0.00m

A

2

2

private garden

D 0 1 2 3 4 5

10m

2

2

2

1st FLOOR

2

2

0 1 2 3 4 5

10m

+3.0m

2nd & 3rd FLOORS +6.0m & +9.00m

0 1 2 3 4 5

10m

units

bedroom+living+ibrary

terrace

C

3A

3A

bed room

3A

bedroom+bedroom+bedroom+living+terrace

gymnasium

living room 1

4B

4B

terrace+bedroom+library+living+terrace

7

library

LOT 1

1

services

1

4th FLOOR +12.0m

+6.0m

1

offices

lobby

2

+9.0m

2

C

offices

D

3

0 1 2 3 4 5

10m

11th-12th FLOOR +33.0m / +36.0m

0 1 2 3 4 5

10m

13th-16th FLOORS +39.0m / +48.0m

0 1 2 3 4 5

10m


TYPE 3A

TYPE 7

LOT 2

TYPE 3A

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 3A

TYPE 7

TYPE 7

TYPE 3A

TYPE 3A

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 3A

TYPE 3A

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 3A

TYPE 4B

TYPE 4B

TYPE 4B

TYPE 4B

TYPE 4B

TYPE 4B

+30.0m +27.0m +24.0m +21.0m +18.0m +15.0m

TYPE 3A

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 3A

TYPE 3A

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 5

TYPE 6

TYPE 6

TYPE 3A

TYPE 3B

+12.0m +9.0m +6.0m

TYPE 3B

TYPE 3B

GYMNASIUM

GYMNASIUM

+3.0m

TYPE 3B

GYMNASIUM

UNIT TYPE 3A

+0.0m

3 bedroom+living+library

-2.7m

PARKING

units

012345

SECTION A-A

10m

SECTION B-B

012345

10m

012345

SECTION C-C

10m

012345

ELEVATION D-D

terrace

10m

bed room 1 bedroom+living+library+terrace living room

library

services

B

278

279 locker rooms

A

5

A

lobby

3B

storage rooms

lobby

C

3B

3A

6

C

gymnasium

D

GROUND FLOOR +0.00m

terrace

D 0 1 2 3 4 5

10m

1st FLOOR +3.0m

0 1 2 3 4 5

10m

2nd FLOOR

+6.0m

0 1 2 3 4 5

10m

3rd FLOOR +9.0m

0 1 2 3 4 5

10m

B 4B

4B 5

terrace

3A

4B

3A

6

3A

7

LOT 2

4B

5th & 6th FLOORS +15.0m & +18.0m

0 1 2 3 4 5

10m

7th FLOOR +21.0m

0 1 2 3 4 5

10m

4th & 8th FLOORS +12.0m & +24.0m

0 1 2 3 4 5

10m

9th & 10th FLOORS +27.0 & +30.0m

0 1 2 3 4 5

10m


HOUSING TYPES LOT 1 TYPE

#UNITS

TYPE 1 TYPE 2

LOT 2

m2/UNIT TOTAL m2

_

_

_

_

_

_

6

133

798 330

TYPE 3A TYPE 3B

#UNITS

m2/UNIT TOTAL m2

14

128

5

127

1792 635

13

133

1729

_

_

_

2

165

_

_

4

102

408

TYPE 4B

4

112

448

2

112

224

TYPE 5

2

176

352

3

176

528

TYPE 6

4

142

568

6

142

852

TYPE 7

2

215

430

4

215

860

2920

51

TYPE 4A

TOTAL M2

20

_

7028

locatie 6.18a

Van Iddekingeweg Architektenbureau Van der Veen i.s.m. Aequo ontwikkelaar: Nijestee

280

UNIT TYPE 7 units

3 bedroom+library+living+terrace

terrace

bed room 4 bedroom+2living+2 terrace living room

library

services

281


at ra st ing un B s eu um School er W

School eru Coup at sstra

thal

weg Van Iddekinge

10 m

straat Luyken AS

ra S Ho

ellaa

N

W

O

n

Situatie

gel asin am icc

Vond

50 meter

2e - 11e verdieping appartementen

Z

282

283 De bestaande school op de locatie ligt als een platte doos in de naoorlogse wijk De Wijert. Binnen de wijkcompositie is een hoger volume aan de kant van de singel goed mogelijk. De locatie kan worden ingevuld met woningen, ‘gebouwd parkeren’ en een enkele winkelbestemming. Toevoeging van een nieuwe woningtypologie kan de diversiteit in de wijk vergroten. Het plan bevat 23 grondgebonden woningen in twee en drie lagen en 40 gestapelde appartementen in tien lagen. Onder de appartementen is ruimte voor winkels of administratieve functies. Parkeerplaatsen, bergingen en secundaire toegangen tot de grondgebonden woningen bevinden zich in het souterrain, half verdiept in de grond. Het maaiveld wordt opgetild tot een dek en definieert de verschillen tussen openbaar en privĂŠ. Het dek speelt een centrale rol in het ontwerp: het dient als plateau voor de bebouwing, herbergt de verdiepte tuinen en vormt een toneel voor activiteiten. Aan de oostzijde steekt het dek de Hora Siccamasingel over om vervolgens het talud af te dalen en te eindigen als plateau boven het water. Het dek bestaat uit beton met een granulaat, waarop de bebouwing in bruingrijze steen wordt gemetseld. De gemetselde portalen maken dat ook de tuinen onderdeel worden van het gebouw.

kelder

1500-

eerste verdieping

4500+

10 m

10 m


10 m

10 m

locatie 6.18b

Van Iddekingeweg MAD MOEHRLEINVANDELFT Architecten ontwikkelaar: Nijestee

(Oost-West) langsdoorsnede

dwarsdoorsnede (Noord-Zuid)

niveau dek

1500 +

10 m

284

285


bicycle

beschermd wonen

286

De bestaande school op de locatie ligt als een platte doos in de naoorlogse wijk De Wijert. Binnen de wijkcompositie is een hoger volume aan de kant van de singel goed mogelijk. De locatie kan worden ingevuld met woningen, ‘gebouwd parkeren’ en een enkele winkelbestemming. Toevoeging van een nieuwe woningtypologie kan de diversiteit in de wijk vergroten.

kop De kop van het blok is een reactie op het omringende stedenbouwkundige weefsel. Hieronder vallen ook het ruimschoots aanwezige groen en het water. Als hoogteaccent gaat het complex een dialoog aan met de hoogbouw van de nabijgelegen zorgflat aan de Vondellaan en de kerktoren van de Salvator-Maria Parochie.

functies en dichtheid Het bouwblok kent een aantal varianten aan woningtypes, waarvan sommige een sterk multifunctioneel karakter hebben. Het plan biedt in haar maximale variant ruimte aan 56 wooneenheden, gecombineerd met multifunctionele binnen- en buitenruimtes. Qua dichtheid is hier sprake van een maximale woningbouwdichtheid van 100 woningen per hectare. Er is wonen, werken of een mix van beide mogelijk.

beschermd (binnen-)gebied Het binnengebied heeft een introvert en privaat karakter. Door glooiingen, hoogteverschillen en doorsnijdingen ontstaat een ruimtelijke ervaring van het maaiveld die een duidelijke meerwaarde in het gebruik moet opleveren.

het scherm De buitengevel is in de eerste plaats een reactie op de drukke verkeersader (de Van Iddekingeweg). Naast de letterlijke bufferwerking biedt het scherm een hoge mate aan flexibiliteit met betrekking tot functies als inpandig parkeren, wonen, werken, sporten, spelen e.a. Daarnaast staat het symbool voor het gesloten bouwblok. Op deze wijze treedt er een verzelfstandiging op van het project ten opzicht van haar omgeving, die voornamelijk uit strookbebouwing bestaat. Het scherm biedt functionaliteit en beschutting en geeft uiting aan openbaar en individueel ruimtegebruik. De activiteiten binnen het blok worden vanachter het scherm herkenbaar middels typische woontaferelen en bedrijfslogo’s.

SPORT

&

SPEL

287


locatie 6.19

288

Van Ketwich Verschuurlaan, Alfacollege De Nijl Architecten ontwikkelaar: Nijestee

289


De locatie ligt in de overgangszone tussen Helpman en de Wijert, op de hoek van de Hora Siccamasingel. Aan de oostzijde bevindt zich het Helperbad. Aan de zuidzijde ligt een deel van het Martiniziekenhuis. In de nabije toekomst zal de laatste locatie - na voltooiing van vervangende nieuwbouw op een andere plek in de stad - gesloopt en herontwikkeld worden tot de woningbouwlocatie ‘Helpermaar’. Het ontwerp bestaat uit een complex van drie gebouwen, geplaatst op een ondergrondse parkeergarage: twee gebouwen met (zorg)appartementen en een voorzieningengebouw. Het complex markeert de overgang van de gesloten bebouwingswijze rond de Herenweg naar de open bebouwingswijze van de aangrenzende naoorlogse wijk De Wijert. Het voorzieningengebouw aan de Moddermanlaan en het lage appartementengebouw aan de Hora Siccamasingel nemen de rooilijn en bouwhoogte van de omgeving over. Zo wordt gezorgd voor een inpassing in de buurt. Het hoge appartementengebouw aan de Van Ketwich Verschuurlaan is enigszins teruggelegd en heeft een werking op een grotere schaal. De drie gebouwen zorgen samen voor een compositie van verschillende buitenruimten, onderling verbonden en met betekenis voor de buurt: een groene voorruimte aan de Van Ketwich Verschuurlaan; een stenen terras met toegangen naar de appartementengebouwen; en een groene ruimte tussen het complex en het Helperbad met een nieuw voetpad langs de monumentale populieren. Het openbare karakter van de buitenruimten wordt ondersteund door de situering van de zorg- en buurtvoorzieningen op de begane grond.

290

Verdiepingen ca. 80 (zorg)appartementen 100-120 m2

Begane grond ca. 1000 m2 (zorg/buurt)voorzieningen

Kelder ca. 70 parkeerplaatsen

291


De sfeer van het complex wordt bepaald door het samenspel van gebouwen en buitenruimten. De architectuur is genuanceerd, de uitstraling open. Daarbij wordt aangesloten bij de ‘rustige sjiek’ van de bebouwing rond de Herenweg: roodbruine steen, niet massief maar in banden, gepatineerd koper, grote ramen.

Mo

dd

erm

an

laa

n

Ho ra Sic cam

3

asin

5

gel

6

2 1

4 Va

nK

etw

V ich

ers

chu

url

aan

locatie 6.21

Vondellaan Hosoya Schaefer Architects ontwikkelaar: Nijestee, BAM Woningbouw

292

1. Groene voorruimte aan Van Ketwich Verschuurlaan 2. Stenen terras met toegangen naar appartementengebouwen 3. Groene tussenruimte met voetpad langs populieren en bestaand speelveld

4. Hoog (zorg)appartementengebouw met (zorg/buurt)voorzieningen op begane grond 5. Voorzieningengebouw met (zorg/buurt)voorzieningen 6. Laag appartementengebouw

De architectuur is genuanceerd, de uitstraling open

De sfeer van het complex wordt bepaald

door het samenspel van gebouwen

en buitenruimten

293


HOUSING: 7884 m2

De locatie ligt op de kop van de centrale groenzone van de naoorlogse wijk De Wijert, amper 2 kilometer van het Groninger hoofdstation. Momenteel wordt de plek bepaald door drie enkellaagse gebouwtjes: een school, een bibliotheekfiliaal en een sporthal. De extensieve bebouwing maakt een wat rommelige indruk. Onderzocht kan worden hoe de huidige functies, 167 nieuwe woningen en extra publieksfuncties samengebracht kunnen worden in een nieuw gebouwencomplex dat de potentie van de locatie beter benut. Als sluitstuk van de centrale groenzone kan een hoogbouwaccent, wellicht het hoogste van de wijk, een verrijking zijn.

HOUSING: 6494 m2

HOUSING: 2752 m2 HOUSING: 3470 m2

HOUSING

SCHOOL: 640 m2

P PARKING: 4380 m2

De Wijert is een modernistische stempelwijk, gebouwd in strakke, zich herhalende eenheden. Iedere stempel bevat een serie van verschillende woningtypes. Het naoorlogse streven naar gemeenschapszin komt tot uiting in de groene centrale as. Behalve als groenvoorzieningen doet de as ook dienst als een locatie voor publieke functies. De projectlocatie vormt de noordpunt van de as. De plek markeert enerzijds de overgang van stad naar wijk en vormt anderzijds de afsluiting van de parkzone.

294

S

S SPORTSHAL: 2135 m2

P

PUBLIC

100 m

STEMPELS

LIBRARY: 1390 m2 EVENTS / EXHIBITIONS: 160 m2

S

FITNESS: 353 m2 GRAND CAFE: 550 m2 PHYSIOTHERAPY: 210 m2

S SPORTSHAL: 2135 m2

295

Verticaal stempel

DO

DO

DO

100 m

100 m

PUBLIC

P

Hoe kan verdichting leiden tot meer verbanden, meer afwisseling en meer particuliere ruimte? En hoe kan verdichting ondertussen bijdragen aan de formele opzet van de woonomgeving? Ons voorstel is geen verticale stad, maar een verticale stempel bestaande uit drie woongebouwen en een strook rijwoningen met volkstuintjes op het dak. Het totale complex omvat bij elkaar zo’n 31.500 m2. De woongebouwen bevatten loftruimtes, penthouses en appartementen met winterserres. De publieke voorzieningen, alle vanaf de straat bereikbaar, bevinden zich op de eerste twee bouwlagen. Een openbaar dek verbindt de publieksfuncties. De school heeft ook een eigen buitenruimte. De sporthal staat in het midden. Dit bouwdeel is als een reusachtige woonkamer voor de omringende meer ‘huiselijke’ publieksfuncties: café, leeszaal, kinderopvang, fitness- en sportruimte. Het ligt niet in de bedoeling de functies te vermengen, maar ze tamelijk informeel naast elkaar te laten bestaan; zoals zonnebaders met elkaar een strand bevolken.

INFRASTRUCTURE

P

GARDEN TYPE

GARDEN TYPE

SLAB TYPE

SLAB TYPE

COURTYARD TYPE

COURTYARD TYPE

PUBLIC SPACE

PUBLIC SPACE

Programma


d

+4.5 m

a +4.5 m

+1.0 m

sport +4.5 m

school

+3.0 m

f

+1.0 m

c

+3.0 m

+3.0 m

library

LEVEL 1

b cafe

(+ 4.5 m)

a b e

B

locatie 6.29

B

c

296

A

SECTION B A

+66.2 m

d

+45.2 m

+33.2 m

e

+12.2 m +9.0 m

+1.0 m -1.6 m

SECTION A

f

Hereweg, Pino MVRDV ontwikkelaar: Kroeze & Partners Vastgoed

297


Gevels

straat

298

De locatie ligt tegenover het Sterrebos, in een knikpunt van de zichtas van de Verlengde Hereweg. Het perceel heeft een smal front en een forse diepte (verhouding 1:3). De iets ten noorden van de locatie gelegen kantoorgebouwen bepalen de zichtas momenteel in belangrijke mate. Een nieuw te ontwikkelen appartementengebouw kan een extra nadruk leggen op de zichtas. Het gebouw zal zodanig gepositioneerd moeten worden dat ook de huidige kantoorgebouwen hun positie in de as behouden. Hoe kan de allerkleinste locatie de beginselen van de manifestatie het beste tonen en bijdragen aan de verdichtingsoperatie? Dit kan door het bestaande restaurant ‘op te vijzelen’ en te plaatsen op een sokkel van woningen. Zo wordt de verdichtingsoperatie letterlijk gemonumentaliseerd. Als een eigentijds Troje blijven de lagen van de geschiedenis zichtbaar. De sokkel bestaat uit een Chinese puzzel van 27 verschillende woningen. Elke woning heeft een eigen vorm en ideaal, uitgevoerd in beton. De woningen zijn Noord - Zuid georiĂŤnteerd en hebben zodoende bijna allemaal uitzicht over de stad.

straat

Parkeren

begane grond 10P + lobby

299

kelder (-1) 17P + techniek

Woningtypen

4 woningen per laag

3 woningen per laag

2 woningen per laag


300

Register

301


Locaties

302

Architecten/stedenbouwkundigen

Antillenstraat

221

AAS Architecten

Bloemsingel, voormalig Waterbedrijf

197

arons en gelauff architecten

261

Eemskanaal zz, bereden politie

225

Architecten | en | en

185

Hereplein, Camera bioscoop

193

Architectenbureau Holvast en Van Woerden

141

Hereweg, Pino

297

Architectenbureau Marlies Rohmer

197

Hoornse Diep OZ, Vrije school

249

Architektenbureau Van der Veen

281

Koeriersterweg

237

Bureau Noordeloos

Laan Corpus den Hoorn, Maartenshof

265

Casanova + Hernández Architecten

217

Laan Corpus den Hoorn / Paterswoldseweg

257

Claus en Kaan Architecten

253

Laan Corpus den Hoorn / Sportlaan

261

DAAD Architecten

249

Laan Corpus den Hoorn, Woonzorg

253

Diederen Dirrix Van Wylick architecten

185

Noord-Willemskanaal, GYAS en scholen Canadalaan

245

Hosoya Schaefer Architects

293

Oosterhamrikkade 5-9

201

INBO Architecten Drachten

149, 157

Oosterhamrikkade 76-88 / 102-118

213

KAAP 3 ontwerpbureau

Oosterhamrikkade 97-119

209

Kappler Architekten

Paradijsvogelstraat, Siebesma / Europan

217

MAD MOEHRLEINVANDELFT Architecten

285

Regattaweg

229

MVRDV

297

Reitdiep, ACM-terrein

173

Nieto Sobejano Arquitectos

273

Reitdiep, Citroën-/Alfagarage

169

De Nijl Architecten

289

Reitdiep, Oving

165

Onix

177

Reitdiep, Spicastraat

177

Oving Architekten

181

Reitdiepsplein, Oving

161

A. Ritsema

145

Reitdiepsplein, Tuincentrum

157

Sacon, Zwolle

165

Semmelweissstraat

241

SANAA (Sejima & Nishizawa)

161

Sportpark De Hoogte

185

Scheffer & Van der Wal

229

Sportpark Vinkhuizen

141, 145, 149, 153

SKETS Architectuurstudio

153

Tuinbouwdwarsstraat Van Iddekingeweg

181 281, 285

TANGRAM Architekten TEAM 4 Architecten

169, 221

205, 213

225 137, 173, 193, 241

209 237, 265

Van Ketwich Verschuurlaan, Alfacollege

289

Van Herk & De Kleijn architecten

245

Van Ketwich Verschuurlaan/Vestdijklaan

273

Van Ringen Architecten

201

Vinkhuizen, ‘De Siersteen’

137

De Zwarte Hond (voorheen Karelse Van der Meer Architecten)

257

Vondellaan

293

Wielewaalplein

205

303


Ontwikkelaars Woonzorg Nederland

253

Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij BAM Woningbouw De Boer projectontwikkeling

165

Ceylonstaete

201, 205

gebr. Dekker

229

Develop Havelte

221

VOF Drieweg

229

Duurkens & Tichelaar

273

Gemeente Groningen

145, 193

Geveke Bouw

201, 205

Heijmans IBC Vastgoedontwikkeling

225, 257

Hoogland & Versteegh

249

De Huismeesters

304

245 169, 293

185, 261, 265

Woningcorporatie In

221

Kroeze & Partners Vastgoed

297

KUUB centrum particuliere bouw

149

Nijestee

141, 177, 209, 213, 217, 241, 281, 285, 289, 293

Nijhuis Bouw

249

Ontwikkelcombinatie OCR

161

Christelijke Woningstichting Patrimonium

137

Proper Stok

197

Rabo Vastgoed

169

SIG Real Estate

173

Strukton Vastgoedontwikkeling

157

Ter Steege Vastgoed

221

B. Timmer projectontwikkeling

153

Vestia projectontwikkeling

165

Vlasblom Projectontwikkeling

249

Volker Wessels Vastgoed

237

Walsma Ontwikkeling

181

Van Wijnen Noord

229

Colofon

299 305


Manifestatie De Intense Stad

Hosoya Schaefer Architects, INBO Architecten (Jaap Hoekstra, Eerde Schippers), Kaap 3, Kappler Architekten (Johannes Kappler, Robert Sedlak, Bruno Ebersbach,

concept

Lutz Mürau, Frank Menzel, Markus Honka [maquettes]), MVRDV (Winy Maas,

Niek Verdonk, stadsbouwmeester

Jeroen Zuidgeest, Marc Joubert), Lodewijk Baljon Landschapsarchitecten, MAD MOEHRLEINVANDELFT Architecten, Nieto & Sobejano Arquitectos, Onix,

inspirator

Oving Architekten (Gerrit van der Meer), Kazuyo Sejima + Ryue Nishizawa / SANAA

Winy Maas

Ltd. (Kazuyo Sejima, Ryue Nishizawa, Yoshitaka Tanase, Yumiko Yamada, Christopher Parlato), SACON (Hanneke Rinkel), Scheffer & Van der Wal, TANGRAM Architekten

werkgroep Woningbouwcampagne 2003

(Bart Mispelblom Beyer, Charlotte ten Dijke, Francien van Heijst), Team 4, Van Herk

Jan Paul van den Berg, Jaap Haks, Anneke Miedema, Rob Oorthuizen, Bert Popken,

& De Kleijn, Van Ringen Architecten

Tjerk Ruimschotel, Liesbeth Uijen, Fokke van der Veer (projectleider), Niek Verdonk, Bram Verhave

tekst

Michiel Dehaene, Bruno De Meulder, Maureen Heyns, Winy Maas, ontwikkelaars

Tjerk Ruimschotel, Peter-Michiel Schaap, Niek Verdonk

Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij, BAM Woningbouw, De Boer Project-

306

ontwikkeling, Develop Havelte, Duurkens & Tichelaar, Geveke Bouw, Heijmans IBC

verdichting

Vastgoedontwikkeling, Ceylonstaete, Hoogland & Versteegh, De Huismeesters,

Het katern tussen pagina 128 en 129 is afkomstig uit Italo Calvino,

Woningcorporatie In., Kroeze & Partners Vastgoed, KUUB, Nijestee, Nijhuis Bouw,

De onzichtbare steden, vertaling: Henny Vlot. Uitgeverij Atlas, 2003

Christelijke Woningstichting Patrimonium, Proper Stok, Rabo Vastgoed, SIG Real Estate, Ter Steege Vastgoed, Strukton Bouw & Vastgoed, B. Timmer Projectontwikkeling,

onderzoek en analyses

Van Wijnen, Vestia Projectontwikkeling, Vlasblom Projectontwikkeling, Volker Wessels

Peter-Michiel Schaap, Bram Verhave (Bureau Pin.)

Vastgoed, Walsma Ontwikkeling, Woonzorg Nederland / Altus Woonzorg fotografie architecten

Peter de Kan, Bram Verhave,

AAS, Annet Ritsema, Architecten | en | en (Arie van Rangelrooij, Theo Timmers,

Jim Ernst (p. 182), Corné Sparidaens (p. 308), Aerophoto Eelde

Frans Benjamins), Architectenbureau Holvast & Van Woerden, Architectenbureau Marlies Rohmer, Architectenbureau Van der Veen i.s.m. Aequo, Architectuurstudio

redactie

SKETS, Arons en Gelauff, Bureau Noordeloos, Casanova & Hernandez Architecten

Bregit Jansen, Peter-Michiel Schaap, Bram Verhave

(Helena Casanova, Jesus Hernandez, Thomas Vooges, Hung Tran, Daniël Forteza Rey, José Jaraiz, Francisco Carrasco, Sophie Pfeiffer), Claus en Kaan Architects

uitgever

(Dick van Wageningen), DAAD, De Nijl (Endry van Velzen, Erik van den Berg, Petra Bus,

Platform GRAS, Gemeente Groningen

Otto Diesfeldt, Iskandar Pané), Diederen Dirrix van Wylick Architecten (Bert Dirrix, Paul Diederen, Karel van Eijken, Fabianne Riolo, Timo Keulen, Frank van den Breemer

grafisch ontwerp

[maquette]), De Zwarte Hond (voorheen Karelse Van der Meer Architecten),

Peter de Kan

307


druk

Het Grafisch Huis, Groningen bindwerk

Witlox, Groningen verantwoording illustraties

Bij de keuze van het beeldmateriaal is zoveel mogelijk getracht de daarop berustende auteursrechten te honoreren, de bron te vermelden en de rechthebbenden te informeren. Mocht u onverhoopt niet vermeld zijn doch rechthebbend, dan kunt u contact opnemen met de gemeente Groningen. vormgeving en bouw tentoonstelling

Lambert Kamps, Peter de Kan, Tjeerd Veenhoven lezingenreeks

Platform GRAS in samenwerking met de Academie van Bouwkunst

308

en de Openbare Bibliotheek Groningen De Intense Stad was niet mogelijk geweest zonder de grote inzet van:

Jan ter Beek, Eric Botman, John Dekker, Henk Dijk, Matthijs Dijkstra, Jelle Dijkstra, Rob van Gemert, Albert Houwer, Wiro Jacobs, Theo Knottnerus, Albert Lubbers, Fred Mahler, Harmen Postma, Roeland van der Schaaf, Wim van Vondel, Hiltje van der Wal e.v.a. De manifestatie De Intense Stad is mede mogelijk gemaakt met bijdragen van de gemeente Groningen, het Stimuleringsfonds voor de Architectuur en de betrokken ontwikkelaars.

Š 2004 gemeente Groningen, Platform GRAS en de betrokken auteurs, fotografen, architecten en ontwikkelaars ISBN: 90-71903-05-2

309



De intense stad

Laser Proof

Verdichting en functiemenging in Groningen

Groningen: weinig hoogbouw, scherpe grenzen tussen rood en groen. In deze platte compacte stad zoekt De Intense Stad met 37 concrete projecten naar mogelijkheden voor intensivering en functiemenging. Zo ontstaat ruimte voor nieuwe stedelijke woningtypen, blijven bestaande voorzieningen op peil en blijft de stad gezond.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.