80
Bob Dylan
Bob Dylan is nooit wezenlijk veranderd Door: Henri Drost
D
e generatie die met Dylan tot volwassenheid kwam in het begin van de jaren zestig, zag maar bar weinig terug van het ideal-
isme van de stichters van de Amerikaanse democratie. Zoals zovelen van zijn generatie verwierp de jonge Dylan het heden en directe verleden voor een geïdealiseerd, romantisch en abstract verleden. Het heden is een ‘endless highway’, ‘just a dream, babe / a vacuum, a scheme, babe / That sucks you into feelin' like this’. Zijn vroege teksten zitten dan ook vol met thema's van vertrek, ‘clearing out and travelling on’, ontsnappen aan het ontoereikende heden. Dylans onvrede met het hier en nu blijkt uit de vele politiek getinte protestsongs, waarmee hij een enorme popu-
Colofon:
lariteit verwerft, en labels als ‘de stem van een
Deze special werd geschreven door: Marco van Ravenhorst, Jurgen Vreugdenhil, Louk Vanderschuren, Ron Bulters, Fons Delemarre, Cees Visser, Wim Koevoet, Henri Drost en Robert Haagsma.
generatie’ krijgt opgeplakt. Wanneer hij deze
Redactie: Bert Dijkman, Henri Drost Vormgeving: Jenny Bakker
Nobelprijs voor literatuur. Maar het belangri-
labels in 1964 vaarwel lijkt te zeggen, reageren velen verontwaardigd. Dylan is echter nooit wezenlijk veranderd: ‘He moved his protest to a higher level, to polemize the human condition.’ Inmiddels is Bob Dylan tachtig, onderscheiden met vele prijzen waaronder de jkste zijn de honderden nummers die hij de voorbije zestig jaar schreef en waarover Dylan zelf kort is: ‘My songs hold up for me.’
3
Discografie Bob Dylan
Bob Dylan (1962)
Slechts twee eigen composities telt het debuut van de toen twintigjarige Bob Dylan. De overige tien nummers zijn originele bewerkingen van traditionals, bluesnummers en folkliedjes. De jeugdige Dylan positioneert zichzelf als een erfgenaam van Woody Guthrie, die hij eer bewijst in een van de twee eigen liedjes, Song To Woody. In het andere nummer, Talkin' New York, bezingt hij zijn eigen verhuizing van 'the Wild West' (Minnesota) naar Greenwich Village, het hart van de Amerikaanse folkbeweging.
A nu g lle CD oed 's koo p!
80
Bringing It All Back Home (1965)
Bringing It All Back Home markeert de overgang naar de ‘electrische’ Dylan. De helft van het album bestaat nog steeds uit akoestische songs, waaronder klassiekers als It’s Allright Ma en Gates Of Eden, maar voor de puristen moet het een schok geweest zijn geweest om in de opener Subterranean Homesick Blues Dylan een eindeloze woordenbrij in de microfoon te horen spuwen, begeleid door een rockband. Het zou alleen maar beter worden.
The Freewheelin' Bob Dylan (1963)
Blowin' In The Wind, A Hard Rain's A-Gonna Fall, Don't Think Twice, It's All Right, Masters Of War: op zijn tweede album vestigde Dylan definitief zijn naam als schrijver. De jonge vrouw op de hoes is zijn toenmalige vriendin, de kunstenares Suze Rotolo, die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van Dylans muziek en de politisering van zijn teksten. Die transformatie maakte hem een van de belangrijkste stemmen van zijn generatie. Een tijdloze klassieker, algemeen beschouwd als een van en meest invloedrijke albums in de geschiedenis van de popmuziek.
Highway 61 Revisited (1965)
Met Highway 61 Revisited verstevigt Dylan zijn positie in de popwereld. Met opener Like a Rolling Stone levert hij een van zijn beste songs af, maar de rest van het album doet er amper voor onder. Dylan rockt er op los zonder het gevoel voor teksten te verliezen. Slechts in het slotstuk, het lange Desolation Row neemt Bob een tandje terug.
The Times They Are A-Changin' (1964)
Blonde On Blonde (1966)
Blonde on Blonde behoort tot de allerbeste platen die Dylan ooit zou maken. Een van de eerste dubbelaars in de popmuziek. De plaat is veelzijdig. Van het carnavaleske Rainy Day Women # 12& 35 tot blues (Pleding My Time) maar ook het briljante Fourth Time Around waarin de dichtregels niet synchroon lopen met coupletten. 1966 is het sleuteljaar voor Dylan. Het jaar waarin hij naast erkenning ook avond aan avond uitgejouwd wordt op het podium.
Nog geen jaar na zijn eerste meesterwerk maakte Dylan al zijn tweede. Het titelnummer is een van de beroemdste protestliedjes uit de jaren zestig, maar het is zeker niet de enige klassieker op dit album, het eerste dat volledig uit eigen composities bestaat. With God On Our Side is een bijtende anti-oorlogssong van ruim zeven minuten. One Too Many Mornings, Booths Of Spanish Leather en The Lonesome Death Of Hattie Carroll zijn andere hoogtepunten. Een van Dylans meest politieke platen.
John Wesley Harding (1967)
Another Side Of Bob Dylan (1964)
Dylan zou zich na 1966 terugtrekken. Geruchten dat hij zwaargewond was of dood waren onzin, al maakte hij wel zijn tweede muzikale hergeboorte. Na een tijd met The Band ongedwongen muziek gemaakt te hebben (later uitgebracht als The Basement Tapes), keerde hij terug naar een aanzienlijk soberder album, John Wesley Harding. Een album waarin Dylan in songs als I’ll Be Your Baby Tonight richting de countrymuziek gaat. Het contrast met Blonde on Blonde is groot, maar het doet niets af aan de kwaliteit van het album.
Ook uit 1964 en in één dag opgenomen. Waar de vorige twee albums thematisch en muzikaal in elkaars verlengde lagen, laat Dylan hier, zoals de titel al duidelijk maakt, een andere, meer poëtische kant van zich horen. De Franse dichter Rimbaud was nu een van zijn belangrijkste bronnen van inspiratie. In zijn teksten neemt Dylan zichzelf ook wat minder serieus. ‘I was so much older then / I'm younger than that now,’ zingt hij in My Back Pages, een van de maar liefst vier klassiekers op deze essentiële plaat. 4
5
'If I wasn't Bob Dylan, I'd probably think that Bob Dylan has a lot of answers myself.' Bob Dylan.
6
Bob Dylan
Ongrijpbaar fenomeen Door: Jurgen Vreugdenhil
periode, die in die tijd slechts oppervlakkig beoordeeld werd, om er later achter te komen dat de man misschien wel de meest intense muziek van zijn carrière had gemaakt. Dylan bleek niet op zoek naar de snelle verlossing, maar bood iedereen de kans om zijn hand vast te houden.
De stem van een generatie, die wel wat van zichzelf herkende in de moordenaar van de president, de baanbreker die het boegeroep ontving met ‘Play FUCKING loud’, de rockster die zo snel mogelijk van zijn publiek af wou, de Nobelprijswinnaar die zich af en toe bedient van de meest simpele rijmpjes. Weinig artiesten roepen zoveel controverse op als de grootste liedkunstenaar die de USA voortbracht, en die later, soms véél later, iedereen constant een stap voor is. Het ongrijpbare fenomeen Bob Dylan.
De jaren tachtig werden verguisd, maar gaven ons wel Blind Willie McTell (hoewel die wel iets later tot ons kwam), Brownsville Girl en het album Oh Mercy. De bard was op zoek naar zijn muze, en liet ons al zijn probeersels horen om af en toe nog steeds tot grote hoogtes te kunnen stijgen. En toen hij zijn inspiratie helemaal kwijt was, moest hij terug naar de bron. Niet alleen, want de luisteraar kon mee, via Good As I Been To You (veelzeggende titel) en World Gone Wrong. Om daarna weer tot grote hoogtes te kunnen stijgen.
Daar waar vele geleerden zich buigen over vraag wat Dylan toch allemaal bedoelt en zegt, zich daarbij beklagend over zijn totale zwijgzaamheid, wordt er één aspect wel eens over het hoofd gezien. Zijn enorme generositeit. De grens tussen privé en publiek leven is heilig voor hem, maar zolang het over zijn muziek gaat mogen we alles. Iedere artiest laat ons graag kennismaken met wat hij kan, maar slechts zelden of nooit zal een artiest ons meenemen door diepe dalen of spirituele zoektochten, met één regel: het antwoord zit in de muziek, niet in een interview of bijlage.
Recent nog, besloot Dylan zijn manier van zingen aan te pakken. Wie overtuigd wil worden, luister eens naar Tempest en Rough And Rowdy Ways na elkaar, een nieuwe stem lijkt geboren, en dit keer niet door het stoppen met roken. Daarvoor dook Dylan drie albums lang in het American songbook, niet even sporadisch voor commercieel gewin, maar om te leren en te laten zien waar hij in zijn muzikale trip heen gaat.
De Messias-achtige capaciteiten die hem toegedicht werden na de onwaarschijnlijke periode 1962-1967, werden door hem afgeschud, maar niet zonder ons mee te nemen naar de simplificatie van songs en lyriek (John Wesley Harding, Nashville Skyline), en toen dat niet lukte naar de ongecontroleerde bende van Self Portrait. Dat de kwaliteit daarvan niet herkend werd, deerde hem niet, maar deed hem wellicht lachen in zijn vuistje. De spirituele zoektocht van eind jaren zeventig culmineerde in een christelijke
En de moraal van dit verhaal? Bob Dylan doet nooit iets zomaar. Zoals elke grote kunstenaar interpreteert hij de wereld om zich heen. Maar in tegenstelling tot bij anderen, laat hij álles zien, zijn muzes, zijn demonen, zijn successen en zijn verlies. Uitleg en ondertiteling worden niet bijgeleverd, die uitdaging moet je zelf aan. You shouldn’t let other people get your kicks for you…..
7
Hij speelde mee op albums van The Who, Jimi Hendrix en The Rolling Stones, richtte de band Blood, Sweat & Tears op en was de ontdekker van Lynyrd Skynyrd. Toch beschouwt Al Kooper zelf zijn orgelpartij in Like A Rolling Stone als het echte muzikale keerpunt van zijn leven. In de aanloop naar de tachtigste verjaardag van Bob Dylan op 24 mei een gesprek met de gelukkige gelegenheidstoetsenist. ‘Mijn leven had er totaal anders uitgezien als ik destijds mijn vinger niet had opgestoken.’
8
Al Kooper
- De Dylan-sessie die alles veranderde Door: Robert Haagsma
band zette in en ik speelde mijn partij. Even later schalde het resultaat uit de speakers. Ik zag Bob Dylan goedkeurend knikken. Zet die orgelpartij harder in de mix, beval hij zelfs na afloop. Tom Wilson protesteerde nog steeds. Ik was immers helemaal geen toetsenist. Tevergeefs. Bob vond het mooi en dat was het enige dat telde.’
Het kost de 77-jarige Al Kooper geen enkele moeite om die dag in 1965 voor de geest te halen. Op 16 juni dat jaar was hij op uitnodiging van producer Tom Wilson te gast in de Studio A van Columbia Records in New York. Bob Dylan en zijn begeleiders waren daar een dag eerder begonnen met de opnamen van zijn nieuwe, veelbelovende song Like A Rolling Stone. Het was alleen nog niet gelukt om de definitieve vorm te vinden. De draad werd een dag later opgepakt, terwijl de 21jarige sessiemuzikant Al Kooper in een hoekje van de studio geduldig toekeek. Wachtend op een wonder.
Al Kooper realiseerde zich dat het een bijzonder moment was. Dat hij een cruciale bijdrage had geleverd aan een iconisch nummer, werd hem pas later echt duidelijk. ‘Like A Rolling Stone groeide uit tot een van de songs die een tijdperk – de jaren zestig – zou definiëren. Mijn toetsenpartij was een bepalend ingrediënt. Het bepaalde de rest van mijn leven. Mijn status als sessiekracht explodeerde. Alle deuren zwaaiden open. Mijn leven had er totaal anders uitgezien als ik in 1965, in die studio in New York, niet heel brutaal mijn vinger niet had opgestoken.’
Het was in eerste instantie geen wonder dat zich aandiende. Wel een andere gitarist, in de persoon van Mike Bloomfield. ‘Al bij de eerste licks die hij speelde, realiseerde ik mij dat ik geen kans zou maken. Hij was zoveel beter dan ik. Ondertussen namen Bob Dylan en de rest van de muzikanten de een na de andere take van Like A Rolling Stone op. Toen toetsenist Paul Griffin – echt een kanjer op dat gebied – van toetsen naar piano switchte, zag ik mijn kans schoon. In mijn hoofd hoorde ik een themaatje dat op het Hammondorgel wel eens zou kunnen werken. Ik klampte Tom Wilson aan. “Mag ik het eens proberen…?” De man reageerde afhoudend. Ik was immers een sessiegitarist.’
In de jaren die volgden was Al Kooper o.a. A&R manager bij Columbia, richtte de band Blood, Sweat & Tears op, ontdekte de southern rock band Lynyrd Skynyrd en was te horen op albums van The Who, Jimi Hendrix en The Rolling Stones. ‘Ik ben altijd met iedereen bevriend gebleven. Ook met Bob Dylan. Ik word nog regelmatig herinnerd aan mijn bijdragen aan zijn muziek. Op gezette tijden arriveert een pakketje met daarin een nieuwe editie van de Bootleg series, Dylans compilatiereeks met nooit eerder verschenen materiaal. Als er iets met mij op staat, zorgt zijn manager Jeff Rosen altijd dat ik het keurig opgestuurd krijg. Heel attent.’
Wat er die dag precies in hem gevaren was, weet Al Kooper niet precies meer. Hij negeerde het gesputter uit de controlekamer en kroop achter het instrument. ‘De tape werd opnieuw gestart, de
9
Nashville Skyline (1969)
A nu g lle CD oed 's koo p!
Zelfs na John Wesley Harding lieten ze Dylan niet met rust, en met de erfenis van het spelen met The Band in een kelder in een roze huis, vertrok hij voor zijn volgende zet naar Nashville. Simpele countrysongs, over verloren liefdes en het gezinsleven. Een klein beetje hulp van Johnny Cash en een nieuwe stem (‘ik ben gestopt met roken’) betekende echter een nieuw hoogtepunt, en de hele muziekwereld volgde hem in de countryrock in.
80
Blood On The Tracks (1975)
Self Portrait (1970)
De songs op Blood On The Tracks zijn bloedstollend intens. Abstract, bijna filosofisch, verwoordt Dylan in allegorieën en beschouwingen zijn overpeinzingen en gevoelens. Blood On The Tracks is daarmee wél een persoonlijk, maar géén egocentrisch document. Zijn ervaren en dienstbare begeleiders plaveien zijn weg vakkundig. Dankzij de perfecte match van tekst en muziek is Blood On The Tracks een van de meest zorgvuldige en complete uitingen van Dylan geworden.
Als je dan toch troep uitbrengt, kun je het beter hoog opstapelen, zei Dylan zelf over Self Portrait, maar weer draaide de man ons een rad voor ogen. Live nummers, oude folk en een paar vreemde covers (The Boxer?). Self Portrait is een onevenwichtige, maar wel degelijk boeiende plaat. Het zou tot Another Self Portrait uit 2013 duren voordat iedereen het doorhad.
New Morning (1970)
Dylan zelf moet er niet veel van hebben, volgens zijn eigen Chronicles. Destijds ontvangen als een kleine comeback, herbergt de plaat nog steeds een opvallend aantal uitstekende nummers. De titelsong, The Man In Me en If Dogs Run Free. Na Self Portrait verwachtte men niet veel en dat gaf de man weer veel energie.
The Basement Tapes (1975)
24 songs, opgenomen juni-oktober 1967door Dylan en The Band, in de kelder van Big Pink. Zes mannen leggen ze met drie microfoons vast op een Revox, een goed apparaat, maar geen studiokwaliteit. Als je niet door de muziek heen praat mag je erbij zijn, in de kelder. De luistertrip onthult onderling respect en vooral heel veel speelplezier.
Pat Garrett & Billy The Kid (1973)
Dylan de acteur is een hoofdstuk apart, maar een filmscore maken lukte in ieder geval prima. Hoewel in die tijd niet overal even goed ontvangen, bevat de score mooie en fraai geproduceerde instrumentals, en zijn er daarnaast een aantal uitstekende songs, met als klapstuk natuurlijk Knockin’ On Heaven’s Door. Men wilde een nieuw meesterwerk, maar kreeg een ondersteunende soundtrack, dat was wellicht even slikken.
Desire (1976)
Geïnspireerd door… ja wat eigenlijk… is Desire hét studioalbum dat ervoor zorgde dat Dylans Rolling Thunder Revue in 1975 te gast kon zijn in iedere huiskamer, op ieder feest. Vrolijke muziek, meezingers soms, over serieuze zaken (discriminatie) en minder serieuze (kopjes koffie). Zo zomers had Dylan zich nog nooit vertoond. Het feit dat hij lachend op de cover staat is veelbetekenend…
Planet Waves (1974)
Street-Legal (1978)
De onnavolgbare Dylan keerde na een paar countryalbums weer terug naar de rock van The Band. Planet Waves werd in een paar dagen op tape geslingerd, bijna als ware het een jamsessie. Rommelig, rammelend, soms onaf. En misschien juist daardoor helemaal Dylan & The Band. Niet zijn beste album, maar zoals altijd staan er prachtige songs op. Absolute favoriet: Forever Young (slow version).
De pech voor Street Legal was dat het volgde op Desire waardoor het altijd een beetje onder de radar is gebleven. Dat is niet terecht. De A-kant van Street Legal, met een ontzettend bevlogen zingende Dylan, staat vol met nummers die zeker in de categorie ‘meeslepend’ en tot zijn beste behoren. En dan moet het mooiste nog komen: Senor, waarmee de B-kant opent. Een nummer vol onheil dat de ontknoping van een zinderende western lijkt te verklanken. 10
Bob Dylan Live Door: Louk Vanderschuren
‘The poet laureate of rock ‘n’ roll. The voice of the promise of the ’60s counterculture. The guy who forced folk into bed with rock, who donned makeup in the ’70s and disappeared into a haze of substance abuse, who emerged to find Jesus, who was written off as a has-been by the end of the ’80s, and who suddenly shifted gears and released some of the strongest music of his career beginning in the late ’90s. Ladies and gentlemen, please welcome Columbia recording artist Bob Dylan.’
Deze introductie – alsof de man het nodig heeft – heb ik menig keer gehoord voor aanvang van een optreden van Bob Dylan. Het is een bewerking van een stuk dat over hem geschreven is, en hij vond het zo grappig dat hij besloot het voor zijn shows te laten voorlezen. Minder grappig schijnt hij het te vinden als zijn toerschema – de man was sinds 1988 voortdurend op tournee, eigenlijk alleen onderbroken door plaatopnames – wordt aangeduid als The Never Ending Tour, voornamelijk omdat ‘niets oneindig is’. Daar heeft hij een punt; de coronacrisis maakte er immers een (voorlopig) einde aan.
Minder geluk heb je als Dylan zijn dag niet heeft. Het ‘upsinging’ – elke tekstregel monotoon op dezelfde hoogte zingen en de laatste lettergrepen een kleine terts hoger, waardoor alle songs hetzelfde gaan klinken – is berucht. Ook verbaasde hij de fans door halverwege de jaren nul keyboard te gaan spelen en zijn gitaar op het podium niet aan te raken – naar verluidt omdat hij geen geschikte toetsenman kon vinden. Maar zelfs op een mindere dag wordt Dylan altijd ondersteund door zijn ijzersterke band. ‘I don’t give a fuck who plays bass’, schijnt hij ooit gezegd te hebben, maar Tony Garnier is al dertig jaar zijn bassist, en Dylan weet heel goed hoe hij zijn sound wil hebben. Zijn stem is met de jaren minder geworden, de interactie met het publiek minimaal (al merkte hij in Amsterdam ooit, tot grote hilariteit van het publiek op dat ‘man o man you got some beautiful women in this town’), maar een show van Bob Dylan blijft een niet te missen avontuur.
Zijn shows zijn een afspiegeling van zijn carrière, Dylan schijnt vooral te spelen waar hij die dag zin in heeft. ‘Schijnt’ ja, want over zijn motieven laat hij zich zelden uit. Hoe dan ook, in de setlists valt op dat tijdens een tournee de helft van de songs vaststaat, en de andere helft sterk wisselt. De fans die tijdens een tournee zo veel mogelijk shows proberen te zien – en dat zijn er nogal wat – verzamelen zelden gespeelde songs als kostbaarheden (ik zou haast zeggen voetbalplaatjes, ware het niet dat je de dubbele niet kunt ruilen). Zo heb ik – geluksvogel dat ik ben – Blind Willie McTell in mijn verzameling; ik zag er in 2011 een vlammende uitvoering van. Dat gezegd hebbende weet hij best wat de fans graag willen horen, want Like A Rolling Stone, All Along The Watchtower (in een versie die overigens meer op die van Hendrix lijkt dan het origineel) en Highway 61 Revisited worden zelden overgeslagen. 11
Slow Train Coming (1979)
toneelschrijver Sam Shepard, is een elf minuten durende verlossingstrack waarin het tachtigjarengeluid een superbe ontmoeting beleeft met het schrijversambacht van Dylan. Maar Dylans beste nummer uit de jaren tachtig kan niet voorkomen dat het gehele album ronduit zwak is en nergens beklijft.
Woest waren we toen onze grote held Het Licht had gezien en daar nog een plaat aan wijdde ook. Kortzichtigheid maakt kennelijk ook doof. Want Slow Train Coming was en is een sprankelend album, toegankelijk ook en de teksten zijn, verrassend, niet zwaar op de hand maar juist speels en humoristisch. Het formidabele gitaarwerk van Mark Knopfler is de slagroom op de taart.
Down In The Groove (1988)
Down, zeg dat wel. Om niet te zeggen rock-bottom. Na Empire Burlesque en Knocked Out Loaded verwacht je dat Dylan niet veel verder weg kan zakken in het moeras van creatieve armoede. Down In The Groove (nummer 25) is niet meer dan een collectie covers en nondescripte nummers. Veelzeggend is dat Dylan voor dit album de hulp inroept van opmerkelijk veel collega’s (onder wie Mark Knopfler, Jerry Garcia, Ronnie Wood en Eric Clapton) en de opnames geplukt zijn uit een dozijn sessies over een periode van zes jaar.
Saved (1980)
De tweede religieuze plaat. Wat minder lichtvoetig, er valt ook minder te lachen maar de bezieling is enorm en laat je niet koud, of je nu gelovig bent of niet. Dylan méént elke song, elk woord. Het fantastische vrouwenkoortje zorgt voor een gospelsfeertje maar vergis je niet, Dylan rockt als een malle, direct al met de titelsong.
Shot Of Love (1981)
Oh Mercy (1989)
Shot Of Love is een ietwat rommelige overgangsplaat. Een deel van de nummers is nog gewijd aan het geloof, maar nummers als Heart Of Mine en Lenny Bruce slaan een andere weg in. Hoogtepunt is Every Grain Of Sand, dat religie overstijgt.
Dylan deed het meer dan eens: glorieus terugkomen na afgeschreven te zijn. In die categorie is Oh Mercy buitengewoon glorieus. Producer Daniel Lanois voorzag de plaat van een mysterieuze, onheilspellende sfeer en daardoor Dylans songs van een nieuwe dimensie. En wat een songs! Man In The Long Black Coat en What Good Am I klinken als traditionals. Most Of The Time, What Was It You Wanted en Shooting Star horen bij zijn mooiste songs over relaties en Ring Them Bells gaat verder waar Every Grain Of Sand ophield.
Infidels (1983)
Bob goes reggae op deze wederom ijzersterke plaat. Met glansrollen voor (opnieuw) Mark Knopfler en het geweldige ritmetandem Sly Dunbar (drums) en Robbie Shakespeare (bas). Dylan zelf is weer goed bij stem en rijgt met Jokerman, License To Kill en I And I, een ijzingwekkend nummer over eenzaamheid, de ene parel aan de andere. Met Neighorhood Bully kiest hij subtiel partij voor Israël in het Midden-Oosten conflict. Wat een rel oplevert.
Under The Red Sky (1990)
Voor de opvolger van Oh Mercy nam Dylan producer Don Was in de arm – en een sterrencast aan gastmuzikanten, waaronder George Harrison, Slash, David Crosby en Elton John. Het is een nogal luchtige, bluesy plaat, met genietbare songs als Unbelievable, God Knows, Born In Time en Cat’s In The Well. Was deze plaat twee jaar eerder uitgekomen, dan had hij op juichende recensies kunnen rekenen, maar door de hooggespannen verwachtingen na Oh Mercy waren de reacties – onterecht – nogal lauw.
Empire Burlesque (1985)
Als Empire Burlesque iets bewijst, dan is het wel dat de hier niet al te serieuze Dylan niet veel ‘tachtiger’ kan klinken. Dat gaat gepaard met ongevaarlijke teksten, een rammelende productie en een coverfoto waarop Dylan in een voor die tijd en vogue jasje. Ach, ergens siert de beste man dat, de poging om in de golven van synths en achtergrondzangeressen te duiken. Het album vormt evenwel het startschot voor een reeks behoorlijk slechte platen.
Good As I Been To You (1992)
En toen… verloor Dylan de lol in het liedjes schrijven, ze kwamen niet meer zo vanzelf als voorheen. Maar onze held is niet voor één gat te vangen. Hij loste het op door terug te gaan naar zijn inspiratiebronnen en nam een akoestische plaat op met dertien folk en blues traditionals, waaronder Sittin’ On Top Of The World, Hard Times en het kinderliedje (!) Froggie Went A Courtin’. Dit alles niet zonder er zijn eigen ruwe draai aan te geven, natuurlijk.
Knocked Out Loaded (1986)
Knocked Out Loaded, het 24e studioalbum, mag dan bij zijn verschijning en ook daarna de critici in verwarring achterlaten, het schenkt wel een episch nummer. Brownsville Girl, met medewerking van acteur en 12
nu g
8
Alle goe CD's dko op!
80
13
SUBTERRANEAN HOMESICK BLUES Johnny’s in the basement Mixing up the medicine I’m on the pavement Thinking about the government
THE TIMES THEY ARE A- CHANGIN’
J O KE RM AN
dance to the nightingale tune Bird fly high by the light of the moon
Come mothers and fathers Throughout the land And don’t criticize What you can’t understand
RAINY DAY WOMEN st
LIKE A ROLLING STONE
y mu Everybod get stoned
how does it How does it feel, t a home feel? To be withou known Like a complete un
SHELTER E FROM TH STORM e said Come in, sh I’ll give ya
BLOWING IN THE WIND
must How many roads a man walk down a man? Before you call him
IF NOT FOR YOU
play a song for me In the jingle jangle morning I’ll come following you
MAKE YOU FEEL MY LOVE
Twas a dark day in Dallas, November ‘63 / President Kennedy was a-ridin’ high / Good day to be livin’ and a good day to die
When the rain is blowing in your face / And the whole world is on your case / I could offer a warm embrace
May you grow up to be righteous, May you grow up to be true, May you always know the truth
that old oak I wondered if ng tree’s still standi e, That old oak tre ed to climb the one we us
Mama put my guns in the ground / I can’t shoot them anymore/ That cold black cloud is comin’ down Feels like
E HURRICANory of the st Here comes ane the Hurric
G THE ALL ALON WER WATCHTO
If you’re traveling down to the north country fair The winds hit heavy on the borderline
FOREVER YOUNG
DUQUESNE WHISTLE
KNOCKIN’ ON HEAVEN’S DOOR
WIGWAM
GIRL FROM THE NORTH COUNTRY
MURDER MOST FOUL
You say you’re lookin’ for someone / Who will promise never to part / Someone to close his eyes for you /Someone to close his heart/ Someone who will die for you and more
Da da dah da da. Dada da-da dah de dum
Babe, I couldn’t find the door Couldn’t even see the floor I’d be sad and blue
MR. TAMBOURINE MAN
IT AIN’T ME BABE
BEYOND HERE LIES NOTHIN’
DON’T THINK TWICE, IT’S ALL RIGHT
Nothin’ but the moon and stars
I ain’t sayin’ you treated me unkind / You could have done better but I don’t mind/ You just kinda wasted my precious time
SARA So easy to look at, so hard to define.
14
There must be some kind of way outta here Said the joker to the thief There’s too much confusion I can’t get no relief
SOMEDAY BABY You goin’ down the road, baby and you can’t come back
I CO N TA IN M UL TI TU D ES
I’m just like Anne Frank, like Indiana Jones / And them British bad boys, The Rolling Stones / I go right to the edge, I go right to the end
World Gone Wrong (1993)
Times produceerde Dylan het album zelf en nam de nummers op met zijn tourband, met als belangrijkste aanvulling de accordeon van David Hidalgo (Los Lobos). Het resultaat is minder coherent dan Modern Times, maar opnieuw een voltreffer.
De aanpak van Good As I Been To You beviel hem – het succes van die plaat zal ook geholpen hebben – dus is World Gone Wrong opnieuw een verzameling traditionals. Intenser dan zijn voorganger, met Broke Down Engine van Blind Willie McTell, Two Soldiers, Stack A Lee en Delia onder de hoogtepunten. Bovendien met liner notes van Dylan himself, aangekondigd als ‘About The Songs (what they’re about)’. Wie zei er dat hij geen gevoel voor humor heeft?
Christmas In The Heart (2009)
Geen gewoon album, maar een heuse kerstplaat, gestoken in een heerlijk kitscherige hoes. Wie een bluesy en rauwe kerstplaat verwacht, zal van verbazing van zijn stoel vallen bij het horen van de rinkelende bellen en de zoetgevooisde achtergrondzang van een zevental zangers. Dylan plaatst de traditionele kerstnummers in een jaren vijftig setting, met hier een daar een vrolijk uitstapje, zoals het polka-achtige Must Be Santa.
Time out of Mind (1997)
De wereld kent een aantal gedocumenteerde wederopstandingen, en dit is er één van. Het vuur was terug, en ondanks dat hij niet de gemakkelijkste weg koos door opnieuw met Daniel Lanois als producer in zee te gaan, besefte Dylan ook dat Lanois de juiste man was voor het fenomenale materiaal wat hij geschreven had. Geen zwak moment tussen de prachtige lovesong Make You Feel My Love en de harde blues van Cold Irons Bound. Al
Tempest (2012)
Vijftig jaar na zijn debuutalbum klinkt Dylan scherp als altijd in het venijnige Pay In Blood, maar is er ook ruimte voor een ode John Lennon en een ietwat overbodige ballade over de Titanic. Scarlet Town en Soon nu g le CD After Midnight behoren tot de lieflijkste nummers oed 's koodie Dylan in tijden schreef, maar zij krijgen meer Love And Theft (2001) p! dan voldoende tegenwicht van de meer uptempo Uitgebracht op 11 september 2001, nummers voldoende tegenwicht (Early Roman Kings, inderdaad, die dag. En daardoor Narrow Way). wellicht wat onderbelicht, maar Dylan wist de lijn van Time Out Of Mind onverminderd voort te zetten. Vanaf nu niet meer Shadows In The Night (2015) werkend met een andere producer (Jack Frost = Bob Fallen Angels (2016) Dylan), had hij nu ook de sound gevonden die hij Triplicate (2017) zocht, het geluid van de Chess broertjes en van Sam Het is gemakkelijk Dylan weg te Phillips’ Sun Studio. Dieper dan Time Out Of Mind zetten als de zoveelste zanger die bij gebrek aan geworteld in de Amerikaanse roots, en van minimaal nieuw eigen repertoire zijn of haar heil zoek in the net zo’n hoog niveau. great American songbook, want in tegenstelling tot vele anderen creëert Dylan met zijn vaste begeleidingsband een geluid dat vooral doet Modern Times (2006) denken aan de inspiratiebronnen van Frank Sinatra. Modern Times ligt in het verlengde Dylan ontpopt zich als de crooner die hij al in 1970 van zijn twee voorgangers. Ook hier op Self Portrait voor het eerst etaleerde, al is vijf worden ballads afgewisseld met sterk platen wel wat veel van het goede. door de blues geïnspireerde nummers. Zijn band is inmiddels fantastisch op elkaar ingespeeld, en schakelt moeiteloos tussen Thunder On The Rough And Rowdy Ways (2020) Mountain dat als een trein voort dendert en de Groot was de opwinding toen Dylan subtiele klanken van Workingman's Blues #2. in maart 2020 plotseling Murder Meerdere nummers van dit album zouden jaren op Most Foul online plaatste, een bijna de setlist blijven. zeventien minuten durend nummer dat met niets in zijn immense oeuvre te vergelijken valt. Al snel volgden het meer traditionele I Contain Multitudes Together Through Life (2009) en de rauwe blues van False Prophet. Ze vormden De vraag om een enkel nummer te de opmaat voor Rough And Rowdy Ways. De toen schrijven voor een film resulteerde in negenenzeventigjarige Dylan hoefde niets meer te tien nieuwe nummers, grotendeels bewijzen, maar met Rough And Rowdy Ways leverde geschreven samen met Grateful Deadhij zijn beste werk van deze eeuw af. tekstschrijver Robert Hunter. Net als op Modern
80
15
16
Bob Dylan in de Kuip Een ‘rainy day’ in Rotterdam Door: Robert Haagsma Bob Dylan had sinds de jaren zestig ook in ons land een groot, trouw publiek. Toch duurde het tot 1978 voor hij ons land aandeed voor een optreden. Het was een dubbele primeur, want het was ook het eerste popconcert dat plaatsvond in de Rotterdamse Kuip. Het optreden van Bob Dylan op 23 juni 1978 in Rotterdam was onderdeel van een wereldtournee die eerder dat jaar in Japan van start was gegaan. De concertreeks die in Nieuw-Zeeland, Australië, Amerika vervolgd werd en uiteindelijk dus ook Europa aandeed, voerde vooral langs immense sporthallen en stadions. In Nederland viel de keuze op de Kuip. Het in 1937 geopende stadion was uitgegroeid tot een iconische voetbaltempel, maar nooit was iemand op het idee gekomen om er een popconcert te houden. Tot concertorganisator Mojo er het oog op liet vallen. De tickets gingen op 6 mei 1978 in de voorverkoop. De prijs was voor die tijd fors: 25 gulden voor een tribunekaartje, 35 gulden voor een plekje op het veld. Wel was er een aanzienlijke bonus: gitaargod Eric Clapton verzorgde als ‘special guest’ het voorprogramma. De tickets vlogen weg. Het was namelijk niet alleen het eerste popconcert in de Rotterdamse Kuip, het was ook nog eens de allereerste keer dat Bob Dylan ons land aandeed voor een concert. Opmerkelijk, want sinds het midden van de jaren zestig had de Amerikaanse zanger ook in ons land een grote schare zeer toegewijde fans opgebouwd. De honger om de meester eindelijk eens live te zien, was dus maximaal. Het optreden raakte dan ook moeiteloos uitverkocht. Ondanks een stakend openbaar vervoer en genadeloze regenbuien werd het een onvergetelijke dag. Nadat de Kuip in de stemming was gebracht door Eric Clapton, kwam klokslag negen uur de band van Bob Dylan het podium op. Terwijl de legende zelf zich aanvankelijk niet liet zien, werd al wel een instrumentale versie van A Hard Rain’s A-Gonna Fall
ingezet – deze dag toepasselijker dan ooit. Daarna pas brak het moment aan waar heel Dylan-minnend Nederland lang van had gedroomd: de zanger betrad een Nederlands podium. Een witte broek, een zwart shirt en dito jack. Tijdens de eerste nummers leek hij wat geïmponeerd door de mensenmassa – een soort muzikale versie van Kuipvrees? Dylan leek pas bij Tangled Up In Blue, zeven nummers in de set, op temperatuur te komen. Na Love Her With A Feeling, een cover van blueszanger Tampa Red, ontspon zich een ware greatest hits show met klassiekers als Mr. Tambourine Man, Ballad Of A Thin Man, Maggie’s Farm, Like A Rolling Stone, I Shall Be Released en – na de pauze – Blowin’ In The Wind, Masters Of War, Just Like A Woman, All Along The Watchtower, Forever Young. I'll Be Your Baby Tonight en The Times They Are A-Changin' vormden de twee toegiften. Het publiek absorbeerde alles dankbaar, inclusief een grondig gereviseerde Maggie’s Farm. Wereldwijd liepen de reacties op de 1978-optredens uiteen. Er was lof voor de bevlogenheid van Bob Dylan en het hoge gehalte aan hits van zijn set. Er was ook wat kritiek op de omvang van zijn band, waardoor de sound tijdens de optredens volgens sommigen nogal gelikt was. Afgaande op de vele terugblikken in de media leek in Nederland niemand daarom te malen. Bob Dylan had eindelijk de ‘Lowlands’ aangedaan. De Kuip had bewezen een uitstekende locatie voor een popconcert te zijn. Bob Dylan in Nederland was daarmee vooral een historische gebeurtenis. Een mijlpaal in de Nederlandse popgeschiedenis. Iets waar je bij wilde zijn, om er later over te kunnen vertellen.
18
De Greenwich Village folkscene Door: Marco van Ravenhorst
In de film Inside Llewyn Davis van de Coen Brothers (2013) is het titelpersonage een folkzanger die er, mede door zijn eigen nukkigheid, maar niet in slaagt zijn leven en zijn carrière op de rails te krijgen. Als hij in de laatste scene letterlijk in de goot ligt, achter het befaamde Gaslight Café, neemt binnen een nieuwkomer plaats achter de microfoon: Bob Dylan. De folk revival is qua populariteit al een tijdje op een hoogtepunt als Dylan in 1961 in New York arriveert. Llewyn Davis is een fictief personage, maar de Coen Brothers baseerden hem deels op de autobiografie van Dave Van Ronk, een van de centrale figuren van de Greenwich Village folkscene. De burgemeester van MacDougal Street wist in commercieel opzicht nooit door te breken, maar zijn invloed kan niet onderschat worden. Platen als Dave Van Ronk Sings Ballads, Blues & A Spiritual (1959) en Inside Dave Van Ronk (1964) zijn essentieel en bevatten vooral rauw gezongen versies van oude blues en folk songs. De jonge Dylan raakte al snel met Van Ronk bevriend. In zijn autobiografie Kronieken schrijft hij: ‘Van Ronk kon brullen en fluisteren, hij kon blues in ballades veranderen en ballades in blues. Ik hield van zijn stijl. Hij was de belichaming van de stad.’
Harry Smith en Cecil Sharp waren opgespoord en vastgelegd in afgelegen gebieden als de Appalachen. De folk revival bereikte in de late jaren vijftig een hoogtepunt en zou daar een paar jaar verblijven. Tegen die tijd was er ook een meer commerciële variant ontstaan met acts als het Kingston Trio, Peter, Paul & Mary, the Brothers Four en andere meerstemmige groepen die minder politiek geladen materiaal zongen. Muziek die uitnodigde tot meezingen. In Inside Llewyn Davis vormen Davis' vrienden Carey Mulligan en Justin Timberlake een soortgelijk duo. De film laat mooi zien welke folkvarianten er waren en hoe artiesten onderling met elkaar verbonden waren. Want Llewyn Davis mag dan zweren bij een eigen, authentiek geluid, muzikaal kan hij ook moeiteloos aanhaken bij zijn meer zoetgevooisde vrienden.
Van Ronk was ook bevriend met andere belangrijke performers, zoals Phil Ochs, Tom Paxton en Ramblin' Jack Elliott. Die laatste zong net als Van Ronk vooral andermans werk (Songs By Woody Guthrie To Grow On), maar Ochs (All The News That's Fit To Sing) en Paxton (Ain't That News) schreven hun eigen, vaak politiek geladen liedjes, en beiden stonden bekend om hun sardonische humor. De scene rond Van Ronk vormde slechts één aspect van de folkbeweging. Dat performers zelf hun liedjes schreven was aanvankelijk geen belangrijk kenmerk van de folkrevival, die feitelijk al eind jaren veertig begon dankzij de hernieuwde populariteit van volksdansen. Amerika verstedelijkte in rap tempo en folk appelleerde aan gevoelens van nostalgie naar eenvoudiger tijden. Pete Seeger, Lead Belly, Josh White en Woody Guthrie waren belangrijke exponenten van deze eerste golf. Sommigen schreven eigen nummers, maar bovenal werd er teruggegrepen op traditionals, de ballades, politieke liedjes en work songs die door 'songcatchers' als Alan Lomax,
Erik Darling kon dat ook. Lid van The Tarriers, maar ook begeleider van de Kossoy Sisters op hun Bowling Green (1956), een fraai album vol murder ballads. In dezelfde hoek vinden we ook Carolyn Hester en Hedy West, die met haar banjo onder meer oude mijnwerkersliederen nieuw leven inblies. En dan was daar natuurlijk Joan Baez, die terecht zeer succesvol was met haar prachtige interpretaties van traditionals. Al vroeg nam zij nummers van Dylan op, waardoor zijn bekendheid flink groeide. Met de opkomst van de Beatles nam de populariteit van folkmuziek snel af, maar Dylan en gelijkgestemden als Fred Neil (Bleecker & MacDougal), Tom Rush (Take A Little Walk With Me) en ook Simon & Garfunkel wisten een brug te slaan tussen traditie en de nieuwe popmuziek, waaruit allerlei nieuwe genres zouden ontstaan. Helaas ontbreekt hier de ruimte voor een diepere analyse, maar voor wie nu verder wil luisteren is de compilatie The Greenwich Village Folk Scene uit 2014 (Not Now Music) een goed startpunt. 19
Een brute missie, om het oeuvre van de Shakespeare van onze tijd uit te kleden tot een handjevol ‘beste’ nummers.
We doen het toch. Door: Cees Visser
20
Visions of Johanna (#09), It's Alright, Ma (#07), I Shall Be Released (#06), All Along The Watchtower (#05) en Just Like a Woman (#04)
Om ergens te beginnen, een blik op Spotify. In de Populair-lijst noteert Like A Rolling Stone het hoogste aantal plays: 220.360.333 keer. Daarna volgen Knockin’ On Heaven’s Door (203.680.532), Hurricane (138.680.532), Blowin’ In The Wind (114.935.880) en The Times They Are A-changin’ (152.362.985). Ja, een lijst waarmee we vrede kunnen hebben. Detail: waarom staat The Times op plaats vijf, terwijl het aantal afspeelkeren daarvan die van twee andere nummers in het lijst overtreft?
Voor de zekerheid nog een uitstapje naar de mediawebsite The Guardian, om ook daar Like a Rolling Stone boven in de lijst aan te treffen. Verder ook geen gekke dingen, of het moet Positively Fourth Street en Not Dark Yet op respectievelijk #07 en #08 zijn. Twee andere ‘nieuwe’ nummers zijn Sad Eyed Lady Of The Lowlands (#09) en Blind Willie McTell (#06). Desolation Row staat hier op #05, na Subterranean Homesick Blues, Idiot Wind en Visions of Johanna.
Dan naar de nationale thermometer, de Top 2000. In de laatste editie daarvan, die van 2020, moet Like A Rolling Stone (#727) het protestlied Blowin’ In The Wind (#680) voor zich dulden. In de twee afleveringen daarvoor (2019 en 2018) is het tegenovergestelde het geval: 643 vs 653 en 598 vs 605. Beide keren, zij het close, in het voordeel van Like a Rolling Stone. Maar Hurricane gooit in de laatste drie edities de hoogste ogen: #220 (2020), #208 (2019) en #160 (2018). Andere nummers die 2020 sieren, zijn: The Times They Are A-Changin’ (#965), Knockin’ On Heaven’s Door (#1102), I Want You (#1815) en Don’t Think Twice, It’s All Right (#1961). In oudere lijsten lieten de volgende nummers van zich horen: Just Like a Woman, Rainy Day Women Nos 12 & 35, Subterranean Homesick Blues en I’ll Be Your Baby Tonight. Het zijn hoe dan ook noteringen die de Dylan-liefhebber een beetje pijn doen. Nu moet hier mogelijk aangetekend worden dat de zojuist genoemde lijsten enigszins wrijven.
De lijsten
Wat zorgen baart, is dat de lijsten bevolkt zijn met de ‘klassiekers’, pakweg de songs die Dylan schreef tussen 19651975. Of is daarmee meteen de vraag beantwoord en was Dylan toen in zijn ‘beste doen’? Of moeten de tracks op bijvoorbeeld het meesterwerk Time Out Of Mind (uit 1997) de tand des tijds nog doorstaan? Dat geschreven hebbende, en om de voorkeur van de schrijver dezes niet uit te vlakken, ziet de top vijf van beste Dylan-nummers ooit er als volgt uit: 05 Tangled Up In Blue 04 Idiot Wind 03 A Hard Rain's A-Gonna Fall 02 Desolation Row 01 Like a Rolling Stone
Een aardige graadmeter op internet daarom vormt de site Besteveralbums. Wie daar naar de albums van Dylan kijkt, stuit ook op diens beste tracks, aangedragen door bewonderaars. Ook daar the usual suspects zoals Like a Rolling Stone (rating 94), Tangled Up In Blue (92), Hurricane (92) en Mr. Tambourine Man (92). Verder volgen met een 91-waardering: Ballad Of A Thin Man, Desolation Row, Don't Think Twice, It's All Right, The Times They Are A-Changin', Blowin’ In The Wind en Subterranean Homesick Blues. Op naar het serieuze werk dan maar, naar muziekredacteuren die ‘er verstand van hebben’. Het gezaghebbende Rolling Stone heeft zich een aantal keren gewaagd aan een best of. De laatste exercitie vond in 2019 plaats en bracht ook toen – hoe kan het anders? - Like a Rolling Stone als eerste aan de oppervlakte. Mooi is de tweede positie voor A Hard Rain's A-Gonna Fall, nog voor Tangled Up In Blue. Opvallend is dat de lijst een handvol ‘nieuwe’ nummers telt, zoals Every Grain Of Sand (#10),
Opmerking: alle hier genoemde cijfers en constateringen dateren uit mei 2021.
21
Dylan's Songteksten Door: Wim Koevoet Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Maar dat geldt niet voor de teksten van Bob Dylan, die lang op de Nobelprijs voor de Literatuur moest wachten. Die werd hem toegekend in 2017. Hoezeer hij daar recht op had, werd drie jaar later, in het eerste coronajaar, onderstreept met zijn 39e studioalbum Rough And Rowdy Ways en de single Murder Most Faul die als aparte bijlage is toegevoegd. Een nummer van ruim een kwartier en dus ook een enorme lap tekst die echter geen seconde verveelt, ondanks Dylans schorre en monotone stemgeluid en de begeleidende muziek die zonder ritme en melodie is.
ook zelf dat hij niet het eeuwige leven heeft, laat hij weten. Dat geldt niet voor zijn muziek, die heeft wel eeuwigheidswaarde en dat heeft veel met zijn songteksten te maken. In de jaren zestig leverde hij als ‘folkie’, in de voetsporen van zijn grote voorbeeld Woody Guthrie, de ene na de andere monumentale protestsong af. Masters Of War, Blowing In The Wind, A Hard Rain’s A-Gonna Fall, ze zijn weer of nog actueel. Maar ook zijn tirade tegen roddels, Idiot Wind, een nummer van een heel andere orde, heeft een universele waarde. Er is ook geen tekstdichter te vinden die zo indringend schrijft over de liefde en vrouwen. Sommige van die vrouwen in written zijn songs waren zijn eigen vrouwen, braken zijn hart of hij de hunne.
Het is Dylans langste nummer ooit, opgehangen aan de moord op John F. Kennedy in 1963. Geen virus te bekennen op Murder Most Faul maar het lied sluit naadloos aan op de geladen sfeer in de wereld. Toen en thans was en is er alom het besef dat niets meer wordt zoals I've never vroeger. Maar Bob Dylan lijkt ook te a political song. willen zeggen dat na zo’n ingrijpende gebeurtenis voortaan niet alles per se Songs can't save slechter zal zijn.
En dan zijn er ook nog zijn filmische songs. Neem Senor en de manier the world. I've gone waarop de wanhopige Dylan zingt ‘Can you tell me who to contact Zeker is het echter allerminst dat het through all that. here, senor.’ De beelden komen dit is wat de dichtende zanger, die hard binnen. Door ’s mans stem steeds meer de voordragende dichter Bob Dylan. gecombineerd met zijn teksten zie je is geworden, ons wil zeggen. Bij Bob met je oren. Ook als God zijn poëzie penetreert, Dylan weet je dat nooit. Hij doet er zelf helemaal blijft de luisteraar aan zijn lippen hangen, of hij niets aan om het mysterie dat hem als persoon, nu gelovig is of niet. Bob Dylan geldt niet als een zijn bedoelingen en zijn songteksten omgeeft, te groot zanger maar niemand kan zijn verhalen beter onthullen. Maar Rough And Rowdy Ways is wel zijn brengen dan hij zelf. Het is zijn stem die de beelden meest persoonlijke plaat. Het moment waarvoor wij levert. Niemand doet hem dat na. vrezen, nadert en uiteraard beseft de tachtigjarige 22
Dylan en
The Beatles
Door: Ron Bulters
De wederzijdse kruisbestuiving tussen The Beatles en Bob Dylan was onvermijdelijk en gebeurde nagenoeg gelijktijdig. Dylan was onder de indruk van I Want To Hold Your Hand. Met name door de zin ‘I Get High’, die achteraf ‘I Can’t Hide’ bleek te zijn! Tijdens een ontmoeting in augustus 1964 was het Dylan die The Beatles kennis liet maken met pretsigaretten, die met name een effect hadden op de songs van het album Rubber Soul. Toch horen we al eerder Dylanesque songs bij The Beatles, met name bij Lennon, die aanvankelijk de warmste banden met Dylan onderhield. Songs als I’m A Loser en You’ve Got To Hide Your Love Away zijn hier goede voorbeelden van. Lennon zien we ook de Dylanfilm Eat The Document. Dylan op zijn beurt voelde zich door de ‘Britse Invasie’ gesterkt om de overgang van pure folk naar popmuziek te maken, hoewel zijn songs over het algemeen een andere structuur zouden hebben dan de songs van The Beatles. Maar songs als Obviously Five Believers zouden op een Beatlesplaat niet hebben misstaan. Lennon zou zijn interesse in Dylan al snel verliezen (en uiteindelijk Dylans Gotta Serve Somebody bespotten met zijn antwoordsong Serve Yourself), maar George Harrison zou eind jaren zestig steeds dichter naar Dylan groeien. Jammen met Dylan en The Band (die meer respect hadden voor Harrison als gitarist dan The Beatles zelf) gaf hem het zelfvertrouwen om zichzelf meer te profileren. Op All Things Must Pass covert Harrison niet alleen If Not For You, maar wordt ook het samen met Dylan geschreven I’d Have You Anytime opgenomen. Ook na 1970 zou Harrison regelmatig het werk van Dylan zingen om uiteindelijk met Dylan, Tom Petty, Roy Orbison en Jeff Lynne The Traveling Wilburys op te richten. En wie denkt dat Dylan het buitenbeentje was: het schijnt dat met name Bob na de dood van Roy Orbison aandrong op een vervolg.
23
Disclaimer Dylancovers In een normaal mensenleven is het schier Blowin’ In The Wind-gekweel. Vele, vele honderden onmogelijk alle legale, illegale en live-uitvoeringen artiesten (tot en met James Last…) hebben dat van nummers van Dylan in beeld te krijgen. nummer gespeeld. Aandoenlijk rampzalig is de Dat gezegd hebbende blijft er heel veel moois uitvoering van Dylan zelf op Live Aid (1985), over om wel te ontmoeten. Opvallend is het compleet met kapotte gitaren, Ron Wood en een kwaliteitsverschil dat zich manifesteert bij volkomen de weg zijnde Keith Richards. Gelukkig beluistering van de vele covers. Daarbij gaat het blijkt het nog steeds mogelijk van deze song iets niet over het antwoord op de vraag of een nummer moois te maken, zoals Habib Koité & Eric Bibb op correct nagespeeld wordt. Dat lukt niet en dat hoeft Brothers in Bamako (2012) laten horen. ook niet, want Dylan heeft het op al op zijn Dylans gespeeld. Vanaf het allereerste Favoriete Dylancovers begin blijkt zonneklaar dat de Op de cover van het album schijnbaar simpele en terloops Tangled Up In Blues, Songs klinkende nummers van Dylan Of Bob Dylan (199) op het een bron van inspiratie zijn label House Of The Blues voor muzikanten. Joan Baez, staat pontificaal: ‘This Ain’t The Byrds en The Hollies No Tribute’. Maar het is zongen de nummers van wél een puike verzameling Dylan in de jaren zestig en dat covers, met als absolute coveren is altijd doorgegaan. uitschieter Lay Lady Lay Van Nina Simone (Just Like a in de uitvoering van Isaac Woman) tot The Black Crowes Hayes. Hoe donker en diep Bob Dylan (Rainy Day Women # 12 & 35), kan je stem zijn, als je je en van Cat Power (Paths Of liefje toefluistert: ‘Lay, lady, Victory) tot de reggaeremix lay.’ Inderdaad, zo warm en bedwelmend als die van I And I (oorspronkelijk op Infidels, 1983). van Isaac Hayes. Razend en bijna dolgedraaid is de Jason And The Scorchers-versie van Absolutely Inlevingsvermogen en inkleuring Sweet Marie uit 1983. Een en al schoonheid en In alle gevallen zijn inspiratie, originaliteit en breekbaarheid biedt de samenzang van Shelby inlevingsvermogen noodzakelijke voorwaarden Lynn en Allisson Moorer, als ze in 2017 Not Dark om te komen tot een aanvaardbare, liever nog: Yet vertolken op hun gelijknamige album. Sober geslaagde, cover. Willekeurige straatzangers geïnstrumenteerd vertellen ze je dat er hoop is, hoe op willekeurige hoeken van willekeurige straten langzaam veranderingen ook lijken te gaan. (Fons onderstrepen deze voorwaarden dagelijks met hun Delemarre)
I consider myself a poet first and a
musician second.
I live like a poet and I'll die like a poet.
24
25
Bootleg Series ‘Some of these bootleggers, they make pretty good stuff’ Door: Henri Drost
26
Al vrij snel in Dylans loopbaan doken de eerste lp’s met illegaal uitgebrachte opnames op, te beginnen met The Great White Wonder dat opnames met The Band combineerde met vroege live-opnames. Vele bootlegs volgden in de jaren zeventig en tachtig, enorm variërend in geluidskwaliteit. Dylans platenmaatschappij was not amused met als gevolg The Basement Tapes (1975), waarop Robbie Robertson aan de nodige geschiedvervalsing deed door overdubs en Band-nummers toe te voegen. Dylan zelf leek zich lange tijd niet al te druk over alle bootlegs te maken, al bracht hij op verzamelaars als Masterpieces en het meer omvangrijke Biograph zelf ook niet eerder uitgebrachte opnames uit. Fans bleven echter al die jaren om meer roepen, zeker omdat uit alle bootlegs bleek dat Dylan meer dan eens zijn beste opnames opzij schoof.
Met The Bootleg Series Vol. 1-3 kwam daar in 1991 in een klap verandering in. 58 nummers, verdeeld over drie cd’s of vijf lp’s, waarbij iedereen zich afvroeg waarom nummers als Farewell Angelina, I’ll Keep It With Mine, She’s Your Lover Now, Blind Willie McTell en Series Of Dreams niet veel eerder officieel waren uitgebracht. Zoals de titel al deed vermoeden, volgden in de jaren sindsdien vele delen. Enkele bevatten legendarische concerten, zoals deel 4, Live 1966: The “Royal Albert Hall” Concert 1966 (tussen aanhalingstekens, want niet in de Royal Albert Hall opgenomen, dat concert werd nog weer later alsnog uitgebracht) en deel 6, het Halloweenconcert 1964 met een opvallend vrolijke Dylan. Het vijfde deel koos voor de beste versies van de eerste Rolling Thunder Revue (1975), drie jaar gelden uitvoeriger gedocumenteerd via het veertien cd’s tellende The 1975 Live Recordings, die overigens net als de complete 1966 concertregistraties geen deel uitmaken van de Bootleg Series. Lang gekoesterde wensen van fans gingen in vervulling met het uitbrengen van de Witmark Demos (deel 9), de complete en niet bewerkte Basement Tapes (deel 11), alle studio-outtakes uit 1965 en 1966 (The Cutting Edge, deel 12) en iedere take voor Blood On The Tracks (deel 14). Afwijkend is deel 7, No Direction Home, dat in de eerste plaats de soundtrack is voor de gelijknamige documentaire van Martin Scorsese, opvallend is deel acht, Tell Tale Signs, dat recente opnames uit de periode 1989-2006 verzamelde. Dat de Bootleg Series ook voor een herwaardering van een periode uit Dylans lange carrière kunnen leiden, bewezen Another Self Portrait (deel 10), dat de platen Self Portrait en New Morning in een ander perspectief plaatst, en Trouble No More (deel 13) dat laat horen hoe fenomenaal de gospeloptredens van Dylan eind jaren zeventig, begin jaren tachtig waren. Bij het meest recente deel lag de focus op de sessie van Dylan en Johnny Cash, maar dit vijftiende deel behoort niet tot de hoogtepunten van de serie die inmiddels ook al het dertigjarige jubileum viert. Plannen voor de toekomst zijn er echter volop. Als we de geruchten moeten geloven, volgt nog dit jaar een deel rondom de sessies voor Infidels, gevolgd door The Rundown Years en de concerten met The Band in 1974 kunnen ook niet lang op zich laten wachten.
27