www.poppunt.be
aanspreekpunt voor muzikanten en dj’s
magazine Nr25 Driemaandelijks juni-juli-augustus 2005 P109079 Afgiftekantoor Gent X
[ Popadvies ] Concerten organiseren [ Tips ] Dave Martijn Kobe Proesmans [ Rapport ] Fun Time Records
[Admiral Freebee] 100% PUUR | POPADVIES | TIPS | JONGE WOLVEN | SOFTWARE | 4AD | TELEX | SPOTLICHT | DEMOPOLL
The Power Source for DJ’s
Check it out at:
WWW.BEGLEC.COM
Professional Loudspeakers
voorwoord Heren, dames,
Poppunt Magazine is het driemaandelijkse tijdschrift van Poppunt vzw. Dagelijks geeft Poppunt praktisch en sociaal-juridisch advies aan muzikanten en dj’s. Onze jaarlijkse Muzikantendag schotelt je een hele dag workshops, infosessies en demofeedback voor, terwijl het interprovinciale vervolgtraject 100% Puur: Pop uit de Provincies jonge bands op tientallen podia zet. On line zijn we ook enorm actief: samen met Studio Brussel onderhouden we het on line demoforum Demopoll. Ondertussen proppen we onze website vol gegevens over alles wat beweegt in het poplandschap, zodat iedereen mekaar weet te vinden. Welkom op www.poppunt.be - 02/5049900 - info@poppunt.be!
MUSIC-O-HOLICS DOSSIER FOCUS TIPS RAPPORT PASPOORT POPADVIES SOFTWARE
Het gaat goed. Met ons. Met de muziek in Vlaanderen. Met jullie. Met de muziekcentra. Met Luc. Met David en Tijs en Katrien. Met Els. Met de kinderen. Met de examens. Met alles eigenlijk. Ook met dit magazine. En met de rode draad (neen, we zijn geen Kaballahadepten, daar moet je elders voor zijn). Die weeft zich voor deze editie door het ruime Vlaamse rocklandschap. Alles begint bij oude bluesgediende-met-jong-hart Roland die ons doorheen de geschiedenis van de (Vlaamse) blues leidt, de jonge Admiral Freebee op sleeptouw neemt en onderweg het vuur in de ogen van de Angus Young van België, Dave Martijn (Goose, Soulwax), ziet branden. De drie banen zich al orakelend een weg langs de pop-en rockvelden, kauwen op wat gedroogd gras, gaan es luisteren bij het elektronicacollectief Je m’en Fish, krijgen het in Leuven op hun heupen door de onheuse behandeling van JH Sojo en botsen achtereenvolgens op percussionist Kobe Proesmans en Kane-zanger Dinand Woesthoff. Ze beginnen verhalen te vertellen, wisselen ideeën uit, drinken een pot gerstenat en vallen allemaal in een muziekdronken slaap, begeleid door de zachte beats van Starski & Tonic....Tot wij hen weer wekken en luid verkondigen dat ze hun verhalen ook aan het jonge muziekminnende volk moeten vertellen, opdat ze zouden weten wat voor een boeiende toekomst hen te wachten staat... Beloofd, Get up! Spread the news! Cheers, Sven, Voor de redactie. POPPUNT juni-nummer | Redactie | Sven De Potter, Luc Nowé, Tijs Vastesaeger, Els Michiels, Peter Zwertvagher, Jan Vanderhaeghen, Leen Raats, Eva Keustermans, Lieven De Graeve, Davy Claes | Fotografie | Koen Bauters | Vormgeving | C2A - 0477/97 97 67 | Oplage | 5000 exemplaren | Verantwoordelijke Uitgever | Luc Nowé, POPPUNT vzw, Kartuizersstraat 19/7, 1000 Brussel |
4 8 12 14 22 27 34 39
Admiral Freebee bracht onlangs zijn tweede album uit. Wij waren wel eens benieuwd naar ’s mans demonen en muzes. Gewapend met een gezonde dosis lef vuurden we onze vragen op hem af! Blues in Vlaanderen. Vlaanderens eigenste Blueslegende Roland loodst ons doorheen een paar decennia bluesgeschiedenis in Vlaanderen. Spreadin’ the news about the blues!
Voor de Focus-rubriek botsten we op het elektronicacollectief Je m’en Fish, dat een platform wil bieden aan bands die balanceren op de grenzen van de pop.
Dave Martijn, ook wel de Angus Young van Vlaanderen, toont ons het repetitiehok van Goose en vertelt ondertussen – al struikelend - honderduit over stompboxes, gitaren en zijn wedervaren bij Soulwax Funtime! Johan Quinten geeft ons een blik op de werking van Funtime. Blijkt dat punk helemaal niet dood is, maar springlevend, net zoals u en ik. Twee bands in the picture, ook deze keer: tomàn en Kill Spector. Allebei in de gaten te houden! Welke gaten? Dé gaten... Organiseer zelf es een concert! Makkelijker gezegd dan gedaan, vandaar dat we jullie hier op weg helpen. Digital Performer 4.52, een van de meest complete muzieksoftwarepaketten die je tegenwoordig kan vinden. Go check it out!
TIPS 16 | TELETIJDMACHINE 21 | DJ STUFF 24 | JONGE WOLVEN 33| DEMOPOLL 42 | DEMODOKTER 44 | TELEX 48 | ZOEKERTJES 51 |
3
MUSIC -O-HOLICS
Admiral Freebee
Rockt de natie en danst vol gratie Het leven kan soms wendingen nemen waarvan je zelfs niet eens vermoedde dat ze bestonden. Neem nu Tom Van Laere. Jaren voor hij ontdekt werd en de goegemeente omver blies met mokers als Noorderlaan , Einstein Brain en Oh Darkness, speelde hij alleen, zoals het een busker betaamt. Rotsvast overtuigd van de kracht van zijn songs kwam hij terecht in de finale van Humo’s Rock Rally. Hij kaapte er de tweede stek weg. De rest, zoals dat heet, staat nu geboekstaafd in de analen van het Belgische rock-en poparchief en is gewijde vaderlandsche popgeschiedenis. © Koen Bauters Een straf debuut, gevolgd door een tweede verzameling nummers, op dezelfde leest geschoeid. Het kan niet anders of er is passie mee gemoeid.
Liefde voor muziek. Heel simpel, eigenlijk, maar daar begon het voor Tom Laere allemaal. Toen hij nog kneehigh to a grasshoppa was, nam zijn vader hem vaak mee naar de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen. “Een openbaring,” zegt hij over die periode. “Met mijn pa ging
4
ik steeds weer mee naar niet zo voor de hand liggende concerten. Ik leerde toen tal van boeiende artiesten kennen. Miles Davis bijvoorbeeld. Ik dacht toen dat alle muzikanten zulke markante persoonlijkheden waren (lacht). Niet dat ik toen meteen ook op een podium wou
klimmen, want ik heb me pas op mijn zeventiende een gitaar gekocht.” En – zoals het verhaal gaat – je tennisracket aan de wilgen gehangen. Admiral Freebee: “(lacht) Niet echt, neen. Ik lees her en der dat ik een tennisfreak
MUSIC -O-HOLICS
of zachte nummers gaat. Ik heb onlangs een liedje geschreven voor Eva De Roover en zij vond het iets typisch Admiral Freebee hebben. Een mooi compliment. Een eigen stijl of muziektaal ontwikkelen blijft wel een lange zoektocht. Ik weet zelfs niet of ik dat punt ooit zal bereiken. Het gaat om een honger die nooit gestild is. Ben je er dan echt dagelijks mee bezig? Admiral Freebee: “Ja. Ook als ik een heel drukke dag heb en nauwelijks aan spelen toe kom, moet ik toch even mijn gitaar vastpakken. Rifjes zoeken of bezig zijn met een tekst, ideetjes uitwerken.”
© Koen Bauters
Over ideeën gesproken.... Admiral Freebee: “...vraag het me niet! (lacht) Ik wil eigenlijk niet weten waar ik mijn ideeën vandaan haal. Vandaar dat ik op de laatste plaat ook zeg “I am
was, maar da’s niet echt juist. Ik was wel een goed tennisser, maar dat wil niet zeggen dat ik alleen daarmee bezig was, hé. Ik deed beide graag. Ik mep nog steeds graag op een balletje...” Weet je nog wanneer je beginnen beseffen bent dat je muziek iets losweekte bij de mensen? Admiral Freebee: “Ik besef dat nu pas. Kijk, ik probeer steeds goeie songs te schrijven en zowel mijn gitaarspel als de manier waarop ik nummers schrijf te verbeteren. Het is een continu groeiproces; ik wil dat ik bij pakweg mijn zesde plaat echt van een eigen stijl kan spreken, of het nu om harde
“Ik weet wat ik wil en dat botst vaak. De producer met wie ik nu samengewerkt heb zei me “You are the most difficult person in the world to work with.” En hij wees naar een foto van Neil Young die er verschrikkelijk gepikeerd uitzag (lacht).” married to the mystery, I am married to my songs.” Dat is ook de reden waarom ik songschrijven zo plezant vind: hoe een nummer ontstaat, is steeds weer anders. Er bestaat niet echt een vast procédé.” Als je aan een nummer begint, moet je ook ergens stoppen. De vraag is wanneer? Op welk moment in het schrijven besef je: nu is het af! Admiral Freebee: “Eigenlijk komt dat moment er niet. Ik vind het soms vrij vervelend dat je sommige nummers die op een cd terechtkomen later niet even wat kan aanpassen. Het blijft een beetje een work in progress. Natuurlijk kan je al je nummers op een andere manier beginnen spelen, maar dat is eigenlijk een straatje zonder einde. Je moet op een moment stoppen, al is een nummer nooit echt af. Bij het nummer Noorderlaan uit de
eerste cd had ik dat gevoel dan weer wel: dat vond ik echt af.” Is loslaten moeilijk? Admiral Freebee: “Neen. Weet je, ik zit niet zo graag in de studio. Het kan niet snel genoeg gaan. De laatste plaat hebben we opgenomen op vijf dagen tijd. Maar dat kan enkel als je songs af zijn, als je weet welke richting je uitwil. Als vastligt waar het refrein zit, de bridge, de solo, kan je eigenlijk nog tal van kanten uit. Dat is althans mijn manier van werken: alles wat niet expliciet gezegd is, kan: als ik bijvoorbeeld vind dat de drummer het refrein met toms moet spelen, maar niets zeg over de strofes, dan krijgt de drummer alle vrijheid.” Gebeurt het dat jij met een volledig nummer naar buiten komt waar niet enkel de gitaarrif vastligt, maar ook de drumpartijen, de baslijn, tweede gitaar... Admiral Freebee: “Dat gebeurt, maar niet zo vaak. De gitaarpartij heb ik natuurlijk wel altijd, want daar begint alles. Al het andere wordt tijdens repetitie of – in dit geval – tijdens de opnamen gemaakt.” Ben jij makkelijk om mee samen te werken? Admiral Freebee: “Neen. Ik weet wat ik wil en dat botst vaak. De producer met wie ik nu samengewerkt heb zei me “You are the most difficult person in the world to work with.” En hij wees naar een foto van een foto van Neil Young die er verschrikkelijk gepikeerd uitzag (lacht). Nu ja, ik wil gewoon dat het allemaal snel gaat en ik kan het niet echt hebben dat iemand een plan verandert. Zeker niet als je maar vijf dagen studiotijd geboekt hebt. Dan moet niemand het idee opperen om toch wat folk op de plaat te zetten of een paar nummers zwaar te producen.” Jouw wil is wet? Admiral Freebee: “Niet echt. Ik ben toch wel redelijk open wat eigen inbreng betreft. Ik ben met die muzikanten de studio ingetrokken, maar had de nummers
i
5
Die vijf dagen opnametijd zijn het globale geluid zeker ten goede gekomen. Songs klinkt heel live.... Admiral Freebee: “Dat was ook de bedoeling. Nummers als The Worst is yet to come of Oh darkness kan je niet echt producen, maar moet je met veel energie spelen. Ik weet dat ik moeilijk kan zijn, maar dat muzikanten toch wel plezier hebben als ze met mij spelen.” Muzikanten die regelmatig spelen, bouwen een zekere technische bagage op en gaan na verloop van tijd ook meer met hun gevoel spelen. Wat is voor jou belangrijker? Admiral Freebee: “Ik heb voor de nieuwe livegroep audities gedaan en ik kon echt kiezen uit technisch zeer onderlegde muzikanten, maar ik kies toch liever voor muzikanten met een degelijke technische bagage en een zeer goed muzikaal gevoel. Allebei zijn nodig.” Je zei net dat je niet weet waar je ideeën vandaan komen. Geldt dat ook voor tekst? Is dat bijkomstig of net niet? Admiral Freebee: “Helemaal niet zelfs: alles begint bij de tekst. Ik speel graag met woorden. Het is zelfs zo dat ik een nummer met een slechte tekst niet echt kan loslaten; ik hoef geen poëzie, natuurlijk, maar het moet goed zijn. Ik druk mijn teksten ook nooit af in het cd-boekje, omdat tekst echt deel uitmaakt van de muziek. Je kan het niet loskoppelen van wat ik speel. Tekst komt makkelijk, maar ik verlies wel heel veel door het niet op te schrijven. Dat kan ik me met muziek niet veroorloven. Dat moet ik meteen opnemen.” De laatste plaat is – zoals je al
6
aanhaalde - opgenomen met een paar rasmuzikanten. Hoe ging je om met het feit dat de drummer (Dean Butterworth) bijvoorbeeld bij Ben Harper speelt en de bassist (Ric Markmann) bij Chris Cornell... Admiral Freebee: “Voor mij zijn dat gewoon heel goeie muzikanten. That’s it. Voor ik de producer - John Hanlon - ontmoette, was ik er ook niet echt mee bezig, ook al is hij een topproducer. Ik was ook niet bijster zenuwachtig...Ik weet niet hoe dat komt...” Ik stel de vraag omdat er vaak heel wild gedaan wordt over het feit dat jij met al die ‘grote’ namen hebt mogen spelen, maar dat het natuurlijk ook maar mensen zijn. Admiral Freebee: “Ik ben er wel twee weken geweest om die mensen te leren kennen. Het ijs was ook vrij snel gebroken en dat is de opname zeer ten goede gekomen. Je hoort dat Songs een echte groepsplaat geworden is, ook al kende ik de muzikanten vooraf niet. Ik vind het resultaat zeer geslaagd; ik twijfel er zelfs aan of ik hetzelfde zou kunnen bereiken mocht ik jaren met een andere groep samenspelen. Ik wist bijvoorbeeld al van bij de eerste ontmoeting dat ik goed zou overeenkomen met de bassist. Ook met de drummer zat ik meteen op de goeie golflengte; en er werd niet over muziek gebabbeld, wat ik echt wel tof vond. Ze hoefden zich niet te bewijzen door te gaan namedroppen. Het klikte echt wel goed. Zelfs in die mate dat we elkaar nog steeds bellen, en niet mailen zoals afgesproken.” In welke mate verschilt de manier van werken in een studio in LA met die in België? Admiral Freebee: “Het kan een beetje stom klinken, maar het gaat er toch iets professioneler toe. Dat geldt alleszins voor de mensen met wie ik nu gewerkt heb; het niveau lag echt wel hoog. Ik weet niet of het in heel de VS zo is, maar wat wij gedaan hebben – op twee dagen veertien nummers gerepeteerd – was echt wel heel stimulerend. Er werd niet te veel over gezeverd, vooral gespeeld.”
Wat is je bijgebleven van de omgeving rond LA? Admiral Freebee: “Vooral Joshua Tree, de woestijn. We hebben es een reis gemaakt van 17 uur en toen kwamen we terecht in het absolute niets. Best overweldigend. Het is daar trouwens dat de platen van Kyuss opgenomen zijn, maar ik heb er alleszins geen ideeën opgedaan. De producer had me nochtans gezegd dat ik met bakken inspiratie terug zou komen, maar dat was niet echt het geval. Ik was gewoon moe toen we na meer dan een dag in de auto in LA kwamen. Ik had drie dagen geen gitaar vastgehad. Ik dacht wel voortdurend dat ik op het moment dat we aan het rijden waren beter een song aan het schrijven was.” Om af te sluiten nog dit: de sound van de plaat wordt voor een groot deel bepaald door je instrumenten. Met welk materiaal speel jij? Admiral Freebee: “Met een oude Fender DeVille-versterker en een Telecaster. Maar ik ben echt niet zo’n materiaalfreak. Mijn DeVille kraakt en ik moet mijn gitaar en de riem met tape aan elkaar hangen. Mijn versterker heeft ook te veel knopjes, net zoals mijn gitaar. Daar staat een knop op die ik nog nooit gebruikt heb. Meer dan scherp of dof heb ik niet nodig. Nu is het wel zo dat we in LA materiaal gehuurd hebben, en dat was eigenlijk wel een openbaring: ik speelde er op een Fender Bassman-versterker en een Les Paul. John zei me toen dat ik me dat thuis zeker zou aanschaffen. Ik dacht dat toen ook, maar kijk, ik speel nog steeds met hetzelfde oude materiaal. Ook al klonken die instrumenten veel beter. Nu ja, ik ben te lui om te zoeken; laten we het daarbij houden.” ’t Is genoteerd. Admiraal, tijd om in te schepen en je boot te rocken als de beesten...
<
Sven De Potter Links >www.admiralfreebee.com
������ ����� ��������������������������������� ������������������������������
voordien opgenomen met akoestische gitaar en er weinig over verteld. Buiten de gitaarlijntjes en de backing vocals mochten ze echt spelen wat ze wouden. Die mannen zijn gewend van enkel te doen wat hen gevraagd wordt, maar deze keer mochten ze es loos gaan. Als de feel goed zat, was het goed. Zelf ben ik een beetje voorbij het stadium van ‘dit is mijn band en ik ben de baas’.”
����������������������
MUSIC -O-HOLICS
i
Admiral Freebee
������ ����� ��������������������������������� ������������������������������
����������������������
���������������
Spreading the news ‘bout the blues... In de Dossierserie doen we telkens een bepaald genre van naadje tot draadje uit de doeken. Ditmaal trokken twee jonge Poppunthelden naar de zompigste cafés van Vlaanderen op zoek naar de ziel van één van de oudste genres binnen het rock -en poplandschap: de ‘blues’. Dit onder begeleiding van twee beslagen gidsen: de levende blueslegende Roland Van Campenhout en upcoming gitaargod Tim Ielegems (Fried Bourbon). Voor de liefhebbers van houthakkershemden, verschraalde bierlucht en dito buiken: ons eigen ‘Blues for Dummies’. Het cliché van de biker met de bierbuik en de bakkebaarden is even wijdverspreid als het vooroordeel dat het genre nu nog enkel in de uithoeken des lands (Limburg, West-Vlaanderen) beoefend zou worden. Toegegeven, het bekendste bluesfestival in België vindt jaarlijks plaats in het Limburgse Peer, maar ook in elke andere provincie zijn een aantal groepen actief en vind je - van grootstad tot dorpskom – charmante bluescafés en festivalletjes.
Blues in België? Als genre heeft de blues bij ons vaste voet aan de grond gekregen toen begin jaren ’60 Britse skiffle- en beatgroepjes de zwarte blues en vooral dan rhythm ‘n’ blues leerden kennen en er een eigen repertoire mee uitbouwden. In het
8
kielzog van The Rolling Stones kwam die oorspronkelijk zwarte muziek aan de oren van jonge, blanke midden-klasgroepjes uit de VS, die in de garage van ma en pa of op schoolfeestjes hun Britse voorbeelden trachtten te imiteren. Roland: “Ja, de Stones hebben de Amerikanen de blues opnieuw leren kennen. Zo is er het fameuze verhaal dat the Stones in het begin van de jaren ’60 de Chess-studio bezochten en er een zwarte op een ladder de plafond stond te witten. Niemand minder dan Muddy Waters, die wat aan het bijklussen was. En bij een van hun eerste Amerikaanse Tvoptredens wilden ze per se Howlin’ Wolf erbij, terwijl niemand op het TV-station hem kende.” Via diezelfde British Invasion sijpelde de blues ook in onze contreien door. Roland: “Wat je nu in de platenbakken terugvindt onder ‘roots’ of zelfs ‘wereldmuziek’ was in mijn tijd pure ‘rock ‘n’ roll’: Chuck Berry, John Lee Hooker. Dansmuziek, ne goeie swing om op te jiven. In die tijd kon je in het meest domme boerendorp een jukebox vinden waar John Lee Hooker inzat.’ Tim: “Er waren in Europa ook veel Amerikaanse legerbasissen die platen meebrachten. Begin jaren ’60 waren het vooral Duitsers die al die oude bluesmannen naar hier haalden en tournees deden. Mensen die dat in de jaren ’60 echt hebben meegemaakt, hebben grootheden als Howlin’ Wolf, Muddy Waters en Lightin’ Hopkins in volle glorie zien passeren.”
Roland: “Wat blues in België betreft, kan je niet omheen Ferre Grignard. Die was zijn tijd vér vooruit. Het heette toen nog ‘skiffle’, maar het waren wel Leadbelly en de vroege Big Bill Broonzy die dat genre speelden. Later is de elektrische blues gekomen. Ik zag in Londen the Paul Butterfield Bluesband. Kort daarna kocht ik mijn eerste Marshall-versterker, een Fender-gitaar en een wah-wah. Sindsdien is het niet meer goed gekomen (lacht).”
Scene Gedurende bijna een halve eeuw is het genre nooit echt weggeweest. Getuige hiervan het aanbod aan groepen, labels, festivals en concertplekken. Bestaat er echter wel zoiets als een Belgische bluesscene? Tim: “Je kan gerust spreken van een bluesscene, al was die een aantal jaren geleden nog groter dan nu.” Waar spelen? Met een dergelijk (over)aanbod aan groepen is het vinden van concerteermogelijkheden niet evident.“Als blues-groep heb je het veel gemakkelijker dan als metal- of rockgroep”, aldus Tim, “Vaak hebben die mannen maar een paar optredens per jaar terwijl wij toch vaak spelen. En er meestal ook voor betaald worden.” Schaars zijn de bluesgroepen die de bekende festivalpodia afschuimen. Hoe zit het met bluesfestivals in België, dan? Tim: “Er zijn er heel wat. Meestal ligt de
© Koen Bauters
DOSSIER
BLUES IN BELGIË
DOSSIER
organisatie in handen van mensen die er al dertig of veertig jaar mee bezig zijn. In Dendermonde heb je bijvoorbeeld de Honky Tonk, die zich voornamelijk met New Orleans jazz bezig houden, maar die ook blues programmeren. In de jaren ’70 kwamen Dr. John en Ray Charles daar over de vloer. In Ruislede heb je de Banana Peel, een klein kot in het midden van de velden, dat alle bluesgroten over de vloer heeft gehad. De Crossroads in Antwerpen is ook zoiets. De laatste tijd komen wij veel soortgelijke clubs tegen in Nederland, de zogenaamde Bluessociëteiten, dat zijn kleine verenigingen. Er is wel een verschil: in Nederland mag het altijd iets ruiger zijn. Daar hebben ze het vooral voor Amerikanen met lang haar en gillende gitaren.” Ook in Wallonië is de bluesscene live and kicking, met festivals als Ecaussinnes, Tamin. Roland: ”In Luik en Charleroi zitten heel wat goede muzikanten. René Stock, een contrabassist bijvoorbeeld. Die heeft nog met Last Call gespeeld. Hij speelt nu samen met Rum en Laïs, stel je voor. Pepinster en Boogie Town zijn twee goede festivals.”
Cliché Eén van de charmes en tegelijk kleine kanten van de blues, zijn de vele clichés die aan het genre verbonden zijn. Tim: “Het is één van de meest verkrachte muziekgenres. Iedereen die pas een gitaar heeft gekocht, kan een bluesschemaatje spelen. En dan denken ze meteen dat ze de Blues Brothers zijn. Anderzijds zitten bij het “blues”-publiek vaak ook een pak enggeestige mensen. De bluespolitie is steeds aanwezig. Wijzelf spelen vooral redelijk traditionele blues zoals die in de jaren ‘50 in Chicago gespeeld werd. Maar dat is eigenlijk maar een basis van waaruit we vertrekken. Dikwijls gaan wij veel breder dan enkel blues. Als wij zin hebben om ska of rock steady te spelen, of Afrikaanse desert blues, dan doen we dat.” Roland: “Ik heb een hekel aan zogenaamde ‘puristen’, die een plaat noot voor noot naspelen en dan ook nog de juiste witte schoenen en streepjespak aantrekken. Trouwens, tegenwoordig moet alles zo in labels gegoten worden. Het enige criterium is voor mij altijd nog: ‘krijg je kippenvel of niet?” Tim: “Ik vind het gewoon interessanter om je eigen ding te doen. Niets is zo vervelend
als een zanger met een schorre stem die iets brult in de trant van “ooh ooh baby’” maar niet begrepen heeft wat de blues is.’”
De blues Volgens de legende moest Robert Johnson zijn ziel verkopen aan een of andere voodoo-demon om te weten wat de blues is. Hoe zit het met de Belgische bluesmannen hier aanwezig? Roland: “Blues is een state of mind, die zich soms kan uiten in een stem en een gitaar. Maar vaak ook een state of being, zoals ‘le caffard’ in het Frans of Weltschmertz in het Duits, maar dan minder melancholisch. Maar het kan ook plezant zijn: ‘s morgens als je opstaat een plaat opleggen van Ray Charles en in je blootje mee staan dansen. Of over de snelweg scheuren met de juiste muziek op. Ook dat is blues.” Tim: “Blues is eigenlijk een gevoel van een mens die met een bepaalde situatie probeert om te gaan. En de uitdrukking van die gevoelens. Als je flamenco hoort, dan zit daar blues in. Als je Wannes Van de Velde hoort zingen: daar zit blues in.” “Het grootste cliché is natuurlijk wanneer iemand compleet blut is en zijn vrouw kwijt is. Maar het kan bijvoorbeeld ook gaan over iemand zonder geld die fantaseert wat hij zou kunnen uitspoken als hij toch geld had. Je krijgt dan een dubbelzinnige tekst. Willie Dixon is daar echt de grootste in. Die heeft bijna alle bekende bluesnummers geschreven. Hij kon over het stomste onderwerp een nummer maken dat je toch raakt.” Muziek Tim: “Ze zeggen altijd dat blues simpele muziek moet zijn met eenvoudige teksten. Het is muziek die voortkomt van eenvoudige mensen en hoe zij met hun leven omgaan. Als je iets met twee noten kan spelen, waarom zou je het dan met dertig doen ? Doe het simpel, maar goed !” Roland: “Ferre Grignard bijvoorbeeld trok zich niet veel aan van akkoordenschema’s. Die ging van E naar A en that’s it. Maar met die twee akkoorden raakte hij je wel.” Een eenvoudig genre, maar met eigen wetmatigheden. Is het niet moeilijk om origineel te zijn binnen de blues ? Tim: “Je moet dat niet per se willen, hé. Het komt erop neer die muziek te spelen en te voelen. Je speelt met een aantal mensen samen. Er wordt meteen een gevoel neergezet en je pikt daar op in. Als ik met
Roland ga spelen, dan weet ik dikwijls nog niet eens wat we gaan spelen, welke toonaard of hoe lang. Hij zegt altijd: “ ’t één achter ’t ander.” Roland: ”Dat werkt alleen als je samen speelt met mensen die op het podium hun plan kunnen trekken. Ik speel daarom enkel met een kleine kliek vrienden: Steven De Bruyn is zo iemand, Geoffrey Burton, Pieter-Jan Desmet. Nog een paar. Geen wildvreemden, en zeker geen “mercenaires” die nog voor ze beginnen, vragen: ‘Hoeveel brengt het vanavond op?” Die originaliteit kan ook liggen in het opentrekken van het genre en het mengen met andere ritmes. Roland: “Dat is iets wat Taj Mahal indertijd al deed. Of Corrie Harris. Ik hou bijvoorbeeld van de mix van blues en calypso-ritmes.” Roland gaat hier zelf ook ver in, soms letterlijk. Hij nam zijn recente CD The Great Atomic Power op in een hotelkamer in Kenia. Roland: ”Ik was in Naïrobi voor een eenmalig concert, op uitnodiging. En zoals dat gaat, leerde ik daar een aantal steengoeie muzikanten kennen. Later ben ik teruggegaan om met hen op te nemen. Het was echt een terugkeer naar het absolute niets. De hotelkamer werd omgebouwd tot een geïmproviseerde studio: matrassen tegen de muur, vastgetapete micro’s bij gebrek aan statieven. En ik zat op het toilet te zingen. De geest van Robert Johnson was nooit ver weg.”
Groepen Wat met de hedendaagse blues? Is die nog te vergelijken met de authentieke stuff van indertijd? Tim: “Wat echte blues betreft, gaat er niks boven Howlin’ Wolf, Little Walter of Muddy Waters die begin jaren ’50 opnamen. Of John Lee Hooker, die vind ik ook super.” Roland: “Mijn grote helden zijn John Lee Hooker en natuurlijk Lightnin’ Hopkins. Zo’n stem! En hij kon liedjes maken over eender wat, zelfs over die fles Spa die hier op tafel staat.” Tim: “Tegenwoordig komen er ook goede platen uit natuurlijk: John Hammond, bijvoorbeeld, James Harmor, ook iemand van de nieuwere generatie die echt wel goede nummers schrijft.” En in België? Hoe staat het met de collega’s? Tim: “Wat Steven De Bruyn doet met de Rhythm Junks kan je niet echt traditionele
9
DOSSIER
BLUES IN BELGIË
blues noemen, maar je hoort wel waar het vandaan komt. Durango vind ik ook heel sterk. En dan heb je nog The Seatsniffers, Tee, de groep rond Mark Thys en Big Dave, een mondharmonica-speler.” Roland: “The Seatsniffers vind ik heel goed omdat ze hun muzikale horizon opentrekken. Ze zijn ook heel country, spelen ook ska. En Durango is ook zoiets. Ik zag die zanger eens alleen bezig met een gitaartje in open tuning en ik was echt onder de indruk: heel speciaal, heel persoonlijk. Dat stond er.”
Evoluties Tim: “Er zijn minder festivals en groepen dan pakweg tien jaar geleden; toen was er een echte bluesboom. Ik heb nu wel het gevoel dat we weer op een scharniermoment zitten. Het gaat weer de goeie kant op.” Roland: “Wat mij opvalt, is dat jonge mensen van pakweg 14 tot 23 jaar weer naar oude muziek beginnen te luisteren: Otis Redding, Rhythm & Blues, Janis Joplin. Daarom is het noodzakelijk dat dat kleinschalige circuitje blijft bestaan.” Opmerkelijk is dat velen binnen de alternatievere gitaar- en garagescene zich door het bluesgevoel laten inspireren. De invloed van buitenlandse voorbeelden als Jon Spencer Blues Explosion of The White Stripes hebben het bredere publiek de oude rauwheid van de blues doen herontdekken. Roland: ”Ik vind The White Stripes okee. Ze leunen dicht aan bij de ouwe blues en hebben tegelijk de ruigheid van een Hendrix. En ze zorgen ervoor dat ik nu ook weer kan optreden met alleen maar een drummer (lacht). Men zegt soms dat ze commercieel zijn, maar dat wordt van mij ook gezegd omdat ik op de nieuwe cd Afrikaanse ritmes gebruik. Maar ik heb nog nooit iets tegen mijn goesting gedaan en dat is het belangrijkste.” Platenzaken en labels Tim: “Fnac had vroeger heel veel in stock, maar dat is nu minder. Verder is er de Blues Promotion, een man die je met zijn kraampje op alle festivals tegenkomt. Via hem kan je via mailinglijsten bestellen. In Brugge heb je de Honky Tonk, een bluesplatenwinkeltje. Voor de rest duiken links en rechts wel regelmatig kleine winkeltjes op.”
10
Roland: “Naast de Fnac en Media Market, heb je ook nog Blue Note, maar da’s meer voor de jazz, en Music Mania voor de rootsmuziek.’ Tim:”Qua labels heb je Naked Records in Wallonië. Voor de rest heb je niet echt een bluesgericht label. Wij zijn zelf bij twee boekingskantoren: voor Vlaanderen zitten we bij Backline, da’s eigenlijk een heel groot en breed boekingskantoor. Twinstreet Bookings doet wel enkel rootsgetinte groepen. Verder is er ook nog Bobtjes Bluessite, een gespecialiseerde website over blues. Da’s een kerel die niets anders doet dan met zijn fototoestel en microfoontje van het ene festival naar het andere trekken. Op zijn website staat echt alles !”
Back to the roots: Bluesstijlen in de VS De bakermat van alles wat God geschapen en/of verboden heeft, ligt blijkbaar over de zeer grote plas. Ook die van de blues. Een overzichtje van de voornaamste stijlen.
Delta- of Mississippi blues Deze rauwe oerblues ontstond op de katoenplantages in het deltagebied van de staat Mississippi en wordt meestal akoestisch gebracht. Denk hierbij aan het clichébeeld van de zwarte met de gitaar die eenzaam op een stoel zit en de blues uit zijn oude lijf zingt. Legendes als Son House en Robert Johnson lieten zich opmerken door wild gitaarspel, onweerstaanbare boogie-ritmes en teksten die handelden over de rauwheid van het bestaan en bolstonden van de dubbelzinnigheden, seksueel getinte passages en verwijzingen naar de voodoo, hel en duivel. Zo is er de mythe - in het leven geroepen door Son House - als zou Johnson zijn speeltalent van niemand minder dan een demon (in de versie van Son House: de duivel zelve) hebben gekregen. Texas Blues De Texas Blues bestaat een kleine eeuw en kende twee bloeiperiodes. In de jaren ‘20 stond de term synoniem voor de countryblues uit de Zuidwestelijke staten van de VS. Na de tweede wereldoorlog ontstond de elektrische variant met op jazz geënt solospel. Ene T-bone Walker blonk hier in uit. Andere grootmeesters zijn Lightin’ Hopkins, Blind Lemon Jefferson en recenter Stevie Ray Vaughan.
Jumpblues of swing Jumpblues is een swingend mengsel van up-tempo blues, jazz en boogie-woogie voorzien van de nodige blazers. Het genre ontstond tijdens de boogie-woogie pianorage van de jaren ‘40. Hoewel een elektrische gitaar aan het instrumentarium ontbreekt, is het ideale feestmuziek. Veel heeft te maken met de snelle beats, de jazzy sfeer en de omvangrijke blazerssectie, die soms uit maar liefst negen muzikanten bestaat! Grote namen zijn Louis Jordan, Nappy Brown en Big Joe Turner, het typevoorbeeld van een zwarte muzikant die het niet gemaakt heeft omdat hij de “verkeerde” huidskleur met zich meedroeg. Rhythm&blues / soulbues Van alle bluesgenres is dit de meest moderne. Het is een combinatie van de rhythm & blues uit de jaren ‘50 zoals die gebracht werd door Big Joe Turner en LaVern Baker, en de soulmuziek uit de Zuidelijke staten van de VS van rond 1965, waar vooral Otis Redding en James Carr furore mee maakten. Grootheden binnen dit genre zijn Otis Clay en Denis Lasalle. Chicago Blues De blues zoals die in de jaren ‘30 en ‘40 in Chicago gespeeld werd, is altijd al enorm populair geweest. Namen als Lonnie Brooks, Big Bill Broonzy en Tampa Red klinken elke bluesfanaat als muziek in de oren. Letterlijk dan. Of wat dacht u van Howlin’ Wolf en Muddy Waters ? Chicago was in die tijd hét walhalla van de bluesmuziek, aangezien duizenden mensen hun hondenleven als katoenplukker in de Mississippi Delta opgaven om in de stad werk te vinden. Chicago blues is een kruising van de rauwheid van de deltablues met een elektrisch versterkte sound, meestal gebracht door een kleine band. In de jaren ‘50 grepen de artiesten naar andere middelen: de versterkte mondharmonica, slidegitaar en piano werden de leadinstrumenten.
<
Leen Raats en Jan Vanderhaeghen Links >www.bobtjeblues.com >www.backtotheroots.be
>www.rolandvancampenhout.be.tf >http://blues.jumppage.nl >startkabel.nl.k.blues
FOCUS
Be
© Koen Bauters
Je m’en Fish hengelt in de
Soms bots je tijdens het grasduinen doorheen het Vlaamse muzieklandschap op boeiende en zeer te pruimen initiatieven. Je m’en fish, bijvoorbeeld, dat zichzelf omschrijft als een collectief van muzikanten, visuele en grafische artiesten en organisatoren. Eén van de snelst groeiende elektronicaorganisaties in België. Omdat Poppunt tegenwoordig snel doorheeft waar het ijzer het heetst is, gooiden we een lijntje uit bij Bart Dujardin, een van de bezielers van Je m’en Fish. Hij trakteerde ons op een cocktail van clicks ‘n’ cuts die wij met veel enthousiasme naar binnen speelden. “Je m’en Fish is gegroeid uit een zestal projecten van mensen die elkaar op de een of andere manier kenden. We zijn uit die kleine groep gestart met het aantrekken van andere projecten en het uitwerken van totaalconcepten,
12
met de bedoeling de muziek die wat stiefmoederlijk behandeld werd wat meer in het daglicht te plaatsen. Je m’en Fish is geen label of bookingskantoor, maar houdt zich hoofdzakelijk bezig met promotie en tracht artiesten zoveel
mogelijk te helpen bij hun muzikale ontplooiing.” In jullie stal zitten niet van de minsten: Motel 03, Sutrastore, The Neon Judgement, ....Wat moet een artiest
FOCUS
de
Belgische elektronica-muziekpoel.
© Koen Bauters
eigenlijk doen om bij jullie terecht te komen? “De enige manier op dit moment is meedoen aan de wedstrijd die we organiseren. Tot 31 juli kunnen muzikanten met hun huis-tuin-en-keukenarbeid bij ons terecht; de beste inzendingen worden geselecteerd. Het kan gaan van experimentele podiumkunst tot visuele kunsten of zelfs exposities die perfect samen kunnen gaan met elektronische muziek. Van daaruit kunnen we achteraf een selectie maken.” “We hebben die wedstrijd georganiseerd omdat weinig locaties voeling hebben met elektronica in het algemeen. En, in België is het nog steeds een beetje: onbekend is onbemind. Ten onrechte eigenlijk, want artiesten als Stijn, Styrofoam, Eeavesdropper, de projecten van Glamor is undead of van (K-RAA-K)3 bewijzen dat hier genoeg talent rondloopt. En wij willen met deze wedstrijd de nog onbekende groepen en artiesten een zetje in de juiste richting geven.”
Je zei net dat Je m’en Fish geen boekingskantoor is en geen label, maar dat jullie zich bezighouden met promotie... “Wel, als een groep ergens bij een klein label getekend heeft, dan kunnen wij de promotie voor onze rekening nemen. Voor andere groepen die wel bij een boekingskantoor zitten, zetten we de data van hun optredens op onze website en doen we wat extra promotie. We vragen daar geen centen voor; Je m’en Fish wordt immers bevolkt door artiesten en het zou wat vreemd aanvoelen dat de ene muzikant aan de andere een bookingsfee zou vragen. Als een muzikant bij ons terechtkomt en zelf geen beroep kan doen op een label, boekingskantoor of promotor dan kunnen wij hem wel helpen. We beschikken namelijk over een kleine perserij waar we makkelijk cd’tjes kunnen branden. En het spreekt voor zich dat we alle SABAM-paperassen ook in orde brengen. Verder zoeken we ook verschillende livedata omdat we onze jonge projecten een kans willen geven om te groeien en hen in contact te brengen met andere muzikanten en andere kunstvormen. Het collectief zorgt alleszins voor een dialoog.”
Kan elke artiest bij jullie terecht of hanteren jullie strenge selectiecriteria? “We staan open voor alle stijlen, maar een band of een project moet natuurlijk wel iets hebben. Zo kregen we onlangs een demo binnen van iemand die onder een nummer van Bob Marley gewoon een beat had gezet. Zoiets wordt natuurlijk onmiddellijk vertikaal geklasseerd. Maar eigenlijk kan alles: van experimentele pop en homerecordings tot over the top electropunk. Het maakt ons niet echt veel uit, maar blijkbaar wel voor het publiek, want daar heerst vaak een hokjesmentaliteit. Je m’en Fish tracht dat wat te verbreken. Waar we eigenlijk best in slagen: onlangs hadden we een evenement in de Brusselse Récyclart en daar hebben we de deuren zelfs moeten sluiten omdat er te veel volk op afkwam. ” Bestaan er naast Je m’en Fish nog andere gelijkaardige initiatieven? “Je hebt (K-RAA-K)3, Glasvocht...maar die doen toch niet helemaal hetzelfde. Ik denk dat je zowel bij Glasvocht als bij (K-RAAK)3 meer terecht kan voor experimentele zaken, terwijl wij het wel leuk vinden om voor een kruisbestuiving te zorgen tussen experimentele projecten en bijvoorbeeld popmuziek. Of andersom. Op die manier leren mensen es iets anders appreciëren dan wat ze kennen van de radio. Het kan gebeuren dat er twintig bezoekers totaal geen pap van lusten, maar dat er voor één iemand een nieuwe wereld opengaat. En dat maakt het allemaal de moeite.”
Een paar Poppunt Magazines geleden hadden we een interview met een paar Belgische elektronica-grootheden: Eavesdropper, Stijn, Styrofoam... ik had de indruk dat het in België qua elektronische muziek wel de goeie kant op ging... “Het gaat alleszins de goeie richting uit, alleen merken we dat elektronica hier nog niet zo hard leeft als elders. In Nederland en Duitsland is de scene een pak groter. We hebben onlangs een heel goeie recensie gekregen in OOR; het resultaat was dat er ineens een pak mails komen van radiostations in Nederland. België blijft zich heel graag vastpinnen op een stramien waar het al jaren in zit. Het is zelfs zo dat we in andere landen een hogere rotatie kennen dan in België
zelf. Hier heerst door de band genomen weinig openheid voor andere stijlen, en dat vind ik toch wat jammer.” Vandaar Je m’en Fish...jullie zorgen ervoor dat het grote publiek kennis kan maken met niet-zo-voor-de-handliggende-muziek.... “Dat is toch de bedoeling ja. Zo staan drie van onze artiesten dit jaar op het Dourfestival, heeft Sutrastore net hun eerste album uitgebracht, zit Motel 03 in 100% Puur-poule,...vrijwel elke groep uit onze stal heeft toch al iets bewezen...” “In België loopt er alleszins genoeg talent. Je moet maar es gaan kijken bij www.electrobel.be, een site die tot 1500 bezoekers per dag lokt. Daar merk je dat elektronica in België echt wel leeft, alleen zien we heel weinig output. De mensen die op electrobel-website hun nummers posten raken in contact met anderen en daaruit kunnen weer nieuwe initiatieven groeien. Je ontdekt er elke dag wel een nieuwe artiest. Sommige projecten hebben wij mee helpen opstarten en dan is het natuurlijk heel tof om te zien dat die later ook ergens terechtkomen.” Proberen jullie die groepen dan ook op grote festivals als het gerenommeerde Sonarfestival in Barcelona te krijgen? “Ja. Met Sonar hebben we gesprekken, maar zij zouden liever een festival op locatie doen. Ik denk in Nederland en Leipzig volgend jaar. Echt concrete plannen zijn er nog niet, maar onze artiesten staan dit jaar wel op Dour, de Gentse Feesten, het Virusfestival in Eindhoven, Brussel Bad etc....Sutrastore is trouwens net terug van een promotour in Turkije, the Neon Judgement van Brazilië en Zwitserland. Het loopt dus wel goed.” Elektronica is niet langer een undergroundgenre waarbij de muziek via een paar kanalen verspreid wordt... “Niet meer, neen. Onze naam begint ook een beetje door te sijpelen. We raken weg uit die undergroundsfeer. Ik weet niet precies waar de lijn ligt, maar ik vind dat hoe meer mensen er kennis mee maken, hoe beter voor ons en de Belgische muziekscène.”
<
Sven De Potter
13
© Koen Bauters
TIPS Gitarist Dave Martijn klapt uit de biecht Het leven van een muziekjournalist – als ondergetekende zich zo mag noemen (dat mag hij, nvdr.) – kan soms schoon zijn. Naast de bakken geld die hij verdient en de bewondering die hij oogst bij ontelbare vrouwen mag hij al eens iemand interviewen die hij zelf zeer de moeite vindt (Dank u, Poppunt!). In dit geval is het object van zijn bewondering gitarist Dave Martijn (25), de Angus Young van België, vergroeid met zijn Gibson Flying V, vaste waarde bij voormalig Rock Rally-winnaar Goose en sinds juli 2004 sparring partner van gitarist David Dewaele bij Soulwax. Ondergetekende ontmoet de jonge gitaarheld ergens in het Kortrijkse. De ogen van Dave Martijn schitteren wanneer hij ons een bak – letterlijk dan – vol pedaaltjes laat zien. Tussen het kluwen van draden en allerlei plastic en metalen doosjes met de meest uiteenlopende vormen ontwaren we achtereenvolgens een groene Big Muff Soviet (“Mijn tank,” zegt Dave. “ Ik heb hem laten opdrijven zodat hij nog straffer klinkt. De volumeknop kan nu als het ware tot twaalf in plaats van tien, echt een bom), een TU-2 Tuner van Boss, (“Zeer belangrijk. Ik stem mijn gitaar te pas en te onpas, zelfs wanneer het eigenlijk niet nodig is. Ik doe het onbewust, het lijkt wel een soort bezigheidstherapie.”), een OC-2 Octaver van Boss, (“Als je een octaver juist gebruikt dan krijg je een vollere klank die erg ‘porno’ klinkt, ideaal om mee te soleren. Ik draai het onderste octaaf gewoon helemaal dicht en het bovenste octaafknopje zet ik een beetje open, zodat je meer bottom krijgt.”), een Moogerfooger-ringmodulator van Moog, (“Ik heb hem net gekocht en ben er gek van. Je kan je gitaar met dat bakje
14
echt als een zwijn laten klinken. Bij Goose gebruik ik hem om mijn klank in frequentie te verhogen, te verscherpen eigenlijk.”) en een Morley ab-switch (“Ik gebruik live bij Goose twee versterkers, een Dual Caliber DC5 ’50-watter’ van Mesa Boogie en een Fender Blues Deville. De ab-switch gebruik ik om te switchen tussen de twee, om zo een stereo-effect te bekomen.”) Een kamer verder staat er nog meer materiaal. Ons oog valt op een opvallende appelblauw zeegroene Tanglewood Nevada 2, “Het is een goedkope Stratocaster-replica en ze klinkt fantastisch. We gebruiken ze vooral voor studiowerk. Je vindt die gitaar nergens meer. We lenen ze van een vriend, maar hij wil ze ons jammer genoeg niet verkopen.” We duizelen nog van zoveel informatie als we ons, in een kamer behangen met de meest uiteenlopende rockposters, neervlijen in een comfortabele zetel. Dave excuseert zich nog even voor de rommel waarna we onze eerste vraag op hem afvuren: “Dave, hoe begon het nu eigenlijk allemaal voor jou?” Steeds dezelfde riff “Aanvankelijk had ik helemaal niets met muziek te maken. Die domme blokfluitlessen in het eerste en het tweede middelbaar, ik haatte ze ! Ik kende niets van noten, was totaal a-ritmisch. Toen ik een jaar of 14 was, in januari ’95 denk ik, ontdekte ik via mijn broer Deep Purple en consorten. Ken je de versie van High Way Star op Live in Japan? Wel, die solo van Ritchie Blackmore, die deed het hem. Die solo is zo, eh...(zingt de solo). Ik dacht, what the fuck is dat! Als je 15 jaar bent dan zit je ergens met een gat dat je wil opvullen. Ik in ieder geval. Voor speelgoed werd ik te oud en naar de vrouwen keek ik nog niet. Die solo blies me omver. Ik had nog nooit
een elektrische gitaar van dichtbij gezien en toch wou ik plots gitaar spelen.” Dave mocht een akoestische gitaar lenen van een neef en de bal ging aan het rollen. “Ik heb weken aan een stuk een Smoke On The Water-achtige riff gespeeld, blijkbaar net zoals iedereen die begint, en daarna Come As You Are van Nirvana (grijnst). Ondertussen ontdekte ik ook steeds meer nieuwe muziek zoals AC/DC of Black Sabbath. Zo heb ik mezelf allerlei zaken aangeleerd. Ik leerde benden en wekenlang deed ik niets anders dan steeds opnieuw dezelfde vier nootjes benden. Ik ontdekte ook voortdurend nieuwe riffs waarover ik dan zo tevreden was dat ik ze de hele tijd door speelde. Het voelde nooit aan als leren, ik vond het gewoon een erg leuke bezigheid.” De meer technische kant van het gitaarspelen kreeg Dave onder de knie via een tablaturenboek van Pink Floyd. “David Jon Gilmour is altijd één van mijn favoriete gitaristen geweest, toen zeker. Hij speelt redelijk traag en is daarom een dankbare bron om naar te luisteren en van te leren. Voor ik er erg in had kon ik op die manier een bluestoonladder spelen. Ik kende nog geen enkel akkoord maar begon wel al te soleren. Om er nog beter in te worden, speelde ik mee met platen. Ik improviseerde mijn eigen solo’s in de toonaard van het nummer op de plaat. Gelijk wel genre, ik speelde het mee. Zo ontdekte ik ook hoe ik snel moest spelen, puur door het gebruik van pull-offs en hammer-ons.” Dave oefende constant. Het eerste wat hij deed als hij thuiskwam, was zijn gitaar opzoeken. “Ik wou gewoon doorspelen. Ik wou ‘het’ niet verliezen. De pubertijd is ook zo een rare periode in je leven. Wat moet je met je leven doen? Wel, ik denk dat ik toen op een of andere manier heb beslist om full-time gitaar te gaan spelen.”
Ellenlange solo’s De eerste 2 jaar speelde Dave vooral op zijn kamer. Eind 1996 begon hij bij een groep die zichzelf later Goose zou noemen. “Ik leerde Bert (drum) kennen bij de scouts. Hij had toen al een groepje met Mickael (zang en keyboards). Het klonk allemaal erg grungy. Hij stelde me voor om eens mee te jammen. Ik speelde niets anders dan ellenlange solo’s bovenop alles wat zij deden. Ik kon toen ook niets anders. (lacht).” Goose won in 2002 met veel overtuiging Humo’s Rock Rally.“Muziek is voor ons nooit een bewuste keuze geweest. Het is iets wat we allemaal erg graag doen en daarom zijn we er ook mee bezig. Dat biedt nog geen enkele garantie om er te geraken. Humo’s Rock Rally heeft ons dat noodzakelijke extra duwtje gegeven, niet onmiddellijk in de richting van succes, eerder het extra duwtje dat we nodig hadden om in onszelf te geloven en er volledig voor te gaan. Na de Rock Rally wisten we zeker dat het iets kon worden met Goose. Zelf heb ik er altijd in geloofd. Ik wil me ook voortdurend bewijzen. Als gasten op school me zeiden dat mijn vingers te kort waren om goed te leren spelen, dacht ik echt: fuck you! Het werd een extra stimulans om echt goed te leren soleren.” Ondertussen werkt Dave met Goose aan hun langverwachte eersteling. Waarom duurt het eigenlijk zo lang? “Het is tot nu toe een erg versnipperd proces geweest, omdat ik ondertussen ook bij Soulwax ben begonnen. In juni vorig jaar zijn we de eerste nummers beginnen opnemen. Tijdens de periodes dat ik op tournee was, werkten de andere groepsleden – samen of individueel – verder aan de nummers.” We vragen ons af hoe zo’n opnameproces bij Goose dan werkt? “We maken gebruik van de computer en nemen onszelf regelmatig op om een beter zicht te krijgen op onze nummers. In ProTools experimenteren we dan soms met een song. We trachten het echter zo eenvoudig mogelijk te houden want we zijn en blijven een livegroep. We zijn nu eindelijk zo ver dat we de resultaten van het voorbije jaar op plaat kunnen zetten. Eigenlijk zijn we nu al toe aan een tweede plaat (lacht). Als we alles goed aanpakken komt de eerste single er in september, de plaat zelf in januari 2006. We hebben toch al zo lang gewacht, waarom ons nu overhaasten. Het wordt een mix van een beetje vanalles. Er zitten redelijk veel synths in, het is ook dansbare muziek en zeker niet moeilijk. Bon, gewoon erg rock
’n roll, denk ik. Teo Miller (Engelse producer die o.a. met Blur en Placebo werkte, nvdr.) komt vandaag trouwens over van Engeland om de laatste hand te leggen aan de opnames.” Maten om muziek mee te maken Naast Goose en Soulwax speelt Dave ook nog bij The Feather, één van de best bewaarde hardrock-geheimen van België, met een totaal losgeslagen zanger. “The Feather ligt nu jammer genoeg stil. Maar dat wil niet zeggen dat we ermee stoppen, daarvoor is het te veel fun. Het is soms wel moeilijk en ik voel me er ook wel eens schuldig over. Anderzijds moet je kunnen kiezen. Gelukkig neemt iedereen het goed op. Af en toe word ik wel eens opgebeld voor andere projecten, maar meestal weiger ik. Ik kan alleen maar met maten samenspelen, mensen die ik ken en graag heb. Het Soulwax-verhaal is op een andere manier gestart. David en Stephen hebben me gewoon gevraagd. Ik heb er twee weken over lopen nadenken. Ik vroeg me af wat de impact zou zijn voor Goose, hoe erg het de groep zou schaden. Ik heb er natuurlijk met hen over gepraat, ook met David en Stephen. Voorlopig loopt alles goed. Iedereen vond het okee en heeft me erin gesteund.” Hoe klikt het eigenlijk tussen de gitaristen Dave Martijn en David Dewaele? “David is sowieso al jaren één van mijn favoriete gitaristen. We hebben een stijl die redelijk dicht bij elkaar ligt, maar dat is, wat mij betreft, goed. We hebben zeker geen egoproblemen. Ik heb volledig mee mogen beslissen welke apparatuur ik zou gebruiken; pedalen, versterkers… Er is mij nooit iets opgedrongen. Het is soms wel intimiderend om met David samen te spelen want het is echt wel een erg goede gitarist. Hij speelt zo tight. Mijn stijl is ietsje meer sloppy. Het is dus soms echt afzien. Het is in ieder geval een voorrecht om met zo iemand te kunnen samenspelen. We zijn ondertussen trouwens een hechte groep geworden. Het is dus echt fun om met Soulwax te spelen. Het switchen tussen de verschillende bands vind ik overigens geen probleem. Au fond is het toch allemaal rock ’n roll.” Gewoon spelen en je niets laten wijsmaken We zagen Dave in het verleden al regelmatig aan het werk. Wat ons steeds opviel was zijn materiaalkeuze die bij elke band anders lijkt te zijn. “Dat klopt.
TIPS
Muziek moet vooral fun zijn! Bij The Feather speel ik op een Marshall 800-versterker en gebruik ik gewoon een equalising-pedaal en een tuner. Bij Soulwax speel ik dan weer op een V2-versterker van Ampeg, gebruik ik een line-selector om te kunnen switchen tussen mijn Korg MS20 (Dave speelt ook synthesizer bij Soulwax, nvdr.) en mijn gitaar, verder een TubeScreamer van Boss, natuurlijk mijn Big Muff en een Octave Multiplexer, een Micro Synthesizer en een Memory Man, alledrie van Electro Harmonix. Op die manier heb ik bij elke groep een andere klank en andere mogelijkheden. Dat houdt het natuurlijk spannend. Alleen mijn gitaar is steeds dezelfde, een Gibson Flying V. Ik heb ze nog gekocht met het geld dat we met de Rock Rally wonnen. Ik heb er ondertussen een hechte band mee, maar ik ben er echt niet aan verslaafd zoals sommigen lijken te denken. In de studio gebruik ik bijvoorbeeld vaak de Tanglewood en ik kijk ook al een tijdje uit naar een goede Fender Telecaster.” Waar let Dave op bij aankoop van een instrument? “Ik vind het veel leuker om op een gitaar te spelen die al een historie heeft. Een gitaar moet dus voor mij niet nieuw of duur zijn. Ik let bij een gitaar zeker op het uiterlijk, maar de klank speelt natuurlijk ook een rol. Moest die Flying V slecht klinken, dan zou ik ze nooit kopen. Bij de aankoop van stompboxes let ik uitsluitend op de klank. Het is okee als ze er goed uitzien, maar het is geen vereiste. Het hoeft ook niet allemaal vintage materiaal te zijn. Het type versterker waarop je speelt bepaalt uiteindelijk je klank, dus ook daar primeert voor mij de klank op de look. Veel mensen kopen een goede gitaar maar met een slechte versterker. Daar ben je natuurlijk niets mee.” Heeft Dave Martijn tenslotte nog een wijze raad voor onze lezers? “Als je echt muziek wil maken, zal je altijd wel ergens een plaats vinden. Het niet vinden van een repetitiekot mag geen uitvlucht zijn om niet te spelen. Verder moet je er gewoon voor gaan, je eigen weg volgen en je niets laten wijsmaken, zeker wat materiaal betreft. En tenslotte fun, je moet plezier vinden in je spelen, dan ben je al half op de goede weg.”
<
Peter Zwertvagher Links >www.goosemusic.be > www.soulwax.com
15
TIPS
PERCUSSIE KOBE PROESMANS © Koen Bauters
TIPS:
“TIP 1: je moet er veel over babbelen !!” Als je de Belgische percussiescène bekijkt, dan ga je algauw denken dat dit selecte clubje in een geheim proeflabo gecreëerd werd om vervolgens de Belgische muziekwereld met opzwepende ritmes te bestoken. Niks van waar natuurlijk. Neem nu Kobe Proesmans, een uiterst gezellige kerel die tot de Belgische top behoort, maar zijn eigen roots niet verloochent. Door zijn gesmaakte bijdragen bij o.a. Gabriel Rios, Zita Swoon, El Tatoo Del Tigre en tal van nevenprojecten heeft hij tonnen live- en studio-ervaring opgedaan. Gelukkig is Kobe een groot voorstander van het idee om zoveel mogelijk kennis te delen. Een uiterst stimulerende bron dus, de droom van elke muziekjournalist!
16
hoofdbezigheid.” En het was meteen ook met de nodige passie: je ging zelfs naar Cuba om je er te verdiepen in de conga. Kan een Europeaan zich het ritmegevoel dat schijnbaar in de Cubaanse genen ligt makkelijk eigen maken ? “Natuurlijk, maar het gaat niet vanzelf!! Wat ik in dat jaar Cuba gezien heb, was van ontzettend groot belang voor mijn verdere muzikale ontwikkeling. Natuurlijk heb ik er geleerd wat Tango, Bossa Nova, Merengue etc. is … maar er bestaat zoveel meer dan dat! Eigenlijk ben ik in België niet zo’n bijster goeie student. Studeren kost me echt moeite. Behalve op de conga’s dan! En dat komt door mijn opleiding. In Cuba kon ik makkelijk acht uur aan een stuk oefenen! Gelukkig kan ik die ‘vibe’ hier ook oproepen en urenlang intensief met de instrumenten bezig zijn.
Nu ja, soms wil je een bepaald idee in de praktijk omzetten en voor alles inderdaad klinkt zoals je het in je hoofd hebt, ben je al snel een paar uur aan de slag. Maar in Cuba heb ik vooral geleerd écht diep te gaan. Tot bloedens toe op die conga spelen, zorgt er uiteindelijk voor dat je het instrument letterlijk volledig leert te beheersen.” Waar kan je als jonge snaak best beginnen? Meteen een dure set aanschaffen? Lessen volgen? Fidel Castro bezoeken? Bestaat er eigenlijk een ideaal stappenplan? “Niet echt, maar toch dit: wanneer je met congalessen begint, zou je eigenlijk al over een instrument moeten beschikken. Ikzelf zou in het begin kiezen voor occasie-instrumenten. De kwaliteit ervan ligt globaal gezien steeds hoger dan van een goedkoop instapmodel. Dankzij
© Koen Bauters
Van waar die interesse voor percussie? Zag je je moeders borst als zachte conga of is de passie ontstaan op de bibs van je eerste vriendinnetje ? “Geen van beide (lacht). Eigenlijk heb ik alles te danken aan mijn vader. Die is niet alleen een ongelooflijk muziekliefhebber, hij speelt ook een heleboel instrumenten. Toen mijn broer en ik vroeger in de muziekschool toch maar moesten wachten tot zijn vioolles afgelopen was, zijn we ook maar viool beginnen spelen. Viool speel ik trouwens nog altijd, sporadisch zelfs op het podium. Daarna ging het over naar trommel en op mijn zestiende kreeg ik een heus drumstel! Via een ommetje in de Jazzstudio in Antwerpen en mijn interesse voor alles wat met wereldmuziek te maken heeft, werd ik uiteindelijk beroepspercussionist. Drummen doe ik sporadisch nog bij Zita Swoon, maar percussie is nu toch 100% mijn
TIPS
Kobe Proesmans
Ga je vaak ideeën afsnoepen bij je collega’s? Of steel je met je ogen tijdens concerten ? “Absoluut. Dát en er véél over babbelen! Ik mis eigenlijk wel die gezellige babbels die gitaristen over hun instrumenten hebben. Het doet me ook telkens weer goed als percussionisten me na een optreden, via mijn lessen of via mijn website (www.kobeproesmans.be) advies komen vragen. Wij leven in een cultuur die blijkbaar geen ervaring meer durft delen. Alles is zo protectionistisch, terwijl het net een voldoening is je kennis en ervaring te kunnen én te mogen delen met anderen. Vroeger had ik ook zo’n ingebouwde schaamte om naar een muzikant toe te stappen, maar het is een grens die je zelf moet verbreken. En het is helemaal niet omdat ik nu op de grote podia sta en met bekende namen speel dat ik mijn eigen roots ga verloochenen! Ik blijf mezelf en heb er hoegenaamd geen moeite mee dat iemand naar me toestapt om eens over muziek te keuvelen. Integendeel! Over muziek maken moét je gewoon erg veel babbelen! Hoe stem je, wat is je opstelling, welk materiaal gebruik je. Soms gaat het om heel kleine tips en tricks die je spel een pak aangenamer kunnen maken! “
Is er überhaupt veel sleutelwerk aan een set conga’s, timbales, … ? Stem je de instrumenten in functie van ieder optreden of ga je op zoek naar een iets universelere sound? “Hoewel de mogelijkheden in vergelijking met een drumstel heel wat beperkter zijn, kan het een hele opgave zijn een conga goed te laten klinken. Uiteraard hangt veel af van de afwerking en de houtsoort van het instrument. Je moet er steeds op letten dat de rand waarop het vel komt altijd perfect mooi is afgefreesd. Anders krijg je je instrument nooit goed gestemd. Soms kan je uren zoeken naar die goede toon. Maar door tal van invloeden kan die nog voor de eerste noot van het concert verdwenen zijn. Over stemmen bestaan heel wat verschillende meningen. Zo kan je de set echt op een noot gaan stemmen, meestal in terts of kwart, maar dan riskeer je dat je bij het refrein van het eerste nummer al moet bijstemmen. Ikzelf stem puur op het gevoel erg veel bij tijdens het spelen. Soms staat een conga naar mijn zin een tikkeltje te hoog gestemd en haal ik die met een goedgeplaatste stevige slag terug een stukje naar omlaag.” “Je moet echt rekening leren houden met
vele externe aspecten. De temperatuur en de luchtvochtigheid hebben een enorme invloed. En meestal is die tussen repetitieruimte, auto en podium totaal verschillend. Alleen al daardoor kan een conga gaan barsten! Soms kan je een hele mooie toon maken op het podium, maar krijg je al snel een alleszeggende blik van de geluidstechnieker omdat je signaal niet of te sterk binnenkomt. Dan zit er niets anders op dan te herstemmen. Je moet er in ieder geval ook voor zorgen dat de sound binnen het geheel van je volledige set thuishoort. Dat lijkt simpel, maar je mag de quinto niet totaal anders laten klinken dan de andere onderdelen van je set-up, hoe mooi de basistoon ook is. En daarom moet je dus blijven experimenteren om op dergelijke situaties te kunnen reageren!” Ga je voor houten of glasvezel conga’s? “Ikzelf bezit een set Galaxy’s. (superprofessionele conga’s van LP, nvdr). Maar het is opvallend hoe anders je van nature gaat spelen wanneer die set wordt vervangen door een fiberglas set. Bij El Tatoo Del Tigre gebruik ik regelmatig de houten set en ik merk dat ik dan al snel melodisch ga spelen. Je vertrekt als het ware meer vanuit de muziek. Een fibreglas set heeft een kortere toonduur en zal me korter en percussiever laten spelen, meer vanuit het ritme. Vandaar dat het ook hier interessant is om beide sets te bespelen omdat je zo meer aan je typische stijl kan werken of een specifieke klank kan uitzoeken.”
© Koen Bauters
internet is zo’n zoektocht trouwens een pak makkelijker dan vroeger! Maar er zijn ook een paar bekende merken met een hele goede prijs/kwaliteitverhouding. Zo kan je bij Meinl, Supercussion, Latin Percussion of Remo terecht voor heel degelijk materiaal, zonder dat je diep in je zakken moet tasten. Toca behoort binnen de goedkopere merken bij de favorieten. Toch wil ik meteen ook iedereen hoeden voor enkele nieuwe merken die weliswaar blits materiaal op de markt brengen dat helaas enkel thuishoort op een pensenkermis. Zo sloeg ik onlangs nog een uitgeleende tamboerijn gewoonweg in twee stukken! Ze zag er nochtans erg gelikt uit … Bespaar jezelf dus beter die ontgoocheling!” “Wil je echter een eigen instrument laten maken, dan kan je dat zelfs in België! Wilfried Vaes uit Brasschaat is een man die de hele wereld afreist op zoek naar mooie instrumenten en ze dan in heel kleine oplage volledig artisanaal nabouwt. Zo zag ik onlangs een set eskimodrums van hem … fabelachtig !”
Al enkele jaren is er een verwoedde “vellenoorlog” aan de gang, waarbij de voordelen van de plastiekvellen het moeten halen op de gevoelige natuurvellen. And the winner is … ? “Ik speel eigenlijk even graag op synthetische vellen, maar ik vind het echt belangrijk dat je als beginner op natuurvellen leert spelen. Zo leer je pas wat een goede slap is en leer je de “dubbels” tenminste goed te plaatsen. Je leert het instrument letterlijk vanuit de buik kennen. Later kan je des te gemakkelijker overstappen naar synthetische. De keuze in dit wereldje is sowieso een pak beperkter omdat iedere conga eigenlijk zíjn uniek vel heeft. Je hebt bijna geen alternatieven. Maar ook hier kan het alweer heel erg leerrijk zijn met collega’s van ideeën te wisselen! Zo
17
TIPS
“Wij leven in een cultuur die blijkbaar geen ervaring meer durft delen. Alles is zo protectionistisch, terwijl het net een voldoening is je kennis en ervaring te kunnen én te mogen delen met anderen. Vroeger had ik ook zo’n ingebouwde schaamte om naar een muzikant toe te stappen, maar het is een grens die je zelf moet verbreken.” speelde ik vorige zomer, via een tip van iemand, een seizoen lang met een vel van Evans © op mijn Galaxy’s, terwijl dit vel origineel bestemd is voor een ander type instrument.” Is het meesleuren van het arsenaal aan instrumenten geen obstakel ? Werk je met een boodschappenlijstje per opdracht? “Vroeger ging ik op stap met een zeer eenvoudige set met maar twee conga’s, meer vanuit het zelfvertrouwen dan vanuit de muzikale uitdaging. Intussen heb ik veeleer de neiging om àlles mee te nemen. Mijn set-up varieert daardoor sterk. Dat doe ik echt bewust; je moet het jezelf gewoon best moeilijk durven te maken. Ik wil mezelf steeds weer uitdagen om bepaalde dingen uit te testen. Andere opstellingen of andere instrumenten houden je scherp. Maar je gaat ook telkens opnieuw iets bijleren! Zo ontdek je nieuwe varianten om bepaalde ritmes te spelen waardoor er eventueel ruimte ontstaat om nog een clave of cowbell bij te nemen ! En ja hoor, soms is het echt wel plat op de bek gaan; vooral als er collega’s in de zaal zitten, kan het schaamrood al eens in reclame staan …” “Toch heeft niks zo’n heilzame werking als tijdens een kleinere clubtournee de vrije tijd tussen set-up en concert even lekker intiem met de instrumenten bezig te zijn. Het is een hemelshoog cliché, maar vooral als je veel op tournee bent wéét je dat het letterlijk “thuiskomen” is wanneer je tussen je instrumenten staat!” “Zo werd ik onlangs gevraagd voor het Papillon-project van Cesar Jansen. Bedoeling was dat ik percussie zou spelen op Musette! Totaal onlogisch uiteraard, maar na een tijd experimenteren en zoeken naar de juiste instrumentatie ontstond een unieke set-up die best wel een aardige vertaling van dat idee was!” Iedereen heeft op een zonnige scoutnamiddag wel eens een initiatie djembé gevolgd. Foute boel of braaf tijdverdrijf ? “Er is eigenlijk een overaanbod aan dergelijke workshops, maar op zich vind ik ze best okee, vooral omdat mensen op die manier door percussie geprikkeld kunnen worden. Zo’n 10 jaar terug betekende percussie enkel het klopgerief van de plaatselijke fanfare. Vandaag is percussie
18
steeds meer zichtbaar in onze cultuur en da’s een goeie evolutie! Percussie spelen doe je samen! Uiteraard leer je het métier niet op een namiddagje meppen. Je moet uit je kot komen. En dan valt het me op dat het vele jonge mensen ontbreekt aan wilskracht om ook te willen afzien. Jonge percussionisten willen er soms met een minimum aan energie geraken, maar dan krijg je alleen een fletse sound. In Cuba leer je wat een songo is, een tubao of mambo, leer je paradiddles spelen, triolen en zo verder. Maar je leert er vooral héél erg hard, luid én heel snel spelen. Die verschillende stijlen moet je verder blijven onderhouden, omdat je alleen zo wint op uithouding en snelheid. Ook ik tracht nog steeds voldoende energie te blijven steken in die basics. Wat niet wil zeggen dat ik mijn leerlingen enkel bloedend het lokaal laat buitengaan …” Er is een heel duidelijk verschil tussen Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse percussie. Kan je als percussionist best van beide walletjes eten of je toch beter maar specialiseren ? “Voor mij bestaat er niet echt een verschil! Ik ben van het principe om zoveel mogelijk te leren om het daarna eigenlijk opnieuw te vergeten. En dan bedoel ik nog niet eens hoe je het instrument op zich moet beheersen. Er zijn alleen al in België tientallen authentieke percussieinstrumenten, laat staan dat je de wereld rond alle instrumenten zou kunnen leren kennen én beheersen. Maar iedere zoektocht zal telkens een welgekomen aanvulling vormen. Ook hier gaat het me vooral over de volledige dynamiek rond het instrument. Voor welke gelegenheid wordt het in zijn origine gebruikt? Hierdoor ga je immers zoveel verder dan louter de techniek. En daar zit de meerwaarde in! Hoe kan je Latino spelen als je niet eens zou weten hoe je Latino moet dansen? Hét doel moet zijn een sound te ontwikkelen die je als percussionist uniek maakt waardoor muzikanten je gaan vragen. Er zijn percussionisten die op technisch vlak mijlen verder staan dan ik, maar doordat ik telkens een meerwaarde tracht te bieden op gebied van sound en benadering, levert me dit intussen aardig wat opdrachten op! Gabriel Rios heeft ongetwijfeld tientallen betere percussionisten in zijn adressenbestand, maar toch geniet ik zijn voorkeur. Ga
op zoek naar geluiden, technieken en gebruik ze om je eigen weg te vormen! Maar ga de sfeer opsnuiven zodat je die kan meenemen in je stijl! Als ik nu naar Cuba ga is het om er rum te drinken en te genieten van de sfeer en de humor van de Cubanen, niet louter om nieuwe technieken te leren. Iedere wereldreis die ik maak gaat in hoofdzaak om de cultuur, de sfeer, de mensen, dat geheel van factoren!” Er is er maar een select clubje professionele percussionisten dat echt goed aan de bak komt. Is het aanbod te klein, hun gages te hoog of heerst er toch een tikkeltje protectionisme ? En waarom zie ik zo weinig vrouwelijke percussiespeelsters? Fysieke beperkingen of blijft het toch dat tikkeltje “macho” ? “Oh neen, geen protectionisme, integendeel! Er zijn, helaas, te weinig professionele percussionisten in België en het zou voor ons zelf letterlijk een verademing zijn mochten er een paar mensen bijkomen! Weet je, percussie is per definitie iets wat je met soortgenoten doet. Door onze overvolle agenda komen we er niet eens toe eens samen deftig te jammen! Van onderlinge concurrentie is er hoegenaamd geen sprake! Iedereen heeft een overvolle agenda en we hebben dan ook geen behoefte elkaars opdrachten weg te kapen.” “En ja hoor, wees maar gerust dat het een tikkeltje macho is! Niet dat ik in het echte leven zo macho ben, integendeel zelfs! Maar als ik op het podium sta, dan is het uitpakken natuurlijk, mét truitje met korte mouwen én de pet op !! En dat maakt het wel lekker uitdagend …” Bedankt voor dit lekker zuiders gesprek en de heerlijke thee ! We zien je deze zomer van op de eerste rij graag terug!
<
Links
Lieven De Graeve
>www.kobeproesmans.be > www.lpmusic.com > www.meinl.de > www.tocapercussion.com > www.remo.com
Make your passion your profession
• practical audio training • over 46 college worldwide • part- & fulltime tuition • certificate and diploma levels • Bachelor Degrees *) • since 1976 • state of the art facilities • 8 professional recording studios in the Benelux
Call for a free brochure: SAE AMSTERDAM Tel: +31 20-6228790 SAE ROTTERDAM Tel: +31 10-4117951 SAE BRUSSELS Tel: 02/647 9220 SAE LONDON Tel: +44 20/7609 2653
www.sae.edu *) Degrees validated by Middlesex University, UK
• audio engineering diploma • electronic music production certificate • bachelor of recording arts degree *)
S
NEW Imperial
Imperial Rocket Double Cat
Starplayer TV - Non Trem
www.euro-instruments.com Serious Guitars - serious players Novastar - Admiral Freebee - Arsenal - Kate Ryan - Robbie McIntosh (Nora Jones) - Marc Hothan (Slow Horses) Ron Wood (Rolling Stones) - John Platania (Van Morrison) - Billy Gibbons (ZZ Top) - Brian Ray (Paul McCartney) Alan Darby (Eric Clapton)
Starplayer TV+
De Legendarische Hartke aluminium cone drive Snelle, rijke en punchy sound Al 20 jaar de keuze van de beste bassisten op deze planeet Al 20 jaar ongeĂŤvenaard Te vinden in al onze XL en Pro Series Cabinets en Classic Kickback Combos
exclusieve verdeler:
www.abmusic.be ABMUSIC . R. Dansaertlaan 230 . 1702 Groot-Bijgaarden . Belgium Tel: 32 2 410 88 88 . Fax: 32 2 410 99 99 . e-mail: info@abmusic.be
TELETIJD
de teletijdmachine
LIZE ACCOE – DELAVEGA: © Koen Bauters
“Back to the seventies...” Poppunt gaat ver in het soigneren van muzikanten: om de drie maanden regelen we zelfs een kleine date met professor Barabas. Deze keer vloog Lize Accoe (DeLaVega) doorheen de crazy superspeedway van Sus en Wis. Onderweg naar haar favoriete moment back in time, schoof Poppunt haar een dictafoon onder de neus. “Stuur mij maar terug naar het begin van de jaren ’70,” zegt ze. “Het moet in 1973 of ’74 geweest zijn: Donnie Hathaway (zwarte soullegende die vooral naam maakte dankzij zijn samenwerking met o.m. Roberta Flack) geeft een magisch concert dat later op vinyl geperst wordt. Ik heb die plaat thuis liggen – weliswaar op cd – en de reden waarom ik Hathaway zo goed vind, is omdat hij op die plaat
een ongelooflijke vibe neerzet. Hij doet dat natuurlijk niet alleen. Het is vooral de interactiviteit tussen de muzikanten dat voor een fantastisch optreden zorgt. Een nummer als The Ghetto is echt af. Ook het geluid van die plaat staat als een huis: korrelig, levendig en niet ‘afgelekt’ zoals veel platen die je nu hoort.” “Helaas heeft Hathaway in 1979 zelfmoord gepleegd. Hij was een zeer gevoelig man, iemand die zich alles erg aantrok, ziek werd van de problemen in de wereld. Zeer jammer. Gelukkig heeft hij een aantal fantastische platen opgenomen, waarop je kan horen wat voor een getalenteerd man hij eigenlijk was. Hathaway hoort thuis in het rijtje van grootheden als Stevie Wonder, Marvin Gaye en Curtis Mayfield. Echt een artiest om te ontdekken.”
<
Sven De Potter
21
Records: Het Poppunt van de punk “We steunen groepen die elders geen platform krijgen”’
© Koen Bauters
RAPPORT
Funtime
22
RAPPORT
Johan Quinten – hij speelt zelf bij de punkformaties Homer en PN - is de bezieler van hét label waar punkgroepen een kans krijgen: Funtime Records. Jullie Poppunt-journaliste trok haar stoutste combats aan, zette haar hanenkam recht, stak snel nog een paar veiligheidsspelden door enkele lichaamsdelen en vroeg de man de tattoos van het lijf. “Zo’n tien jaar geleden startten we het Funtime-magazine op,” aldus Johan. “We deden zowel interviews met gevestigde waarden als met kleinere groepen. Zo gaven we minder bekende groepen een extra forum. Vanuit die optiek begonnen we ook optredens te organiseren, meestal in de Sojo in Leuven. We richtten een vzw op waarmee we opnames van groepen financierden en namen meteen ook de promotie en distributie voor onze rekening. In 2000 werd dat zo’n intensieve bezigheid dat het label een aparte entiteit werd, waarop we besloten het allemaal wat professioneler aan te pakken.” Beginnende groepen promoten, dat ruikt naar onvervalst Poppunt-idealisme. Johan: “Wel, het hoeven niet meteen beginnende bands te zijn, maar wel groepen die elders geen kans krijgen. Zeker punk-, hardcore- en emo-bands geraken moeilijk aan de bak bij majors. Op het gebied van hardcore vind je natuurlijk wel enkele labels in België. Er is ook een enorme doorstroming: jonge bands krijgen veel kansen om op te treden. De scene is gezond en gevarieerd. Het is zeker niet meer zo dat iedereen in zijn eigen hokje bezig is. En veel Belgische punkgroepen boeren goed in het buitenland: Five Days Off toeren momenteel door Canada, Flatcat is al in Brazilië geweest en ook PN speelde in Spanje en Engeland. Om maar een paar voorbeelden te noemen.” Het loopt dus wel los met de Belgische punk ? Johan: “Je merkt dat ook wanneer een Amerikaanse groep een Europese tournee doet. België is dan, samen met Duitsland en Nederland, het land waar ze het vaakst optreden. Engeland buiten beschouwing gelaten, want dat is zo’n beetje klein-Amerika geworden (lacht). Veel rockgroepen doen tegenwoordig een
toer in Engeland om de rest van Europa links te laten liggen. Op een groot festival als Groezrock (punkfestival in Meerhout, nvdr), spelen toch altijd enkele Belgische groepen naast de internationale namen.” Wat moet een groep doen om een contract bij Funtime in de wacht te slepen ? Johan: “Qua stijl moet het hardcore of punkrock zijn, maar dat kan eigenlijk heel breed gaan. Van Cornflames en Soon - meer voor een gitaarpubliek - tot echte punkrockbands. Gewoon een demo opsturen volstaat niet echt. We laten onze beoordeling afhangen van drie pijlers: ten eerste moeten we de muziek goed vinden. We zullen nooit een groep tekenen waarmee we geen affiniteit hebben. Ten tweede moet de band er live staan: punk leeft immers van de live “Jonge bands krijgen veel kansen om op te treden. De scene is gezond en gevarieerd. Het is zeker niet meer zo dat iedereen in zijn eigen hokje bezig is. En veel Belgische punkgroepen boeren goed in het buitenland.” cultuur. Ten slotte moet de groep er echt voor willen gaan; het heeft immers geen nut iets uit te brengen van een groep die slechts af en toe op wil treden, en voor de rest niet veel met zijn muziek inzit.” Jullie gaan dus voor een persoonlijke aanpak ? Johan: “Ja, ook al omdat binnen de hardcore- en punkscène een ons-kent-ons gevoel heerst: het is een aparte subcultuur met eigen kanalen. Bij majors krijg je een ander verhaal: daar stuit een groep op een hoop managers en submanagers. Ik ken mijn bands allemaal persoonlijk.” Leve de DIY ! Tekenen jullie enkel Belgische groepen ? Johan: “Dat was het uitgangspunt, ja. Maar we hebben ook al een Nederlandse band gehad en nu zelfs een Portugese. We brengen ook regelmatig split-cd’s uit van een Belgische groep met een Amerikaanse. En onze cd’s worden ook buiten België verdeeld.” Hoe zit het met de oplage van een Belgische punkcd ?
Johan: Dat valt nog wel mee. De meeste van onze groepen boeren wel goed. Qua verkoop - of bekendheid - behoren Cornflames, Five Days Off en PN tot onze grote kleppers. De oplage varieert van duizend tot enkele duizenden.” Heeft een gespecialiseerd label als Funtime ook last van het downloadprobleem ? Johan: “Moeilijk in te schatten. Het gebeurt zeker ook binnen de punkscène, ook al omdat het vaak heel jonge gasten zijn die naar punk luisteren. Zij hebben nu eenmaal een kleiner budget. Ik heb zelf al meegemaakt dat mensen mij na een optreden met mijn eigen groepen vroegen om hun gekopieerd cd’tje te signeren. Dat wijst erop dat mensen er niet bij stilstaan. Maar de meeste punkers zijn toch op een andere manier met muziek bezig dan de doorsnee Ultratopliefhebber. Punks willen dikwijls een band steunen door cd’s en merchandising te kopen. Internet is overigens een geweldig medium om als beginnende groep zelf aan promotie te doen. “ Jullie organiseren ook optredens... Johan: “Uiteraard! Ongeveer één per maand. In het verleden hebben we optredens op poten gezet met groepen die het ondertussen echt gemaakt hebben, zoals Jimmy Eat World. Meestal combineren we een Belgische groep met een buitenlandse. Sinds 2000 organiseren we jaarlijks ons Funtime Festival, een tweedaags festival dat eind september, begin oktober plaatsvindt. Daarmee lokken we zo’n zeshonderd man per dag. We willen het kleinschalig en gezellig houden.” Hoe ziet de toekomst eruit voor Funtime ? Johan: “We releasden net de nieuwe Cornflames, Homer en The.Maple.Room. In het najaar volgen Five Days Off, Soon en The Sedan Vault. Die laatste band speelt iets in de trant van Mars Volta en Sparta. We zijn langzaam aan het groeien en proberen onze promo en distributie steeds beter te doen. Kortom, we gaan gewoon verder… “ Links
<
Leen Raats >www.funtime.be
23
DJ STUFF
Records going sonic, hier zijn: Het is me wat, de DJ-stuff rubriek gevuld zien te krijgen, zeker wanneer je op zoek gaat naar de felbejubelde The Glimmers (voorheen The Glimmer Twins, en daarvoor beter bekend als Mo en Benolie)...De twee Gentse DJ’s zijn tegenwoordig zo hot dat ze amper een dag op dezelfde locatie zitten. En als we ze dan toch te pakken hebben, blijken ze zo vluchtig als ether . Jullie hebben The Glimmers dus nog te goed. Voor deze editie gingen we aankloppen bij Starski en Tonic, ook een Gent-based DJ-duo, rijzende sterren aan het beats en samples-firmament, mannen met goeie oren, tonnen ervaring en het hart op de tong. Alleen, ze slapen nogal lang. Starski ligt nog te knurren. Tonic lepelt ons al fluisterend de geheimen van het DJ-schap in...
Materiaal. “Technics 1200 of 1210, zeer goeie draaitafels. Vandaar dat ze door het gros van de DJ’s gebruikt worden. Het zijn echte klasbakken. Onze mengtafel is Ecler, de hoofdtelefoons zijn van Sennheiser. Wat de naalden betreft zitten we bij Orthofon. Je moet er bij het afstellen van een naald op letten dat ze goed op de plaat ligt. Zeker als je gaat draaien op een plaats waar je als DJ niet van het publiek afgeschermd zit. Het gebeurt wel eens dat iemand per ongeluk tegen je draaitafels botst en dan is het best dat je naald op zijn plaats blijft liggen. Hoe zwaarder je naald op plaat drukt, hoe sneller je platen slijten. ’t Beste wat je kan doen is de druk van je naald zo goed mogelijk af te stellen. Daar bestaan trucjes voor, maar vraag me niet meer hoe het moet. Er kruipt alleszins wel wat tijd in...” Platenspelers vs cd-spelers.... “We draaien zowel met platen als cd’s. We zijn daar eigenlijk mee begonnen uit noodzaak: we moesten es een DJset verzorgen in Duitsland, maar zaten beperkt qua gewicht, waardoor we een hoop platen thuis moesten laten. Er zat toen niets anders op dan onze favoriete tracks op cd’s te branden. Sindsdien
24
gebruiken we beide. Ik vind het best wel handig, hoor, twee cd-spelertjes. Je kan er zaken mee doen die je niet kan met platenspelers: een bepaalde sequence in loop zetten, een vocal bijvoorbeeld, en daar een andere plaat door- of over mixen. Ik weet wel dat er vroeger nogal wat gelachen werd met DJ’s die met cd’s draaiden, maar die ingesteldheid verdwijnt wel. Als je ziet dat een klepper als Felix Da Housecat ook met een cd-kaft naar een DJ set vertrekt, weet je dat met cd’s draaien best wel okee is. Wat er verder ook van gezegd wordt.” Hobby vs full time DJ-schap “Ik beschouw DJ’en als een fulltime bezigheid. Ik ben er dagelijks mee bezig: als ik niet op zoek ga naar platen, dan zit ik samen met Koen in de studio te mixen, songs te verknippen, compilaties te maken. Ik geloof niet echt in DJ’s die overdag bijvoorbeeld een gewone job uitoefenen en ’s avonds wat gaan bijklussen als
platendraaier. Als je van dj’en je beroep wil maken, dan moet je daar mijns inziens dag en nacht mee bezig zijn.”
Starski en Tonic “Na mijn studies heb ik besloten om het een jaar te proberen. Full time. Ik weet nog dat ik toen ontzettend veel naar de Musicman trok, op zoek naar goeie platen. Het is daar dat ik Koen tegen het lijf gelopen ben. Hij was toen als resident in de Decadence. We raakten aan de praat en het bleek te klikken. Koen moet toen blijkbaar gedacht hebben dat ik op de goeie weg zat, want hij nodigde me uit om samen met hem te beginnen draaien, ook al vond ik toen van mezelf dat ik er absoluut niet klaar voor was. Ik was toen nog mijn collectie aan het aanleggen.” Gouden tip? Koop platen! “Ik had me zelfs voorgenomen pas echt te beginnen als ik bij wijze van spreken duizend platen had en goed beslagen ten ijs kon komen. Dat is ook een raad die ik geef aan beginnende DJ’s: wacht tot je genoeg ervaring hebt voor je begint. Ga niet met je collectie van honderd platen naar een club, want de kans bestaat dat je totaal de mist in gaat: je kan je set tot in de details voorbereiden, dat wel, maar als de organisator je vraagt een uurtje langer te draaien, dan sta je daar met je mond vol tanden. En ook het publiek. En dat kan nooit de bedoeling zijn.”
Not the mind, but the belly! “Dj’en doe je vanuit de buik. Niet met je verstand. Je moet je publiek kunnen lezen, voelen wat hen zal doen dansen. Als je te veel nadenkt over je volgende plaat, dan gaat je set een beetje geforceerd klinken. Je moet aanvoelen wat je publiek wil. Soms gaat het vanzelf, andere keren moet je echt zwoegen om de mensen aan het dansen te krijgen.” “We hebben al een paar keer meegemaakt dat het publiek niet mee wou of dat we zeer lauwe reacties kregen. Een keer was het zo erg dat we echt met onze handen in het haar stonden. We wisten niet meer hoe of wat, maar toen kwamen ze gelukkig wel los. Weet je, je hebt natuurlijk bepaalde trucjes om mensen tot dansen aan te zetten. Wanneer we in de Culture Club draaien, houden we de bpm tot 1u rond de 110. Pas daarna gaat het sneller. En dan merk je meteen dat de mensen losser worden, dat ze die overgang opmerken en volledig loos beginnen te gaan. Het is ook je taak om je publiek een goeie avond te geven. Zij komen om te dansen en jij bent een soort van gids die hen naar de juiste moves loodst.” Niet voor dovemansoren... “We ondervinden eigenlijk nooit hinder van het geluid. Althans niet als we op een goeie installatie draaien. Het gebeurt dat we enkel topspeakers krijgen, waar je geen laag in hebt, maar veel high en een beetje mid. Als je die vol open zet, dan ga je met een barstend hoofd naar huis. Gelukkig gebeurt dat niet te vaak. In de Culture Club worden we wat dat betreft zeer goed verzorgd: daar hangen twee kleine Nexo-speakertjes en een monster van een subkast als monitor en zitten we in een echte DJ Booth. In die booth staat de muziek trouwens helemaal niet luid. Als we willen, kunnen we zelfs een praatje maken.”
DJ STUFF
ijn:
“Je kan wel eens last hebben van het rumble-fenomeen: je naald vangt trillingen op van de baskast en stuurt die weer door naar de speakers, waarop het weer opgepikt wordt. Knap lastig omdat het een vicieuze cirkel is. Gelukkig bestaan daar oplossingen voor: je ziet vaak dat draaitafels op een schuimrubber kussentje met daarop een marmeren blad. Of op een oplaasbaar kussentje. Het helpt alleszins om de trillingen te absorberen.” Zoeket en ghe zult het vinden... “Wij krijgen veel promo, maar toch gaan we het merendeel zelf kopen. N.E.W.S, Pias, Universal, V2, sturen ons regelmatig nieuwe releases op, maar zelf zoeken naar the next big thing, blijft een zeer leuke bezigheid. Beginnende DJ’s hebben het vaak zeer moeilijk om de juiste dingen te vinden, omdat er tegenwoordig zodanig veel gereleased wordt dat je door het bos de bomen niet meer ziet. Het beste wat je kan doen, is naar een muziekwinkel stappen en daar vragen om je op weg te helpen. Begin bij een artiest of een label en zoek dan verder. Op die manier leer je echt je weg zoeken en zal je ook heel wat ontdekken. En schuim tweedehandszaken en rommelmarkten af, want daar liggen ook vaak zeer goeie, oude releases die voor een appel en een ei verkocht worden. Ik heb zo al een hele reeks platen op de kop kunnen tikken, echte collector’s items die ik op e-bay makkelijk voor het vijftienvoudige zou kunnen verkopen.” Het solo-moment “Wij draaien met twee om de eenvoudige reden dat het leuker is dan alleen te draaien. En omdat we uiterst compatibel zijn natuurlijk, ook al ligt onze smaak wat uit elkaar. Het is gewoon een prettig gevoel te weten dat je niet alleen naar een dj-set moet vertrekken. Ik zou het alvast niet zo leuk vinden om alleen naar een uithoek van de wereld te vliegen waar je niemand kent. En, belangrijk detail, je hebt tenminste tijd om naar het toilet te gaan.”
<
Links
Sven de Potter >www.starskitonic.be >www.discogs.com
>http://3voor12.vpro.nl/3voor12/ >www.piccadillyrecords.com
25
FOCUS
JH Sojo : not rocking in a free world Rumble in the jungle! Jeugdhuis Sojo, een van de rock en popstrongholds in KesselLo heeft onlangs de treurige beslissing moeten nemen om tot nader order geen concerten meer te organiseren. Je zou zoiets kunnen vergelijken met een tater op je bakkes: Sojo is immers een van de weinige plekken in en rond Leuven dat bekend staat om zijn eigenzinnige vinger-aan-de-pols programmatie en heeft al menig band op een rechte baan rond planet rock gekatapulteerd. Daar is nu geen sprake meer van: buurtbewoners hebben geklaagd over geluidsoverlast en Sojo zag zich genoodzaakt de eerstvolgende maanden de geplande fuiven en concerten af te gelasten. “Dat Sojo zijn deuren heeft moeten sluiten, is niet meteen een stap in de goeie richting,” zegt Stan Hennes, sinds 2000 Sojo-beroepskracht. “Niet de concerten of de fuiven zelf hebben ons genekt, maar wel het feit dat bezoekers na een concert niet meteen vertrekken en hier nog wat staan na te praten. En dat was er voor de buurtbewoners de laatste tijd een beetje te veel aan. Maar dat heb je niet in de hand, natuurlijk: je kan niemand verbieden om na een concert nog een praatje te maken. ’t Zou ook een beetje ridicuul zijn: Sojo is een ontmoetingsplaats voor jongeren, een plaats waar ideeën uitgewisseld worden, contacten gelegd worden, etc. Eigenlijk verbiedt niemand ons nu concerten te organiseren, maar we weten niet wat ons boven het hoofd hangt als we ermee zouden doorgaan. Het risico is te groot: we zouden onze exploitatievergunning kunnen verliezen of zelfs erger. Vandaar dat we beslist hebben de werking op een laag pitje te zetten. Misschien dat er in het najaar een oplossing uit de bus komt.” Sojo op non-actief dus. Dat is niet alleen erg voor het jeugdhuis zelf, maar ook voor de concertorganisatoren die er regelmatig optredens organiseren. “Sojo heeft zich in de loop der jaren geprofileerd als een plaats waar concertorganisatoren hun ding konden doen. Organisaties als Funtime, Het Depot, Orange Factory, Heartbreaktunes en Club Bugalu vonden in Sojo de ideale partner voor het organiseren van optredens. “Sojo vaart al
26
jaren een eigen koers,” vertelt Stan Hennes. “Wij kunnen niet concurreren met de talloze cafés, fakbars of fuifzalen in Leuven dus hebben we gekozen voor een ietwat aparte invulling van onze werking: Sojo focust hoofdzakelijk op concerten en initiatieven die de creativiteit bij de jeugd aanwakkeren. We hebben echt geïnvesteerd om goeie optredens te kunnen geven: een degelijke backstageruimte, doeken gehangen, een goeie PA-installatie. We hebben de zaal aangepast aan de noden van de organisatoren. Het heeft veel tijd, moeite en geld gekost. En nu we op een goeie manier optredens kunnen organiseren, moeten we het boeltje sluiten. Vreselijk is dat.” “Sojo is een beetje genekt door zijn eigen populariteit: in Leuven is er nagenoeg geen enkele andere plaats die werkt zoals wij,” zegt Stan. “Sojo heeft een hele lage drempel: jongeren die voor de eerste keer een fuif willen organiseren, krijgen bij ons de kans en hoeven niet meteen diep in hun zakken te tasten voor de huur van de zaal of de geluidsinstallatie. Elders in Leuven vind je dergelijke initiatieven niet; en dat heeft ervoor gezorgd dat hier soms zes dagen op zeven iets te doen was. Ik denk dat de buurt dat niet echt meer zag zitten. Ik vind het eigenlijk wel erg dat mensen zich niet wat verdraagzamer opstellen. Nu ja, de meeste buren weten ook niet wat wij hier doen, hé. Sojo ziet er niet uit als een modaal café, hier komen al eens mensen over de vloer die er een beetje anders uitzien en dat boezemt velen wat angst in. Onterecht natuurlijk. Het is onze taak om subculturen een platform te geven, maar blijkbaar denken ze er hier
© Koen Bauters
anders over. We hebben de buurt ooit es uitgenodigd voor een infosessie rond de werking van Sojo. Een van de buren vroeg ons waarom het altijd zulke vreemde groepen zijn die hier kwamen spelen. Alsof dat een probleem is!” “Het wordt de hoogste tijd dat er een oplossing uit de bus komt, want op dit moment ligt het organiseren van optredens in het Leuvense echt op zijn gat. We hebben onlangs twee concerten georganiseerd in Diest, maar daar kwam lang niet zoveel volk op af als hier. Niet dat er weinig interesse zou zijn, maar qua bereikbaarheid zitten we hier veel beter. Het enige wat we kunnen doen, is het probleem nog maar es gaan aankaarten bij het stadsbestuur,” aldus Stan Hennes. “En hopen dat ze luisteren en dat we snel een alternatief kunnen vinden.”
<
Sven De Potter
tomà n Jens , Wou te
r, Lo de, B
Bands in the picture
ram
2001 Reni
nge (
W-Vl
aand
eren
) M,M
,M,M
www .toma n
.be -
toma nthe b
and@
hotm
ail.co
m
© Koen Bauters
tomàn ! tomàn in een notendop: bescheiden West-Vlaamse jongens die zich wagen aan postrock en een album maken dat je sterretjes doet zien, zo zou je de band kunnen omschrijven. Zelf vinden ze dat hun muziek klinkt als American Analog Set meets Explosions In The Sky met een vleugje Spain, of Grandaddy. Persoonlijke mijlpaal in hun nog prille carrière was een fantastische tournee doorheen Spanje. Jürgen De Blonde van The Portables mixte het laatste album en voegde er een subtiel laagje elektronica aan toe. Leden: Jens Vanysacker (bas), Lode Vlaeminck (drums, toetsen), Wouter Vlaeminck (gitaar, toetsen, zang), Bram Pauwels (gitaar, toetsen). Wapenfeiten: aan een Demopolldeelname hield tomàn een plek over in de Duyster-playlist. Ayco is zelfs zo onder de indruk, dat ze een intieme
zondagavondsessie aan de band heeft gewijd (5 juni). Ook 100 % Puur leverde tomàn geen windeieren op; wel een hoop optredens, naambekendheid én een plek op de “100 % Puur”-compilatie. Tot nu toe speelden ze al in het voorprogramma van David Eugene Edwards, Death Cab For Cutie, Logh en The Album Leaf. Deze zomer schuimt tomàn festivals af. Zo kun je ze aan het werk zien op het Dourfestival, de Gentse Feesten, Petrol 05, MiniRock en Nachten van de Jukte.
<
Peter Zwertvagher
Website: www.toman.be Contact: tomantheband@hotmail.com Album: catching a grizzly bear, lesson one (2005) Bookings: www.shipwrekdetective.web-log.nl, tomantheband@hotmail.com Weetjes: het nieuwste album, “catching a grizzly bear, lesson one”, is in twaalf dagen opgenomen in een leegstaande Reningse boerderij. De naam “tomàn” hebben de leden ontleend aan de Iraanse munteenheid.
27
Toman
Kill Spector Silverene
Kill S pect or Wim , Nico , Jero e
n, Ste
Bands in the picture
Kill Spector Wim is niet enkel gitarist, maar ook producer. (www.magnetic.be) Kill Spector in een notendop: net toen iedereen dacht dat alles al ooit gedaan was in pop en rock, stond Kill Spector op. Begin 2002 vonden Wim Arys (gitaar) en Nico Goethals (zanger) het de hoogste tijd om een nog vrij onontgonnen rockpad in te slaan. “We wilden onze passie voor rockmuziek combineren met datgene waarvoor we België op het gebied van muziek in het buiteland zo gerespecteerd worden: dance.” aldus Wim. “Nico en ik zijn dan songs beginnen schrijven en hoe meer we schreven, hoe duidelijk het werd welke richting onze muziek uitging. ” Dat Kill Spector een machtig coole naam is, daar kan niemand om heen. “Wim kwam op een dag de studio binnengewandeld en stelde voor om onze band Spector te noemen, naar de beroemde ‘wall of sound’ producer Phil Spector,” zegt Nico. “En omdat we tijdens het songschrijven zoveel halve ideeën, melodieën en zanglijnen in
30
2002
f,
Mari
o
Gent
www .killsp
Mx5 ector .com
© Koen Bauters
de vuilnisbak gekieperd hebben, wilden we er ‘Kill’ aan toevoegen. Een beetje met het gezegde ‘Kill Your Darlings’ in het achterhoofd.” Toen ze genoeg nummers hadden, kwamen gitarist Jeroen Spitaels, drummer Stef Bollaert en bassist Mario Van Laethem hun vervoegen. Het klikte meteen. Wapenfeiten: optredens her en der, en – als klap op de vuurpijl – een platencontract bij Stella Artois Music. Werden ondekt door Luc Van Laer (programmadirecteur TMF) en worden door Maurice Engelen nu al getipt als dé nieuwe ‘hot’ band... Het eerste album ‘Fused’ werd gereleased op 20 juni. De eerste single “Leave me all alone” viel in de smaak bij verschillende radio- en tv-zenders. De bijhorende clip kan je nog steeds zien op TMF. Live staat Kill Spector er als een huis.
<
Peter Zwertvagher
Website: www.killspector.com Contact: info@killspector.com Single: Leave me all alone (Stella Artois Music) Album: Fused (Stella Artois Music 2005) Bookings: 09 231 36 97 of 0499 437 836. booking@killspector.com Weetjes: Nico (zang) is de broer van Tom Goethals (Barbie Bangkok). Samen met Jeroen (gitaar) en Laurens Smagghe (Barbie Bangkok, Sioen) speelde hij bij de Gentse Voylords.
JONGE WOLVEN
Flabbergasted! Dat waren we toen we even gingen bandsurfen op onze site. Want welke jonge groep zorgt daar voor de nodige animo en polemiek? Flabbergasted, een jong viertal uit Vlaams-Brabant dat poprocksongs schrijft, een zangeres in huis heeft met een lekker stemgeluid en zelf al in Noorwegen van jetje mocht geven. Waar jonge wolven thuishoren...Wie doet het hen na?
Jullie hebben ook al in Noorwegen gespeeld. Een prettige ervaring? Gertjan: “Dat was echt super, ja. Via de MusicLife wedstrijd! We hadden een demo ingestuurd, mochten naar de voorrondes en kwamen plots terecht in de finale. In de Singel in Antwerpen, notabene! Dat was ook al een heel toffe ervaring. En daarna mochten we op een jeugdfestival in Trondheim in Noorwegen spelen. Drie keer op verschillende locaties. Dat vonden we echt super, ook al omdat we daar andere groepen ontmoet hebben.” Flabbergasted telt vier leden. Wie doet wat? Gertjan: “Mijn zus, Esther, zingt, (en ze dat
© Koen Bauters
“Flabbergasted bestaat ongeveer twee jaar,” vertelt Gertjan, de gitarist van de band. “De pianist en ik hebben de groep opgestart en later is de drummer er bijgekomen. Hij heeft ons een paar keer horen spelen, vond ons blijkbaar goed en vroeg of we geen drummer nodig hadden. Wij vonden dat natuurlijk meteen goed. De liefde voor muziek heeft deze band samengebracht.” Jullie hebben – als ik jullie site zo bekijk – al redelijk wat opgetreden. Wat vind jij het leukste aan live spelen? Gertjan: “De feedback van het publiek. Ik vind het echt leuk als er reacties komen; dat doet je toch wat. En het optreden zelf ook natuurlijk. Dat gevoel valt met niets anders te vergelijken. Net zoals het toeleven naar een optreden. Opstellen en afbreken vind ik iets minder, maar dat neem ik er graag bij. (lacht)”
jonge wolven
Flabbergasted!
doet goed, nvdr.) Nathan Vanden Bulcke speelt piano, Pieter Dewulf drums en ik gitaar. Esther en de Pieter schrijven de teksten en ik liedjes al komt Nathan ook af en toe met een idee op de proppen. De ideeën komen trouwens vrij makkelijk, al moeten we wel nog wat werken aan arrangementen. Dat was ook de kritiek die we kregen in de Demopoll.” ...originele groepsnaam ook, maar waar komt die precies vandaan? Gertjan: “Uit het woordenboek. (lacht) Toen we op zoek waren naar een passende naam, vonden we niet meteen iets. Mijn zus heeft toen gewoon het woordenboek opengeslagen en we vonden Flabbergasted best okee klinken. Vandaar...”
dat ze aangenaam verrast zijn als ze ons zien. Meestal zijn de reacties wel positief. Ik denk dat we soms een beetje te bescheiden zijn, want we horen vaak dat mensen het beter vonden dan ze verwacht hadden.”
Dat is wellicht leuk om te horen. Elke groep spiegelt zich in den beginne aan een andere, bekende band. Door wie word jij zoal beïnvloed? Gertjan: “Hoh, ik heb het wel voor ‘echte’ groepen of singer-songwriters. Eels, Ryan Adams, Neil Casall... Ik denk dat we nog wat op zoek zijn naar een eigen stijl, maar als het in die richting evolueert, vind ik het goed. We willen niet de volgende punkrocksensatie worden, hé. (lacht)” www.flabbergasted.be
Flabbergasted betekent zoveel als ‘verwonderd, verbaasd’...is het publiek vaak verbaasd als ze jullie live bezig zien? Gertjan: “Dat weet ik niet (lacht). Ik hoop
<
Sven De Potter
31
TIPS © Koen Bauters
“Als Kane het kan, kan elke
Pop en rock bij onze Noorderburen, het gaat de goeie kant op. Niet dat het ooit de foute kant opging wel, misschien dat The Golden Earring a bridge too far ging - verre van, maar al een paar jaar staan er groepen op die nationaal en internationaal potten aan het breken zijn. Within Temptation heeft een nieuwe gotische wind doen waaien, Krezip geeft jonge rockers nieuwe hoop en Kane bewijst dat hard werk, talent en geloven in wat je doet een pad effent dat geplaveid kan worden met straffe albums. Dinand Woesthoff, Kane’s stem, was onlangs in België. Wij kaapten hem eventjes weg uit de kantoren van Sony...
32
a
TIPS
ke
andere band het ook.” Kane heeft onlangs zijn derde studioalbum gereleased, Fearless. Me dunkt dat jullie niet echt iets te vrezen hebben, want ook deze keer zal het gros van popminnend Nederland en Vlaanderen er wel pap van lusten... Dinand Woesthoff: “Laten we het hopen. We hebben twee platen nodig gehad om te beseffen dat we ons bij de opnamen niet hoeven laten af te leiden door al wat er rond hangt. Dat het artistieke proces het belangrijkste is en dat alles wat erbij komt kijken, vooral de promo, geen invloed hoeft te hebben op het eigenlijke opnameproces. Een album opnemen is geen sinecure; je moet echt leren met die situatie om te gaan...” Maar jullie hebben zich voor deze plaat echt wel goed voorbereid: de nummers waren af, jullie hebben preproductie gedaan. Beslagen ten ijs komen heet zoiets. Een gouden regel wat het opnemen van een album betreft. Dinand: “Ondertussen kennen we de klappen van de zweep wel, ja. Voor deze plaat hebben we eerst een demo opgenomen in de ICP-studio in Brussel en achteraf zijn we naar de Paramount Studio’s in Hollywood getrokken. Daar hebben we het album ingeblikt. Het was een heel interessante manier van werken, omdat we echt de tijd gehad hebben om de songs te laten rijpen. Ik weet wel dat sommige bands hun nummers vijf jaar laten liggen, maar zo doen wij het niet.” “De laatste studioplaat dateert alweer van vier jaar geleden, dus je kan je wel inbeelden dat in die vier heel wat gebeurd is (Dinands vrouw stierf aan kanker, nvdr.) en dat dat een weerslag gehad heeft op de opnamen. In vergelijking met de vorige plaat is deze ingetogener. Wat niet wil zeggen dat ze zachter klinkt, maar ze klinkt eenvoudiger. Ze is gewoon veelgelaagder, volwassener.” Kane timmert al jaren aan de weg, zoals zoveel andere bands. Had je vroeger kunnen vermoeden dat het zo’n vaart zou nemen? Dinand: “Als ik terugkijk op wat ik allemaal
al gedaan heb, moet ik wel zeggen dat de wendingen die mijn leven genomen heeft toch wel enigszins logisch aanvoelen; ik stond als elfjarige op een vrij podium en had op mijn veertiende mijn eerste schoolbandje. Ik wou toen ook al zien hoever ik ermee kon komen. Als er een raad is die ik jonge groepen wil meegeven, is het deze wel: geloof in wat je doet en ga ervoor. Dat is de enige manier om je droom waar te maken. En werk ervoor! Kijk, op een bepaald moment merk je dat de mensen met wie je aanvankelijk muziek speelde, niet allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben. Dat is een vrij ontnuchterende vaststelling, maar je moet daar gewoon door. Het is niet het einde van de wereld. En, je moet durven op te boksen tegen een hele boel vooroordelen. Ik was pas vijfentwintig toen het ietwat begon te lopen. Je mag niet verwachten dat je van de ene op de andere dag succes hebt.” Een van de sterktes van Kane is jouw stem. Ik denk dat mensen een moord
zouden begaan om te kunnen zingen zoals jij. Doe jij iets om je stem te verzorgen? Dinand:“Neen, absoluut niet. (lacht) Ik ben onlangs op doktersvisite geweest en ik kreeg te horen dat met mijn stem niets aan de hand was. Ook al weet ik dat ik niet zing zoals het hoort. De dokter vertelde me dat hij andere zangers de raad zou geven er meteen mee te stoppen, maar dat ik gedurende al die jaren op de een of andere manier een natuurlijke zangtechniek ontwikkeld heb. Ik vind mijn eigen stem ook geeneens zo mooi klinken, maar het interesseert me wel wat ik ermee kan doen. Dat is een zeer boeiende zoektocht. Ik denk dat ik nooit problemen gehad heb omdat ik me niet forceer om anders te willen klinken. ” In Nederland en België loopt het uitstekend. Jullie hebben de plaat opgenomen in de VS. Denk je dat het daar ook kan lukken? Dinand: “Het kan overal lukken. Het klinkt misschien een beetje arrogant, maar of je ergens succes krijgt, ligt niet louter aan de muziek die je maakt of de band waarin je speelt. Succes hangt van een ongelooflijk groot aantal zaken af waar je geen vat op hebt. Ik ben nogal een romanticus en ben ervan overtuigd dat een goed liedje wel zijn weg vindt. Maar, meestal gaat het niet zo vlotjes; het is echt wel keihard werken. Muziek leeft hard in mij en dat maakt dat ik alles er graag bijneem. En als je door hard te werken succesvol kan worden, dan is the sky the limit.”
<
Sven De Potter
33
POPADVIES
Concerten organiseren
Op een zatte dinsdagavond beslissen jij en je vrienden dat het maar eens gedaan moet zijn met het gebrek aan speelkansen voor jullie band en dat je zélf een festival op touw zal zetten waar jullie naam in het groot en het rood op de affiche zal staan. Drie straten verder beslist de Chiroleiding van de welpjes van Erembodegem op een nuchtere zondagochtend dat een festival gericht op 7 à 8-jarigen een welgekomen aanvulling zou zijn op het bloeiende rockmilieu in het dorp. De grote vraag is nu natuurlijk: hoe beginnen we hier in godsnaam aan? Poppunt aanhoorde de hulpecho’s in de dorre Vlaamse woestijn, kroop in zijn pen en leverde een 80 pagina’s tellende gids waarmee zelfs de blindste padvinder zonder richtingsgevoel in de buurt van een knalfestijn moet geraken. Om je nieuwsgierige blikken de kost te geven, lichten we alvast een tipje van de sluier.
Eerlijkheidshalve moeten we vooraf melden dat we ondanks schattenjachten in exotische landen, speurwerk in bestofte bibliotheken en drie weken onafgebroken mediteren op eenzame hoogte hét immer succesvolle recept voor een geslaagd concert niet hebben gevonden. Op de popadviespagina’s van onze website kan
34
je wél al een stappenplan downloaden dat als leidraad bij het organiseren van een concert kan dienen.
Programmering
Er is weinig meer belangrijk voor het slagen van een concert dan datgene wat op het podium gebracht wordt. Naast creatief onderhandelen met zogenaamde
grote namen en het trachten te strikken van groepen met een grote fanbase, heeft het zeker ook zin om plaats te voorzien voor degelijk lokaal talent. Misschien krijg je een plaatselijke veelbelovende, maar vooralsnog onbekende, groep zelfs zo ver dat ze willen komen spelen in ruil voor 1 euro per kaart die ze zelf kunnen
Concerten organiseren je via flyers, affiches, websites, reclame panelen, en andere het gesprek op gang brengt. Het is handig om te weten dat de enige vorm van reclame die niet aan regels, wetten, reglementen en beperkingen gebonden is, mond-aan-mond reclame is. Het kan dus ook geen kwaad om roddels over jezelf te lanceren en de mensen iets geeft om over te babbelen.
evenementen in de buurt en examen- en vakantieperiodes van je publiek.
een vonk op zijn oog of steekt een vonk de tent in brand. In die en vele andere gevallen is enige voorkennis van verantwoordelijkheden en verplichte verzekeringen geen overbodige luxe. Zonder op de details in te gaan, moet je bij de organisatie rekening houden met: de verantwoordelijkheden van een uitgever bij drukwerk, de brandveiligheid, verzekering tegen burgerlijke aansprakelijkheid, uitbating of exploitatie, de polis brandverzekering, de bewakingswetgeving en inzet van security, de verzekeringen tegen mogelijk vandalisme of inkomstenverlies door slecht weer, de EHBO, de drankvergunning, de toelating voor geluidsoverlast, specifieke politiereglementen omtrent aanplakken van affiches, bouwvergunningen voor reclame panelen langs gewestwegen, de regels omtrent het inzetten van vrijwilligers, de vergoedingen voor artiesten, SABAM, Billijke Vergoeding en ga zo maar door.
Promotie Als concertorganisator zie je liever een file aan je drankstand staan dan dat je samen met je 15 opgetrommelde vrijwilligers zelf in de drank moet vliegen om toch maar een beetje ambiance in de keet te krijgen. Een goede promotie maakt vaak het verschil tussen je bedrinken met de winst of je bedrinken van pure miserie. In je promotieplan is het van groot belang om gezond verstand te combineren met mateloze fantasie. Wie weet haal je met de aangekondigde wereldrecordpoging simultaan achterstevoren songteksten van Queen citeren op je concert, wel meer pers (én aandacht voor je concert) dan met het concert op zich. In het algemeen moet de programmering sowieso voor zichzelf spreken, maar het helpt wel als
Vergunningen en Verantwoordelijkheden Veel mensen in een zaal of op een wei, overgoten met een saus van grote hoeveelheden aangename muziek en drank, geeft doorgaans veel vonken. Maar af en toe krijgt er ook eens iemand
POPADVIES
verkopen. Dat levert jou niet alleen een ‘goedkope’ band, maar in het beste geval ook een pak publiek op. Wat je zélf wil, is natuurlijk ook niet onbelangrijk. Als je minstens even groot wil zijn als Werchter kan je alvast beginnen oefenen op de emotie ‘teleurstelling’. Volstaat het als de 2 plaatselijke jeugdbewegingen en de vaste bezoekers van je jeugdhuis komen afzakken, dan kan je het een pak rustiger aan doen en wordt het huren van 5 hectare grond en 260 mobiele toiletten meteen ook een stuk minder noodzakelijk. Uiteraard is het aan te raden om bij de beslissing over waar en wanneer je je concert organiseert ook rekening houdt met andere grote
Financiële planning Een concert op poten zetten, staat sowieso gelijk aan het nemen van risico’s, maar het kan geen kwaad om een goed beeld te hebben van de financiële impact van het risico. Dit wil zeggen dat je vooraf een zeer goede begroting maakt waarin je rekening houdt met alle kosten van de zaalhuur, gages van artiesten, SABAM, Billijke vergoeding, de 9 flessen Vodka uit de rider van de headliner, de verzekeringen, PA-huur en ga zo maar door. Eens al die kosten op een rijtje staan, kan je ook berekenen hoeveel je moet vragen voor een kaart en een drankje om uit de kosten te geraken. Je kan
ook proberen om op voorhand al meer financiële zekerheid te krijgen door in zee te gaan met sponsors, subsidies bij de gemeente te vragen of kaarten te verkopen in voorverkoop. Als je zeer goed weet waar je breakeven punt ligt, kan je dat ook in jouw voordeel gebruiken in onderhandeling met artiesten.
SABAM en Billijke vergoeding Over SABAM doen de meest wilde verhalen de ronde. Die verhalen gaan dan over gigantische SABAM-facturen, boetes, vreemde berekeningen en andere weinig plezierige dingen. Sommige verhalen berusten op een grond van waarheid, andere zijn een eigen leven gaan leiden en hebben nog weinig met de realiteit te maken. Over de billijke vergoeding wordt veel minder gesproken, maar dat is daarom nog niet positief, want net als SABAM is ook de billijke vergoeding een plicht bij vrijwel
35
Concerten organiseren
POPADVIES elk concert dat je organiseert. Heel in het kort kan je zeggen dat SABAM betaald moet worden elke keer je muziek gebruikt die bij SABAM aangegeven is. Dat bekent dus ook dat als je een optreden organiseert met alleen groepen die uitsluitend eigen nummers (geen covers) spelen die niet aangegeven zijn bij SABAM, je ook geen SABAM moet betalen. Het is niet onbelangrijk om te weten dat als je wél SABAM moet betalen, het geld bijna volledig bij de artiesten terecht komt. Het is heel belangrijk om exact te weten welke nummers allemaal gespeeld werden tijdens het concert zodat SABAM kan nagaan aan welke artiesten ze het geld moeten doorstorten. De billijke vergoeding is de vergoeding voor uitvoerende artiesten. Zonder de billijke vergoeding zouden Karen, Kristel en Kathleen nooit een euro zien als K3 op een fuif of tussen twee concerten in gedraaid wordt. Zij hebben immers niet meegeschreven aan de muziek of de tekst van Alle Kleuren of Oyalélé waarvoor SABAM de inningen doet. Billijke vergoeding moet je betalen van zodra een bestaande opname gedraaid wordt in een ruimte die voor publiek toegankelijk is. Als je de pauzes tussen de concerten door dus opvult met vrolijke deuntjes van het talrijk Vlaams en buitenlands talent, zal je ook een factuur voor de billijke vergoeding ontvangen.
Praktisch Bij het organiseren van een concert of festival komen honderd en één dingen kijken. Zonder een degelijke voorbereiding is het bijzonder moeilijk om het bos door de bomen te blijven zien en niets over het hoofd te zien. In de praktische gids ‘Concerten Organiseren’ staan we daarom ook stil bij details als een goed toogsysteem, het organiseren van de toestroom van bezoekers, het onthaal van artiesten, de inrichting van de zaal, het vrijhouden van nooduitgangen en ga zo maar door. Zélfs het bedenken van een goed drugsbeleid laten we niet onbesproken.. Ook zou het doodjammer zijn mocht je door het vergeten van een goede tang beginnen sukkelen met de aansluiting van verse koolzuurvaten of door het niet wisselen van kassa’s in de loop van de avond een grote som geld zien verdwijnen of door het niet goed onthalen van artiesten je kans verkijken om ze een tweede keer te kunnen programmeren.
die je in het bestek van een voortraject, de dag zelf en een natraject de belangrijkste wetenswaardigheden uit de doeken doet. Per hoofdstuk worden de belangrijke tips op een rijtje gezet, 55 in totaal. Helemaal aan het eind vind je ook nog een stappenplan dat als leidraad kan dienen, een standaardcontract voor optredens, een model aanvraag voor een uitzondering op KB ’77 (geluidsoverlast), handige adressen en telefoonnummers en een invulblad om de belangrijkste lokale telefoonnummers te noteren zodat je ook de andere mensen van je jeugdhuis, groep, vriendenkring of sekte van deze handige gids gebruik kan laten maken voor alle optredens en festivals die je op touw zal zetten.
<
Tijs Vastesaeger REACTIES?
Drie trajecten, 55 tips en één stappenplan. Als het lezen van deze tekst je nieuwsgierigheid nog meer geprikkeld heeft of een hoop vragen deed oproepen waarvoor je echt naar een antwoord snakt, dan biedt het bestellen van het tipboekje ‘Concerten Organiseren’ een betaalbare kuur. Voor 8 euro krijg je de praktische gids
Brochure muziekuitgave. Na ‘Het opnemen van een cd in eigen beheer’ en ‘Platencontracten’ verschijnt binnenkort de derde brochure van Poppunt over het onderwerp ‘Muziekuitgave’. Over de uitgave van muziekwerken, ook wel gekend als publishing, bestaan heel wat misverstanden. Wanneer men het heeft over partijen die optreden als exploitant van muziek (platenfirma, boekingsagent, promotor...), wordt de muziekuitgever veelal over het hoofd gezien. Ook bestaat er soms onduidelijkheid over wat een hedendaagse uitgever precies doet. Gevolg hiervan is dat men vaak te lichtzinnig omspringt met uitgaverechten of verkeerde verwachtingen koestert ten aanzien van de muziekuitgever, met alle gevolgen van dien. In het eerste hoofdstuk van deze brochure wordt dieper ingegaan op het werkterrein van de uitgever, de auteursrechten. In het tweede hoofdstuk worden alle aspecten van het werk dat een muziekuitgever voor je kan doen, systematisch besproken. Interesse? Bestel de brochure via www.poppunt.be of schrijf 6 euro over op rekeningnummer 4139292181-26 met de vermelding ‘brochure muziekuitgave’.
> reacties@poppunt.be
RAPPORT
– opname videoclip Round South Op de voet gevolgd Het gaat soms hard tijdens de Poppunt Magazine-vergaderingen. Ideeën vliegen van hot naar her, er worden broodjes aangerukt, pizza’s , water , pintjes en af en toe sneuvelt er al es een thermos pikzwarte koffie. Pas wanneer de innerlijke mens volledig gevoed is, borrelen nieuwe ideeën als champagnebubbels naar boven.“Waarom es geen videodagboek?” opperde één van onze Poppunt-scribenten! Beregoed idee, natuurlijk. We sturen een band op pad tijdens het draaien van hun (eerste) videoclip en laten ze daar een verslag van uitbrengen. Cream and Spices mocht de spits afbijten. Ex - 100 % Puur-rockers als ze zijn, begonnen ze met amper twee uur slaap achter de ogen aan een vermoeide, maar zeer boeiende draaidag. Doel: een clip opnemen voor hun volgende single, Round South. Het resulaat is, al zeggen we het zelf, oogstrelend. Zodanig content waren we dat we vanaf nu elk Poppunt Magazine een band op pad zullen sturen…. 24 april 2005: 01.00u: We staan op een West-Vlaams rockpodium. Net een zeer krachtige set achter de rug. Publiek uit de bol gegaan! Het afbreken kan beginnen. Straks draaidag, dus zo snel mogelijk naar bed!
ook: koffiezetapparaten, pistolets en koffiekoeken, servietten, wc-papier, een verbandkist, nadarhekken, walkies,… Er staat heel wat te gebeuren.
07.30u:
Vlasmarkt passeren om een “frietje te eten”! Ook de innerlijke mens moet gesoigneerd worden, nietwaar?
Onze drummer David moet opnieuw uit zijn bed én onder de douche geschopt worden. Kort daarna vertrekken we naar het oude zwembad in Willebroek. Een surrealistische lokatie waar amper iemand het bestaan van kende!
04.00u: Aankomst in het Antwerpse
07.45u: We komen aan en moeten
02.00u: Toch nog even langs de Gentse
Breendonk. Nu nog een bed vinden. Gelukkig had onze manager Hagi alles goed geregeld: het was zijn bed waarin we konden crashen. ’t Is te zeggen: één van zijn bedden. Managers zijn rijk!
06.00u: Diezelfde Hagi schopt ons exact twee uur later met ons vermoeide lichaam onder de douche. Het doet overal zeer en het besef dringt langzaam door: “It’s draaidag van onze video-clip ‘Round South’ vandaag!”
07.00u: Wagens worden volgeladen met materiaal: gitaren, versterkers, drums, basgitaren, cymbalen, kabels, micro’s, flightcases,… Dat kennen we! Maar dan
de ironische opmerkingen en spot van regisseur Wesley, cameraman Steven en lichttechnicus Alain verdragen: “Hey, wij waren eerst!”. Ja ja mannen, ’t is al goed!
08.00u: Nog snel allemaal een koffietje en een koek. Het wordt beslist een lange dag.
08.15u: We hebben al op veel podia gestaan, maar nog nooit hebben we ons materiaal met touwen een zwembad in moeten laten zakken. De ons zo dierbare versterkers en gitaren maken een langzame afdaling van 4m40. Onze roadies Gijsbrecht en Dieter houden het hoofd cool. Helden!
RAPPORT 09.00u: Alles staat opgesteld. Toch even schrikken als blijkt dat de gehuurde elektrische voorziening, die we de vrijdag voordien reeds had laten aanrukken, het laat afweten. Gelukkig maar voor even.
want van al dat rocken begint een mens al eens te zweten... En dat blinkt te veel in beeld, zo vertellen ze ons! Ondertussen bereiden ergens te velde de Catering Angels de heerlijkste lekkernijen.
09.15u:
13.00u: Cut! We zijn halverwege... Even
09.30u: Rock & Roll time! De enige
14.00u: Showtime again! Iedereen heeft zijn batterijen opgeladen. Voor de klanken lichtmannen mag dat zelfs erg letterlijk genomen worden!
Onze wallen worden weggeschminkt door de lieftallige Anouk. Onverwacht zullen we er vandaag dan toch nog schappelijk uitzien. Op de achtergrond tateren Annelies en Saartje. Ze zullen ons de ganse dag van meer dan te veel voedsel voorzien. Was het maar elke dag videoclipdag. opdracht die we kregen was: spelen! Concert na concert, altijd op volle kracht, nooit verzwakken, steeds voluit. En vooral: telkens die ene song: ‘Round South’. Regisseur Wesley en assistenten Liesje en Christophe laten ons acht uur lang rocken.
10.30u: Take na take, beeld na beeld. En klagen kunnen we niet: onze ideeën, die we de voorbije zes weken tot een waterdichte storyboard hadden verwerkt, komen nu tot uitvoering. Wat we proberen op tape te vatten is dat we een straffe live groep zijn (want dat zijn we!). We hebben live heel wat bravoure, en dat zouden we eens even voor het nageslacht vastleggen! Dus moet er gerockt worden!
11.00u: Niet alleen wij moeten werken! Lichtman Alain haalt halsbrekende toeren uit, balancerend op de rand van het zwembad, ‘Making of’ man Thomas en setfotograaf Boogie rennen van hot naar her om de juiste beelden te schieten.
11.30u: Nu eens een versie vanuit dit perspectief, dan weer vanuit dat perspectief, een snelle versie, een trage versie, één gefocust op de drums, dan weer één op de gitaren, dan op dit of dat, dan si en dan là, en nog een keer en laat ons het nog eens overdoen.
12.00u: Nog even bijgeschminkt worden,
38
tijd om te eten, te drinken, eens naar toilet te gaan, een sigaretje,... We bekijken al even een deel van de ‘rushes’. Wat tot nu is ingeblikt, ziet er alvast geweldig uit!
16.00u: We blijven alles uit de kast halen. Het is verbazingwekkend hoeveel keer we hetzelfde liedje moeten spelen om toch maar genoeg materiaal te hebben voor in de montage! Onze monteur Carlo zal tevreden zijn!
19.00u: The Final Cut: Het staat erop! We hebben genoeg versies vanuit genoeg perspectieven om aan de montage te beginnen. De camera’s en de fototoestellen hebben een dag lang in overdrive gestaan. Hetzelfde geldt voor iedereen op de set.
19.30u: Trouwe luitenanten Dieter en Gijsbrecht, die alletwee ook een mooie ‘cameo’ toebedeeld kregen in de videoclip, beginnen aan de afbraak. Alles wat vanmorgen 4m40 moest dalen, moet nu terug stijgen. De mannen verdienen een standbeeld!
21.00u:
De wagens ingeladen! We kaarten gezellig na buiten rond de tafel. Een heerlijke schotel pasta, een deugddoend wijntje. Het is goed geweest. Iedereen is moe maar tevreden! We kunnen beginnen aan de montage!
24.00u: Naar huis, naar bed,...of toch nog een klein pintje in Gent?
Benieuwd naar het resultaat? Check onze site: www.creamandspices.be
SOFTWARE
Digital Performer
muzieksoftware met een stapje voor
De laatste jaren zit de verkoop en – helaas – het downloaden van muzieksoftware in de lift. Grote kleppers als Cubase, Ableton, Pro Tools, Reason, Logic en consorten vinden steeds vaker hun weg naar computers van jonge muzikanten. De huis-, tuin- en keukennijverheid is nog nooit zo groot geweest: de tijd dat je enkel in grote studio’s kwalitatief hoogstaande cd’s kon maken, ligt al een tijdje achter ons. Computers werden steeds krachtiger en goedkoper en de doorsneemuzikant ontdekte snel dat hij met het juiste softwareprogramma al snel resultaten kon boeken. Tegenwoordig doen alle bands die een plaat willen opnemen aan preproductie in hun eigen repetitiehok. En waarom niet? Er is tijd om te experimenteren, om te gissen en te missen, en de tijd die je daar in steekt kost je niets. Zelfs de muzieksoftware wordt steeds goedkoper! Neem nu bijvoorbeeld Digital Performer 4.52, de laatste nieuwe uitgave van MOTU, waarmee je zonder al te veel moeite zo aan de slag kan...Stef De Pooter, een DP-connaisseur, legt uit waarom DP zo’n retecool programma is... “Digital Performer situeert zich in het gamma van de bestaande muzieksoftware aan de top. Het is een volwaardig ‘MAC only’ pakket dat zowel audio als midi integreert, net zoals Ableton, Logic en Cubase dat doen. Standaard krijg je er ook een heel aantal bruikbare plug ins bij, gaande van heel basic stuff tot straffe zaken als Preamp 1 of de nieuwe Masterworks EQ. DP 4.52 is ook een stuk CPU efficiënter geworden wat je toelaat om op een relatief kleine computer (MiniMac bvb.) aan de slag te gaan. Stef De Pooter: “Het grote voordeel van DP is dat muzikanten die regelmatig met Pro Tools werken zich in DP zeer snel thuis zullen voelen. De aanpassing zal iets makkelijker verlopen dan in Cubase of Logic, omdat de visuals en de manier waarop de schermen zijn opgebouwd een beetje vergelijkbaar zijn met Pro Tools. Alleen gaat DP veel verder dan Pro Tools: het MIDI-luik is veel uitgebreider, minder complex en zeer intuïtief, terwijl LOGIC, dat op MIDI-gebied echt top
is, veel moeilijker onder de knie te krijgen is. Om met DP te beginnen werken, hoef je geen ongelooflijke computerbuff te zijn. Het pakket laat toe om, als beginner, snel aan de slag te gaan en dadelijk redelijke resultaten te behalen. Wil je dieper in DP duiken kan dat op een intuïtieve manier zonder dat je weken moet studeren. Bij andere pakketten is dat toch vaak anders.” Europa vs. over de plas “Wat muzieksoftware betreft, zijn er eigenlijk altijd al twee kampen geweest: het Amerikaanse, dat ooit als pionier met het ter glorie gegane StudioVision een mijlpaal vormde en waar dus nu DP de scepter zwaait en het Europese kamp met LOGIC, Ableton en Cubase. In de VS kent DP enorm veel succes, ook dankzij de filmwereld waar DP als één van de meest gebruiksvriendelijke ‘music platforms’ word beschouwd. Zo werd o.a. de muziek voor Lord of the Rings en Star Wars Episode III voor een groot stuk in DP gemaakt. Qua gebruiksgemak heeft DP – en dat van alle pakketten – het meest te bieden.” Verder nog leuk om weten , MOTU is nog het enige grote onafhankelijke softwarehuis. Logic behoord tot Apple, Cubase is ondertussen eigendom van de Yamaha Corporation en Ableton lonkt al geruime tijd naar Digidesign. Misschien voor de meeste gebruikers niet echt belangrijk maar wel interessant want dit laat MOTU toe om toch z’n eigen koers te blijven varen zonder medezeggenschap van ‘Moguls’ die denken de markt te kunnen bepalen . Hoe snel is een leek weg met Digital Performer? Is het een kwestie van dagen, uren, weken voor je iets behoorlijks kan opnemen? “Ik denk dat mensen met een beetje computerervaring en een zekere knowhow op een halve dag wel iets in elkaar kunnen steken.Wie iets over het pakket weet,
kan er meteen mee aan de slag. Het enige wat een beetje voorzichtigheid en aandacht vergt, is het configureren van de audio-setup, installeren van de juiste en recentste drivers enz.. Maar dat geldt eigenlijk voor elk softwarepakket. Wat je ermee wil doen hangt een beetje af van de computer waar je mee werkt: een zware G5 (de laatste Mac-telg, ‘een beest’) met een dual processor, veel RAM geheugen (4 of 8 GB) en enkele externe harde schijven van 250 GB zullen natuurlijk meer aankunnen dan een G4 van een paar jaar oud. Maar niet getreurd, zelfs met die oudere G4, met genoeg RAM geheugen en een extra HD, kan je al veel kanten uit. Een van de grote voordelen verbonden aan DP ligt bij MOTU zelf: als je de prijs van de software en hardware (Ja, MOTU heeft ook heel goeie betaalbare audio/ MIDI-interfaces) samen telt, dan nog kom je voor je DP-setup maar aan een fractie van de prijs van een Pro Tools set. Wie Pro Tools echt up to date wil houden, mag jaarlijks toch rekenen op een investering
i
39
SOFTWARE
i van om en bij de tienduizend euro. Voor dat bedrag koop je je jaarlijks een volledig nieuwe up to date MAC en MOTU Rig met alles erop en eraan. Een ander groot voordeel is het MOTU-Audio System (in het kort MAS) platform, waarvoor de meeste grote softwarehuizen plug ins maken die twintig tot dertig procent goedkoper zijn dan identieke plug ins voor Pro Tools.”
Digital Performer is dus starterpakket bij uitstek...
het
Stef De Pooter: “Absoluut. Ook omdat je het heel eenvoudig kan houden, ook visueel. In DP krijg je verschillende vensters (composer, edit, een mengpaneel) die je allemaal apart kan vergroten. Zeer eenvoudig qua gebruik. DP wordt trouwens ook door veel laptopeigenaars gebruikt: speciaal voor hen heeft MOTU niet zo lang geleden een ‘consolidated window’ ontwikkeld waarmee je bij het aanklikken van de track én de fader én de golfvorm én de positie in de compositie kan bekijken. Op die manier worden drie schermen opgesplitst over één scherm en komt elke relevante track tevoorschijn. Heel makkelijk voor mensen die maar met één scherm werken.” Klinkt veelbelovend, maar toch dit: is DP niet meer geschikt voor mensen die pop en rock maken en niet zozeer voor techno, dance of elektronica? Vorig jaar spraken we met de crème van het Belgische elektronicawezen en zij zweerden allemaal bij Logic? Stef De Pooter: “Het hangt inderdaad een beetje af van je invalshoek: heel wat elektronicamuzikanten zijn vroeger begonnen met Atari-computers en Cubase en zijn dan overgestapt op Notator, de voorloper van LOGIC. Ze hielden zich ook vooral bezig met MIDI; veel muzikanten die vanuit de recording kant komen, zijn begonnen met een bandopnemer, daarna overgestapt op PRO TOOLS en hebben achteraf een platform gezocht dat uitgebreider was dan Pro Tools maar waar ook MIDI-applicaties in geïntegreerd
40
zaten. We merken wel dat DP meer impact begint te krijgen, maar in vergelijking met Cubase of Logic, blijft DP nog een kleine garnaal. In Europa althans geldt voor DP toch nog steeds ‘onbekend is onbemind’, maar we merken toch in België dat DP steeds meer trouwe aanhangers krijgt.” “Ik denk wel dat louter MIDI-georiënteerde mensen sneller naar LOGIC zullen grijpen, omdat je daar qua MIDI nog net iets verder kan gaan. Je kan die zaken ook met DP bereiken, maar ze zijn iets minder voor de hand liggend. “ Nieuwe muzieksoft-ware, allemaal goed en wel, maar hoe diep moet je voor DP in je zakken tasten? Stef De Pooter: “611 Euro, inclusief BTW. Dat is helemaal niet zo duur, zeker niet in vergelijking met andere softwarepakketten. Bovendien krijg je bij die standaardeditie een twintigtal zeer bruikbare plug ins. Optioneel zijn er ook nog enkele zeer goeie MOTU ‘Virtual Instruments’ te verkrijgen, beginnende met MACH 5 de ‘Ultimate Surround Software sampler’, 326,70Euro. De heel straffe softsynth MX4 (ondertussen in Version 2 verkrijgbaar), 254,10 Euro en binnenkort komt ook Symphonic Orchestra uit, een volledig symfonisch orkest met 8 GB aan klanken voor maar slechts 290,40 Euro. Maar met het standaardpakket kan je al meer dan dat je ooit had kunnen dromen. Vanaf het moment dat je er een audio-interface aanhangt kan je opnames maken, samplen,.... en vooral veel (goeie ??) muziek maken, want daar draait het ten slotte toch om. En de minimale systeemvereisten? Kan je DP draaien op een oude imac of een G3 van een paar jaar oud?
� � �
��
Stef De Pooter:” Dat zou in principe moeten kunnen maar is niet echt aan te raden, temeer dat de huidige versie van DP (DP4.52) enkel onder OS-X draait en dit met heel oude MAC’s nog wel eens voor problemen zorgt. DP 3.12 daarentegen draait enkel onder OS9, is nog steeds verkrijgbaar en kan dus voor de ‘Vintage Mac’ gebruiker een oplossing zijn . Beide versies zijn in princiepe compatibel: in DP 4.52 kan je files openmaken die gemaakt zijn in DP3...andersom is het iets moeilijker. Als het om ruwe audiobestanden gaat, lukt dat meestal nog wel, maar wat plug ins en automatisatie betreft, ligt het iets moeilijker, omdat sommige plug ins en automatisatie functies nog niet ontwikkeld waren in de oudere versies. Los daarvan blijft DP een zeer gebruiksvriendelijk en makkelijk onder de knie te krijgen pakket.” Overtuig jezelf dus en loop de deur van een MOTU dealer plat of check het fantastische MOTU lessenpakket van de Pianofabriek uit ! Links
��� �� �� �� �� ��� �� �� �� ��
<
Sven De Potter
> www.motu.com > www.ampcobelgium.be
�
�� �� �� �� �� ��
����������������
������������� ��������������� ��������������� ������������������������™ ��������������������������������������� ������������������������������� �������������������������������� ��������������������������� ��������������������������������������� ����������������������������������� ���������������������������� ������������������������������������ ���������������������������������� ��������������������
������������������������������� ��������������������������������� ������������������������������������ ������������������������������� ������������������������������������ �������������������������������� ��������������������������������������� ����������������������������� �������������������������������� ���������������������
��������������������������������� ��������������������������������� ��������������������������������� �������������������������������� ������������������������������� ������������������������������ ������������������������������������ ����������������������������� ������������������������������������� ���������������������
��������������������� ����������������������������� ����������������������� ����������������������������������� ����������������������������������� �������������������������������� ������ �������������������������������
���������������
�������������������� �������������������������
���������������
���������������������
��������������������
�������� ���������������������������������� ��������������������������������������� ���������������������������������������� ���������������������������������������������������������� ����������������������������������������������� ���������������������������������
������������������
�
��������������������������������������������� ��������������������������������� ���������������������������������������� ���������������������������������������������� ��������������������������������������
��������������������������������������������� ������������������������������ �������������������������������������� ����������������������������������������������������� ���������������������������������������������
�����������������
AMPCO BELGIUM Sale of Professional Audio Equipment
WWW.DEMOPOLL.BE In het vorige Poppunt Magazine kon je lezen waar je best op let als je een demo in elkaar draait. Wie de raadgevingen van een paar maanden geleden niet in de wind geslagen heeft, had misschien het geluk om in de demopoll terecht te komen, waar een jury van omnipotente en ommisciënte muziekliefhebbers in graaide en zich niet inhield om commentaar te leveren. En aangezien Poppunt niets liever heeft dan dat alle Vlaamse bands hun weg naar de demopoll vinden, vroegen we een aantal juryleden waarom zij de ene demo wel, en de andere niet konden pruimen. Mesdames, messieurs, faites-vos jeux! Poppunt hing aan de telefoon met de nieuwe en de oude lichting demoverkenners en allemaal vertelden ze zowat hetzelfde. Op je demo moet(en) in de eerste plaats je beste nummer(s) staan. Klaar! “Een goed nummer is het allerbelangrijkste,” aldus Stu Bru’s olijkerd Tomas De Soete. “Je hoort wel eens demo’s die technisch de kwaliteit van een full album benaderen, maar waar geen goed nummer op te vinden valt. Da’s natuurlijk een beetje sneu. Eigenlijk maakt het niet uit of het nummer niet echt professioneel opgenomen klinkt. Ook al hoor je bij wijze van spreken duizend lagen analoge ruis, dan nog zal een goed nummer overeind blijven.”
42
“Topkwaliteit hoeft dus niet. Een ander verhaal krijg je bij je eerste single: die moet de muzieksamensteller een beetje omver blazen. Maar ook dat geldt niet altijd: ik denk dat er in Duyster af en toe nummers de revue passeren die overdag nooit gedraaid zouden worden, omdat de opnamekwaliteit te wensen overlaat. Erg is dat niet, want er bestaan tal van groepen die platen gemaakt hebben waarvan de opname-kwaliteit niet echt je dat is. Guided by Voices heeft bijvoorbeeld een paar platen uitgebracht die qua opname een beetje rammelden, maar waar toch muzikale pareltjes opstonden.” Geen gedraal, maar een uithaal! “Mensen die naar je demo willen luisteren hebben graag dat je meteen to the point komt. Het moet er direct knal opzitten. En desnoods neem je maar één nummer op. Stel dat je je beste song eerst laat horen en daarna volgt een minder nummer, tja...dan maakt dat niet zo’n beste indruk.” “Ik heb zelf nog niet echt iets ongelooflijk fantastisch gehoord. Wel goeie dingen, hoor, maar nog geen nummer dat me van mijn sokken geblazen heeft.... Het niveau van de groepen ligt alleszins wel hoog. En toch mis ik een eigen gezicht: een aantal demo’s klinken als bestaande bands. Ik denk dat het heel belangrijk is dat je met iets origineels op de proppen komt en dat je tracht zo weinig mogelijk compromissen te maken.”
Look at the stars, look how they shine for you... “Een goeie melodie vind ik uitermate belangrijk, net zoals een goeie, catchy zanglijn. Ik beluister de demo’s natuurlijk ook meer dan één keer. Maar als iets goed is, dan hoef je het eigenlijk maar één keer te horen. Het kan natuurlijk dat een nummer moet groeien, terwijl je bij andere songs na vijftien seconden al kan zeggen of het werkt of niet. Ik denk dat ook veel te maken heeft met het gevoel waarmee de groep de demo opgenomen heeft: overtuigd of niet, eigenzinnig, eerlijk... je moet voelen dat het spontaan is en dat de groep er echt achter staat.” Big no-no’s “Waar ik absoluut een hekel aan heb, is een nummer waarin hysterisch gelach voorkomt. Ik word daar echt nijdig van. (lacht) Gelukkig heb ik nog niets gehoord met een vette lach in, maar ik krijg het alleszins op mijn heupen van nummers waar in gelachen wordt. Zoals dat nummer van The Urban Dance Squad (Temporarily Expendable, nvdr.). Ik knap daar echt op af. Dan blijf je beter uit mijn buurt.” Alan Mullers argusoren “Goeie muziek, dat is de basis,” zegt Alan Muller van het fantastische Satellite City. “De eerste indruk die een luisteraar krijgt, moet goed zijn. Veel hangt echter af van je bedoeling: als je je demo enkel onder
WWW.DEMOPOLL.BE
ZE POINTS OF ZE BELGIAN JURY je vrienden wil verspreiden, hoeft het geen topkwaliteit te zijn, maar als je de demo wil gebruiken als visitekaartje om bijvoorbeeld een platencontract vast te krijgen, dan investeer je best een paar honderd euro. Er zijn tegenwoordig genoeg kleine demostudiootjes waar je voor een klein budget iets zeer degelijks op band krijgt. De Rockfabriek en Noisegate bijvoorbeeld...” Zijn er zaken die je tijdens de opnamen absoluut niet over het hoofd mag zien? “Je moet bij het opnemen van je demo op dezelfde dingen letten als wanneer je een full album zou opnemen. Ik heb zelf een jaar in de Rockfabriek gewerkt en één van de zaken waar ik steeds weer op hamerde was het belang van de zang. Die moet goed zitten. De stem is één van de belangrijkste instrumenten. Verder moet je je hoeden voor clichés, al is dat niet zo vanzelfsprekend: ik vind een standaard Metallica-riff een groot cliché, maar jonge gasten die net muziek beginnen spelen, vinden dat misschien de ultieme riff...Ik denk dat je wat de alternatieve muziek betreft toch wat origineel uit de hoek moet proberen te komen.” “Klassiek is ook dat je lange intro’s moet vermijden, tenzij het echt interessant is wat je doet. Je kunt natuurlijk ook een beetje zeuren, natuurlijk: als je voor een platencontract gaat, kan je vragen aan een goeie gitarist of hij de solopartijen komt inspelen. Maar tracht toch wel eerlijk te zijn in wat je doet.” “Ik vind trouwens dat de Belgische rock en pop de laatste jaren veel volwassener geworden is. Wij hebben het nadeel van in een zeer klein land te wonen, maar toch vind ik dat de Belgische bands zich absoluut niet minder moeten voelen dan
groepen die uit pakweg Engeland of Scandinavië komen. De aanstormende bands zoals Barbie Bangkok of The Germans hebben alles in huis om het te maken. The best is yet to come!” Wat moet een demo hebben om jou te overtuigen? “Een goeie melodie en een goeie balans in de songstructuur. De beste demo’s hebben iets vernieuwends, iets interessants...iets wat je nog niet gehoord heb. En dat mis ik wel een beetje als ik naar de demo’s luister die bij Poppunt binnenkomen.” Waar zit de elektronica? “Wat ik merk bij de massa’s demo’s die bij Rockoco en Café Video binnenlopen, is dat je dikwijls hoort dat groepen vaak muziek maken van bands die ze al kennen: Coldplay, Radiohead. Nieuwer is wel dat er meer mensen bezig zijn met elektronica. Ik vind dat verbazend: elk dorp heeft wel een plaatselijke Radiohead, maar ik vraag me af waar de Chemical Brothers van pakweg Poelkapelle zich schuilhouden. Ik ben ervan overtuigd dat er heel wat jonge mensen op hun kamer bezig zijn met elektronica en dance, maar daarmee niet naar buiten komen.” Is het voor jou moeilijk of makkelijk om het kaf van het koren te scheiden... “Ik vind dat vrij makkelijk, omdat ik na al die tijd wel snel hoor of een nummer
goed is of niet. En welk gevoel erachter schuilt. Kijk, aan de productie kan nog altijd gewerkt worden achteraf; dat is louter een kwestie van assistentie, tijd, geld en coaching. Als het aan het nummer zelf ligt, zit je met een basisprobleem...en dan krijg je er gewoon geen goeie demo uit; hoe straf de productie ook is.”
<
Sven De Potter
Links > www.demopoll.be > www.satellitecity.be > www.rockoco.be > www.stubru.be > www.poppunt.be
43
DEMO-DOKTER
DEMO El Médico is een blije mens, want hij vond deze keer weer een fraaie oogst in zijn mandje. Dankuwel jong geweld, ziehier het verdict. Groepen die een demo inzenden voor de Demopoll komen automatisch in aanmerking voor deze rubriek. Daarnaast biedt onze Demodokter aan groepen die niet aan de Demopoll deelnemen de kans om zinnige feedback te krijgen op hun noeste arbeid. Hier komen ze wel aan bod. We kunnen niet garanderen dat we alle inzendingen bespreken, maar we moeten er wel bijzeggen dat de selectie volstrekt eerlijk gebeurt.
Etron - Necrodogs CONTACT
in het over-de-toppe: een zwart-wit foto van het duo, wit geschminkt met zwarte oogschaduw en dito lippenstift. En de hilarische bio, waarin ze koketteren met hun zwaar en agressief imago en elke journalist die hen maar zozo vindt over de hekel halen. Okay, mag ik dan binnenkort een poedel aan mijn voordeur gespijkerd verwachten?
Super Sans Plomb Grand Amour CONTACT New Wave is back! Joepie! Terwijl ik nu al mijn puntschoenen van onder het stof haal om in augustus naar de Sisters of Mercy te gaan (Lokerse Feesten!), schalt het schijfje Necrodogs van de Brusselse band ETRON door mijn optrekje. Zelf noemen ze zich een dark rock-band. Muzikaal doen ze me denken aan de begindagen van The Cure en tijdgenoten. De dagen dat ik, net mijn jeugdpuisten ontgroeid, tot ergernis van mijn oudjes in zwart gehuld het zonlicht schuwde, Weltschmertz tot levensmotto nam en iets wilgachtigs met mijn kapsel trachtte te doen. Etron dus: ze zijn iets snediger, meer rock ‘n’ roll (eigentijdser?) dan de voorbeelden uit die tijd. Chaotische gitaren, duistere bassen, een authentieke drive. Niet zo krachtig als La Muerte indertijd, maar ze zouden wel een geschikt voorprogramma zijn, indien Marc Lagoon zijn vroegere kompanen nog eens rond zich zou scharen. Hun teksten ademen gramschap en verdoemenis. Geen vrolijke jongens, hoor ik u denken... Edoch, hun humor ligt net
44
in stomende synth-pop’n’roll. De fascinatie voor de Lichtstad is er: Enfin Paris is een erg filmisch pareltje. Je ziet het koppeltje blut en in hun deux chevaux-tje gepakt, op de ring rijden en zich met hun laatste druppels benzine de stad in wurmen. Net op dat moment barst de song uit in vrolijke chaos à la Négresses Vertes. Mooi zo! Meer van dat op de single C’est parce que: akoestische gitaren en een pianootje dat me in mijn uppie noopte tot een polka. Tip van de Dokter: schuim met jullie demo zeker de Zuid-Franse concertzalen af; het genre leeft er meer dan hier. En drink een pastis op mijn gezondheid.
The Newborn Neurotics Mirror Grinding Machine CONTACT
Een Franstalige poprockgroep uit Gent - Kortrijk, finalist in de editie 2004 van ‘Musique à la Française’. Wie ‘Frans’ zegt in combinatie met ‘man-vrouw bezetting’ en ‘keyboards’, denkt meteen aan Vive la Fête. Bij mij roept het cd’tje meer namen op als Louise Attaque, Les Carayos of Les Têtes Raides, bands die beneden de taalgrens en vooral in La Douce France furore maken. Super Sans Plomb brengt vrolijke, frisse songs. Het titelnummer doet denken aan Lio rencontre Jacques Dutronc (de ‘Il est cinq heures, Paris s’éveille!’-eske zanglijn)
Amaai! De cd wordt ingezet met een ‘growl’ van jewelste en dat bepaalt meteen de toon. Streetpunk met keyboards en een rock ‘n’ roll-attitude die een uit zijn oevers tredende Schelde kan tegenhouden (My only goal is rock& roll of ‘Shake it ‘till your balls break/ shake it like a rattlesnake (uit: Unlimited psycho party power).’ Rechttoe-rechtaan geweld van de puurste soort, maar toch origineel. De invloed van The Pixies is overduidelijk (zie ook
DEMO-DOKTER
DOKTER artwork). Heel fijn is wat de toetsen doen met de - excuseer de duurdoenerij van ondergetekende, maar dit is een vakblad voor muzikanten, toch?- Napolitaanse toonladder. Wil dit olijk zooitje wel eens aan het werk zien.
M.O.M.
Members of Marvelas CONTACT
dingen des levens, van de geboorte van een kind tot gedachten over het redden van de wereld terwijl je in een inkomhal staat,... als we op de bio voortgaan. Dingen observeren is één zaak, ze omzetten in songs die er stààn, een andere, en dat doet Coin wel degelijk. Naked zou volgens dezelfde bio iets met mode te maken hebben. Mij treft het hoe de song op een treffende (pijnlijke) manier het cliché van een onmogelijke liefde verwoordt. Op een moment dat vele groepen de zachtere singer-songwritermuziek ontdekken, is het moeilijk om niet vast te roesten in de beperkingen van het genre. Coin slaagt er bijzonder goed in die valkuil te ontwijken en mag dus gerust blijven voortdoen waar ze mee bezig zijn.
Horus
Horus the God CONTACT Een groepje uit de Keremos/Sioen-stal, waar we (vertrouw m’n intuïtie) nog van zullen horen. Funky vettigheid en twee rappers die bij tijden een sfeer op roepen van ergens dowtown Manhattan waar een paar Puertoricanen muzikaal iets moois doen met zwarte bro’s. In track 2 doet een stevig gitaartje het boeltje stomen. Even komen de dagen van de local heroes Soapstone terug tot leven. In Colloseum hangt dan weer Urban Dance Squad de toerist uit. We houden alvast de festivalaffiches in het oog.
Coin
Simple Things CONTACT
Het Limburgse Coin is de groep rond singer-songwriter Danny Weckx vroeger actief bij o.a. Agent Orange. De titel van de debuut-cd vat hun muziek mooi samen: intimistische popsongs over de simpele
CONTACT
Sommige mensen komen van ver om hun demootje te laten bespreken. Wat te denken van een 31-jarige Belg, die na zijn studies in Zuid-Afrika is gaan wonen, daar een geluidsstudio runt en zijn schijfje per flessenpost in de Karthuizerstraat heeft gedropt? Jerome Arthur mixt gitaren met electro, toetsen en strijkers en bouwt zo een eigen muzikaal universum, een dromerigkabbelend sfeertje waarin de man zijn ziel toont. Volgens de bio zou het gaan om het moment van grote keuzes - waarin dertigers al eens durven te vertoeven, voegt de psycholoog des huizes eraan toe. Puike voorbeelden van singersongwriterschap, ragfijne harmonieën en goed gebalanceerde songstructuren. Enkel mis ik dat ruige randje; het blijft mooi, kalm, maar (te) voorzichtig.
Kawada Het westen des lands is een goede voedingsbodem voor al wat rapt en hiphopt; denk maar aan éne Flip K. en zijn moaten. Idem zo voor Horus, een 22-jarige MC uit De Panne die niet enkel de zilte zeelucht, maar vooral Engelstalige rap met de paplepel heeft binnengekregen. Met zijn collectief Writers of the Lost Art haalde hij de finale van verschillende concours als Westtalent, Verse Vis en Kunstbende. Op Horus the God doet hij solo zijn ding, zij het with a little help of his friends. In de intro van Good Heart ontwaar ik een riedeltje Portishead. In Revolution gaat de Egyptische-god-uitde-kuststreek de geëngageerde toer op. Belgische Engelstalige rap is een moeilijk genre omdat we er steeds vanuit gaan dat je overduidelijk kan horen dat het niet onze moerstaal is. Horus hoeft zich geen zorgen te maken: de uitspraak is okay en de nummers vrij origineel van aanpak.
Jerome Arthur Unlike Me
CONTACT
In hetzelfde genre een groepje van dichter bij huis. Een hoesje met een foto van een tuin met boom. Simpele jongens en meisjes, dat hebben we graag. Het demootje zelf dan: nummers die het midden houden tussen post-rock, dEUS (de vocals) en U2 (harmonieën, gitaar). Originele keuze van titels en lyrics (‘I need some déja vu from you/in my dreams’). Er is werk van gemaakt en dat verdient een pluim. Caligulove gaat over wreedheid in de liefde en heeft zeker hit-potentieel. Een overwegend kabbelend schijfje dat pas losbrandt in de slottrack Shaving you beard on a nice white cloud, pompende pop-rock met een akoestische ritmegitaar. El Médico
45
FOCUS
Steeds meer aandacht voor op zomerfestivals Boomtown, Dour en Poppunt slaan de handen in elkaar Op donderdag 14 juli wordt het startschot gegeven voor de zeventiende editie van het Waalse Dour festival. Twee dagen later staat de Oude Beestenmarkt gedurende 10 dagen in vuur en vlam voor Boomtown. Beide festivals maken steeds meer plaats voor opkomend Belgisch talent op hun affiche. Jonge wolven spelen er voor of zelfs na de grote internationale kleppers. Een nieuwe trend die zich stilaan duidelijk begint door te zetten binnen het festivallandschap. Zowel Dour festival als Boomtown hebben de reputatie een ontdekkingsreis te zijn voor de rasechte muziekliefhebber. Een ideaal forum om het jong talent dat in de Belgische muziekvijver rondzwemt te laten bovendrijven. Dour Festival heeft er dit jaar voor de tweede keer voor gekozen in zee te gaan met 100 % Puur: Pop uit de provincies. Dit is een tweejarig vervolgtraject voor alle finalisten van de provinciale popconcours. Het project biedt podiumkansen in de beste jeugdhuizen, clubs en op de beste zomerfestivals. Het initiatief gaat uit van de 5 Vlaamse provincies, de VGC (Brussel) en KBC en wordt gecoördineerd door Poppunt, het aanspreekpunt voor de muzikant en DJ in Vlaanderen. Dour Festival koos uit het totale aanbod van 58 bands, 2 groepen om een eerste speelervaring op te doen op Walloniës grootste festival. In de Clubcircuit Marquee staan The Livest en Tomàn op twee verschillende dagen geprogrammeerd als opener. Ze moeten het publiek warm maken voor groepen als Stash en Gabriel Rios. Volgens organisator Carlo Di Antonio onderstreept Dour hiermee
46
zijn reputatie als festival van ontdekkingen. “We blijven gaan voor onze mix van straffe nieuwkomers en gevestigde waarden”, benadrukt hij. Grote namen als No Doubt, Faithless en Queens of the Stone Age beleefden er inderdaad hun Belgische festivaldebuut. 10 dagen 100% Puur op Boomtown Ook Boomtown volgt de filosofie van het ondersteunen van jong muzikaal talent. De Oude Beestenmarkt is tijdens de Gentse Feesten week onmiskenbaar hét plein waar de ietwat alternatiever georiënteerde muziekliefhebber terecht kan. Eén van de bedoelingen van het festival is om nieuwe en beloftevolle groepen de kans te geven zich voor te stellen. Dit is duidelijk zichtbaar in de programmatie van het festival, waarin, zoals de vorige jaren een aantal groepen die net hun debuutplaat uit hebben werden uitverkoren zoals Jerboa, Maxon Blewitt, The Van Jets en Waldorf. Dit jaar doet Boomtown hier nog een stevige schep bovenop. In samenwerking met Poppunt krijgen voor het eerst tien groepen uit het 100% puur-project een gepaste plaats op Boomtown. Iedere dag is er na de hoofdact nog een “aftershow” van een opkomende band in Café Video. Duidelijke trend Naast Boomtown en Dour Festival zijn de 100% Puur bands ook te zien op heel wat andere zomerfestivals. Graspop, Marktrock, Maanrock, Suikerrock, Rock
Ternat, … ondersteunen het 100% Puur: Pop uit de provincies project. De trend om steeds meer aandacht te besteden aan jong talent wijst er op dat de inspanningen van een organisatie zoals Poppunt stilaan haar vruchten beginnen af te werpen. Poppunt is naast coördinator van 100% Puur: Pop uit de Provincies ook gekend als organisator van de Muzikantendag in de AB en Demopoll in samenwerking met Studio Brussel. “Dankzij 100% Puur krijgen de bands door dit project de kans om op de belangrijkste zomerfestivals te spelen; festivals waar ze op eigen kracht nog niet altijd geraken. Dit project kadert volledig binnen de filosofie van Poppunt om de kansen van muzikaal talent te maximaliseren” aldus Katrien Molenberghs, projectverantwoordelijke van 100% Puur: Pop uit de provincies. Voor het volledige overzicht van alle festivals en tourdata: www.poppunt.be/provincies. Links
<
> www.poppunt.be/provincies > www.boomtownlive.be > www.dourfestival.be
POP05157 ad 00
EN
PRESENTEREN
muzikanten dag 12 NOVEMBER 2005 ANCIENNE BELGIQUE
�����
�������������������� ������������������������������������
��������
����������������� �� ���� ��� � �� ���� ����� ������ ����� ������� �� ������� �����
workshops
concerten
demofeedback
and much more …
infosessies
POP05157 ad 005.indd 4
24-06-2005 16:23:57
Demo’s ROCKVONK: 100% Pop uit Vlaams-Brabant
Geen muziekwedstrijd zonder demo’s! Is in je groep 50 % van de leden jonger dan 30 jaar en woont de helft van het muzikaal geweld in de provincie Vlaams-Brabant? Stuur dan als de gesmeerde bliksem jullie demo (cassette, DAT, CD, CDr of vinyl) met maximaal 10 minuten eigen werk en een duidelijke bio (voorstelling groep en persoonsgegevens van alle groepsleden) voor zondag 10 juli op naar de jeugddienst van de provincie Vlaams-Brabant. Een deskundige jury zal gedurende de zomer exact tweeëndertig groepen selecteren voor de voorronden. Finale - zondag 10 december : Muziekcentrum Het Depot (voormalig Zaal Eden) - Leuven Deadline demo’s: zondag 10 juli 2005! Demo’s plus bio opsturen naar: Provincie Vlaams-Brabant Rockvonk 2005 Provincieplein1
3010 Leuven Het inschrijvingsformulier vind je op www.rockvonk.be
WESTTALENT 2005 : 100 % Pop uit West-Vlaanderen
Westtalent, de jaarlijkse West-Vlaamse wedstrijd voor nieuw muziektalent, kreeg bij z’n zesde editie een nieuw kleedje en werd een samenwerkingsverband tussen de provinciale jeugddienst, de West-Vlaamse Federatie van Jeugdhuizen en de VZW Folkfestival Dranouter. Dit concours startte in 1991 als initiatief van MAP records, het platenlabel verbonden aan de vzw Folkfestival Dranouter en groeide uit tot een tweejaarlijks initiatief dat openstaat voor alle muziekstijlen. De wil om de wedstrijd een grotere dynamiek te geven werd gekoppeld aan diverse initiatieven van de provinciale jeugddienst en aan de werking van de West-Vlaamse Federatie van Jeugdhuizen. Concreet zijn dat onder meer De Kunstbende, het subsidiëren van programmatie van West-Vlaamse producties voor kinderen en jongeren en de bijhorende brochure “Buiten Westen”. De jonge finalisten van Westtalent schuiven door naar de voorronde voor het muzikale luik van De Kunstbende. De deelnemers aan Westtalent en het muzikale luik van De Kunstbende worden gebundeld in de herdruk van de brochure “Van Slow tot Rap”, waarvan de inhoud ook integraal op de site van Poppunt terug te vinden zal zijn. Ze worden ook opgenomen in het pakket van gesubsidieerde producties. Een gunstige provinciale wind brengt nog een cd met de finalisten met zich mee. Finale - zat 3 december 2005 - Europahal Tielt 2005 Deadline demo’s: 1 september 2005! Demo’s plus bio opsturen naar : Westtalent p.a. - Dikkebusstraat 234 - 8950 Dranouter www.westtalent.be
KAMPIOENSCHAP VAN BRUSSEL : 100 % Pop uit Brussel
HET KAMPIOENSCHAP VAN BRUSSEL is de tweede editie van een nu al legendarische muziekwedstrijd voor Brusselse muziekgroepen. Op initiatief van Jeugd en Stad // De Rockfabriek, De Brusselse jeugdhuizen en De Vlaamse Gemeenschapscommissie worden uit een berg demo’s bands gekozen die zich via voorronden naar een ‘grand finale’ proberen spelen. De finalisten worden springplankgewijs aan het ‘100% Puur’-project toegevoegd. De roem is dan niet meer veraf: de (zes!) provincies, Poppunt en KBC zetten je immers op menig festival, club en jeugdhuis. Dat er talent leeft in de hoofdstad hoeven we u niet uit te leggen. Wie en wat er in welk genre zal komen bovendrijven is ook ons een mysterie. Feit is dat zij naast eeuwige roem ook fijne prijzen mogen verwachten. Finale: vrijdag 9 december 2005 – Ancienne Belgique (AB Box) Deadline demo’s: 1 september 2005! Demo’s plus bio opsturen naar : Het Kampioenschap van Brussel – de Rockfabriek - Werkhuizenstraat 3 - 1080 St.Jans-Molenbeek www.hetkampioenschapvanbrussel
48
Poppunt zoekt street teams
Ben je een gepassioneerde muziekliefhebber tussen 18 en 25 jaar en wil je de 100% Puur – events (provinciale popconcours,concerten, … ) gratis bijwonen? In het najaar van 2005 starten de preselecties, halve finales en finales van de provinciale popconcours (Limbomania, Oost-Vlaams Rockconcours, Westtalent, Frappant, Rockvonk én Het Kampioenschap van Brussel) waar Poppunt promotie wil voeren. Daarvoor is Poppunt op zoek naar street teams. Maak deel uit van de toffe vrijwilligersploeg van Poppunt en in ruil voor jouw promotie op onze events krijg je bovendien bons voor concerten, cd’s, … . Neem contact op met katrien@poppunt.be
Poppunt presenteert : concerten organiseren - een praktische gids De vierde boreling in de tipboekjes-reeks van Poppunt werd een stevige brok. In maar liefst 80 pagina’s word je wegwijs gemaakt in de wondere wereld van concerten organiseren. Droom je er al jaren van om met je jeugdhuis, chiro, scouts, buurt, vriendenkring of collectie schoonmoeders en exvriendinnen een concert of festival te organiseren dan is deze gids een must. Ook als je bij gebrek aan speelkansen voor je band het heft in eigen hand wil nemen, komt dit tipboekje zeker van pas. In drie hoofdstukken bieden we immers een antwoord op alle wetten en praktische bezwaren die zo vaak een wig drijven tussen droom en daad. In deze praktische gids geven we nuttige tips bij vragen als: hoe pak ik de programmatie aan? Welke promotie werkt het best? Wat moet er in een contract met een zaaluitbater staan? Hoe weet ik welk geluidsmateriaal ik moet huren? Waar vind ik sponsors? Hoe zit het met brandveiligheid, bewakingswetgeving, verzekeringen, geluidshinder, drankvergunning, EHBO-voorzieningen en dergelijke meer? Moet ik Sabam betalen als de groep alleen eigen nummers speelt, en waar staat de billijke vergoeding dan voor? Zelfs het onthaal van artiesten, het organiseren van je toog en de inzet van vrijwilligers laten we niet onbesproken. Kortom: surf als de vliegende bliksem naar www.poppunt.be ga naar de popadvies pagina’s en vind de brochure van je dromen. Nog niet overtuigd? Download dan op dezelfde plaats alvast het stappenplan voor het organiseren van een concert en zie meteen wat je allemaal in deze praktische gids kan vinden.
Muziekmanagers verenigen zich in MMaF Het plan bestond al een tijdje, maar nu is het er ook echt van gekomen: een aantal muziekmanagers hebben zich verenigd in MMaF: Music Managers Federation. Muziekcentrum Vlaanderen was vragende partij om zo’n vereniging op te richten en zal in de toekomst MMaF ook ondersteunen. We vinden het alvast positief dat de overheid en de sector er een aanspreekpunt bij hebben. De muziekmanagers kunnen via een vereniging hun verzuchtingen en opmerkingen meer gestructureerd signaleren. Managers die willen toetreden tot MMaF kunnen dat mits betaling van 100 euro per kantoor of entiteit. (op het rekeningnummer van MMaF: 390-0966871-30 (vzw MMaF, De Pintelaan 363, 9000 Gent). Informatie over reeds aangesloten leden en andere details zijn te bekomen bij voorzitter ad interim Maarten Quaghebeur: maarten@rockoco.be . MMaF heeft volgende doelen voor ogen: * Als muziekmanagersfederatie gewicht in de schaal leggen tegenover de overheid en alle mogelijke spelers en belanghebbenden in het muzieklandschap (Poppunt, Uradex, Simim, Zamu, Muziekcentrum,e.a.). * Zich uitdrukkelijk profileren als het aanspreekpunt voor muziekmanagers en de artiesten die zij vertegenwoordigen en dit zowel in een nationale als internationale context. * Standpunten innemen, bepalen, communiceren en verdedigen rond alle thema’s waar muziekmanagers in contact mee komen. * Zich inzetten voor een verdere professionalisering van de muzikale begeleiding en dit in de breedste zin van het woord. * Streven naar een open communicatie met de anders spelers in het veld (Clubcircuit, Festivalfederatie,...). * Voor zijn leden streven naar een uitwisseling van relevante informatie/ knowhow en actief kennis verzamelen rond muzikale begeleiding. * Tijdens de oprichtingsvergadering werd beslist dat de vereniging openstaat voor alle muziekmanagers (geen boekingskantoren) met toch enig voorbehoud voor de gevestigde waarden binnen de klassieke sector. Wel staat het MMaF open voor overleg met de managers die actief zijn binnen de klassieke muziek.
ZOMERWORKSHOP “SONGWRITING” met Dirk Blanchart
Ben je op zoek naar essentie van wie je bent en wil worden als tekst –en/of songwriter? Wil je onderzoeken of dat wat je wil uitdrukken ook zo ervaren wordt? Ben je louter een schrijver of schuilt er ook een performer in jou? Is je drijfveer passie of entertainment? Of beide? Niets is meer- of minderwaardig, zolang het maar uit jezelf komt en dus ‘echt’ is. In deze workshop zal je een spiegel voorgehouden worden. Zowel door de docent - die zichzelf bij voorkeur omschrijft als een ‘liefhebber’ als het over songschrijven gaat - als ook door de andere deelnemers aan de workshop. De aanpak van Dirk Blanchart zal niet theoretisch of op virtuositeit gericht zijn, maar gebeurt vanuit de buik. Hij werkt zowel individueel als collectief. Hij laat je actief (samen)werken aan schrijfopdrachten, puurt je bestaande songs en aanzetten tot songs verder uit, benadert inhoud vs. vorm, discipline vs. inspiratie, ernst vs. fun. Hierbij hecht hij belang aan tempo, energie en stilte in muziek. Kruisbestuivingen met andere disciplines : beeld, dans, film...zijn mogelijk. En uiteraard wordt de aanpak ook voor een stuk door de deelnemers mee bepaald, vanuit hun specifieke vragen en wensen. Deelnemers voor deze workshop moeten een open geest hebben en gemotiveerd zijn. Enige ervaring hebben met het schrijven van songs en/of teksten is vereist. Het bespelen (en meebrengen) van een instrument en enige muziekkennis is uiteraard een pluspunt (maar voor louter tekstschrijvers niet altijd strikt noodzakelijk). PRAKTISCH Begeleiding: Dirk Blanchart Aantal deelnemers: max 14 Data: van 18 tot 24 juli 2005 Locatie : Vormingscentrum Destelheide – Dworp Formule: alle workshops gaan door in residentieel verband (volpension) Inschrijvingsprijs: E320 (inclusief verblijf, maaltijden, workshop) Inschrijven: www.dharts.be Meer info: Lies Jacob - dharts@destelheide.be - 02/ 380 39 15
49
Exclusieve verdeler:
www.abmusic.be ABMUSIC . R. Dansaertlaan 230 . 1702 Groot-Bijgaarden . Belgium Tel: 32 2 410 88 88 . Fax: 32 2 410 99 99 . e-mail: info@abmusic.be
Eén jaar poppunt Magazine voor slechts 10 euro? Wie zich nu abonneert,kan één van de onderstaande welkomstgeschenken kiezen. En voor het geld moet je ’t niet laten: 10 € per jaar, veel kan je ’t niet noemen, toch?
het enige echte Poppunt T-shirt
CD-rom ‘Het popveld in kaart‘ de Demopoll compilatie-CD
een set Elixir- gitaarsnaren
a n t w o o rd b o n
Vul dus snel de antwoordbon in en stuur ze onder gesloten omslag naar Poppunt, Kartuizersstraat 19 b7, 1000 Brussel of fax ze naar+32 2 504 99 09. Of je surft naar www.poppunt.be/abo en regelt je abonnement online!
Ja, ik wil een abonnement op Poppunt Magazine
Naam: Voornaam: Straat:
Nr.:
Postcode:
Gemeente:
Tel:
Fax:
E-mail:
Stort € 10 op 413-9292181-26 met vermelding van ABO of cijfercode 0525 Doe mij maar een: • set Elixir-gitaarsnaren • Poppunt T-shirt
akoestisch
elektrisch
S / M / L / XL M / L / XL / XXL
•
CD-Demopoll
100% Puur
CD ‘Het popveld in kaart’
Busnr.:
Wenst u ook te adverteren in Poppunt Magazine? Neem dan nog vandaag contact met ons op of stuur een e-mail naar nico@c2a-belgium.be of bel naar 0477/ 97 97 67
Poppunt Magazine - aanspreekpunt voor muzikanten en djâ&#x20AC;&#x2122;s
��������������
�������������������
�������������������
���������������������������� �������������������
�������������������������������������
�����������������������������������������������������������������
��������������������������������������������������� �����������������������������������������������������������������
����������������������������� ��������������������������������������� �
��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ������� ������������������������������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ ����������������