17 minute read

Teamdynamiek

Next Article
Ontvangen reacties

Ontvangen reacties

22 teamdynamiek Tekst Mieke Janssens Illustratie Josje van Koppen

Begeleiders bespreken dilemma’s in de onderlinge samenwerking

Pestgedrag onder begeleiders

Begeleiders die collega’s tegen elkaar uitspelen of een collega die een hogere functie krijgt uit jaloezie gaan dwarsbomen. Niets menselijks is ook zorgmedewerkers vreemd, zo blijkt tijdens een training van een team in de verstandelijk gehandicaptenzorg.

Begeleiders uit verschillende organisaties volgen vandaag de cursus over borderline of dominante kenmerken daarvan. Hun namen staan op de deelnemerslijst: Tabita, Mark, Sanne, Esmeralda, Victor, Fenna, Iris, Harold, Peter en Marlous.

“Er wordt al snel geroepen dat iemand borderline heeft,” merkt Fenna op.

“De term heeft zo’n negatieve lading,” vindt Victor.

Het gesprek komt op het gevaar van onterecht labelen en de behoefte om mensen in een hokje te willen plaatsen. Als trainer spreek ik liever over een emotieregulatiestoornis. Toch vervallen we vandaag alweer snel in het woord borderline. Cliënten met deze persoonlijkheidsstoornis hebben hulp nodig bij het ordenen van emoties. Het hoofd zit al gauw vol. Tijdig signaleren voorkomt escalaties.

Begeleiders zijn voor deze cliënten vaak al een bron van spanning: een vriendelijk advies wordt als kritiek ervaren, onduidelijkheid triggert het wantrouwen en alleen al bij de gedachte aan het vertrek van (vooral) de persoonlijke begeleider speelt de verlatingsangst op. Aantrekken en afstoten, iedereen in de groep herkent dit patroon. Net als kwaliteiten als spontaniteit, humor en behulpzaamheid.

Persoonlijkheidsstoornissen komen overigens in alle lagen van de bevolking voor. Tabita vertelt spontaan over haar nieuwe buurvrouw met wie ze binnen een mum van tijd bevriend raakte. Na een jaar organiseerde deze vrouw een verjaardagsfeest voor haar dochter. De hele klas, familie, vrienden, alle buren werden uitgenodigd. Cadeaus, hapjes en drankjes waren er in overvloed.

“Mijn man en ik dachten dat ze steenrijk waren,” zegt Tabita. “Een week later stond de buurvrouw echter huilend voor mijn deur. Ze zat diep in de schulden en vroeg of ze geld mocht lenen. Toen ik zei dat ik dit liever niet deed, smeekte ze me om voor één keer een uitzondering te maken. Vriendelijk hield ik voet bij stuk. Ineens sloeg haar stemming om. Als ik niets voor haar over had, kon ik de vriendschap wel vergeten. Ze liep weg, riep dat ik een stomme trut en niet te vertrouwen was. Ze negeert me nu. Ik heb er zo’n last van.”

“Denk je dat ze borderline heeft?” vraagt Victor.

“Ze heeft er in ieder geval wel kenmerken van,” antwoordt Tabita. “Stemmingswisselingen, zwart-wit denken, impulsiviteit, idealiseren, afstoten, manipuleren, intimideren, woede-uitbarstingen en ze speelt de andere buren tegen mij uit.”

Een andere cursist, Sanne, slaakt een diepe zucht en stoot haar collega Esmeralda aan. “Er valt een kwartje bij me.” Esmeralda knikt. “Bij mij ook,” zegt ze.

Sanne gooit haar pen erbij neer, wordt rood in haar gezicht en kijkt mij ongelovig aan. “Tjee zeg… dat ik hier niet eerder op gekomen ben.” Ze draait zich weer naar Esmeralda. “We mogen onze collega Daniëlle geen etiket opplakken, maar als iemand borderline heeft, is zij het wel.”

“Jullie maken mij nieuwsgierig,” zegt Mark.

Sanne vertelt verder. “Daniëlle heeft het sinds een jaar op mij gemunt. Toen ik twee jaar geleden in ons team kwam werken, vond ik haar direct een leuke collega: spontaan, een warme persoon-

Samenwerken in teams

Trainer en coach Mieke Janssens beschreef eerder in Klik de verschillende persoonlijkheidstypen uit het enneagrammenmodel in een team en de dynamiek onderling bij het zelforganiserend werken. Vervolgens beschreef ze hoe begeleiders in een intervisiebijeenkomst dilemma’s in hun werk bespreken. In deze nieuwe serie gaat ze in op pestgedrag in teams. Lees de eerdere artikelen over samenwerken in teams van Mieke Janssens op www.klik.org, zoek op ‘teamdynamiek’

teamdynamiek

23

lijkheid. Het contact werd al snel vriendschappelijk. We zochten elkaar ook buiten het werk om op.”

Esmeralda onderbreekt haar. “Daar hadden sommige collega’s het moeilijk mee. Je kan echt vreselijk met Daniëlle lachen. Ze is behulpzaam en creatief, maakt de mooiste cadeautjes voor je, maar… ze is niet te vertrouwen. Het is beter om wat afstand te bewaren. Ze kan niet met feedback omgaan. Als je niet voor haar bent, ben je tegen haar. Je loopt altijd op eieren bij haar. Het was te verwachten dat het mis zou gaan tussen die twee, maar we durfden er niets van te zeggen. Als we Sanne zouden waarschuwen kregen we het zelf aan de stok met Daniëlle.”

“Dat zo iemand in de zorg werkt,” zegt Mark.

“Voor de bewoners is ze zorgzaam. Al trekt ze sommige bewoners wel erg naar zich toe. Hoe dan ook, ze weet sfeer te maken in de groep,” antwoordt Esmeralda.

“Doet jullie manager hier niets aan?” vraagt Tabita.

“Hij voert regelmatig gesprekken met iedereen.”, zegt Sanne. Zijn motto is: iedereen zijn eigen waarheid. In vergaderingen heeft hij heus weleens last van het dominante en emotionele gedrag van Daniëlle. Ik denk dat hij de confrontatie

24 teamdynamiek

niet durft aan te gaan. Ze is verbaal zo sterk. Hij verzucht regelmatig dat de samenwerkingsproblemen in de muren zitten. Pff , ik weet wel beter. Daniëlle veroorzaakt de problemen. Nu ben ik het slachtoff er.”

Ze is steeds sneller gaan praten. “Vorig jaar speelde in het team een meningsverschil. Daniëlle en een aantal collega’s maakten zich sterk voor hun mening. Ik dacht er hetzelfde over als de andere collega’s. Om Daniëlle niet onverwacht teleur te stellen dacht ik er goed aan te doen om haar vlak voor aanvang van de teamvergadering te vertellen dat ik bij besluitvorming achter de andere partij zou staan. Ze stond bij het koffi eapparaat, verstarde, draaide zich om en zei kil: ‘Ben jij zo gefrustreerd of lijkt dit zo?’ Ik was met stomheid geslagen.

Wat ik toen direct voorvoelde, kwam naderhand uit. De vriendschap eindigde abrupt. Ze negeerde me en ruilde haar diensten om zo min mogelijk met mij samen te werken. Zij en een aantal collega’s sloten me buiten. Toen de maatregelen het weer toelieten werd ik niet meer meegevraagd naar de sauna. Het roddelen kwam op gang. Als ze met collega’s in het kantoor zat, viel het stil als ik binnenkwam. Het voelde zo onveilig. Wat werd er over mij verteld zonder dat ik dit wist? Het lastige was dat ik netjes wilde blijven en mij niet wilde verlagen tot hetzelfde gedrag. Daardoor liep ik wel met tien-nul achter, want ik nam niemand in vertrouwen.

Op een dag vroeg een collega aan mij hoe het met mijn dochter ging. Het leek haar zo moeilijk om moeder te zijn van een kind met anorexia. Anorexia, mijn dochter? Ik wist niet wat ik hoorde. Juul is altijd al een mager kind geweest, maar van anorexia is geen sprake. Toen ik de collega vroeg hoe ze aan deze onzin kwam, vertelde ze me dat Daniëlle haar in vertrouwen had genomen, omdat zij zich zorgen maakte over Juul. Ik voelde me laaiend worden. Daniëlle had mij op mijn gevoelige plek geraakt. Als je aan mijn kinderen komt, kom je aan mij.”

“Dit is pestgedrag,” vindt Victor. “Wij hadden een andere situatie in ons team. Deze collega’s waren niet bevriend en er was ook geen borderline in het spel. Eerder jaloezie, omdat de ene collega als senior begeleider werd aangenomen terwijl de andere deze functie graag wilde. Zij deed er daarna alles aan om het disfunctioneren van de senior aan te tonen. Ze ging zo subtiel te werk dat het hele team aan de senior begon te twijfelen.

Onze manager besloot om die twee uit elkaar te halen. De senior begeleider bleef op voorwaarde dat binnen een jaar moest blijken dat ze haar werk aankon en de andere collega werd overgeplaatst. Achteraf bleek dat de senior prima functioneerde. Wij hebben haar veel onrecht aangedaan.”

Harold heeft ook een voorbeeld. “Onze roosteraar lag niet goed in het team, omdat zij zich star aan de gemaakte afspraken hield. Als je op het laatste moment nog iets in het rooster wilde wijzigen, reageerde ze kattig en resoluut. Geen greintje fl exibiliteit. In de wandelgangen noemden we haar ‘de autist’. Dus over la-

‘Wat werd er over mij verteld zonder dat ik dit wist?’

belen gesproken… Wij haalden fl auwe grappen uit, verstopten het kladrooster waar ze mee bezig was of spraken af om allemaal tegelijk een roosterwijziging in te dienen. Gewoon een beetje op de kast jagen. Ik zag de humor er wel van in. Nu schaam ik me ervoor. Roosteren is een vak apart en zij kon dit goed. Toen ze doorkreeg dat ze gepest werd, heeft ze ontslag genomen.”

“Bij ons werden er fl auwe grappen over een collega op Facebook gepost,” zegt Peter. “Het stopte toen wij allemaal bij de manager op het matje moesten komen en er ons bewust van werden hoe schadelijk dit voor de collega was. Toen was het kwaad al geschied. Hij vertrok. De bewoners hadden daar veel moeite mee.”

Geschokt hoor ik de cursisten aan. “Pesten op de werkvloer... in de verstandelijk gehandicaptenzorg… hoe bestaat het!” zeg ik verontwaardigd.

“Het bestaat,” zegt Sanne.

“Hoe houd jij dat pestgedrag van die Daniëlle eigenlijk vol?” vraagt Iris aan haar.

“Niet,” antwoordt Sanne. Voorzichtig kijkt ze Esmeralda aan. “Gisteren ben ik ergens anders aangenomen.”

Esmeralda zucht hoorbaar. “Zo gaat het nu altijd, de goede collega’s vertrekken het eerst.” |

Door Mieke Janssens, trainer/online-coach, www.concretecoaching.eu. In Klik 3 komt Mieke met adviezen om met pesten op het werk om te gaan.

Reportage over een vakantie voor kinderen met een beperking

Tekst Mariët Ebbinge Fotografi e Stichting Wigwam 25

Bevangen door het Wigwamvirus

Neem je één keer deel aan een Wigwamvakantie, dan wil je vaker gaan. Dat geldt voor ouders én voor hun kinderen met en zonder een beperking. Maar ook voor de vrijwilligers die ervoor zorgen dat alles tijdens de vakantie op rolletjes loopt.

ZZe gaan al jaren op Wigwamvakantie: de familie Janssen voor de dertiende keer en de familie Aerts voor de elfde keer. Het is volgens hen een unieke formule om ouders met kinderen met een ernstige beperking te ontzorgen. Tijdens een Wigwamvakantie worden alle kinderen, met en zonder een beperking, door vrijwilligers begeleid. Ze volgen een programma, waardoor hun ouders overdag hun eigen gang kunnen gaan. Dat is heel welkom, omdat ouders van een kind met een ernstige beperking daar in hun normale leven vrijwel niet aan toe komen.

Tijdens een van de vakanties zaten de kinderen in een zijspan van een motor

10 en 17 uur Maud even loslaten. Het is fi jn om te weten dat ze in goede handen is. Mijn man en ik kunnen dan met een gerust hart samen leuke dingen doen.” Linda en haar man merken elke keer na een vakantie dat Maud zich verder heeft

ontwikkeld. “We zien bijvoorbeeld dat ze actiever is geworden.”

Jeanne Aerts, moeder van de gehandicapte Jessy (26) en brus Mieke (29) die inmiddels haar eigen leven leidt, beaamt wat Linda zegt. “We hebben ook vakanties in bungalows doorgebracht in binnen- en buitenland. Daar was geen programma voor Jessy. Wij splitsten ons dan op: mijn man deed bijvoorbeeld iets met Mieke en ik met Jessy. Dat wij tijdens een Wigwamvakantie overdag de handen vrij hebben om leuke dingen te doen, is voor ons heel belangrijk.”

Ouders hebben overdag de handen vrij om leuke dingen te doen

Linda Janssen is de moeder van Maud (16) en haar tweelingbroer Luc, die voor het eerst vrijwilliger is tijdens deze Wigwamvakantie in het Zuid-Hollandse Nieuwveen. Maud is een meisje dat in een rolstoel zit en niet kan praten. Linda: “Als ouder van een ernstig beperkt kind ben je twee levens aan het leiden. Eén van jezelf en één van je kind. Hier kan ik tussen Steun

De ouders hebben ook steun aan elkaar. Ze bespreken waar ze bijvoorbeeld tegenaan lopen of geven elkaar tips over hulpmiddelen. Linda: “Tij-

26

Een onbezorgde vakantie voor kinderen met een beperking en hun familie

Elke vakantiedag is er een programma met verschillende activiteiten en vaste pauzes

dens een vorige Wigwamvakantie zagen we een ouder en een kind op een bepaalde tandem. We vroegen waar die vandaan kwam en nu hebben wij ook zo’n tandem.”

En soms ontstaan er vriendschappen. Jeanne: “Onze dochter Mieke raakte bevriend met een andere brus. Zij gingen zelfs buiten de Wigwamvakanties nog met elkaar om. En laatst hebben mijn man en ik heerlijk bijgekletst bij een etentje met mensen die we ook op zo’n vakantie hebben ontmoet.”

Stichting Wigwam organiseert al jaren op verschillende locaties in het land vakanties voor kinderen met een (ernstige) beperking, hun broertjes en zusjes (brusjes) en hun ouders. De Wigwamvakanties worden, sinds de start in 1997, georganiseerd vanuit het landelijk kantoor in Valkenburg aan de Geul. De gezinsvakanties worden gehouden gedurende de zomermaanden, maar ook in de herfst-, winter- en de voorjaarsvakantie.

Bij de Wigwamvakantie in Nieuwveen (in de buurt van de Nieuwkoopse plassen) waar we te gast zijn om het Wigwamgevoel te ervaren, komen vooral gezinnen die van het campinggevoel houden. Ze verblijven in eenvoudige houten huisjes die rondom een centraal grasveld staan waar ook een kampvuur kan worden aangestoken. Wigwam organiseert ook vakanties in luxe bungalows, daar kiezen weer andere mensen voor.

Kimberly van Herk is samen met twee anderen projectleider gedurende deze twee weken. Dat betekent dat ze eindverantwoordelijk zijn voor het goede verloop van de vakantie. Ze ondersteunen de zestien vrijwilligers, van wie de meesten als maatje zijn verbonden aan een kind met een ernstige beperking. En ze staan ouders met raad en daad bij. Kimberly had haar eerste Wigwamvakantie in Nieuwveen. “Ik zou een week gaan, maar het werden er drieënhalf. Ik werd gegrepen door de sfeer.” Inmiddels gaat Kimberly al tien opeenvolgende jaren naar een van de Wigwamlocaties in het land. Eerst als maatje, later als projectleider. “Toen ik nog studeerde, kon ik het makkelijker combineren. Ik had lange vakanties. Nu ik werk, gaan bijna al mijn vrije dagen in de zomervakantie op aan de Wigwamvakanties.”

Aan deze vakantie in Nieuwveen doen 17 kinderen met en zonder een beperking mee. Ze zijn verdeeld over twee groepen van een verschillend niveau. Voor beide groepen begint de dag vrijwel altijd met een toneelstuk, gespeeld door de maatjes. Daarna is er elke dag voor iedere groep een programma, met vaste pauzes ertussen.

De kinderen hebben bijvoorbeeld in een zijspan van een motor gezeten. Ook gingen ze bij de brandweer langs, waar ze met de slang mochten spuiten. Op de dag van ons bezoek is er ’s ochtends gymnastiek voor iedereen, en tussen de middag een picknick.

Duizendpoot

Kimberly is een zorgende duizendpoot. Ze studeerde verpleegkunde en zocht daarna verdieping in de opleiding maatschappelijk werk. Ze werkt in de psychiatrie, doet ook enkele uren maatschappelijk werk en is af en toe fl exwerker in de gehandicaptenzorg. “In de psychiatrie en de gehandicaptenzorg heb ik te maken met veel protocollen. Bij Wigwam kan er veel meer, al wordt hier uiteraard ook gewerkt volgens protocollen waarbij de veiligheid voor iedereen vooropstaat.”

Als verpleegkundige weet Kimberly hoe ze medische handelingen moet verrichten, een prettige bijkomstigheid als je projectleider bent. Ze kan bijvoorbeeld sondevoeding geven, bloedsuiker prikken, katheteriseren en darm- en blaasspoelen. Handelingen die regelmatig moeten worden uitgevoerd op een Wigwamvakantie.

Kimberly heeft bij verschillende gezinnen gewerkt met een kind met een ernstige beperking. De meeste van deze gezinnen leerde ze via een Wigwamvakantie kennen. Zo werkt ze ook nog steeds als PGB-kracht bij de

activiteitenvakantie

27

Ook vo de meeste vrijwilligers geldt: heb je één vakantie meegemaakt, dan wil je er meer

familie Aerts die ze kent van een Wigwamvakantie in Heel (Limburg). “Ik ga een weekend per maand naar Jessy of ze komt bij mij.”

Kimberly wordt tijdens het gesprek regelmatig door andere vrijwilligers om raad gevraagd. Tegelijkertijd geeft ze Maud, de dochter van Linda en Iwan Janssen, sondevoeding. Het meisje kan door de intonatie van haar stem aangeven wat ze zeggen wil. Als Kimberly vertelt dat Maud van dansen houdt, begint ze enthousiast in haar stoel te bewegen, waarbij ze in verschillende toonaarden kreetjes slaakt.

Offi cier van justitie

Bij de Wigwamvakanties zijn mensen met verschillende achtergronden vrijwilliger. Allen hebben een verklaring van goed gedrag, een VOG. Ervaring is niet nodig, het meeste wordt geleerd tijdens een vakantie. Met een open houding, enthousiasme en motivatie ben je bij Stichting Wigwam op de juiste plek.

Ook voor de meeste vrijwilligers geldt: heb je één vakantie meegemaakt, dan wil je er meer. Dat is zeker van toepassing op Simone Ploeg die in haar dagelijkse leven offi cier van justitie is. Voor haar is het de zesde keer dat ze een Wigwamvakantie meemaakt en de tweede keer dat ze maatje is van Jonathan. “Ik heb geen zorgachtergrond en heb alles geleerd tijdens deze vakanties. Eerst onder begeleiding, maar nu kan ik veel zelf: iemand verschonen of in de tillift helpen bijvoorbeeld.”

Simone vertelt hoe fi jn het was om Jonathan na twee jaar weer te zien. ““Hij kwam meteen op me af en wilde me knuff elen. Terwijl hij een heel verlegen jongetje is.”

Voor Simone begint elke Wigwamdag met een bezoekje aan het gezin van Jonathan. Hij heeft nog een jonger broertje van 3 en een zusje van 9, die aan het programma voor de brusjes meedoen. Simone neemt Jonathan mee en aan het eind van de middag brengt ze hem weer terug. Dan spreken ouders en maatje met elkaar de dag door. “Als het nodig is, kan ik Jonathans ouders dan vragen hoe zij iets oplossen. Vorige keer had Jonathan bijvoorbeeld moeite met drinken. Van zijn ouders kreeg ik de tip om er een race van te maken. Wie heeft er het eerste zijn drinken op?”

Voor Jonathan is het dagprogramma soms een beetje te veel. Hij moet zich dan even terugtrekken. Simone: “Hij mag dan een kwartiertje iets voor zichzelf doen. Daarvoor zet ik de timer. Hij vindt het prettig om te weten wanneer de 15 minuten om zijn.”

Jonathan is nu ook moe. Hij ligt op een matras in de loungehoek, Simone en een andere begeleider zitten ernaast. Samen spelen ze met een kluwen snoeren met lichtjes. Als Kimberly het licht in de ruimte dimt, gaan de drie in hun spel op. Er gaat een weldadige rust vanuit.

Aan het eind van de dag, als Jonathan weer in het vakantiechalet bij zijn ouders is, komen de begeleiders samen. “Dan spreken we de dag door en leggen elkaar moeilijke momenten voor. Alle maatjes begrijpen me als ik na tien keer hetzelfde spelletje spelen met Jonathan even aan mijn taks zit.”

Kimberly, Simone en de andere vrijwilligers zijn soms best wel moe. Zo’n vakantie in goede banen leiden is een intensieve klus. Kimberly: “Maar mentaal worden we hier juist weer opgeladen. We hebben het altijd heel leuk met elkaar. We zijn allemaal bevangen door het Wigwamvirus!”

Wat is nu precies dat Wigwamvirus? In Nieuwveen is dit duidelijk te voelen: iedereen heeft er intens veel plezier. Simone maakt het concreter: “Alle kinderen hebben hier een geweldige tijd. Ook de kinderen zonder een beperking, die hier meer aandacht krijgen dan ze thuis gewend zijn. Bovendien komen hun ouders tot rust. Ze genieten van hun vakantie. Er ontstaat daardoor een band die heel bijzonder is. Niet alleen met het kind dat je begeleidt, maar met iedereen. Je wilt dat nog een keer meemaken.” |

This article is from: