Medische Innovatie & Technologie (MIT) 2017-2

Page 1

www.mit-online.nl

Medisch-specialistische zorg

Perioperatieve besluitvorming

Ziekenhuizen mogen in 2018 meer uitgeven

pagina

jaargang 3

10-11

ROTTERDAM – Zorgverleners weten het maar al te goed: de diagnose borstkanker betekent veel

meer dan een operatie, bestralen en chemokuren. De patiënt belandt in een langdurig en uitputtend t­ raject dat het leven een tijdlang sterk kan beheersen en op

allerlei manieren voor ongemak zorgt. Dat moet patiëntvriendelijker kunnen, is de overtuiging van chirurg Taco Klem en arts-onderzoe-

Echosystemen

pagina 12

pagina 13

Behandeling borstkanker wordt ­patiëntvriendelijker VAN DE REDACTIE

nummer 2

Gedragsstijlen

“Communiceer in de comfortzone van je patiënt”

“Niet alles wat kan, hoeft”

pagina 3

ker Gerson Struik, beide werkzaam in ziekenhuis Franciscus Gasthuis & Vlietland. Samen met het Erasmus MC onderzoeken zij een innovatieve vorm van inwendige bestraling met radioactieve ‘zaadjes’ in de borst, die het radiotherapietraject terugbrengt van vier weken naar slechts één uur. In deze MIT vertellen zij over hun innovatie, die in Nederland nog nieuw is op het gebied van borstkankerbehandeling en waar jaarlijks duizenden vrouwen profijt van kunnen hebben. “Gezien de gunstige uitkomsten in de VS en Canada is er reden genoeg om er ook hier mee te starten,” aldus Gerson Struik. Maar dan wel met een belangrijke verbetering, benadrukt Taco Klem: “Vanaf de start van ons onderzoek in juli gaan wij ons richten op het beschermen van de huid.” Bij uitwendig bestralen is vaak sprake van roodheid, verharding en vaatnieuwvorming.

juni 2017

Deventer Ziekenhuis kiest voor GE Healthcare

Het aanbrengen van een laagje hyaluronzuur onder de huid tijdens het inbrengen van de zaadjes, zou de straling die de huid aantast kunnen halveren en daardoor beschermend werken. Mede door publiciteit van onder meer Pink Ribbon en de borstkankermaand is deze vorm van kanker de meest bekende soort, waardoor er veel onderzoeksgeld voor beschikbaar komt. Hoewel dit helaas ten koste gaat van de budgetten voor meer zeldzame kankersoorten, betekent dit ook dat de innovatie in de behandeling van borstkanker razendsnel verloopt. De behandeling vindt inmiddels multidisciplinair plaats en evolueert nog steeds. Klem en Struik zijn er stellig van overtuigd dat de ontwikkelingen in de behandeling van borstkanker nog veel verder zullen gaan. Meer borstsparend, minder mutilerend, en uiteindelijk nauwelijks of geen littekens meer op de borst. Klem: “Over tien jaar is borstkanker­ therapie niet langer een volledig chirurgische behandeling met het mes.”  ●

Lees verder op pagina 6

Gerson Struik: “We willen bestralen minder belastend maken voor de patiënt.” PRAKTIJKGERICHTE NASCHOLING OVER INTERDISCIPLINAIRE VASCULAIRE GENEESKUNDE

Subsidie voor ‘zelfherstellend lichaam’ UTRECHT – Topwetenschappers die intelligente biomaterialen gaan ontwikkelen voor het activeren van het zelfherstellendvermogen van het lichaam, krijgen hiervoor een subsidie van 18,8 miljoen euro. Dat heeft minister van OCW Jet Bussemaker begin mei bekendgemaakt. Aan het onderzoeksprogramma, genaamd Materials-Driven Regeneration (MDR), doen onderzoekers mee van de Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Maastricht en verschillende instanties uit Utrecht, waaronder het UMC Utrecht. Door de vergrijzing neemt het aantal mensen met chronische ziektes sterk toe, wat naast veel menselijk leed ook leidt tot stijgende zorgkosten. Regeneratieve geneeskunde heeft volgens de wetenschappers, die bestaan uit celbiologen, weefseltechnologen en materiaalwetenschappers, de belofte in zich om chronische aandoeningen echt te verhelpen. De groep wetenschappers wil binnen

tien jaar materialen ontwikkelen die herstel in het lichaam in gang zetten en daarna langzaam oplossen, en zo dus weer uit het lichaam verdwijnen. Het onderzoeksprogramma richt zich onder meer op het herstel van complexe organen en hun werking. Zo wordt het herstel van het hart na een hartinfarct en het creëren van werkende onderdelen voor de nier voor patiënten met nierfalen onderzocht. Ook willen de wetenschappers doorgronden hoe zich in het lichaam nieuw weefsel vormt in geïmplanteerde mallen die langzaam oplossen. Ze gaan dit onder meer onderzoeken bij de groei van nieuwe hartkleppen, nieuw bot en kraakbeen en tussenwervelschijven. Het onderzoeksprogramma wordt geleid door wetenschappers die het UMC Utrecht als ‘uitmuntend’ betitelt. Alle zes hebben zij grote ervaring in het leiden van baanbrekende onderzoeksprojecten. Hoogleraar aan de TU Eindhoven

Carlijn Bouten (vakgebied cardiovasculaire regeneratie) is coördinator van het programma en werkt samen met Bert Meijer (materiaalwetenschap, TU Eindhoven), Hans Clevers (celbiologie, Hubrecht Instituut), Clemens van Blitterswijk (tissue engineering, Universiteit Maastricht), Marianne Verhaar (nefrologie en vasculaire biologie, UMC Utrecht) en Pamela Habibovic (biomaterialen, Universiteit M ­ aastricht). Volgens programmacoördinator Bouten is de potentiële impact van het MDR-programma enorm groot. “We gaan langdurig en op hoog niveau fundamenteel onderzoek verrichten naar biomaterialen waarmee we in de toekomst chronische ziektes kunnen aanpakken die nu nog niet genezen kunnen worden. We verwachten dat ons werk dan veel mensen een langdurig ziekteproces zal besparen. En het bespaart de maatschappij de kosten die anders nodig waren geweest voor de langdurige zorg.” (bron: UMC Utrecht)  ●

De nieuwe standaard in Nederlandstalige nascholing over vasculaire geneeskunde

Jaargang 1 - nummer 1 - februari 2016

Praktijkgericht Onafhankelijk Geaccrediteerd

Thema: Schade door hypertensie

Hartfalen met behouden pompfunctie (HFpEF) Chronische nierschade op basis van nefrosclerose Behandeling van hypertensie tijdens en na de zwangerschap Cognitief falen bij hypertensie Diepveneuze trombose bij SLE-patiënten met het antifosfolipidensyndroom

www.focusvasculair.nl

Geaccrediteerd voor 16 punten

WWW.FOCUSVASCULAIR.NL SCHRIJF NU IN EN ONTVANG FOCUSVASCULAIR EEN JAAR LANG VOOR SLECHTS € 199,- I.P.V. € 299,AIOS BETALEN HET EERSTE JAAR € 65,- I.P.V. € 99,-

12849-05 FocusVasculair advertentie 2017 (90x132 mm).indd 1

MIT_nr02_2017_v7.indd 1

PRAKTIJKGERICHTE NASCHOLING OVER INTERDISCIPLINAIRE VASCULAIRE GENEESKUNDE

24-05-17 09:58

30-05-17 09:50


Eagle II

Eagle II MRI

Full-featured Portable Critical Care Ventilator

Full-featured MRI Ventillator

TM

Invasive and noninvasive ventilation with pressure support Volume and pressure-targeted breaths for all patients 5 kg and above Battery run-time of 10 hours; recharges in less than 2 hours

Integrated Sp02 and pulse rate monitoring using Masimo® SET® technology

Unique Smart HelpTM display

Under 10 lbs (4.5 kg)

TM

Designed for use in an MRI suite

Successfully tested in 3.0-Tesla environments

Optional MRI-safe stand with locking wheels

Under 10 lbs. (4.5 kg)

The Eagle II MRI has all of the features found on the Eagle II.

For more information, please call + 31 481 366 410 or visit www.zoll.com. © 2017 ZOLL Medical Corporation, Chelmsford, MA, USA. Eagle II and ZOLL are trademarks and/or registered trademarks of ZOLL Medical Corporation in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Masimo and SET are registered trademarks of Masimo Corporation.

MIT_nr02_2017_v7.indd 2

MCN HP 1502 0116

30-05-17 09:50


Binnenlands nieuws 3

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

Meer geld voor medisch- RVS: te vaak medicatie bij­ specialistische zorg ­maatschappelijk probleem

HOUTEN – Ziekenhuizen mogen volgend jaar bijna 22 miljard euro uitgeven aan medisch-specialistische zorg. Dat is vastgelegd in een nieuw zorgakkoord, dat vrijdag 21 april werd ondertekend door het ministerie van VWS, medisch specialisten, ziekenhuizen, vertegenwoordigers van zorgverzekeraars en patiënten, meldt Medisch Contact. Het gaat om een maximale stijging van de zorguitgaven in 2018 van 1,6%. De afgelopen jaren mochten de zorgkosten voor medisch specialisten jaarlijks slechts met 1% stijgen. Door de vergrijzing en steeds duurdere behandelingen is het echter moeilijk om binnen het afgesproken budget te blijven, en daarom krijgen specialisten wat meer ruimte. In het zorgakkoord is onder meer afgesproken om vaker een beroep te doen op huisartsen, wijkverpleegkundigen en bijvoorbeeld zorghotels, zodat kosten op dure ziekenhuiszorg kunnen worden

bespaard. Ook zijn afspraken gemaakt over meer transparantie, vermindering van administratieve lasten en het tegengaan van wachtlijsten. Het nieuwe zorgakkoord, dat door staatssecretaris van VWS ­Martin van Rijn (PvdA) werd gesloten in verband met de afwezigheid van kabinetsformateur minister Edith Schippers (VVD), was noodzakelijk omdat het huidige dit jaar afloopt. Het vorige akkoord, dat geldt als een succes omdat de zorgkosten onder die regels beperkt bleven, was meerdere jaren geldig. De huidige afspraken gelden in verband met de komst van een nieuw kabinet echter maar voor één jaar. Het akkoord moet nog worden voorgelegd aan de achterban van de betrokken partijen. Van Rijn denkt de Tweede Kamer eind mei te kunnen informeren over de definitieve uitkomsten. (bron: Medisch Contact)  ●

Vertrouwen in specialisten en ­ziekenhuizen hoog UTRECHT – Het publiek vertrouwen in medisch specialisten en ziekenhuizen was in 2016 opnieuw hoog. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Barometer Vertrouwen van het NIVEL die in april werden bekendgemaakt. Het vertrouwen in medisch specialisten was vorig jaar 86%. In 2014 (in oneven jaren is er geen meting) was dat nog een procentpunt lager. Hoewel het vertrouwen in ziekenhuizen iets lager is, doen ook zij het over het algemeen goed. Ziekenhuizen kwamen afgelopen jaar uit op een ‘vertrouwenspercentage’ van 72%, waar dat twee jaar eerder nog 70% was. Het NIVEL

vat het vertrouwen in specialisten en ziekenhuizen over de laatste jaren samen als ‘stabiel en hoog’. De Barometer Vertrouwen in de gezondheidszorg geeft weer hoeveel vertrouwen respondenten hebben in een beroepsgroep of instelling. Respondenten kunnen bij de vragen over vertrouwen aangeven ‘heel veel’, ‘veel’, ‘weinig’ of ‘heel weinig’ vertrouwen te hebben. De gegevens zijn verzameld

DEN HAAG – Verschijnselen die te maken hebben met een bepaalde levensfase worden te snel geduid als een medisch probleem. Pillen moeten echter niet de eerste oplossing zijn voor maatschappelijke problemen, stelt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in het recent verschenen rapport ‘Recept voor maatschappelijk probleem – Medicalisering van levens­fasen’. In het rapport vraagt de RVS zich af of levensfaseproblemen, zoals druk gedrag bij kinderen, onzekerheid onder jongvolwassenen en afnemende vruchtbaarheid, wel

thuishoren op het bordje van een zorgprofessional. De raad is geen voorstander van deze medicalisering en pleit ervoor maatschappelijke problemen niet altijd door de medische bril te bekijken. In het rapport worden concrete aanbevelingen gedaan om de aantrekkelijkheid van het medisch loket bij dit soort problemen te verminderen. Zo adviseert de raad (financiële) prikkels die het uitvoeren van medische handelingen belonen weg te nemen, het gesprek tussen professionals en patiënten over de wenselijkheid van de medische benadering te stimuleren

en defensief gedrag te voorkomen door bestaande kwaliteitssystemen en beoordelingen. Bestuursvoorzitter Ernst K ­ uipers van het Erasmus MC sprak in een deze week verschenen interview met tijdschrift Zorgvisie nog zijn onvrede uit over stijgende medicijnkosten. De potentiële groeiruimte voor de zorg die door het gunstige economische klimaat is ontstaan, wordt compleet tenietgedaan door de medicatiekosten, stelt hij. K ­ uipers pleit voor samenwerking en eigen initiatieven om de medicatiekosten zo veel mogelijk te ­beteugelen. (bronnen: RVS, Zorgvisie)  ●

3D-beelden helpen cardioloog ­pacemaker te plaatsen UTRECHT – Cardiologen kunnen voortaan makkelijker een pacemaker plaatsen bij patiënten met hartfalen, dankzij een nieuwe techniek waarbij driedimensionaal beeld wordt gebruikt. Van de nieuwe werkwijze, onlangs voor het eerst toegepast bij patiënten in het UMC Utrecht, wordt verwacht dat die zal zorgen voor minder sterfte, verbetering van levenskwaliteit en kostenbesparing. De nieuwe techniek wordt toegepast bij het plaatsen van een speciaal type pacemaker, dat er met drie stimulatiedraden voor zorgt dat de pompkracht van het hart verbetert. Bij deze behandeling, die cardiale resynchronisatietherapie (CRT) wordt genoemd, wordt iedere hartslag ondersteund door twee gelijktijdige prikkels in de linkeren rechterhartkamer. Hierdoor trekken de kamers tegelijkertijd samen en stroomt er meer bloed naar de weefsels, waardoor deze beter functioneren. Eind april zijn de eerste vijf patiënten in het Utrechtse ziekenhuis succesvol behandeld volgens

de nieuwe methode. De cardioloog kreeg hierbij hulp van een gedetailleerd real-time 3D-kleurenbeeld van de hartvaten. Tegelijkertijd ontving hij essentiële informatie vanuit een MRI-scan. Op deze manier kon de stimulatiedraad veilig op een deel van de linkerhartkamer worden geplaatst. De plaatsing van de stimulatiedraden van de pacemaker staat bekend als een complexe klus voor cardiologen vanwege de anatomie van de bloedvaten van het hart, de nabijgelegen nervus phrenicus en de aanwezigheid van bindweefsel na een hartinfarct. In 30 tot 45% van de gevallen wordt de draad niet goed geplaatst, waardoor de behandeling minder of geen effect heeft. De nieuwe methode moet ervoor zorgen dat de stimulatiedraden nauwkeuriger geplaatst kunnen worden zodat de pacemaker bij meer patiënten in één keer goed werkt. Volgens cardioloog dr. Mathias Meine, die in 2016 in het UMC Utrecht al startte met een studie naar optimale beeldgestuur-

de plaatsing van CRT’s, kent deze nieuwe techniek grote voordelen voor zowel patiënten als artsen. “De procedure is korter en eenvoudiger, de röntgenstralingsbelasting neemt af, en het resultaat is beter. Hierdoor verbeteren de klinische

De procedure is korter, eenvoudiger en de röntgenstralings­ belasting neemt af

vooruitzichten en de kwaliteit van leven, én worden aanzienlijke kosten bespaard.” Volgens de Hartstichting krijgen in Nederland elk jaar meer dan 25.000 mensen de diagnose hartfalen. Er zijn bijna 142.000 mensen met hartfalen in Nederland, waarvan 85 procent ouder is dan 65 jaar. Ongeveer 35 procent van de patiënten komt in aanmerking voor CRT. (bron: UMC Utrecht)  ●

Het vertrouwen in medisch specialisten was vorig jaar 86% binnen het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL. Dit panel bestaat sinds 1992 en is opgezet om onder de algemene bevolking in Nederland meningen en kennis over de gezondheidszorg en de verwachtingen en ervaringen te meten. Het panel bestaat momenteel uit ongeveer 12.000 personen van 18 jaar en ouder. (bron: A.E.M. Brabers, M. Reitsmavan Rooijen en J.D. de Jong: Barometer Vertrouwen in de gezondheidszorg. NIVEL: Utrecht, 24-04-2017)  ●

MIT_nr02_2017_v7.indd 3

30-05-17 09:50


4 Binnenlands nieuws

Actiecomité vraagt i­ nformateur Schippers om ‘herstelwet’ DEN HAAG – Actiecomité Het Roer Moet Om (HRMO) wil dat er een ‘herstelwet’ van het huidige zorgstelsel komt, in het belang van de gehele gezondheidszorg. Dat schrijft het actiecomité in een brief aan informateur Edith Schippers. HRMO vindt dat er regelgeving geschrapt kan worden, andere priori-

Veel van de regel­geving betreft overbodige kwaliteitsindicatoren teiten moeten worden gesteld, verschuiving in budgetten nodig is en dat het huidige stelsel moet worden aangepast. Daarbij gaat het om de zorgwetten ZVW, WMO en WLZ. De groep zorgverleners vindt dat op korte termijn de lastendruk en regelgeving met meer dan 50 procent verminderd moet

worden. Huisartsen Bart Meijman, Peter de Groof en Toosje Valkenburg vragen Schippers in de brief namens HRMO om bij de komende formatie deze stellingname vast te laten leggen in het regeerakkoord. Het comité ziet daarin een rol voor zichzelf. “Wij leveren als Actiecomité HRMO graag een bijdrage aan ‘hoe & wat’ er geschrapt kan worden. Veel van de regelgeving betreft overbodige kwaliteitsindicatoren waarvoor zorgprofessionals zelf verantwoordelijk zijn. Wij zullen daartoe, naast bestaande contacten, speciaal een bijdrage vragen aan de professionals in de verschillende beroepsgroepen.” Actiecomité Het Roer Moet Om is een initiatief van huisartsen. Kernpunten van de beweging zijn gelijkwaardigheid tussen zorgverlener en verzekeraar, samenhang door samenwerking, meer vertrouwen in de huisarts als professional en minder bureaucratie. (bron: Actiecomité HRMO)  ●

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

ETZ bouwt drie nieuwe ­hartcatheterisatiekamers TILBURG – Op de locatie Twee­ Steden van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg worden drie nieuwe catheterisatiekamers voor hartpatiënten gerealiseerd. De bouw start begin april en de ultramoderne, hightech kamers worden medio oktober in gebruik genomen. Belangrijkste winst voor patiënten is dat de stralingsbelasting wordt gehalveerd. “Vijftig procent minder röntgenstraling is heel fors,” zegt hoofd cardiologie Eugène van Manen. “Gelijktijdig blijft de kwaliteit van de onderzoeksbeelden minimaal gelijkwaardig.” Het ETZ is het tweede hartcentrum in Nederland dat bij de inrichting van de hartcatheterisatiekamers (HCK’s) gebruik maakt van Azurion, het nieuwe beeldvormende systeem Philips. “Door met dit comvan ­ pleet nieuwe platform te werken hoeft de cardioloog de steriele ruimte niet te verlaten om röntgenbeelden te vergelijken. De specialist kan zelf op een soort grote tablet door al het beeldmateriaal navigeren. Daarbij wordt voor de

ZIEN EN KWANTIFICEREN IN ÉÉN ONDERZOEK

Nieuwe LOGIQ S8 XDclear 2.0 ‚One-Stop-Shop‘ oplossing bij leveraandoeningen SCAN DE QR CODE (http://tinyurl.com/myb2b79)

MEER INFORMATIE Hoe we u kunnen helpen in de klinische praktijk

Het combineren van belangrijke modaliteiten voor screening, diagnose, staging en monitoring van leverziekte, het speciale lever softwarepakket van de nieuwe LOGIQ S8™ XDclear™ 2.0 geeft toegang tot een uitgebreide reeks beelden kwantificatiemogelijkheden.

gehealthcare.com © 2017 General Electric Company. GE, het GE Monogram, imagination at work, LOGIQ en XDclear zijn handelsmerken van General Electric Company. JB49239NL

MIT_nr02_2017_v7.indd 4

De nieuwe, ultramoderne hartcatheterisatiekamers krijgen een hightech uitstraling. FOTO: PHILIPS HEALTHCARE

weergave gebruik gemaakt van een groot 58 inch scherm met een diameter van 1,3 meter,” vult Van Manen aan. Het systeem wordt gekoppeld aan het nieuwe EPD van het zieken­huis. Jaarlijks vinden in hartcentrum ETZ TweeSteden 1.200 dotter­ behandelingen plaats. Bovendien worden circa 350 pacemakers en 100 ICD’s bij patiënten geïmplanteerd. De hartoperaties vinden plaats in het Catharina Ziekenhuis, waar nauw mee wordt samengewerkt. Van Manen: “Patiënten die in de regio Midden-Brabant last krijgen van hartproblemen worden naar locatie ETZ TweeSteden vervoerd. Vanuit de ambulance wordt een hartfilmpje naar het ziekenhuis gestuurd, zodat de cardioloog direct kan beoordelen of het om een infarct gaat. CCU-verpleegkundigen zijn de klok rond aanwezig, buiten kantooruren is een compleet hartteam altijd binnen dertig minuten paraat.” In het ETZ werken 24 cardiologen, waarvan 5 inter­venties uitvoeren. Tijdens de bouwperiode blijven de huidige twee hartcatheterisatiekamers op locatie ETZ Twee­ Steden in gebruik. De hartcatheterisatiekamer op locatie ETZ Elisabeth sluit zodra de drie nieuwe kamers op de vijfde verdieping van ETZ TweeSteden gereed zijn. Daar

De cardioloog kan via een tablet door het beeldmateriaal navigeren. FOTO: PHILIPS HEALTHCARE

Een medewerker van het ETZ bekijkt met een speciale VR-bril de nieuwe hartcatheterisatiekamers. FOTO: ETZ FOTOGRAFIE & FILM/JOOST PISTORIUS

wordt de hartzorg geconcentreerd met 12 bedden voor hartbewaking, 10 bedden voor medium cardiac care en 52 ‘gewone’ verpleegbedden. Met de realisatie van de drie hartcatheterisatiekamers is een investering van circa 7 miljoen euro gemoeid. Bekijk een 3D animatie van de nieuwe hartcatheterisatiekamers van ETZ TweeSteden op www.mit -online.nl. (bron: ETZ)  ●

Colofon Vakkrant Medische Innovatie en ­Technologie (MIT) verschijnt viermaal per jaar in een oplage van 6000 exemplaren. MIT is tevens te vinden via www. mit-online.nl en op Twitter: @MIT_NL.

Sponsoring en adverteren Dignus Nagelkerke, accountmanager Postbus 545, 3990 GH Houten Telefoon: 06-201 95 299 E-mail: nagelkerke@mit-online.nl

Hoofdredacteur /uitgever Ben Adriaanse, MSc

Erik de Klein, medewerker mediaorder Telefoon: 030-63 55 070. Fax: 030-63 55 069 E-mail: adverteren@mit-online.nl

Redactie Tessa Vogelaar, MSc Mariëlle Adriaanse Loes Raats, BA Cartoons Auke Herrema Redactieadres Redactie MIT Postbus 545 3900 GH Houten E-mail: redactie@mit-online.nl. MIT kent een onafhankelijke redactie. Aanmelden De doelgroep van MIT (chirurgen, anes­ thesiologen, cardiologen, radiologen, nucleair geneeskundigen, t­ raumatologen, technisch geneeskundigen, gastro-enterologen, radiotherapeuten, intensivisten, orthopeden, urologen, beleidsmedewerkers in ziekenhuizen en assisterenden in en rond het OK-centrum en de IC) komt in aanmerking voor een gratis abonnement. Behoort u tot de doelgroep en ontvangt u de vakkrant of de e-mailnieuwsbrief nog niet? Meld u dan aan via het inschrijf­ formulier op www.mit-online.nl.

© 2017 Albion Press BV. Alle rechten voor­ behouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een ­geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken (artikel 16 Auteurswet 1912), in welke vorm dan ook, dient men zich tot de samenstellers/ uitgever te wenden.

30-05-17 09:50


Medtronic feliciteert Diabeter Met de Value-based HealtHcare Prize 2017

Diabeter heeft de Value-Based Healthcare Prize 2017 gewonnen. de kliniek voor diabetes type 1 ontving de prijs op 11 mei uit handen van de grondlegger van Value-Based Healthcare (VHBc), de Amerikaanse professor Michael Porter. diabeter won de prijs voor haar multidisciplinaire zorg voor patiënten met diabetes type 1 op basis van voor de patiënt relevante uitkomsten. “deze aanpak samen met de nadruk op self-care zorgt voor verbeterde patiëntuitkomsten en lagere zorgkosten. diabeter is een voorbeeld van excellente VBHc-implementatie en is een inspiratie voor de VBHc-ontwikkeling binnen de zorg in nederland en europa”, aldus de internationale vakjury. in april 2015 werd diabeter onderdeel van Medtronic. terwijl de professionele autonomie en klinische besluitvorming geheel onafhankelijk blijft, draagt Medtronic bij aan het verder ontwikkelen van dit geïntegreerde zorgmodel voor mensen met diabetes in nederland en daarbuiten.

MIT_nr02_2017_v7.indd 5

30-05-17 09:50


6 Interview

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

“ Doel is de borst te behouden, op een zo prettig mogelijke manier” Interview met chirurg Taco Klem en arts-onderzoeker Gerson Struik, Franciscus Gasthuis & Vlietland TEKST: TESSA VOGELAAR BEELD: FRANCISCUS GASTHUIS & ­VLIETLAND

Meer dan de helft van de vrouwen die jaarlijks borstkanker krijgt, komt in aanmerking voor een borstsparende operatie. Het bestralingstraject dat daar standaard op volgt, valt veel patiënten vies tegen: twintig ritten naar een radio­ therapeutisch centrum binnen vier weken. Chirurg Taco Klem en arts-onderzoeker Gerson Struik van Franciscus Gasthuis & Vlietland denken dat dit patiëntvriendelijker kan. Samen met het Erasmus MC onderzoeken zij een innovatieve vorm van inwendige bestraling met radioactieve ‘zaadjes’ in de borst, die tevens aantasting van de huid moet voorkomen. En dat is nog maar het begin. “Over tien jaar is borstkankertherapie niet langer een volledig chirurgische behandeling met het mes.”

Met name oudere patiënten kiezen nu soms bewust voor borstamputatie, terwijl in theorie een borstsparende operatie mogelijk is. Waarom is dat zo?

Klem: Ouderen zijn afhankelijk van aanvullend vervoer. Zij zijn soms een dag kwijt met het regelen van een rit op en neer naar het radiotherapeutisch centrum, terwijl ze daar relatief kort bestraald worden. Dat kan voor oudere vrouwen een reden zijn om te zeggen: “Als dat hele radiotherapietraject van vier weken nog moet, laat die borst­ sparende behandeling dan maar zitten.” Ze willen hun familie er niet mee belasten, hebben geen geld om taxivervoer te regelen of hebben er gewoon geen zin in, omdat het heel intensief is. Struik: Patiënten denken gevoelsmatig na de operatie al ‘ik ben ervan af’, maar wat volgt is een enorm traject waar ze vaak geen rekening mee hadden gehouden.

Wat houdt deze vorm van inwendig bestralen met Permanent Breast Seed Implants (PBSI) precies in?

Struik: In plaats van uitwendig bestralen, wat bij het merendeel van de patiënten gebeurt na de borstsparende operatie, zijn er ook mogelijkheden voor partiële, inwendige bestraling (ook wel brachytherapie, red.) van de borst. De vorm die wij hanteren maakt gebruik van kleine titanium ‘zaadjes’, zoals wij ze noemen, die je na de operatie in de borst implanteert wanneer de wonden genezen zijn. In de zaadjes zitten radioactieve isotopen van palladium die daar heel lokaal gedurende drie maanden straling afgeven en daarna zijn ‘uitgewerkt’, maar wel permanent

MIT_nr02_2017_v7.indd 6

Arts-onderzoeker Gerson Struik (links) en chirurg Taco Klem.

in het lichaam blijven. In één sessie, die ongeveer een uur duurt, worden de zaadjes geïmplanteerd. De patiënt krijgt een roesje en kan dezelfde dag weer naar huis, om vervolgens thuis bestraald te w ­ orden. Klem: Het radiotherapietraject wordt daarmee teruggebracht van vier weken naar slechts één uur. Patiënten kunnen zo veel sneller hun dagelijkse activiteiten weer oppakken.

Het is voor het eerst dat deze behandeling in Nederland, en zelfs in Europa, wordt toegepast bij borstkanker.

Struik: Dat klopt. Deze vorm van inwendig bestralen van de borst wordt echter al sinds 2004 in ­Canada gebruikt, en later ook in de Verenigde Staten. Na veel onderzoek is het daar inmiddels opgenomen in de richtlijnen voor radiotherapie als een mogelijke behandeling. In Nederland is het voor het eerst dat dit type bestraling wordt gebruikt in de borst. Momenteel zijn er vier technieken voor inwendige bestraling die wereldwijd worden gehanteerd en iedere radiotherapeut heeft zo zijn voorkeur. Onze vorm van bestralen is best technisch. Radiotherapeuten zijn, anders dan chirurgen, niet zo ge-

wend aan het werken met naalden. Dat is een mogelijke verklaring voor de impopulariteit. Een andere reden is de afstanden die patiënten in de VS en Canada moeten afleggen om bestraald te worden. In vergelijking met Nederland zijn die enorm. In die landen was de motivatie dus misschien groter om dit soort technieken te ontwikkelen. Gezien de gunstige uitkomsten is er reden genoeg om er ook hier mee te starten. Klem: De nieuwe hoogleraar Radiotherapie in het Erasmus MC, Jean-Philippe Pignol, was een extra katalysator. Hij is afkomstig uit Canada en heeft deze techniek letterlijk in handen gehad. Pignol was verbaasd dat PBSI in Nederland nog niet werd gebruikt. Met hem zijn we aan de slag gegaan om deze methode te introduceren, en direct een extra verbetering toe te passen.

Wat houdt die verbetering in?

Struik: We gaan ons, vanaf de start van ons onderzoek in juli, richten op het beschermen van de huid. Natuurlijk blijven we controleren of deze manier van behandelen, die in de VS en Canada dus al bewezen effectief is gebleken, ervoor zorgt dat patiënten overleven en de tumor wegblijft. Uit bestaand onderzoek naar deze vorm van be-

stralen weten we verder dat in ongeveer 20% van de gevallen sprake is van huidcomplicaties; een percentage dat overigens al een stuk lager ligt dan bij uitwendig bestralen. Het gaat dan om roodheid en verharding van de huid, maar ook vaatnieuwvorming, die vooral cosmetisch ongewenst is. Het aanbrengen van een laagje vloeistof onder de huid tijdens het

Thuis bestralen met geïmplanteerde zaadjes moet radiotherapie­ traject verlichten

inbrengen van de zaadjes, zou de straling die de huid aantast kunnen halveren en daarmee beschermend werken. Door loting wordt bepaald of patiënten een onderhuidse injectie krijgen of tot de controlegroep behoren. De vloeistof hyaluronzuur, die ook in de cosmetische industrie wordt gebruikt, wordt niet direct opgeno-

men door het lichaam, maar blijft gedurende de drie maanden dat de straling wordt afgegeven, op de geïnjecteerde plek. De stof zelf heeft geen blokkerende werking, maar het idee is dat iedere centimeter die de huid verder af ligt van de stralingsbron, bescherming biedt.

Hoeveel patiënten komen voor deze behandeling in aanmerking?

Struik: Jaarlijks krijgen zo’n 15.000 vrouwen de diagnose borstkanker. Iets meer dan de helft van hen wordt borstsparend geopereerd. Daar hoort standaard bij dat deze groep wordt bestraald om een recidief te voorkomen. Het gros van de vrouwen wordt uitwendig bestraald, maar voor een deel van hen is partiële bestraling mogelijk. Een voorbeeld van dit type bestraling is intra-operatieve radiotherapie (IORT), die nu alleen nog in Eindhoven en Den Haag plaats­ vindt. Heel grote of agressieve tumoren en heel jonge vrouwen komen niet voor partiële bestraling in aanmerking. Bij de groep die wel gedeeltelijk bestraald kan worden,

Lees verder op pagina 9

30-05-17 09:50


MIT_nr02_2017_v7.indd 7

30-05-17 09:50


gehealthcare.com

GE Healthcare Ultrasound. Committed to innovation and education

In GE Healthcare we can offer you the widest variety of ultrasound solutions of the market from a large portfolio of hand-held ultrasounds to automated breast ultrasound (ABUS) solutions and tiny pocket-sized devices as the Vscan™. We are committed to a continued innovation, that’s why we introduce every year new platforms with the aim to help you achieve your desired outcomes in clinical excellence, operational efficiency and patient’s satisfaction in daily routine. As an example of innovation, we recently launched the new LOGIQ™ XDclear™ family, to help you ‘see more’ in difficult patients’ bodies or challenging scanning conditions, and the new Invenia™ ABUS, the automated breast ultrasound helping detect up to 55% more invasive breast cancers in women with dense breast as adjunct to mammography.1 1. Brem RF, Tabár L, et.al. Assessing Improvement in Detection of Breast Cancer with Three-dimensional Automated Breast US in Women with Dense Breast Tissue: The SomoInsight Study. Radiology.2015 Mar; 274(3): 663-73.

Visit our www.LOGIQClub.net & www.ABUSClub.net websites to feel our commitment in education. An exclusive users’ community, who get the privilege of educational benefits, online product tutorials, clinical cases, access to selected events and more.

LOGIQ™ E9 2.0 XDclear™ Complete Ultrasound

To learn about our solutions, check our website at www.gehealthcare.nl or address to a GEHC representative.

LOGIQ™ S8 XDclear™ Simply Amazing

LOGIQ™ S7 XDclear™ Amazing Versatility

Imagination at work

INVENIA™ ABUS Look Differently

GE HEALTHCARE BV De Wel 18 3871 MV Hoevelaken Tel. 033 25 41 222 © 2016 General Electric Company – All rights reserved. GE and GE monogram are trademarks of General Electric Company. GE Medical Systems Ultrasound & Primary Care Diagnostics, LLC, a General Electric Company, doing business as GE Healthcare. JB38528XE

MIT_nr02_2017_v7.indd 8

30-05-17 09:50


Interview 9

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

Vervolg van pagina 6

moet het ook nog technisch mogelijk zijn om PBSI toe te passen: het te bestralen gebied moet ver genoeg afliggen van de borstwand of de huid en mag niet te groot zijn. Uiteindelijk zou jaarlijks een kleine tweeduizend patiënten in theorie in aanmerking komen voor de bestraling ‘thuis’. Klem: Dan hebben we het nog niet eens over de groep die er nu voor kiest om niet borstsparend behandeld te worden vanwege het huidige, lange radiotherapie­ traject. Het zou zomaar kunnen

In het traject van een maand lang bestralen valt een enorme winst te behalen

dat die groep, die ‘dat hele circus’ nu aan zich voorbij laat gaan, bij de mogelijkheid tot een eenmalige bestraling van een uur ook gaat kiezen voor een borstsparende behandeling. Dan heb je het dus over veel grotere aantallen.

Kan PBSI ook bij andere soorten kanker worden toegepast?

Klem: In Nederland, maar ook elders in de wereld, wordt het inbrengen van radioactieve zaadjes al geregeld toegepast bij prostaatkanker. Daarbij zijn de resultaten positief. In theorie is deze vorm van brachytherapie ook in te zetten bij andere kankersoorten. Dat is echter niet onze expertise; wij zijn geen radiotherapeuten, al weten we er inmiddels best veel van. Struik: Permanent seed implant maakt gebruik van relatief zwakke straling, daarom is het over het algemeen alleen geschikt voor laagrisicotumoren. Daarnaast mag het te bestralen gebied niet te groot zijn en moet het gebied benaderbaar zijn voor de implantatienaalden. Sommige tumoren zijn dieper

gelegen en daarmee ongeschikt, zoals bijvoorbeeld tumoren in de buikholte of alvleesklierkanker. Dat is een heel andere tak van sport. Het grote voordeel van de borst: die ligt aan de oppervlakte en datzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor de prostaat. Het injecteren van de vloeistof ter bescherming van de huid zal ook zeker voor andere vormen van brachytherapie toe te passen zijn, verwachten wij. In theorie kan dit laagje vloeistof elk orgaan beschermen dat dicht bij de inwendige stralingsbron ligt. Bij prostaatkanker wordt dit bijvoorbeeld al toegepast: in dat geval wordt niet de huid, maar de naastgelegen endeldarm beschermd.

Welke innovatieve technieken in borstkankeronderzoek bestudeert u nog meer, behalve PBSI?

Struik: De injecties met de vloeistof die we gaan hanteren zijn nog nooit uitgevoerd op de borst. In een voortraject is de injectietechniek getest op geamputeerde borsten om te zien hoe de vloeistof zich verdeelt, of dit meetbaar is en wat het met de dosis straling doet. Daaruit bleek dat de techniek heel goed op de borst toe te passen is en de dosis straling die de huid bereikt meer dan 30% lager is: een percentage dat ervoor zorgt dat er naar verwachting vrijwel geen huidcomplicaties meer optreden bij patiënten. Daarnaast zijn we bezig met een nieuwe manier om een tumor te lokaliseren tijdens operaties. Daarvoor wordt nu vaak een metalen draad gebruikt of een radioactief zaadje, ditmaal met een jodium isotoop. Met een probe wordt dan gezocht naar de activiteit van dat zaadje om de tumor te vinden. Samen met het Antoni van Leeuwenhoek willen we nu bekijken of deze radioactiviteit kan worden vervangen door magnetisme. Verder zoeken we een betere manier om na de operatie te bepalen welk gebied moet worden bestraald. Dat gebeurt met een CT-scan, maar met nieuwe operatietechnieken is het nu soms lastig te bepalen wat het exacte gebied is, omdat de wond zo netjes wordt dichtgemaakt. We zijn nu bezig met een nieuwe werkwijze waarmee op de scan beter zichtbaar wordt waar de tumor exact heeft gezeten.

a Dosimetrie PBSI planning vóór spacerinjectie. b Dosimetrie PBSI planning na spacerinjectie.

Echogeleide spacerinjectie in borstfantoom door arts-onderzoeker Gerson Struik.

In de toekomst willen we een stap verdergaan en onderzoeken of andere technieken de operatie kunnen vervangen. Technieken waarbij je van buitenaf de tumor verbrandt of elektrocuteert, zoals RFA (radiofrequency ablation, het vernietigen van de tumor door verhitting van binnenuit met geluids­ golven, red.). Dat zijn echter zaken voor de lange termijn.

Er wordt relatief veel onder­ zoek gedaan naar borstkanker, op allerlei vakgebieden. Wat maakt uw specifieke onderzoek zo noodzakelijk?

Struik: Vanaf de diagnose borstkanker gaat een patiënt een lang en zwaar traject in, zowel mentaal als fysiek. In het traject van een maand lang bestralen valt een enorme winst te behalen. Als je dat kan terugbrengen naar een uur, lijkt mij dat een enorme meerwaarde. Klem: Je kunt het ook omdraaien natuurlijk. Vroeger was borstkankertherapie een zuiver chirurgische behandeling. Er werd geopereerd, maar chemotherapie, immunotherapie, hormoontherapie en bestraling stonden nog in de kinderschoenen. Inmiddels is de behandeling enorm multidisciplinair: de afdelingen chirurgie, radiotherapie en interne oncologie werken samen voor de beste behandeling. Innovatie op ieder van die gebieden kan een enorme boost opleveren voor de patiënt. Je kan niet zeggen dat een van deze vakgebieden minder belangrijk is. Soms maakt een van die disciplines ineens een grote stap voorwaarts en ik denk dat we ons nu op dat moment bevinden binnen de radiotherapie.

In de media, en in de maat­ schappij in het algemeen, is er veel aandacht voor borst­ kanker. Doet dit onderzoek naar andere vormen van kanker tekort?

Met op voorschrift geladen naalden worden de zaadjes echogeleid geïmplanteerd BEELD: BREAST MICROSEED INC.

MIT_nr02_2017_v7.indd 9

Klem: Het is waanzinnig. Het is de nummer één kanker qua bekendheid, mede door Pink Ribbon en de borstkankermaand. En ja, dat gaat ten koste van de budgetten voor de

meer zeldzame kankersoorten. Iedereen kent wel iemand met borstkanker en van bekende actrices weten we dat ze het hebben. Dan loop je toch minder snel te koop met het feit dat je bijvoorbeeld een anuscarcinoom hebt; laat staan dat daarvoor een speciale maand wordt georganiseerd. Hoe dan ook geeft de grote aandacht een enorme boost en daarmee ook extra financiële middelen om borstkanker maximaal te kunnen behandelen.

Wat trekt u aan in dit onderzoeksveld?

Struik: Vooral het technische aspect. Ik heb een medische achtergrond en wil verder in de chirurgie, maar dokter Klem en ik delen een voorliefde voor de natuurkunde. Meestal kun je dat in je dokterswerk niet kwijt, maar in dit onderzoek wel. Klem: Het technische aspect speelt zeker een rol. Maar ook het multidisciplinaire, de samenwerking met de radiotherapie, maakt dit onderzoek uniek. Daarnaast is een persoonlijk doel om steeds een stap verder te gaan binnen mijn vakgebied. Chirurgie is ooit begonnen als een vak dat trauma behandelde, maar door alle ontwikkelingen die het vakgebied heeft doorgemaakt, ligt de focus nu op het overbodig maken van ingrepen en minimaal invasiever te werk te gaan. Daar wil ik aan bijdragen.

Als u één ding zou kunnen veranderen in de huidige behandeling van borstkanker in Nederland, wat zou dat zijn?

Klem: Wachttijden en capaciteit. Er is nu nog wachttijd voordat de patholoog de definitieve diagnose stelt en wachttijd om te starten met chemo en bestraling. Idealiter zou een patiënt die iets in haar borst voelt, direct langs kunnen komen en van start kunnen met het traject. Daaraan zou ook bijdragen als specialisten de volle focus hebben op borstkanker en het er niet meer ‘bij hoeven te doen’. Struik: Dat geldt inderdaad voor het organisatorische vlak. Wat je uiteindelijk ook wilt is dat vrouwen die borstkanker krijgen, zo veel

mogelijk hun borst kunnen behouden op een zo prettig mogelijke manier. Er zullen altijd uitzonderingsgevallen zijn waarbij de borst geamputeerd moet worden, maar voor de grote groep is dit ons doel.

Hoe zal de behandeling van borstkanker er over tien jaar uitzien?

Struik: Dat blijft in een glazen bol kijken. Maar als je het grote plaatje bekijkt, zie je wel dat de ontwikkeling steeds meer gaat richting minder agressief en mutilerend behandelen en steeds meer borstsparend. Daarmee is gestart in de jaren ’70,

Ik geloof er heilig in dat we naar een volledig percutane behandeling gaan

en nu bekijken we al hoe de bestraling prettiger kan verlopen zodat deze voor de patiënt minder belastend is. Dus in die trend past deze therapie helemaal. Klem: Ik ben misschien een van de weinigen, maar ik geloof er heilig in dat we naar een volledig percutane behandeling gaan, waarbij de tumor via nieuwe technieken wordt behandeld, zoals hittebehandeling, microwave, irreversibele electroporatie of RFA. Ik denk dat borstkankerbehandeling op een gegeven moment niet langer een echte chirurgische behandeling met het mes gaat zijn. Dat zou voor mij een mooi doel zijn. Chemotherapie, immunotherapie, hormoontherapie en radiotherapie zullen niet verdwijnen, maar dat hele chirurgische, mutilerende stuk zal veel kleiner zijn, zodat er uiteindelijk helemaal geen littekens meer te zien zijn op de borst.  ●

30-05-17 09:50


10 Klinisch

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

Overwegingen bij perioperatieve besluitvorming rond de geriatrische patiënt

Niet alles wat kan, hoeft TEKST: IRENE FLEUR KRAMER (CHIRURG IN OPLEIDING), CLAUDIA SAVELKOUL (ARTS-ASSISTENT INTENSIVE CARE), ANNE MARIE BOSCH (CHIRURG), BAS BERTINA (ANESTHESIOLOOG), ANDRÉ JANSE (GERIATER), DAVE TJAN (ANESTHESIOLOOG-INTENSIVIST). ALLE AUTEURS ZIJN WERKZAAM IN ZIEKENHUIS GELDERSE VALLEI, EDE.

Inleiding

Iedere patiënt heeft recht op goede passende zorg. Een heupfractuur is een veel voorkomende aandoening op oudere leeftijd, met een jaarlijkse incidentie van 100 op 100.000 inwoners in Nederland.1 Deze aantallen zullen de komende jaren verder toenemen als gevolg van een stijgende levensverwachting in combinatie met een vergrijzende samenleving.2 De mortaliteits­ cijfers na een heupfractuur zijn hoog. Ongeveer 30% van de patiënten overlijdt in het eerste jaar, en minder dan de helft van de patiënten keert terug naar de oude woonsituatie.3 Binnen deze kwetsbare patiëntengroep is er een grote variatie in chronische comorbiditeit en in lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren. Bij een heupfractuur is de gangbare behandeling een operatie in de vorm van osteosynthese of prothese. Behalve het inzetten van een (curatieve) behandeling zijn pijnbestrijding, symptoombestrijding of een palliatief traject de alternatieven. Deze kunnen de voorkeur hebben bij chronisch zieke, zeer kwetsbare patiënten. De gekozen behandeloptie moet kwalitatief gepaste medische zorg bieden, rekening houdend met het medisch doel, de wens van de patiënt, de mogelijke consequenties op korte en lange termijn en de gevolgen voor de kwaliteit van leven. In dit artikel willen wij ingaan op de ­besluitvorming bij de kwetsbare oudere patiënt aan de hand van e ­ nkele patiëntcasus.

Patiëntcasus

Patiënt A is een 91-jarige man bekend met een gedilateerde cardiomyopathie met chronisch hartfalen. Hij is woonachtig in een verpleeghuis en gebruikt een rollator. In het verpleeghuis was reeds een niet-IC-beleid en niet reanimeren (NR) afgesproken met de patiënt en zijn familie. Hij valt, met een mediale collumfractuur als gevolg. Een operatie met het plaatsen van een kophalsprothese is eerste keus bij het behandelteam. Hij twijfelt over de operatie, maar besluit deze uiteindelijk toch te willen ondergaan. Wel verzoekt hij preoperatief het behandelteam de wens van NR en geen IC-opname te handhaven. De patiënt wordt geopereerd onder algehele anesthesie. Tijdens de procedure ontstaat onverwacht bij het cementeren een ventrikeltachycardie met circulatiestilstand. Het behandelteam beseft dat de patiënt over een NR-besluit beschikt, maar duidt de circulatoire collaps als een direct gevolg

MIT_nr02_2017_v7.indd 10

Irene Fleur Kramer en Dave Tjan: “Heldere communicatie tussen alle betrokken partijen is van cruciaal belang.”

van medisch handelen. Derhalve wordt de patiënt kortdurend gereanimeerd en worden vasoactieve medicijnen toegediend, waarna de spontane circulatie herstelt. Postoperatief blijft hij echter afhankelijk van vasoactieve medicatie en is ICopname noodzakelijk. Het doel van de IC-opname is om de patiënt de kans te geven te herstellen van de gecompliceerde operatie en familie de gelegenheid te geven om de patiënt te zien. Helaas ontstaan er nieuwe complicaties, waaronder een pneumonie en acuut nierfalen. De familie geeft aan het erg te betreuren dat de patiënt toch gereanimeerd is en op de IC opgenomen. Het behandelteam besluit in overleg met de familie om de levensverlengende behandeling te staken. Op dag 5 postoperatief overlijdt de man rustig in het bijzijn van zijn familie. Patiënt B is een 86-jarige vrouw met sinds zes jaar de diagnose Alzheimer-dementie. Zij is volledig ADL-afhankelijk en heeft een beperkte mobiliteit. Zij woont in een verpleeghuis, heeft toenemend last van geheugenverlies, is emotioneel labiel en de laatste maanden fors in gewicht afgevallen. De vrouw valt, met een pertrochantere femurfractuur als gevolg. Zij had reeds een NR-beleid en de familie was in gesprek met de verpleeghuisarts om een verder symptomatisch beleid af te spreken. Doel daarvan was het bevorderen van welbevinden en niet zozeer levens-

verlenging in het geval van ziekte of bij andere onvoorziene medische complicaties. Dit was echter nog niet bevestigd en de patiënte wordt toch ingestuurd naar de spoedeisende hulp. De chirurg biedt een operatieve behandeling aan, omdat dit de beste kans biedt om te revalideren en het de beste pijnbestrijding is die geboden kan worden. De geconsulteerde geriater is terughoudend, gezien de algemene achteruitgang van patiënte, haar conditie en zorgafhankelijkheid en de slechte prognose van de Alzheimer. Hij adviseert om af te zien van operatief

Ook de oudere patiënt heeft recht op zijn eigen behandelkeuzen

ingrijpen en een palliatief beleid te voeren gericht op comfort en pijnstilling. De chirurg organiseert een preoperatief multidisciplinair overleg, waarbij relevante medisch specialisten aanwezig zijn, te weten chirurg, anesthesioloog, geriater en intensivist. De verpleeghuisarts wordt ook telefonisch geconsulteerd. In dit overleg worden de verschillende behandelopties besproken. Hierin wordt duidelijk dat herstel van functioneren niet behaald zal worden door het ontbreken van revalideerbaarheid

van de patiënt en het ontbreken van ziekte-inzicht. De perioperatieve risico’s zijn in dat kader niet verantwoord. Er wordt besloten dat een palliatief traject de meest passende medische behandeling is. De familie was het hier volledig mee eens en patiënte overleed een week later rustig in haar verpleeghuis. Patiënt C is een 88-jarige patiënt met een cardiaal belaste voorgeschiedenis met recidiverend hartfalen bij een bekende aortklep­ stenose met klepoppervlak van 0,6 cm2 en een mean gradient van > 50 mmHg. Hij heeft eerder bewust gekozen voor een conservatief medicamenteus beleid met bètablokkers en diuretica en het niet ondergaan van een klepvervanging. Hij heeft een beperkte inspanningstolerantie en klachten van dyspnoe d’effort. Thuis is hij echter nog ­gelukkig met zijn echtgenote. Op een dag valt de man over een drempel en breekt zijn rechterheup. Er is sprake van een pertrochantere femurfractuur. De chirurg stelt een operatie voor met een dynamische heupschroef. Gezien het verhoogde risico vindt een preoperatief multidisciplinair overleg plaats waarbij de chirurg, cardioloog, anesthesioloog, geriater en intensivist aanwezig zijn. Opereren heeft een duidelijk verhoogd cardiaal risico bij zijn aortoklepstenose. Niet opereren heeft grote consequenties voor zijn herstelkansen, functioneren en pijn. De patiënt wil nog graag

de kans hebben te revalideren en huiswaarts te keren ondanks de perioperatieve risico’s. Hij wil niet gereanimeerd worden. Er wordt afgesproken de operatie te verrichten waarbij perioperatief geen behandelbeperkingen worden gevoerd. Vervolgens kan de man postoperatief gedurende 48 uur nabehandeld worden op een Intensive Care voor een verlengde respiratoire of hemodynamische ondersteuning. Wel wordt afgesproken dat nieuw multiorgaanfalen niet meer zal worden behandeld en op de IC de NR-wens zal worden gerespecteerd. Dit vindt plaats in goed overleg met de patiënt. De operatie verloopt echter voorspoedig en de patiënt kon na enkele uren op de post-anesthesiologic care unit (PACU) stabiel naar de afdeling worden ontslagen voor verdere revalidatie.

Besluitvorming

Een operatieve behandeling van een heupfractuur is geen kleine beslissing bij de kwetsbare oudere patiënt. Hier staat tegenover dat 80 procent van de ouderen die worden geopereerd binnen een paar dagen kan gaan revalideren en comfortabeler verzorgd kan worden met een acceptabel niveau van pijn. Bij een goed georganiseerde zorgketen kan de 80-plusser terug naar het eigen verzorgings- of verpleeghuis zonder de ongemakken en complicaties zoals die gezien worden bij een conservatief beleid. Bij nog zelfstandig functionerende

30-05-17 09:50


Klinisch/Wetenschap 11

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

80-plussers resulteert een vroege revalidatie na een operatie wegens een heupfractuur in de helft van de gevallen binnen de termijn van zes tot twaalf weken tot een redelijk herstel van zelfstandigheid.4 Hier staat echter tegenover dat comorbiditeit veelvoorkomend is bij deze groep patiënten. Veelvoorkomende vormen van comor­ biditeit zijn cardiovasculaire ziekte (24%), chronisch obstructief longlijden (14%), CVA (13%), en ondervoeding (30%). Postoperatieve complicaties komen geregeld bij heupfractuurpatiënten voor, met name pneumonie, hartfalen, delier, wondinfecties en nabloedingen.5 Patiënten met meer comorbiditeit bij opname, vooral cardiovasculair lijden en chronische longaandoeningen, hebben een nog veel hoger risico op postoperatieve complicaties en overlijden. Met deze cijfers in het achterhoofd, is de vraag of het bij iedere patiënt die een indicatie heeft voor een operatieve behandeling van de heupfractuur, daadwerkelijk gewenst is dat de operatie met al zijn risico’s wordt uitgevoerd. Vragen die hier rijzen zijn: Moet alles wat kan? Welk doel dient de behandeling? Kan een patiënt de voorgenomen procedure wel aan en beseft hij welke gevolgen deze kan hebben voor zijn conditie en herstel? Zijn de doelen van de ingreep ­proportioneel en reëel? Afzien van een operatie bij deze 80-plusser met een heupfractuur leidt zeer waarschijnlijk tot overlijden binnen afzienbare tijd. De mortaliteit binnen een jaar bij een dergelijk conservatief beleid is vrijwel 100 procent. Voor nagenoeg elke 80-plusser betekent dit volledige bedlegerigheid en afhankelijkheid van verpleging voor de resterende levensduur. Immobiliteit en bedlegerigheid resulteren in doorligplekken, longontsteking, urineweginfectie en andere complicaties. De niet-operatieve behandeling betekent dat er behalve

Zijn de doelen van de ingreep proportioneel en reëel?

een zekere sterfte ook een slechte kwaliteit van leven zal zijn. Behalve het inzetten van een curatieve behandeling zijn er altijd ook andere opties beschikbaar, zoals pijnbestrijding, symptoombestrijding of een palliatief traject. Om systematischer met hoogbejaarde patiënten om te gaan zijn er momenteel twee richtlijnen die richting geven aan de besluitvorming bij deze problematiek: Multidisciplinaire behandeling van kwetsbare ouderen rondom chirurgische ingrepen en Beleid rondom spoedoperaties.6,7 De multidisciplinaire benadering en gedeelde besluitvorming zijn nadrukkelijk in deze conceptrichtlijnen opgenomen. Een patiënt heeft ook op oudere leeftijd recht op zijn eigen behandelkeuzen. Als hij bijvoorbeeld aangeeft niet op een IC opgenomen te willen worden en geen reanimatie te willen ondergaan, moet een operatie bij een patiënt met veel como-

MIT_nr02_2017_v7.indd 11

rbiditeit, die het risico op complicaties loopt die IC-zorg vereisen, dan nog wel tot de (levensverlengende) opties behoren? Symptomatische zorg kan dan meer gepast zijn.

Preoperatieve bespreking

In de acute situatie is vaak beperkte tijd om alle benodigde informatie te vergaren, hoewel het van groot belang is snel en doeltreffend relevante informatie te verzamelen waaronder de medische voorgeschiedenis, psychische voorgeschiedenis, cognitieve status, ADL-functionaliteit en de sociale situatie. De huisarts kan hierbij een belangrijke informatiebron zijn. Een preoperatief multidisciplinair overleg is van grote meerwaarde, zelfs in de acute fase. Samenwerking en multidisciplinaire besluitvorming is hierbij noodzakelijk. In dit overleg kunnen chirurg, anesthesioloog, geriater, eventueel de intensivist en andere relevante specialisten samen een preoperatieve risicoinschatting maken, de doelen van een ingreep bepalen en de mogelijke complicaties inschatten en afwegen. Eventueel kan ook de huisarts voor het overleg uitgenodigd worden. Aan de hand hiervan kan de hoofdbehandelaar in gesprek gaan met de patiënt en/of familie en eventuele perioperatieve behandelbeperkingen vastleggen.

Behandelbeperkingen

Een afgesproken behandelbeperking biedt vaak onvoldoende nuance. Er kan onduidelijkheid onder perioperatieve zorgverleners bestaan ten aanzien van de wens van de patiënt om het NR-besluit al dan niet na te leven tijdens een procedure onder sedatie of anesthesie. Het lijkt bijvoorbeeld tegenstrijdig dat een reanimatie tijdens anesthesie, waarbij het anestheticum kan hebben bijgedragen aan het ontstaan van het arrest, niet mag worden opgelost met een reanimatie. Dit kan gewetensbezwaren geven bij de zorgverlener en de uitkomsten van een korte witnessed arrest zijn ook vaak beter. Meestal wordt het NR-beleid perioperatief tijdelijk opgeheven. Dit moet dan wel van tevoren gecommuniceerd en besproken worden met de patiënt en de familie of de wettelijk vertegenwoordiger. Ditzelfde geldt voor de behandelbeperkingen in de fase na de operatie wanneer de procedure en de anesthesie zijn volbracht. Belangrijk is dan te besluiten welke complicaties nog behandeld zullen worden en welke beperkingen worden opgelegd. Dit moet idealiter worden vastgelegd voor de operatie. Ook dient met de patiënt gecommuniceerd te worden wat nog wel en niet zal worden gedaan. Ook hoort dit goed gedocumenteerd te worden.

Beschouwing

De beslissing om al dan niet over te gaan tot operatieve behandeling is complex en hoort zorgvuldig genomen te worden. Zoals in de drie situaties is geïllustreerd, bestaat er tijdens het acute moment vaak tijdsdruk om de medische gegevens te verzamelen, de patiënt en zijn familie optimaal te informeren en zo tot een weloverwogen beslissing te kunnen komen. Er zijn aanwijzingen dat de kans op overlijden lager is wanneer patiënten 24 uur na opname worden

geopereerd, en het is aangetoond dat langer dan 48 uur wachten een hogere mortaliteit met zich meebrengt.6,8 Het bepalen van het meest passende beleid ten aanzien van een heupfractuur bij de oudere patiënt met een beperkte kwaliteit van leven of ernstige comorbiditeit blijkt een uitdaging. Weet een arts op dat moment echter wat een patiënt wenst en welke behandeldoelen de patiënt zelf beoogt? Spe-

De baten moeten zorgvuldig tegen de risico’s worden afgewogen cialisten dienen uitdrukkelijker te vragen welke behandelingen gewenst zijn in plaats van direct een concreet (operatief ) behandelvoorstel te opperen. Een palliatieve behandeling wordt vaak niet als optie meegewogen. De volgende ethische vragen kunnen de behandelaar handvatten bieden tot een beslissing te ­komen:1,2 - Is de medische interventie effectief voor het behalen van de doelen van de patiënt? - Hoe beoordeelt de behandelaar het verwachte voordeel en het risico op schade? - Begrijpt de patiënt zijn medische situatie en wat zijn zijn behandelwensen? - Is de behandeling proportioneel ten opzichte van de belasting voor de patiënt? De baten moeten zorgvuldig tegen de risico’s worden afgewogen indien er wordt gekozen voor een operatie bij patiënten met een hoog anesthesiologisch risico. Ook moet de wens van patiënt worden meegenomen en de proportionaliteit van de behandeling ten opzichte van de slaagkans daarop. Bij alle drie de patiënten werd een operatieve procedure als een geschikte optie gezien met een duidelijk doel. Bij patiënt A werd de operatie verricht, maar was het beloop gecompliceerd. Het was achteraf bij de familie niet geheel duidelijk dat perioperatief gereanimeerd zou worden, terwijl dit in het kader van de ingreep en anesthesie wel onderdeel van de behandeling word gezien en het NR-beleid tijdens de operatie is opgeheven. Bij patiënt B werd ingeschat dat gezien zijn conditie en prognose de ingreep disproportioneel zou zijn en werd gekozen voor een palliatief traject in goed overleg met de familie. Bij patiënt C was er een heel duidelijke behandelwens en werden duidelijke grenzen gesteld voor het geval dat de operatie gecompliceerd zou verlopen en een IC-behandeling zou escaleren en daardoor disproportioneel zou worden.

sche behandeling tijdig te bespreken en helder vast te leggen vanuit ieders perspectief. Tijdig nadenken over verschillende behandelopties voorkomt wellicht kansarme behandelingen, ongewenst lijden van de patiënt en overbodige aanspraak op invasieve zorg. Het bespreken en opstellen van een verklaring omtrent behandelbeperkingen is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen: de patiënt, behandelend arts en eventueel de familie of andere wettelijk vertegenwoordiger. Heldere communicatie tussen alle betrokken partijen is van cruciaal belang. Tevens dienen intra- en extramurale overdrachten van beleidsgesprekken en over het te verwachten beloop van het ziekteproces nauwkeurig en tijdig met elkaar te worden gedeeld en gedocumenteerd.

Literatuur

1. Landelijke Netwerk Acute Zorg. Landelijke Traumaregistratie 2011-2015. 2016.

2. Holt G, Smith R, Duncan K, Hutchison JD, Reid D. Changes in population ­demographics and the future incidence of hip fracture. Injury 2009;40(7):722-6. 3. Bentler SE, Liu L, Obrizan M, Cook EA, Wright KB, Geweke JF, et al. The aftermath of hip fracture: discharge placement, functional status change, and mortality. American journal of epidemiology 2009;170(10):1290-9. 4. NIVEL. De ervaren uitkomst van een heupoperatie als indicator voor kwaliteit van zorg. 2013. 5. Roche JJ, Wenn RT, Sahota O, ­Moran CG. Effect of comorbidities and postoperative complications on mortality after hip fracture in elderly people: prospective observational cohort study. BMJ 2005;331:1374-8. 6. Conceptrichtlijn Beleid rondom spoedoperaties, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, 2016. 7. Conceptrichtlijn Multidisciplinaire behandeling van kwetsbare ouderen rondom chirurgische ingrepen. NVKG, 2015 8. Richtlijn Proximale femurfracturen. Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, 2016.  ●

Microscopie schijnt nieuw licht op alvleeskliertumor LEIDEN – Een nieuwe vorm van microscopie gebaseerd op licht kan een tumor in de alvleesklier beter in beeld brengen, waardoor een chirurg tijdens een operatie het weefsel beter kan beoordelen. Momenteel onderzoekt het Leids ­ Universitair Medisch Centrum (LUMC) deze nieuwe techniek, die ervoor moet zorgen dat chirurgen voortaan alle kwaadaardige cellen in de alvleesklier weten te verwijderen tijdens een operatie. Anders dan bij echografie werkt de techniek niet met geluidsgolven, maar met licht op een speciale golflengte. Dat licht wordt door een set van spiegels en speciale lenzen op het weefsel geprojecteerd. De chirurg kan vervolgens het weefsel nauwkeurig beoordelen aan de hand van de reflectie, die bij elk type weefsel weer anders is. Doel is in de toekomst op de millimeter precies de snijranden van de tumor te kunnen beoordelen. “Een alvleesklieroperatie is een zware operatie,” aldus oncologisch chirurg Sven Mieog van het LUMC. “De patiënt moet hier vaak maanden van herstellen. Dan moet het verwijderen van de tumor wel goed

gebeuren.” Mieog werkt in het onderzoek samen met de afdelingen Pathologie en Radiologie. “Tumoren in de alvleesklier zijn sneaky. Ze groeien vaak sprieterig en zijn nauwelijks te onderscheiden van ontstekingsweefsel. De alvleesklier geeft vaak een vertroebeld beeld en laat zich daarom moeilijk opereren. Op microscopisch niveau laten ­chirurgen nog te vaak weefsel zitten waar mogelijk kwaadaardige cellen in zitten.” Mieog denkt met de nieuwe techniek ook tijd te kunnen winnen. “Als we deze techniek kunnen doorontwikkelen, hoeven we het weefsel niet meer op te sturen naar het laboratorium voor pathologisch onderzoek. We beoordelen het dan ter plekke aan de snijtafel.” Het dankzij de nieuwe techniek volledig kunnen verwijderen van de tumor noemt Mieog, die het onderzoek leidt samen met oncologisch chirurg Alexander Vahrmeijer, “pure winst voor de patiënt.” De resultaten van het Leidse onderzoek zijn maandag 17 april gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE. (bron: LUMC)  ●

Conclusie

Ieder mens heeft recht op goede en passende gezondheidszorg. De uitkomsten van die zorg zijn afhankelijk van zeer veel factoren. De beslissing tot een optimale behandeling moet in samenspraak met de patiënt worden genomen. Met name wanneer een (sub)acute situatie zich voordoet, is het essentieel om de uitkomsten van een medi-

30-05-17 09:50


12 Reportage

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

Marc America over effectieve communicatie met patiënten

“ Communiceer in de comfortzone van je patiënt” voor contacten in de privésfeer kun je tips uit het boek toepassen.” Voor een efficiënte en prettige communicatie is het van belang je gesprekspartner in kaart te brengen. “Als je weet met wat voor type persoon je te maken hebt, kun je bepalen wat je moet doen om de communicatie prettig te laten verlopen.” Een eerste indruk daarvan geeft bijvoorbeeld iemands leeftijd: een jongen van 19 benader je anders dan een vrouw van 78. Ook culturele achtergrond kan een rol spelen bij de communicatie. Maar

TEKST: MARIEKE EPPING

Het zal elke dokter bekend voorkomen: je start een behandeltraject met een patiënt, je stelt je vriendelijk op, maar toch loopt gaandeweg het contact de communicatie spaak. Terwijl je precies dezelfde informatie hebt gegeven als bij een andere patiënt die deze behandeling onder­ ging. Waar ligt dat aan? Marc America geeft zorgverleners in zijn recent verschenen boek Allemaal mensen 2.0 praktische handvatten om dergelijke situaties op te lossen of te voorkomen. Als je de voorkeursgedragsstijl van de patiënt kent, weet je wat je moet doen én laten in het contact, aldus de huisarts. “Bij een gemakkelijker verlopende communicatie is zowel de patiënt als de zorgverlener gebaat.” Communicatie vormt een niet te onderschatten deel van het werk van een arts of specialist. Toch valt in de kennis over communicatie onder zorgverleners nog een wereld te winnen, vindt Marc ­America. De huisarts heeft een eigen praktijk in Posterholt en is daarnaast verbonden aan het Maastricht UMC+ als huisartsopleider. In het medisch onderwijs komt hij wel theorie over communicatie tegen, maar dat zijn veelal losse topics die niet makkelijk te vertalen zijn naar de concrete situatie in de spreekkamer. “In de vervolgopleidingen wel meer dan in de basisopleiding, maar voor het grootste deel handelen artsen op basis van hun eigen boerenverstand, om het oneerbiedig te zeggen.” Terwijl er veel manieren zijn om communicatie voor beide

partijen prettiger te laten verlopen. “Als je met jouw manier van communiceren in de comfortzone van de patiënt zit, kun je je boodschap effectiever overbrengen.”

Beter wederzijds begrip kan beide partijen veel frustratie besparen

Praktische tips

Het boek Allemaal Mensen 2.0 geeft zorgverleners enige theoretische achtergrond over communicatie mee, maar biedt vooral praktische tips. “Het boek helpt je communicatie te professionaliseren,” aldus America. Hoewel het in eerste instantie voor de medische professie is geschreven, kan eigenlijk iedereen die in zijn werk efficiënt wil communiceren de tips toepassen, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. “Het werkt in een artspatiëntrelatie, maar ook in het onderwijs of de rechtspraak. Zelfs

het belangrijkste is om te kijken welke voorkeursgedragsstijl de patiënt heeft, aldus America. “Die geeft concrete aanwijzingen wat wel en niet te doen bij een patiënt.” Hiervoor hanteert America een aangepast gedragsstijlen-model dat hij de ‘Allemaal Mensen’-figuur noemt (zie afbeelding).

analytisch

sturend gierig

geremd/ traag

tactloos

arrogant bedachtzaam zuinig rationeel

perfectionist kil

voorzichtig

behulpzaam gevoelig

jezelf niet wegcijferen taai

conflictvermijdend

strijdvaardig

behoedzaam

autoritair

bescheiden

leidend

sociaal

verzoenend besluitvaardig meegaand luister naar daadkracht anderen afwachtend

nauwkeurig

gehoorzaam vriendelijk stabiel

goedgelovig

overmoed

slordig

avontuurlijk

bedachtzaam rustig zuinig enig ingetogen schaamtegevoel stabiel

drammerig

gemakkelijk

voorzichtig

zelfstandig initiatief sentimenteel gedienstig assertief op je hoede onderkruiperig afwachtend kritisch open voor tolerant verandering vertrouwen besluiteloos in de mens

durf

roekeloos

impulsief dynamisch

gangmaker

bravour onvoorspelbaar

losjes

hypomaan royaal optimistisch aansteller ontspannen joviaal/ seksuele sociaal chaotisch moraal emotioneel kwistig onrealistisch

bang naïef

vriendelijk

agressief

assertief

vlot royaal nuchter tactvol stijf risico dragend plichtsgetrouw vertrouwen betweterig minder precies beheersing minder afstandelijk eigenwijs goed flexibel preuts geïnformeerd andermans mening respecteren decorumgevoel moraliserend minder gène dogmatisch principeel soepel

slaafs

asociaal direct zelfverzekerd

nauwkeurig

dwangmatig

star

geexalteerd ongegeneerd labiel

expressief

De figuur ‘Allemaal Mensen’. Hierin zijn de vier gedragstypes weergegeven met de bijbehorende gedragingen: de kernkwaliteiten (blauw), valkuilen (rood) en uitdagingen (groen). Wat voor de ene gedragsstijl de valkuil is, is tevens de allergie van de tegenoverliggende gedragsstijl.

MIT_nr02_2017_v7.indd 12

De twee assen in de figuur ‘Allemaal Mensen’ beelden de twee dimensies uit op basis waarvan een persoon in een bepaald gedragstype is in te delen: introvert versus extravert en taakgericht versus mensgericht. Zo deelt America mensen in vier verschillende typen in: taakgericht en extravert maakt iemand een sturend type; taakgericht en introvert een analytisch type. Is iemand mensgericht en extravert, dan valt deze onder het expressieve type en de mensgerichte en introverte personen noemt hij het vriendelijke type. “Deze indeling is eigenlijk al zo oud als ­Methusalem,” zegt ­America. “Ooit werden ze water, wind, vuur en aarde genoemd, nu zijn ze bekend als rode, groene, blauwe of gele ­types.” America breidde deze typeringen verder uit. Iemands gedragstype is namelijk niet statisch, benadrukt hij. Daarom koppelt hij er het begrip ‘ego-veerkracht’ aan. Sommige personen kunnen al naar gelang de situatie ander gedrag vertonen. Zij hebben een grote ego-veerkracht: ze zijn flexibel in hun voorkeursgedrag. Anderen zijn meer rigide in hun voorkeursgedragsstijl. Dit kan ook beïnvloed worden door iemands stemming. “Als je je goed voelt, kun je meer hebben dan wanneer je somber of verdrietig bent.”

Valkuilen en allergieën

respectloos

risicomijdend wantrouwen

Ego-veerkracht

Een derde theorie om de figuur uit te diepen draait om de kernkwadranten volgens Ofman: gedrag is uit te drukken in verschillende gradaties. Gedrag dat van nature bij je past, noem je de kernkwaliteit. Te veel van het goede noem je de valkuil. De gradatie waar je je aan ergert, noem je de allergie. De uitdaging ten slotte geeft datgene aan waar je iets meer van zou moeten hebben. Zo is zuinigheid een kernkwaliteit van mensen van het analytische type: dat is hun voorkeursgedrag. Maar drijft iemand zijn kernkwaliteit te ver door, dan komt hij in zijn valkuil terecht: in dit geval dus gierigheid. Aan de andere kant is het de uitdaging voor de zuinige analyticus om royaal te zijn, om iets verder van zijn kernkwaliteit af te gaan. Maar ga je daarin te ver, dan kom je bij kwistigheid uit, gedrag dat de zuinige analyticus niet kan verdragen: zijn allergie. “Deze kernkwaliteiten, valkuilen en uitdagingen heb ik ook in de figuur ‘Allemaal Mensen’ toegepast. Daarmee wordt heel inzichtelijk welke soorten gedrag iemand prettig vindt (zijn kernkwaliteiten) en wat hij niet kan verdragen (de allergieën). Door daar rekening mee te houden in je communicatie, kun je veel prettiger communiceren,” aldus America. Hoe kan een arts de voorkeursgedragsstijl van zijn patiënt bepalen? Als iemand alleen maar passief tegenover je in de spreekkamer zit,

Marc America, huisarts en huisartsopleider.

wordt daarover weinig duidelijk. America: “We zijn geneigd ons voorkeursgedrag te vertonen als we onder druk staan. Als iemand een duwtje geeft – dat kan letterlijk een fysiek duwtje zijn, of een plaagstootje – dan blijkt er al meer uit het gedrag. Of, en dat is meer toepasbaar in de arts-patiëntrelatie, door te vragen welk gedrag iemand juist heel vervelend vindt.” Je vraagt dan eigenlijk naar de allergieën van je patiënt, en daaruit kun je zijn eigen voorkeursgedrag afleiden: het omgekeerde van die allergieën.

Efficiënter en leuker

De vraag is natuurlijk of deze kennis ook voor betere behandelresultaten zorgt. “Stel, je hebt een analytisch type als patiënt. Die zijn

Voor een efficiënte en prettige communicatie is het van belang je gesprekspartner in kaart te brengen

precies. Licht je een behandeling alleen globaal toe, dan zal zo iemand daar niet tevreden over zijn. Omgekeerd raakt een expressief type juist geïrriteerd van een heel gedetailleerde uitleg.” Ook eigenschappen zoals hoe dominant iemand is, of open staat voor verandering, bepalen hoe de boodschap het beste te brengen. “Zit je met jouw manier van communiceren in de comfortzone van je patiënt, dan zal deze meer tevreden over je zijn. Bovendien zal de patiënt je boodschap beter aannemen.” Bij bijvoorbeeld preventie en gezondheidsbevordering kan dat zeer nuttig zijn. Op deze manier communiceren zorgt voor een hogere therapietrouw en het werk van de arts wordt er prettiger door. “Je

30-05-17 09:50


Industrie 13

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

krijgt – dat merk ik zelf ook – minder tegengas, je gesprek is minder stroperig, je bent sneller klaar. Dat maakt dit aspect van je werk efficiënter én leuker,” aldus de huisarts.

Deventer Ziekenhuis kiest ziekenhuisbreed voor echosystemen GE Healthcare

Stoornissen te lijf

FOTO’S: MARK KERSSING

Allemaal mensen 2.0 biedt de zorgverlener een handig stappenplan voor de omgang met al deze verschillende typen patiënten. In gewone gesprekken, maar ook hoe je in zijn of haar gezichtspunt te verplaatsen, hoe je ondanks verschillen in achtergrond of mening toch tot een bevredigend contact kunt komen, en hoe je een conflict kunt vermijden of oplossen. Daarnaast is aandacht voor een specifieke groep die de arts op het spreekuur kan krijgen: mensen met een persoonlijkheidsstoornis. “Dat zijn eigenlijk heel extreme varianten van de gedragstypes,” licht America toe. “Kort door de bocht gesteld zitten deze mensen helemaal aan de buitenkant van de gedragingen, die weergegeven zijn in de figuur. Het zijn de uitschieters.” Iemand met een theatrale of borderline

Bij een persoonlijkheids­ stoornis is sprake van een extreme variant van de gedragstypes

persoonlijkheidsstoornis is bijvoorbeeld een extreme variant van het expressieve type, en iemand met dwangneuroses is een uiterst analytisch type. “Mijn boek is absoluut niet bedoeld om etiketten op mensen te plakken,” benadrukt America. “Wel om de zorgverle­ ner zijn patiënten beter te leren herkennen, zodat hij in zijn communicatie niet tegen hun gedragsstijl ingaat. Dat is bij patiënten met een persoonlijkheidsstoornis nóg belangrijker dan bij ‘gewone’ ­patiënten.” Het gedragsstijlenmodel is een van de manieren om naar menselijk gedrag te kijken, een invalshoek. Daarnaast zijn er de biologische (structuren en stofjes in de hersenen, erfelijkheid, manvrouwverschillen), sociologische (cultuur, religie) of andere psychologische invalshoeken (emotieleer, empathieleer, systeem- en communicatietheorie). “De verbinding van al die invalshoeken leidt tot wat je een mindmap zou kunnen noemen: een denkstructuur in je hoofd om oude informatie te rangschikken en nieuwe informatie een plek te geven,” legt America uit. “Als je dat overzicht hebt, kun je gerichter en systematischer meer diepte brengen in je waarneming van gedrag.” Met zijn boek, een uitgebreide herziening van het origineel uit 2009, hoopt America dat zorgprofessionals meer aandacht besteden aan hun communicatie en hoe ze deze effectiever en prettiger kunnen inzetten. “Ik probeer een praktisch denkmodel aan te reiken om de mensen met wie je omgaat beter te begrijpen. Dat kan beide partijen een hoop frustratie besparen.”  ●

MIT_nr02_2017_v7.indd 13

In de komende jaren krijgt het ­Deventer Ziekenhuis te maken met een investeringspiek in medische apparatuur. Deze piek wordt veroorzaakt door het bereiken van het einde van de (technische) levens­ duur van de apparatuur, tien jaar na de verhuizing naar het nieuwe ziekenhuis aan de Nico Bolkesteinlaan. In 2015 is daarom gestart met het voorbereiden van de gezamenlijke aanschaf van meerdere echosystemen. In beeld waren de echosystemen die in de periode 2015 tot 2022 het einde van hun technische levensduur bereiken, en daarmee deel uitmaken van een vervangingsinvestering. Bij de inventarisatie van deze echosystemen is ook aan diverse vakgroepen gevraagd naar andere wensen om uit te breiden op het gebied van echoapparatuur. Deze eisen en wensen zijn allemaal meegenomen in het aanschaftraject. Voor dr. ir. Matthijs Draijer ­(Klinisch Fysicus) en Jeff Geeraths (Senior Inkoper), die op dat moment slechts kort in dienst waren bij het Deventer Ziekenhuis, was het een mooie uitdaging om dit project op te pakken. Zij vertelden

M.Draijer, klinisch fysicus legt de transducertechnologie uit aan J.Geeraths, senior inkoper.

Over Deventer ­Ziekenhuis

Bedieningspaneel van de LOGIQ E9 XDclear 2.0.

MIT wat er komt kijken bij een dergelijk traject.

Pakket van eisen

Draijer: “Wij hebben gesproken met alle betrokken afdelingen (anesthesie/pijnpoli, cardiologie, dialyse, gynaecologie, IC, KNF, radiologie, OK, reumatologie en SEH) en per toepassing een functioneel pakket van eisen opgesteld. De specificaties voor de apparatuur verschillen daarom per afdeling of vakgroep. Zo worden aan een eenvoudig toestel op de SEH andere eisen gesteld dan aan die voor zeer hoogwaardig beeldmateriaal bij radiologie, gynaecologie of cardiologie. Wij wilden hiermee een objectief scoringssysteem bereiken, waarbij persoonlijke voorkeuren geen rol spelen. De functionaliteitseisen zijn voor alle leveranciers hetzelfde, waardoor je appels met appels kunt vergelijken.” Belangrijk is om aan alle afdelingen een weging toe te kennen die in verhouding staat tot datgene wat men in hun programma van eisen heeft geformuleerd. Een ieder moet het gevoel krijgen dat zijn op-

merkingen en beoordelingen even zwaar wegen in het totale project. Geeraths: “Als beoordelingscriteria konden de gebruikers kiezen uit onvoldoende, voldoende of goed. Als meerdere afdelingen een voldoende scoren op een bepaald item, kan men achteraf niet aangeven dat men met de uiteindelijke keuze voor een apparatuur niet akkoord is. Dit is natuurlijk essentieel voor de evaluatie en de uiteindelijke keuzevorming nadat alle proefplaatsingen hebben plaatsgevonden.”

Negometrix

Het aanschaftraject is via Negometrix in de markt gezet. Het ­Deventer Ziekenhuis heeft hierbij gekozen de kwaliteit voor 60% mee te laten wegen, de prijs voor 40%. Twaalf leveranciers zijn uitgenodigd om aan te geven of en hoe zij aan de eisen kunnen voldoen. Uit de score die volgde, kwamen uiteindelijk drie leveranciers naar voren met de beste prijs-kwaliteitverhouding. Zij zijn met hun apparatuur in het ziekenhuis geweest, waarbij de afdelingen radiologie, cardiologie en gynaecologie de ge-

Afdeling radiologie Radioloog dr. C. Klok werd namens de afdeling radiologie als aanspreekpunt betrokken bij het echoproject. Op zijn afdeling werken ongeveer tachtig medewerkers als radiodiagnostisch laborant of administratief medewerker. Binnen het maatschap zijn verder zestien radiologen werkzaam, waarvan zes nog in opleiding. Klok startte met het verzamelen van kennis en informatie over het huidige aanbod van echoapparatuur. Meningen en ervaringen van collega’s liet hij daarbij zwaar meewegen. Vier collega-radiologen liet Klok direct meebeslissen over de keuze, maar ook de mening van assistenten in opleiding werd gevraagd en ervaringen van collega’s van andere afdelingen en andere ziekenhuizen werden gepeild. “In dit project moesten we buiten onze eigen comfortzone kijken. In het Deventer Ziekenhuis zijn andere afdelingen die al gewend zijn aan en ervaring hebben met het werken met GE Healthcare-apparatuur, zoals cardiologie en de gynaecologie. Ook met hen spreek je dan vanzelfsprekend weleens over het echoproject,” aldus Klok. Het bleek voor de radioloog lastig om zich een objectief oordeel te vormen. “Er zijn natuurlijk altijd voorkeuren doordat men bijvoorbeeld in andere ziekenhuizen met een ander merk dan GE heeft gewerkt. Het is best moeilijk om iedereen in een beoordelingstraject tevreden te krijgen.” Het ziekenhuisbrede selectietraject bestond uit twee fasen. Op basis van informatie die door de firma’s was aangeleverd werd een shortlist gemaakt. Daaropvolgend werden leveranciers uitgenodigd voor een proefplaatsing. “Er is daarbij gekozen geen firma’s uit te nodigen die nog maar kort op de markt zijn met een nieuwe generatie echoapparatuur. Het was voor ons niet haalbaar om alle bedrijven uit te nodigen. In de beoordeling van apparatuur is ook gekeken naar aspecten die te maken hebben met follow-up en serviceverlening,” licht Klok toe. Aan het eind van het traject bleven er wat de radiologen betreft twee potentiële leveranciers over. “De maatschap radiologie heeft nog overwogen om de beste twee machines naast elkaar te plaatsen, maar afgezet tegen de tijd die dat zou kosten, was dit voor ons reden om dit niet aan de projectgroep voor te stellen.” De service van GE Healthcare en de functionaliteiten van het door hen aangeboden echoapparaat waren voor Klok uiteindelijk doorslaggevend. De leverancier kwam nog een keer naar Deventer terug speciaal om de musculoskeletale echografie duidelijk toe te lichten. Tijdens de demonstratie van applicatiespecialist General Imaging Ultrasound van GE Healthcare Christel Ophuis werd Klok verrast door de functionaliteit Volume Navigatie / Fusion Imaging. Hij kon als radioloog op deze manier laagdrempelig kennismaken met de voordelen van deze toepassing. “In principe zijn we voor de interventies meer gericht op de procedures op onze hybride OK. Toch hebben we besloten om de optie Volume Navigatie ook aan te kopen, aangezien deze functionaliteit erg gemakkelijk te gebruiken is en beeldfusie in de toekomst steeds meer gemeengoed gaat worden,” laat een enthousiaste Klok weten. De functionaliteit blijkt eveneens toepasbaar voor andere disciplines. “Wij denken er nu over om deze Volume Navigatie-techniek ook te gaan toepassen bij de urologen voor prostaatbiopten.”

Het Deventer Ziekenhuis is een algemeen ziekenhuis met 362 bedden. Jaarlijks zijn er circa 120.000 eerste polikliniekbezoeken en zijn er circa 22.500 SEHcontacten. In het ziekenhuis werken ruim 2.000 medewerkers en 150 medisch specialisten. Het Deventer ­Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis en er bestaat sinds 1966 een affiliatie coassistenten met de RU Groningen. In 2004 is het ziekenhuis toegetreden tot de samen­werkende topklinische opleidings­ ziekenhuizen (STZ). Sinds 2009 is het Deventer Ziekenhuis lid van de Inkoop Alliantie Ziekenhuizen (IAZ).

legenheid hadden de aangeboden apparatuur in de klinische setting de testen. Voor de overige deelnemende afdelingen was in een verpleegkamer een inloopsessie georganiseerd, waarbij medewerkers de aangeboden apparatuur aan de tand konden voelen. “Dan gaat het niet om een knopje dat links of rechts zit, maar echt om functionaliteit en gebruiksgemak,” aldus Geeraths. “Aan de hand van de beoordeling door alle deelnemers van deze proefplaatsingen hebben wij de leveranciers gevraagd een ‘best & final offer’ te doen. Op basis daarvan hebben wij als projectgroep een advies over het vervolgtraject uitgebracht aan de raad van bestuur, die dit heeft overgenomen. De keuze uit de drie firma’s van de proefplaatsing is uiteindelijk gevallen op GE Healthcare door de hoge kwaliteit in combinatie met de geoffreerde T.C.O. en prima gebruikersbeoordelingen.” Het hele project heeft veel voorbereiding gevergd, maar dit leverde uiteindelijk ook veel op. Draijer: “Wij hebben nu één leverancier, met één soort onderhoudscontract, gelijksoortige trainingen, één soort software, uitwisselbare apparatuur, en last but not least: volumekorting. Veel voordelen dus.” Het ziekenhuisbrede echotraject is in het Deventer Ziekenhuis een voorbeeld gaan vormen voor andere te vervangen apparatuurgroepen. Bijvoorbeeld de flexibele endoscopen. “Het gaat hierbij niet alleen om een voorbeeld op het gebied van verwerving, aanschaf en beheer, maar het heeft ook als input gediend voor het aanpassen van bijvoorbeeld investerings­ procedures.”  ●

Dr C. Klok, radioloog met Christel Ophuis, applicatiespecialist GE healthcare.

30-05-17 09:50


14 Industrie/Kalender

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

Nieuwe Managing Director Nederland bij GE Healthcare ROTTERDAM – GE Healthcare heeft Raymond Koren (41) aangesteld als Managing Director Nederland. ­Koren versterkt daarmee de directie en is in zijn rol verantwoordelijk voor het verder uitbouwen van de leidende positie van GE Healthcare op het gebied van medisch-technologische oplossingen en diensten voor de zorgsector in Nederland. Koren heeft ruim twintig jaar ervaring in de medisch-technologische industrie en is sinds 2005 verbonden aan GE Healthcare. Hij startte als Country Leader Cardiology, waarna hij via diverse functies doorgroeide tot Salesmanager Benelux Life Care Solutions. Dankzij zijn achtergrond beschikt Koren over uitgebreide kennis op het gebied van medische beeld- en informatietechnologie, medische diagnostiek, patiëntmonitoring en farmaceutisch onderzoek. “Wij zijn erg verheugd met de benoeming van Raymond Koren als Managing Director Nederland,” aldus Marie-Caroline de Réau, General Manager Benelux bij GE Healthcare. “Raymond heeft zijn sporen binnen GE Healthcare verdiend en deze nieuwe rol is dan ook een logische volgende stap. De veranderingen in de Nederlandse zorgsector vragen om innovatieve en onderscheidende totaaloplos-

singen en we zijn ervan overtuigd dat GE Healthcare, met Raymond aan het roer, hier een grote toegevoegde waarde aan gaat leveren.” Raymond Koren: “Geen markt is zo sterk in beweging als de zorgmarkt. Vanuit GE Healthcare is het onze ambitie om voor klanten toegevoegde waarde te verwezenlijken op de lange termijn, zodat zij de beste zorg aan hun patiënten kunnen bieden. Om dat te realiseren, stellen we ons op als partner voor onze klanten en focussen we ons op totaaloplossingen die zorgen voor meer efficiëntie en praktische innovatie.” (bron: GE Healthcare)  ●

JUNI

SEPTEMBER

74e Regionale nascholingsavond Anesthesiologie 13 juni, Radboudumc, Nijmegen www.paoheyendael.nl

MRI of the Central Nervous System II 1-5 september, Florence, Italië www.emricourse.org

18th International Course on Reconstructive and Aesthetic Surgery of the Nose and Face 14-16 juni, Radboudumc, Nijmegen www.paoheyendael.nl

Stralingshygiëne voor radiologen/ radiotherapeut-oncologen 4 september-2 oktober, Holiday Inn, Leiden www.boerhaavenascholing.nl

E-health Essentials 14 juni, Jaarbeurs, Utrecht www.zorgvisiecongressen.nl

Skull Base Course 6-8 september, SkillsLab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl

Chirurgische anatomie van het hoofd-halsgebied 14 juni, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl

The Dutch Wrist Anthroscopy Course 22 en 23 september, SkillsLab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl

Acute chirurgie en hemostase 21 juni, Radboudumc, Nijmegen www.paoheyendael.nl

OKTOBER

Cursus minimaal invasieve gynaecologische chirurgie, beginners 22-24 juni, SkillsLab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl

Cardiovascular MRI with CT correlation 5 en 6 oktober, Leiden www.emricourse.org A multidisciplinary approach to the diagnosis of bone tumours 9-11 oktober, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl

Verdiepingscursus Duiken onder extreme omstandigheden 23 en 24 juni, Princess hotel, Loosdrecht www.scotthaldane.nl

Stralingshygiëne voor medisch specialisten 10-11 oktober, Fletcher Hotel Nieuwegein www.boerhaavenascholing.nl

Medical Delta Event 2017 27 juni, Stadgehoorzaal, Leiden www.medicaldelta.nl Raymond Koren, Managing Director Nederland GE Healthcare.

Olympus Nederland verhuisd naar Leiderdorp LEIDERDORP - Vanaf eind maart is Olympus Nederland gevestigd op de zorgboulevard aan de Simon Smitweg 18 te Leiderdorp. Olympus vestigt zich in Leiderdorp omdat de ligging naast de A4 ideaal is qua bereikbaarheid en zichtbaarheid. De ligging in combinatie met het speciaal ontworpen innovatieve en transparante gebouw is ideaal om de verdere groei van Olympus te ondersteunen. Het nieuwe pand is exclusief ontworpen voor Olympus op basis van de uitgangspunten eigentijds, transparant, innovatief en duurzaam. Zo biedt het voor de mede-

Cursus- en congreskalender

werkers een prettige en inspirerende werkomgeving. Het pand is duurzaam en klimaatneutraal opgezet. De ligging op de zorg­ boulevard direct aan de A4 zorgt ervoor dat Olympus Nederland goed zichtbaar wordt en eenvoudiger te bereiken is voor klanten, ­medewerkers en leveranciers. Een trotse Henk Braat, Algemeen Directeur Olympus Nederland: “Het pand ondersteunt ons in het realiseren van onze ambitieuze zakelijke en maatschappelijke doelstellingen. Daarnaast sluit het naadloos aan op het innovatieve karakter van onze producten en diensten.”

Stralingshygiëne voor medisch specialisten 31 oktober-1 november, Holiday Inn, Eindhoven www.boerhaavenascholing.nl

Live Donor Nephrectomy cursus 28-29 juni, SkillsLab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl 4th Endoscopic Skull Base Masterclass and Symposium 28-30 juni, LUMC, Leiden www.skullbasecourse.eu

NOVEMBER

JULI

Basiscursus duikgeneeskunde deel 1 4-11 november, Bintang Flores hotel, Flores, Indonesië www.scotthaldane.nl

Rib Fixatie Cursus 4 juli, SkillsLab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl

Oncoplastische Mammachirurgie 16 en 17 november, SkillsLab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl

Olympus Nederland, de Nederlandse vestiging van de ­ Japanse beursgenoteerde onderneming Olympus Corporation, heeft 140 mede­ werkers. Het bedrijf is een toonaangevende fabrikant van innovatieve optische en digitale apparatuur voor gezondheids-

zorg en consument. Al 95 jaar produceert Olympus baanbrekende endoscopie- en microscopieproducten, medische en i­ndustriële apparatuur, fotocamera’s en voice­ recorders. Ga voor meer informatie naar www.olympus.nl. (bron: Olympus Nederland BV)  ●

Allemaal mensen 2.0 Volledig herziene en uitgebreide druk

In deze herziene en uitgebreide uitgave van Allemaal mensen wordt de relatie tussen biologische, sociologische en psychologische verklaringsmodellen zichtbaar gemaakt. Met deze mindmap kan iedere behandelaar gedragspatronen herkennen, begrijpen en aan zien komen. Ook wordt de samenhang van het gedrag met verschillende persoonlijkheidsstoornissen verklaard. Een handzaam stappenplan wijst de weg hoe hiermee om te gaan. Over de eerste druk “Voor alle werkzamen in de gezondheidszorg, dus ook voor tandartsen en mondhygiënisten, is het boek aan te bevelen. Hetzelfde geldt voor studenten in de tandheelkunde en de mondzorgkunde. Het is prettig geschreven, leest daardoor gemakkelijk en verveelt geen moment.” Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde Auteur: Marc America Omvang: 216 pagina’s Prijs: € 47,50 euro

Geen verzendkosten en levering binnen 24 uur.

MIT_nr02_2017_v7.indd 14

Uitgelicht Acute chirurgie en hemostase De cursus begint met een lezing over alles wat u moet weten over hemostase en stolling. Aansluitend volgt een presentatie over de principes van Damage Control Surgery en Crew Resource Management. Beide principes richten zich op standaardisatie in procedures, zodat fouten tijdens acute en levensbedreigende situaties op de operatiekamer zo veel mogelijk worden voorkomen. De middag start met een demonstratie van de bereiding en applicatie van diverse hemostatische middelen. Vervolgens vertrekken we naar de operatiekamers van het Centraal Dierenlaboratorium alwaar de live surgery workshop zal plaatsvinden. Op proefdieren onder narcose wordt een aantal levensbedreigende situaties behandeld die u volgens de principes van Damage Control Surgery dient aan te pakken. U werkt in een team en tijdens de operatiesessies zullen de principes van CRM worden toegepast. Deze cursus wordt georganiseerd in opdracht van de firma Baxter en heeft als doelgroep gevorderde aios Chirurgie. De kosten voor deelname bedragen 245,- euro. Rib Fixatie Cursus De oorspronkelijke behandeling van multipele ribfracturen bestaat uit pijnstilling en ondersteunende therapie in de vorm van zuurstoftoediening, fysiotherapie en medicamenteuze bronchodilatatie. Daar waar nodig worden patiënten beademd. Meer en meer onderzoek toont aan dat chirurgische fixatie van multipele ribfracturen de duur van de opname en van de eventuele beademing verkorten. Ook het aantal complicaties neemt af na chirurgische behandeling, mede door de komst van ribspecifieke implantaten. Daarom is de verwachting dat het operatief fixeren van ribfracturen aan populariteit zal winnen. Tijdens deze eendaagse cursus wordt gedurende de ochtend in detail ingegaan op de indicaties voor ribfixatie, de anatomie van de thoraxwand met de chirurgische benaderingen, het gebruik van de Matrix Rib-set in het kader van ribfixatie en de meer uitzonderlijke casuïstiek na stomp thoraxtrauma. Het middag­programma zal bestaan uit het uitvoeren van rib- en sternumfixatie op humane preparaten. Kosten voor deelname bedragen 200,- euro, accreditatie is aangevraagd bij NVvH. Oncoplastische Mammachirurgie Oncoplastische chirurgie speelt zich af op het snijvlak tussen oncologische en plastische chirurgie, waarbij in oncologische operaties vooral om reconstructieve en cosmetische redenen gebruikgemaakt wordt van plastisch chirurgische technieken. Op de eerste cursusdag worden de diagnostiek en behandeling van het mammacarcinoom met speciale aandacht voor een oncoplastische benadering behandeld. Operatie­ planning en aftekenen voor operatie worden geoefend op modellen. Op de tweede cursusdag worden reconstructieve technieken besproken. Het grootste gedeelte van deze dag bestaat uit praktische training op de snijzaal, waar u oncoplastische technieken voor sparende ablatieve therapie oefent, evenals reconstructieve technieken. Er is gelegenheid om casuïstiek voor te leggen aan het oncoplastisch panel. Tijdens de cursus maakt u intensief (‘touch & feel’) kennis met oncoplastische technieken, maar vooral ontwikkelt u ook inzicht in het ‘oncoplastisch denken’ dat aan de techniek voorafgaat; hierdoor legt u de basis voor het verder uitwerken van de oncoplastische mammachirurgie binnen uw eigen kliniek. Kosten voor de deelname bedragen 700,euro en de cursus is geaccrediteerd bij NVvH en NVPC.

30-05-17 09:50


Media 15

MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE JUNI 2017

Nieuwsflits Nieuwe MRIEen trauma-arts die met spoed was opgeroepen voor een operatie maar dreigde te laat te komen, is dankzij een lift van de politie toch tijdig op de OK gearriveerd. De chirurg belandde op de A9 in de file toen hij onderweg was naar het VUziekenhuis, waar hij nodig was om een patiënt in ademnood van een buisje in de luchtpijp te voorzien om zo diens ademhaling zeker te stellen. In de file besloot de arts 112 te bellen voor hulp. De man werd in een politieauto met zwaailicht en sirenes langs de file gereden en naar het Amsterdamse ziekenhuis gebracht. De passagier van de arts nam het stuur over en kwam pas veel later bij het ziekenhuis aan. Na de ingreep belde de chirurg de politie om de agenten te bedanken en liet weten dat de actie niet voor niets was geweest: hij had geen minuut later moeten komen. NOS.NL, 15-05-‘17

Tegenwoordig vind je hem bij iedere brunch en in elk supermarktmandje: de avocado. De populaire groene vrucht blijkt nu echter gevaarlijk letsel te veroorzaken waarvoor chirurgen waarschuwen: de ‘avocadohand’. “Tegenwoordig worden vooral de gezondheidsvoordelen van avocado’s benadrukt, waardoor ze in populariteit stijgen. Maar daarmee neemt ook de stijging in avocado-gerelateerde verwondingen toe,” aldus David Shewring, vicevoorzitter van de British Society for Surgery of the Hand. De gevolgen van het verkeerd snijden van een avocado zijn vaak ernstiger dan alleen een klein sneetje: mensen beschadigen hun zenuwen of pezen zodanig dat een operatie vereist is of er functieverlies van de hand optreedt. Shewring krijgt bijval van de Britse vereniging van plastisch chirurgen, die wil dat er een veiligheidslabel op avocado’s komt met instructies om de vrucht veilig te snijden.

scanner houdt rekening met obese patiënt DEN HAAG - Siemens Healthineers heeft een nieuwe, innovatieve MRI-scanner gepresenteerd die ­rekening houdt met de fysieke en fysiologische eigenschappen van patiënten. De soft- en hardware van de MRI-scanner zorgen ervoor dat patiënten snel, nauwkeurig en patiëntvriendelijk gescand worden. Dit geldt ook voor het scannen van obese of astmatische ­patiënten. De scantafel kan automatisch naar de correcte positie verplaatst worden dankzij patiëntpositionering gebaseerd op intelligente lichaamsmodellen. Patiënten hoeven daardoor niet langer hun adem in te houden of stil te liggen en zijn hierdoor minder tijd kwijt aan het onderzoek. De MRI-scanner, die de naam Magnetom Vida draagt, is wereldwijd de eerste die is uitgerust met zogeheten BioMatrix-technologie,

Eerste hartmonitor met smartphone-app geïmplanteerd UTRECHT – Voor het eerst in Nederland is bij een patiënt een ­ hartmonitor geïmplanteerd die verbonden is met een smartphoneapp. Dat gebeurde in april in het Diakonessenhuis bij een 53-jarige vrouw uit de provincie Utrecht. Met de hartmonitor, die onder de huid wordt geplaatst en tijdelijk in het lichaam zit, wordt onderzocht of de klachten van een patiënt worden veroorzaakt door ­ een hartritmestoornis. De hartritmemonitor registreert het hartritme en bekijkt of het verstoord raakt ten opzichte van vooraf aangebrachte instellingen. Als de patiënt zelf iets afwijkends voelt, kan deze de app ook activeren. Via een bluetooth-verbinding registreert de app dan het hartritme en stuurt de gegevens direct, via het gsm-netwerk, door naar de beveiligde server van de fabrikant. De pacemakerspecialisten van het Diakonessenhuis controleren en analyseren dagelijks

de uitslagen van de patiënten. Bij ernstige klachten kan de p ­ atiënt direct contact opnemen met het ziekenhuis om de gegevens te laten analyseren. Indien nodig wordt de cardioloog ingeschakeld. Een groot voordeel is meer gebruiksgemak voor de patiënt, aldus cardioloog Jeroen Bucx. De patiënt hoeft geen aparte afstandsbediening meer bij zich te dragen, zoals nu het geval is bij de huidige implantaten: een smartphone is voldoende en de gegevens worden direct doorgestuurd. Een ander voordeel is dat de patiënt de app direct kan activeren als er klachten rondom het hart optreden. “Als de patiënt de klacht als ernstig ervaart, kan hij of zij ons bellen en kunnen wij meteen meekijken of de klacht is veroorzaakt door een hartritmestoornis. Met de huidige implantaten worden de gegevens pas doorgestuurd als de patiënt weer in de buurt is van zijn of haar ‘zender’ die meestal thuis op het

nachtkastje staat,” aldus Bucx. De implantatie van de hart­ monitor is een eenvoudige ingreep met weinig risico’s, meldt het Diakonessenhuis. Het apparaatje heeft de lengte en dikte van een lucifer en wordt met een inbrenghuls vlak onder de huid geplaatst, tussen het borstbeen en de schouder. Het implanteren duurt ongeveer een kwartier tot een halfuur en gebeurt onder plaatselijke verdoving. De patiënt is na de plaatsing meteen weer op de been. (bron: Diakonessenhuis)  ●

FOTO: DIAKONESSENHUIS

Patiënten hoeven dankzij de technologie niet langer hun adem in te houden

INDEPENDENT.CO.UK, 10-05-17

De tweelingbroers Johannes en Klaas Govaert hebben een bijna identieke levensloop. De twee groeiden op in een Brabants dorp, gingen samen naar het atheneum, kozen beiden voor geneeskunde en reisden gezamenlijk door Australië. In april promoveerden ze op dezelfde dag en op hetzelfde onderwerp: darmkanker. Het idee om op dezelfde dag af te studeren kwam van Johannes. “Op een gegeven moment zei mijn tweelingbroer: ik ga dan en dan promoveren. Ik zei: dan zorg ik dat ik ook klaar ben.” Johannes promoveerde in Leiden op de verhouding tussen kwaliteit en kosten in de darmkankerchirurgie. Klaas in Utrecht op de effecten van het opereren van levermetastasen bij dikkedarmkanker. Klaas: “Dat we het na 33 jaar op dezelfde dag weten te bewerkstelligen, laat toch zien dat je een goede band hebt met elkaar.” NRC.NL, 03-04-‘17

Een Britse chirurg heeft een rechtszaak verloren waarin hij een parkeerboete had aangevochten. Christopher Darby, een vaat- en transplantatiechirurg, kon op de betreffende dag geen parkeerplaats vinden bij het John Radcliffe Ziekenhuis in Oxford, waarop hij besloot zijn auto op een plek voor gehandicapten achter te laten, zodat hij op tijd zou zijn om zijn patiënten te zien. Volgens de chirurg liet het ‘niet-functionerende’ parkeersysteem hem in de steek op het moment dat hij nodig was in zijn kliniek. Hij weigerde daarom de opgelegde boete van omgerekend bijna zestig euro te betalen. De rechter liet ‘met enige spijt’ weten het ziekenhuis in het gelijk te stellen, maar niet zonder eraan toe te voegen dat meneer Darby moreel gezien ‘heel waarschijnlijk’ de juiste beslissing had genomen.

een nieuwe scantechnologie voor MRI-onderzoek. Door de intelligente software is uit de scans meer informatie te halen dan voorheen en kunnen artsen patiënten voorzien van een gericht behandelplan. Ook is de beeldkwaliteit verbeterd ten opzichte van systemen uit vorige generaties en het scanproces met 30% versneld, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van het onderzoek. Met het nieuwe apparaat wordt ingesprongen op de vraag naar gepersonaliseerde zorg. “De MRIscanner levert radiologen de beste gegevenskwaliteit en uitgebreide scaninformatie, zodat zij voor hun patiënten een gepersonaliseerde therapie kunnen ontwikkelen. Zo verbeteren we met nieuwe technologie de kwaliteit van de zorg én reduceren we kosten,” aldus algemeen directeur bij Siemens ­Healthineers Kees Smaling. (bron: Siemens Healthineers)  ●

TELEGRAPH.CO.UK, 15-05-‘17

FOTO: SIEMENS HEALTHINEERS

MIT_nr02_2017_v7.indd 15

30-05-17 09:50


Verander de mammografiebeleving met comfort, vertrouwen en duidelijkheid Senographe PristinaTM nu met 3D technologie Met onze nieuwe 3D-technologie bieden we beelden van uitstekende, gedetailleerde en superieure diagnostische nauwkeurigheid, die de radiologen helpen uitzonderlijke zorg te verlenen en patiënten gerust te stellen. En dit met dezelfde lage dosis als een 2D onderzoek, de laagste patiëntdosis van alle FDA goedgekeurde DBT systemen1..

www.gehealthcare.com/senopristina

1. GE screening protocol consists of 3D CC/MLO + V-Preview CC/MLO, V-Preview is the 2D synthesized image generated by GE Seno Iris mammography software from GE DBT images. FDA PMA P130020/S001 http://www.accessdata.fda.gov/scripts/ cdrh/cfdocs/cfPMA/pma.cfm?id=P130020S001, Data on file. Average glandular dose in digital mammography and digital breast tomosynthesis: comparison of phantom and patient data. Bouwman, R. W. and al., et. 2015, Physics in Medicine & Biology, pp. 7893-7907. © 2017 General Electric Company. GE, het GE Monogram, Senographe en Pristina zijn handelsmerken van General Electric Company.

Pristina 3D MIT.indd 1 MIT_nr02_2017_v7.indd 16

5/18/2017 11:22:59 AM 30-05-17 09:50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.