Grain

Page 1

NRC

SPECIAL

FOTOGRAFIE

Grain.

KABK Porfoliopresentatie Fotografie Deeltijd Tweede Jaar - 2011

Christy Beaujon Erik Borst Mascha Jansen Marlies Lageweg Reinier van der Lingen Jan Rosseel


Filmkorrel, zandkorrels, het scheiden van het kaf en het koren...een collectief, maar bovenal een groep met een eigen karakter, individueel, eigenzinnig en spetterend, knarsend als zandkorrels in de raderen van de KABK, een thuis en toch bevreemdend. Het is de bevreemding die van deze enkelingen een groep maakt want zij gaan op zoek naar de vragen op uw antwoord. Het zou de liefde voor muziek kunnen zijn maar het is de fotografie die hun emulgeert. Zij zijn Grain, de zandkorrels die, wanneer vochtig, een stevig zandkasteel vormen maar Grain is ook een heroïsch verhaal van zij die niet opgeven en doorgaan wanneer ze de hete adem van de bezemwagen in hun nek voelen. Na twee jaar is het kaf van het koren gescheiden en in uw handen heeft u het resultaat van dit zwoegen, de laatste zes studenten van wat ooit begon als een bescheiden groep van twintig studenten presenteren hier hun portfolio. Laat deze visuele bloemlezing tot u komen, kijk, kijk opnieuw, sluit uw ogen en reflecteer, maar bovenal geniet van het werk dat zij u hier presenteren.

Christy Beaujon

Erik Borst

Marlies Lageweg

Als ik geen fotograaf zou zijn, dan had ik wel een winkeltje met lekkere taartjes en de beste koffie, waar goede fotografie aan de wanden hangt. Misschien dat ik dat later alsnog doe, erbij. Als mijn naam gevestigd is en ik kan leven van mijn fotografie. Ik wil verhalen vinden op plekken waar ik allemaal nog naartoe wil. Colombia bijvoorbeeld, waar mijn familie vandaan komt. Verhalen vertellen is wat ik het liefst doe met fotografie.

Erik was nooit erg goed in wiskunde. Op de middelbare school verloor hij zijn aandacht bij het zien van cijfers. In gedachten was hij vrij; buiten, omgeven door ruimte en zwemmend in zeeën van tijd. Maar cijfers brachten je verder. Dacht je aan je toekomst dan koos je iets met cijfers. Erik niet, hij koos voor het beeld. Eerst aan de UvA waar hij Filmwetenschappen studeerde; filmanalyse, filmgeschiedenis en filmtheorie. Maar de bestudering van andermans beeld was te weinig creatief, te ver verwijderd van de bron. En achteraf gezien een keus in de goede richting, maar niet de juiste. Want bovenal is Erik zélf beeldmaker. Dit gevoel was er altijd al, maar de overtuiging nog niet. Die kwam in 2009 toen hij besloot aan de KABK documentairefotografie te gaan studeren. Erik fotografeert al langer, ook in opdracht, maar sinds hij wekelijks in Den Haag verkeert ontwikkelt hij zich ook op artistiek vlak steeds een stapje verder. Het werken in opdracht gaat door – ondermeer voor Le Monde, Fabrique en Ymere – maar niet ten koste van alles. Want een oppervlakkige broodwerker wil Erik niet zijn. Maar goed, de pijp moet roken. Dus soms een bruiloft mag.

In fotografie komt eigenlijk alles samen wat ik nu toe gedaan heb. Daarom zou ik ook niets anders meer willen doen. Na de middelbare school werd ik niet toegelaten tot de dansacademie en ging daarom Kunst- en Cultuurgeschiedenis studeren. In die periode ontdekte ik de film, documentaires, fotografie, filosofie en journalistiek. In de jaren erna heb ik filmpjes gemaakt en productie gedaan voor documentaires. Ik heb radio gemaakt en geschreven voor bladen en krantjes. Omdat ik ook een praktische inslag heb en graag met mijn handen werk heb ik gekookt in een eigen restaurant en bloemen gearrangeerd in prachtige bloemenwinkels. Ondertussen fotografeerde ik. Omdat de huur betaald moest worden raakte ik verzeild (en verdwaald) in communicatieland. Ik adviseer organisaties over hoe ze datgene wat ze (willen) zijn het beste kunnen communiceren, o.a. op het gebied van vormgeving. Ondanks dat ik veel geleerd heb miste ik jarenlang een medium waarin ik mijn ideeën tot uitdrukking kan brengen. Een bevriende fotografe stimuleerde me om alsnog toelating te doen voor de KABK. Na twee jaar weet ik dat fotografie het medium is.

Maar het belangrijkste is dat ik gewoon houd van fotografie. Ingewikkelder dan dat ga ik het niet maken. Voor sommige dingen zijn woorden overbodig of ontoereikend. Dat is een van de toffe dingen van fotografie. Er is niet altijd en uitleg nodig; kijken is genoeg. Ik zou kunnen doorgaan met een lijst van dingen waarom fotografie zo bijzonder is. Maar die is eindeloos.


Grain. Mascha Jansen

Reinier van der Lingen

Jan Rosseel

Al vanaf jonge leefdtijd werd ik omringd met fotografie. Mijn grootouders waren fanatieke reizigers, en legden hun reizen vast met de eerste camera’s. Ontelbaar vaak bekeek ik oude albums met spannende, originele foto’s. De reisverhalen die zij vertelden waren geweldig. Mijn oudste oma kwam uit 1911, en oudste opa uit 1890! Ook mijn ouders zijn altijd met kunst, en fotografie bezig. Al jong kreeg ik eigen camera’s, waarmee ik fanatiek fotografeerde. Sinds een jaar of vijf fotografeer ik in opdracht, vooral veel artiesten, cd covers. Het eigenaardige is dat ik altijd droomde van actrice worden, en ik dacht dat fotograaf onhaalbaar was. Ik heb dezelfde energieke reisgenen als mijn grootouders, en dit combineer ik met series maken; verhalen over gebieden, en mensen. Sinds ik studeer aan de KABK leer ik ontzettend veel, en geniet ik nog steeds erg veel van het fotograferen.

Reinier van der Lingen begon op zijn dertiende jaar met fotograferen. Dat wil zeggen, hij kreeg toen een tweedehands spiegelreflexcamera van bedenkelijke Russische kwaliteit. Na het eindexamen van de HAVO tot een goed einde gebracht te hebben, melde hij zich vol goede moed aan bij de MTS voor Fotografie (later op gegaan in de KABK). Daar kreeg hij echter te horen dat hij maar terug moest komen als hij wat ouder was.

“Fotografie studeren? Dat is belachelijk” sprak zijn vader. Jan was vijftien en de Hotelschool was een betere keuze; het waren jaren van ‘hartelijke discipline’. Hij begon zijn carrière als culinair speelvogel, a-ritmisch danser en alchemist en na een paar jaar werken in gerenommeerde restaurants in Frankrijk, Spanje en NY was het tijd om eens wat anders te doen...fotografie misschien? Hij besloot om Chinese taal en cultuur te studeren om na te gaan wat het nut van eetstokjes is. Hij kwam er nooit achter. Een jaar in China studeren werd een openbaring. Taal leer je op straat en zo geschiedde. Hij pakte zijn camera op, spendeerde een Chinees maandloon aan film en begon het leven van Chinese migrantarbeiders te fotograferen. De badkamer werd een DoKa en het Chinese stof werd een deel van het negatief. Fotograferen, dat is wat ik wil, en koken voor vrienden.

En wat doet een man met een missie dan? Die meld zich bij de fotovakschool in Apeldoorn, om er achter te komen dat schriftelijk onderwijs wel leuk klinkt, maar niet is en dat het woord vak in de naam wel heel letterlijk genomen moest worden. Technisch redelijk onderlegd maar creatief doodgebloed zei hij de fotovakschool na vier jaar vaarwel om nog een halfslachtige poging te wagen op de arbeidsmarkt. Maar al snel werd de camera aan de spreekwoordelijke wilgen gehangen om daar pas in het nieuwe millennium weer uitgeplukt te worden. Met een vernieuwde drang om te fotograferen en met begrip voor wat men indertijd bedoelde met ‘ouder’ is hij begonnen aan zijn tweede kans.

Hoezo belachelijk?


Christy Beaujon


Christy Beaujon (1983) komt uit de Nederlandse Antillen en woont sinds haar 18e in Nederland. Na het afronden van een studie aan de Universiteit, besloot ze dat de ‘corporate’ wereld niet het eindstation zou moeten zijn. De intentie die al jaren bestond om naar de kunstacademie te gaan, werd omgezet in echte actie. “Als ik niet zou worden toegelaten, dan had ik het in ieder geval geprobeerd. Maar ik moest het proberen”. Ze werd toegelaten. Tekst en portret Reinier van der Lingen

Hoe sta je in relatie tot je thema’s? “De thema’s die ik wil fotograferen liggen dicht bij mijzelf, ik ben op zoek naar dingen die ik interessant vind om te fotograferen. Maar ze gaan niet alleen over mijzelf; andere mensen moeten zich wel kunnen herkennen in de thematiek die ik aansnijd. Ze moeten er een eigen invulling aan kunnen geven. Zoals het thema wat ik voor Judith heb gekozen, “de zoektocht naar geluk”, dat gaat over mij, maar ook over anderen. In een artikel van een Franse filosoof, las ik iets over die constante drang naar geluk en meer en dat we met z’n allen vooral altijd gelukkig moeten zijn. Ik herken dat bij mezelf en bij mijn generatiegenoten.”

Welke thema’s en onderwerpen wil je onderzoeken? “Ik ben geïnteresseerd in de duistere kant van de mensheid en de samenleving. Ik ben niet op zoek naar de vrolijke thema’s. Ik wil dat mijn foto’s spanning oproepen, dat mensen zich dingen af gaan vragen als ze naar mijn werk kijken. Zoals de serie die ik voor Theo* heb gemaakt in het kader van “special camera”. Die ging over de wijk waar ik woon, maar dan meer over het gevoel wat ik erbij heb, er moet emotie vanaf te lezen zijn. Mijn thema’s moeten inspelen op het gevoel van mensen en daarbij frictie oproepen. Mijn thematiek gaat niet over feiten, het gaat vooral over gevoel. Als ik een foto maak van een donkere weg die verdwijnt in de verte, dan moet dat emoties oproepen bij de mensen die ernaar kijken.”

“Ik ben niet op zoek naar de vrolijke thema’s.”

Door wie of wat wordt je geïnspireerd? “Door boeken, films, passages uit een boek, een oude foto. Kleine dingen uit dagelijkse ontmoetingen. Ik vind dat veel fotografen vet werk maken. Antoinne D’Agata bijvoorbeeld. Zijn foto’s zijn zo duister. Ze gaan over de zelfkant van de samenleving. Niet dat ik nu ook die zelfkant wil fotograferen, maar ik vind de emotie die zijn beelden oproepen, heel bijzonder. Pieter ten Hoopen heeft een bepaalde formule gevonden voor zijn werk. En dat werkt. Zijn serie Stockholm, over eenzaamheid, daar kan ik wel inspiratie uit halen. Net zo goed als dat de alledaagse , maar spannende foto’s van William Eggleston uit The Guide mij inspireren. Ik neem van al die fotografen de elementen die ik inspirerend vind, gooi die in een Christy-Bowl, goed schudden en daar haal ik dan weer iets uit wat voor mij interessant is.”

“Mijn thema‑ tiek gaat niet over feiten, het gaat vooral over gevoel” Wat voor fotografie irriteert jou? “Ik raak geïrriteerd door die telelens amateurs die bloemen en takjes fotograferen. Echt geïrriteerd is niet het goede woord. Ze doen er niemand kwaad mee, zijn lekker met hun hobby bezig, maar ik vind het niks. De hypergestileerde, verschrikkelijk gelikte, gladde, gepolijste nepfotografie van David LaChapelle; dat vind ik echt erg. Dat is zover verwijderd van hoe het er in het echte leven uitziet. Niet dat ik de waarheid wil nastreven, maar dat is zo ontzettend fake dat het niet meer grappig is. Waar ik me echt aan erger is de fotografie die gebruikt wordt om de Cosmo covers te maken. Fotografie wordt in dit soort bladen gebruikt om een collectief verkeerd beeld te geven van wat schoonheid zou moeten zijn. Generaties meisjes groeien op met het idee dat je er zo uit zou moeten zien en dat je er ook zo uit kan zien. Come on, niemand heeft haar dat zo hard glanst dat al het licht erin gereflecteerd wordt. Dat soort fotografie verkoopt aan kwetsbare groepen iets dat gewoon niet bestaat en nooit zal bestaan.”

Waarin of op welke manier wil jij je onderscheiden als fotograaf? “Ik wil dat mensen later zeggen: ja, dat is een foto van Christy Beaujon. Als de fotograaf die zodanig fotografeert dat het ergens wringt en vragen oproept, dat mensen erdoor bewogen worden. Ik wil foto’s maken waar mensen over na moeten denken, waar ze twee keer naar moeten kijken, waardoor ze geraakt worden. Ik weet eerlijk gezegd nog niet hoe,qua stijl of zo, maar dat zou het moeten worden.”

Waar denk jij dat je eindexamen over zal gaan? “Dat weet ik nog niet, maar ik vermoed dat ik ervoor terug moet naar Aruba en Curaçao, mijn geboorteplaats. Misschien iets met migratie van mensen zoals ik. Mijn hele familie heeft zich verspreid over het Caribisch gebied en andere landen. Over terug naar de wortels. Ik denk dat mijn eindexamenwerk echt over mij zal gaan.” * Theo van Dusseldorp, docent fotografische technieken

Bio

Christy ... Beaujon 1983, Curacao Woonplaats: Utrecht Opleiding: - Documentairefotografie, 2e jaar / Koninklijke Academie Beeldende Kunsten Den Haag - Communicatiewetenschappen / Universiteit Utrecht “It’s no use crying over spilled milk”


Transforming Spaces (2010 - 2011)

Wat gebeurt er in een ruimte die gemaakt is voor gebruik door mensen, als de mensen er niet meer zijn? Wat is een supermarkt nog zonder de mensen die boodschappen doen. En hoe ziet een voetbalstadion eruit, 5 minuten nadat strijdlustige fans een zinderende wedstrijd hebben verlaten. Zijn die afwezige mensen toch nog zichtbaar in deze ruimtes? Of ondergaat de ruimte een verandering?



The Quest (2011)


Geluk. Het schijnt maak-baar te zijn. Alles kan en je mag vooral zelf kiezen. Want het is allemaal in jou handen. Je moet niets, maar tegelijkertijd moet je alles. Anders doe je niet mee. Vergeet dat het vandaag is, want wat je overmorgen hebt bereikt is veel belangrijker. Je bepaalt je eigen gelukt. En als je iets niet leuk vindt? Dan doe je het toch niet. Dan kies je iets waar je wel gelukkig van wordt. Zo makkelijk is dat. Of niet?


Erik Borst


De oerhollandse gepassioneerde fotograaf Erik Borst is 31 jaar, en woont sinds kort in Amsterdam-Noord. Erik fotografeert mensen. Mensen in alledaagse situaties, of de manier waarop mensen samenleven. Hij dompelt zich onder in zijn onderwerp door bijvoorbeeld een week mee te varen met een vrachtschip, en het leven aan boord vast te leggen. Ofwel struint hij door de stad om toevalligheden vast te leggen. Zijn scherpe oog voor bijzonder normale dingen, geven alledaagsheid lichtheid, glans en humor. Naast zijn studie fotografeert Erik al enige tijd in opdracht voor magazines, en organisaties. Tekst en portret Mascha Jansen

Welke relatie hebben jouw thema’s tot jezelf? “Ik fotografeer gewoon wat mij opvalt, en dat zijn dingen die op een of andere manier afwijken. Mensen die er opvallend gewoon uitzien bijvoorbeeld. Excentrieke mensen interesseren me dan weer niet, die zoeken de aandacht teveel op. Dus iemand met een rastakapsel van twee meter lang vind ik niet interessant. Iemand in een beige afritsbroek weer wel. Of gekke toevalligheden in de openbare ruimte zoals een voortuin vol met metershoge struiken en onkruid waardoor de bewoners geen daglicht meer zien. Dat vind ik raar. Dat je dan vrijwillig zonder daglicht leeft. Groepen mensen interesseren me ook, en dat iedereen hetzelfde doet zonder dat ze iets met elkaar te maken hebben. Wat dit met mezelf te maken heeft, weet ik niet zo goed. Ik voel in elk geval wel affiniteit met mensen die simpel leven. Gewoon elke zondag op je motorfiets een stukje toeren, en dan een frikandel eten. En ik hou van Nederland omdat ik me er zo goed thuis voel. De snackbars en viskramen, de kust, de polder met z’n verrommelde industrieterreinen, de mensen met hun grote bek. En wat me fascineert is het hele debat over wat goed burgerschap nou inhoudt. Waardoor ben je nou een Nederlander? Dat vraag ik mij ook vaak af. Ik vind het raar dat de maatschappij dat gedefinieerd wil hebben, en dat er een door de overheid geïnitieerd Nederlands Historisch Museum moet komen om het Nederlandse groepsgevoel te bevorderen. Ik voel me niet tot die groep behoren, maar voel me wel Nederlands, dus hoe zit dat dan?”

hogedrukreinigers, invalidenauto’s, filet americain, bedrijfsuitjes, de veertig-urige werkweek, vrije tijd, televisie, schoonmetselwerk, de Trendhopper en Leenbakker.”

“Gewoon elke zondag op je motorfiets een stukje toeren, en dan een frikandel eten.” Waarin of op welke manier wil jij je onderscheiden als fotograaf?

“Ik wil lichtvoetig zijn, maar niet oppervlakkig. Ik vind humor belangrijk omdat het voor ademruimte zorgt. Mijn fotografie is helder en kleurrijk en heeft een Nederlandse uitstraling. Ik fotografeer altijd mensen, of menselijke invloed en aanwezigheid. Ik voeg vaak xtra flitslicht in zijn fotografie. “Ik vind humor belangrijk omdat het voor ademruimte zorgt. Mijn fotografie is helder en kleurrijk, en heeft een Nederlandse uitstraling. Ik fotografeer altijd mensen, of menselijke invloed en aanwezigheid.”

“Ik vind humor Welke fotografie irriteert je? belangrijk omdat het voor ademruimte zorgt.” Welke thema’s en onderwerpen wil je onderzoeken? “In mijn fotografie wil ik alledaagse gewoonten deconstrueren en benoemen. Hoe leven mensen samen bijvoorbeeld. Dit najaar heb ik een week op een vrachtschip doorgebracht. Vrachtschepen zijn hele gewone dingen, en iedereen kent ze van de buitenkant, maar niet van binnen. En midden op zee moet er ook gewoon gestofzuigd worden. En als er windkracht 10 staat, en alles zwiept op en neer kookt de kok gewoon door. In de internationale zeevaart heerst veel onrecht en uitbuiting en dat is erg. Maar ik voel niet de behoefte om daar in mijn fotografie over te vertellen. Ik hou meer afstand en werk observerend.”

Door wie of waardoor word je geïnspireerd? “Unisex windjacks, nordick walking, stille tochten, coniferen,

“Klassieke fotojournalistiek interesseert me niet doordat het voelt als een eindeloze herhaling van dezelfde soort beelden. Ik kan ook niet zo goed tegen hele persoonlijke, en intieme fotografie die meer gaat over de maker dan over het onderwerp. Ik lees dat als pretentieus, maar dat heeft denk ik met mijn persoonlijkheid te maken omdat ik eigenlijk vind dat ik er niet zo toe doe. Zonder fotografie zou ik me ook helemaal dood vervelen. Mijn leven is niet zo interessant dus daar hoef ik dan ook geen foto’s van te maken. Mensen die dat wel doen en heel dicht binnen hun eigen invloedssferen blijven, leven voor mijn gevoel soms in een andere wereld dan ik.”

Waar denk je dat je eindexamen over zal gaan? “Óf ik hou het onderwerp klein en duik een tijd lang in één thema zoals woonboulevards, toerisme in Nederland, vertegenwoordigers in luchtfilters of een levenslange carriére in een papiermagazijn. Of ik onderzoek een groter thema zoals onze omgang met de Nederlandse geschiedenis en hoe dit tot uiting komt. Het gaat in elk geval over Nederland en over wat wij doen.”

Bio Erik Borst (Zwolle, 1979) woont in Amsterdam Opleidingen: - Documentairefotografie / Koninklijke Academie Beeldende Kunsten / 2e jaar - Media & Cultuur / Filmwetenschappen (BA) - Cultureel Maatschappelijke Vorming (propedeuse) “When you’re not concerned with succeeding, you can work with complete freedom.” - Larry David “Wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen!” - B. en A. Van Toor


Container (2010)

Dagelijks bevinden zich tienduizenden vrachtschepen op zee. Containers worden gelost en geladen. En tussendoor - op zee - doet men de was, zuigt stof, of eet een broodje worst. De buitenkant van de internationale zeevaart kennen we; actieve havens, grote schepen. Een economie die geen rust kent. Container is een verkenning naar de binnenkant van deze wereld. Een associatieve zoektocht binnen de alledaagsheid van een bestaan op zee.



Directions (2009 - 2011)

Directions is een studie naar groepsgedrag in de publieke ruimte en de verhouding tussen het individu en de groep. Mensen die elkaar niet kennen doen dat wel vemoeden. Dezelfde lichaamshouding, hetzelfde kapsel, armen over elkaar en een gemeenschappelijke interesse. Je bent alleen, maar met z’n allen.



Marlies Lageweg

Marlies is een fotografe van het grote gebaar. Ze is bevlogen en fotografeert de wereld om haar heen met een kritische blik, maar steeds op een serene manier en niet belerend of propagandistisch. Marlies is een filosoof met een scherp oog en in haar werk gaat ze op zoek naar onderwerpen die haar nauw aan het hart liggen en weet deze steeds in een bredere maatschappelijke context te plaatsen. Op deze manier ontrafelt ze langzaam de pijnpunten van onze maatschappij. Tekst en portret Jan Rosseel

Welke thema’s wil je onderzoeken?

kunnen me zowel ontroeren als tot denken zetten.”

“Dat is lastig te zeggen, ik heb een brede interesse en het is soms moeilijk om een keuze te maken. Maar ik heb vooral interesse in de zoganaamde ‘grote’ thema’s. Ik wil weten wat de drijfveer is van mensen en waarom we de dingen doen die we doen. Misschien klinkt het allemaal wat hoogdravend maar ik wil onderzoeken waarom we het leven leven dat we leven, als een filosofische benadering. Uiteindelijk zijn we gevangenen van onze gedachten. Ik vind het ook bijzonder interessant om te onderzoeken waar de grenzen liggen tussen illusie en werkelijkheid. Wanneer we goed kijken naar wat er in de samenleving gebeurt dan zie je dat het eigenlijk een grote show is. Ik vind het boeiend om de achterkant van die show op te zoeken en te kijken hoe de dingen zich echt aandienen, hoe alles er uitziet wanneer het masker valt.”

“Voor mijn eigen werk, en vooral voor het werk waar ik momenteel mee bezig ben, laat ik me inspireren door fotografen die op zoek gaan naar een nieuwe beeldtaal om hun verhaal te vertellen. Het gaat hier dan voornamelijk om fotografen die zeer bewust nadenken over de manier waarop ze met hun fotografie een verhaal willen vertellen. Het werk van Taryn Simon vind ik echt goed omdat zij met vrij eenvoudige beelden een scherpe kritiek uit op Amerika, maar tegelijkertijd ook op het grotere systeem. Zij legt op subtiele wijze de vinger op de zere plek. Maar ook het werk van Broomberg & Chanarin vind ik om dezelfde reden interessant. Zij gaan soms nog een stap verder door zich toe te spitsen op de manier van presenteren. Ik wil beeld met tekst te combineren omdat dit vaak versterkend werkt. Naast de inhoud vind ik ook de vorm belangrijk Ik hou ook gewoon van mooie plaatjes. Het werk van Man Ray vind ik ook mooi.”

Wat hebben de thema’s met jezelf te maken? “Ik ben op zoek naar authenticiteit. Door met een scherpe blik naar de wereld om me heen te kijken probeer ik situaties te doorgronden. Ik leef vrij bewust en ga op dezelfde manier om met de dingen om me heen. Ik eet bijvoorbeeld geen vlees omdat het bon-ton of modieus is maar omdat ik vind dat er te gemakzuchtig word omgegaan met de oorsprong van ons voedsel. We staan veel te weinig stil bij dit soort zaken.”

Door wie of waardoor word je geïnspireerd? “Ik haal veel inspiratie uit literatuur, met name de Russische literatuur, maar ook Amerikaanse en Engelse literatuur. Ook hier weer denk ik aan verhaallijnen die de complexiteit van het menselijk bestaan schetsen en precies omschrijven. Bijvoorbeeld De meester en Margarita van Boelgakov waarin het principe van goed en kwaad wordt beschreven en de ondertoon van kritiek naar de toenmalige politieke situatie in Rusland. Het boek is geschreven in de traditie van andere grote schrijvers zoals Gogol.” “Daarnaast vind ik de Japanse cultuur en de aandacht voor het ‘zijn’ inspirerend. Ik ben Boeddhist maar niet op een zweverige manier. In het hier en nu en vanuit een filosofische benadering tot het mens-zijn en de verantwoordelijkheden die dat dit met zich meebrengt. Daarnaast hou ik van de Japanse prentkunst en Japanse fotografen uit de zestig en zeventig zoals Fukase of Kiyoshi Suzuki, die zich kritisch durfden op te stellen. Maar ook de poetische weergave van de realiteit door Rinko Kawauchi en haar scherpe manier van observeren

“Ik wil fotograferen uit nieuwsgierigheid en niet om een statement te maken.” Welk type fotografie irriteert je? “Dat is een lastige vraag. Er zijn veel dingen die ik niet zo goed vind, maar niet per definitie irritant. Veel fotografie doet me gewoon niks. Ik hou niet zo van het type ‘volkskrantfotografie’, dat is vaak nogal eendimensionaal. Niet dat ik het nadoe, maar dat ligt me minder. “

Waarin of op welke manier wil jij je onderscheiden als fotograaf? “Het liefst zou ik me willen onderscheiden door het maken van beelden die een thema zowel qua vorm als inhoud goed tot hun recht laten komen. Daarnaast vind ik het belangrijk om mijn onderwerpen met een zekere compassie te fotograferen. Ik fotografeer vooral uit nieuwsgierigheid en niet om een statement te maken. Ik vind het belangrijk om waarde te creeren met wat ik doe en dat deze waarde ook zichtbaar is.”

Waar denk je dat je eindexamen over zal gaan? “Misschien is het een beetje te complex om dat als eindexamen te realiseren maar ik wil graag een werk maken dat een beschouwende en kritische blik geeft op de maatschappij. Bijvoorbeeld waarbij een bepaald probleem helemaal wordt ontrafeld van de bron tot de monding. Waarschijnlijk zal ik me hierin moeten beperken maar ik hou wel van thema’s die diepgang hebben zonder de bredere context uit het oog te verliezen.”

Bio Marlies Lageweg (1966, Rotterdam) woont in Rotterdam Opleidingen: - Documentairefotografie / Koninklijke Academie Beeldende Kunsten / 2e jaar - Bloemistenopleiding via Dutch Floral Arrangements - Erasmus School of History, Culture and Communication (MA) - Royal Academy of Dance – R.A.D. docente “Don’t just survive while waiting for someone’s revolution to clear your head.”


Grenzeloos (2011)

Als het sociale leven steeds ingewikkelder wordt en de scheiding tussen feit en fictie vervaagt wordt het leven een grenzeloze ervaring.


Van het land (2011)

Groenten halen hun voedingsstoffen niet meer uit aarde, regenwater en zon. Ze worden bedacht en gekweekt in laboratoria. Gekloond en gekweekt op watten in surrealistische landschappen en industriĂŤle omgevingen. De norm is geld (goedkoop), aantal, kleur en vorm. Twee ons groenten per dag is al lang niet meer genoeg.



Mascha Jansen

Compassie, intimiteit en de menselijke maat zijn voor Mascha Jansen sleutelwaarden. Mensen interesseren haar, dingen minder. En Amsterdam is voor Mascha meer dan stad alleen; het is een van haar voornaamste inspiratiebronnen. Ze voelt affectie voor mensen die het minder hebben, mensen aan de rafelrand van onze maatschappij. Ze staat even stil bij die vluchteling die al jaren in Nederland woont maar niet kan wortelen. Op straat passeer je hem ongemerkt. Mascha niet, zij ziet een verhaal dat verteld moet worden en geeft mensen een gezicht. Een gesprek over haar drijfveren. Tekst en portret Erik Borst Hoe sta jij in relatie tot je thematiek? “Op dit moment fotografeer ik mensen in Amsterdam. Op mijn negentiende kwam ik hier wonen en ik zie de stad enorm veranderen. Het wordt drukker en voller. Soms lijken mensen ook ongeduldiger en agressiever dan vroeger. In twee weken tijd zijn twee bekenden van me zomaar aangevallen en geslagen op straat. Misschien valt het me meer op naarmate ik ouder word. Het thema van mijn serie non-involvement gaat over contact tussen mensen in de stad. Met een telelens maak ik foto’s van wachtende mensen bij een zebrapad. Ik wil laten zien hoe zij zich in het openbaar gedragen. De term noninvolvement is van socioloog Erving Goffman. Uit zijn onderzoek naar de dagelijkse omgang tussen mensen in de moderne stad blijkt dat mensen elkaar in het openbaar zoveel mogelijk proberen te vermijden. Om het sociale verkeer soepel te laten verlopen laten mensen zich niet leiden door impulsen of toevaligheden. Iedereen houdt zich lichamelijk en emotioneel strak in de hand; non involvement noemt Goffman dat. Een van mijn andere thema’s is eenzaamheid in de anonieme stad. Veel van mijn vrienden zijn buiten de stad gaan wonen of verhuisd naar het buitenland. Hierover maakte ik afgelopen tijd de serie Close Encounter waarvoor ik mensen in de stad van dichtbij heb gefotografeerd en geïnterviewd. De stad en haar mensen krijgen hiermee voor mij een gezicht en verhaal.” “Ik werk ook op het moment aan een project met wegwerpcamera’s die ik overal ter wereld uitdeel, of opstuur naar mensen. Ik vraag mensen om geluk of ontroering te fotograferen, en er een tekst over te schrijven. De beelden die binnenkomen raken me diep, en het is ontzettend leuk om te doen. Het thema geluk en ontroering staat in directe relatie met mezelf vanwege een persoonlijk verhaal waar ik nu niet dieper op in wil gaan. Het effect van alle hartverwarmende beelden en teksten die binnenstromen is overweldigend fijn en troostend. Het doet me denken aan de prachtige serie van Wim Kayzer Van de Schoonheid en de Troost. ‘Vertel me wat dit leven de moeite waard maakt’. Deze vraag was de grondslag voor Kayzers televisie serie waarin 26 kunstenaars, wetenschappers, schrijvers, filosofen en musici reflecteren op het huwelijk tussen schoonheid en troost. Aan een ieder is een afzonderlijke aflevering gewijd. Ik kom door mijn project met veel nieuwe mensen in contact en de teksten die mensen insturen variëren van bestaande gedichten en quotes tot zelfgeschreven

stukjes. Ik fotografeer zelf ook mee. In de toekomst hoop ik als bijbaan naast mijn studie als stewardes aan de slag te kunnen gaan. Ik kan dan wereldwijd op heel veel verschillende plekken komen en dit project voortzetten zodat er uiteindelijk heel veel mensen kunnen meedoen. Inspiratiebronnen voor dit project zijn de fotografen Julian Germain en Zana Briski.”

“Ik wil persoonlijke verhalen vertellen over bijzondere mensen” Welke onderwerpen en thema’s wil je verder onderzoeken? “Ik maak verhalend werk over personen of plekken. Immigranten interesseren me, mensen die in een nieuw land een nieuw leven starten. Wat me fascineert is dat we ons niet bewust zijn van de hoeveelheid en verscheidenenheid aan immigranten over ter wereld. Ik heb dit jaar foto’s gemaakt over een politiek vluchteling uit Uruguay, iemand uit India, mensen uit Soedan, en ook heb ik de van oorsprong Hongaarse fotografe Ata Kando opgezocht. Ik heb een lange middag met haar doorgebracht en foto’s gemaakt. Dit jaar heb ik een aantal bijzondere plekken opgezocht zoals een verlaten dorp in Noord-Spanje, en een township in Zuid-Afrika. Dit wil ik vaker doen, en dan langlopende verhalen vertellen over deze bijzondere plekken en haar mensen. Ik weet nog niet hoe ik dat uiteindelijk in beeld wil brengen en wat ik precies wil vertellen. Dat ben ik nog aan het onderzoeken.”

Wat inspireert jou? “De fotograaf Fazal Sheikh inspireert me vanwege zijn integere werkwijze, en subtiele manier van fotograferen. De New Yorkse Saul Leiter om zijn romantische straatfotografie vol prachtige kleuren, en Ata Kando vanwege haar gepassioneerde werkwijze en haar fanatieke, en sterke persoonlijkheid.

Ze heeft bijvoorbeeld heel lang moeten zoeken naar wegen om de Hongaarse vluchtelingenstroom vast te leggen aan de grens van Oostenrijk en Hongarije in 1956. De fotografe Violette Cornelius ging met haar mee en Ata kreeg een uitgeverij zover om haar project bij voorbaat aan te kopen. Dit jaar kreeg ik van een vriendin het prachtig vormgegeven boek Double Game van Sophie Calle. Een juweeltje op mijn nachtkastje en wat een intrigerende fotografie, waarin haar persoonlijk leven een grote rol speelt. Ik weet niet of ik zo zou kunnen leven en werken. Maar ik vind het verrukkelijk om het te lezen en eindeloos opnieuw te bekijken. De Nederlands Jeroen Toirkens heb ik onlangs ontmoet na een paar correspondentie. Hij volgt sinds 1999 het leven verschillende nomadische volken in Centraal-Azië, Rusland, Mongolië en de Arctische gebieden en heeft dit project onlangs afgerond met een erg mooi boek, uitgegeven door Lanooy. Zijn foto’s zijn prachtig, en je ziet in de ogen van de gefotografeerden de betrokkenheid van Jeroen. Zijn reizen heeft hij onder andere gefinancierd door een stichting op te richten. Ik haal ook inspiratie uit films, mensen, krantenberichtjes, CNN, reizen, muziek, straattaferelen, documentaires en literatuur. Hoogtepunt qua films was dit jaar de Russische film Silent Souls en de boeken van Paul Auster. Als ik thuis werk staat er vaak oude volksmuziek uit de Balkan op. Of Tom Waits. Of David Helfgott en klassieke muziek, vaak pianoconcerten. Maar soms werk ik uren in stilte. En als ik wil knallen, draai ik Pearl Jam of de oude nummers van Prince.”

Welke fotografie irriteert je? “Oppervlakkige fotografie. Wanneer blijkt dat de maker zich niet heeft verdiept in zijn onderwerp. Ik heb geen voorbeelden voorhanden, maar ik denk het te kunnen zien aan de ogen van de geportretteerden als betrokkenheid bij de maker ontbreekt. Ik heb net de documentaire War Photographer over James Nachtwey gezien. Hij zegt daarin dat het voor hem belangrijk is dat zijn oprechte compassie een drijfveer is bij het maken van verhalen over mensen die bijvoorbeeld leven in armoede of in een oorlog. Dit zie ik terug in zijn foto’s.”


Hoe wil jij je onderscheiden als fotograaf? “Ik wil persoonlijke verhalen vertellen over bijzondere mensen en plekken over de hele wereld. Omdat ik de intimiteit zoek onderscheid ik mezelf. Ik fotografeer meestal in kleur, en op het moment met een Canon 5D MarkII die ik van mijn spaarloon heb gekocht. In de toekomst wil ik meer met mijn middenformaat Mamiya gaan fotograferen wanneer ik daarvoor de financiële middelen voor heb. Ik denk dat mijn beeldtaal zich nog behoorlijk zal ontwikkelen de komende jaren.”

Waar denk je dat je eindexamen over zal gaan? “Ik wil misschien een serie maken over mensen die zich terugtrekken uit de maatschappij, en zeer afgelegen zijn gaan wonen. Ik combineer portretten met foto’s van het afgelegen gebied. Ik worstel zelf ook vaak met het vinden van balans tussen wonen in de stad en het missen van ruimte en natuur, en de paradox van het leven met behoefte aan mensen en me juist enorm willen terugtrekken.”

Bio Mascha Jansen (Rotterdam, 1970) woont in Amsterdam Opleidingen: - Documentairefotografie / Koninklijke Academie Beeldende Kunsten / 2e jaar - De Lucas Borkel acteursopleiding, voorheen Het Collectief - Boekhandel en Uitgeverij (BA) “Ik dacht altijd dat ik later filmster zou worden, en fotograaf zijn onhaalbaar was.” “Het tegenovergestelde is misschien wel de waarheid.”

Close Encounter Daantje, Rijk en Loulou Broess (2011)

Afgelopen semester heb ik de afstand tussen mensen in de stad gefotografeerd in de serie Non-Involvement door met een telelens portretten te maken. Voor de serie Close Encounter heb ik juist mensen direct benaderd, van heel dichtbij gefotografeerd en uitgebreid met ze gesproken. De mensen op de foto in de stad krijgen een naam, een leven en een verhaal.


Untraceable places on Google Earth. A village somewhere in Galicia, Northern Spain (2011)

GaliciÍ is een van de 17 autonome regio’s van Spanje en is op dit moment een van de armste delen van WestEuropa. Er is sprake van een grote trek naar de steden, en veel dorpen staan leeg.



Reinier van der Lingen


Reinier van der Lingen (1966) komt uit De Lier, een dorpje in het Westland. Hij noemt zichzelf een tweedekans student. Soms cynisch, wat bepalend is voor de manier waarop hij naar zijn omgeving kijkt. “Ik zoek naar de dingen die niet kloppen en die maak ik zichtbaar.” Wat voor fotograaf wil Reinier zijn? In het volgende interview probeer ik daarachter te komen. Tekst en portret Christy Beaujon

Welke relatie hebben je thema’s tot jezelf? “Mijn thematiek zoek ik altijd dicht bij mezelf, dicht bij huis. De serie die ik over Groep 8 gemaakt heb bijvoorbeeld, dat is voortgekomen uit het feit dat mijn eigen dochter in Groep 8 zit. Ik heb weleens geprobeerd om te werken aan de hand van thema’s die niet dicht bij mezelf liggen, maar dan kom ik eigenlijk nooit op een goed onderwerp. Dus hou ik het dicht bij mezelf. Net als Alec Soth, die zoekt het ook vaak dicht bij huis.”

Welke thema’s wil je onderzoeken? “Ik heb altijd iets willen doen met de psychiatrie, op welke manier dan ook. Het lijkt mij zo’n uitdaging om dat te verbeelden en om die wereld zichtbaar te maken. Hoe ik dat wil doen dat weet ik nog niet. Dat is volgens mij best moeilijk, omdat je een privaat gebied betreed waar ook nog een taboe op rust in de samenleving. Mensen zeggen zonder moeite dat ze naar de cardioloog moeten, maar dat je naar de psychiater moet, dat zeggen mensen niet zo snel geloof ik. De andere praktische uitdaging is om toestemming te verkrijgen. Dat heb ik overigens wel geprobeerd, maar tot nu toe nooit meer wat op terug gehoord. Ik wil graag kijken of ik kan vastleggen wat er in iemand hoofd omgaat. Eigenlijk ben ik ook geïnteresseerd in de notie van wat normaal wordt gevonden in de samenleving. Als je niet in het zogenaamde normale plaatje past, dan ben je excentriek. En na excentriek, komt dan de psychiatrie misschien?”

Waardoor word je geïnspireerd? “Door Araki. Hij heeft iets gefotografeerd, wat ik ook heb gefotografeerd. En ik heb wel bewondering voor de manier waarop Araki dat heeft gedaan. Maar ik wordt ook enorm geïnspireerd door Erwin Olaf, die ten opzicht van Araki weer aan het andere eind van het spectrum staat. Het is gewoon ontzettend knap als je net als Erwin Olaf je fantasie zo weet te verbeelden en tot in de perfectie kan uitwerken en vastleggen. Zelf ben ik niet minutieus genoeg om zo te werken, dus ik streef het ook niet na. Maar ik heb er wel enorme bewondering voor. Ik vind het geënsceneerde beeld wel fantastisch, zoals Jeff Wall fotografeert. Ik zou wel meer intuïtief willen fotograferen. Zodat ik meer ga fotograferen, zonder eerst na te denken of iets wel de moeite waard is om te fotograferen. Ik heb het gevoel dat ik door die afweging dingen mis. En daarom wil ik gewoon meer fotograferen, dat zou wel goed voor me zijn. Om beter te zien en om meer te zien. Net als Araki. Die fotografeerde ook gewoon alles, ook de mindere dingen.”

“Ik ben wel van plan om naam te gaan maken voor mezelf.”

Op welke manier wil jij je onderscheiden als fotograaf? “Ik weet niet of ik een bepaalde hele sterke eigenschap bezit, waardoor ik erboven uit steek. Ik denk dat ik van alles wel aardig weet en wat kan, maar niets is tot in de perfectie uitgewerkt. Dit zorgt wel dat ik in geen enkel onderdeel ver boven het gemiddelde uitstijg. Portretten, daar ben ik wel echt

goed in denk ik. Maar zo interessant vind ik het portret niet, om daarin te gaan specialiseren. Maar ik hou wel van dat langzame, meer tijd nemen voor een portret. Daarom vind ik het ook leuker om met een 4x5 inch camera ( technische camera) een portret te maken. Eigenlijk zou ik een gevraagd reportagefotograaf willen zijn.”

“Misschien is mijn wereldbeeld wel heel gekleurd.” Wat voor fotografie irriteert je? “Van die oudere mannelijke amateurfotografen die vrouwen het liefst met zo min mogelijk aan fotograferen. Waarbij het bloot als een soort van prop wordt gebruikt en het helemaal niet over de vrouw in kwestie gaat, maar alleen maar over het feit dat ze bloot is. Daar kan ik me mateloos aan ergeren.”

Waar denk je dat je eindexamen over zal gaan? “Uiteindelijk zal de thematiek en het onderwerp terug te herleiden zijn naar mezelf. Ik zal werk maken wat dicht bij mij licht, waar ik wat mee heb. Over mijn relatie met de wereld bijvoorbeeld en hoe ik tegen de wereld aankijk. Ik zal vaak op zoek gaan naar de dingen die niet kloppen en dat zou ik dan zichtbaar willen maken. Het is wel zo dat ik cynisch kan zijn en dat zorgt dat ik op een bepaalde manier naar de wereld kijk. Soms beschouw ik die wereld als een plek waar iedereen een toneelstukje aan het opvoeren is. Misschien is het allemaal niet zo, maar dat zou ik graag willen onderzoeken. Eigenlijk is de hele wereld knetter behalve ik. Dat zou ik kunnen zeggen als ik mijn visie op de wereld heel erg chargeer. Maar misschien is mijn wereldbeeld wel heel gekleurd.”

Bio

Reinier van der Lingen (De Lier, 1966) woont in De Lier Opleidingen: - Documentairefotografie / Koninklijke Academie Beeldende Kunsten / 2e jaar - Fotovakscool, Apeldoorn - HAVO - Interconfessioneel Westland College, Naaldwijk “Je bent nooit te oud om te leren, of je moet marinier willen worden”


Misery (2008)

Op 29 december 2007 besloot ik om het dagelijkse leven van mijn gezin op foto vast te leggen. Deze dag was onze jongste dochter Lysanne jarig en dat leek mij een goed begin. Op 29 maart 2008 overleed Lysanne aan de gevolgen van een hersenbloeding, veroorzaakt door een tumor in de kleine hersenen, op de leeftijd van 7 jaar en 3 maanden. Misery gaat over de laatste 11 dagen.



Glas (2011)


Glas is een zoektocht. Een zoeken naar wat mij fascineert aan het Westland, de plek waar ik geboren en opgegroeid ben. Wat trek mij aan en wat stoot mij af? Is er iets waarin het Westland zich onderscheid van de rest van Nederland, en zo ja, wat is dat dan?


Jan Rosseel


Jan is een poëtische fotograaf die maatschappelijke thema’s onderzoekt vanuit zijn subjectieve ervaring. Vanuit zijn betrokkenheid met de wereld maakt hij associatieve beelden over de werkelijkheid achter het beeld. Jan fotografeert vooral analoog en werkt met verschillende formaten. Hij zoekt naar een eigen beeldtaal met behulp van techniek en technische experimenten. Tekst en portret Marlies Lageweg

Welke thema’s wil je onderzoeken als fotograaf? “Op dit moment zijn migratie en ontheemden thema’s die ik interessant vind. Het zijn thema’s die aansluiten bij wat er aan de hand is in de wereld, maar die naar mijn idee onderbelicht zijn. In deze thema’s zit een aspect van sociale onrechtvaardigheid. Daarom vind ik het belangrijk dat verhalen over migranten verteld worden. Als ik bijvoorbeeld kijk naar Nederland: het is een voldongen feit dat er migranten zijn. Ik wil weten waarom ze hier zijn en welke consequenties dat heeft. Een aantal jaar geleden ben ik begonnen met een serie over Chinese migranten die naar de steden trekken, omdat er op het platteland door droogte geen toekomst meer voor hen is. Ik vind het interessant om te kijken hoe je zo’n onderwerp kunt benaderen. Het heeft zowel gevolgen voor plattelandsgemeenschappen als voor steden die vollopen. Ik doe dus nog onderzoek naar een specifieke invalshoek, maar vind het belangrijk om het verhaal vanuit de mensen zelf te vertellen en probeer het persoonlijker te maken door hun op een actieve manier te betrekken. Ik ga met een bepaald idee aan de slag maar de verhalen zelf ontdek ik doordat de mensen hun verhaal vertellen. Ik probeer dan om dit vervolgens in beeld te brengen.”

Hoe staan deze thema’s in relatie tot jezelf? “Van huis uit – vooral van mijn moeders kant – heb ik geleerd dat het belangrijk is om aan je medemens te denken. Daar zit misschien een bepaalde vorm van naïviteit in. Je lost met fotograferen van misstanden niks op, maar wat je kan hopen is dat je een bepaalde bewustwording kan bewerkstelligen in het maatschappelijk debat. Ik ben ook onrustig. Heb op heel veel verschillende plekken gewoond. Uiteindelijk ben je altijd een buitenstaander – net als de migranten – en is het belangrijk om vooroordelen achter je te laten. Ik probeer ook om mijn culturele bagage zo licht mogelijk te maken wanneer ik daar ben. Het is onmogelijk om je van alle vooroordelen te ontdoen maar ik vind het altijd goed om terug te komen met nieuwe inzichten en het is ook mooi wanneer vooroordelen weggenomen kunnen worden. Tijdens mijn laatste project in Israel heb ik veel vooroordelen aan de kant moeten schuiven omdat ik tot het besef kwam dat de complexiteit van de problematiek daar niet te herleiden is tot propagandapraatjes en holle retoriek. Ik begrijp het iets beter maar je moet met je voeten in het zand als je het probleem wil begrijpen en ook met alle partijen praten.”

Door wie of waardoor wordt je geïnspireerd? “Dat verandert. In het begin toen ik net begon te fotograferen heb ik veel vaker naar andere fotografen gekeken: James Nachtwey, Robert Frank, Avedon. Ik kijk nu steeds meer naar andere vormen van bijvoorbeeld kunst of architectuur. Maar misschien haal ik nog het meeste inspiratie uit de muziek, vooral Jeff Buckley en Tom Waits omdat ik er van hou dat iemand zijn ziel in zijn werk legt. Een andere fotograaf die ik apprecieer is bijvoorbeeld Erwin Olaf. Niet zozeer vanwege zijn werk, waar ik in het begin een gruwelijke hekel aan had, maar vanwege zijn werkethiek. Hij is heel precies en perfectionistisch en gaat tot het uiterste om te krijgen wat hij voor ogen heeft. Datzelfde geldt ook voor Annie Leibovitz. Paolo Pellegrin inspireert mij op een andere manier. Omdat hij niet alleen fotojournalist is, maar bijvoorbeeld ook mode of reclame kan fotograferen en steeds hetzelfde hoge niveau haalt. Hij is breed inzetbaar en daar heb ik veel bewondering

voor. Alex Majoli, is ook een voorbeeld voor mij, evenals Nadav Kander. Al deze fotografen hebben een bepaald domein waarbinnen ze werken maar doen daarbuiten ook andere dingen, met evenveel succes. Terwijl ze toch hun eigen handschrift behouden. Het zijn fotografen die zichzelf steeds proberen te vernieuwen. Het is niet alleen maar een trucje wat ze doen. Behalve door fotografen word ik geïnspireerd door poëzie, schilderkunst, architectuur en film. Een strak geschreven gedicht of een geniaal hersenspinsel van een briljant schrijver zetten aan tot denken en tot zien, anders zien. Het Italiaanse neo-realisme bijvoorbeeld vind ik erg mooi. Ik hou van esthetische fotografie, ook al is dat vloeken in de kerk op de KABK. Wat mij betreft is ‘mooie’ fotografie geen taboe, ook niet wanneer het gaat om pijnlijke of gruwelijke situaties. Schoonheid is niet voorbehouden aan dingen waar we als mens vrolijk van worden. Schoonheid en esthetiek kunnen zeer ontroerend zijn en zijn soms nodig om de aandacht te grijpen van de kijker. Wanneer die aandacht er eenmaal is dan komt de volgende laag. Tenslotte is fotografie een gekristalliseerde vorm van emotie.”

“Tenslotte is fotografie een gekristalliseerde vorm van emotie.” Welke fotografie irriteert je? “Ik hou niet van pretentieuze fotografie. Ik vind fotografie irritant waar een heel verhaal aan opgehangen moet worden. Fotografie die zijn/haar legitimiteit moet ontlenen aan een enorme uitleg daar voel ik weinig voor. Misschien is het een gebrek aan intellect bij mij als kijker. Hoewel ik wel van een uitdaging hou gaat heel veel fotografie aan mij voorbij. Een voorbeeld hiervan is voor mij de fotografie van Jaap Scheeren. Pseudo-intellectuele fotografie die zijn doel mist omdat er een ‘spanningsveld’ in de foto zit dat niemand begrijpt of waar weinig maatschappelijke relevantie aan verbonden is. Ik hou ook niet van humoristische fotografie, tenzij het heel subtiel is. Als je een grap kwijt wilt moet je een mop vertellen. Als je tekst kwijt wilt moet je maar een boek schrijven. “

Op welke manier wil je je onderscheiden? “Idealiter wil ik me onderscheiden in het vertellen van verhalen die niet verteld worden of die onderbelicht zijn, verhalen in de marge. Een nieuwe invalshoek vinden om een maatschappelijk thema aan de orde te stellen. Ik wil ook graag een herkenbaar handschrift ontwikkelen, zonder dat het een trucje wordt. De manier van presentatie van foto’s vind ik ook belangrijk om me daar in te onderscheiden. En verhalen persoonlijk maken, aan de hand van mensen zelf verteld. Ik zou willen dat mijn werk aanzet tot discussie zonder belerend te zijn.”

Waar denk je dat je eindexamen over gaat? “Weet ik nog niet. Ik heb er al vaak over nagedacht maar ik ben nog niet tot een duidelijk afgebakend thema gekomen.”

Bio

Jan Rosseel (Brussel, 1979) woont in Den Haag Opleidingen: - Documentairefotografie / Koninklijke Academie Beeldende Kunsten / 2e jaar - Chinese Taal, Colloqium Filosofie en Sociologie - Shandong University (Jinan, China) - Chinese Taal en Cultuur - Universiteit Leiden - Hotelschool Koksijde, Belgie “Er zou voor ieder mens ergens een kamer moeten groeien: een millimeter nieuwe ruimte als rente voor elk waardevol voorbij moment.” - Ruth Lasters “Onzekerheid is mijn slijpsteen.”


We, the invisible (China, 2008 - ongoing)


In China beweegt zich naar schatting jaarlijks een ‘drijvende populatie’ van 250 miljoen migranten tussen het platteland en de steden. Deze ‘drijvende populatie’ is de motor van de Chinese economie en leverancier van een onophoudende stroom goedkope arbeidskrachten voor de industrie. Voor sommigen is dit een manier om aan het leven op het platteland te ontsnappen, op zoek naar avontuur in de stad. Voor anderen is het de enige uitweg om te overleven en om genoeg geld te verdienen voor hun familie.


AIFW (2010-2011)

Twee keer per jaar is de beau monde van Nederland in de ban van de Amsterdam International Fashion Week, een feest om te zien en gezien te worden. Het is ook een podium waar jonge, getalenteerde ontwerpers hun eerste passen zetten in de modewereld. Het is een wereld waar esthetiek en schoonheid de oppervlakte voorzien van een laag vernis, een microcosmos van oppervlakkigheid. Maar hoe ziet deze wereld er uit, kaal en ontdaan van vernis?



Deze uitgave is een initiatief van groep FDT-2 in het kader van het vak Beeldontwikkeling binnen de opleiding documentaire fotografie aan de Koninklijke Academie Beeldende Kunsten Den Haag. Aan deze uitgave werkten mee; Christy Beaujon, Erik Borst, Mascha Jansen, Marlies Lageweg, Reinier van der Lingen en Jan Rosseel. Ontwerp Erik Borst Juni 2011


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.